Radio-Omroep Waf zal hij er mee doea? NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Vrijdag 10 Juni 1927 - Stemming in Rusland. De verhouding van Rusland tot Duitschland na de breuk met Engeland; Stresemann niet toeschietelijk. Rome en de Roemeensche regeering. Onder de Radio-berichten: De Russische beschuldigingen tegen Engeland. Een succes voor Tsjang Kai Sjek. GEM. BUITENL. BERICHTEN. MALVERSATIES VAN AVERESCU? SOCIAAL LEVEN. De positie der Langendijker tuinders. De instelling van een Postraad. De herclassificatie van gemeenten. De herclassificatie der gemeenten. Vereeniging Le Sage Ten Broek- Bibliotheek. De arbeidsduur in den landbouw DE TOCHT VAN CHAMBERLIN OVER DEN ATLANTISCHEN OCEAAN. Hij vertelt van zijn emoties. Boven Nederland gezien? KERK EN SCHOOL. Naar de Missie. FEUILLETON. De moord op den Rus sischen gezant. lNa den moord op den Russischen gezant te Warschau thans een bomaanslag te Pe tersburg, waarbij niet minder dan zes-en- twintig personen werden gewond. Men kan er zeker van zijn, dat in de bolsjewistische pers en door de bolsjewistische woordvoer ders, officieele en niet-officieele, tusschen beide gebeurtenissen verband zal worden gelegd. Immers heeft de moord op den ge zant Wojkow alreeds dadelijk, voor dat nog iets omtrent de beweegredenen van de mis daad kon worden vastgesteld, in Rusland en natuurlijk eveneens in de communistische bladen in het buitenland aanleiding ge geven tot de bewering, dat deze daad gevolg is van contra-revolutionnaire samenspan ningen. Dat men te Moskou dan nog achter deze samenzweringen de hand van Enge land wil bespeuren, past volkomen in het stelsel van de Russische propaganda, die haar uiterste best doet om de voorstelling te wekken van een geweldig „kapitalistisch" complot tegen de Sovjet-Unie, waarvan de draden in Londen zouden samen komen. De moord op den Russischen gezant te Warschau heeft onmiddellijk, vóór nog eenig onderzoek kon plaats hebben, den waarne- menden volkscommissaris van buitenland- sche zaken, Litwinow, zooals we gisteren reeds meedeelden, aanleiding gegeven tot een zeer scherpe protestnota aan de Poolsche regeering. De toon van deze nota heeft te Warschau een zeer pijnlijken indruk ge maakt, vooral omdat immers de Poolsche regeering dadelijk na het plegen van de mis daad leedwezen betuigde en blijk gaf van haar goeden wil. Naar veler zin in Polen waar men ove rigens algemeen deze door een Rus (een Litauer uit Wilna beweren echter de com munisten) gepleegde misdaad ten scherpste veroordeelt, maar elke verantwoordelijk heid van Polen er voor afwijst zelfs van al te goeden wil, zoodat dan ook in verschil lende Poolsche bladen ten sterkste gepro testeerd wordt tegen het denkbeeld van Rus sische medewerking bij het gerechtelijk on derzoek en het verhoor van den dader. Intusschen het schijnt dat deze protesten van Poolsche zijde nog eenigszins voorbarig Zijn, wijl omtrent de berechting van den jeugdigen moordenaar Kowerda, nog geen beslissing is genomen. De Poolsche regee ring doet echter wel al het mogelijke om te toonen, dat zij de misdaad ten scherpste veroordeelt. Er hebben in de kringen der Russische emigrés reeds tal van arrestaties van huis zoekingen plaats gehad, en het te Wilna ver schijnend orgaan der Russische émigrés, dat voor den moordenaar een geldinzameling op touw wilde zetten, is door de Poolsche politie onmiddellijk in beslag genomen. Het zal in elk geval niet aan de Poolsche regeering liggen als dit betreurenswaardig incident ernstige gevolgen mocht hebben., dat door de bolsjewiki blijk te zullen worden uitgebuit voor een scherpe agitatie. Vermoedelijk zal de Russische regeering wel op den terugkeer van Tsjitsjerin wach ten, voor verdere stappen bij de Poolsche regeering te Warschau worden gedaan Over de uiterst heftige aanvallen op Enge land en op de Britsche regeering, waartoe het gebeurde in Rusland aanleiding geeft zal men te Londen zich niet buitengewoon warm maken. Men weet hier nu eenmaal dat alles den Russen welkom is, als het tegen Engeland is te gebruiken, maar men troost er zich, dat deze op geen enkel feit gefun deerde propaganda, waarbij Londen wordt voorgesteld als een moordenaarshol, waar alle denkbare misdaden jegens de Sovjet republiek worden uitgebroed, ten slotte aan haar eigen dwaasheid te gronde Zal moeten gaan. Naar uit Moskou aan het „Berliner Tag." wordt gemeld heeft de Poolsche minister van buitenlandsche zaken Zaleski den door den Russischen zaakgelastigde te Warschau gestelden eisch, dat een Russisch deskundige aan het onderzoek inzake den moord op den Russischen gezant Wojkow zal deelnemen aangenomen. Er zouden te Moskou groote demonstra ties plaats hebben als protest tegen de ver moording van den Russischen gezant. De omgeving van het Poolsche gezantschap werd door roode troepen hermetisch afgesloten uit vrees voor incidenten. Tsjitsjerin en Stresemann. In verband met het bezoek van Tsjitsjerin aan Stresemann, eerst te Baden Baden, daarna officieel te Berlijn, wordt eraan her innerd, dat het een gewoonte is geworden van den Russischen volkscommissaris van buitenlandsche zaken de Berlijnsche hoofd stad te bezoeken kort voor belangrijke inter-'wachten nationale bijeenkomsten. (Maandag begint worden. Men gelooft ook in Hongarije met te Genève de zitting van den Raad, zooals men weet). Zoo verscheen hij kort voor de conferentie te Locarno en toen weer voor de onderteekening te Londen van het verdrag een jaar later vóór de Decemberbijeenkom- sten van den Raad. Of men in officieele Duitsche kringen onder de gegeven omstandigheden nu zoo erg ingenomen is met het bezoek, valt te betwij felen. Het artikel (over' het bezoek te Baden Baden) van de „Badische Presse", orgaan van Stresemann's Volkspartij, wijst ook in die richting. Het blad noemt het begrijpelijk, dat het bezoek zoo kort na de afbreking der Britsch-Russische betrekkingen en zoó kort voor de Raadszitting, den minister van bui tenlandsche zaken niet bijzonder aangenaam was. Men gelooft te mogen aannemen, dat Stresemann Tsjitsjerin ook te kennen heeft gegeven, dat hij het tijdstip van het bezoek slecht gekozen achtte. De nieuwe activiteit van Tsjitsjerin is te verklaren uit het ver langen zelf weer de leiding van Buitenland sche Zaken in handen te nemen en de Euro- peesche kabinetten gerust te stellen en tevens Moskou wat te remmen, teneinde verdere gevolgen van de breuk met Engeland te voorkomen. Zoowel aan Briand als aan Stre semann heeft hij verzekerd de bolsjewistische propaganda binnen de perken te willen hou den. Teekenend voor het streven van Tsjits jerin wordt genoemd, dat hij op Stresemann's meedeeling van den moord op Woikow en van de arrestatie van den dader en de con- doleanties van de Poolsche regeering, zich haastte te verklaren, onder die omstandig heden geen verscherping van de Poolsche- Russische betrekkingen te kunnen voorzien, waardoor ook de Duitsche buitenlandsche politiek in moeilijkheden zou kunnen komen. Tenslotte zal Stresemann Tsjitsjerin, aldus het blad, natuurlijk de besliste verzekering hebben gegeven, dat in de verhouding van Duitschland tot Rusland, zooals die is be paald eenerzijds door het verdrag van Locarno met zijn uitlegging van art. 16 van het Pact, anderzijds door het verdrag van Rapallo niet veranderd is en niets veranderd zal worden Het Roemeensche concordaat. Waarschijnlijk zal de overeenkomst tus schen Rome en de Roemeensche regeering spoedig onderteekend worden. Deze aan gelegenheid wordt in Hongarije met de meeste belangstelling gevolgd. Eerstens daarom om dat de helft der Latijnsche katholieken van Groot-Roemenië naar de spraak en de afkomst Hongaren zijn, en tweedens omdat van de vier Latijnsche diocesen, die door den vrede aan Roemenië kwamen, slechts een geheel en al in het bezette gebied ligt. De overige drie Osanad, Grosswardein, en Szatmar worden door de tegenwoordige grens door sneden. Van Osanad behoort een deel tot Joegoslavisch, en van Szatmar een deel tot Tsjechisch gebied. Alleen Grosswardein is tegenwoordig verdeeld tusschen Roemenië en Hongarije. De rechtelijke toestand van deze bisdommen heeft zich door de verande ring der politieke aangehoorigheid aan mer kelijk verslechterd. De schismatieke Roe meensche staat staat min of meer vijandig tegenover de katholieke kerk. Hij bewijst het door dwangmaatregelen en onderdrukking op alle gebied van het openbaar leven. Ook heeft hij het kerkelijk vermogen weggenomen, waardoor het onderhoud van op dit gebied gelegen seminaries, katholieke scholen, wees huizen, hospitalen enz., alsook de uitbetaling van het jaargeld aan geestelijken om zoo te zeggen onmogelijk gemaakt wordt. Door per soonlijke vervolging van welstaande katho lieken, inbeslagname van hun onroerende goederen, heeft de Roemeensche regeering aan het katholicisme een nieuwen slag toe gebracht. Het zou zoo mogelijk geheel moeten verdwijnen om voor het schisma plaats te maken. Men kan in Hongarije natuurlijk niet van Rome verlangen dat liet ook hier aanvraagt, voordat het met Roemenië afsluit. Men heeft echter weinig vertrouwen. Napo leon I voegde eigenmachtig aan zijn concor daat de zoogenaamde „organische artikelen" toe. Deze maakten alle gunstige voorschriften van het concordaat weder krachteloos. Het met Oostenrijk in het jaar 1855 afgesloten concordaat werd 13 jaar later door een liberale regeering weer buiten werking gestéld. Ook andere voorbeelden zou men kunnen aan voeren van regeeringen, die de kerk veel toe zegden en hun beloften met hun onder teekening bezegelden, maar waaraan nader hand niet de hand werd gehouden. Het is moeilijk aan te nemen, dat juist een Balkan- sche regeering, zooals de Roemeensche, hierin een lofwaardige uitzondering zal maken. De West-Europeesche katholieken, die van het concordaat een verbetering van den toestand der katholieken in Groot-Roemenië ver- Zullen zelfs bitter teleurgesteld dat de H. Stoel hiervan niet overtuigd is, maar hij is aan zijn plicht gebonden. Hij moet overal vertrouwen op den goeden wil en zich met verhandelingen inlaten ook dan, wanneer hij niet aan de oprechtheid der tegenpartij gelooft. De katholieke kerk is op deze manier reeds uitgeroofd en in ketenen geslagen. Het geldt dus hier te redden, wat nog te redden valt. Zoo zal men van Romp- Hongarije met een zekere weemoedigheid over de grenzen staren, wanneer door het Roemeensche concordaat een stuk glorierijke Roemeensche kerkgeschiedenis, dat tege lijkertijd Hongaarsche kuituurgeschiedenis is, ten grave gedragen wordf. Het aan Roe menië behoorende gedeelte van het diocees Osanad telt ongeveer 400.000 katholieken. Zoo zal Temesvar, Roemeensch, Timisoara, ook wel verder bisschopszetel blijven. Meer bedreigd zijn Grosswardein en Szatmar. Het eerste diocees telt slechts ongeveer 60.000 zielen op Roemeensch gebied, de overigen leven aan deze zijde der grenzen. Het in drie gesplitste diocees Szatmar heeft ook slechts zijne residentiestad met ongeveer 75.000 katholieken op Roemeensch gebied. Zoo zijn dus deze twee stukken tezamen kleiner dan elk alleen voor de verbrokkeling. Het is daarom niet uitgesloten dat Rome deze twee „Aeque principaliter" vereenigen zal. Hierdoor zouden beide rechtelijk verder bestaan, alleen, het werkelijk bestuur zou in een hand komen. Een moeilijk vraag stuk zal aan deze zijde der grenzen ontstaan De Hongaarsch gebleven deelen hebben geen natuurlijk centrum, beide residentiesteden liggen namelijk slechts 1215 kilometer achter de grens, geen plaats met kathedralen seminaries enz.. Bij. den tegenwoordigen toe stand zullen al deze instellingen slechts ge leiding in het leven kunnen geroepen wor den. Het is daarom waarschijnlijk dat voor de betreffende gebieden slechts een apos tolische administratuur in aanmerking komt. Natuurlijk lijdt het katholiek leven zoowel van deze als van gene zijden der grenzen onder al deze verschuivingen, voorloopige oplosssingen enz. EEN BEROEMDE DANSERES TREEDT IN DE CARMELIETEN- ORDE. De beroemde danseres, Miss Madeion La Varre, de eenige zuster van de interna tionale beroemdheid Saharet, heeft zoo juist in New-York uit de handen van den bisschop Chartrand het Carmelietessenkleed ontvan gen, om haar leven voortaan in een klooster van Carmelietessen door te brengen. Zij was in een Fransch pensionaat opgevoed, waar zij het eerst de katholieke kerk leerde ken nen. Zij was voornamelijk bekend in Lon- densche en Parijsche theater kringen en heeft buiten weten van haar vele bewon deraars en vereerders dit heldhaftig besluit genomen. LEON DAUDET. Thans hebben ook een aantal litteratoren en tooneelschrijvers, o.w. Paul Bourget, Paul Valéry, Robert de Fiers en Henry Bernstein, een protest gepubliceerd tegen het in de gevangenis brengen van Leon Dau- det, „een groot schrijver wiens misdaad is geweest tot wanhoop te zijn gebracht door den wreeden dood van een kind, doch wiens naam in dubbele fceteekenis deel uitmaakt van het nationaal bezit." WEER EEN REVOLUTIONNAIRE BE WEGING IN PORTUGAL. Het gerucht loopt dat er in Portugal wederom een revolutionnaire beweging zou zijn uitgebroken. De regeering zou den troepen in de noordelijke districten Order hebben gegeven de noodige maatregelen te nemen. De stations zijn militair bezet. De orde zou hersteld zijn. Uit Boekarest wordt aan de „Voss. Ztg." gemeld: In de Roemeensche pers worden beschul digingen geuit aan het adres van de regee- ring-Averescu. Men beweert, dat de minis ters, toen zij gevoelden, dat hun positie onhoudbaar was geworden, alle fondsen der verschillende ministeries en de overschotten op het budget onder elkaar en met hun partij- genooten hebben verdeeld. Talrijke leveran ties werden betaald, ofschoon zij niet waren uitgevoerd. Een en ander heeft de regeering-Stirbey aanleiding gegeven geen rekeningen der vroegere regeering te betalen. Naar verluidt bedragen de tekorten hon derden millioenen lei. Elke officieele bevestiging van dit bericht ontbreekt nog. HET DEENSCHE ONTWAPENINGS VOORSTEL. Het Landsting heeft Woensdag met 39 (liberalen en conservatieven) tegen 24 stem men (sociaal-democraten en radicalen) het ontwapeningsvoorstel verworpen, ingediend door de vroegere soc.-dem. regeering en in Maart 1926 door het Folketing aangenomen, doch nog steeds niet door het Landsting behandeld toen de zitting gesloten werd. In de nieuwe zitting opnieuw bij het Landsting ingediend, was de wet nog steeds niet afge handeld toen de soc.-dem. regeering in De cember aftrad. Woensdag is het dan eindelijk bij tweede lezing verworpen- UH de verschenen statistische cijfers van uitvo-cr gedurende de eerste 4 maan den van 1927 met de waarde, welke de uit gevoerde hoeveelheden vertegenwoordi gen, kan blijken dat de achteruitgang, waf betreft de financieele uitkomsten voor Langendijk van beteekenis was. Zoo wer den in genoemd tijdvak van dit jaar aan witte en savoye kool uitgevoerd 37.673 Ion ter waarde van 1.639.000, terwijl dit in hetzelfde tijdvak van 1926 34.505 ton waarde van 2.275.000 beliep. Roode kool werd voor 28.416 ton to een waarde van 1.344.000 uitgevoerd, tegen in 1926 29.032 ton met een waarde van 1.878.000. Aan bloemkool werd 2136 ton voor 369.000 uitgevoerd tegen 2345 ton en 389.00Óftin 1926. Aan uien wer den 28.068 ton ter waarde van 2.406.000 in het overeenkomstige tijdvak van 1927 uitgevoerd. De uitvoer van peen beliep 15.137 ton ter waarde van 364.000 tegen 19.411 ton ter waarde van 829.000 in de eerste 4 maanden van 1926. Aan zuurkool werd slechts 322 ton uitgevoerd ter waarde van f 24.000 tegen 950 ton ter waarde van 740.000 in 1925 (Jan. t/m April). De uitvoer van knollen en rapen steeg van 811 ton (waarde 12.000) tot 4277 ton (waarde 5400). Terwijl de tuinbouworganisa'ies mets onbeproefd laten, om de crisis, waarin de tuinbouw verkeert, te boven te komen, doen zich telkens weer nieuwe moeilijkhe den voor, die de hoop op spoedig herstel slechts kunnen verminderen. Zoo is her haaldelijk het fatale aangetoond voor den Langendijker tuinbouw van de belemmerin gen, welke den uitvoer onzer tuinbouw producten bemoeilijken en in het bijzonder door vooraanstaande persoonlijkheden in de tuinbouworganisaties het groote nadeel aangetoond, welke het gevolg zijn van de door het buitenland geheven invoerrech ten. Die, welke door Duitschland de laat ste jaren zijn ingevoerd en verhoogd, zijn voor den Langendijker tuinbouw van na- deeligen invloed gebleken. Thans is er weer een nieuw Noorsch tarief van invoer rechten gekomen, dat voor den Neder- landschen tuinbouw van groot nadeel moet zijn. Al heeft Langendijk en omstreken wei nig last van een verhoogd invoerrecht van 30 tot 40 kronen op appelen en peren, een invoerrecht op kool, peen en rapen, dat van 3 op 4 kronen wordt verhoogd, wordt zeer zeker als een groote moeilijkheid ge voeld in een tijd, waarin onze voorman nen nieuw afzetgebied zoeken voor de producten. Dit invoerrecht beteekent im mers, dat ongeveer 240 moet worden betaald voor een spoorwagen van 10.000 k.g. der genoemde producten, alleen voor inkomende rechten. Het invoerrecht op aardappelen wordt wordt per wagon tot 200 Kr. of ongeveer 130 verhoogd. Langzamerhand was Noorwegen, dank zij het initiatief der handelaars en exporteurs, 'n afnemer van beteekenis geworden, zoc- dat belangrijke hoeveelheden uien en kool in dat land konden worden geplaatst. Nu, bij de gememoreerde verhooging, is het aan gerechtvaardigden twijfel onderhevig, of Noorwegen als afzetgebied voor onzen tuinbouw nog wel van eenige beteekenis zal blijven. Een advies aan den minister van Water staat om het wetsontwerp terug te nemen. De Postale Commissie van Georganiseerd Overleg, heeft, naar de Msb." verneemt, in haar vergadering van 31 Mei besloten den Minister van Waterstaat te adviseeren, te bevorderen, dat geen nieuw instituut van toezicht wordt ingesteld en dat dienten gevolge het wetsontwerp tot instelling van een Postraad wordt teruggenomen. Volgens de Commissie kan het Parlement voldoende invloed en toezicht uitoefenen op de bedrijfsvoering. Een telegrafisch verzoek >zan het directorium der Limburgsche Liga. Het directorium van de Limburgsche Liga heeft telegrafisch het volgende verzoek ge richt tot den voorzitter van den Minister raad: Nu de plannen tot herclassificatie van de gemeenten vasten vorm aannemen en in de pers gepubliceerd zijn, dringen wij er nog maals op aan, de belangen van Limburg in 't oog te houden. Deskundige kringen achten geen redelijke motieven voor her classificatie naar beneden aanwezig. De in druk wordt hier sterk gevestigd, dat de regeering in dezen ons gewest weer stief moederlijk bedeelt. Wij dringen er beleefd op aan geen Lim burgsche gemeente in klasse te verlagen. Het directorium van de Limburgsche Liga heeft aan de Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaarszaken te 's-Graven- hage het volgende getelegrafeerd: De Limburgsche Liga gehoord hebbende van de regeeringspiannen tot herclassificatie van gemeenten, dringt er beleefd bij uwe vergadering op aan de belangen van Limburg in deze niet over het hoofd te zien. In ons gewest is den indruk sterk gevestigd, dal verlagingen van gemeenten niet gemotiveerd zijn, integendeel meerdere plaatsen voor ver hooging in aanmerking komen. Limburgers voelen zich ook in dezen achteruitgezet. Wij dringen er beleefd op aan, in Uw advies aan de regeering minstens voor te stellen, geen enkele Limburgsche gemeente te ver lagen. Uit Maastricht meldt men aan de Msb.: Ondanks enkele geruststellende berich ten, blijft voor tal van gemeenten in Lim burg het gevaar dreigen van een herclas- sificaie naar beneden. Naar wij van welingelichte zijde verna men, staat de sub-commissie inderdaad af wijzend tegenover verlaging,, doch slechts vier plaatsen, die niet zouden verlaagd worden, zijn met name genoemd (Heer, Meerssen, Nieuwenhagen en Valkenburg) zoodat nog voor een 20-tal het gevaar voor verlaging blijft bestaan. Verder zal Tree beek van de le naar de 2e klasse gaan, terwijl geen enkele Limburgsche gemeente voor verhooging in aanmerking komt. De R. K. Onderwijzersbond in het Bis dom Roermond besloot zijn protestmee ting te houden op Zondag a.s. 12 dezer te Sittard, om 3 uur, in de groote zaal van het Rectoraat te Ophoven. Als spreker treedt, zooals gemeld, op Dr. H. Moller, lid der Tweede Kamer. Uitnoodigingen werden verzonden aan de Limburgsche Kamerleden, aan diverse auoriteiten, aan het bestuur van den Mid dens and, aan gemeente- en schoolbestu ren en aan de besturen van organisaties van rijksambtenaren. De jaarlijksche vergadering van werken de leden der vereeniging Le Sage Ten Broek-Bibliotheek had te Utrecht p.aats. Het overzicht van het jaar 1926— 27 geeft oogenschijnlijk maar een kleinen vooruitgang. Er kwam in dit jaar slech s één nieuw comité bij en wel een 5de stip- comité te 's-Gravenhage. In de bestaande ccmité's kwamen zeer veel werkende le den bij en het meeste mag men zich ver heugen op de herleving van twee oude sub-comilé's, n.l. Eindhoven en Sittard. In to aal telt de vereeniging dit jaar 100 werkende leden meer dan het vorige jaar, zoodat er thans ruim 1200 leden zijn, die gezamenlijk dit jaar 966 banden prikten. Er zijn dit jaar 129 banden meer geprikt dan het vorig jaar. Financieel is de vereeniging er niet op achteruitgegaan. Het getal coniribueerende leden neemt steeds toe. Er werden dit jaar ruim 2700 boeken gelezen dcor de blinden van Nederland. Dat dit getal jaarlijks toeneemt, is wel het bewijs, dat de bibliotheek in gehalte vooruitgaande is. Mogen dus de sub-comité's er hun wer kende leden op wijzen, dat zij een werke lijk werk van liefdadigheid verrichten, door te zorgen, dat men steeds van alle leesgrage blinden de aanvragen kan be antwoorden. Frater Adrianus gaf een uiteenzetting van de beteekenis van het „verkort schrift" in het braille-systeem, d.i. een„stenogra- fisch" braiïie-systeem, waarmee een groote vereenvoudiging van het schrift kan worden bereikt. Bezwaren van het Koninklijk Landbouw-comité. De minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft onlangs de meening gevraagd van de centrale landbouwmaat- schappijen, over het door de landarbei dersbonden gedane voorstel, om in een ontwerp-landbouwarbeidswet, ook dade lijk op te nemen den arbeidsduur voor de mannen, met dien verstande, dat de uit voering of wordt vastgelegd in collecieve contracten of in handen komt van gewes telijke landbouw-commissies. Het Koninklijk Landbouw-Comité heeft den minister medegedeeld, dat de bij het comité aangesloten bonden zich unaniem tegen het plan der landarbeidersbonden hebben uitgesproken,, Als redenen voor dat afwijzend standpunt worden opgegeven, de ontkenning, dat er behoefte zou bestaan aan een beperking van den arbeidsduur; de werkzaamheden in het akkerbouw- en veeteeltbedrijf geschieden in nauwer ver band met de natuur dan die in de in dustrie, een goed omschreven regeling is zoo niet onmogelijk, dan toch zeer be- zwarlijk; de bedrijfsuitkomsten der laatste jaren gedoogen geen meerdere lasten; een beperking van den arbeidsduur zal loon- drukkend werken en de verhouding tus schen werkgevers en werknemers onnoo- dig verscherpen; voor een behoorlijke na leving der voorschriften zal de aanstelling van een ïeelen staf van ambtenaren nood zakelijk zijn; de wettelijk geregelde ar beidsduur zal strekken om de collectieve arbeidsovereenkomsten in sneller tempo ingeburgerd te krijgen, wat niet geacht moet worden te liggen op den weg der regeering. Chamberlin verhaalt zijn vele wederwaar digheden. Aan het levendig relaas, dat Chamberlin aan de Amerikaansche pers heeft gedaan over zijn Oecaanlocht, is het volgende ontleend; Onze moeilijkheden, zoo zegt de vlieger, begonnen reeds bij den start. De mecanicien had dertien blikken benzine in het toestel geladen, hetgeen wij als een slecht voor teeken beschouwden, Levine brengt dit aan tal blikken daarom op vijftien. Na 60 K.M. denken we, dat ons kompas met aard- inductie dol geworden is. Even denken wij erover, rechtsomkeert te maken, maar dan verklaart Levine, liever levend te worden begraven dan bij zijn terugkomst uitgelachen te worden. Tot Nieuw-Schotland, over een afstand van meer dan 40Ü K.M., hebben wij te kampen met een heftigen wind, die ons uit den koers slaat en 234 uur vertraging be zorgt. Onze eerste emotie was het gezicht op een ijsberg. Wij dachten, dat het een schip was. Onderweg zijn wij er wel 10 a 20 groote en 100 kleine tegengekomen. Hoe het zij, zij hielpen ons, de richting van het vliegveld vast te stellen. Wij hebben veel last gehad van mist. Aanvankelijk was het weer volkomen helder maar na het Pas" seeren der groote zandbanken kwam de mist opzetten. Wij weken zuidelijk af, ZATERDAG 11 JUNI. HILVERSUM 1050 M. 12.00 Poli- tieber. 12.352.00 Lunchmuziek door het Trianon-trio. 6.007.45 Concert door het A.N.R.O.-crkest, o.l.v. Nico Treep. 10.30 Persber. 10.40 een uurtje filmmuziek uit de Cinema Royal te Amsterdam. Orkest o.l.v. Hugo de Groot. DAVENTRY 1600 M. 12.201.20 school prize giving. 2.35 Cricketwed strijd tusschen Middlesex en Nottingham. Muziek van de militaire band en. V. Ppen- shaw-contra, alt. W. Waocyns, bariton. 5.35 Kinderuurtje. 6.15 Birthdays from London. 6.30 Dansmuziek. 6.50 Tijds., weerber., nieuws. 7.10 Roei- wedstrijden, Cambridge. 7.35 De sona tes van Beethoven. 7.45 Lezing The history of bowls. 8.05 Variëté, Autumn's orkest. Clapham en Dwyer. E. Hastings, humorist, a. d. piano N. Blaney,gesyn copeerde zang. Daarna Canadeesche zang cyclus voor piano, vier stemmen en obli gaatviool. Muziek van B. C. Hilliam. Gedicht van E. P. Johnson. 8.50 Mr. Flotsam en Mr. Jetsam. 9.05 „P. T. O.", een revue van Noel Scott en S. Rowe. 9.20 Weerber., nieuwds. 9.35 Causerie Mr. L. du Garde Pesch, „On running commentaries". 9.50 Trinity College kamer-orkest. 10.05 „The gang", vroo- lijke zang en muziek. 10.5012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 10.50—11.20 Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert. 5.055.55 Dansmuziek. 8.5011.20 Galaconcert, Mlie. Wul- lens, viool. Mme. Gerard en Mile. Buot, declamatie, Juilmin, piano, Matty Lia- nenny, zang. J. Ansehipslcy, piano, e.a. LANGENPERG 469 M. 1.50—2.50 Orkestconcert. 5.506.50 Vocaal con cert. 8.209.35 Kamermuziek van Mozart. Werag strijkkwartet. E. Grape, piano.'G. Grelke, clarinet. O. Himst, hobo. G. Farber, hoorn. P. Scheidt, fagot. 9.35 Vroolijke avond. E. Milde, vroo- lijke liedjes. H. Kohlbrandt, humorist. 11.201.20 Dansmuziek. KöNIGS WUSTERHAUSEN 1250 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 3.10— 8.05 Lezingen en lessen. 8.50 „Der siebente Tag", van Schanzer en Wehlisch, Berliner klucht. Daarna' tot 12.50 Dans muziek. HAMBURG 394.7 M. 12.50—3.10 Orkestconcert. 4.205.20 Moderne sonates voor viool en piano. 6.207.10 Vroolijk concert. 7.4511.10 „Car men", opera. Daarna dansmuziek. BRUSSEL 509 M. 5.20—6.20 Dans muziek. 6.20 Les. 7.50 Orkest concert. 9.5010.50 Dansmuziek. stegen op 5000 M. hoogte, maar niets hielp alom in het rond niets dan mist. Ook ons magnetisch aardkompas kon ons geen vertrouwen inboezemen. Wij waren inder daad de richting hopeloos bijster. Ja, we wisten niet, of we in Ierland, Engeland, Frankrijk of Spanje zouden aankomen. Een nieuwe emotie was de ontmoeting met de „Mauretania". Als we dit schip in het oog hebben gekregen, dalen we zeer laag, lezen den naam van het zeekasteel af, en zoeken in de courant na, wanneer het uit Southampton is vertrokken. Wij rekenen aan de hand daarvan uit, waar we zijn; niet ver van Europa! Dan ontdekken we de aarde. Wij vermoe den dat het Ierland is. Boven het Kanaal verliezen we de controle over het vlieg tuig. Eenmaal boven het vasteland gekomen, worden we overvallen door regen en storm, waarop we tot minstens 6000 M. hoogte stijgen. Onze barograaf wijst het maximum aan. Vergeleken bij deze emoties is dan de rest niet meer dan een peuleschilletje. Boven Nederland gesignaleerd? Men meldt aan het Haagsche Aneta- kantoor in verband met de vlucht van Chamberlin: Er is in de pers op gewezen, dat tusschen Plymouth en Dortmund geen spoor van do vlucht van Chamberlin te vinden was. De heer Joppe uit Sommelsdijk meldt thans aan de K. L. M., dat in den nacht van Zondag op Maandag tusschen 2.30 en 3 uur hij een vliegtuig, laag vliegend met groote snelheid van West naar Oost heeft waargenomen, zooals de heer Joppe meldt loodrecht kruisend de dagelijksche route der K. L. M, vliegtuigen, welke op hun vlucht tusschen Nederland en Engeland over Sommelsdijk komen. Uit dit bericht zou blijken, dat Cham berlin over Zeeland en Brabant naar Dort mund is gevlogen. Ook met den tijd, waarop het vliegtuig boven Dortmund is waargeno men klopt deze mededeeling geheeL Het Bestuur van de Congregatie der Fra ters van O. L. Vrouw van het H. Hart (St. Gregoriushuis Utrecht) heeft met goedkeu ring van den Aartsbisschop van Utrecht besloten het volgend jaar den arbeid in de Missie te beginnen. De keus voor de eerste Missieonderneming is gevallen op Malang (Oost-Java) in het Missiegebied der Eerw. Paters Carmelieten. Het plan is fe begin nen met de eerste klassen eener Europee- sche school en met de overname der lei ding van een inlandsche school. De naaste toekomst zal aan de Eerw Fraters nog wel meer werk in Malang bieden. God zegene hun onderneming! Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S f „What will he do with it", door ]OS. P. H. HAMERS. 82 Daar hij hooger huur bood dan de rent meester van iemand anders kan verkrijgen, werd het contract gesloten, mits de huur der, die een vreemdeling in fle stad was, den rentmeester een getuigschrift van goed zedelijk gedrag kon bezorgen. Waife was toen weer vertrokken, nadat hij gezegd had binnen korten tijd met het verlangde getuig schrift zou terug komen. Inderdaad rekende de arme man op een goed woord van den heer Hartopp, Hij was echter nog verschei dene maanden weg gebleven. Toen Waife eindelijk, vergezeld van zijn kleindochtertje terug kwam, had hij den rentmeester voor inlichtingen omtrent zijn persoon verwezen naar een achtenswaardigen zaakwaarnemer en inzamelaar van huisdieren in Blooms- bury. Deze antwoordde, dat een dame, die zich thans buitenlands bevond, hem vol macht had gegeven, als haar zaakwaarne mer in het bestuur van eenige huurhuizen, jwaarvan. zij het groote deel harer inkomsten trok, om niet alleen te verklaren, dat Waife een zeer schrander knap man was, die waarschijnlijk al wat hij ondernam goed ten uitvoer zou brengen, 'maar dat zij ook, in dien, dit verlangd mocht worden, wilde in staan voor de stipte betaling der huur van het huisje. Hierop werd de zaak beklonken en had Waife zich daar als mandenmaker metterwoon neergezet. In de onmiddellijke nabijheid kon hij geen koopers voor z n mandjes vinden, maar Waife werkte zóó netjes en sommige zijner mandjes waren zóó smaakvol en sierlijk, dat het hem geen moeite kostte om een contract aan te gaan met een groothandelaar uit 'n plaats op vijf uren afstands, waarbij hij zooveel mandjes kon leveren als hij maken kon. Elke week nam de bode zijn waar mede en bracht hem de betaling terug. Deze verdienste .voorzag ruimschoots in de dagelijksche behoeften van grootvader en kleinkind. Waife was te vens in staat cm nog iets meer te besparen dan hij voor de huur van het huisje nood: had. Daar overigens zijn huisje aan (iet af gelegen einde van het verstrooide dorp lig, dat enkel door boerenarbeiders werd be woond, wist men niet veel van zijn levens wijze, en niemand vroeg er ook naar. Hi- scheen voor alle een zeer werkzaam mensch die nooit in de herberg kwam en des -Zon dags altijd met z'n net gekleed kleindoch tertje in zijn rustig hoekie in de kerk gezien werd: hij scheen een beleefd mensch te we zen die tegen zijn hoed tikje voor c.en rent meester en hem afnam voor den predikant Ofschoon George Morley natuurlijk nieuws gierig was om den uitslag te weten van zijn onderhoud met juffrouw Crane, of dit on derhoud tot de ontdekking van Waife ge leid, of hem verdriet had berokkend, zoo had hij tot nu toe vermeden, een onderwerp aan te roeren, dat hem dwingen zou tot de gevreesde bekentenis zijner bemoeiingen en tevens een zijdelingsche onkiesche ma nier kon schijnen om in Waife's onaange name familiezaken te dringen, Maar nu ontving hij een brief van z'n vader, die hem zeer verontrustte en hem noodzaakte het ijs te breken en openhartig met zijn leermeester te spreken. In dezen brief schreef de oude heer Morley, toevallig, onder meer plaatselijke nieuwtjes, dat hij den heer Hartopp gezien had, die niet zeer opgeruimd scheen, daar zijn goed hart nog niet bekomen was van den schok, die hem was toegebracht, teen hij zoo verschrikke- lijk was beet genomen door een bedrieger voor wien hij een groote genegenhei had opgevat en tot wiens ontdekking George door de bestiering der Voorzienigheid aan leiding had gegeven. (De vader doelde hiei op hetgeen z'n zoon hem verhaald had van zijn eerste ontmoeting met Waife cn zijn bezoek bij juffrouw Gone). Deze bedrieger scheen, volgens den heer Hartopp, niet eenigszins raar in 't hoofd te z'.jn, zocr.b n,uv George had laten veripoeden, maar een slecht persoon. „Ja, vregde de oude heer Morley er aan toe zulk een slecht mensch dat de heer Hastoop maar al te verheugd was, het kind te kunnen overgeven, hel kind, dat de man, naar het schijnt, aan haar wettige beschermers ontvoerd had. En ik vermoed uit hetgeen Hartopp zeide, dat de man een ontsnapte gevangene, misschien wel een gauwdief was, die hij aan z'n stad- genooten had voorgesteld en met wien hij vriendschappelijk was omgegaan. Hoe ge lukkig voor dien armen, zachtmoedigen Josia Hartopp, dat de dame die gij ontmoet hebt, bijtijds kwam om de lagen, die aan zijn menschlievende lichtgeloovigheid wer den gelegd aan 't licht te brengen. Als dit niet gebeurd was, zou Josia den kerel in zijn eigen huis hebben kunnen opnemen dat is juist iets voor hem! en nu reeds lang bestolen misschien wel vermoord kun nen zijn." Verontwaardigd en verlangend om den goeden naam van zijn vritnd hoog ie hou den greep George zijn hoed en liep opeen draf naar de woning van den mandenmaker Toen hij bij den waterkant kwam, zag hij Waife, die op een zodenbank onder een knoestigen esdoorn 'n^ar een hert zat te kijken ,c'at kwam drinken. De jonge geleerde liet zich naast oen acteur neder rag hem bedeesd aan cn zeide; „Luister, ik heb u iets te bekennen. Ik vrees, dat ik ti kwaad berokkend heb, waar ik u een goeden dienst meende le bewijzen. En nu vertelde hij de biizondcrheden van zijn bezoek bij Arabella Crane. Toen hij zijn verhaal geï'ncbgj had veeg de hij er a~n to™, „toen ik ti hier weer 0"i- mocüo cn hcorde, dat gij uw Seiie nog b;i u hadt, was ik onuitsprekelijk gelukkig. Het was dus duidelijk' dacht ik, dat men uw kleinkind ongestoord aan uw zorg had over gelaten; dat gij, óf bewezen hadt; niet de persoon te zijn dien de menschen zochten, óf dat de familiezaken zóó waren opgehel derd,'dat mijn tusschenkomst u geen kwaad berokkend had. Maar nu ontvang ik n briel van mijn vader die mij zeer verontrust. Het schijnt, dat de bedoelde personen te Gates- burg geweest zijn en u bij den heer Hartopp in een kwaad daglicht hebben gesteld. Ver sta mij wel; ik vraag u geen vertrouwen, dat ge mij welicht ongaarne schenkt, maar als ge mij wapenen wilt met de macht om uw goeden naam van de verdenking te zuive ren waarvan ge mij de onjuistheid en valsch- lieid niet behoeft te verzekeren zal ik niet rusten eer ik die taak heb volbracht." De aangesprokene maakte een afwerende beweging en zeide op neerslachtigen toon; „Ik dank U van harte, maar er is niets aan te doen. Ik ben blijde, dat dit onder werp niet door ons is aangeroerd eer de ge ringe dierrst, welke ik u bewijzen kon, nage noeg volbracht is, mijnheer Morlev Het zou zeer jammer geweest zbn, ais gij genood zaakt waart geweest, allo gemeenschap te laten varen met e,en man van oen bevlekten ,naam, eer gij geleerd had de gaven wel tc 'ebruiken die u eenmaal in staat zullen stellen grooler zondaren dan ik geweest ben te vermanen Ja m'jnhecri g j gevoelt dat ik, nu althans een onschadelijk oud man ben, die wei kt vrcr zijn eenvoudig dageli'ksch 'rood Gii zult nit t oververtellen wat g'j ge hoord hebt oi nog zult hooren dat mijn vroeger leven tot schande strekt. Gij zult mij en mijn kleinkind niet van onze onaan zienlijke schuilplaats verjagen om c®n we* reld tegen te treden, met welke wij de kracht niet hebben te worstelen. En in dit geloof blijft mij niets meer over te zeggen dan; Vaarwel mijnheer." „Ik^zou verdienen geheel de sp-sp-spr-aak te verliezen", riep George Morley, vrcese- lijk naar adem snakkend en stotterend uit, en hij greep Waife vast bij den arm, „indien ik d-d-duldde. „Een, twee! Geef u tijd mijnheer! En met vriendlijke geduld ging hij weer op de bank zitten. Maar de jonge man ging naast den verworpeling zitten en met al de teederheid van zijn ridderlijk karakter, liet hij zijn ge vouwen handen op den schouder van Waife fusten en terwijl hij hem recht in t gelaat keek, zeide Hij langzaam bedaard, zonder stotteren: „Gij kunt niet begrijpen, wat ge voor mij gedaan hebt; gij hebt mij een eigen haard en een loopbaan verzekerd de roeping waarop ik al mijn aardsche verwachtingen gebouwd h'Td en welke ik ip 't punt stond op tc'geven. Denk niet; dat dit ver plicht ngen zijn, die men zoo gemakkelijk I an zich afschudt. Wanneer er al omstan-1 digheden- zijn, die mij verbieden aan anderen den kwaden dunk, die zij van u hebben op gevat, te ontnemen, moet gij niet denken, dat hun v-lsch oordeel invloed zou hebben op mijn dankbaarheid, mijn eerbied jegens "J." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9