Radio-Omroep
Waf zal hij er mee doea?
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad Vrijdag 10 Juni 1927
-
Stemming in Rusland. De verhouding van Rusland tot Duitschland
na de breuk met Engeland; Stresemann niet toeschietelijk. Rome en de
Roemeensche regeering.
Onder de Radio-berichten: De Russische beschuldigingen tegen
Engeland. Een succes voor Tsjang Kai Sjek.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
MALVERSATIES VAN AVERESCU?
SOCIAAL LEVEN.
De positie der Langendijker
tuinders.
De instelling van een Postraad.
De herclassificatie van
gemeenten.
De herclassificatie
der gemeenten.
Vereeniging Le Sage Ten Broek-
Bibliotheek.
De arbeidsduur in den landbouw
DE TOCHT VAN
CHAMBERLIN OVER DEN
ATLANTISCHEN
OCEAAN.
Hij vertelt van zijn emoties.
Boven Nederland gezien?
KERK EN SCHOOL.
Naar de Missie.
FEUILLETON.
De moord op den Rus
sischen gezant.
lNa den moord op den Russischen gezant
te Warschau thans een bomaanslag te Pe
tersburg, waarbij niet minder dan zes-en-
twintig personen werden gewond. Men kan
er zeker van zijn, dat in de bolsjewistische
pers en door de bolsjewistische woordvoer
ders, officieele en niet-officieele, tusschen
beide gebeurtenissen verband zal worden
gelegd. Immers heeft de moord op den ge
zant Wojkow alreeds dadelijk, voor dat nog
iets omtrent de beweegredenen van de mis
daad kon worden vastgesteld, in Rusland
en natuurlijk eveneens in de communistische
bladen in het buitenland aanleiding ge
geven tot de bewering, dat deze daad gevolg
is van contra-revolutionnaire samenspan
ningen. Dat men te Moskou dan nog achter
deze samenzweringen de hand van Enge
land wil bespeuren, past volkomen in het
stelsel van de Russische propaganda, die
haar uiterste best doet om de voorstelling te
wekken van een geweldig „kapitalistisch"
complot tegen de Sovjet-Unie, waarvan de
draden in Londen zouden samen komen.
De moord op den Russischen gezant te
Warschau heeft onmiddellijk, vóór nog eenig
onderzoek kon plaats hebben, den waarne-
menden volkscommissaris van buitenland-
sche zaken, Litwinow, zooals we gisteren
reeds meedeelden, aanleiding gegeven tot een
zeer scherpe protestnota aan de Poolsche
regeering. De toon van deze nota heeft te
Warschau een zeer pijnlijken indruk ge
maakt, vooral omdat immers de Poolsche
regeering dadelijk na het plegen van de mis
daad leedwezen betuigde en blijk gaf van
haar goeden wil.
Naar veler zin in Polen waar men ove
rigens algemeen deze door een Rus (een
Litauer uit Wilna beweren echter de com
munisten) gepleegde misdaad ten scherpste
veroordeelt, maar elke verantwoordelijk
heid van Polen er voor afwijst zelfs van
al te goeden wil, zoodat dan ook in verschil
lende Poolsche bladen ten sterkste gepro
testeerd wordt tegen het denkbeeld van Rus
sische medewerking bij het gerechtelijk on
derzoek en het verhoor van den dader.
Intusschen het schijnt dat deze protesten
van Poolsche zijde nog eenigszins voorbarig
Zijn, wijl omtrent de berechting van den
jeugdigen moordenaar Kowerda, nog geen
beslissing is genomen. De Poolsche regee
ring doet echter wel al het mogelijke om te
toonen, dat zij de misdaad ten scherpste
veroordeelt.
Er hebben in de kringen der Russische
emigrés reeds tal van arrestaties van huis
zoekingen plaats gehad, en het te Wilna ver
schijnend orgaan der Russische émigrés, dat
voor den moordenaar een geldinzameling op
touw wilde zetten, is door de Poolsche politie
onmiddellijk in beslag genomen.
Het zal in elk geval niet aan de Poolsche
regeering liggen als dit betreurenswaardig
incident ernstige gevolgen mocht hebben.,
dat door de bolsjewiki blijk te zullen worden
uitgebuit voor een scherpe agitatie.
Vermoedelijk zal de Russische regeering
wel op den terugkeer van Tsjitsjerin wach
ten, voor verdere stappen bij de Poolsche
regeering te Warschau worden gedaan
Over de uiterst heftige aanvallen op Enge
land en op de Britsche regeering, waartoe
het gebeurde in Rusland aanleiding geeft
zal men te Londen zich niet buitengewoon
warm maken. Men weet hier nu eenmaal dat
alles den Russen welkom is, als het tegen
Engeland is te gebruiken, maar men troost
er zich, dat deze op geen enkel feit gefun
deerde propaganda, waarbij Londen wordt
voorgesteld als een moordenaarshol, waar
alle denkbare misdaden jegens de Sovjet
republiek worden uitgebroed, ten slotte aan
haar eigen dwaasheid te gronde Zal moeten
gaan.
Naar uit Moskou aan het „Berliner Tag."
wordt gemeld heeft de Poolsche minister
van buitenlandsche zaken Zaleski den door
den Russischen zaakgelastigde te Warschau
gestelden eisch, dat een Russisch deskundige
aan het onderzoek inzake den moord op den
Russischen gezant Wojkow zal deelnemen
aangenomen.
Er zouden te Moskou groote demonstra
ties plaats hebben als protest tegen de ver
moording van den Russischen gezant. De
omgeving van het Poolsche gezantschap werd
door roode troepen hermetisch afgesloten
uit vrees voor incidenten.
Tsjitsjerin en Stresemann.
In verband met het bezoek van Tsjitsjerin
aan Stresemann, eerst te Baden Baden,
daarna officieel te Berlijn, wordt eraan her
innerd, dat het een gewoonte is geworden
van den Russischen volkscommissaris van
buitenlandsche zaken de Berlijnsche hoofd
stad te bezoeken kort voor belangrijke inter-'wachten
nationale bijeenkomsten. (Maandag begint worden. Men gelooft ook in Hongarije met
te Genève de zitting van den Raad, zooals
men weet). Zoo verscheen hij kort voor de
conferentie te Locarno en toen weer voor de
onderteekening te Londen van het verdrag
een jaar later vóór de Decemberbijeenkom-
sten van den Raad.
Of men in officieele Duitsche kringen
onder de gegeven omstandigheden nu zoo erg
ingenomen is met het bezoek, valt te betwij
felen.
Het artikel (over' het bezoek te Baden
Baden) van de „Badische Presse", orgaan
van Stresemann's Volkspartij, wijst ook in
die richting. Het blad noemt het begrijpelijk,
dat het bezoek zoo kort na de afbreking der
Britsch-Russische betrekkingen en zoó kort
voor de Raadszitting, den minister van bui
tenlandsche zaken niet bijzonder aangenaam
was. Men gelooft te mogen aannemen, dat
Stresemann Tsjitsjerin ook te kennen heeft
gegeven, dat hij het tijdstip van het bezoek
slecht gekozen achtte. De nieuwe activiteit
van Tsjitsjerin is te verklaren uit het ver
langen zelf weer de leiding van Buitenland
sche Zaken in handen te nemen en de Euro-
peesche kabinetten gerust te stellen en tevens
Moskou wat te remmen, teneinde verdere
gevolgen van de breuk met Engeland te
voorkomen. Zoowel aan Briand als aan Stre
semann heeft hij verzekerd de bolsjewistische
propaganda binnen de perken te willen hou
den. Teekenend voor het streven van Tsjits
jerin wordt genoemd, dat hij op Stresemann's
meedeeling van den moord op Woikow en
van de arrestatie van den dader en de con-
doleanties van de Poolsche regeering, zich
haastte te verklaren, onder die omstandig
heden geen verscherping van de Poolsche-
Russische betrekkingen te kunnen voorzien,
waardoor ook de Duitsche buitenlandsche
politiek in moeilijkheden zou kunnen komen.
Tenslotte zal Stresemann Tsjitsjerin, aldus
het blad, natuurlijk de besliste verzekering
hebben gegeven, dat in de verhouding van
Duitschland tot Rusland, zooals die is be
paald eenerzijds door het verdrag van Locarno
met zijn uitlegging van art. 16 van het Pact,
anderzijds door het verdrag van Rapallo niet
veranderd is en niets veranderd zal worden
Het Roemeensche concordaat.
Waarschijnlijk zal de overeenkomst tus
schen Rome en de Roemeensche regeering
spoedig onderteekend worden. Deze aan
gelegenheid wordt in Hongarije met de meeste
belangstelling gevolgd. Eerstens daarom om
dat de helft der Latijnsche katholieken van
Groot-Roemenië naar de spraak en de afkomst
Hongaren zijn, en tweedens omdat van de
vier Latijnsche diocesen, die door den vrede
aan Roemenië kwamen, slechts een geheel
en al in het bezette gebied ligt. De overige
drie Osanad, Grosswardein, en Szatmar
worden door de tegenwoordige grens door
sneden. Van Osanad behoort een deel tot
Joegoslavisch, en van Szatmar een deel tot
Tsjechisch gebied. Alleen Grosswardein is
tegenwoordig verdeeld tusschen Roemenië
en Hongarije. De rechtelijke toestand van
deze bisdommen heeft zich door de verande
ring der politieke aangehoorigheid aan mer
kelijk verslechterd. De schismatieke Roe
meensche staat staat min of meer vijandig
tegenover de katholieke kerk. Hij bewijst het
door dwangmaatregelen en onderdrukking
op alle gebied van het openbaar leven. Ook
heeft hij het kerkelijk vermogen weggenomen,
waardoor het onderhoud van op dit gebied
gelegen seminaries, katholieke scholen, wees
huizen, hospitalen enz., alsook de uitbetaling
van het jaargeld aan geestelijken om zoo te
zeggen onmogelijk gemaakt wordt. Door per
soonlijke vervolging van welstaande katho
lieken, inbeslagname van hun onroerende
goederen, heeft de Roemeensche regeering
aan het katholicisme een nieuwen slag toe
gebracht. Het zou zoo mogelijk geheel moeten
verdwijnen om voor het schisma plaats te
maken. Men kan in Hongarije natuurlijk
niet van Rome verlangen dat liet ook hier
aanvraagt, voordat het met Roemenië afsluit.
Men heeft echter weinig vertrouwen. Napo
leon I voegde eigenmachtig aan zijn concor
daat de zoogenaamde „organische artikelen"
toe. Deze maakten alle gunstige voorschriften
van het concordaat weder krachteloos. Het
met Oostenrijk in het jaar 1855 afgesloten
concordaat werd 13 jaar later door een liberale
regeering weer buiten werking gestéld. Ook
andere voorbeelden zou men kunnen aan
voeren van regeeringen, die de kerk veel toe
zegden en hun beloften met hun onder
teekening bezegelden, maar waaraan nader
hand niet de hand werd gehouden. Het is
moeilijk aan te nemen, dat juist een Balkan-
sche regeering, zooals de Roemeensche, hierin
een lofwaardige uitzondering zal maken. De
West-Europeesche katholieken, die van het
concordaat een verbetering van den toestand
der katholieken in Groot-Roemenië ver-
Zullen zelfs bitter teleurgesteld
dat de H. Stoel hiervan niet overtuigd is,
maar hij is aan zijn plicht gebonden. Hij
moet overal vertrouwen op den goeden wil
en zich met verhandelingen inlaten ook dan,
wanneer hij niet aan de oprechtheid der
tegenpartij gelooft. De katholieke kerk is
op deze manier reeds uitgeroofd en in ketenen
geslagen. Het geldt dus hier te redden, wat
nog te redden valt. Zoo zal men van Romp-
Hongarije met een zekere weemoedigheid
over de grenzen staren, wanneer door het
Roemeensche concordaat een stuk glorierijke
Roemeensche kerkgeschiedenis, dat tege
lijkertijd Hongaarsche kuituurgeschiedenis
is, ten grave gedragen wordf. Het aan Roe
menië behoorende gedeelte van het diocees
Osanad telt ongeveer 400.000 katholieken.
Zoo zal Temesvar, Roemeensch, Timisoara,
ook wel verder bisschopszetel blijven. Meer
bedreigd zijn Grosswardein en Szatmar. Het
eerste diocees telt slechts ongeveer 60.000
zielen op Roemeensch gebied, de overigen
leven aan deze zijde der grenzen. Het in drie
gesplitste diocees Szatmar heeft ook slechts
zijne residentiestad met ongeveer 75.000
katholieken op Roemeensch gebied. Zoo zijn
dus deze twee stukken tezamen kleiner dan
elk alleen voor de verbrokkeling. Het is
daarom niet uitgesloten dat Rome deze
twee „Aeque principaliter" vereenigen zal.
Hierdoor zouden beide rechtelijk verder
bestaan, alleen, het werkelijk bestuur
zou in een hand komen. Een moeilijk vraag
stuk zal aan deze zijde der grenzen ontstaan
De Hongaarsch gebleven deelen hebben geen
natuurlijk centrum, beide residentiesteden
liggen namelijk slechts 1215 kilometer
achter de grens, geen plaats met kathedralen
seminaries enz.. Bij. den tegenwoordigen toe
stand zullen al deze instellingen slechts ge
leiding in het leven kunnen geroepen wor
den. Het is daarom waarschijnlijk dat voor
de betreffende gebieden slechts een apos
tolische administratuur in aanmerking komt.
Natuurlijk lijdt het katholiek leven zoowel
van deze als van gene zijden der grenzen
onder al deze verschuivingen, voorloopige
oplosssingen enz.
EEN BEROEMDE DANSERES
TREEDT IN DE CARMELIETEN-
ORDE.
De beroemde danseres, Miss Madeion
La Varre, de eenige zuster van de interna
tionale beroemdheid Saharet, heeft zoo juist
in New-York uit de handen van den bisschop
Chartrand het Carmelietessenkleed ontvan
gen, om haar leven voortaan in een klooster
van Carmelietessen door te brengen. Zij was
in een Fransch pensionaat opgevoed, waar
zij het eerst de katholieke kerk leerde ken
nen. Zij was voornamelijk bekend in Lon-
densche en Parijsche theater kringen en
heeft buiten weten van haar vele bewon
deraars en vereerders dit heldhaftig besluit
genomen.
LEON DAUDET.
Thans hebben ook een aantal litteratoren
en tooneelschrijvers, o.w. Paul Bourget,
Paul Valéry, Robert de Fiers en Henry
Bernstein, een protest gepubliceerd tegen
het in de gevangenis brengen van Leon Dau-
det, „een groot schrijver wiens misdaad is
geweest tot wanhoop te zijn gebracht door
den wreeden dood van een kind, doch wiens
naam in dubbele fceteekenis deel uitmaakt
van het nationaal bezit."
WEER EEN REVOLUTIONNAIRE BE
WEGING IN PORTUGAL.
Het gerucht loopt dat er in Portugal
wederom een revolutionnaire beweging zou
zijn uitgebroken. De regeering zou den
troepen in de noordelijke districten Order
hebben gegeven de noodige maatregelen te
nemen.
De stations zijn militair bezet. De orde
zou hersteld zijn.
Uit Boekarest wordt aan de „Voss. Ztg."
gemeld:
In de Roemeensche pers worden beschul
digingen geuit aan het adres van de regee-
ring-Averescu. Men beweert, dat de minis
ters, toen zij gevoelden, dat hun positie
onhoudbaar was geworden, alle fondsen der
verschillende ministeries en de overschotten
op het budget onder elkaar en met hun partij-
genooten hebben verdeeld. Talrijke leveran
ties werden betaald, ofschoon zij niet waren
uitgevoerd.
Een en ander heeft de regeering-Stirbey
aanleiding gegeven geen rekeningen der
vroegere regeering te betalen.
Naar verluidt bedragen de tekorten hon
derden millioenen lei.
Elke officieele bevestiging van dit bericht
ontbreekt nog.
HET DEENSCHE ONTWAPENINGS
VOORSTEL.
Het Landsting heeft Woensdag met 39
(liberalen en conservatieven) tegen 24 stem
men (sociaal-democraten en radicalen) het
ontwapeningsvoorstel verworpen, ingediend
door de vroegere soc.-dem. regeering en in
Maart 1926 door het Folketing aangenomen,
doch nog steeds niet door het Landsting
behandeld toen de zitting gesloten werd. In
de nieuwe zitting opnieuw bij het Landsting
ingediend, was de wet nog steeds niet afge
handeld toen de soc.-dem. regeering in De
cember aftrad. Woensdag is het dan eindelijk
bij tweede lezing verworpen-
UH de verschenen statistische cijfers
van uitvo-cr gedurende de eerste 4 maan
den van 1927 met de waarde, welke de uit
gevoerde hoeveelheden vertegenwoordi
gen, kan blijken dat de achteruitgang, waf
betreft de financieele uitkomsten voor
Langendijk van beteekenis was. Zoo wer
den in genoemd tijdvak van dit jaar aan
witte en savoye kool uitgevoerd 37.673
Ion ter waarde van 1.639.000, terwijl
dit in hetzelfde tijdvak van 1926 34.505
ton waarde van 2.275.000 beliep.
Roode kool werd voor 28.416 ton to
een waarde van 1.344.000 uitgevoerd,
tegen in 1926 29.032 ton met een waarde
van 1.878.000. Aan bloemkool werd 2136
ton voor 369.000 uitgevoerd tegen 2345
ton en 389.00Óftin 1926. Aan uien wer
den 28.068 ton ter waarde van 2.406.000
in het overeenkomstige tijdvak van 1927
uitgevoerd.
De uitvoer van peen beliep 15.137 ton
ter waarde van 364.000 tegen 19.411 ton
ter waarde van 829.000 in de eerste 4
maanden van 1926. Aan zuurkool werd
slechts 322 ton uitgevoerd ter waarde van
f 24.000 tegen 950 ton ter waarde van
740.000 in 1925 (Jan. t/m April).
De uitvoer van knollen en rapen steeg
van 811 ton (waarde 12.000) tot 4277 ton
(waarde 5400).
Terwijl de tuinbouworganisa'ies mets
onbeproefd laten, om de crisis, waarin de
tuinbouw verkeert, te boven te komen,
doen zich telkens weer nieuwe moeilijkhe
den voor, die de hoop op spoedig herstel
slechts kunnen verminderen. Zoo is her
haaldelijk het fatale aangetoond voor den
Langendijker tuinbouw van de belemmerin
gen, welke den uitvoer onzer tuinbouw
producten bemoeilijken en in het bijzonder
door vooraanstaande persoonlijkheden in
de tuinbouworganisaties het groote nadeel
aangetoond, welke het gevolg zijn van de
door het buitenland geheven invoerrech
ten. Die, welke door Duitschland de laat
ste jaren zijn ingevoerd en verhoogd, zijn
voor den Langendijker tuinbouw van na-
deeligen invloed gebleken. Thans is er
weer een nieuw Noorsch tarief van invoer
rechten gekomen, dat voor den Neder-
landschen tuinbouw van groot nadeel moet
zijn. Al heeft Langendijk en omstreken wei
nig last van een verhoogd invoerrecht van
30 tot 40 kronen op appelen en peren, een
invoerrecht op kool, peen en rapen, dat
van 3 op 4 kronen wordt verhoogd, wordt
zeer zeker als een groote moeilijkheid ge
voeld in een tijd, waarin onze voorman
nen nieuw afzetgebied zoeken voor de
producten. Dit invoerrecht beteekent im
mers, dat ongeveer 240 moet worden
betaald voor een spoorwagen van 10.000
k.g. der genoemde producten, alleen voor
inkomende rechten.
Het invoerrecht op aardappelen wordt
wordt per wagon tot 200 Kr. of ongeveer
130 verhoogd.
Langzamerhand was Noorwegen, dank zij
het initiatief der handelaars en exporteurs,
'n afnemer van beteekenis geworden, zoc-
dat belangrijke hoeveelheden uien en kool
in dat land konden worden geplaatst. Nu,
bij de gememoreerde verhooging, is het
aan gerechtvaardigden twijfel onderhevig,
of Noorwegen als afzetgebied voor onzen
tuinbouw nog wel van eenige beteekenis
zal blijven.
Een advies aan den minister van Water
staat om het wetsontwerp terug
te nemen.
De Postale Commissie van Georganiseerd
Overleg, heeft, naar de Msb." verneemt, in
haar vergadering van 31 Mei besloten den
Minister van Waterstaat te adviseeren, te
bevorderen, dat geen nieuw instituut van
toezicht wordt ingesteld en dat dienten
gevolge het wetsontwerp tot instelling van
een Postraad wordt teruggenomen.
Volgens de Commissie kan het Parlement
voldoende invloed en toezicht uitoefenen
op de bedrijfsvoering.
Een telegrafisch verzoek >zan het directorium
der Limburgsche Liga.
Het directorium van de Limburgsche Liga
heeft telegrafisch het volgende verzoek ge
richt tot den voorzitter van den Minister
raad:
Nu de plannen tot herclassificatie van de
gemeenten vasten vorm aannemen en in de
pers gepubliceerd zijn, dringen wij er nog
maals op aan, de belangen van Limburg
in 't oog te houden. Deskundige kringen
achten geen redelijke motieven voor her
classificatie naar beneden aanwezig. De in
druk wordt hier sterk gevestigd, dat de
regeering in dezen ons gewest weer stief
moederlijk bedeelt.
Wij dringen er beleefd op aan geen Lim
burgsche gemeente in klasse te verlagen.
Het directorium van de Limburgsche Liga
heeft aan de Commissie voor Georganiseerd
Overleg in Ambtenaarszaken te 's-Graven-
hage het volgende getelegrafeerd:
De Limburgsche Liga gehoord hebbende
van de regeeringspiannen tot herclassificatie
van gemeenten, dringt er beleefd bij uwe
vergadering op aan de belangen van Limburg
in deze niet over het hoofd te zien. In ons
gewest is den indruk sterk gevestigd, dal
verlagingen van gemeenten niet gemotiveerd
zijn, integendeel meerdere plaatsen voor ver
hooging in aanmerking komen. Limburgers
voelen zich ook in dezen achteruitgezet. Wij
dringen er beleefd op aan, in Uw advies
aan de regeering minstens voor te stellen,
geen enkele Limburgsche gemeente te ver
lagen.
Uit Maastricht meldt men aan de Msb.:
Ondanks enkele geruststellende berich
ten, blijft voor tal van gemeenten in Lim
burg het gevaar dreigen van een herclas-
sificaie naar beneden.
Naar wij van welingelichte zijde verna
men, staat de sub-commissie inderdaad af
wijzend tegenover verlaging,, doch slechts
vier plaatsen, die niet zouden verlaagd
worden, zijn met name genoemd (Heer,
Meerssen, Nieuwenhagen en Valkenburg)
zoodat nog voor een 20-tal het gevaar voor
verlaging blijft bestaan. Verder zal Tree
beek van de le naar de 2e klasse gaan,
terwijl geen enkele Limburgsche gemeente
voor verhooging in aanmerking komt.
De R. K. Onderwijzersbond in het Bis
dom Roermond besloot zijn protestmee
ting te houden op Zondag a.s. 12 dezer te
Sittard, om 3 uur, in de groote zaal van
het Rectoraat te Ophoven.
Als spreker treedt, zooals gemeld, op
Dr. H. Moller, lid der Tweede Kamer.
Uitnoodigingen werden verzonden aan
de Limburgsche Kamerleden, aan diverse
auoriteiten, aan het bestuur van den Mid
dens and, aan gemeente- en schoolbestu
ren en aan de besturen van organisaties
van rijksambtenaren.
De jaarlijksche vergadering van werken
de leden der vereeniging Le Sage Ten
Broek-Bibliotheek had te Utrecht p.aats.
Het overzicht van het jaar 1926— 27
geeft oogenschijnlijk maar een kleinen
vooruitgang. Er kwam in dit jaar slech s
één nieuw comité bij en wel een 5de stip-
comité te 's-Gravenhage. In de bestaande
ccmité's kwamen zeer veel werkende le
den bij en het meeste mag men zich ver
heugen op de herleving van twee oude
sub-comilé's, n.l. Eindhoven en Sittard.
In to aal telt de vereeniging dit jaar 100
werkende leden meer dan het vorige jaar,
zoodat er thans ruim 1200 leden zijn, die
gezamenlijk dit jaar 966 banden prikten. Er
zijn dit jaar 129 banden meer geprikt dan
het vorig jaar.
Financieel is de vereeniging er niet op
achteruitgegaan. Het getal coniribueerende
leden neemt steeds toe.
Er werden dit jaar ruim 2700 boeken
gelezen dcor de blinden van Nederland.
Dat dit getal jaarlijks toeneemt, is wel het
bewijs, dat de bibliotheek in gehalte
vooruitgaande is.
Mogen dus de sub-comité's er hun wer
kende leden op wijzen, dat zij een werke
lijk werk van liefdadigheid verrichten,
door te zorgen, dat men steeds van alle
leesgrage blinden de aanvragen kan be
antwoorden.
Frater Adrianus gaf een uiteenzetting
van de beteekenis van het „verkort schrift"
in het braille-systeem, d.i. een„stenogra-
fisch" braiïie-systeem, waarmee een
groote vereenvoudiging van het schrift
kan worden bereikt.
Bezwaren van het Koninklijk
Landbouw-comité.
De minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft onlangs de meening
gevraagd van de centrale landbouwmaat-
schappijen, over het door de landarbei
dersbonden gedane voorstel, om in een
ontwerp-landbouwarbeidswet, ook dade
lijk op te nemen den arbeidsduur voor de
mannen, met dien verstande, dat de uit
voering of wordt vastgelegd in collecieve
contracten of in handen komt van gewes
telijke landbouw-commissies.
Het Koninklijk Landbouw-Comité heeft
den minister medegedeeld, dat de bij het
comité aangesloten bonden zich unaniem
tegen het plan der landarbeidersbonden
hebben uitgesproken,, Als redenen voor dat
afwijzend standpunt worden opgegeven, de
ontkenning, dat er behoefte zou bestaan
aan een beperking van den arbeidsduur;
de werkzaamheden in het akkerbouw- en
veeteeltbedrijf geschieden in nauwer ver
band met de natuur dan die in de in
dustrie, een goed omschreven regeling is
zoo niet onmogelijk, dan toch zeer be-
zwarlijk; de bedrijfsuitkomsten der laatste
jaren gedoogen geen meerdere lasten; een
beperking van den arbeidsduur zal loon-
drukkend werken en de verhouding tus
schen werkgevers en werknemers onnoo-
dig verscherpen; voor een behoorlijke na
leving der voorschriften zal de aanstelling
van een ïeelen staf van ambtenaren nood
zakelijk zijn; de wettelijk geregelde ar
beidsduur zal strekken om de collectieve
arbeidsovereenkomsten in sneller tempo
ingeburgerd te krijgen, wat niet geacht
moet worden te liggen op den weg der
regeering.
Chamberlin verhaalt zijn vele wederwaar
digheden. Aan het levendig relaas, dat
Chamberlin aan de Amerikaansche pers
heeft gedaan over zijn Oecaanlocht, is het
volgende ontleend;
Onze moeilijkheden, zoo zegt de vlieger,
begonnen reeds bij den start. De mecanicien
had dertien blikken benzine in het toestel
geladen, hetgeen wij als een slecht voor
teeken beschouwden, Levine brengt dit aan
tal blikken daarom op vijftien. Na 60 K.M.
denken we, dat ons kompas met aard-
inductie dol geworden is. Even denken wij
erover, rechtsomkeert te maken, maar dan
verklaart Levine, liever levend te worden
begraven dan bij zijn terugkomst uitgelachen
te worden.
Tot Nieuw-Schotland, over een afstand
van meer dan 40Ü K.M., hebben wij te
kampen met een heftigen wind, die ons uit
den koers slaat en 234 uur vertraging be
zorgt.
Onze eerste emotie was het gezicht op
een ijsberg. Wij dachten, dat het een schip
was. Onderweg zijn wij er wel 10 a 20
groote en 100 kleine tegengekomen. Hoe het
zij, zij hielpen ons, de richting van het
vliegveld vast te stellen. Wij hebben veel
last gehad van mist. Aanvankelijk was het
weer volkomen helder maar na het Pas"
seeren der groote zandbanken kwam de
mist opzetten. Wij weken zuidelijk af,
ZATERDAG 11 JUNI.
HILVERSUM 1050 M. 12.00 Poli-
tieber. 12.352.00 Lunchmuziek door
het Trianon-trio. 6.007.45 Concert
door het A.N.R.O.-crkest, o.l.v. Nico
Treep. 10.30 Persber. 10.40 een
uurtje filmmuziek uit de Cinema Royal te
Amsterdam. Orkest o.l.v. Hugo de Groot.
DAVENTRY 1600 M. 12.201.20
school prize giving. 2.35 Cricketwed
strijd tusschen Middlesex en Nottingham.
Muziek van de militaire band en. V. Ppen-
shaw-contra, alt. W. Waocyns, bariton.
5.35 Kinderuurtje. 6.15 Birthdays from
London. 6.30 Dansmuziek. 6.50
Tijds., weerber., nieuws. 7.10 Roei-
wedstrijden, Cambridge. 7.35 De sona
tes van Beethoven. 7.45 Lezing The
history of bowls. 8.05 Variëté, Autumn's
orkest. Clapham en Dwyer. E. Hastings,
humorist, a. d. piano N. Blaney,gesyn
copeerde zang. Daarna Canadeesche zang
cyclus voor piano, vier stemmen en obli
gaatviool. Muziek van B. C. Hilliam.
Gedicht van E. P. Johnson. 8.50 Mr.
Flotsam en Mr. Jetsam. 9.05 „P. T. O.",
een revue van Noel Scott en S. Rowe.
9.20 Weerber., nieuwds. 9.35 Causerie
Mr. L. du Garde Pesch, „On running
commentaries". 9.50 Trinity College
kamer-orkest. 10.05 „The gang", vroo-
lijke zang en muziek. 10.5012.20
Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M.
10.50—11.20 Concert. 12.50—2.10
Orkestconcert. 5.055.55 Dansmuziek.
8.5011.20 Galaconcert, Mlie. Wul-
lens, viool. Mme. Gerard en Mile. Buot,
declamatie, Juilmin, piano, Matty Lia-
nenny, zang. J. Ansehipslcy, piano, e.a.
LANGENPERG 469 M. 1.50—2.50
Orkestconcert. 5.506.50 Vocaal con
cert. 8.209.35 Kamermuziek van
Mozart. Werag strijkkwartet. E. Grape,
piano.'G. Grelke, clarinet. O. Himst,
hobo. G. Farber, hoorn. P. Scheidt, fagot.
9.35 Vroolijke avond. E. Milde, vroo-
lijke liedjes. H. Kohlbrandt, humorist.
11.201.20 Dansmuziek.
KöNIGS WUSTERHAUSEN 1250 M.
en BERLIJN 484 en 566 M. 3.10—
8.05 Lezingen en lessen. 8.50 „Der
siebente Tag", van Schanzer en Wehlisch,
Berliner klucht. Daarna' tot 12.50 Dans
muziek.
HAMBURG 394.7 M. 12.50—3.10
Orkestconcert. 4.205.20 Moderne
sonates voor viool en piano. 6.207.10
Vroolijk concert. 7.4511.10 „Car
men", opera. Daarna dansmuziek.
BRUSSEL 509 M. 5.20—6.20 Dans
muziek. 6.20 Les. 7.50 Orkest
concert. 9.5010.50 Dansmuziek.
stegen op 5000 M. hoogte, maar niets
hielp alom in het rond niets dan mist. Ook
ons magnetisch aardkompas kon ons geen
vertrouwen inboezemen. Wij waren inder
daad de richting hopeloos bijster. Ja, we
wisten niet, of we in Ierland, Engeland,
Frankrijk of Spanje zouden aankomen.
Een nieuwe emotie was de ontmoeting
met de „Mauretania". Als we dit schip in
het oog hebben gekregen, dalen we zeer
laag, lezen den naam van het zeekasteel af,
en zoeken in de courant na, wanneer het uit
Southampton is vertrokken. Wij rekenen aan
de hand daarvan uit, waar we zijn; niet ver
van Europa!
Dan ontdekken we de aarde. Wij vermoe
den dat het Ierland is. Boven het Kanaal
verliezen we de controle over het vlieg
tuig. Eenmaal boven het vasteland gekomen,
worden we overvallen door regen en storm,
waarop we tot minstens 6000 M. hoogte
stijgen. Onze barograaf wijst het maximum
aan.
Vergeleken bij deze emoties is dan de
rest niet meer dan een peuleschilletje.
Boven Nederland gesignaleerd?
Men meldt aan het Haagsche Aneta-
kantoor in verband met de vlucht van
Chamberlin: Er is in de pers op gewezen,
dat tusschen Plymouth en Dortmund geen
spoor van do vlucht van Chamberlin te
vinden was.
De heer Joppe uit Sommelsdijk meldt
thans aan de K. L. M., dat in den nacht
van Zondag op Maandag tusschen 2.30 en
3 uur hij een vliegtuig, laag vliegend met
groote snelheid van West naar Oost heeft
waargenomen, zooals de heer Joppe meldt
loodrecht kruisend de dagelijksche route der
K. L. M, vliegtuigen, welke op hun vlucht
tusschen Nederland en Engeland over
Sommelsdijk komen.
Uit dit bericht zou blijken, dat Cham
berlin over Zeeland en Brabant naar Dort
mund is gevlogen. Ook met den tijd, waarop
het vliegtuig boven Dortmund is waargeno
men klopt deze mededeeling geheeL
Het Bestuur van de Congregatie der Fra
ters van O. L. Vrouw van het H. Hart (St.
Gregoriushuis Utrecht) heeft met goedkeu
ring van den Aartsbisschop van Utrecht
besloten het volgend jaar den arbeid in de
Missie te beginnen. De keus voor de eerste
Missieonderneming is gevallen op Malang
(Oost-Java) in het Missiegebied der Eerw.
Paters Carmelieten. Het plan is fe begin
nen met de eerste klassen eener Europee-
sche school en met de overname der lei
ding van een inlandsche school. De naaste
toekomst zal aan de Eerw Fraters nog wel
meer werk in Malang bieden. God zegene
hun onderneming!
Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S
f „What will he do with it",
door ]OS. P. H. HAMERS.
82
Daar hij hooger huur bood dan de rent
meester van iemand anders kan verkrijgen,
werd het contract gesloten, mits de huur
der, die een vreemdeling in fle stad was,
den rentmeester een getuigschrift van goed
zedelijk gedrag kon bezorgen. Waife was
toen weer vertrokken, nadat hij gezegd had
binnen korten tijd met het verlangde getuig
schrift zou terug komen. Inderdaad rekende
de arme man op een goed woord van den
heer Hartopp, Hij was echter nog verschei
dene maanden weg gebleven. Toen Waife
eindelijk, vergezeld van zijn kleindochtertje
terug kwam, had hij den rentmeester voor
inlichtingen omtrent zijn persoon verwezen
naar een achtenswaardigen zaakwaarnemer
en inzamelaar van huisdieren in Blooms-
bury. Deze antwoordde, dat een dame, die
zich thans buitenlands bevond, hem vol
macht had gegeven, als haar zaakwaarne
mer in het bestuur van eenige huurhuizen,
jwaarvan. zij het groote deel harer inkomsten
trok, om niet alleen te verklaren, dat Waife
een zeer schrander knap man was, die
waarschijnlijk al wat hij ondernam goed ten
uitvoer zou brengen, 'maar dat zij ook, in
dien, dit verlangd mocht worden, wilde in
staan voor de stipte betaling der huur van
het huisje. Hierop werd de zaak beklonken
en had Waife zich daar als mandenmaker
metterwoon neergezet. In de onmiddellijke
nabijheid kon hij geen koopers voor z n
mandjes vinden, maar Waife werkte zóó
netjes en sommige zijner mandjes waren
zóó smaakvol en sierlijk, dat het hem geen
moeite kostte om een contract aan te gaan
met een groothandelaar uit 'n plaats op vijf
uren afstands, waarbij hij zooveel mandjes
kon leveren als hij maken kon. Elke week
nam de bode zijn waar mede en bracht hem
de betaling terug. Deze verdienste .voorzag
ruimschoots in de dagelijksche behoeften
van grootvader en kleinkind. Waife was te
vens in staat cm nog iets meer te besparen
dan hij voor de huur van het huisje nood:
had. Daar overigens zijn huisje aan (iet af
gelegen einde van het verstrooide dorp lig,
dat enkel door boerenarbeiders werd be
woond, wist men niet veel van zijn levens
wijze, en niemand vroeg er ook naar. Hi-
scheen voor alle een zeer werkzaam mensch
die nooit in de herberg kwam en des -Zon
dags altijd met z'n net gekleed kleindoch
tertje in zijn rustig hoekie in de kerk gezien
werd: hij scheen een beleefd mensch te we
zen die tegen zijn hoed tikje voor c.en rent
meester en hem afnam voor den predikant
Ofschoon George Morley natuurlijk nieuws
gierig was om den uitslag te weten van zijn
onderhoud met juffrouw Crane, of dit on
derhoud tot de ontdekking van Waife ge
leid, of hem verdriet had berokkend, zoo
had hij tot nu toe vermeden, een onderwerp
aan te roeren, dat hem dwingen zou tot
de gevreesde bekentenis zijner bemoeiingen
en tevens een zijdelingsche onkiesche ma
nier kon schijnen om in Waife's onaange
name familiezaken te dringen,
Maar nu ontving hij een brief van z'n
vader, die hem zeer verontrustte en hem
noodzaakte het ijs te breken en openhartig
met zijn leermeester te spreken. In dezen
brief schreef de oude heer Morley, toevallig,
onder meer plaatselijke nieuwtjes, dat hij
den heer Hartopp gezien had, die niet zeer
opgeruimd scheen, daar zijn goed hart nog
niet bekomen was van den schok, die hem
was toegebracht, teen hij zoo verschrikke-
lijk was beet genomen door een bedrieger
voor wien hij een groote genegenhei had
opgevat en tot wiens ontdekking George
door de bestiering der Voorzienigheid aan
leiding had gegeven. (De vader doelde hiei
op hetgeen z'n zoon hem verhaald had van
zijn eerste ontmoeting met Waife cn zijn
bezoek bij juffrouw Gone). Deze bedrieger
scheen, volgens den heer Hartopp, niet
eenigszins raar in 't hoofd te z'.jn, zocr.b n,uv
George had laten veripoeden, maar een
slecht persoon. „Ja, vregde de oude heer
Morley er aan toe zulk een slecht mensch
dat de heer Hastoop maar al te verheugd
was, het kind te kunnen overgeven, hel
kind, dat de man, naar het schijnt, aan haar
wettige beschermers ontvoerd had. En ik
vermoed uit hetgeen Hartopp zeide, dat de
man een ontsnapte gevangene, misschien
wel een gauwdief was, die hij aan z'n stad-
genooten had voorgesteld en met wien hij
vriendschappelijk was omgegaan. Hoe ge
lukkig voor dien armen, zachtmoedigen
Josia Hartopp, dat de dame die gij ontmoet
hebt, bijtijds kwam om de lagen, die aan
zijn menschlievende lichtgeloovigheid wer
den gelegd aan 't licht te brengen. Als dit
niet gebeurd was, zou Josia den kerel in
zijn eigen huis hebben kunnen opnemen
dat is juist iets voor hem! en nu reeds
lang bestolen misschien wel vermoord kun
nen zijn."
Verontwaardigd en verlangend om den
goeden naam van zijn vritnd hoog ie hou
den greep George zijn hoed en liep opeen
draf naar de woning van den mandenmaker
Toen hij bij den waterkant kwam, zag hij
Waife, die op een zodenbank onder een
knoestigen esdoorn 'n^ar een hert zat te
kijken ,c'at kwam drinken.
De jonge geleerde liet zich naast oen
acteur neder rag hem bedeesd aan cn zeide;
„Luister, ik heb u iets te bekennen. Ik
vrees, dat ik ti kwaad berokkend heb, waar
ik u een goeden dienst meende le bewijzen.
En nu vertelde hij de biizondcrheden van
zijn bezoek bij Arabella Crane.
Toen hij zijn verhaal geï'ncbgj had veeg
de hij er a~n to™, „toen ik ti hier weer 0"i-
mocüo cn hcorde, dat gij uw Seiie nog b;i
u hadt, was ik onuitsprekelijk gelukkig. Het
was dus duidelijk' dacht ik, dat men uw
kleinkind ongestoord aan uw zorg had over
gelaten; dat gij, óf bewezen hadt; niet de
persoon te zijn dien de menschen zochten,
óf dat de familiezaken zóó waren opgehel
derd,'dat mijn tusschenkomst u geen kwaad
berokkend had. Maar nu ontvang ik n briel
van mijn vader die mij zeer verontrust. Het
schijnt, dat de bedoelde personen te Gates-
burg geweest zijn en u bij den heer Hartopp
in een kwaad daglicht hebben gesteld. Ver
sta mij wel; ik vraag u geen vertrouwen, dat
ge mij welicht ongaarne schenkt, maar als
ge mij wapenen wilt met de macht om uw
goeden naam van de verdenking te zuive
ren waarvan ge mij de onjuistheid en valsch-
lieid niet behoeft te verzekeren zal ik niet
rusten eer ik die taak heb volbracht."
De aangesprokene maakte een afwerende
beweging en zeide op neerslachtigen toon;
„Ik dank U van harte, maar er is niets
aan te doen. Ik ben blijde, dat dit onder
werp niet door ons is aangeroerd eer de ge
ringe dierrst, welke ik u bewijzen kon, nage
noeg volbracht is, mijnheer Morlev Het zou
zeer jammer geweest zbn, ais gij genood
zaakt waart geweest, allo gemeenschap te
laten varen met e,en man van oen bevlekten
,naam, eer gij geleerd had de gaven wel tc
'ebruiken die u eenmaal in staat zullen
stellen grooler zondaren dan ik geweest ben
te vermanen Ja m'jnhecri g j gevoelt dat ik,
nu althans een onschadelijk oud man ben,
die wei kt vrcr zijn eenvoudig dageli'ksch
'rood Gii zult nit t oververtellen wat g'j ge
hoord hebt oi nog zult hooren dat mijn
vroeger leven tot schande strekt. Gij zult
mij en mijn kleinkind niet van onze onaan
zienlijke schuilplaats verjagen om c®n we*
reld tegen te treden, met welke wij de
kracht niet hebben te worstelen. En in dit
geloof blijft mij niets meer over te zeggen
dan; Vaarwel mijnheer."
„Ik^zou verdienen geheel de sp-sp-spr-aak
te verliezen", riep George Morley, vrcese-
lijk naar adem snakkend en stotterend uit,
en hij greep Waife vast bij den arm, „indien
ik d-d-duldde.
„Een, twee! Geef u tijd mijnheer! En met
vriendlijke geduld ging hij weer op de bank
zitten. Maar de jonge man ging naast den
verworpeling zitten en met al de teederheid
van zijn ridderlijk karakter, liet hij zijn ge
vouwen handen op den schouder van Waife
fusten en terwijl hij hem recht in t gelaat
keek, zeide Hij langzaam bedaard, zonder
stotteren: „Gij kunt niet begrijpen, wat ge
voor mij gedaan hebt; gij hebt mij een eigen
haard en een loopbaan verzekerd de roeping
waarop ik al mijn aardsche verwachtingen
gebouwd h'Td en welke ik ip 't punt
stond op tc'geven. Denk niet; dat dit ver
plicht ngen zijn, die men zoo gemakkelijk I
an zich afschudt. Wanneer er al omstan-1
digheden- zijn, die mij verbieden aan anderen
den kwaden dunk, die zij van u hebben op
gevat, te ontnemen, moet gij niet denken,
dat hun v-lsch oordeel invloed zou hebben
op mijn dankbaarheid, mijn eerbied jegens
"J."
(Wordt vervolgd.)