Amsterdam-Batavia. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Woensdag 15 Juni 1927 HOCH HOLLAND! HEIL!" De Fokker F Vil, waarmede de eerste passagiersreis naar Ned.-Indië wordt ondernomen, vóór den hangar der K. L. M. De motor snort! DE EERSTE HANDELSREIS DOOR DE LUCHT NAAR NED. INDIË. DE EERSTE PASSAGIERSVLUCHT NAAR NED.-INDIË. De Amerikaan Lear Black op Schiphol in gesprek met den heer Piesman, directeur der K. L. M., even voor het vertrek der Fokker F VII. De beide piloten Geysendorffer en Scholte, poseeren in dé cockpit voor onzen photograaf vóór zij de groote reis aanvaarden. De HoIland-Indië-reis van een rijken Amerikaan door de K. L. M. Het nazien van het Fokker vliegtuig in den hangar op de Waalhaven J te Rotterdam^ GEMENGD NIEUWS. Ruzie, vechtpartij en ten slotte een slachtoffer. „Laat de klok maar luiden" De huiszoekingen bij de Indo nesische studenten te Leiden en 's-Gravenhage. Een nieuw carbolineum Brand bij „Vulcaansoord". Niet minder dan 69.000 boven de raming. De brand in de houtfabriek van de firma Korver aan de Oude Karselaac te Amstelveen. Wat er van de fabri ek overbleef DE STORMRAMP, IN DEN GELDERSCHEN ACHTER HOEK EN OVERIJSEL. De nieuwe burgemeester van Katwijk, Mr. Dr. J. Schokking, werd dézer dagen feestelijk door de bevolking ingehaald. De burgemeester en zijn echtgenoote gekiekt tijdens intocht. Liefhebbers van de vrijheid. Voorzichtig met electriciteit! De locomotief-ontsporing bij Hallum. Fonetisch misverstand in een gemeenteraad. O F Is weieens misschien niet zonder grond s— beweerd, dat hetgeen Nederland tijdens en na den wereldoorlog voor de noodlijden den van het buitenland deed, niet met pas sende erkentelijkheid werd beloond, dit ver wijt geldt zeker niet voor het Katholieke .Weenen. De deelnemers aan den 2en „Internationa len Gezellen-dag" op het Pinksterfeest te Weenen gehouden, kunnen dit met grooten nadruk verzekeren. Het leek ons, die de vele, vaak ontroeren de, blijken van deze dankbaarheid van nabij mochten aanschouwen, alleszins billijk en kele ervan door middel van de pers ter ken nis van onze landgenooten te brengen. Op den vooravond van Pinksteren zou de officieele begroeting van de 15000 Sint-Jo- sephs-Gezellen, die van heinde en verre naar de Donau-stad waren opgegaan, plaats heb ben. De groote Sophien-zaal, de grootste van Weenen, kon onmogelijk alle deelnemers be vatten. Toen tegen half acht de 25 gezellen uit Nederland, begeleid door vier Eerw. Pre sidenten, de zaal binnenkwamen, was er geen plaats meer open. Honderden en nog eens honderden moesten naar andere zalen verwezen worden. Nauwelijks echter had de Generalsekretar, Dr. Joh. Nattermann, de Nederlanders, kenbaar aan de oranje-kokar de, waarop het insigne der St. Josephs- Gezellen was gehecht, van verre gezien, of hij kwam tot de „freunde aus Holland" en voerde ons de zaal door naar voren. Aan onze Gezellen werd een plaats ingeruimd op de treden van het ruime podium, terwijl de Eerw. Presidenten werden uitgenoodigd plaats te nemen op de eerste rij naast Z.Em Kardinaal Piffl, den Bondskanselier Mgr. Dr. Seipel en de Oostenrijksche Monsignarie. De Generalprases, Mgr. Hürth, hield de openingsrede en begroette achtereenvolgens de deelnemers der verschillende naties. Toen de beurt aan „Holland" kwam, brak aanstonds een overweldigend applaus los, aangroeiend tot eene o/vatie, waarin het „Hoch Holland!" van alle kanten werd her haald en welke niet eindigde alvorens de Presidenten uit Nederland waren opgestaan om buigend voor zulk een warme hulde aan hun vaderland te danken. Pater Weenink. President van Amsterdam III, die de verga derden namens Nederland begroette, deelde mede, dat de Sint Josephs-Gezellen-Vereeni- ging in ons land, welke in 1922 bij den len Internationalen Gezellen-dag te Keulen 20 afdeelingen had, nu, na 5 jaren, circa 80 telde. De Eerw. spreker, speciaal de Ween- sche Gezellen-Vereeniging voor de uitnoo- diging dankend, deed uitkomen, dat de aan wezigheid der Hollanders ook bèteekende een tegenbezoek aan zoovele Oostenrijkers, meer in het bijzonder den kinderen, die tij dens de rampspoedige jaren in ons land had den vertoefd. Bij deze herinnering klonk weer van alle rijen, uit alle hoeken der zaal luid het „Hoch Holland!" getuigend van de waardeering en groote erkentelijkheid voor de liefde en het medelijden der Nederlan ders jegens Oostenrijk. Treffender nog sprak deze sympathie zich uit op Pinkster-Maandag, tijdens den groo ten optocht door de straten van Weenen. Op de „Heldenplatz", het binnenplein van het voormalig keizerlijk paleis, was de stoet der Gezellen met hun honderden banieren en talrijke muziekkorpsen opgesteld. Vóór elke groep uit de verschillende naties werd een bord uitgedragen, waarop de naam van hun land geschilderd was. Aan ons, Nederlan ders, had men bovendien vier vlaggen, onze driekleur, uitgereikt, waarvan twee vóór en twee achter onze groep waren geheven. Toen wij het binnenplein van den „Hofburg" ver lieten, trof ons een overweldigend gezicht. Op de trottoirs der breede straten ston den de Katholieke Weeners ten getale van tienduizenden. Zoover 't oog reikte, overal groetende menschen, overal gewuif met zak doeken, overal gejuich tot die 15000 voort trekkende jongemannen, de leden der we reldorganisatie van Vader Kolping. Geen enkele groep echter stond zCl in 't brand punt der belangstelling, werd zóó levendig toegejuicht als die van „Holland". Waar wij verschenen, bruiste het „Hoch Holland! Heil!" zoo luid, zoo intens hartelijk om hoog. Geroep als „Holland ist brav gewe- sen!" „Gutes Holland!" enz. klonk tusschen dat door duizenden monden herhaalde „Heil!" door. Hier en daar werd ons volks lied door heeren ingezet; dames wierpen ons bloemen toe; kinderen, die in ons vaderland waren opgenomen, riepen, hun „Hoera!" en „leve Holland!". Kortom: het was alsof ge durende dien tocht van anderhalf uur Katho liek Weenen zich had opgemaakt om eene algemeene hulde te brengen aan „Holland". En wij, die de blijde getuigen van deze erkentelijkheid jegens het verre vaderland mochten zijn, wij waren niet slechts verrast, doch inderdaad getroffen en ontroerd door de blijken van groote genegenheid dier tienduizenden, wier „Hoch Holland! Heil!" wij als een zegenbede van het dankbaar Weenen overbrengen aan onze landgenoo ten. V. H. een leger van journalisten, fotografen en filmoperateurs. Buiten het hek staan velen, die den gang naar Schiphol, in het vroege morgenuur zich hebben getroost, om ge tuige te zijn van de afreis. In den grooten hangar staat, nuchter en eenvoudig, op het dienstbord geschreven: Batavia, vertrek 8.30, besturders Geysen- dorffer en Scholte Om dat bord concen treerde zich de belangstelling, daar er ver der nog niets te zien is. Tegen half acht werd de groote Fokker F VII door de mecaniciens naar buiten ge rold. Alle aanwezigen loopen achter het toestel aan Het vliegtuig is uitgerust met een luchtgekoelden Jupitermotor van 420 P.K. Op de vraag waar Geysendorffer is, wordt geantwoord: slaapt nog. Ook van de andere reizigers is nog niemand te zien. Langzaam wordt het drukker op het vliegveld. De bagage, verschillende onder- De Jan Salie-tijd in ons vaderland, toen juffers en jonkers in popperige kamers con verseerden over hoepelrokken en statie- jassen, en in beuzelarijen het geld ver teerden, dat hun voorvaderen met energie en gestagen arbeid hadden verdiend, was niet alleen het roemloos uitsterven der Gouden Eeuw van taaie werklust en voor niets wijkende wilskracht. Die tijd is later de schakel gebleken tusschen het tijdperk Vap expansie, van onze zeehelden en koop vaarders en den tegenwoordigen tijd, waar in de ontzagwekkende vorderingen der wetenschap en de met den dag meer ge perfectioneerde techniek den mensch bij kans volledig doen heerschen over aarde, zee en lucht en de natuurkrachten. In de zeventiende eeuw voeren Houtman en Barentsz uit om den weg naar Indië te zoeken; de zeewg werd ten koste van veel gevonden, die tevens de weg werd naar macht en rijkdom voor de Republiek der Zeven Provinciën. In de twintigste eeuw handhaaft het kleine Nederland den ouden roem als zeevarende natie, als ingenieuse en machtige bestrijders van den water-vijand. Een van onze landgenooten draagt den naam van Nederland over gansch de wereld, als het land waar met schitterend resultaat gearbeid wordt aan de verbetering van het verkeersmiddel der toekomst, en nog maar enkel jaren is het geleden, dat drie Neder landers het voorbeeld der oude Oost-Indië- vaarders volgden en na veel tegenslagen, den tocht naar Insulinde door de lucht vol brachten- De tegenwoordige tijd, juister: de laatste weken hebben in het teeken gestaan van bet vliegtuig als het verkeersmiddel voor lange afstanden. Nungesser en Coli hebben de poging gewaagd, Lindbergh vloog in zijn huisjasje over den Oceaan, Chamberlin en Levine zijn gevolgd, verschillende wereld vluchten worden voorbereid. De Oceaan- vliegers hebben den tocht volbracht en zij zijn gehuldigd op een manier, die velen buitensporig, zelfs waanzinnig voorkwam. Menigen chauvinistischen Nederlander zal het goed gedaan hebben, dat thans, na de proef v. d. Hoop c.s., Nederlanders een dergelijke lange luchtreis gaan ondernemen. Hedenmorgen steeg van het vliegveld Schiphol een vliegtuig op, dat de eerste pasagiersvlucht naar Oost-Indië gaat onder nemen. Met een Fokker, F VII stegen óp Geysendorffer en Scholte en als passagiers de Amerikaan Lear Black en zijn kamer dienaar. Die vliegtocht is een reis voor zaken en lucht-toerisme. Daarom zal er niet naar ge streefd worden in zoo kort mogelijken tijd Batavia te bereiken. De bedoeling van de K. L. M. is met deze vlucht de mogelijkheid van een geregelde luchtverbinding tusschen Europeesch en Aziatisch Nederland te toet sen aan de practijk De rejs zal vijf weken duren, zoodat men omstreeks 20 Juli in Amsterdam hoopt terug te zijn. De heer Lear Black, die een ware lucht- toerist schijnt te zijn, heeft met dezelfde bestuurders reeds 22.000 K. M. gevlogen. Aanvankelijk zou de reis, zooals bekend, in deelen en gereedschappen worden op een wagentje naar het vliegtuig gereden en ingeladen. Eenige sensatie wordt gewekt als om even over acht uur de heer Lear Black op het veld verschijnt. Hij is in drukke conversatie gewikkeld met oud-generaal Snijders en den aviateur Koolhoven. Lang zaam trekt een menigte fotografen en film Aleppo, Bagdad, Bender, Abbas, Karatsji, Ambala (of Dehn), Alagabad, Calcutta, Rangooon, Bangkok, Sengora, Medan (of Singapore), Batavia. Voor zijn vertrek verklaarde de heer van Lear Black, die uit een Hollandsche familie stamt, dat hij het van groot belang acht voor de betrekkingen tusschen de verschil lende naties, dat snelle verbindingen tus schen de landen tot stand komen. „Ik kan nu in tien dagen in Australië zijn, want met deze Hollandsche piloten is niets onmoge lijk." De eerste étappe van de vlucht gaat naar Boedapest, waar men hedenmiddag tusschen 5 en 6 uur hoopt aan te komen. De mogelijkheid bestaat, dat, indien het weer gunstig is, doorgevlogen wordt naar Constantinopel, doch op Schiphol acht men dit niet waarschijnlijk. De heer Lear Black zeide nog, dat hij dezen tocht uit een zakelijk oogpunt be schouwde. Het is geen „stunt", zooals de vluchten van Lindbergh en Chamberlin. Hij achtte de kosten van de reis niet te hoog, daar hij in korten tijd in staat is, vijftien lan den te bezoeken. Londen beginnen, doch de heer Lear Black heeft gevolg gegeven aan 't verlangen der K. L. M., om Amsterdam als beginpunt te nemen. Gisteravond is hij per vliegtuig op Schip hol aangekomen; het comité Vliegtocht NederlandIndië, was des avonds zijn gastheer. Des morgens 7 uur vertrokken een aantal auobussen met genoodigden en journalisten van het passagebureau der K. L. M. op het Leidscheplein naar Schiphol. Daar verzamelde zich een groot aantal belangstellenden, autoriteiten der K. L. M„ onder wie directeur Piesman, leden van het Comité Vliegtocht NederlandIndië, met zijn voorz, oud-generaal Snijders, en operateurs een kring om het groepje, de toestellen snorren en de afsluiters der foto toestellen tikken herhaaldelijk De heer Lear Black poseert voor iedereen, die het hem vraagt. Van een zenuwachtige of opgewonden stemming is niets te bespeuren. Het doet weldadig aan, na de uitzinnige huldigingen en ovaties aan de Oceaanvliegers, die onge veer tot half-goden zijn verheven, hier te constateeren, dat van bovenmatige geest drift geen sprake is. Het publiek kijkt be langstellend toe en de reizigers gedragen zich of zij een kort uitstapje gaan onder nemen. De mecaniciens slaan met één slag den motor aan, het helsche lawaai maakt iedere conversatie onmogelijk. De aanwezigen groepeeren zich nu allen om het vliegtuig. Verschillende autoriteiten stappen in de cabine om het inwendige te bezichtigen, doch maken dadelijk plaats voor de reizi gers. Een bediende van de K. L. M. plaatst enkele bloemen in de daarvoor bestemde vaasjes. Enkele journalisten doen Ameri- kaansch en vragen den piloten hoe zij zich voelen. Zij lachen en verklaren dat de wind gunstiger kon zijn; „maar over den wind zijn wij nooit tevreden". Aan het deurtje van de cabine wordt afscheid genomen van den heer Lear Black, de piloten Geysen dorffer en Scholte, den mecanicien en den kamerdienaar van den heer Lear Black. De beide piloten vertoonen zich beurtelings voor het raampje van de cockpit om voor den zooveelsten keer verfilmd en gephoto- grafeerd te worden. Scholte wuift naar zijn vrouw en dcohtertje. Dan worden de deur tjes gesloten. De fotografen stellen zich verder in het veld op om het opstijgen te vereeuwigen. De werklieden maken ruimte, de motor begint nog harder te snorren, en langzaam taxiet de groote Fokker over het vliegveld. Gepn buitengewone geestdrift, alleen gewuif met hoeden en zakdoeken, de Fokker verheft zich van den grond, koerst onmiddellijk in de richting van de hoofd stad en, geëscorteerd door drie andere vliegtuigen, begint de Fokker, gewoon, als of het een reisje van enkele uren geldt, de groote reis naar Batavia. Het is precies half negen. De route die het vliegtuig zal volgen is: Amsterdam, Boedapest, Konstantinopel, Tusschen eenige opgeschoten jongens ont stond te Leiden aan de Koolgracht een volksbuurt in het oostelijk gedeelte der oude stad. een hoogloopcnde ruzie, die ten slotte uitliep op een vechtpartij, waarbij de 24-jarige schoenmaker P. den werkman V. met een mes in den buik stak, waardoor deze ernstig gewond werd en na eerst voorloopig ter plaatse door den Eerste Hulpdienst verbonden te zijn, per brancard naar het Academisch Z'ekenhuis vervoerd moest worden. De politie heeft den dader aangehouden. De vorige week bestond de Spaar- en Bewaarbank te Putten 50 jaren. In een toen gehouden feestvergadering is besloten de gemeente Putten aan te bieden om de groo- te luidklok in den toren, die reeds 150 jaren geleden is gescheurd, te laten overgieten en het toren-uurwerk dat nog steeds slechts van één wijzer is voorzien, te doen ver anderen. Maandag heeft Mr. A. M. Joekes, lid der Tweede Kamer, een bezoek aan de Indone sische studenten gebracht, bij wie dezer da gen een inval met het gebeurde een onder zoek in ten einde te overwegen, of er ook aanleiding kan zijn de regeering over deze aangelegenheid vragen te stellen. Eveneens stelde Prof, Hazeu een onder zoek ter plaatse in. Het Tweede Kamerlid, de heer Cramer, heeft de volgende schriftelijke vragen tot den min ster van Justitie gericht: Is de minister bereid een onderzoek in te de justitie aanleiding heeft gegeven huiszoe kingen te doen in Indonesische kringen te Den Haag en Leiden? Is de m nister bereid een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop door de poli tie bij de huiszoekingen, in het bijzonder bij die in perceel Waterstraat no. 1 te Leiden tegenover de inwonenden o.a. tegenover de echtgenoote van een der Indonesische stu denten, is opgetreden? Is het juist, dat vele van de Indonesische studenten met revolvers inhun zak liepen en een aantal revolvers in beslag i sgenomen? Wil de minister mededeelen, hoe groot het bij het onderzoek gevonden en in beslag genomen aantal revolvers bedraagt? Is het den minister bekend, dat naast allerlei boeken en bescheiden ook de pas poorten van de Indonesische studenten in beslag zijn genomen? Is de minister bereid te bevorderen, dat deze paspoorten en andere voor het onder zoek van geen belang zijnde bescheiden zoo spoedig mogelijk weer aan belanghebbenden worden teruggeven? Is de minister bereid te gelegenertijd mede te deelen, welke resultaten de hier bedoelde huiszoekingen en het onderzoek van de daarbij gevonden documenten enz. hebben opgeleverd en of en in welk opzicht hiervan een communistisch complot of van een ern stige samenzwering tegen den Staat mag worden gesproken? Is de minister bereid mede te deelen, of het waar is, dat de In donesische studenten reeds geruimen tijd onder politie-controle hebben gestaan en in al hun gangen zijn nagegaan? Zoo dit bericht juist is, wi' de minister dan mededeelen, wat daartoe aanleiding heeft gegeven? is in den handel gebracht onder den naam: "Hammerius-Kleur-Carbolineum. Verschillen de vakbladen als Chemische Courant en Vraag en Aanbod schrijven, dat deze carbo lineum zich onderscheidt door een groot be- derfwarend vermogen. Ze is volkomen kleur vast, water- en lichtgestendig en dekt gelijk verf. Ook het droogproces verloopt spoedig en normaal. Met I K.G. dezer Kleurcarboli- neum bestrijkt men evenveel oppervlakte als met ca. 3 K.G. verf. Belangstellenden naar dit chemisch pre paraat, verwijzen we voorts naar de adver tentie-kolommen. Op de ijzergieterij en émaillefabriek „Vul caansoord" te Terborg is brand uitgebro ken. De brandweer versterkt met de stoom spuiten uit Doetinchenl en Gendringen is er in geslaagd het vuur tot het pakhuis te be perken. Een groote partij émaille, ter ver zending gereed, ging met veel emballage en het gebouw zelf verloren. B. en W. van Leiden deelen den Raad hunner gemeente mede, dat de veelbespro ken bouw van het politiebureau de oor spronkelijke raming van 250.0000 met 69.000 heeft overschreden, hetgeen hoofd zakelijk een gevolg is van het feit, dat 't bouwplan bij uitwerking gaandeweg groo- ter werd. De burgemeester van Neede, Eibergen en Lichtenvoorde hebben de heeren dr. W. L. Slot Jr. te Rekken ds. J. v. d. Wal te Neede en pastoor J. J. Swildens te Harreveld aan gezocht, tezamen te vormen een Comité tot leiding van de Steunactie voor de storm ramp van 1 Juni 1927, teneinde, zonder over drijving, geheel naar waarheid, het Neder- landsche volk in te lichten omtrent den om vang van de ramp. Uit Deventer meldt men aan het „Hbld.": Het is gebleken, dat in de gemeente Eibergen 61 boerderijen totaal en ruim 30 grootendeels zijn verwoest. Volgens de jongste schatting bedraagt hier de schade ruim zeven ton. De schatting geschiedt voor roerend goed door een commissie ter plaatse, en voor onroerend goed onder verantwoordelijkheid van B. en W. door den gemeenteopzichter, wien door het steun comité een tijdelijk opzichter is toegevoegd. Ir. Kuysten heeft de uitvoering van den herbouw ook hier onder zijn leiding en zond den architect Meyer uit Arnhem voor de beoordeeling der bouwplannen of het ma ken daarvan. Er wordt op gelet, dat de boerderijen bij den herbouw worden gemo derniseerd. gezaagde biels van het verdere gedeelte van den weg, over een afstand van 50 a 60 meter. Deze vernieling was door de linker- wielen van de machine gebeurd terwijl de rechter wielen op sommige plaatsen enkele M.'s diep door het mulle zand van de baan liepen, totdat de locomotief de brug was ge naderd. De snelheid was toen blijkbaar nog niet veel getemperd, want in haar vaart nam de locomotief een paal met draden van het rijkstelefoonnet mee en schoot over de brug, waarbij ongetwijfeld drie-kwart van de machine boven het water hing, en één kwart op den rand van de brug, waarvan het stee- nen landhoofd werd verr.ield. Toen verloor de locomotief het evenwicht en kantelde een vollen slag bij den wal neer, in een vrij diepen kolk en viel daarna nog opzij. De bemanning buitelde, deels onder water, in de cabine mee, en ook Gerrit Draaisma, uit Leeuwarden, die met kameraden aan de spoorlijn stond te vissshen, werd meegesleurd en onderging hetzelfde lot. De pijp van de locomotief drong bij de buiteling diep in den kleibodem weg; later bleek de geheele schoorsteen volgeperst te zijn met klei. Onder de brug zat Willem de Geest uit Leeuwarden te visschen. Deze verleende oogenblikkelijk hulp. Terwijl een groote vlam uit de locomotief sloeg en zwarte rookwolken uit de cabine opstegen, sprong hij te water en zwom met laarzen aan naar de plaats van het ongeluk. Spoedig had hij Draaisma te pakken, dien hij uit de klei moest trekken en later hielp hij ook nog de Gistermiddag vergaderden in de buurt schap Beltrum, ter bespreking van het her stel het Uitvoerend Prov. Comité met de getroffenen en vertegenwoordigers van den A.B.T.B. Daarna werd te Eibergen een ver gadering gehouden van het Uitvoerende Comité met de getroffenen en de besturen van de afd. Eibergen van de Geldersche Overijselsche Mij. van Landbouw, de Coö peratieve Landbouwvereeniging „Eibergen" en de Eibergsche Coöp. Stoomzuivelfabriek. Daar trachtte men te bereiken, dat de herbouw in landbouwkundig opzicht aan de eischen des tijds zal voldoen. Béide verga deringen werden geleid door burgemeester Wilhelm. Merkwaardig is het feit dat ook voor het herstel de getroffenen zeer matig zijn in hun verzoeken om financieelen bij stand. Zoo verklaarden een der getroffenen „wat is mijn schade vergeleken bij die mijner buren". Van dezen getroffene werd meer dan de helft zijner Soerenbehuizing totaal vernield. De aannemer Stuyvenberg uit Den Haag, komt hier heden gereed met den bouw van tien noodwoningen. Einde dezer week zullen nog negen andere gereed ko men. Ook wordt uitgemaakt, aan welke eerste huishoudelijke behoeften der bewo ners van noodwoningen moet worden vol daan. Het opruimingswerk geschiedt hier onder leiding van acht geniesoldaten door vrijwilligers vanwege den A.B.T.B., met werkkrachten dus, die geen loon verlangen. Zelfs uit Wigmond kwamen 15 boerenjon gens helpen, die hun eigen levensbehoeften meebrachten en tevreden waren met een kop koffie als belooning. Ze sliepen in een schuur op wat stroo. Gezorgd wordt voor het niet verloren gaan van goede steenen en hout. De schade aan de veldvruchten valt -,iee, die aan de boomen echter niet. De zoon van de gisteren in Groenlo over leden vrouw Papen ligt in het ziekenhuis te Winterswijk maar is thans stervende. mannen van de locomotief. Alle vier ge troffenen werden naar het stationsgebouw gebracht, waar dokter Dystra de eerste hulp verleende. Draaisma had een arm gebroken en een groote hoofdwonde opgeloopen; de leerling-machinist een ernstige hoofdwonde, de machinist een gekneusden arm en een hoofdwonde; de conducteur was er met een paar onbeduidende wondjes afgekomen. Alle vier zijn later per auto naar een zie kenhuis te Leeuwarden gebracht. Tegen 10 uur kwam eenhulptrein uit Leeuwarden. De spoorbaan moest over 200 meter hersteld worden; hier en daar waren de rails grillig verbogen, 's Namiddags kon het vernieuwde deel weer in gebruik wor den genomen en was het telefoonverkeer gedeeltelijk hersteld. Twee van de drie personen, die als ver dacht van verschillende misdrijven waren gearresteerd en garresteerd en in een cel te steenwijk opgesloten, hebben daar hun voorloopige gevangenis weten te ontvluch ten. Door verbreking van het kijkgat in de celdeur kon een der twee, (de derde was in de marechausseekazerne opgesloten) een pen uitlichten. Met deze pen kon hij de beide grendels van de deur schuiven, waarop hij de deur opende. Daarna heeft hij de grendels van de deur, waarachter zijn kameraad zat, weggeschoven. Zoo kwa men zij in de celgang. Een zich daar be vindende bank hebben zij vervolgens tegen den muur gezet, zijn daar tegen opge klauterd en hebben zich toen door een tuimelraam naar buiten gewerkt. Niet lang hebben zij echter van hun vrijheid genoten. Des middags 3 uur waren zij ontvlucht en reeds om 6 uur werden zij in een rogge veld onder de gemeente Noordwolde aan gehouden. Op last van de justitie zijn zij naar het Huis van Bewaring te Zwolle overgebracht. Een smid, werkzaam in V. d. Berghs Ijzergieterij te Blerik, kwam in aanraking met de electrische leiding, welke onder stroom stond. Bij het verbreken van den stroom viel hij van een hoogte van circa vijf meter. In hoogst bedenkelijke toestand werd hij naar het gasthuis te Venlo overge bracht. Omtrent het spoorwegongeluk bij Hallum, waarbij een locomotief te water geraakte, wordt nog het volgdene gemeld: De locomotief had een extra-trein van Leeuwarden naar Holwerd gebracht en was op den terugweg naar Leeuwarden. Op de machine stonden de machinist P. van Diest, de leerling-machinist J. Bos en de conduc teur K. van der We alle drie te Leewarden wonende. Tegen achten passeerde de ma chine met een snelheid, die op 80 a 90 K.M. wordt geschat, het station Hallum, van de Noord-Friesche Locaalspoorwegmaatschappij, Een paar honderd meter voorbij dit station, nadat een wissel, waarin een bocht, was ge passeerd, sprong de locomotief ter rechter zijde uit de rails en liep een 80 meter op de biels verder, waarna de remmen zijn aange zet. Dit viel op te maken uit de geheel door- Men schrijft aan de Ind. Crt.: In den gemeenteraad van een plaats onder den rook van Soerabaja had een. komisch incident plaats. De voorzitter was door een der leden op een benoeming aan gevallen en in zijn verdediging beriep hi) zich er op, dat het salaris van den bs- noemde door den raad was gevoteerd.... Heftig viel hierop het raadslid, d* heer v. R uit: ,;Mijnheer de voorziter, ik protes teer met kracht tegen de ernstige be schuldiging tegen den vorigen raad." Voorzitter: „Beschuldiging?" De heer v. R.: Zeker, mijnheer de voor zitter, U beschuldigt dien raad immers van fraudel" Voorzitter: „Ik?????" Hr. v. R.: „Zeker, m-nheer, U zegt, dat die raad gefraudeerd heeft." Voorzitter: „Pardon, mijnheer, ik heb ge* zegd: gevoteerd." Hr. v. R.: „Ziet U wel, U houdt de be schuldiging nog vol; de raad heeft zich niet aan fraudeeren schuldig gemaakt." Voorzitter: „Oooooo, ik begrijp U; par don, ik zei ge-e-vee-oo-ttee-ee-ee-er-dee gevoteerd, niet gefraudeerd." (Alge meene hilariteit).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 5