Amsterdam-Batavia.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Woensdag 15 Juni 1927
HOCH HOLLAND! HEIL!"
De Fokker F Vil, waarmede de eerste passagiersreis naar Ned.-Indië
wordt ondernomen, vóór den hangar der K. L. M. De motor snort!
DE EERSTE HANDELSREIS DOOR DE LUCHT
NAAR NED. INDIË.
DE EERSTE PASSAGIERSVLUCHT
NAAR NED.-INDIË. De Amerikaan
Lear Black op Schiphol in gesprek
met den heer Piesman, directeur der
K. L. M., even voor het vertrek der
Fokker F VII.
De beide piloten Geysendorffer en Scholte, poseeren in dé cockpit voor
onzen photograaf vóór zij de groote reis aanvaarden.
De HoIland-Indië-reis van een rijken Amerikaan door de K. L. M. Het
nazien van het Fokker vliegtuig in den hangar op de Waalhaven
J te Rotterdam^
GEMENGD NIEUWS.
Ruzie, vechtpartij en ten slotte
een slachtoffer.
„Laat de klok maar luiden"
De huiszoekingen bij de Indo
nesische studenten te Leiden
en 's-Gravenhage.
Een nieuw carbolineum
Brand bij „Vulcaansoord".
Niet minder dan 69.000
boven de raming.
De brand in de houtfabriek van de firma Korver aan de Oude Karselaac
te Amstelveen. Wat er van de fabri ek overbleef
DE STORMRAMP, IN DEN
GELDERSCHEN ACHTER
HOEK EN OVERIJSEL.
De nieuwe burgemeester van Katwijk, Mr. Dr. J. Schokking, werd dézer
dagen feestelijk door de bevolking ingehaald. De burgemeester en zijn
echtgenoote gekiekt tijdens intocht.
Liefhebbers van de vrijheid.
Voorzichtig met electriciteit!
De locomotief-ontsporing
bij Hallum.
Fonetisch misverstand in
een gemeenteraad.
O
F Is weieens misschien niet zonder grond
s— beweerd, dat hetgeen Nederland tijdens
en na den wereldoorlog voor de noodlijden
den van het buitenland deed, niet met pas
sende erkentelijkheid werd beloond, dit ver
wijt geldt zeker niet voor het Katholieke
.Weenen.
De deelnemers aan den 2en „Internationa
len Gezellen-dag" op het Pinksterfeest te
Weenen gehouden, kunnen dit met grooten
nadruk verzekeren.
Het leek ons, die de vele, vaak ontroeren
de, blijken van deze dankbaarheid van nabij
mochten aanschouwen, alleszins billijk en
kele ervan door middel van de pers ter ken
nis van onze landgenooten te brengen.
Op den vooravond van Pinksteren zou de
officieele begroeting van de 15000 Sint-Jo-
sephs-Gezellen, die van heinde en verre naar
de Donau-stad waren opgegaan, plaats heb
ben. De groote Sophien-zaal, de grootste van
Weenen, kon onmogelijk alle deelnemers be
vatten. Toen tegen half acht de 25 gezellen
uit Nederland, begeleid door vier Eerw. Pre
sidenten, de zaal binnenkwamen, was er
geen plaats meer open. Honderden en nog
eens honderden moesten naar andere zalen
verwezen worden. Nauwelijks echter had de
Generalsekretar, Dr. Joh. Nattermann, de
Nederlanders, kenbaar aan de oranje-kokar
de, waarop het insigne der St. Josephs-
Gezellen was gehecht, van verre gezien, of
hij kwam tot de „freunde aus Holland" en
voerde ons de zaal door naar voren. Aan
onze Gezellen werd een plaats ingeruimd op
de treden van het ruime podium, terwijl de
Eerw. Presidenten werden uitgenoodigd
plaats te nemen op de eerste rij naast Z.Em
Kardinaal Piffl, den Bondskanselier Mgr. Dr.
Seipel en de Oostenrijksche Monsignarie.
De Generalprases, Mgr. Hürth, hield de
openingsrede en begroette achtereenvolgens
de deelnemers der verschillende naties.
Toen de beurt aan „Holland" kwam, brak
aanstonds een overweldigend applaus los,
aangroeiend tot eene o/vatie, waarin het
„Hoch Holland!" van alle kanten werd her
haald en welke niet eindigde alvorens de
Presidenten uit Nederland waren opgestaan
om buigend voor zulk een warme hulde aan
hun vaderland te danken. Pater Weenink.
President van Amsterdam III, die de verga
derden namens Nederland begroette, deelde
mede, dat de Sint Josephs-Gezellen-Vereeni-
ging in ons land, welke in 1922 bij den len
Internationalen Gezellen-dag te Keulen 20
afdeelingen had, nu, na 5 jaren, circa 80
telde. De Eerw. spreker, speciaal de Ween-
sche Gezellen-Vereeniging voor de uitnoo-
diging dankend, deed uitkomen, dat de aan
wezigheid der Hollanders ook bèteekende
een tegenbezoek aan zoovele Oostenrijkers,
meer in het bijzonder den kinderen, die tij
dens de rampspoedige jaren in ons land had
den vertoefd. Bij deze herinnering klonk
weer van alle rijen, uit alle hoeken der zaal
luid het „Hoch Holland!" getuigend van de
waardeering en groote erkentelijkheid voor
de liefde en het medelijden der Nederlan
ders jegens Oostenrijk.
Treffender nog sprak deze sympathie zich
uit op Pinkster-Maandag, tijdens den groo
ten optocht door de straten van Weenen. Op
de „Heldenplatz", het binnenplein van het
voormalig keizerlijk paleis, was de stoet der
Gezellen met hun honderden banieren en
talrijke muziekkorpsen opgesteld. Vóór elke
groep uit de verschillende naties werd een
bord uitgedragen, waarop de naam van hun
land geschilderd was. Aan ons, Nederlan
ders, had men bovendien vier vlaggen, onze
driekleur, uitgereikt, waarvan twee vóór en
twee achter onze groep waren geheven. Toen
wij het binnenplein van den „Hofburg" ver
lieten, trof ons een overweldigend gezicht.
Op de trottoirs der breede straten ston
den de Katholieke Weeners ten getale van
tienduizenden. Zoover 't oog reikte, overal
groetende menschen, overal gewuif met zak
doeken, overal gejuich tot die 15000 voort
trekkende jongemannen, de leden der we
reldorganisatie van Vader Kolping. Geen
enkele groep echter stond zCl in 't brand
punt der belangstelling, werd zóó levendig
toegejuicht als die van „Holland". Waar
wij verschenen, bruiste het „Hoch Holland!
Heil!" zoo luid, zoo intens hartelijk om
hoog. Geroep als „Holland ist brav gewe-
sen!" „Gutes Holland!" enz. klonk tusschen
dat door duizenden monden herhaalde
„Heil!" door. Hier en daar werd ons volks
lied door heeren ingezet; dames wierpen ons
bloemen toe; kinderen, die in ons vaderland
waren opgenomen, riepen, hun „Hoera!" en
„leve Holland!". Kortom: het was alsof ge
durende dien tocht van anderhalf uur Katho
liek Weenen zich had opgemaakt om eene
algemeene hulde te brengen aan „Holland".
En wij, die de blijde getuigen van deze
erkentelijkheid jegens het verre vaderland
mochten zijn, wij waren niet slechts verrast,
doch inderdaad getroffen en ontroerd door
de blijken van groote genegenheid dier
tienduizenden, wier „Hoch Holland! Heil!"
wij als een zegenbede van het dankbaar
Weenen overbrengen aan onze landgenoo
ten. V. H.
een leger van journalisten, fotografen en
filmoperateurs. Buiten het hek staan velen,
die den gang naar Schiphol, in het vroege
morgenuur zich hebben getroost, om ge
tuige te zijn van de afreis.
In den grooten hangar staat, nuchter en
eenvoudig, op het dienstbord geschreven:
Batavia, vertrek 8.30, besturders Geysen-
dorffer en Scholte Om dat bord concen
treerde zich de belangstelling, daar er ver
der nog niets te zien is.
Tegen half acht werd de groote Fokker
F VII door de mecaniciens naar buiten ge
rold. Alle aanwezigen loopen achter het
toestel aan Het vliegtuig is uitgerust met
een luchtgekoelden Jupitermotor van 420
P.K. Op de vraag waar Geysendorffer is,
wordt geantwoord: slaapt nog. Ook van de
andere reizigers is nog niemand te zien.
Langzaam wordt het drukker op het
vliegveld. De bagage, verschillende onder-
De Jan Salie-tijd in ons vaderland, toen
juffers en jonkers in popperige kamers con
verseerden over hoepelrokken en statie-
jassen, en in beuzelarijen het geld ver
teerden, dat hun voorvaderen met energie
en gestagen arbeid hadden verdiend, was
niet alleen het roemloos uitsterven der
Gouden Eeuw van taaie werklust en voor
niets wijkende wilskracht. Die tijd is later
de schakel gebleken tusschen het tijdperk
Vap expansie, van onze zeehelden en koop
vaarders en den tegenwoordigen tijd, waar
in de ontzagwekkende vorderingen der
wetenschap en de met den dag meer ge
perfectioneerde techniek den mensch bij
kans volledig doen heerschen over aarde,
zee en lucht en de natuurkrachten. In de
zeventiende eeuw voeren Houtman en
Barentsz uit om den weg naar Indië te
zoeken; de zeewg werd ten koste van veel
gevonden, die tevens de weg werd naar
macht en rijkdom voor de Republiek der
Zeven Provinciën. In de twintigste eeuw
handhaaft het kleine Nederland den ouden
roem als zeevarende natie, als ingenieuse en
machtige bestrijders van den water-vijand.
Een van onze landgenooten draagt den naam
van Nederland over gansch de wereld, als
het land waar met schitterend resultaat
gearbeid wordt aan de verbetering van het
verkeersmiddel der toekomst, en nog maar
enkel jaren is het geleden, dat drie Neder
landers het voorbeeld der oude Oost-Indië-
vaarders volgden en na veel tegenslagen,
den tocht naar Insulinde door de lucht vol
brachten-
De tegenwoordige tijd, juister: de laatste
weken hebben in het teeken gestaan van
bet vliegtuig als het verkeersmiddel voor
lange afstanden. Nungesser en Coli hebben
de poging gewaagd, Lindbergh vloog in zijn
huisjasje over den Oceaan, Chamberlin en
Levine zijn gevolgd, verschillende wereld
vluchten worden voorbereid. De Oceaan-
vliegers hebben den tocht volbracht en zij
zijn gehuldigd op een manier, die velen
buitensporig, zelfs waanzinnig voorkwam.
Menigen chauvinistischen Nederlander zal
het goed gedaan hebben, dat thans, na de
proef v. d. Hoop c.s., Nederlanders een
dergelijke lange luchtreis gaan ondernemen.
Hedenmorgen steeg van het vliegveld
Schiphol een vliegtuig op, dat de eerste
pasagiersvlucht naar Oost-Indië gaat onder
nemen. Met een Fokker, F VII stegen óp
Geysendorffer en Scholte en als passagiers
de Amerikaan Lear Black en zijn kamer
dienaar.
Die vliegtocht is een reis voor zaken en
lucht-toerisme. Daarom zal er niet naar ge
streefd worden in zoo kort mogelijken tijd
Batavia te bereiken. De bedoeling van de
K. L. M. is met deze vlucht de mogelijkheid
van een geregelde luchtverbinding tusschen
Europeesch en Aziatisch Nederland te toet
sen aan de practijk
De rejs zal vijf weken duren, zoodat
men omstreeks 20 Juli in Amsterdam hoopt
terug te zijn.
De heer Lear Black, die een ware lucht-
toerist schijnt te zijn, heeft met dezelfde
bestuurders reeds 22.000 K. M. gevlogen.
Aanvankelijk zou de reis, zooals bekend, in
deelen en gereedschappen worden op een
wagentje naar het vliegtuig gereden en
ingeladen. Eenige sensatie wordt gewekt
als om even over acht uur de heer Lear
Black op het veld verschijnt. Hij is in drukke
conversatie gewikkeld met oud-generaal
Snijders en den aviateur Koolhoven. Lang
zaam trekt een menigte fotografen en film
Aleppo, Bagdad, Bender, Abbas, Karatsji,
Ambala (of Dehn), Alagabad, Calcutta,
Rangooon, Bangkok, Sengora, Medan (of
Singapore), Batavia.
Voor zijn vertrek verklaarde de heer van
Lear Black, die uit een Hollandsche familie
stamt, dat hij het van groot belang acht
voor de betrekkingen tusschen de verschil
lende naties, dat snelle verbindingen tus
schen de landen tot stand komen. „Ik kan
nu in tien dagen in Australië zijn, want met
deze Hollandsche piloten is niets onmoge
lijk."
De eerste étappe van de vlucht gaat naar
Boedapest, waar men hedenmiddag tusschen
5 en 6 uur hoopt aan te komen.
De mogelijkheid bestaat, dat, indien het
weer gunstig is, doorgevlogen wordt naar
Constantinopel, doch op Schiphol acht men
dit niet waarschijnlijk.
De heer Lear Black zeide nog, dat hij
dezen tocht uit een zakelijk oogpunt be
schouwde. Het is geen „stunt", zooals de
vluchten van Lindbergh en Chamberlin. Hij
achtte de kosten van de reis niet te hoog,
daar hij in korten tijd in staat is, vijftien lan
den te bezoeken.
Londen beginnen, doch de heer Lear Black
heeft gevolg gegeven aan 't verlangen der
K. L. M., om Amsterdam als beginpunt te
nemen.
Gisteravond is hij per vliegtuig op Schip
hol aangekomen; het comité Vliegtocht
NederlandIndië, was des avonds zijn
gastheer.
Des morgens 7 uur vertrokken een aantal
auobussen met genoodigden en journalisten
van het passagebureau der K. L. M. op het
Leidscheplein naar Schiphol.
Daar verzamelde zich een groot aantal
belangstellenden, autoriteiten der K. L. M„
onder wie directeur Piesman, leden van
het Comité Vliegtocht NederlandIndië,
met zijn voorz, oud-generaal Snijders, en
operateurs een kring om het groepje, de
toestellen snorren en de afsluiters der foto
toestellen tikken herhaaldelijk De heer
Lear Black poseert voor iedereen, die het
hem vraagt.
Van een zenuwachtige of opgewonden
stemming is niets te bespeuren. Het doet
weldadig aan, na de uitzinnige huldigingen
en ovaties aan de Oceaanvliegers, die onge
veer tot half-goden zijn verheven, hier te
constateeren, dat van bovenmatige geest
drift geen sprake is. Het publiek kijkt be
langstellend toe en de reizigers gedragen
zich of zij een kort uitstapje gaan onder
nemen.
De mecaniciens slaan met één slag den
motor aan, het helsche lawaai maakt iedere
conversatie onmogelijk. De aanwezigen
groepeeren zich nu allen om het vliegtuig.
Verschillende autoriteiten stappen in de
cabine om het inwendige te bezichtigen,
doch maken dadelijk plaats voor de reizi
gers. Een bediende van de K. L. M. plaatst
enkele bloemen in de daarvoor bestemde
vaasjes. Enkele journalisten doen Ameri-
kaansch en vragen den piloten hoe zij zich
voelen. Zij lachen en verklaren dat de wind
gunstiger kon zijn; „maar over den wind
zijn wij nooit tevreden". Aan het deurtje
van de cabine wordt afscheid genomen van
den heer Lear Black, de piloten Geysen
dorffer en Scholte, den mecanicien en den
kamerdienaar van den heer Lear Black. De
beide piloten vertoonen zich beurtelings
voor het raampje van de cockpit om voor
den zooveelsten keer verfilmd en gephoto-
grafeerd te worden. Scholte wuift naar zijn
vrouw en dcohtertje. Dan worden de deur
tjes gesloten. De fotografen stellen zich
verder in het veld op om het opstijgen te
vereeuwigen. De werklieden maken ruimte,
de motor begint nog harder te snorren, en
langzaam taxiet de groote Fokker over het
vliegveld. Gepn buitengewone geestdrift,
alleen gewuif met hoeden en zakdoeken, de
Fokker verheft zich van den grond, koerst
onmiddellijk in de richting van de hoofd
stad en, geëscorteerd door drie andere
vliegtuigen, begint de Fokker, gewoon, als
of het een reisje van enkele uren geldt, de
groote reis naar Batavia. Het is precies
half negen.
De route die het vliegtuig zal volgen is:
Amsterdam, Boedapest, Konstantinopel,
Tusschen eenige opgeschoten jongens ont
stond te Leiden aan de Koolgracht een
volksbuurt in het oostelijk gedeelte der
oude stad. een hoogloopcnde ruzie, die ten
slotte uitliep op een vechtpartij, waarbij de
24-jarige schoenmaker P. den werkman V.
met een mes in den buik stak, waardoor
deze ernstig gewond werd en na eerst
voorloopig ter plaatse door den Eerste
Hulpdienst verbonden te zijn, per brancard
naar het Academisch Z'ekenhuis vervoerd
moest worden.
De politie heeft den dader aangehouden.
De vorige week bestond de Spaar- en
Bewaarbank te Putten 50 jaren. In een toen
gehouden feestvergadering is besloten de
gemeente Putten aan te bieden om de groo-
te luidklok in den toren, die reeds 150 jaren
geleden is gescheurd, te laten overgieten
en het toren-uurwerk dat nog steeds slechts
van één wijzer is voorzien, te doen ver
anderen.
Maandag heeft Mr. A. M. Joekes, lid der
Tweede Kamer, een bezoek aan de Indone
sische studenten gebracht, bij wie dezer da
gen een inval met het gebeurde een onder
zoek in ten einde te overwegen, of er ook
aanleiding kan zijn de regeering over deze
aangelegenheid vragen te stellen.
Eveneens stelde Prof, Hazeu een onder
zoek ter plaatse in.
Het Tweede Kamerlid, de heer Cramer,
heeft de volgende schriftelijke vragen tot
den min ster van Justitie gericht:
Is de minister bereid een onderzoek in te
de justitie aanleiding heeft gegeven huiszoe
kingen te doen in Indonesische kringen te
Den Haag en Leiden?
Is de m nister bereid een onderzoek in te
stellen naar de wijze, waarop door de poli
tie bij de huiszoekingen, in het bijzonder bij
die in perceel Waterstraat no. 1 te Leiden
tegenover de inwonenden o.a. tegenover de
echtgenoote van een der Indonesische stu
denten, is opgetreden?
Is het juist, dat vele van de Indonesische
studenten met revolvers inhun zak liepen en
een aantal revolvers in beslag i sgenomen?
Wil de minister mededeelen, hoe groot
het bij het onderzoek gevonden en in beslag
genomen aantal revolvers bedraagt?
Is het den minister bekend, dat naast
allerlei boeken en bescheiden ook de pas
poorten van de Indonesische studenten in
beslag zijn genomen?
Is de minister bereid te bevorderen, dat
deze paspoorten en andere voor het onder
zoek van geen belang zijnde bescheiden zoo
spoedig mogelijk weer aan belanghebbenden
worden teruggeven?
Is de minister bereid te gelegenertijd mede
te deelen, welke resultaten de hier bedoelde
huiszoekingen en het onderzoek van de
daarbij gevonden documenten enz. hebben
opgeleverd en of en in welk opzicht hiervan
een communistisch complot of van een ern
stige samenzwering tegen den Staat mag
worden gesproken? Is de minister bereid
mede te deelen, of het waar is, dat de In
donesische studenten reeds geruimen tijd
onder politie-controle hebben gestaan en in
al hun gangen zijn nagegaan?
Zoo dit bericht juist is, wi' de minister
dan mededeelen, wat daartoe aanleiding
heeft gegeven?
is in den handel gebracht onder den naam:
"Hammerius-Kleur-Carbolineum. Verschillen
de vakbladen als Chemische Courant en
Vraag en Aanbod schrijven, dat deze carbo
lineum zich onderscheidt door een groot be-
derfwarend vermogen. Ze is volkomen kleur
vast, water- en lichtgestendig en dekt gelijk
verf. Ook het droogproces verloopt spoedig
en normaal. Met I K.G. dezer Kleurcarboli-
neum bestrijkt men evenveel oppervlakte
als met ca. 3 K.G. verf.
Belangstellenden naar dit chemisch pre
paraat, verwijzen we voorts naar de adver
tentie-kolommen.
Op de ijzergieterij en émaillefabriek „Vul
caansoord" te Terborg is brand uitgebro
ken. De brandweer versterkt met de stoom
spuiten uit Doetinchenl en Gendringen is er
in geslaagd het vuur tot het pakhuis te be
perken. Een groote partij émaille, ter ver
zending gereed, ging met veel emballage
en het gebouw zelf verloren.
B. en W. van Leiden deelen den Raad
hunner gemeente mede, dat de veelbespro
ken bouw van het politiebureau de oor
spronkelijke raming van 250.0000 met
69.000 heeft overschreden, hetgeen hoofd
zakelijk een gevolg is van het feit, dat 't
bouwplan bij uitwerking gaandeweg groo-
ter werd.
De burgemeester van Neede, Eibergen en
Lichtenvoorde hebben de heeren dr. W. L.
Slot Jr. te Rekken ds. J. v. d. Wal te Neede
en pastoor J. J. Swildens te Harreveld aan
gezocht, tezamen te vormen een Comité tot
leiding van de Steunactie voor de storm
ramp van 1 Juni 1927, teneinde, zonder over
drijving, geheel naar waarheid, het Neder-
landsche volk in te lichten omtrent den om
vang van de ramp.
Uit Deventer meldt men aan het „Hbld.":
Het is gebleken, dat in de gemeente
Eibergen 61 boerderijen totaal en ruim 30
grootendeels zijn verwoest. Volgens de
jongste schatting bedraagt hier de schade
ruim zeven ton. De schatting geschiedt voor
roerend goed door een commissie ter
plaatse, en voor onroerend goed onder
verantwoordelijkheid van B. en W. door den
gemeenteopzichter, wien door het steun
comité een tijdelijk opzichter is toegevoegd.
Ir. Kuysten heeft de uitvoering van den
herbouw ook hier onder zijn leiding en zond
den architect Meyer uit Arnhem voor de
beoordeeling der bouwplannen of het ma
ken daarvan. Er wordt op gelet, dat de
boerderijen bij den herbouw worden gemo
derniseerd.
gezaagde biels van het verdere gedeelte
van den weg, over een afstand van 50 a 60
meter. Deze vernieling was door de linker-
wielen van de machine gebeurd terwijl de
rechter wielen op sommige plaatsen enkele
M.'s diep door het mulle zand van de baan
liepen, totdat de locomotief de brug was ge
naderd. De snelheid was toen blijkbaar nog
niet veel getemperd, want in haar vaart
nam de locomotief een paal met draden van
het rijkstelefoonnet mee en schoot over de
brug, waarbij ongetwijfeld drie-kwart van de
machine boven het water hing, en één kwart
op den rand van de brug, waarvan het stee-
nen landhoofd werd verr.ield. Toen verloor
de locomotief het evenwicht en kantelde een
vollen slag bij den wal neer, in een vrij
diepen kolk en viel daarna nog opzij.
De bemanning buitelde, deels onder water,
in de cabine mee, en ook Gerrit Draaisma, uit
Leeuwarden, die met kameraden aan de
spoorlijn stond te vissshen, werd meegesleurd
en onderging hetzelfde lot. De pijp van de
locomotief drong bij de buiteling diep in den
kleibodem weg; later bleek de geheele
schoorsteen volgeperst te zijn met klei.
Onder de brug zat Willem de Geest uit
Leeuwarden te visschen. Deze verleende
oogenblikkelijk hulp. Terwijl een groote
vlam uit de locomotief sloeg en zwarte
rookwolken uit de cabine opstegen, sprong
hij te water en zwom met laarzen aan naar
de plaats van het ongeluk. Spoedig had hij
Draaisma te pakken, dien hij uit de klei
moest trekken en later hielp hij ook nog de
Gistermiddag vergaderden in de buurt
schap Beltrum, ter bespreking van het her
stel het Uitvoerend Prov. Comité met de
getroffenen en vertegenwoordigers van den
A.B.T.B. Daarna werd te Eibergen een ver
gadering gehouden van het Uitvoerende
Comité met de getroffenen en de besturen
van de afd. Eibergen van de Geldersche
Overijselsche Mij. van Landbouw, de Coö
peratieve Landbouwvereeniging „Eibergen"
en de Eibergsche Coöp. Stoomzuivelfabriek.
Daar trachtte men te bereiken, dat de
herbouw in landbouwkundig opzicht aan de
eischen des tijds zal voldoen. Béide verga
deringen werden geleid door burgemeester
Wilhelm. Merkwaardig is het feit dat ook
voor het herstel de getroffenen zeer matig
zijn in hun verzoeken om financieelen bij
stand.
Zoo verklaarden een der getroffenen „wat
is mijn schade vergeleken bij die mijner
buren". Van dezen getroffene werd meer
dan de helft zijner Soerenbehuizing totaal
vernield. De aannemer Stuyvenberg uit Den
Haag, komt hier heden gereed met den
bouw van tien noodwoningen. Einde dezer
week zullen nog negen andere gereed ko
men. Ook wordt uitgemaakt, aan welke
eerste huishoudelijke behoeften der bewo
ners van noodwoningen moet worden vol
daan. Het opruimingswerk geschiedt hier
onder leiding van acht geniesoldaten door
vrijwilligers vanwege den A.B.T.B., met
werkkrachten dus, die geen loon verlangen.
Zelfs uit Wigmond kwamen 15 boerenjon
gens helpen, die hun eigen levensbehoeften
meebrachten en tevreden waren met een kop
koffie als belooning. Ze sliepen in een
schuur op wat stroo. Gezorgd wordt voor
het niet verloren gaan van goede steenen en
hout. De schade aan de veldvruchten valt
-,iee, die aan de boomen echter niet.
De zoon van de gisteren in Groenlo over
leden vrouw Papen ligt in het ziekenhuis
te Winterswijk maar is thans stervende.
mannen van de locomotief. Alle vier ge
troffenen werden naar het stationsgebouw
gebracht, waar dokter Dystra de eerste hulp
verleende. Draaisma had een arm gebroken
en een groote hoofdwonde opgeloopen; de
leerling-machinist een ernstige hoofdwonde,
de machinist een gekneusden arm en een
hoofdwonde; de conducteur was er met een
paar onbeduidende wondjes afgekomen.
Alle vier zijn later per auto naar een zie
kenhuis te Leeuwarden gebracht.
Tegen 10 uur kwam eenhulptrein uit
Leeuwarden. De spoorbaan moest over 200
meter hersteld worden; hier en daar waren
de rails grillig verbogen, 's Namiddags kon
het vernieuwde deel weer in gebruik wor
den genomen en was het telefoonverkeer
gedeeltelijk hersteld.
Twee van de drie personen, die als ver
dacht van verschillende misdrijven waren
gearresteerd en garresteerd en in een cel
te steenwijk opgesloten, hebben daar hun
voorloopige gevangenis weten te ontvluch
ten. Door verbreking van het kijkgat in
de celdeur kon een der twee, (de derde
was in de marechausseekazerne opgesloten)
een pen uitlichten. Met deze pen kon hij
de beide grendels van de deur schuiven,
waarop hij de deur opende. Daarna heeft
hij de grendels van de deur, waarachter
zijn kameraad zat, weggeschoven. Zoo kwa
men zij in de celgang. Een zich daar be
vindende bank hebben zij vervolgens tegen
den muur gezet, zijn daar tegen opge
klauterd en hebben zich toen door een
tuimelraam naar buiten gewerkt. Niet lang
hebben zij echter van hun vrijheid genoten.
Des middags 3 uur waren zij ontvlucht en
reeds om 6 uur werden zij in een rogge
veld onder de gemeente Noordwolde aan
gehouden.
Op last van de justitie zijn zij naar het
Huis van Bewaring te Zwolle overgebracht.
Een smid, werkzaam in V. d. Berghs
Ijzergieterij te Blerik, kwam in aanraking
met de electrische leiding, welke onder
stroom stond. Bij het verbreken van den
stroom viel hij van een hoogte van circa
vijf meter. In hoogst bedenkelijke toestand
werd hij naar het gasthuis te Venlo overge
bracht.
Omtrent het spoorwegongeluk bij Hallum,
waarbij een locomotief te water geraakte,
wordt nog het volgdene gemeld:
De locomotief had een extra-trein van
Leeuwarden naar Holwerd gebracht en was
op den terugweg naar Leeuwarden. Op de
machine stonden de machinist P. van Diest,
de leerling-machinist J. Bos en de conduc
teur K. van der We alle drie te Leewarden
wonende. Tegen achten passeerde de ma
chine met een snelheid, die op 80 a 90 K.M.
wordt geschat, het station Hallum, van de
Noord-Friesche Locaalspoorwegmaatschappij,
Een paar honderd meter voorbij dit station,
nadat een wissel, waarin een bocht, was ge
passeerd, sprong de locomotief ter rechter
zijde uit de rails en liep een 80 meter op de
biels verder, waarna de remmen zijn aange
zet. Dit viel op te maken uit de geheel door-
Men schrijft aan de Ind. Crt.:
In den gemeenteraad van een plaats
onder den rook van Soerabaja had een.
komisch incident plaats. De voorzitter was
door een der leden op een benoeming aan
gevallen en in zijn verdediging beriep hi)
zich er op, dat het salaris van den bs-
noemde door den raad was gevoteerd....
Heftig viel hierop het raadslid, d* heer
v. R uit: ,;Mijnheer de voorziter, ik protes
teer met kracht tegen de ernstige be
schuldiging tegen den vorigen raad."
Voorzitter: „Beschuldiging?"
De heer v. R.: Zeker, mijnheer de voor
zitter, U beschuldigt dien raad immers van
fraudel"
Voorzitter: „Ik?????"
Hr. v. R.: „Zeker, m-nheer, U zegt, dat
die raad gefraudeerd heeft."
Voorzitter: „Pardon, mijnheer, ik heb ge*
zegd: gevoteerd."
Hr. v. R.: „Ziet U wel, U houdt de be
schuldiging nog vol; de raad heeft zich niet
aan fraudeeren schuldig gemaakt."
Voorzitter: „Oooooo, ik begrijp U; par
don, ik zei ge-e-vee-oo-ttee-ee-ee-er-dee
gevoteerd, niet gefraudeerd." (Alge
meene hilariteit).