ECHT DELFTSCH STADSNIEUWS. hi VEREENIGINGVAN NEDERL. GEMEENTEN. CONGRES TE HAARLEM. Jac. P. Thijsse. De aanvaring van de sluis te IJmuiden. van „DE PORCEIEYNE FLES" H. J. LAMP, B4RTELJORISSTR. IS SPORT EN WEDSTRIJDEN. WIELRENNEN. TENNIS. TENNIS. HONKBAL. WATERPOLO. LAATClTNmÜWS.- Het ftaliaanschZuidslavisch geschil. De muziekfeesten te Frankfort. I- I (Vervolg.) Omstandigheden dus, welke he overdui delijk maken, dat het college van B. en W. doordrongen is van de noodzakelijkheid, om op stabiliteit in het bedrijfsbeheer en van de bedrijfswinsten aan te dringen en aan thoretische beschouwingen, ter zake slechts beperkte waarde kan hechten. Dat die bedrijfswinsten niet gemist kunnen wor den, blijkt duidelijk uit het staatje, opgeno men in het prae-advies van mr. de Boer. De mogelijkheid schijnt spr. uitgesloten, om door verhooging van den reeds lood- zwaren druk der inkomstenbelasting het maken van winst uit de bedrij"en uit te schakelen, terwijl de verstgaande wijziging in de thans bestaande finantieele verhou ding van rijk en gemeenten dan ook wel niet mogelijk zal maken. Spr. meent, dat met bezorgheid moet worden geconstateerd dat enkele provinciale bedril/en niet alleen als pr'.ductieve-bedrii'-en optreden, maar ook als distributie-bedrijf fungeeren, zelfs daar, waar dat allerminst in het belang van de gemeenten is. Het gevaar schuilt daarin, dat daardoor den gemeenten een rechtma tige bate wordt ontnomen. Spr. constateert, dat de prae-adviseurs tot verrassend gelijke conclusies zijn geko men. Daarin ziet hij iets verheugends, om dat zich gaandeweg daarover een commu nis opinio vormt. Spr. vraagt de heer De Boer, wat deze meent, met den zin, dat bedrijven niet mo gen gesticht worden, om de gemeentelijke «komsten te versterken. Spr. merkt verder op, dat hij gemist heeft in het prae-advies van mr. de Boer de grootte van de te ma ken winst. Ook de heer Wibaut glijdt daar te licht overheen. Van een gemfeentebe- drijf moet naast een uitnemend beheer, vol gens spr. worden geëischt het leveren van goede waar, het hebben van behoorlijke arbeidsvoorwaarden en loonregelingen voor zijn personeel en het leveren van. het pro duct tegen billijken prijs. Wordt aan deze drie voorwaarden voldaan, dan behoort dc winst welke de gemeente uit het bedrijf haalt, als gewone inkomst der gemeente te worden beschouwd. Spr. acht het onjuist en onbillijk, de bedrijfspolitiek in een ge meente te veroordeelen, omdat hooge win sten worden gemaakt. Met den heer Wi baut is spr. het eens, dat de vreugde daar over algemeen behoort te zijn. Wanneer Amsterdam bijv. op zijn gasbe drijf een behoorlijke winst maakt, dan is dat voor die gemeente een heugelijk feit, omdat aan de drie genoemde voorwaarden is voldaan. Uit de kennisneming van de be langrijke bedragen, welke door de gemeen te als bedrijfswinsten worden gemaakt, mag niet worden geconcludeerd, dat die winsten te hoog zijn. Dat kan eerst worden beoor deeld na kennisneming van de in de bedrij ven gestoken kapitalen en van den jaar- iijkschen omzet. Spr. kan het standpunt, dat de winsten ongewenscht zijn, omdat daarmede sociale maatregelen gefinancierd kunnen worden, welke anders achterwege zouden zijn ge bleven, niet deelen. Hij acht het integen deel een zegen, dat in den weg der midde len, door volkomen, oirbare bedrijfswinsten het gemeente-besturen mogelijk wordt ge maakt, die maatregelen te treffen, welke op sociaal, economisch en ethisch gebied leiden tot stoffelijke levensverruiming der economisch zwakkeren in de maaschappij, waarmede ook dikwijls geestelijke winst gepaard gaat. De heer Van Aalten, raadslid van Rot terdam, heeft met buitengewoon genoegen de selling van den heer Wibaut gelezen betreffende het nemen van winsten uit de bedrijven. Vroeger werd dat door een zij de, den heer Wibaut verwant, brandschat ten van de burgerij e. d. genoemd. Spr. heeft geen bepaalden grondslag gevonden in de prae-adviezen, hoever men mag gaan met het maken van winst. Spr. zou het be treuren. als te nauw verband gelegd werd tusschen de winsten uit de bedrijven en de gemeentelijke inkomstenbelasting. Waarom denkt men niet aan andere belastingen? Waarom wil men die beperking ten aanzien van de bedrijven alleen? Nooit is er b.v. verban gelegd tusschen het bezit van ter reinen en de belastingen, Spr. wijst op en kele moeilijkheden bij de levering door een bedrijf, vooral door het electriciteitsbe- diijf dat levert voor huishoudelijk gebruik en industrie, aan andere gemeenten, enz. Voor een antwoord op de gestelde vraag, zal men daarom elk bedrijf apart moeten beschouwen. Een algemeen antwoord is er moeilijk op te geven. Da voorzitter, heet welkom den heer Frederiks, vertegenwoordiger van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken. De heer Van Doorn, burgemeester van Zwijndrecht, wijst op het verschil tusschen gemeentebedrijven, die gewoonlijk mono polistisch zijn en particuliere bedrijven. Be drijfspolitiek moet door andere doeleinden beheerscht worden dan door belaslingpoli- tiek. Zou, wat men in het particuliere be drijf uitgaan boven het uitkeeren van redelijke dividenden noemt, kunnen geschie den, dan moeten volgens spr. de tarieven verlaagd worden. Spr. acht de stelling van den heer Wibaut betreffende de uitkeering van winst niet juist. Wat te veel geheven wordt volgens bedrijfstarieven, is een soort forensenbelasting. Spr. concludeert, dat redeliike winst ge maakt mag worden en deze niet dienen voor de gewone uitgaven; dat die winsten niet mogen gaan boven het uitkeeren van een redelijk dividend en, wanneer zij daarboven gaat het karakter van belasting- beffing aannemen. De heer Balkestein. wethouder van Zwolle, vraagt zich af, hoe men vrijheid aan de bedrijven wil laten. Spr. zondert de vrijheid voor het tech nische deel van een bedrijf uit. maar ove rigens wil menigeen in de bedrijven een ■woordje meespreken. Spr. onderschrijft o) :r deze vrijheid der bedrijven het meest de meening van den heer De Boer. Maar hoe ver wil hij gaan? De bedrijven worden dik wijls meer en meer een speelbal in de banden van den gemeenteraad. Daarom zou spr. de beperking der vrijheid voor de bedrijven willen beperken tot het College van B. en W., opdat eindelooze debatten over bedrijvenpolitiek in gemeenteraden voorkomen worden. Spr. meent, dat voor de gemeentebedrijven een voorbeeld geno men moet worden aan de soepelheid der 1 particuliere bedrijven. Dc heer Meijer, directeur van het Bureau voor Verificatie van gemeente-financiën, ren Haag, is van Oordeel, dat het prae- rdvies van den heer De Boer meer weife- 1 «ld is, dat van den heer Wibaut meer be- s'ist. Spr. meent, dat de heer De Boer zich r let kan beperken tot de bedrijven volgens r rt. 238, 2e lid der Gemeentewet. Spr. :eft aan, wat hij verstaat onder het be- g.ip van een gemeentebedrijf. De bedrii- :n hebben zich ook te richten naar be- d tjfs-economische regelen. Set vormen van een reserve in een be- c ijf heeft volgens spr. geen zin. Die taak b hoort aan de gemeente. Zij kan een re- s ve uit de winsten der bedrijven vormen en die reserve gebruiken. De practijk h' aft geleerd, dat het vormen van reserves in bedrijven tot allerlei bedenkelijke ver st' ijnselen kan leiden, zelfs tot gefingeerde b- 'ansen en kapitaalsverspilling. 'pr. vraagt zich af, of de gevoerde prij- zc ipolitiek goed is, zooals de heer Wi- b; .it in zijn prae-advies stelt. Betreurd moet, volgens spr., worden, dat het noo dig is, hooge winsten te maken bij de be drijven. Practisch wordt door de hooge tarieven indirecte belasting geheven, Spr. is het met beide prae-adviezen eens. dat de winsten gebruikt moeten worden voor versterking der gewone inkomsten. Met de conclusies van mr. De Boer be treffende kapitaalsvorming en reserve-vor ming kan spr. niet instemmen. Z.i. moet er een redelijke verhouding bestaan tusschen bedrijfswinsten en het heffen van belastingen. De heer Goedhart, wethouder van Arnhem, wijst er op, dat door de om standigheden vele theorieën zijn gewijzigd. Spr. constateert met vreugde de groote uilkeeringen door de bedrijven aan de ge meente. De gemeente moet die bedragen innen, zonder verband met de belastingen. Als men niet weet. of er winst gemaakt zal worden, is het commercieel fout, toch reeds winst als inkomst der gemeente te ramen en er zelfs over te beschikken in de begrooting. Maakt men geen raming der winst in de begroeiing, dan zal de gemaakte winst gelden voor het volgend jaar. Als overgangsmaatregel zou men een reserve kunnen maken tot sluitend maken der begrooting. De winst wordt toch als batig saldo in de gemeente-rekening ver antwoord. In Arnhem zelf wordt deze regeling ook niet gevolgd, doch dit is noodgedwongen. Bij beteren toestand zal die regeling ech ter worden gevolgd. Spr. meent, dat den directeur der be drijven meer vrijheid ten opzichte van de technische leiding gegeven moet worden. De heer De Veer, wethouder van Mid delburg, meent, dat niet alleen de vraag gesteld moet worden, of winst gemaakt mag worden, maar ook hoe groot die win sten mogen zijn. Slechts zijdelings wordt daarop door de prae-adviseurs geant woord. Aan de stelling van mr. De Boer betref fende prijsdrukking en kunstmatige prijs opdrijving heeft men geen houvast. De leidende gedachten van den heer Wi baut geven evenmin houvast. Logisch zou daaruit moeten volgen, dat men tegen kostprijs moet leveren, om den grootst mo gelijken omzet te verkrijgen. Maar hij be toogt geheel iets anders. Hij wil iets bren gen binnen het bereik van alle ingezetenen en tot hun grootste gerief, echter behoudens behoorliike winst. Maar wat is behoorlijke winst? Spr. gaat ten slotte nader in op een te voeren prijzenpolitiek. De heer Van Poelje, referendaris aan de gemeente-secretarie* te 's Gravenbage, is nog de dwaling toegedaan, dat men de on dernemerswinst, gemaakt bij de bedrijven, moet vergelijken met belastingen. Spr. herinnert aan het Congres van 1910, waar dit aangetoond is door de heeren Patijn en Vliegen, destijds wethouder van Amsterdam. menten voor ondernemerswinst. Dat zijn ondernemersloon, ondernemersrisico en on- oernemerspreroie. Ondernemersloon acht spr. als factor bij de bedrijven gering, evenzoo de factor cndernemersrisico. De factor ondernemers- premie neemt echter de belangrijke plaats bij de bedrijvenwinst in. De gemeente heeft een bevoorrechting van haar bedrijf, door dat bet monopolistisch is. In bron en oor sprong is een beduidende winst uit de ge meentebedrijven te vergelijken met de hef fing van een belasting. Spr. is hiermede in goed gezelschap, als Patijn,VI iegen, Lindemann, de vader der si- cialistische gemeentepolitiek in Duitsch- land. De druk der bedrijfstarieven moet vol gens spr. gesteld worden naast den druk der belastingen en in dat verband moet de redelijkheid der tarieven beschouwd wor den. Spr. acht het onjuist, de bedrijvenwinst te vergelijken met ondernemersloon. Spr. criteert Lindemann over de bedrij venpolitiek en meent, dat analyseering over de bedrijfstarieven moet volgen, alvorens kan gesproken worden over een gemeente bedrijf, dat voldoet aan alle te stellen eischen Spr. meent, dat nu eerst begonnen moet worden met een studie van bet beheer der bedrijven en dan moet het tarifstelsel ge bracht worden in overeenstemming met het stelsel der belastingheffing. Eerst dan is men, volgens spr., toe aan een goed be drijfsbeheer. De prae-adviseurs aan het woord. Het woord is dan aan de prae-adviseurs, allereerst aan mr. De Boer. Deze constateert, dat men met de be handeling van het vraagstuk niet veel ver der is gekomen. Dat had spr. ook niet ver wacht. Het is moeilijk, algemeene lijnen te stellen voor alle bedrijven. Spr. heeft het! noodig gevonden, eerst uiteen te zetten, wat hij onder gemeente bedrijven verstaat. Het is inderdaad zoo, dat het moeilijk is, een gemeentebedrijf aan te wijzen, dat zuiver en alleen bedrijf is. En deze omstandigheden oefenden natuui- lijk invloed uit op de vraagstukken betref fende de bedrijven. Spr. gelooft, dat in ieder bijzonder geval, nagegaan moet worden, in hoeverre men vaii de algemeene regelen moet afwijken. De heer Van Aalten heeft daar, volgens spr,, het sterkst de aandacht op gevestigd. Spr. houdt vast aan zijn in het prae-advies vastgelegde meening, wat onder een ge meentebedrijf moet worden verstaan. Spr. komt dan tot de vrijheid, toe te kennen aan een gemeentebedrijf. Spr. ziet geen kans, precies te formuleeren, welke bevoegdheid vastgelegd moet werden in een instructie voor alle bedrijven. Dit moet voor elk bedrijf apart beschouwd worden. Spr. zou een gemeentebedrijf die vrijheid willen geven, welke ieder ander bedrijf ge niet. Spr. wenscht niet alleen vrijheid voor de technische leiding van het bedrijf, maar ook, en zoo groot mogelijk, voor de finan- cieele leidirig. Geen enkele handeling toch, cok geen technische, wordt gedaan of zij heeft hare financieele gevolgen. Het beheer van reserves zou spr. niet anders beschouwd willen zien dan zooals re serves beschouwd worden in particuliere bedrijven. Het is onmogelijk een bepaald percentage voor bet maken van winst aan te geven of een verhouding tusschen het maken van bedrijvenwinst en 't heffen van belastingen. Het beheer heeft zich te richten naar de regelen, welke ook een particulier bedrijf stelt, ook ten aanzien van de prijzenpoli tiek. Een politiek moet gevoerd worden, dat het bedrijf aan zijn bestemming voldoet. Spr. gaat dan na den invloed, welke de winst heeft op de samenstelling der ge- meentebegrootingen. Hij is van oordeel, dal de opcentenbelastingen uitgeschakeld kun nen worden, omdat zij over bet algemeen geen groote rol spelen. In de 6 grootste steden bedraagt de opbrengst slechts 1/3 tot 1/5 van die der inkomstenbelastingen. De belastingpolitiek moet niet afhanke lijk gesteld worden van de opbrengst der bedrijven. Spr. zou daarbij echter niet het stelsel willen volgen van den heer Goed hart. Voldoende zal het zijn, een reserve in de bedrijven te vormen. Spr. meent, dat zoolang niet een karak teristiek verschil is aangegeven tusschen gemeentelijk en particulier bedrijf, er geen enkele reden is ten opzichte van het ge meentelijk bedrijf af te wijken van een nor maal economisch beheer. Er is wel degelijk principieel verschil tus schen het prae-advies van den heer Wibaut en dat van spr.. Allererst in zake de op vattingen van het karakter der onderne merswinst, Verder omtrent het gelijk zijn der prijzen voor alle groepen. Dan neemt de tweede prae-adviseur, de heer Wibaut, het woord. Spr. beantwoordt allereerst den heer Poelje. De heer Vliegen heeft zich in zijn prae- advies in 1910 gekeerd tegen het feit, dat men de bedrijfswinsten gebruikte tot het laag houden der inkomstenbelasting en het tegengaan van progressie dier belasting. Dat systeem werd toen door den heer Vlie gen brandschatting der burgerij genoemd. Maar dat standpunt neemt spr. nog in. Er heeft zich echter een andere belastiag- politiek gevormd. Daarom moet deze zaak ook in ander licht beschouwd worden dan in 1910. Spr. wijst ook op het in 1907 verschenen boekje van Hugo Lindemann en wijst er op, dat sindsdien het monopolistisch ka rakter van het electriciteitsbedrijf gewijzigd is. In 1907 richtte dit bedrijf zich op het leveren van licht aan ingezetenen; thans levert het energie aan de industrie, die, mits zij voldoet aan enkele bepalingen, zelf elec- triciteit kan opwekken. Daarom noemt spr. het monopolistisch karakter van dat bedrijf zeer verzwakt. De tarievenpolitiek beoogt 't vaststellen van den kostprijs en het vaststellen der winst marge. Voor het ecne bedrijf is de vast stelling van den kostprijs moeilijker dan voor het andere. I Het particuliere bedrijf mag en moet er op gericht zijn de grootst mogelijke winsten te maken, welke het voordee- ligst is. Dat mag het gemeentebedrijf niet. Dit mag niet toepassen systemen, welke niet ten dienste komen aan het grootste ge rief voor zooveel mogelijk inwoners. Om die reden moet een gemeentebedrijf ook een gelijk gerief geven aan groot- en kleingebruikers. Spr. verdedigt verder het storten van de bedrijvenwinst in de gemeentekas en geeft als zijn meening te kennen, dat de prijzen politiek moet blijven bij den raad. Slechts inzake de technische leiding van het hedrijf kan de directie van dat bedrijf vrijheid ge laten worden. De voorzitter sprak dan een kort slot woord. Hij wees op de belangstelling voor het Congres en de onverdeelde aandacht voor de prae-adviezen, hetwelk zeker voor een groot deel te danken is aan de belang- rij khesd der prae-adviezen en de welspre kendheid der prae-adviseurs. Spr. sprak de gebruikelijke woorden van dank en sloot dan het Congres. Des middags 2 uur vond een orgelbespe ling plaats in de Groo'.e Kerk en daarna bezochten de deelnemers aan het Congres het Frans Halsmuseum. De bekende vogelkenner en natuurvor- scher Jac. P. Thijsse, te Bloemendaal, schrijft het volgende in het Dagblad van Noord-Bra bant onder den titel „Zoo ben ik geworden wat ik ben." Ik heb het groote geluk gehad reeds van jongsaf te verkeeren met de natuur en we 1 bet allereerst met de natuur van Brabant. Wij woonden destijds in Grave en we waren geko men van Maastricht met een bataillon van het 2de regiment infanterie. Dat was in 1868. Grave was toen nog een belangrijke vesting en wij woonden in een avancé-wacht van een der buitenwerken. Mijn herinnering gaat niet verder terug dan 1869, het jaar voor den Fransch-Duitschen oorlog. Rondom ons huis lagen wallen met een meidoornhaag en een gracht. In de meidoorns wemelde het in Mei van de meikevers en die hielden we in sigaren kistjes. Ook waren er veel vogelnestjes en er was bij het bataillon een kapitein, die had een kast vol opgezette vogels en die wees mij den tuinfluiter en den winterkoning, waarvan ik de nesten gevonden 'had. Op de wallen bloeiden geurige thijm en de mooie blauwe grasklokjes. Voor ik naar school ging zat ik uren in het hooge gras en wachtte dan op de groote gouden en violette loopke vers, die daar in groote menigte rondkuierden. In een tijdschrift had ik een verhaal gelezen van een gevecht tusschen zoo'n loopkever en een groote vlieg, die daar Esmeralda werd genoemd, en nu wilde ik zoo'n gevecht ock wel eens zien. Langs de Maas plukten we de groote mar grieten en langs de Raam prachtige moeras-ver vergeet-mij-nietjes. De contre-escarpe aan de overzijde van de gracht stond vol groote rate laars, die noemden wij leeuwebekken. Soms gingen we wandelen op de heide en dat was altijd groot en heerlijk avontuur. Al die din gen ondervond ik als groote rijkdom en ge nade en merkte het daardoor nauwelijks, dat wij met andere rijkdommen niet bijzonder overvloedig waren gezegend. Die stemming uit mijn jeugd is mij gelukkig bijgebleven en steeds heeft de natuur mij nieuwe schatten geboden. Toen ik acht jaar was, verlieten we het 2e regiment en gingen wonen in Woerden. Vele kinderen hebben naast hun ouders en onderwijzers dikwijls nog een vriend of vriendin, die een belangrijken invloed heeft op hun opvoeding. Zoo had ik in Grave de bescherming genoten van een ouden korporaal van het Tweede, die ook in Indië had gediend en nu kwam ik in Woerden in aanraking met een ouden kreupelen vis- scher, houthakker, daglooner, waar ik zeer aan verknocht raakte en met wien ik het land van Woerden, Linschoten, Zegveld, Kamerijk doorzwierf, zoowel te voet als in allerlei vaar tuigen. Ik werd een ervaren hengelaar, kende alle bloemen in en langs het water, alle hoo rnen, veel vogels en visschen en raakte in de goede stemming om de boeken te verslinden van Aimard, Cooper en Maine Reid. Een goed woudlooper leek mij het nobelste wezen ter wereld. Met mijn twaalfde jaar gingen we wonen in Amsterdam en ik had toen gelukkig het bui tenleven genoeg te pakken, om niet onder te gaan in het stadsleven. Groot looper als ik was, kon ik het Gooi en de Duinen, Aalsmeer en Monnikendam rekenen tot de onmiddel lijke omgeving van mijn woonplaats en ge kunt dus begrijpen, dat mijn schatkamer van natuurschoon belangrijk toenam aan inhoud en dat juist in den tijd van den grootsten groei en ontwikkeling. Ik kreeg mijn eersten Su- ringar, kocht in de Oude Mannenhuispoort allerlei boeken, o, a. Schoedler's „Buch der Natur", legde een herbarium aan en insecten verzamelingen en hamerde uit de beschoeiing van den Zuiderzeedijk allerlei merkwaardige gesteenten. De Zuiderzeedijk van Monniken dam tot Muiderberg, met de kleilanden er buiten en de meren en moerassen aan de bin nenzijde, was mijn voornaamste arbeidsveld en ik heb daar ongelooflijk vee! gezien en geno ten. Door de uitbreiding van Amsterdam en den aanleg van het Merwede-kanaal gingen prachtige stukken voor mij verloren, maar tot op heden is daar nog veel schoons en goeds overgebleven. Ik mag niet nalaten te vertellen, dat ik destijds zeer veel aanmoediging onder vond van dr. C. Kerbert, den tegenwoordigen directeur van Artis en destijds (45 jaar gele den) leeraar aan de Gemeentelijke Kweek school voor Onderwijzers, die gezorgd heeft voor een groot deel, dat ik geworden ben, wat ik ben. In den grond der zaak vind ik echter weinig verschil tusschen den grijsaard van heden en het kind van de wallen van Grave. Nog altijd wandel ik met spanning en verlangen, nog ai- tijd geeft de natuur mij iederen dag de rijkste geschenken van zelf. Bovendien ontmoet ik telkens vrienden van dezelfde gezindheid, uit alle deelen der wereld en wij voelen ons allen even gelukkig. Aan velen van ons heeft het leven een zwaren taak opgelegd in werkplaats of kantoor, sommigen zijn genoopt geworden een beroep uit te oefenen, dat weinig contact geeft met de natuur, maar ondanks alles blij ven wij vervuld van de stemming van rijkdom en verheugenis. Een maand, een week, een dag vacantie, één enkele morgen- of avond wandeling helpt ons altijd weer omhoog. Is het wonder, dat ik een dergelijk leven, een dergelijke jeugd toewensch aan mijn mede menschen De gelegenheid er toe bestaat nog, al ging reeds veel verloren, ook in Brabant, Breda met zijn Ulvenhoutsche Bosch, Lies bosch, Mastbosch verkeert wel in zeer gunsti ge omstandigheden. Is Breda ook niet op één na de zonnigste stad van Nederland Maastricht is de zonnigste. Daar ben ik geboren. Het onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van hei ongeval, op 4 Juni j.l, overkomen aan het stoomschip „Adonis", welk schip naar men weet de sluisdeur te IJmuiden heeft aangevaren, tengevolge waarvan deze deur groote schade opliep, en bovendien de groote zeeschepen niet in de groote sluis geschut konden worden. Zoo moesten o.a. de mailschepen „P. C. Hooft" en „Flandria", welke toen binnenkomende wa ren, geruimen tijd wachten, alvorens zij naar Amsterdam konden opvaren. Er be stond voor deez zaak in scheepvaartkrin gen groote belangstelling. De voorzitter van den Raad, mr. Kirberger, deed er bij den aanvang van de zitting den eersten machi nist, mededeeling van, dat hij op daad van nalatigheid zou worden gehoord. Eenzelfde mededeeling kreeg de tweede machinist van de „Adonis Beide machinisten werden resp. bijgestaan door de heeren J. Ratté en L, Veensk'a, resp. secretaris en voorzitter van de Vereeniging voor Scheepswerktuig- kundigen. Voorts waren opgeroepen de ka pitein en de assistent-machinist. De kapi tein, de 38-jarige heer Beuker, verklaarde, dat dc „Adonis een vrachtstoomschip der Kon. Ned. Stoomboot Mij., met een lading van 100 ton zout en verder stukgoed, van Cadiz kwam. Het schip is toegerust met een triple-expansie machine. Er waren man aan boord, 's Nachts half twee ging de „Adonis" de groote sluis binnen, met heel langzame vaart. De sluismeestcr gaf order om geheel vooraan te meren. Get. liet in het midden van de sluis de trossen van den wal halen. De sluismeester riep op een gegeven oogenblik „ver genoeg". Er werd order gegeven om voorspring en achtertros te houden en daarop zette de kapitein de telegraaf op volle kracht achteruit. Het schip kreeg echter vaart en de kapitein zete daarna de telegraaf weer op stop en vervolgens weer opnieuw achteruit. Het schip ging echter met nog meer vaart vooruit en weer herhaalde de kapitein de manoeuvre. De „Adonis" bleef echter voor uit loopen en liep tenslotte tegen de zui delijke vloeddeur, welke ernstig beschadigd werd. Eerst na de aanvaring werkte de schroef van het schip inderdaad achteruit. Op vragen van verschillende raadslieden verklaarde get. o.m., dat het manoeuvreeren met de „Adonis altijd vlot is gegaan. Van uit de machinekamer werd steeds met de telegraaf correct op de bevelen per tele graaf van de commandobrug geantwoord, zoodat get. het onnoodig oordeelde, van de spreekbuis gebruik te maken, trouwens daar was ook geen tijd voor, want alles speelde zich in ruim anderhalve minuut af. Bij het arriveeren in de haven wordt vanaf het dek de machinekamer gewaar schuwd, d.w.z. de machinisten en niet de eerste machinist afzonderlijk. Hierop werd gehoord de tweede machi nist. Hij verklaarde, reeds 11 maanden met den eersten machinist te varen. Hij is in het bezit van diploma B. en van het theo retisch diploma C. In den nacht van 3 op 4 Juni was get. om12 uur op wacht geko. men. Even voor 1 uur werd gewaarschuwd, dat de loods zou worden overgenomen. Verder heeft get, niets gehoord. De eerste machinist bevond zich toen niet in de ma chinekamer. Negen minuten heeft de ma chine, een „all round motion", op stop gestaan. Get. gaf vervolgens een gedetailleerde technische uitlegging van de wijze, waarop hij met de machine had gemanoeuvreerd. Hij wijt het ongeval aan het fei'dat hij in de eerste oogenblikken niet aan deh hootds to omafsluiter dacht, daar hij te veel bezig was met de- overzetmachine. Op het laatste oogenblik is de eerste machinist heneden gekomen. Laatstgenoemde, als getuige gehoord, werd door den voorzitter gevraagd of hij niet wist, dat hij bij het binnenkomen in een haven beneden moet zijm. Get.: „Jawel, dat is de ins ructie". Voorts verklaarde get. dat hij tot 12 uur de wacht had gehad en daarna tot het in de sluis varen van de „Adonis" aan dek was gebleven. Hij vertrouwde den .weeden machinist volkomen en achtte het niet noodig naar beneden tc gaan .Toen hij zag, dat het misliep, had hij zich echter zoo snel mogelijk naar beneden begeven. Hij zag toen, dat de 2de machinist aan het „marte len was om de machine achteruit te krij gen. Enkele leden van den Raad stelden den tweeden machinist daarop verschillende technische vragen. Uit zijn antwoorden bleek o.m. dat hij van oordeel is, dat de z.g. aanzetmachine niet deugde. Pe eerste machinist werd over zijn aan dek blijven vrij scherp gecritiseerd. De inspecteur van de Scheepvaart, ver volgens het woord nemende, zeide door het onderzoek tot de overtuiging te zijn geko men, dat het ongeval is veroorzaakt door een daad van den tweeden machinist en door ae nalatigheid van den eersten machi nist. De tweede machinist heeft verkeerd gemanoeuvreerd, z.i. staat het vast. Spr. verzocht daarom den Raad, den tweeden machinist disciplinair te straffen door het uitspreken van 'n berisping. Wat den eer sten machinist betreft, meende spr. dat, als aeze °P zijn post was geweest, hij de fout van den tweeden machinist had kunnen corrigeeren; wellicht was de aanvaring dan te voorkomen geweest. In tal van uitspra ken heeft de Raad tot eisch gesteld, dat de hoofdmachinist bij het manoeuvreeren in sluizen in de machinekamer moet zijn. Spr. kon dan ook den Raad niet anders verzoe ken den eersten machinist disciplinair te straffen met schorsing. De heer Veenstra, die voor het beleid van den tweeden machinist opkwam, meen de dat ter zitting wel is gebleken, dat op dit schip een machinist handigheid moet hebben om goed te manceuvreeren. Spr. is ervan overtuigd, dat de aanzetmachine niet goed heeft gefunctionneerd en dat de in stallatie zelf heeft uitgewezen, hoe slecht zij is. En ook is komen vast te staan, van wel ke^ oude constructie deze „all round moti on is. Om met dit type machine te kun nen werken moet men over een groo'e handigheid beschikken. 'Spr. noemde de ge- heele kwestie een samenloop van omstan digheden. Hij wilde terdege doen uitkomen, dat in de 2 3i4 minuut, welke de tweede macinist gemanoeuvreerd heeft, het schip uitsluitend als gevolg daarvan niet zooveel vaart kan hebben gekregen; toen er acli- eruit moest worden gestoomd, moet de „Adonis" reeds vaart hebben gehad. Spr. concludeerde dan ook, dat de eisch van den inspecteur te hoog was. Ter gelegenheid van het Congres van de Ned. Maatsch. van Nijverheid, geëxposeerd een fraaie collectie van dit oudste en voornaamste Nederlandsche Kunstproduct. De heer Ratté die den eersten machinist verdedigde, wees erop, dat de eisch, door den Raad gesteld; waarbij een hoofdmaciii- ni-st aan boord van een schip in de machi nekamer behoort te zijn als dat schip een haven binnenkomt, gefoeid is uit de ver houdingen en met onredelijk mag heeten. Maar op een klein schip als de „Adonis" waar weinig machinepersoneel is, brengt deze eisch mede, dat de hoofdmachinist behalve de wachten die hij loopt, ook bij ,het binnenkomen in elke haven in dienst moet zijn. Gezien de vele Middellandsche Zeehavens, welke schepen als de „Adonis" aandoen, is deze eisch van den Raad in dit geval niet redelijk. In de tweede plaats meende spr., dat de positie, welke de Raad aan den eersten machinist toekent, geen grondslag vindt in de schepenwet. Slechts indien de verant woordelijkheid van den eersten machinist wettelijk is vastgelegd, zooals met de ge zagvoerders het geval is, weten zij, waar aan ze zich te houden hebben. Thans ech ter zou het onbillijk zijn den eersten machi nist van de „Adonis" zoo zwaar te straffen als de inspecteur dat wil. De zi ting werd daarop gesloten. De Raad zal later uitspraak doen. NIEUWS UIT HET LEIDSCHE DISTRICT. Maandag 27 Juni zal het District-bestuur van het Leidsche District bijeenkomen des avonds te 8 uur in het St. Pancratius-Pa- tronaat, Hooigracht 18, te Leiden. Daar 31 Juli a.s. de Jaarvergadering van den D. H. V. B. zal worden gehouden, wor den dien avond besprekingen gevoerd over de agenda en of vanwege het District voor stellen moeten worden ingediend ter be handeling in de bedoelde jaarvergadering. Vereenigingen, ressorteerende onder dit District, worden daarom verzocht, indien zij voorstellen wenschen te doen, dit voor Maandagavond aan ondergeteekende te wil len berichten, benevens omschrijving van het in te dienen voorstel (of voorstellen). De jaarvergadering van het Leidsche Dis trict zal zeer binnenkort gehouden wor den. De data zal Maandag worden bepaald, alsmede plaats en tijd waar deze gehouden zal worden. D. HAVERKORN, Secretaris-Penningmeester. DE TOUR DE FRANCE. De Belg van de Casteele slaagde er in de 4de etappe van de Tour de France (Caen Cherbourg) te winnen voor zijn landge noot Verhagen. In het algemeen klassement behoudt Francis Pelissier nog de leiding. De uitslag luidt: Van de Casteele in 4 u. 20 m. 46 s.; 2. Verhagen; 3. Hemelsoet; 4. van Slembrouch; 5. Martin (zelfde tijd); 6. Frautz, 4 u. 23 m. 33 sec.; 7. Benoist; 8. Vervaecke; 9. Rebry (zelfde tiid); 10. Dewaele, 4 u. 24 m. 12 s.; 11, Pelissier, 4 u. 25 m. 16 s.; 12. Cuveiier; 13. Le Drogo (zelfde tijd); 14. Brosteaux 4 u. 27 m. 0.5 s.; 15. Geldhof, 4 u. 27 m. 14 s.; 16. Decorte (zelfde tijid). Het algemeen klassement na de vierde étappe luidt thans: 1. Pelissier 21 u. 12 m. 17 s.; 2, en 3. le Drogo en Cuveiier (zelfde tijd), 4. Van Slembrouck 21 u. 17 m. 23 s„ 5. Martin 21 u. 19 m. 11 s., 6. Huot 21 u. 24 m. 45 s., 7. Decorte 21 u. 31 m. 46 s.; 8. Frantz 21 u. 35 m. 34 s., 9. Vervaecke 21 u. 37 m. 46 s., 10. Rebry 21 u. 43 m. 27 s, TOURNOOI TE WIMBLEDON. De uitslagen van Woensdag luiden als volgt: Heerenenkelspel tweede ronde: Browne sl. Holmes 64, 108, 36, 46, 62; Lester sl. Kreuzer 6—1, 60, 63; Klein- schroth sl. Owen 64, 26, 61, 63; Lee sl. Eames 6—3, 64, 75; Macintosh sl. Danet 64, 46, 63, 64; Timmer sl. Crawley 64, 64, 62; Greig sl. Sharpe 64, 16, 46, 63, 64; Farqubarson sl. col. Dudley 108, 46, 5—7, 6—4, 63, 3e ronde: Von Kehrling sl. England 61, 61, 62; Kozeluh sl. Mahoney 62, 64, 64; Brugnon sL Froitzheim 61, 62, 4—6, 6—3. Dames-enkelspel 2e ronde: mej. Bouman sl. miss Busby 60, 63. 2, Miss Helen Wills sl. miss Lomley Ellis 6—3, 6—2. Mrs. Peacock sl. miss Feitham 69, 6—1; miss Goldsack sl. miss Gordon 63, 64; miss Ridley sl. madame Bordes 60, 75; nliss Bennett sl. miss Hardie 64, 36, 62; miss Saunders sl. miss Dix 64, 63; miss Harvey sl. Frau Friedlebcn 60, 75; miss Ryan sl. miss Connell 62, 64; miss Colyer sl. mrs. Satterthwaite 68, 62, 75; missLycett sl. mrs. Beamish 64, 63; miss Joan Fry sl. mme Mathieu 63, 62; mrs. Covell sl. miss Shaw 63, 63; miss Betty Nuthall sl. frl. Aussem 63, 62; miss Heine sl. miss Hemmont 63, 62; miss Tyrrell sl. mrs. Bridge 62, 61; mrs. Mallory sl. miss Boas 63, 62, e3ronde: Mrs. Godfree sl. miss Tapscott 62, 108; sen. d'Alvarez sl. miss Drans- field 60, 64; mrs. Mavrogordato sl. miss Valentine 911, 64, 6—4. 2e ronde: Boussus sl. Fisher 26, 79, 63, 64, 62; Kinsley sl. Browne 63, 4—6, 7—5, 6—2. 3e ronde: Gregory sl. Crole Rees 63, 63, 61; Condon sl. kol. Mayes 97, 4—6, 6—2, 4—6, 6—2. Zooals uit bovenstaanden uitslag blijkt, wonnen Timmer en mej. Bouman zonder veel moeite hun enkelspelen.- STOOP'S TOURNAMENT. Toenemende belangstelling en goed spel. Het fraaie weer had Woensdagavond veel belangstellenden naar Stoop's banen ge lokt, die eenige zeer interessante wedstrij den hebben kunnen aanschouwen. Wanneer ook op de volgende dagen het weer mede werking bleef verleenen kunnen tegen Zaterdag en Zondag de finales in de ver- schiSiende afdeelingen worden verwacht, dank zij de onvermoeide secretaris der re- gelings-cotnmissie, de heer Kamerbeek, wien geen moeite te veel is om een regelmatig verloop te bevorderen. In het heerenenkelspel werd de eerste ronde thans geheel afgespeeld en wist van Damrae zich evenals Maas reeds in de der de ronde te plaatsen. Voor damesenkelspel werd alleen ge speeld mej. de Jongmej. Beaumont, waar bij eerstgenoemde onverwacht een neder laag leed met 97, 60. Het technisch goed en aanvallend spel van mej. de Jong strand de steeds op de hechte verdediging van mej. Beaumont. In het heerendubbelspel leden Dr. Muller en Ir. Bölger een niet voorziene nederlaag tegen Meijer en van Duyn. Dr. de Crauw en Klok sloegen na een spannenden en fraaien strijd in drie sets de sterke jonge- double Renesse-Vorstman. De verliezers speelden een keurig spel maar waren juist op kritieke momenten even zwak, wat hun tegen deze geroutineerde tegenstanders den wedstrijd kostte. Voor de laatste partij van den avond Blom en Reuvekamp GilleStoel en Terlaag was de grootste belangstelling. De T. C. H. double moest zich geheel geven en zag zelfs den eersten set verloren gaan. Blom had naast briilante oogenblikken nog veel missers en ook Reuvekamp Gille had veel moeite om den vooral aan het netuit- blinkenden Stoel te passeeren. De sterkste partij won ten slotte, maar het was lang geen walk-over. In het dames dubbel- en gemengd dubbelspel vielen normale uitsla gen. De uitslagen van Woensdag luiden: Heeren-enkelspel le ronde: G. Renesse w.o. Groeneveld slaat Ir. Mollinger 64, 64. Borgerding slaat Terlaag 6—4, 75. Assistent slaat Ir. Bölger 86, 60. 2e Ronde: Van Damme slaat Groeneveld 7—5, 6—3. Dames-enkelspel, le ronde: Mei. A. Beau mont slaat mej. de Jong 97, 60. Heeren-dubbelspel, le ronde: Dr. de Crauw en Klok slaan Vorstman en Renesse 64, 36, 75; Meyer en Van Duyn slaan Dr. Muller en lr. Bölger 64, 86. 2e ronde: J. Maas en E. v. d. Weiden den slaan Meijer en van Duyn 64, 64. Dames-dubbelspel, le ronde: Mej. v. Laar en mej. Senft slaan mevr van Driel en mej. Machielse 62, 62. Mevr. Spronk en mej. van Nop slaan mevr. Vermeulen en mej. Methorst 75, 64, 63. Gemengd dubbelspel, le ronde: Mej. van Laar en Swetser slaan mej. B. Verster en P. Roeske 7—5, 57, 61. Mej. Vorstman en Renesse slaan mej. Veenhoven en Blan kevoort 46, 75, 97. De Engelsche algevaardigde Lord Robert Cecil ter Driemogendheden-conferentie te Gcnève. Het gaat de H. C. Haarlem dit jaar zoo gced, dat het bestuur besloten heeft nog een tweede negental samen te stellen. De competitieleider heeft reeds medegedeeld, dat dit negental nog kan worden opgenomen in de 2e klasse B. Er bestaat ook wel een derde klasse, doch in die klasse worden da wedstrijden 's avonds gespeeld, wat natuur lijk na een reis niet meer kan. In de 2da klasse B. spelen reeds: Blauw Wit 2, Z.R.C. 2, Concordia 3, V.V.G.A. 2 en A.G.H.CF 2. H.Z.P.C.—H.P.C. 1—7. Woensdagavond speelde H.P.C. hoven- genoemden wedstrijd in de Regentes met da volgende opstelling: De Jong Leyenaar, Braam, J. Koopmans F. W. Moolenaar, Kodde, J. Moolenaar H.P.C. is dus compleet, H.Z.P.C. telt een invaller. Reeds spoedig na het begin heeft H.P.C. dcor opzwemmen der achterhoede succes 01. Vrij spoedig weet Kodde uit 'n goed aangegeven bal den stand op 02 te bren gen. H.Z.C.P. geeft zich nog leng niet ge wonnen en heeft tenslotte door een ver gissing in de achterhoede in de achter hoede van H.P.C. succes 12, waarmede de rust komt. Na rust komt H.P.C. geweldig opzetten en goed samenspelend gaat het op het H. Z.P.C.-doel af. Spoedig wordt het door Kodde 13, dan speelt H.P.C. een gewon nen wedstrijd en Kodde voert den stand geleidelijk op tot 17. De H.P.C.'ers speelden allen een goeden wedstrijd. Scheidsrechter De Haaff leide uitstekend Zaterdag a.s. R.Z.C.H.P.C. in Rotterdam. De stand in deze afdeeling is thans: H.P.C. 2 2 4 12—4 2.— S.V.H. 2 1 12 7—6 1.— R.Z.C. 2 1 12 55 1 H.Z.P.C. 2 2 2—11 0.— PARIJS, 23 Juni. De „Echo de Paris" meldt uit Rome, dat aldaar in diplomatieke kringen wordt bevestigd, dat de jongste stappen der groote mogendheden te Tirana en Belgrado, een bevredigend resultaat hebben opgeleverd. Een oplossing van het geschil is spoedig te verwachten. Dc regee ring te Tirana zou den gearresteerden tolk in vrijheid stellen, terwijl de regeering te Belgrado de scherpe nota zal intrekken. Voorspeld wordt, dat de diplomatieke ver tegenwoordigers, tegen het einde van de maand hun posten weer zullen bezetten. Het programma voor de maand Juni voorziet nog voor den 26sten een uitvoering van den „Meistersinger" in het Opernhaus. In dit gebouw zal op 27 en 28 Juni het ballet van de Parijsche Opera optreden. Op de tentoonstelling en in de „Stadlische Salen" vinden vóórts een reeks belang rijke concerten plaats. De aan de Katholieke kerkmuziek gewijde week duurt tot den 24sten. Het Domchor uit Miinchen en het Koor van de Sixtijnsche Kapel uit Rome, verleenen er hun medewerking aan. Op 25 en 26 Juni geeft de Weensche Philharmonie concerten. Den 26en treedt eveneens de „Deutscher Singverein" uit Praag op, terwijl ten slotte de 27ste en de 28ste voorbehouden blijven voor uitvoeringen van Joodsche muziek. In Juli vindt het feest van de „Inter nationale Gesellschaft für neue Musik" plaats. Een aantal concerten zullen in deze maand aan de Evangelische kerkelijke muziek zijn gewijd, terwijl voorts uit voeringen van Zwitserscbe, Chineesche, Poolsche, Belgische en Nederlandsche muziek voor deze maand zijn aangekon digd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8