ECHT DELFTSCH
STADSNIEUWS.
hi
VEREENIGINGVAN NEDERL.
GEMEENTEN.
CONGRES TE HAARLEM.
Jac. P. Thijsse.
De aanvaring van de sluis
te IJmuiden.
van „DE PORCEIEYNE FLES"
H. J. LAMP, B4RTELJORISSTR. IS
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
WIELRENNEN.
TENNIS.
TENNIS.
HONKBAL.
WATERPOLO.
LAATClTNmÜWS.-
Het ftaliaanschZuidslavisch
geschil.
De muziekfeesten te Frankfort.
I-
I
(Vervolg.)
Omstandigheden dus, welke he overdui
delijk maken, dat het college van B. en W.
doordrongen is van de noodzakelijkheid,
om op stabiliteit in het bedrijfsbeheer en
van de bedrijfswinsten aan te dringen en
aan thoretische beschouwingen, ter zake
slechts beperkte waarde kan hechten. Dat
die bedrijfswinsten niet gemist kunnen wor
den, blijkt duidelijk uit het staatje, opgeno
men in het prae-advies van mr. de Boer.
De mogelijkheid schijnt spr. uitgesloten,
om door verhooging van den reeds lood-
zwaren druk der inkomstenbelasting het
maken van winst uit de bedrij"en uit te
schakelen, terwijl de verstgaande wijziging
in de thans bestaande finantieele verhou
ding van rijk en gemeenten dan ook wel
niet mogelijk zal maken. Spr. meent, dat
met bezorgheid moet worden geconstateerd
dat enkele provinciale bedril/en niet alleen
als pr'.ductieve-bedrii'-en optreden, maar
ook als distributie-bedrijf fungeeren, zelfs
daar, waar dat allerminst in het belang van
de gemeenten is. Het gevaar schuilt daarin,
dat daardoor den gemeenten een rechtma
tige bate wordt ontnomen.
Spr. constateert, dat de prae-adviseurs
tot verrassend gelijke conclusies zijn geko
men. Daarin ziet hij iets verheugends, om
dat zich gaandeweg daarover een commu
nis opinio vormt.
Spr. vraagt de heer De Boer, wat deze
meent, met den zin, dat bedrijven niet mo
gen gesticht worden, om de gemeentelijke
«komsten te versterken. Spr. merkt verder
op, dat hij gemist heeft in het prae-advies
van mr. de Boer de grootte van de te ma
ken winst. Ook de heer Wibaut glijdt daar
te licht overheen. Van een gemfeentebe-
drijf moet naast een uitnemend beheer, vol
gens spr. worden geëischt het leveren van
goede waar, het hebben van behoorlijke
arbeidsvoorwaarden en loonregelingen voor
zijn personeel en het leveren van. het pro
duct tegen billijken prijs. Wordt aan deze
drie voorwaarden voldaan, dan behoort dc
winst welke de gemeente uit het bedrijf
haalt, als gewone inkomst der gemeente
te worden beschouwd. Spr. acht het onjuist
en onbillijk, de bedrijfspolitiek in een ge
meente te veroordeelen, omdat hooge win
sten worden gemaakt. Met den heer Wi
baut is spr. het eens, dat de vreugde daar
over algemeen behoort te zijn.
Wanneer Amsterdam bijv. op zijn gasbe
drijf een behoorlijke winst maakt, dan is
dat voor die gemeente een heugelijk feit,
omdat aan de drie genoemde voorwaarden
is voldaan. Uit de kennisneming van de be
langrijke bedragen, welke door de gemeen
te als bedrijfswinsten worden gemaakt, mag
niet worden geconcludeerd, dat die winsten
te hoog zijn. Dat kan eerst worden beoor
deeld na kennisneming van de in de bedrij
ven gestoken kapitalen en van den jaar-
iijkschen omzet.
Spr. kan het standpunt, dat de winsten
ongewenscht zijn, omdat daarmede sociale
maatregelen gefinancierd kunnen worden,
welke anders achterwege zouden zijn ge
bleven, niet deelen. Hij acht het integen
deel een zegen, dat in den weg der midde
len, door volkomen, oirbare bedrijfswinsten
het gemeente-besturen mogelijk wordt ge
maakt, die maatregelen te treffen, welke
op sociaal, economisch en ethisch gebied
leiden tot stoffelijke levensverruiming der
economisch zwakkeren in de maaschappij,
waarmede ook dikwijls geestelijke winst
gepaard gaat.
De heer Van Aalten, raadslid van Rot
terdam, heeft met buitengewoon genoegen
de selling van den heer Wibaut gelezen
betreffende het nemen van winsten uit de
bedrijven. Vroeger werd dat door een zij
de, den heer Wibaut verwant, brandschat
ten van de burgerij e. d. genoemd. Spr.
heeft geen bepaalden grondslag gevonden
in de prae-adviezen, hoever men mag gaan
met het maken van winst. Spr. zou het be
treuren. als te nauw verband gelegd werd
tusschen de winsten uit de bedrijven en de
gemeentelijke inkomstenbelasting. Waarom
denkt men niet aan andere belastingen?
Waarom wil men die beperking ten aanzien
van de bedrijven alleen? Nooit is er b.v.
verban gelegd tusschen het bezit van ter
reinen en de belastingen, Spr. wijst op en
kele moeilijkheden bij de levering door een
bedrijf, vooral door het electriciteitsbe-
diijf dat levert voor huishoudelijk gebruik
en industrie, aan andere gemeenten, enz.
Voor een antwoord op de gestelde vraag,
zal men daarom elk bedrijf apart moeten
beschouwen. Een algemeen antwoord is er
moeilijk op te geven.
Da voorzitter, heet welkom den heer
Frederiks, vertegenwoordiger van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken.
De heer Van Doorn, burgemeester van
Zwijndrecht, wijst op het verschil tusschen
gemeentebedrijven, die gewoonlijk mono
polistisch zijn en particuliere bedrijven. Be
drijfspolitiek moet door andere doeleinden
beheerscht worden dan door belaslingpoli-
tiek. Zou, wat men in het particuliere be
drijf uitgaan boven het uitkeeren van
redelijke dividenden noemt, kunnen geschie
den, dan moeten volgens spr. de tarieven
verlaagd worden. Spr. acht de stelling van
den heer Wibaut betreffende de uitkeering
van winst niet juist. Wat te veel geheven
wordt volgens bedrijfstarieven, is een
soort forensenbelasting.
Spr. concludeert, dat redeliike winst ge
maakt mag worden en deze niet dienen
voor de gewone uitgaven; dat die winsten
niet mogen gaan boven het uitkeeren van
een redelijk dividend en, wanneer zij
daarboven gaat het karakter van belasting-
beffing aannemen.
De heer Balkestein. wethouder van
Zwolle, vraagt zich af, hoe men vrijheid aan
de bedrijven wil laten.
Spr. zondert de vrijheid voor het tech
nische deel van een bedrijf uit. maar ove
rigens wil menigeen in de bedrijven een
■woordje meespreken. Spr. onderschrijft o) :r
deze vrijheid der bedrijven het meest de
meening van den heer De Boer. Maar hoe
ver wil hij gaan? De bedrijven worden dik
wijls meer en meer een speelbal in de
banden van den gemeenteraad. Daarom
zou spr. de beperking der vrijheid voor de
bedrijven willen beperken tot het College
van B. en W., opdat eindelooze debatten
over bedrijvenpolitiek in gemeenteraden
voorkomen worden. Spr. meent, dat voor
de gemeentebedrijven een voorbeeld geno
men moet worden aan de soepelheid der
1 particuliere bedrijven.
Dc heer Meijer, directeur van het Bureau
voor Verificatie van gemeente-financiën,
ren Haag, is van Oordeel, dat het prae-
rdvies van den heer De Boer meer weife-
1 «ld is, dat van den heer Wibaut meer be-
s'ist.
Spr. meent, dat de heer De Boer zich
r let kan beperken tot de bedrijven volgens
r rt. 238, 2e lid der Gemeentewet. Spr.
:eft aan, wat hij verstaat onder het be-
g.ip van een gemeentebedrijf. De bedrii-
:n hebben zich ook te richten naar be-
d tjfs-economische regelen.
Set vormen van een reserve in een be-
c ijf heeft volgens spr. geen zin. Die taak
b hoort aan de gemeente. Zij kan een re-
s ve uit de winsten der bedrijven vormen
en die reserve gebruiken. De practijk
h' aft geleerd, dat het vormen van reserves
in bedrijven tot allerlei bedenkelijke ver
st' ijnselen kan leiden, zelfs tot gefingeerde
b- 'ansen en kapitaalsverspilling.
'pr. vraagt zich af, of de gevoerde prij-
zc ipolitiek goed is, zooals de heer Wi-
b; .it in zijn prae-advies stelt. Betreurd
moet, volgens spr., worden, dat het noo
dig is, hooge winsten te maken bij de be
drijven. Practisch wordt door de hooge
tarieven indirecte belasting geheven,
Spr. is het met beide prae-adviezen eens.
dat de winsten gebruikt moeten worden
voor versterking der gewone inkomsten.
Met de conclusies van mr. De Boer be
treffende kapitaalsvorming en reserve-vor
ming kan spr. niet instemmen.
Z.i. moet er een redelijke verhouding
bestaan tusschen bedrijfswinsten en het
heffen van belastingen.
De heer Goedhart, wethouder van
Arnhem, wijst er op, dat door de om
standigheden vele theorieën zijn gewijzigd.
Spr. constateert met vreugde de groote
uilkeeringen door de bedrijven aan de ge
meente. De gemeente moet die bedragen
innen, zonder verband met de belastingen.
Als men niet weet. of er winst gemaakt
zal worden, is het commercieel fout, toch
reeds winst als inkomst der gemeente te
ramen en er zelfs over te beschikken in
de begrooting.
Maakt men geen raming der winst in de
begroeiing, dan zal de gemaakte winst
gelden voor het volgend jaar.
Als overgangsmaatregel zou men een
reserve kunnen maken tot sluitend maken
der begrooting. De winst wordt toch als
batig saldo in de gemeente-rekening ver
antwoord.
In Arnhem zelf wordt deze regeling ook
niet gevolgd, doch dit is noodgedwongen.
Bij beteren toestand zal die regeling ech
ter worden gevolgd.
Spr. meent, dat den directeur der be
drijven meer vrijheid ten opzichte van de
technische leiding gegeven moet worden.
De heer De Veer, wethouder van Mid
delburg, meent, dat niet alleen de vraag
gesteld moet worden, of winst gemaakt
mag worden, maar ook hoe groot die win
sten mogen zijn. Slechts zijdelings wordt
daarop door de prae-adviseurs geant
woord.
Aan de stelling van mr. De Boer betref
fende prijsdrukking en kunstmatige prijs
opdrijving heeft men geen houvast.
De leidende gedachten van den heer Wi
baut geven evenmin houvast. Logisch zou
daaruit moeten volgen, dat men tegen
kostprijs moet leveren, om den grootst mo
gelijken omzet te verkrijgen. Maar hij be
toogt geheel iets anders. Hij wil iets bren
gen binnen het bereik van alle ingezetenen
en tot hun grootste gerief, echter behoudens
behoorliike winst. Maar wat is behoorlijke
winst? Spr. gaat ten slotte nader in op een
te voeren prijzenpolitiek.
De heer Van Poelje, referendaris aan de
gemeente-secretarie* te 's Gravenbage, is
nog de dwaling toegedaan, dat men de on
dernemerswinst, gemaakt bij de bedrijven,
moet vergelijken met belastingen.
Spr. herinnert aan het Congres van 1910,
waar dit aangetoond is door de heeren
Patijn en Vliegen, destijds wethouder van
Amsterdam.
menten voor ondernemerswinst. Dat zijn
ondernemersloon, ondernemersrisico en on-
oernemerspreroie.
Ondernemersloon acht spr. als factor bij
de bedrijven gering, evenzoo de factor
cndernemersrisico. De factor ondernemers-
premie neemt echter de belangrijke plaats
bij de bedrijvenwinst in. De gemeente heeft
een bevoorrechting van haar bedrijf, door
dat bet monopolistisch is. In bron en oor
sprong is een beduidende winst uit de ge
meentebedrijven te vergelijken met de hef
fing van een belasting.
Spr. is hiermede in goed gezelschap, als
Patijn,VI iegen, Lindemann, de vader der si-
cialistische gemeentepolitiek in Duitsch-
land.
De druk der bedrijfstarieven moet vol
gens spr. gesteld worden naast den druk
der belastingen en in dat verband moet de
redelijkheid der tarieven beschouwd wor
den.
Spr. acht het onjuist, de bedrijvenwinst
te vergelijken met ondernemersloon.
Spr. criteert Lindemann over de bedrij
venpolitiek en meent, dat analyseering over
de bedrijfstarieven moet volgen, alvorens
kan gesproken worden over een gemeente
bedrijf, dat voldoet aan alle te stellen
eischen
Spr. meent, dat nu eerst begonnen moet
worden met een studie van bet beheer der
bedrijven en dan moet het tarifstelsel ge
bracht worden in overeenstemming met het
stelsel der belastingheffing. Eerst dan is
men, volgens spr., toe aan een goed be
drijfsbeheer.
De prae-adviseurs aan het woord.
Het woord is dan aan de prae-adviseurs,
allereerst aan mr. De Boer.
Deze constateert, dat men met de be
handeling van het vraagstuk niet veel ver
der is gekomen. Dat had spr. ook niet ver
wacht. Het is moeilijk, algemeene lijnen te
stellen voor alle bedrijven.
Spr. heeft het! noodig gevonden, eerst
uiteen te zetten, wat hij onder gemeente
bedrijven verstaat. Het is inderdaad zoo,
dat het moeilijk is, een gemeentebedrijf aan
te wijzen, dat zuiver en alleen bedrijf is.
En deze omstandigheden oefenden natuui-
lijk invloed uit op de vraagstukken betref
fende de bedrijven.
Spr. gelooft, dat in ieder bijzonder geval,
nagegaan moet worden, in hoeverre men
vaii de algemeene regelen moet afwijken.
De heer Van Aalten heeft daar, volgens
spr,, het sterkst de aandacht op gevestigd.
Spr. houdt vast aan zijn in het prae-advies
vastgelegde meening, wat onder een ge
meentebedrijf moet worden verstaan.
Spr. komt dan tot de vrijheid, toe te
kennen aan een gemeentebedrijf. Spr. ziet
geen kans, precies te formuleeren, welke
bevoegdheid vastgelegd moet werden in een
instructie voor alle bedrijven. Dit moet voor
elk bedrijf apart beschouwd worden.
Spr. zou een gemeentebedrijf die vrijheid
willen geven, welke ieder ander bedrijf ge
niet. Spr. wenscht niet alleen vrijheid voor
de technische leiding van het bedrijf, maar
ook, en zoo groot mogelijk, voor de finan-
cieele leidirig. Geen enkele handeling toch,
cok geen technische, wordt gedaan of zij
heeft hare financieele gevolgen.
Het beheer van reserves zou spr. niet
anders beschouwd willen zien dan zooals re
serves beschouwd worden in particuliere
bedrijven.
Het is onmogelijk een bepaald percentage
voor bet maken van winst aan te geven
of een verhouding tusschen het maken van
bedrijvenwinst en 't heffen van belastingen.
Het beheer heeft zich te richten naar de
regelen, welke ook een particulier bedrijf
stelt, ook ten aanzien van de prijzenpoli
tiek. Een politiek moet gevoerd worden,
dat het bedrijf aan zijn bestemming voldoet.
Spr. gaat dan na den invloed, welke de
winst heeft op de samenstelling der ge-
meentebegrootingen. Hij is van oordeel, dal
de opcentenbelastingen uitgeschakeld kun
nen worden, omdat zij over bet algemeen
geen groote rol spelen. In de 6 grootste
steden bedraagt de opbrengst slechts 1/3
tot 1/5 van die der inkomstenbelastingen.
De belastingpolitiek moet niet afhanke
lijk gesteld worden van de opbrengst der
bedrijven. Spr. zou daarbij echter niet het
stelsel willen volgen van den heer Goed
hart. Voldoende zal het zijn, een reserve
in de bedrijven te vormen.
Spr. meent, dat zoolang niet een karak
teristiek verschil is aangegeven tusschen
gemeentelijk en particulier bedrijf, er geen
enkele reden is ten opzichte van het ge
meentelijk bedrijf af te wijken van een nor
maal economisch beheer.
Er is wel degelijk principieel verschil tus
schen het prae-advies van den heer Wibaut
en dat van spr.. Allererst in zake de op
vattingen van het karakter der onderne
merswinst, Verder omtrent het gelijk zijn
der prijzen voor alle groepen.
Dan neemt de tweede prae-adviseur, de
heer Wibaut, het woord.
Spr. beantwoordt allereerst den heer
Poelje.
De heer Vliegen heeft zich in zijn prae-
advies in 1910 gekeerd tegen het feit, dat
men de bedrijfswinsten gebruikte tot het
laag houden der inkomstenbelasting en het
tegengaan van progressie dier belasting.
Dat systeem werd toen door den heer Vlie
gen brandschatting der burgerij genoemd.
Maar dat standpunt neemt spr. nog in. Er
heeft zich echter een andere belastiag-
politiek gevormd.
Daarom moet deze zaak ook in ander
licht beschouwd worden dan in 1910.
Spr. wijst ook op het in 1907 verschenen
boekje van Hugo Lindemann en wijst er
op, dat sindsdien het monopolistisch ka
rakter van het electriciteitsbedrijf gewijzigd
is. In 1907 richtte dit bedrijf zich op het
leveren van licht aan ingezetenen; thans
levert het energie aan de industrie, die, mits
zij voldoet aan enkele bepalingen, zelf elec-
triciteit kan opwekken. Daarom noemt spr.
het monopolistisch karakter van dat bedrijf
zeer verzwakt.
De tarievenpolitiek beoogt 't vaststellen van
den kostprijs en het vaststellen der winst
marge. Voor het ecne bedrijf is de vast
stelling van den kostprijs moeilijker dan
voor het andere.
I Het particuliere bedrijf mag en moet er
op gericht zijn de grootst mogelijke
winsten te maken, welke het voordee-
ligst is. Dat mag het gemeentebedrijf niet.
Dit mag niet toepassen systemen, welke
niet ten dienste komen aan het grootste ge
rief voor zooveel mogelijk inwoners.
Om die reden moet een gemeentebedrijf
ook een gelijk gerief geven aan groot- en
kleingebruikers.
Spr. verdedigt verder het storten van de
bedrijvenwinst in de gemeentekas en geeft
als zijn meening te kennen, dat de prijzen
politiek moet blijven bij den raad. Slechts
inzake de technische leiding van het hedrijf
kan de directie van dat bedrijf vrijheid ge
laten worden.
De voorzitter sprak dan een kort slot
woord. Hij wees op de belangstelling voor
het Congres en de onverdeelde aandacht
voor de prae-adviezen, hetwelk zeker voor
een groot deel te danken is aan de belang-
rij khesd der prae-adviezen en de welspre
kendheid der prae-adviseurs. Spr. sprak de
gebruikelijke woorden van dank en sloot
dan het Congres.
Des middags 2 uur vond een orgelbespe
ling plaats in de Groo'.e Kerk en daarna
bezochten de deelnemers aan het Congres
het Frans Halsmuseum.
De bekende vogelkenner en natuurvor-
scher Jac. P. Thijsse, te Bloemendaal, schrijft
het volgende in het Dagblad van Noord-Bra
bant onder den titel „Zoo ben ik geworden
wat ik ben."
Ik heb het groote geluk gehad reeds van
jongsaf te verkeeren met de natuur en we 1 bet
allereerst met de natuur van Brabant. Wij
woonden destijds in Grave en we waren geko
men van Maastricht met een bataillon van het
2de regiment infanterie. Dat was in 1868.
Grave was toen nog een belangrijke vesting en
wij woonden in een avancé-wacht van een der
buitenwerken. Mijn herinnering gaat niet
verder terug dan 1869, het jaar voor den
Fransch-Duitschen oorlog. Rondom ons huis
lagen wallen met een meidoornhaag en een
gracht. In de meidoorns wemelde het in Mei
van de meikevers en die hielden we in sigaren
kistjes. Ook waren er veel vogelnestjes en er
was bij het bataillon een kapitein, die had een
kast vol opgezette vogels en die wees mij den
tuinfluiter en den winterkoning, waarvan ik
de nesten gevonden 'had.
Op de wallen bloeiden geurige thijm en de
mooie blauwe grasklokjes. Voor ik naar school
ging zat ik uren in het hooge gras en wachtte
dan op de groote gouden en violette loopke
vers, die daar in groote menigte rondkuierden.
In een tijdschrift had ik een verhaal gelezen
van een gevecht tusschen zoo'n loopkever en
een groote vlieg, die daar Esmeralda werd
genoemd, en nu wilde ik zoo'n gevecht ock
wel eens zien.
Langs de Maas plukten we de groote mar
grieten en langs de Raam prachtige moeras-ver
vergeet-mij-nietjes. De contre-escarpe aan de
overzijde van de gracht stond vol groote rate
laars, die noemden wij leeuwebekken. Soms
gingen we wandelen op de heide en dat was
altijd groot en heerlijk avontuur. Al die din
gen ondervond ik als groote rijkdom en ge
nade en merkte het daardoor nauwelijks, dat
wij met andere rijkdommen niet bijzonder
overvloedig waren gezegend.
Die stemming uit mijn jeugd is mij gelukkig
bijgebleven en steeds heeft de natuur mij
nieuwe schatten geboden. Toen ik acht jaar
was, verlieten we het 2e regiment en gingen
wonen in Woerden. Vele kinderen hebben
naast hun ouders en onderwijzers dikwijls nog
een vriend of vriendin, die een belangrijken
invloed heeft op hun opvoeding. Zoo had ik
in Grave de bescherming genoten van een
ouden korporaal van het Tweede, die ook in
Indië had gediend en nu kwam ik in Woerden
in aanraking met een ouden kreupelen vis-
scher, houthakker, daglooner, waar ik zeer
aan verknocht raakte en met wien ik het land
van Woerden, Linschoten, Zegveld, Kamerijk
doorzwierf, zoowel te voet als in allerlei vaar
tuigen. Ik werd een ervaren hengelaar, kende
alle bloemen in en langs het water, alle hoo
rnen, veel vogels en visschen en raakte in de
goede stemming om de boeken te verslinden
van Aimard, Cooper en Maine Reid. Een
goed woudlooper leek mij het nobelste wezen
ter wereld.
Met mijn twaalfde jaar gingen we wonen in
Amsterdam en ik had toen gelukkig het bui
tenleven genoeg te pakken, om niet onder te
gaan in het stadsleven. Groot looper als ik
was, kon ik het Gooi en de Duinen, Aalsmeer
en Monnikendam rekenen tot de onmiddel
lijke omgeving van mijn woonplaats en ge
kunt dus begrijpen, dat mijn schatkamer van
natuurschoon belangrijk toenam aan inhoud
en dat juist in den tijd van den grootsten groei
en ontwikkeling. Ik kreeg mijn eersten Su-
ringar, kocht in de Oude Mannenhuispoort
allerlei boeken, o, a. Schoedler's „Buch der
Natur", legde een herbarium aan en insecten
verzamelingen en hamerde uit de beschoeiing
van den Zuiderzeedijk allerlei merkwaardige
gesteenten. De Zuiderzeedijk van Monniken
dam tot Muiderberg, met de kleilanden er
buiten en de meren en moerassen aan de bin
nenzijde, was mijn voornaamste arbeidsveld
en ik heb daar ongelooflijk vee! gezien en geno
ten. Door de uitbreiding van Amsterdam en
den aanleg van het Merwede-kanaal gingen
prachtige stukken voor mij verloren, maar
tot op heden is daar nog veel schoons en goeds
overgebleven. Ik mag niet nalaten te vertellen,
dat ik destijds zeer veel aanmoediging onder
vond van dr. C. Kerbert, den tegenwoordigen
directeur van Artis en destijds (45 jaar gele
den) leeraar aan de Gemeentelijke Kweek
school voor Onderwijzers, die gezorgd heeft
voor een groot deel, dat ik geworden ben,
wat ik ben.
In den grond der zaak vind ik echter weinig
verschil tusschen den grijsaard van heden en
het kind van de wallen van Grave. Nog altijd
wandel ik met spanning en verlangen, nog ai-
tijd geeft de natuur mij iederen dag de rijkste
geschenken van zelf. Bovendien ontmoet ik
telkens vrienden van dezelfde gezindheid, uit
alle deelen der wereld en wij voelen ons allen
even gelukkig. Aan velen van ons heeft het
leven een zwaren taak opgelegd in werkplaats
of kantoor, sommigen zijn genoopt geworden
een beroep uit te oefenen, dat weinig contact
geeft met de natuur, maar ondanks alles blij
ven wij vervuld van de stemming van rijkdom
en verheugenis. Een maand, een week, een
dag vacantie, één enkele morgen- of avond
wandeling helpt ons altijd weer omhoog.
Is het wonder, dat ik een dergelijk leven,
een dergelijke jeugd toewensch aan mijn mede
menschen De gelegenheid er toe bestaat nog,
al ging reeds veel verloren, ook in Brabant,
Breda met zijn Ulvenhoutsche Bosch, Lies
bosch, Mastbosch verkeert wel in zeer gunsti
ge omstandigheden. Is Breda ook niet op één
na de zonnigste stad van Nederland
Maastricht is de zonnigste.
Daar ben ik geboren.
Het onderzoek door den Raad
voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft een
onderzoek ingesteld naar de oorzaak van
hei ongeval, op 4 Juni j.l, overkomen aan
het stoomschip „Adonis", welk schip
naar men weet de sluisdeur te IJmuiden
heeft aangevaren, tengevolge waarvan deze
deur groote schade opliep, en bovendien
de groote zeeschepen niet in de groote
sluis geschut konden worden. Zoo moesten
o.a. de mailschepen „P. C. Hooft" en
„Flandria", welke toen binnenkomende wa
ren, geruimen tijd wachten, alvorens zij
naar Amsterdam konden opvaren. Er be
stond voor deez zaak in scheepvaartkrin
gen groote belangstelling. De voorzitter van
den Raad, mr. Kirberger, deed er bij den
aanvang van de zitting den eersten machi
nist, mededeeling van, dat hij op daad van
nalatigheid zou worden gehoord. Eenzelfde
mededeeling kreeg de tweede machinist van
de „Adonis Beide machinisten werden
resp. bijgestaan door de heeren J. Ratté en
L, Veensk'a, resp. secretaris en voorzitter
van de Vereeniging voor Scheepswerktuig-
kundigen. Voorts waren opgeroepen de ka
pitein en de assistent-machinist. De kapi
tein, de 38-jarige heer Beuker, verklaarde,
dat dc „Adonis een vrachtstoomschip der
Kon. Ned. Stoomboot Mij., met een lading
van 100 ton zout en verder stukgoed, van
Cadiz kwam. Het schip is toegerust met
een triple-expansie machine. Er waren
man aan boord, 's Nachts half twee ging de
„Adonis" de groote sluis binnen, met heel
langzame vaart. De sluismeestcr gaf order
om geheel vooraan te meren. Get. liet in
het midden van de sluis de trossen van
den wal halen. De sluismeester riep op een
gegeven oogenblik „ver genoeg". Er werd
order gegeven om voorspring en achtertros
te houden en daarop zette de kapitein de
telegraaf op volle kracht achteruit. Het
schip kreeg echter vaart en de kapitein
zete daarna de telegraaf weer op stop en
vervolgens weer opnieuw achteruit. Het
schip ging echter met nog meer vaart
vooruit en weer herhaalde de kapitein de
manoeuvre. De „Adonis" bleef echter voor
uit loopen en liep tenslotte tegen de zui
delijke vloeddeur, welke ernstig beschadigd
werd. Eerst na de aanvaring werkte de
schroef van het schip inderdaad achteruit.
Op vragen van verschillende raadslieden
verklaarde get. o.m., dat het manoeuvreeren
met de „Adonis altijd vlot is gegaan. Van
uit de machinekamer werd steeds met de
telegraaf correct op de bevelen per tele
graaf van de commandobrug geantwoord,
zoodat get. het onnoodig oordeelde, van de
spreekbuis gebruik te maken, trouwens
daar was ook geen tijd voor, want alles
speelde zich in ruim anderhalve minuut af.
Bij het arriveeren in de haven wordt
vanaf het dek de machinekamer gewaar
schuwd, d.w.z. de machinisten en niet de
eerste machinist afzonderlijk.
Hierop werd gehoord de tweede machi
nist. Hij verklaarde, reeds 11 maanden met
den eersten machinist te varen. Hij is in
het bezit van diploma B. en van het theo
retisch diploma C. In den nacht van 3 op
4 Juni was get. om12 uur op wacht geko.
men. Even voor 1 uur werd gewaarschuwd,
dat de loods zou worden overgenomen.
Verder heeft get, niets gehoord. De eerste
machinist bevond zich toen niet in de ma
chinekamer. Negen minuten heeft de ma
chine, een „all round motion", op stop
gestaan.
Get. gaf vervolgens een gedetailleerde
technische uitlegging van de wijze, waarop
hij met de machine had gemanoeuvreerd.
Hij wijt het ongeval aan het fei'dat hij
in de eerste oogenblikken niet aan deh
hootds to omafsluiter dacht, daar hij te veel
bezig was met de- overzetmachine. Op het
laatste oogenblik is de eerste machinist
heneden gekomen.
Laatstgenoemde, als getuige gehoord,
werd door den voorzitter gevraagd of hij
niet wist, dat hij bij het binnenkomen in
een haven beneden moet zijm.
Get.: „Jawel, dat is de ins ructie".
Voorts verklaarde get. dat hij tot 12 uur
de wacht had gehad en daarna tot het in
de sluis varen van de „Adonis" aan dek
was gebleven. Hij vertrouwde den .weeden
machinist volkomen en achtte het niet
noodig naar beneden tc gaan .Toen hij zag,
dat het misliep, had hij zich echter zoo snel
mogelijk naar beneden begeven. Hij zag
toen, dat de 2de machinist aan het „marte
len was om de machine achteruit te krij
gen.
Enkele leden van den Raad stelden den
tweeden machinist daarop verschillende
technische vragen. Uit zijn antwoorden
bleek o.m. dat hij van oordeel is, dat de z.g.
aanzetmachine niet deugde.
Pe eerste machinist werd over zijn aan
dek blijven vrij scherp gecritiseerd.
De inspecteur van de Scheepvaart, ver
volgens het woord nemende, zeide door het
onderzoek tot de overtuiging te zijn geko
men, dat het ongeval is veroorzaakt door
een daad van den tweeden machinist en
door ae nalatigheid van den eersten machi
nist. De tweede machinist heeft verkeerd
gemanoeuvreerd, z.i. staat het vast. Spr.
verzocht daarom den Raad, den tweeden
machinist disciplinair te straffen door het
uitspreken van 'n berisping. Wat den eer
sten machinist betreft, meende spr. dat, als
aeze °P zijn post was geweest, hij de fout
van den tweeden machinist had kunnen
corrigeeren; wellicht was de aanvaring dan
te voorkomen geweest. In tal van uitspra
ken heeft de Raad tot eisch gesteld, dat de
hoofdmachinist bij het manoeuvreeren in
sluizen in de machinekamer moet zijn. Spr.
kon dan ook den Raad niet anders verzoe
ken den eersten machinist disciplinair te
straffen met schorsing.
De heer Veenstra, die voor het beleid
van den tweeden machinist opkwam, meen
de dat ter zitting wel is gebleken, dat op
dit schip een machinist handigheid moet
hebben om goed te manceuvreeren. Spr. is
ervan overtuigd, dat de aanzetmachine niet
goed heeft gefunctionneerd en dat de in
stallatie zelf heeft uitgewezen, hoe slecht zij
is. En ook is komen vast te staan, van wel
ke^ oude constructie deze „all round moti
on is. Om met dit type machine te kun
nen werken moet men over een groo'e
handigheid beschikken. 'Spr. noemde de ge-
heele kwestie een samenloop van omstan
digheden. Hij wilde terdege doen uitkomen,
dat in de 2 3i4 minuut, welke de tweede
macinist gemanoeuvreerd heeft, het schip
uitsluitend als gevolg daarvan niet zooveel
vaart kan hebben gekregen; toen er acli-
eruit moest worden gestoomd, moet de
„Adonis" reeds vaart hebben gehad. Spr.
concludeerde dan ook, dat de eisch van den
inspecteur te hoog was.
Ter gelegenheid van het Congres van de Ned. Maatsch.
van Nijverheid, geëxposeerd een fraaie collectie van
dit oudste en voornaamste Nederlandsche Kunstproduct.
De heer Ratté die den eersten machinist
verdedigde, wees erop, dat de eisch, door
den Raad gesteld; waarbij een hoofdmaciii-
ni-st aan boord van een schip in de machi
nekamer behoort te zijn als dat schip een
haven binnenkomt, gefoeid is uit de ver
houdingen en met onredelijk mag heeten.
Maar op een klein schip als de „Adonis"
waar weinig machinepersoneel is, brengt
deze eisch mede, dat de hoofdmachinist
behalve de wachten die hij loopt, ook bij
,het binnenkomen in elke haven in dienst
moet zijn. Gezien de vele Middellandsche
Zeehavens, welke schepen als de „Adonis"
aandoen, is deze eisch van den Raad in dit
geval niet redelijk.
In de tweede plaats meende spr., dat de
positie, welke de Raad aan den eersten
machinist toekent, geen grondslag vindt in
de schepenwet. Slechts indien de verant
woordelijkheid van den eersten machinist
wettelijk is vastgelegd, zooals met de ge
zagvoerders het geval is, weten zij, waar
aan ze zich te houden hebben. Thans ech
ter zou het onbillijk zijn den eersten machi
nist van de „Adonis" zoo zwaar te straffen
als de inspecteur dat wil.
De zi ting werd daarop gesloten.
De Raad zal later uitspraak doen.
NIEUWS UIT HET LEIDSCHE DISTRICT.
Maandag 27 Juni zal het District-bestuur
van het Leidsche District bijeenkomen des
avonds te 8 uur in het St. Pancratius-Pa-
tronaat, Hooigracht 18, te Leiden.
Daar 31 Juli a.s. de Jaarvergadering van
den D. H. V. B. zal worden gehouden, wor
den dien avond besprekingen gevoerd over
de agenda en of vanwege het District voor
stellen moeten worden ingediend ter be
handeling in de bedoelde jaarvergadering.
Vereenigingen, ressorteerende onder dit
District, worden daarom verzocht, indien zij
voorstellen wenschen te doen, dit voor
Maandagavond aan ondergeteekende te wil
len berichten, benevens omschrijving van
het in te dienen voorstel (of voorstellen).
De jaarvergadering van het Leidsche Dis
trict zal zeer binnenkort gehouden wor
den. De data zal Maandag worden bepaald,
alsmede plaats en tijd waar deze gehouden
zal worden.
D. HAVERKORN,
Secretaris-Penningmeester.
DE TOUR DE FRANCE.
De Belg van de Casteele slaagde er in de
4de etappe van de Tour de France (Caen
Cherbourg) te winnen voor zijn landge
noot Verhagen. In het algemeen klassement
behoudt Francis Pelissier nog de leiding.
De uitslag luidt:
Van de Casteele in 4 u. 20 m. 46 s.; 2.
Verhagen; 3. Hemelsoet; 4. van Slembrouch;
5. Martin (zelfde tijd); 6. Frautz, 4 u. 23 m.
33 sec.; 7. Benoist; 8. Vervaecke; 9. Rebry
(zelfde tiid); 10. Dewaele, 4 u. 24 m. 12 s.;
11, Pelissier, 4 u. 25 m. 16 s.; 12. Cuveiier;
13. Le Drogo (zelfde tijd); 14. Brosteaux 4
u. 27 m. 0.5 s.; 15. Geldhof, 4 u. 27 m. 14 s.;
16. Decorte (zelfde tijid).
Het algemeen klassement na de vierde
étappe luidt thans: 1. Pelissier 21 u. 12 m.
17 s.; 2, en 3. le Drogo en Cuveiier (zelfde
tijd), 4. Van Slembrouck 21 u. 17 m. 23 s„
5. Martin 21 u. 19 m. 11 s., 6. Huot 21 u. 24
m. 45 s., 7. Decorte 21 u. 31 m. 46 s.; 8.
Frantz 21 u. 35 m. 34 s., 9. Vervaecke 21
u. 37 m. 46 s., 10. Rebry 21 u. 43 m. 27 s,
TOURNOOI TE WIMBLEDON.
De uitslagen van Woensdag luiden als
volgt:
Heerenenkelspel tweede ronde: Browne
sl. Holmes 64, 108, 36, 46, 62;
Lester sl. Kreuzer 6—1, 60, 63; Klein-
schroth sl. Owen 64, 26, 61, 63;
Lee sl. Eames 6—3, 64, 75; Macintosh
sl. Danet 64, 46, 63, 64; Timmer sl.
Crawley 64, 64, 62; Greig sl. Sharpe
64, 16, 46, 63, 64; Farqubarson
sl. col. Dudley 108, 46, 5—7, 6—4, 63,
3e ronde: Von Kehrling sl. England 61,
61, 62; Kozeluh sl. Mahoney 62, 64,
64; Brugnon sL Froitzheim 61, 62,
4—6, 6—3.
Dames-enkelspel 2e ronde: mej. Bouman
sl. miss Busby 60, 63.
2, Miss Helen Wills sl. miss Lomley Ellis
6—3, 6—2.
Mrs. Peacock sl. miss Feitham 69, 6—1;
miss Goldsack sl. miss Gordon 63, 64;
miss Ridley sl. madame Bordes 60, 75;
nliss Bennett sl. miss Hardie 64, 36,
62; miss Saunders sl. miss Dix 64, 63;
miss Harvey sl. Frau Friedlebcn 60, 75;
miss Ryan sl. miss Connell 62, 64; miss
Colyer sl. mrs. Satterthwaite 68, 62,
75; missLycett sl. mrs. Beamish 64,
63; miss Joan Fry sl. mme Mathieu 63,
62; mrs. Covell sl. miss Shaw 63, 63;
miss Betty Nuthall sl. frl. Aussem 63,
62; miss Heine sl. miss Hemmont 63,
62; miss Tyrrell sl. mrs. Bridge 62,
61; mrs. Mallory sl. miss Boas 63, 62,
e3ronde: Mrs. Godfree sl. miss Tapscott
62, 108; sen. d'Alvarez sl. miss Drans-
field 60, 64; mrs. Mavrogordato sl. miss
Valentine 911, 64, 6—4.
2e ronde: Boussus sl. Fisher 26, 79,
63, 64, 62; Kinsley sl. Browne 63,
4—6, 7—5, 6—2.
3e ronde: Gregory sl. Crole Rees 63,
63, 61; Condon sl. kol. Mayes 97,
4—6, 6—2, 4—6, 6—2.
Zooals uit bovenstaanden uitslag blijkt,
wonnen Timmer en mej. Bouman zonder
veel moeite hun enkelspelen.-
STOOP'S TOURNAMENT.
Toenemende belangstelling en goed spel.
Het fraaie weer had Woensdagavond veel
belangstellenden naar Stoop's banen ge
lokt, die eenige zeer interessante wedstrij
den hebben kunnen aanschouwen. Wanneer
ook op de volgende dagen het weer mede
werking bleef verleenen kunnen tegen
Zaterdag en Zondag de finales in de ver-
schiSiende afdeelingen worden verwacht,
dank zij de onvermoeide secretaris der re-
gelings-cotnmissie, de heer Kamerbeek, wien
geen moeite te veel is om een regelmatig
verloop te bevorderen.
In het heerenenkelspel werd de eerste
ronde thans geheel afgespeeld en wist van
Damrae zich evenals Maas reeds in de der
de ronde te plaatsen.
Voor damesenkelspel werd alleen ge
speeld mej. de Jongmej. Beaumont, waar
bij eerstgenoemde onverwacht een neder
laag leed met 97, 60. Het technisch goed
en aanvallend spel van mej. de Jong strand
de steeds op de hechte verdediging van mej.
Beaumont.
In het heerendubbelspel leden Dr. Muller
en Ir. Bölger een niet voorziene nederlaag
tegen Meijer en van Duyn. Dr. de Crauw
en Klok sloegen na een spannenden en
fraaien strijd in drie sets de sterke jonge-
double Renesse-Vorstman. De verliezers
speelden een keurig spel maar waren juist
op kritieke momenten even zwak, wat hun
tegen deze geroutineerde tegenstanders den
wedstrijd kostte. Voor de laatste partij van
den avond Blom en Reuvekamp GilleStoel
en Terlaag was de grootste belangstelling.
De T. C. H. double moest zich geheel geven
en zag zelfs den eersten set verloren gaan.
Blom had naast briilante oogenblikken nog
veel missers en ook Reuvekamp Gille had
veel moeite om den vooral aan het netuit-
blinkenden Stoel te passeeren. De sterkste
partij won ten slotte, maar het was lang
geen walk-over. In het dames dubbel- en
gemengd dubbelspel vielen normale uitsla
gen.
De uitslagen van Woensdag luiden:
Heeren-enkelspel le ronde: G. Renesse
w.o. Groeneveld slaat Ir. Mollinger 64,
64. Borgerding slaat Terlaag 6—4, 75.
Assistent slaat Ir. Bölger 86, 60.
2e Ronde: Van Damme slaat Groeneveld
7—5, 6—3.
Dames-enkelspel, le ronde: Mei. A. Beau
mont slaat mej. de Jong 97, 60.
Heeren-dubbelspel, le ronde: Dr. de Crauw
en Klok slaan Vorstman en Renesse 64,
36, 75; Meyer en Van Duyn slaan Dr.
Muller en lr. Bölger 64, 86.
2e ronde: J. Maas en E. v. d. Weiden
den slaan Meijer en van Duyn 64, 64.
Dames-dubbelspel, le ronde: Mej. v. Laar
en mej. Senft slaan mevr van Driel en mej.
Machielse 62, 62. Mevr. Spronk en mej.
van Nop slaan mevr. Vermeulen en mej.
Methorst 75, 64, 63.
Gemengd dubbelspel, le ronde: Mej. van
Laar en Swetser slaan mej. B. Verster en
P. Roeske 7—5, 57, 61. Mej. Vorstman
en Renesse slaan mej. Veenhoven en Blan
kevoort 46, 75, 97.
De Engelsche algevaardigde Lord Robert
Cecil ter Driemogendheden-conferentie
te Gcnève.
Het gaat de H. C. Haarlem dit jaar zoo
gced, dat het bestuur besloten heeft nog
een tweede negental samen te stellen. De
competitieleider heeft reeds medegedeeld,
dat dit negental nog kan worden opgenomen
in de 2e klasse B. Er bestaat ook wel een
derde klasse, doch in die klasse worden da
wedstrijden 's avonds gespeeld, wat natuur
lijk na een reis niet meer kan. In de 2da
klasse B. spelen reeds: Blauw Wit 2, Z.R.C.
2, Concordia 3, V.V.G.A. 2 en A.G.H.CF 2.
H.Z.P.C.—H.P.C. 1—7.
Woensdagavond speelde H.P.C. hoven-
genoemden wedstrijd in de Regentes met da
volgende opstelling:
De Jong
Leyenaar, Braam, J. Koopmans
F. W. Moolenaar, Kodde, J. Moolenaar
H.P.C. is dus compleet, H.Z.P.C. telt een
invaller.
Reeds spoedig na het begin heeft H.P.C.
dcor opzwemmen der achterhoede succes
01. Vrij spoedig weet Kodde uit 'n goed
aangegeven bal den stand op 02 te bren
gen. H.Z.C.P. geeft zich nog leng niet ge
wonnen en heeft tenslotte door een ver
gissing in de achterhoede in de achter
hoede van H.P.C. succes 12, waarmede de
rust komt.
Na rust komt H.P.C. geweldig opzetten
en goed samenspelend gaat het op het H.
Z.P.C.-doel af. Spoedig wordt het door
Kodde 13, dan speelt H.P.C. een gewon
nen wedstrijd en Kodde voert den stand
geleidelijk op tot 17. De H.P.C.'ers
speelden allen een goeden wedstrijd.
Scheidsrechter De Haaff leide uitstekend
Zaterdag a.s. R.Z.C.H.P.C. in Rotterdam.
De stand in deze afdeeling is thans:
H.P.C. 2 2 4 12—4 2.—
S.V.H. 2 1 12 7—6 1.—
R.Z.C. 2 1 12 55 1
H.Z.P.C. 2 2 2—11 0.—
PARIJS, 23 Juni. De „Echo de Paris"
meldt uit Rome, dat aldaar in diplomatieke
kringen wordt bevestigd, dat de jongste
stappen der groote mogendheden te Tirana
en Belgrado, een bevredigend resultaat
hebben opgeleverd. Een oplossing van het
geschil is spoedig te verwachten. Dc regee
ring te Tirana zou den gearresteerden tolk
in vrijheid stellen, terwijl de regeering te
Belgrado de scherpe nota zal intrekken.
Voorspeld wordt, dat de diplomatieke ver
tegenwoordigers, tegen het einde van de
maand hun posten weer zullen bezetten.
Het programma voor de maand Juni
voorziet nog voor den 26sten een uitvoering
van den „Meistersinger" in het Opernhaus.
In dit gebouw zal op 27 en 28 Juni het
ballet van de Parijsche Opera optreden. Op
de tentoonstelling en in de „Stadlische
Salen" vinden vóórts een reeks belang
rijke concerten plaats. De aan de Katholieke
kerkmuziek gewijde week duurt tot den
24sten. Het Domchor uit Miinchen en het
Koor van de Sixtijnsche Kapel uit Rome,
verleenen er hun medewerking aan. Op 25
en 26 Juni geeft de Weensche Philharmonie
concerten. Den 26en treedt eveneens de
„Deutscher Singverein" uit Praag op,
terwijl ten slotte de 27ste en de 28ste
voorbehouden blijven voor uitvoeringen
van Joodsche muziek.
In Juli vindt het feest van de „Inter
nationale Gesellschaft für neue Musik"
plaats. Een aantal concerten zullen in deze
maand aan de Evangelische kerkelijke
muziek zijn gewijd, terwijl voorts uit
voeringen van Zwitserscbe, Chineesche,
Poolsche, Belgische en Nederlandsche
muziek voor deze maand zijn aangekon
digd.