UT71M
Radio-Omroep,
Wat zal hij er mee doen?
Gaat Baldwin heen? Zijn figuur en zijn beleid. De kritiek uit het liberale
kamp. Hst conflict tusschen Albanië en Zuid-Slavië geëindigd.
Onder de Ra aio-berichten: Sémard, de met Leon Daudet ontsnapte
communist, heeft geen gehoor gegeven aan het verzoek zich aan te
melden tot het ondergaan zijner gevangenisstraf. Het kamerlid Cachin
weer vrijgelaten. Conferentie tot oprichting eener intern, hulporgani
satie geopend. Een Fransche stap te Rome in verband met de inciden
ten aan de Italiaansche grens.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
EEN VERGADERING VAN
HET CENTRUM.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Venezuela*s vertegenwoor
diging te 's-Gravenhage.
U trecht* s
gemeentebegrooting 1927
goedgekeurd.
Minister Kan naar Holl.
N oor der kwartier.
Prinses Juliana als studente
te Leiden.
Prins Hendrik terug uit
Zwitserland.
50 jaar aan de Leidsche
Stérrewacht.
Het gezantschap te Rome
OM HET BEHOUD VAN HET
LANDELIJK SCHOON.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Bezuiniging bij de Ned.
Spoorwegen.
UIT ONZE OOST.
Het broeit nog op
Sumatra's Westkust.
FEUILLETON.
Wat de zware bandjir
verwoestte.
Om drankmisbruik tegen
te gaan:
Uitbreiding van hét leger in
Indië wordt noodzakelijk
geacht.
De Communistische
relletjes te Sanga-Sanga.
mogelijk maakt, yyat door de algemeenheid
wordt toegestemd, daar men in deze regee
ring, ook bij kritiek van enkele harer hande
lingen, toch altijd nog een waarborg meent
Je zien voor een gunstige economische ont
wikkeling van het land en voor de handha
ving der rust naar buiten. Dit zijn over het
algemeen de wenschen van de groote meer
derheid van het Bulgaarsche volk, dat hard
moet strijden voor zijn bestaan.
Baldwin af
Gisteren maakten wij melding van ge
ruchten omtrent plannen van Baldwin om
als eerste minister af te treden. Wat er van
deze geruchten waar is zal nog moeten
blijken. Maar zeker is het wel, dat hetgeen
de vorige week is gebeurd tot versterking
van de positie van den Britschen premier
ook in de eigen partij niet heeft bijgedragen.
De plotselinge aankondiging van regeerings-
plannen in zake de hervorming van het
Hoogerhuis, de opstand onder de jonge
conservatieven die hiervan het gevolg was
en de daarop gevolgde mededeelingen,
waaruit bleek, dat de regeering aan de in
het Hoogerhuis door lord Cave ontwikkelde
plannen niet zal vasthouden, maar ver
moedelijk het volgend jaar zich zal bepalen
tot een kleine herziening van het Parliament
Act van 1911, hebben opnieuw bevestigd,
dat de leiding van de conservatieve regeering
en van de conservatieve partij op het oogen-
blik in zeer zwakke handen is en zich door
buitengewone onzekerheid en onvastheid
onderscheidt.
Denkbeeldig is de kritiek op het beleid
van Baldwin niet. Men denke slechts aan de
door de Britsche regeering aangenomen
houding in het kolenmijnconflict, welke het
land direct en indirect millioenen heeft ge
kost zonder eenig bevredigend resultaat.
Telkens bleek weer, dat, volkomen in
strijd met zijn aanleg en met de beloften,
welke zijn openbare uitingen inhielden, de
conservatieve eerste-minister zich onder
wierp aan den invloed van de diehards, in
zijn kabinet en in zijn partij. En men kan het
zich begrijpen, dat men in de kringen der
oppositiepartijen, van welke in den laatsten
tijd vooral de liberale partij bij verschillende
der aanvullingsverkiezingen de zeer welkome
vruchten begint te plukken van de fouten en
tekortkomingen van het tegenwoordige be
wind, heel weinig verwachting heeft dat de
invloed van de z.g. jongere conservatieve
die zich in het Hoogerhuisvraagstuk met
succes tegen de actie der Diehards hebben
verzet, ook in de toekomst eenigen waar
borg zal geven voor een veranderde houding
van den premier.
Het ontbreekt Baldwin aan kracht en
gezag en bijzonder teekenend voor zijn
positie in het ministerie aan welks hoofd
hij staat, is zeker wel het feit, waaraan deze
week de „nation" herinnert, dat Baldwin
toen hij Donderdag voor een week ergens in
Cornwallis een groote rede hield voor zijn
partijgenooten over allerlei onderwerpen
sprak, maar inet geen woord melding maakte
van regeeringsplannen in- zake het Hooger
huis, waaromtrent juist een dag te voren lord
Birkenhead al een aankondiging had ge
daan. Men krijgt aldus wel den indruk, dat
enkele der ministers maar eenvoudig buiten
het hoofd der regeering om een politiek op
eigen hand voeren en den premier negeeren.
In deze omstandigheden kan men de ge
ruchten omtrent een mogelijk aftreden van
Baldwin en diens vervanging door een krach
tiger persoonlijkheid niet eenvoudig ter
zijde schuiven,
In de conservatieve partij gevoelt men,
dat haar positie in den lande ten zeerste door
de onzekere politiek der regeering begint
te verzwakken. De vraag is echter of een
andere leider beter er in Zou kunnen sla
gen de verschillende stroomingen van deze
partij in een bedding te vereenigen.
Daudet blijft onvindbaar.
De „Action Fran?aise" van Zaterdag be
vatte, zooals wij reeds in het kort meedeel
den, een artikel van Léon Daudet, blijkens
de aanduiding in de krant „par fil special"
ontvangen. Hij besprak daarin de aanhou
ding van Pujo en vertelde, dat hij ook uit
Nederland sympathiebetuigingen had ont
vangen.
De „A. F." van Zondag bevat wederom
een artikel van zijn hand, ditmaal met de
aanduiding, dat het per postduif ontvangen
is. In dit nieuwe artikel betoogt Daudet,
dat de Fransche justitie de speelbal is van
de politieke politie en zegt hij o.a., dat de
pet van den chauffeur Bajot veel gewichtiger
en eerbiedwaardiger is dan de hoed van
Gessier.
Te Cherbourg meende men dezer dagen,
Zoo vertelt het royalistische blad, Daudet
op het spoor te zijn. Uit Carentan was een
auto gesignaleerd met de initialen L. D.,
waarin een heer en dame zaten. Geen twij
fel aan, het waren de heer en mevrouw
Daudet. Bij de aankomst in Cherbourg werd
de auto gevolgd; men liet haar voor een
hotel stilhouden, de inzittenden stapten uit
en alle maatregelen werden genomen voor
hun aanhouding! Maar aan het hotel ver
nam de politie, dat de heer L. D. niet de
gezochte was, maar de heer L. Duboyle,
employé van de White Star-lijn, in scheep
vaartkringen te Cherbourg zeer bekend. Het
wisse voor het onwisse nemend wachtte de
politie toch maar tot de heer Duboyle uit
zijn kamer kwam om zich te overtuigen dat
het toch werkelijk niet de heer Daudet was
De driemogendheden-
conferentie.
Inzake het Engelsche voorstel tot verdee
ling van de kruisers in twee klassen wordt
gemeld, dat de Japansche marine-autoriteiten
het er over eens zijn, dat Japan de toepassing
van de verhouding 5:5:3 niet kan aanvaar
den voor de kruisers van 10.000 ton en even
min de beperking van het kaliber der ka
nonnen van het kruiserstype van 7500 ton
tot zes inch, omdat het reeds acht inch be
draagt. Men verwacht dat Saito zal worden
opgedragen om voor te stellen, het kaliber
der kanonnen van kruisers van 7000 ton en
minder te beperken tot zes inch.
Bulgarije na de verkiezingen.
Bulgarije, waarvan koning Boris door een
troonrede enkele dagen geleden, het twaalfde
wetgevende tijdperk heeft ingeleid, toont
in zijn nieuw gekozen Sobranje een groote
verandering. Niet alleen het verloop van
de laatste verkiezingscampagne, maar ook
de uitslag ervan bewijzen, dat Bulgarije zijn
politiek evenwicht inderdaad heeft terug
gevonden en men moet objectief vaststellen,
dat slechts in de minste gevallen de beschul
digingen der geslagen partijen tegen de re
geering over knoeierijen en geweld met de
feiten overeenstemmen. Koning Boris kon
dan ook met recht stil heenstappen over een
tusschengroep, die uit de rijen der oppositie
kwam, terwijl hij de troonrede voorlas. De
verkiezingen toch hebben, voor zoover dit
in de Balkanlanden mogelijk is, de politieke
overtuiging van de bevolking uitgedrukt.
Karakteristiek voor het nieuwe Sobranje
zijn twee feiten, het verdwijnen der partijen
van het midden en de sterke toename van
de stemmen der agrariërs. Het resultaat
der verkiezingen heeft de regeering 179)
mandaten den agrariërs 60 en den Macedo-
niërs (groep Petric) 11 mandaten gebracht.
De oppositie kon slechts 23 stemmen ver
krijgen, waarvan 7 sociaal-democraten, 6
communisten en 10 zoogenaamde wilden
zijn. De overwinning der regeering bij de
laatste verkiezingen was dus overweldigend
de kiezers hebben in dat geval echter niet
zoozeer voor een partij gestemd, als voor
het systeem van rust en orde en economischen
opbouw. Opmerkelijk is de sterke toename
der agrariërs en de vermindering der com
munisten. Het systeem Stamboeliiski, waar
mee de omwenteling van 9 Juni 1923 gebro
ken had, heeft voor de openbare meening
in Europa het begrip van de agrariërs in
Bulgarije vervaagd en men neigt er nog
altijd toe, agrariërs en communisten voor
hetzelfde te houden. Daarvan is echter geen
sprake meer. De boerenbevolking van Bul
garije bedraagt ongeveer 90 het zijn arme,
kle'ne lieden, die door zwaar werk hun dage
lij ksch brood verdienen en die voor het
grootste gedeelte van het communisme
niets willen weten. De Bulgaarsche kleine
boer voelt zich veel eerder als bezitter
en hij is voor politiek lang niet zoo ontvan
kelijk, als de Servische boer. Als Stamboe
liiski onder den boerenstand voor zijn com
munistische ideeën toch zoo veel aanhangers
vond, dan lag dit eenvoudig daaraan, dat hij
zich deze stemmen kon koopen, daar hij
over bijna onbegrensde geldmiddelen uit
Moskou beschikte. De ontzettende misdaad
in de cathedraal Sv. Nedelja in Sofia op
16 April 1925, die de communisten hadden
op touw gezet, om Bulgarije in onrust en
verwarring te storten, heeft door het daarbij
vergoten bloed van onschuldigen het com
munisme den doodsteek gegeven. In groote
menigten hebben de aanhangers van het
communisme zich van hun leiders afgewend
en zich bij de groep agrariërs aangesloten
een omkeer, die aangetoond wordt door de
cijfers der afgevaardigden ,die in de beide
groepen zijn gekozen. Een plaag voor Bul
garije, de beroepspolitici konden ook door
de laatste verkiezingen niet worden uitge
roeid. Er zijn altijd nog genoeg mannen, die
met succes uit de politiek geld weten te
maken en het zijn nu juist niet onberispelijke
persoonlijkheden, die hun beroep ervan
hebben gemaakt, hun medeburgers te red
den. Maar dit zijn fouten in het Bulgaarsche'
publieke leven, die ook in andere landen,
die niet op het Balkanschiereiland liggen, te
vinden zijn. Over het algemeen kan worden
gezegd, dat het resultaat der verkiezingen
de voortzetting van het tegenwoordig regiem
Het conflict Albanië
Zuid-Slavië opgelost.
De Fransche gezant, die belast is met het
behartigen der Zuid-slavische belangen in
Albanië, heeft, ingevolge een speciale op
dracht der regeering te Belgrado, een bezoek
gebracht aan den minister van buitenl. za
ken, wien hij uit naam der Zuid-slavische
regeering verzocht om teruggaaf der hem
indertijd door den Zuidslavischen zaakge
lastigde overhandigde nota, waarna hij den
minister in de plaats daarvan een nieuwe nota
ter hand stelde, welke door de Albaneesche
regeering beleedigend geachte uitdrukkin
gen niet bevat.
In haar antwoord op deze nota verklaart
de Albaneesche regeering, dat zij, uit defe
rentie en om het bewijs te leveren van haar
oprechte en loyale gehechtheid aan den
vrede, last heeft gegeven den tolk Djoeras-
kowitsj in vrijheid te stellen.
Hiermede is het incident geëindigd.
Het Canadeesche Jubileum
Bij de aankomst van Lindbergh te Ottawa
ter gelegenheid der viering van het jubileum
van Canada heeft een ernstig ongeluk plaats
gehad. Luitenant Johnston, een der Ame-
rikaansche vliegers van het eskader, dat
Lindbergh begeleidde, werd bij de landing
door de aëroplane, welke achter de zijne
aankwam, verpletterd.
De Amerikaansche vlieger, die een der
twaalf vliegmachines bestuurde, welke Lind
bergh escorteerden die een bezoek bracht
aan Canada in verband met de viering van
het zestigjarig jubileum van het Dominion,
en werd gedood, is op plechtige wijze
begraven. Er zijn condolatie-telegrammen
gewisseld tusschen den premier van Canada
en president Coolidge. Op het oogenblik
dat de trein die het stoffelijk overblijfsel van
den piloot vervoerde vertrok, liet Lindbergh
vergezeld van elf vliegmachines, kransen
vallen ter eere van zijn dooden makker.
Aan een gehouden banket verklaarde de
eerste minister van Canada dat het feit dat
Canada wordt vertegenwoordigd door een
geiant te Washington niet de toekomstige
afscheiding beteefcnt van het Britsche rijk,
doch een nauwere samenwerking met het
Rijk in de wereldzaken.
HET HAVENVERKEER VAN ANT
WERPEN IN JUNI 1927.
Gedurende de maand Juni deden er 933
zeeschepen, van te zamen 2.008.952 ton,
waarvan 14 zeilschepen van in 't geheel 2960
ton, de Antwerpsche haven aan.
Voor dezelfde maand verleden jaar waren
de cijfers:
1.001 schepen met 2.032.935 ton, waarvan
11 zeilschepen met 1.180 ton. Voor de eerste
zes maanden van dit jaar is er een vermeer
dering van 307 schepen en 762.667 ton. De
gemiddelde tonnemaat der in Juni binnen-
geloopen schepen bedroeg 2153[ton per schip.
Van de schepen die de haven aandeden
waren er 411 Engelsche, 159 Duitsche, 77
Belgische, 55 Hollandsche, 54 Fransche, 49
Noorsche, 34 Deensche, 27 Zweedsche, 15
Amerikaansche, 11 Finsche, 10 Italiaansche,
8 Japansche, 6 Grieksche, 4 Braziliaansche,
3 van Dantzig Vrijs.aat enz.
DE RUBENSFEESTEN TE
ANTWERPEN.
Ter gelegenheid der 350e verjaring der
geboorte van den grooten Vlaatnschen schil
der Rubens richt het Gemeentebestuur
zijner geboortestad een reeks schitterende
feesten in, die zullen duren van 21 Juli
(Nationale Feestdag) tot de Antwerpsche
kermis (13, 14, 15, 16 en 21 Augustus). De
stad zal feestelijk versierd zijn, en een reeks
tentoonstellingen worden gehouden in de
Musea en andere zalen waar o.m. schilderijen
van Rubens worden bijeengebracht uit het
geheele land (uit Musea, kerken enz.), alsook
de gravuren en etsen van den meester, en
de bijzonderste reproducties naar zijn wer
ken. Tevens heeft een tentoonstelling plaats
van werken over Rubens en over het in
tellectueele leven van zijn tijd, en wordt in
de Vlaamsche Opera een groote academische
zitting gehouden. Verder twee uitgangen
van den Antwerpschen Ommeganck met
vlaggestoet, uitvoeringen van de „Rubese-
cantate" docjr Peter Benoit, in open lucht.
Een welgevuld programma, dat ongetwijfeld
een massa bezoekers naar Antwerpen zal
lokken.
DE SPIONNAGEZAAK VAN CAEN.
De vijf ingenieurs en teekenaars van de
scheepswerf bij Caen, die aangehouden wa
ren als verdacht van spionnage, zijn door
den rechter van instructie voorloopig in vrij
heid gesteld.
KONING FOEAD TE LONDEN.
Koning Foead van Egypte is gisteren te
Londen aangekomen voor een bezoek aan
het hof. Hij is aan het Victoria-station door
den koning en de ministers met volle ko
ninklijke eerbewijzen ontvangen, en zal tot
'Woensdag op het Buckingham Palace de
gast zijn van den koning. Daarna zal hij on
geveer een maand doorbrengen met parti
culiere bezoeken aan de industrieele centra
van het land en zich op de hoogte stellen van
alle zijden van het Engelsche leven en den-
'leett. Woensdagavond zal koning Foad aan
koning George een diner aanbieden in het
Egyptische legatiegebouw. Speciale Egyp
tische diners zullen door Egyptische koks
worden toebereid en Nubische lakeien zullen
de gasten opwachten. Koning Foead zal een
bezoek brengen aan het Mansion House,
waar hij door den lord-mayor en den ge
meenteraad zal worden ontvangen.
Zondag werd onder voorzitterschap van
dr. Marx in het Rijksdaggebouw een ver
gadering gehouden van de Centrumpartij
welke vergadering ook werd bijgewoond
door dr. Wirth. Na besprekingen, welke, den
geheelen dag voortduurden, werd de vofgen-
de resolutie aangenomen:
„De „Reichsparteiausschuss" van de Duit
sche Centrumpartij keurt de politiek van de
Centrumfractie in den Rijksdag goed en
spreekt haar vertrouwen in de fractie uit.
Op grond van de tot nu toe aangenomen
houding is de „Reichsparteiausschuss" er
van overtuigd, dat de Centrumfractie ook in
de toekomst een zelfstandige politiek in het
belang van het geheele Duitsche volk zal
voeren."
DE RIJNTENTOONSTELLING.
Bij de opening van de tentoonstelling
„Der Rhein, sein Werden und Wirken"
sprak o.a. staats-secretaris Dönhoff er zijn
bijzondere vreugde over uit, dat vertegen
woordigers van Nederland en Zwitserland
aan de feestelijkheid deelnamen en uitte de
hoop, dat de goede betrekkingen van alle
oeverstaten van den Rijn zich nog mochten
uitbreiden en steeds sterker worden.
De vertegenwoordiger van Nederland, de
heer F. K. J. Heringa, hoofd der afdeeling
Handel, gaf uiting aan zijn bijzondere vreug
de, dat hij bij deze feestelijke gelegenheid
slecht en recht woorden van warme sym
pathie kon laten hooren en niet alleen voor
de Nederlandsche maar ook voor de Zwit-
sersche regeering kon spreken.
Het Duitsche rijk, Nederland en Duitsch-
land waren, aldus spr., samengekomen om
den stroom, die de drie landen verbindt, te
huldigen en te eeren.
DE V.S. EN NICARAGUA.
In overeenstemming met de bepalingen
van de onlangs tusschen de Vereenigde Sta
ten en Nicaragua gesloten vredesovereen
komst, heeft president Coolidge Frank Mo
ray benoemd tot voorzitter van de commis
sie, die toezicht zal houden op de presidents
verkiezing, die het volgend jaar in Nicaragua
zal plaats hebben.
Tot gezant van Venezuela te 's Graven-
hage te vervanging van dr. José i Cardenas,
die, naar indertijd gemeld is tot minister in
z'n land benoemd werd is thans benoemd dr.
Gumersido Torres, Deze is in de residentie
aangekomen en heeft gisteren zijne officieele
opwachtingsbezoek bij jhr. mr. Beelaerts van
Blokland, minister van Buitenlandsche Zaken
gebracht.
Blijkens een door B. en W. van Utrecht
aan den Raad hunner gemeente gezonden
voordracht hebben Gedep. Staten van
Utrecht besloten, de gemeentebegrooting
voor 1927 goed te keuren, behoudens een
formeel punt betreffende de boekingen van
de opbrengst der gemeentelijke inkomsten
belasting.
Gisteren heeft Z.Exc. minister Kan een be
zoek gebracht aan de provincie Noord-Hol
land. Na aankomst te Alkmaar ging de mi
nister eerst naar de aardappelveiling te
Broek op Langendijk, waar hij zich op de
hoogste stelde van de wijze waarop de
hoeveelheden vroege aardappelen worden
verkocht, afgeleverd en naar het buitenland
verzonden.
Na terugkomst te Alkmaar bracht de Mi
nister per auto, rondgeleid door den voor
zitter en den secretaris-penningmeester der
Vereeniging tot Ontwikkeling van den Land
bouw in Hollandsch Noorder kwartier, d«
heeren Kramer Glynis en Nobel, Nieuwe
Niedorp, Winkel, Kolhorn, Waardpolder en
Groetpolder.
Na gebruik van den koffiemaaltijd ten
huize van den heer Nobel werd de tocht
voortgezet via den West-Frieschen dijk
over Aartswoud en Medemblik naar den
proefpolder te Andijk, en vandaar door
v/est-Friesland via Hoorn weder terug naar
Alkmaar.
H. K. H. wenscht haar studiejaren door te
brengen als ieder ander meisje-student.
Op Maandag 19 September zal de rector-
magnificus der Leidsche Universiteit, prof.
mr. E. M. Meyers, de rectorale waardigheid
°veLjlregen aan zijn opvolger, prof. dr. A.
J- Wensinck. Dan vangt tevens de nieuwe
academische cursus aan, waarvoor H. K. H.
Prinses Juliana zich als studente zal laten
inschrijven.
Het is begrijpelijk, dat er in academische
kringen, en meer speciaal onder de studen-
len groote belangstelling bestaat een be
langstelling, die des te grooter wordt naar
mate de dag nadert, waarop de prinses in
het „Album Studiosorum" zal worden inge
schreven.
Reeds is er, in verband met de komst van
Prinses Juliana, dezer dagen in het acade
miegebouw een vergadering gehouden van
den nieuwen rector en den nieuwen secre
taris van den Academischen Senaat met de
praesides van de verschillende studenten
faculteiten. Deze besprekingen hadden voor
al ten doel maatregelen te beramen, opdat
de Prinses, wanneer zij de colleges bezoek;,
dit zal kunnen doen op een wijze, als ware
zij gewoon studente. Prinses Juliana, zoo
rwerd aan de „Tel.' 'medegedeeld, wensch:
namelijk haar studiejaren door te brengen
gelijk ieder ander meisjes-student en zich
evenals dezen geheel vrij te kunnen bewe
gen. Ten einde dit zooveel mogelijk te kun
nen bevorderen, zal de prinses dan ook te
Katwijk en te Leiden incognito verblijven
als freule L. van Buren, den naam dien zij
ook reeds bij het kampeeren met padvind-
sters droeg.
Reeds is gemeld, dat de Prinses zal toe
treden als lid der Vereeniging voor Vrou
welijke Studenten te Leiden en zoo nu en
dan ook het Vereenigingslokaal in het Nuts-
gebouw zal bezoeken. In verband hiermede
wordt nog vernomen, dat de prinses den
wensch heeft te kennen gegeven, mede te
mogen werken aan de opvoering van een
tooneelstukje, dat door de tooneelclub der
VVSL zal worden opgevoerd.
Prinses Juliana zal behalve eenige col
leges in de rechten ook eenige colleges in
de letteren volgen.
Z. K. H. Prins Hendrik wordt Donderdag
14 dezer van zijn verblijf in Zwitserland,
waar hij een kuur deed, op Het Loo terug
verwacht.
Dezer dagen herdacht de heer J. C. Gai-
kema, rekenaar lé klasse aan de Sterre-
wacht te Leiden den dag, dat hij voor S0
jaar in 's Rijks dienst kwam.
Jhr. mr. A. v. d. Goes, thans Neder-
landsch gezant te Kaïro, is bestemd voor
den post van Hr. M.'s gezant te Rome.
De vereerilging voor vogelbescherming
's-Gravenhage en omstreken, heeft een
adres gezonden aan den Minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen, waar
in zij adhaesie betuigt aan de in Novem
ber 1926 tot den Minister gerichte memorie
van de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten betreffende de wettelijke
maatregelen tot bescherming der natuur.
Van Station tot halte.
Met ingang van 15 Juli zal een aantal
kleine stations van de Ned. Spoorwegen
omgezet worden in halten. De chefs van de
stations zullen worden overgeplaatst. Het
vertreksein voor de treinen aan de halten
zal worden gegeven door de hoofdconduc
teurs.
Ziet de regeering den toestand te
rooskleurig in?
Op Sumatra's Westkust schijnt het nog te
broeien want men is er in tot oordeelen be
voegde kringen nog lang niet gerust op de
komende gebeurtenissen met betrekking tot
de z.g.n. communistische woelingen, aldus
werd uit Padang aan het „A. I, Dgbl. Pr. B."
geschreven.
Algemeen is de opinie dat de regeering
de zaak, veel te rooskleurig inziet. De com
missie belast met het opsporen der redenen
tot ontevredenheid, werkt gedeeltelijk op
een wijze die er op gericht is allesbehalve
het prestige van het gezag, te weten het B.
B. de militairen en de politie hoog te hou
den.
Weliswaar hebben de marechaussees de
opstand pogingen voorloopig lamgeslagen en
zijn „alle leiders gevangen of dood, doch
menschen van wie het vaststaat dat zij toe
standen en bevolking hier door en door kern
nen en die reeds vóór het uitbreken der
jongste onlusten bewezen hebben een juisten
kijk te hebben op wat er broeide zijn over
tuigd, dat opstandplannen zoowel in de Be
neden- als Bovenlanden voortsmeulen en
binnen zeer korten tijd dan men verwachten
zal, zullen deze plannen in daden omgezet
worden.
Op dit oogenblik heeft men alle draden
in handen en thans kunnen de betrokken
autoriteiten die draden in handen houden,
mits zij over het hoofd personeel beschik
ken. Wij noemen b.v. de afdeeling geweste
lijke Recherche. Regds lang zijn de reorgani
satievoorstellen bij de regeering, doch de be-
trokkken besluiten blijven uit terwijl een
hoop kostbare tijd verloren gaat, gedu
rende welken nieuwe leiders reeds gaan
ageeren en een nieuw gestook begint. Im
mers, de kwaadwillende elementen hebben
uiterst weinig te vreezen. De militairen zijn
weggestuurd, gewestelijke recherche zit vrij
wel zonder mannetjes en het bestuur behoort
,Vrii bewerkt naar BULWER LYTTON'S
„What will he do with it",
door ]OS. P. H. HAMERS.
10'
VIJFDE HOOFDSTUK.
Darrell was op het punt om naar zijn
buitenplaats Fawley te vertrekken. Nu zou
er aan al die ontmoetingen een einde
komen.
Twee of drie dagen voor den dag waarop
het vertrek der familie bepaald was, was
Mathilde verdwenen. Arabella ontdekte het
eerst haar vlucht en de aanleiding daartoe.
Mathilde had op haar schrijftafel een brief
aan juffrouw Fosset laten liggen. Hij was
zeer kort en laconiek gesteld. Er was een
briefje van Jasper bij ingesloten, waarin
deze heer verklaarde het bespottelijk te vin
den, dat iemand ooit zou kunnen denken, dat
hij verliefd op Arabella zou zijn en dat hij
een zelfmoord zou begaan als Mathilde wei
gerde met hem te vluchten. Zij, Mathilde,
vertrouwde Jasper volkomen.
Hijgend en naar adem snakkend, en ten
prooi aan de grootste woede, stoof Arabella
het studeervertrek van Darrell binnen. En
kele minuten waren voldoende om hem te
peggen, hg Qoodig had ts w^ten-, .Wie
en wat was die mijnheer Hammond? De
zoon van William Losely! Van een veroor
deelden dief! Arbella gaf een scherp ant
woord, dat haar voor een oogenblik deed
zegevieren over een mededingster, die haar
zoo schandelijk bedrogen had. In het gevoel
der vernedering bij deze ontdekking opge
wekt, gaf Darrell zijn toon lucht niet tegen
de voortvluchtige dochter, maar tegen de z.i.
schaamtelooze vrouw die hem aangezet
door haar woede en haar gevoel van diep
verongelijkt te zijn, stoutmoedig in het aan
gezicht zag en niet voor zijn blik terug
deinsde. Zij, de trouwelooze gouvernante,
die dezen zoon*van een misdadiger aan hare
leerlinge onder een valschen naam had
voorgesteld, zij bekende het, zij had een
onschuldig kind in den val gelokt van zoo'n
laaghartig'en gelukzoeker zij moest verbazing
en wroeging veinzen, zij moest de mede
plichtige van dien man geweest zijn. Te mid
den van haar verwarring en haar diepe zie-
lesmart onder deze beschuldiging die zij al
thans niet verdiende haalde Arabella de on
langs tot haar gerichte brieven van Jasper
te voorschijn, legde ze voor Darrell neder
en verzocht hem ze te lezen.
Aan haar^ goeden naam dacht zij °P dit
oogenblik niet; zij dacht aan niets dan aan
haar ellende en smart. Bij haar vergeleken
was Mathilde de trouwelooze misdadige
zij het beleedigde slachtoffer.
Darrell keek de brieven slechts even in;
zij waren geteekend: „uw liefhebbende echt
genoot.,'
KWat beteekent dat?" nep hg uit, *zgt
ge met dien man getrouwd?"
„Ja", riep Arabella", voor het oog van
God."
Darrells toorn verdubbelde. En zijn toon
wanneer die eenmaal was opgewekt, was
verschrikkelijk om te zien. De opslag van
zijn oog, deed Arabella ineenkrimpen Met
het bewustzijn, dat jeugd, vreugde en hoop
voor altijd verdwenen waren, dat de wereld
nooit meer voor haar kon worden wat zij
vroeger voor haar was, verliet Arabella het
huis; haar goede naam was verloren, hare
talenten waren nutteloos en haar bleef op
't oogenblik geen middel van bestaan over.
Wie zou haar voortaan tot onderwijzeres
nemen? Wie, zijn kinderen onder haar hoede
stellen?
Zij verborg zich in een sombere woning
en sloot zich op met hare wanhoop. Hoe
vreemd het ook schijnen moge, haar toorn
tegen Jasper was gering, vergeleken bij den
haat, die zij Mathilde toedroeg. En nog
vreemder is het, dat, toen haar gedachten
zich uit den eersten chaos van verwarring
herstelden zij meer verbittering gevoelde te
gen de wereld, meer verpletterd was onder
een gevoel van schaamte, dan dat de be
wustheid van haar eigen betreurenswaardige
dwaling haar het meest zou gekweld hebben
Even als er in de achting van Darrell iets
was, dat voor hen, die haar wisten te waar-
deeren, omschatbaar scheen, zoo was er in
zijn verachting van hen, die eenmaal z'n
achting genoten hadden, een schande alsof
de rechter een vonnis had uitgesproken,
waardoor een geheel leven als buiten de
WOENSDAG 6 JULI.
HILVERSUM 1050 M. 12.00 Politieber., 12.35
2.00 Lunchmuziek door het Lunchtrio. D. Groen e-
veld, viool. A. v. Leeuwen, cello. P. Jochemse, piano.
2.30 Uitzending uit het Kurhaus. Openingsvoorstel
ling voor kinderen. De poppenkast van Henri Nlolles.
4.305.30 Orgelconcert in de Zendingskapel te Am
sterdam, door Frans Hasselaar. 1. Orgelconcert Bes gr.
t. 3 G, Handel, Best. 2. Fantasia en fuga g. kl. t.. Bacil.
3. Fuga über den Namen B. a. c. h., Schumann. 4a.
Romance sans paroles, Guilmant. b„ Pastorale op 118.
Bossi, c. Prière, Boëllmann. 5a. Larghetto Des gr.t.
b, Scherzo, Reger. 6. Finale op 21, Franck. 5.30
6.15 Concert door het A.N.R.O.-orkest. Solist Frans
Le Coultre, viool. 6.156.45 Sportlezing door Dr.
J. C. Wartena, over Iets over Athletiek. 6.458.00
(Vervolg) Concert. 7.45 Politieber. 8.15 Aanslui
ting van het Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie
orkest, o.l.v. Prof. G. Schneevoigt. Solist Arthur
Rubinstein, piano. Deze speelt na de pauze het piano
concert no. 1 d-moll van Brahms. 10.5012.20
Dansmuziek door het danskwartet W. Swaap. 10.30
Persber.
DAVENTRY 1600 M. 11.20 Licht klassiek concert
Daventry-kwartet en solisten (piano, sopraan, b ariton
cello). 1.202.20 Orkestconcert. 3.15 Voorlezing
uit David Copperfield, Dickens. 3.20 Lezing Sha
kespeare's King Henry iv. 4.05 Lezing France.
4.20 S. Brown's trio en solisten. 5.35 Kinderuurtje
6.20 Orgelbespeling. 6.40 Tuinpraatje. 6.50
Tijds., weerb., nieuws. 7.05 (vervolg) orgelbespeling
7.20 Lezing How to 2void infection. 7.35 De
sonates van Beethoven. 7.45 Lezing Development
of mind and character. 8.05 Variëté-programma.
9.20 Weerber., nieuws. 9.40 Lezing The Royal
national Eisteddfod of Wales. 9.55 EDream Valley".
Het orkest van Liverpool. R. Henderson, bas. Ph. Her
bert, spreker. 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 10.5011.20
Concert. 12.502.10 Orkestconcert. 5.055.55
Orkestconcert. L. Radisse, cello. A. Locatelli, viool. M.
Briclot, piano. 9.05 Concert.
LANGENBERG 469 M. DORTMUND 283 M.
MUNSTER 242 M. 1.252.50 Concert door
de kapel van het 2e Batt. 18e Inf. Reg. 5.50—6.50
Orkestconcert. 7.558.55 Concert, v. Singer, tenor.
Met inleiding over „Gregorianische Chorals". 9.00
Opera-avond. Orkest. A. Frankel, sopraan. H. Guer-
manowa, alt. H. Hol we, bariton. Daarna tot 12.20 Dans
muziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. en BERLIJN
484 en 566 M. 12.208.05 Lezingen en lessen.
8.50 „Wer weint tim Junckenack", tragi-comedie in 3
acten bvan Rehfisch. 10.5011.50 Minne- en ridder
tijd. Orkest. A. Henke, tenor. B. Geysel, piano.
HAMBURG 394-7 M. 4.35 Dansen uit vroeger tijd.
Orkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Orkestconcert.
7.20 Orkestconcert. 8.20 „Der Wettlauf mit dem
Schatten". Daarna orkestconcert tot 11.10.
BRUSSEL 509 M. 5.206.20 Kamermuziek,
(piano, viool, cello). 8.2010.20 „De Barbier van
Sevilla", opera van Rossini. Orkest, koor en solisten.
fe werken in de lijn van „herstel van ge
schokt vertrouwen."
De Indische bladen melden, dat in het
begin van Juni j.l., na enkele dagen van
zware regens waarbij gemiddeld 180 pj.m.
viel op de hellingen van de Smeroe een ern
stige bandjir in de dwars door Loemadjang
stroomende Kali Asem ontstond, die onge
veer drie meter boven het normale peil
steeg. Op vele plaatsen deden zich oeverver
schuivingen voor, waardoor vijf aan de
rivierkant gelegen kamponghuisjes en de
bijgebouwen v^n het kantoor van Water
staat in den bandjir stortten en meegevoerd
werden.
Veel aanplant is vernielJ in de uiter
waarden. Een pijler van de spoorbrug tus
schen Loemadjang en Parisan is gescheurd,
zoodat het verkeer moest worden stopgezet
en de passagiers daar ter plaatse over moe
ten stappen. Er hebben zich geen persoon
lijke ongelukken voorgedaan.
Sinds de Lahar-bandjirs van 1909 en 1911
is 'n zoo ernstige bandjir niet meer voorgeko
men. De Kali Moedjoer en de beruchte La-
harkali bandjiren eveneens ernstig. De land-
hoofden zijn beschadigd. De reizigers moe
ten daar overstappen.
Alle op de hellingen der Smeroe ontsprin
gende rivieren hebben zwaar gebanjird. De
ondernemingsweg Soemberwoeloe, die te
vens de afvoerweg is voor de hooger gele
gen ondernemingen is' op vele plaatsen be
schadigd.
Ingediend is een ontwerp ordonnantie tot
bestrijding van het drankmisbruik in de bui
tengewesten. Het bezit van werktuigen om
gedistilleerd te bereiden wordt strafbaar ge
steld.
In de Memorie van Antwoord op bet af-
deelingsverslag van den Volksraad over de
begrooting van Oorlog verklaart de regee
ring, dat het leger tijdens de onlusten den
toestand dadelijk afdoende heeft beheerscht.
Uitbreiding van het leger wordt echter nood
zakelijk geacht met het oog op het voorko
men van onlusten op groote schaal Verster
king van de troepenmacht in Atjeh oordeelt
de Regeering bepaald noodzakelijk.
De algemeene beschouwingen over de be
grooting hooldstuk Justitie werden in den
Volksraad voortgezet.
De regeeringsgemachtigde van algemeene
zaken, mr. J. J. Sctirieke, antwoordde na
mens de regeering. Mr. Schrieke verklaarde,
dat bij de voorgevallen onregelmatigheden
te Sanga-Sanga de politie geschoten heeft uit
zelfverdediging. Er is in deze geen reden
voor justitieel ingrijpen.
De heer H. H. Kan critiseert de houding
van den controleur te Samarinda in verband
met het daar pplaats gehad hebbende Chi-
neezen-relletje. Spr. dringt aan op een on
derzoek en noemt het ter zake ingediende
rapport oneerlijk.
Mr. Schrieke, regeeringsgemachtigde voor
algemeene zaken, verklaart dat de contro
leur te Sanga-Sanga alles deed wat verlangd
j kon \vorden en met de uiterste lankmoedig
heid optrad
we' gesteld wordt. Arabella had niet veel
van haar groot salaris overgehouden. Wat
zij tot nu toe bespaard had, was in Jaspers
handen terecht gekomen en diende mis
schien om de onkosten van zijn verraderlijke
mededingster te bestrijden. Toen haar geld
?P.tWas> verpandde zij de armzalige over-
bliifselen van haar gelukkige kindsheid'
Kleinigheden, die men haar vergund had uit
haar vaders' huis mee te nemen en die zij
overal met zich gevoerd had, haar school
prijzen, haar harp, haar fraaien werkdoos,
de vogelkooi zelfs, alles wat de lezer zien
herinneren zal in haar laatste levensjaren
gezien te hebben, toen zij de boeken niet
meer open sloeg, toen de harp was gebro
ken en de vogel al lang uit de kooi verdwe
nen Was.
Spoedig was ook het geld, dat zij zich op
deze wijze verschaft had, in kommer ver
teerd, Somber en moedeloos zag zij de
toekomst te gemoet. Zij wilde zich niet in
spannen om baar leven te verlengen, geen
bloedverwanten of vrienden te hulp te roe
pen. Het was een soort van wraak welke
zij op anderen nam, dat zij zoo werkloos
den dood tegemoet ging. Zij was van de
cene woning naar de andere verhuisd en bij
iedere verandering was die woning armoe
diger geworden. Thans kon zij de huur van
het kleinste kamertje niet meer betalen,
men gebood haar te vertrekken; ja, maar
waarheen? Zij wist het niet; het was haar
onverschillig; zij sloeg den weg in naar de
rivier. Juist toen zij onder het licht der lan
taarn aan het begin van de Westminsterbrug
doorging, keek een welgekleed man haar
aan, en greep haar bij den arm. Zij hief het
hoofd op met koele verachting, alsof zij
een beleediging had ondergaan; alsof zij
vreesde, dat de man, den smet kende, die
op haren naam kleefde.
„Kent ge mij niet?" vroeg de man. „Het
is vreemd, dat ik u herken in deze kleeding
Wat zijt gij veranderd? Arm kind!"
Bij de woorden „arm kind", barstte Ara
bella in tranen uit.
„Ik heb onderzoek naar u gedaan en u
overal gezocht", hernam de man. „Nu kent
ge mij toch zeker! Ik ben de zaakwaarne
mer van uw arme tante! Zij is verleden week
gestorven en heeft u alles nagelaten wat zij
in de wereld bezat. Het is een zeer mooi in
komen voor een dame alleen."
Zoo kwam het, dat wij Arabella vonden
in die sombere welgesteldheid van Podden-
Place, zij veranderde haar naam in dien van
Crane, die haar tante gedragen had en die
tevens den naam van haar moeder was vóór
haar huwelijk. Zij naam ook, ofschoon nog
jong, den titel aan van een getrouwde vrouw
als om de wereld kond te doen, dat zij al-
stand gedaan had van al de ijdelheden van
jonge meisjes. Het grootste deel der bezit
tingen van haar tante bestond in huizen in
verschillende wijken van Bloomsbury. Ara
bella trok van het eene huis naar het andere
tot dat zij zich voor goed vestigde in .het
somberste van allen.
ZESDE HOOFDSTUK.
Ongeveer twee jaren na den dood van
Mathilde bevond Arabella zich bij toeval in
het kantoor van den zaakwaarnemer, die
haar huishuren inzamelde, toen een welge-
gekleed heer binnen trad, en over den lesse
naar heenbuigend, zeide; „Er staat een ad
vertentie in de Times van vandaag, van
een klein moedeloos meisje. Men wordt
naar uw kantoor verwezen voor het adres."
De zaakwaarnemer sloeg zijn boek open
en Arabella wendde zich tot den vrager:
„Voor wien kind zocht gij huisvesting,
Jasper Losely?"
Jasper ontstelde. „Arabella, gij! En gij
verwaardigt u mij aan te spreken.
„Stil! laat ons naar buiten gaan. Stoor u
verder met aan die advertentie. Ik zal wel
een verblijf voor een moederloos kind vin
den, een verblijf, dat U niets zal kosten."
Zij trok hem op straat. „Maar is het kind
dan van... Mathilde Darrell?"
„Bella!", zei Jasper, „kan ik U vertrou
wen?" Kunt ge mijn vriendin zijn ofschoon ik
U zoo slecht behandeld heb. Maar het
geldwat kan een mensch zonder geld
doen? Als ge mij vergeven kunt, mischien
nog man en vrouw kunnen worden, maar
op het oogenblik ben ik zoo'n vrouw als gij
zijt, nog niet waard. Ge weet toch, dat ik
weduwaar ben? maar geen ontroostbare.
„Ja," antwoordde Arabella „ik heb in een
oude krant den dood van mevrouw Ham
mond gelezen."
„En hebt ge het doodsbericht van het
kind ook niet gezien, een paar weken
later?'
(Wordt vervolgd), J