CHËQÜLKOERSEN Een St. Aloysius-probleem. De berekening van de Haarlemsche raadsverkiezing. HÉ ELCK WAT WILS TREKJES. RECHTZAKEN Het gebeurde bij het aardappel- poten. Een brutale overval LUCHTVERKEER. Denemarken-Amerika vice-ve GEMENGD NIEUWS. Een botsing in volle vaart. UIT DE PERS. ZEGETOCHT? Levine's terugtocht naar Amerika. UIT DEN OMTREK. VELSEN. J. RLOEMENDAAL. BEVERWIJK. HILLEGOM. de Spaarne-Bank, Haarlem i2ri if No. 505. Van de horden G. N. Voor de meeste kiezers en kiezeressen van Groot-Haarlem zal de berekening van den uitslag der raadsverkiezingen wel een ondoordringbaar geheim zijn. Zij brengen hun stem uit op de lijst hunner keuze, maar wat er verder mec'e gebeurd, weten zij niet. Zij wachten af hoe anderen den uitslag vaststellen. Wij willen trachten, zonder al te inge wikkeld te zijn, uiteen te zetten, hoe de zetelverdeeling plaats heeft. Allereerst wordt nagegaan hoeveel het het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen in geheel Haarlem is. Dit aantal bedroeg j.l. Woensdag 46676. Er waren dus 46676 kiezers, die op geldige wijze aanspraak maakten op hun recht om de verc'eeling der 39 beschik bare raadszetels in Grhot-Haarlem aan te wijzen. Wij moeten nu zien hoeveel stemmen één raadszetel waard is. Dat is dus 46676 39 1196.84 stem. Dit getal 1196.84 noemt de Kieswet den kiesdeeler. Elke partij, die dus 1196.84 stem op haar lijst heeft ver- eenigd, krijgt daardoor 1 zetel toegewezen. Heeft een partij meermalen den kiesdeeler, dan krijgt zij zooveel raadszetels als zij 1196.84 stem heeft verkregen. In den regel blijft er dan nog een overschot stemmen over, want het zal wel bijna nooit voor komen, dat het aantal stemmen op een lijst, precies een veelvoud van 1196.84 is. De partijen, die nog geen 1196.84 stem haalden, krijgen geen zetel toegewezen, maar hun stemmental wordt afgeschreven als over schot. De eerste verdeeling der zetels betreft nus hel nagaan, welke partijen op grond van hun stemmental, alvast zeker een zetel 'krijgen. Voor de raadsverkiezing in Haarlem was dit als volgt: Lijst Stcmmen-aantal Zetels Overschot Vrijheidsbond 4630: 1196.84 3 +1039.48 Chr. Dem. 281 0 281. S. D. A. P. 14379 12 16.98 Anti St.d. P. 1013 =0 +1013. Lijst Boxs 457 0 458. Anti-Rev. 3299 2 905.32 Communisten 966 0 966. Roomsch-K. 12339 10 375.6 Staatk. Geref. 141 0 141. Ll-v.d.Kamp 1776 1 579.16 R.K. Volksp. 382 0 382. Chr.-Hist. 3778 3 187.48 Vrijz.-Dem. 3237 2 843.32 Lijst-v. Beel 86 0+86. Totaal 33 zetels Er waren dus nu 33 raadszetels verdeeld aan partijen, die den kiesdeeler hadden behaald of een veelvoud er van. Deze zes raadszetels werden nu toege wezen aan de partijen met het grootste overschot en wel zóó, dat de partij met het groots* overschot den eersten overschot zetel verkreeg, de partij, die daarop volg de den tweeden en zoo vervolgens, tot dat alle zes overschotzetels waren toebe deeld. Volgens de kieswet krijgt echter in géén geval een zetel die partij, welke niet 75 pet. van den kiesdeeler heeft gehaald. Drie kwart van den kiesdeeler is in dit geval 1196.84 34 897.63. De partijen, die dus nit 897.63 hebben behaald, komen voor geen zetel in aanmerking, zoodat bij de Haarlemsche raadsverkiezing al direct geheel uitvielen de Christ. Dem. niét 281 stemmen, de lijst-Boxs met 458 st., de Staatk. Geref. Partij met 141 st.; de R. K. Volkspartij met 382 st. en de lijst-v. Beek met 86 st. Voor de zes overschotzetels kwamen nu allereerst in aanmerking de Vrijheidsbond met een overschot van 1039.48; vervolgens de Anti-Stemdwang Partij met 1013 st.; de Communisten met 966; de Anti-Rev. met 905.32; de Vrijz.-Dem. met een overschot van 843.32 en ten slotte de lijst-v. d. Kamp met een overschot van 579.16. Maar een in 1925 aangebrachte wijziging j in de Kieswet bepaalt, dat de lijst ook per zetel drie kwart van den kiesdeeler (897.63) moet kunnen aanwijzen. Dit is voor alle partijen het geval, behalve voor de Lijst- v. d. Kamp, want die had daarom dan moe ten hebben 1795. De lijst kwam daardoor Wegens doodslag een jaar gevangenisstraf. In het begin van dit jaar was tusschen c?en 39-jarigen W. A. van K. te Heerwaar den, thans Gedetineerd, en zijn huisbaas W. W. te Kessel, oneenigheid ontstaan, doordat de laatste de woning van K. aan een ander verhuurd had. Od 26 April, toen W., nabij de woning van K. aan het aard- appelpoten was, moet een woordenwisseling ontstaan zijn tusschen W. en de vrouw van v. K. Van K. sloeg met een mestvork, waarmede hij werkende was, W. oo het hoofd, ten gevolge waarvan diens schedel aa de linkerzijde gebroken werd. De man is een paar dagen later, zonder tot be wustzijn gekomen te zijn, in zijn woning te Kessel overleden. Tegen verdachte, die zichzelf na het plggen va zijn daad bii de politie aange meld had en gunstig bekend staat, werd één jaar en 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van preventieve hechtenis geëischt. De uitspraak luidde één jaar gevangenis straf met altrek van preventieve hechtenis Diefstal van 1500. Te Nieuwwaal heeft eind April j.l. aan aan het veer over de Waal een brutale roofoverval plaats gehad. De koopman A. B.. uit Leerdam, riep W. van H. aldaar aan hem over te zetten. Op weg naar het bootje, werd hij door W. van H., bijgestaan door zijn broer A. van H., plotseling van achter besprongen. Zij wierpen hem een dus 19 st. tekort en kwam niet voor den zesden overschotzetel in aanmerking. Die zesde viel ten deel aan de volgende lijst met het grootste overschot en wel de R.K. met 375.6 st.. De zetels zijn, volgens bovenstaand, toegewezen als volgt: Vrijheidsbond 3 1 4 zetels S. D. A. P. 12 12 Anti-Stemdwang P, 0 1 1 Anti-Rev. 2 1 3 Communisten O 1 1 Roomsch-Kath. 10 1 11 Lijst v. d. Kamp 1 1 Chr. Hist. 3 3 Vrijz. Dem. 2 1 3 j~+:i Totaal 39 zetels Na deze becijfering wisten de rekenaars dus hoeveel zetels elke partij in den nieuwen Raad bezetten zou. Maar nu dienden nog de namen der gekozenen aangegeven te worden. Daartoe wordt een lijstindeeler vastge steld. Dat is het quotient van een deeling van het stemcijfer der lijst door het aantal zetels aan de lijst toegekend. Nemen wij bijvoorbeeld de lijst der Roomsch-Katholieken. Heerkens Thijssen, Mr. J. N. J. E. 11200 Klein, M. A. L. 148 van Liemt, W. J. B113 Loerakker, A. J126 Castricum_ J. Ph. H72 Klein Schiphorst, H. J. L52 Bijvoet, Mr. Dr. F. A40 Wolff, Ch. C42 Keesen, F45 van Kessel, J. G413 Bartels, H. J. M6 Muller Brands, Mr. H. L. M- .13 Hoekstra-Zethof, J. A14 Emans M17 Toninó,, F. J. M12 Cobelens, N3 Wiegant-v. d. Hart, H6 van den Berg, J. W17 Totaal 12339 De R. K. lijst kreeg 11 zetels. De lijst- kiesdeeler is dus 12339 11 =1121.7. Alle candidaten, die deze lijstkiesdeeler hebben behaald, worden onmiddellijk ge kozen verklaard. In dit geval is dit alleen de heer Heerkens Thijssen. Maar die heeft veel meer stemmen dan noodig zijn om ge kozen te worden. Wat hij te veel heeft wordt overgedragen aan den opvolger op de lijst. De heer Heerkens Thijssen droeg dus aan den heer Klein over 11200 1121.7 100078.3, zoodat de heer Klein toen had 10078.3 148 10226.3. Hiervan werden aan den heer Klein 1121.7 st. gegeven en de rest kwam ten goede aan den heer Van Liemt enz. Het is we! mogelijk om met voorkeur stemmen gekozen te worden boven een candidaat, die hoogcr op de lijst staat, maar dat is door de Kieswet bemoeilijkt, zoodat men minstens de helft plus één van den lijstindeeler moet hebben om kans te hebben gekozen te worden. In dit geval zou op de R, K. lijst iemanc,' dus minstens 561 moeten gehac.' hebben om met voor keurstemmen gekozen te worden. Dit was met niemand het geval. Trouwens op geen enkele lijst is bij deze verkiezing iemand met voorkeurstemmen gekozen, zoodat op alle lijsten de bovenste candidaten iti den Raad komen Hiermede meenen wij een beeld van de berekening t hebben gegeven. Er zijn nog verschillende voetangels en klemmen in a'e Kieswet, maar om aan de duidelijkheid van dit artikei geen afbrepk te doen en omdat zij in dit geval niét ter zake doen, laten wij deze nu maar achterwegeT Uit de berekening blijkt echter, dat de R. K. den laatsten overschotzetel hebben gehaald en- alleen nog maar, omdat de lijst v. d. Kamp 20 stemmen te kort kwam om recht op den tweeden zetel te doen gelden. Daartegenover staat, dat de R.K. het hoogst gemiddelde per zetel kunnen aanwijzen. Caceau hebben de R.K. dus hun zetel ook al weer niet gehad. Het is voor de R. K. Partij een mooie verkiezing geweest. zak over het hoofd, beletten hem door zijn mond en neus dicht te houden, het roepen om hulp en beroofden hem van Zijn portefeuille met 1500, welk geld nim mer is terecht gekomen. Beic'en werden 'n, voorloopige hechtenis gesteld. In de zitting van 23 Juni eischte de offi cier van Justitie te Tiel, ter zake van diefstal met geweldpleging in vereeniging tgen den 35-jarigen A. van H„ die bekende en voorgaf onder vrees voor zijn broer te hebben gehandeld, twee jaar en tegen den 37-jarigen W. vanH. drie jaar gevangenis straf, beide straffen met aftrek van de pre- veniiev hechtenis. De rechtbank veroordeelde thans W. van H. tot twee jaar en zes maanden gevange nisstraf zonder en A. van H. tot één jaar en zes maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorloopig arrest. Met een Fokker toesteL Aan den Deenschen verkeersvlieger Jo- hansen is door den Deenschen automobiel- handelaar Jungersen te New York de vraag gesteld, of hij bereid is naar Amerika en terug te vliegen met 'n passagier aan boord. Johansen antwoordde hierop, dat de kqS- ten voor zulk een vlucht 250.000 kronén circa 170.000 zouden bedragen; hij waqht thans op Jurgensen's definitief antwoord. Ingeval de vliegtocht doorgaat is Johap- sen voornemens een Fokker toestel te be zigen, daar deze toestellen een buiten; woon groot ladingsvermogen bezitten. Voorts verklaarde hij, dat het noodzake lijk zal zijn te Londen of aan de Westkust van Ierland te landen voor het aanvullen van den bezine- en olievoorraad. Indien Jurgensen de kosten voor zijn re kening wil nemen, rekent Johansen naar aan de „Tel" gemeld wordt, erop in ongeveer een maand te kunnen vertrekken. Twee auto's versplinterd; de inzittenden ongedeerd. Te Delft is op den Rotlcrdamscheweg gisterenavond omstreeks 6 uur een vracht auto van de firma Van den Ende uit Rotter dam, door het defect raken van de stuur inrichting tegen een boom gereden. Juist cp het moment, dat dit voertuig een zwenking over den weg maakte, naderde in voiie vaar^ een personenauto. De botsing tusschen beide motorrijtuigen was zoo hevig, dat de personenauto nagenoeg gehezl versplinterd werd. De bestuurder van dit voertuig. <e heei L. uit Rotterdam, kwam er met cenige schrammen af, terwijl twee kinderen, die op den vrachtauto zaten, lichte verwondingen opliepen. De chauffeunr bleef ongedeerd. De „Standaard" schijft: De groei van het Socialisme heeft iets ver bijsterends gehad. Van verkiezing op verkiezing stegen hun cijfers. Wanneer het zoo doorging, was de tijd niet ver meer, dat de groote meerder heid der bevolking zich onder hun vanen zou scharen. De ééne Kamerzetel van 1897 was in 1923 reeds tot 15 zetels geworden Ook buiten den socialistischen kring kwamen allengs niet weinigen onder de suggestie van de stellige voorspelling der aanstaande so cialistische zegepraal. Thans is de suggestie voorbij. Want het is wel gebleken, dat de groeikracht dezer be weging niet onbeperkt is. Onder de Evenredige Vertegenwoordiging behaalden in 1918 Socialisten en Communis ten te zamen 26 zetels (22 en 4), in 1922 vie len zij op 22 zetels terug (20 en 2), en in 1925 brachten zij het weer tot 25 zetels. Om trent een vierde der bevolking gaat met de revolutionaire partijen mede; aat is de toe stand sedert een tiental jaren. De groepen der rechterzijde vertoonen eveneens een in groote lijn weinig veran derlijke sterkte. Zij mogen door verplinte- ring en door onderlingen strijd verzwakt zijn, er is geen sprake van, dat zij door den zege tocht van het Socialisme worden verslonden. Ondanks den sterken vooruitgang van het Socialisme in het verleden, is de Rechter zijde niet in getalsterkte gedaald. De winsten van het Socialisme zijn behaald op Liberalen en Vrijzinnig-democraten. Deze groepen zagen het meerendeel hunner kie zers deserteeren naar de S.D.A.P. Naar het schijnt is deze beweging thans vrijwel tot staan gekomen. Alle arbeiders hebben de vrijzinnige partijen, verlaten. Ter wijl de arbeiders van christeijken huize wei gerden zich onder de roode vaan te scharen is het succes van het Socialisme ondr de vrijzinnige arbeiders volledig geweest. Maar met dit volledig succes ih de verbijterende groei ook afgesloten. Thans schijnt de sta biliteit in de sterkte der troepen weder teruggekeerd. Daaraan doet niet af, dat de S. D. A. P. *n de gemeenten waarin zij aan de Raadsver kiezingen deelnam, haar percentage der stemmen van 25.6 tot 26 zag stijgen, waar tegenover Vrijheidsbond en Vrijzinnig-demo craten elk 0.2 pCt. verloren. Zulke kleine schommelingen, die natuurlijk bij elke stem bus voorkomen, leggen geen gewicht in de schaal. Wel waren er gemeenten, waar de toeneming der S.D.A.P. grooter was, doch daartegenover staan een aantal andere, waar zij verlies aan invloed moest constateeren. De zegetocht van het Socialisme is dus tot staan gekomen. Het is goed. Maar is er n onze gelederen de geestdrift, die niet met stilstand tevreden is, doch op groei bedacht is? Is er het heilig vuür, dat allen opvor dert zich te scharen achter de banier van het Kruis, en de knie te buigen voor Chris tus onzen Koning? Met minder mogen wij ons niet tevreden stellen. Levine's terugtocht naar Amerika per vliegtuig wordt medio Augustus verwacht, wanneer het volle maan is en betere weers- condities verwacht worden. Levine en Drouhin denken via de Azoren naar New York te vliegen, omdat zij op die wijze het meeste voordeel van" den wind zullen hebben, hoewel deze route langer is dan die welke Chamberlin heeft gevolgd. Levine, Chamberlin en Drouhin zijn gis teren met de „Miss Columbia" naar Londen vertrokken. Drouhin is van plan binnen kort bij nacht vluchten van ongeveer 800 K. M. te maken ten einde zich te wennen aan het vliegen bij nacht. Burgerlijke Stand, Geboren: d. van E, de Jong-van Rijn. z. van M. M. J. van der Meij-Piepers. z. van H. M. Post-Aar- denbur. d. van H. J. Lichtendahl-Gorter. d. van C. Spring in 't veld-Harveld. 7" van G. A. Smit-van Kuil. d. van A- Stege-Smeeman. d. van J. Oudendij Baiters. d. van K. Broek-Stam. z. van C. Zwanenburg-Min. d. van G. WijkC" Cohrs. Overleden: Eijtje Ree, 70 j., echtg. van M%lenaar. W. J. de Ruiter en A. Stigter. -Sr P. van Zonneveld en M. R. de Laleyne. irf'A. H. Dekker en A. M. Oorthuis. rGetrouwd: H. R. Brouwer en A. C. P. Spits. G. C. Bleeker en E. Swarthof. G, Reehorst en J. Schoenmaker. A. Dinaar en L. Salomons. R. A. van Wijk en Hu W. L. v. d. Klift. 'Gevonden voorwerpen. Terug te beko men bij: Wed. Bottger, Zomerzorgerlaan, Bloemendaal, een slinger van auto. Veen- stra, Duinlustparkweg Bloemendaal, een Iflöder portemonnaie; v. d. Berg, Zwarteweg 1, Aéardenhout, een schoolrapport; Siebe- link Kennemerstraat 32, Haarlem, een bei ge dameshoed; J. Romijn, Brederodeweg 11 Bloemendaal een zwarte dameshoed en 2 kindermatrozenmutsen; C. Teselaar, B ede- rodeweg 19, Bloemendaal, een dames-por- temonnaie; N. W. Tros, J. v. Nieuwenhpij- zqnsfraat 15, Haarlem, een regenjas (na 7 uur 's avonds); W. A. Wijkhuijzen, Nieuwe Heiligland 7 rd., Haarlem, een bont; O. Wij nen, Julianalaan 61, Overveen, een dames- parapluie (tom pouce); Aling, Brederodeweg 5' Bloemendaal, een bal; A. Oosterhof, Alb. Thiimlaan 47, Bloemendaal, een ziveren bro che; v. d. Mooen, Brederodeweg 70, Bloe- enmdaal, een heerenrijwiel; O. de Vries, Kinheimweg 63, Bloemendaal, een sierspeld; Hameka, v. Stolberglaan, 21, Aerdenhout, een tennisbal; Nieuwland, HolsteijnStraat 1, Haarlem, een dwergpinchertje, Politiepost, Noordzestrand een jongenes schopje; aan het bureau van politie te Overveen, een Lipssleutel, een dop van auto-as, een paar strandschoenen, een verg. zilveren broche, een combinatietang, een strik. Liefdadigheids-concert. Men schrijft ons Houdt Donderdagavond 21 Juli a.s. vrij 1 Waarom Om het concert oij te wonen, dat in het Gebouw der K.S.A. gegeven wordt ten bate der slachtoffers van de stormramp Is dat de moeite nog waard Gaat U eens luisteren en U zult tevreden, zelfs zeer te vreden zijn. En dan het goede doel1 Hoe grooter de opkomst, des te grooter de op brengst. Verleden week zijn de koren bekend ge maakt, die aan dit concert hun medewerking verkenen. „Beverwijks Mannenkoor" zal de nummers zingen, waarmede het op 't concours in Bergen in Mei j.l. den 2en prijs wist te behalen, n.l. „De Zoekers" van 01. Koop en ,,'t Geuzenvendel op den thuis- marsch" van Fred. Roeske. Het groot kinder- en meisjeskoor zingt een tiental kinderliedjes van Ph. Looots, w.o. Op den zolder. Kwak kwak. Vroeg naar bed, Poppendans, een Raadseltje e.a. met aan den vleugel mej. Dora Loots. De Gemengde Zangvereeniging „Zang Veredelt" voert het schitterende „Super flumina Babylonis" van den bekenden com ponist Hub. Cuijpers uit en de R. K. Gem. Zangvereeniging „St. Caecilia" uit Kromme nie „Belofte", van Ol. Koop, terwijl deze beide koren gezamenlijk (ongeveer 130 da mes en heeren) het bravour-nummer „De Winter" van Loots zullen zingen. En dan tot slot de 4 koren (ongeveer 300 kinderen, dames en heeren), ook met begeleiding van mej. Loots, „Lentezang" van Loots, wat een waardig slotnummer zal blijken te zijn. Een welverzorgd programma. Werken van bekende componisten als Loots, Cuij pers e.a. waarborgen degelijke muziek. La ten we hopen, dat de zaal totaal uitverkocht zal zijn. Ja, dat één uitvoering zelfs niet vol doende en een 2e noodzakelijk wordt. Voor ziet U daarom tijdig van plaatsbewijzen, het zal druk loopen. Plaatsbewijzen zijn te verkrijgen bij de heeren Schmitt, Breestraat de Pagter, Breestraat Buitenhuis, Zeestraat en aan het K.S.A.-gebouw. Gegund. Aan de firma B. Imthorn Zn. alhier is als laagsten inschrijver opge dragen het bouwen van een concierge-wo- ning. Personalia. Voor het examen machine- schrijven slaagde onze plaatsgenoot L. van der Veldt. Wulp. Elizabeth van der Burgt, 67 j„ echtg. van C. G. van Es. Philo®ena Rosalia Waterschoot, 56 jaar, echtgen. va? C. Vroom. Frans Snijder, 16 jaar, z. van Snijder. Pietertje Lohman 14 j., d. van 1 C. Lohman, Ondertrouwd: P. Visser en A. W. Wal. W. J. Nijhof en A. Mellema. L- °e Jong en N. Engeler. R. H. Boers en J- A' Harddraverijvereeniging. De Hillegom- sche Harddraverij-vereeniging heeft in ver band met de a.s. Draverij en Volksfeesten vergaderd. Besloten werd <Je jaarlijksche feesten, in verband met de groote drukte in het hoofdbedrijf, te houden op 14 en 15 September. Hel betsuur bracht dank aan den raad der gemeente voor de welwillend afgestane terreinen. Vastgesteld werd, dat op beide dagen volksspelen zullen plaats hebben, terwijl ook eenige attracties op het feestterrein zullen zijn. Des middags van den 2den feest dag wordt een groote harddraverij gehou den, waarvoor veel animo zal bestaan. Het bestuur zal trachten ter afwisseling zang nummers en gymnastiekoefeningen te la ten uitvoeren. Naast een Aloysi us-jubileum 31 Decem ber was het imm ers 200 jaren geleden, dat Aloysius werd heilig verklaard staat op dit oogenblik een St. Aloysius-probleem. De Kerk heeft dezen Heilige tot toonbeeld gesteld aan de katholieke jeugd, aan de stu- deerende jeugd in het bijzonder. Niet alleen aan de jeugd uit den voortijd, maar ook aan de tegenwoordige jeugd. Hierop dient dé nadruk gelegd, want niet in één, maar in verschillende landen staan wij thans voor het merkwaardig verschijnsel, dat de thans opgroeiende ka tholieke jeugd weinig of niets meer voelt voor de navolging van dezen Heilige. Waaraan is dit toe te schrijven Degenen, die voor den eersten keer van die hen natuur lijk hoogst bevreemdende gesteltenis hooren, staan reeds klaar met hun antwoord en spre ken het uit zonder de minste aarzeling. Ze geven alle schuld aan de hedendaagsche jeugd, aan hare verkeerde mentaliteit, aan haar ge brek aan heiligen levensernst, aan hare los zinnigheid en losbandigheid. Wie evenwel ook maar een beetje thuis is In de Aloysius-litteratuur van den laatsten tijd en het leven van den Heilige grondiger bestudeerd heeft, is met deze gemakkelijk een quasi voor de hand liggende oplossing van het probleem niet tevreden. Hij vraagt zich af zou onze jeugd den Heilige wel goed kennen of misschien alleen kennis hebben genomen van biografieën, welke gelijk die van Mesch- ler, het Aloysiusbeeld in die mate vervormd hebben, dat de eigenlijke, werkelijke Aloysius niet meer terug te vinden is Ik zeg vervormd. Dat is nog iets anders dan misvormd, want aan lieftalligheid en aanmin- nelijkheid laat de misteekening van Meschler c. s. in elk geval niets te wenschen over. Aloysius staat daar voor ons als een engel en al wat is aan hem, is engelachtigheid hij is engel naar den geest en engel naar en in het vleesch in een zeer bijzonderen zin, zooals ik reeds in mijn eerste artikel vermeldde. Vervormd" beteekent hier evenwel ook iets anders dan vermooid, verfraaid. De ware kenners toch van den Heilige stellen juist op den voorgrond, dat de historische Aloysius het wint van den legendarischen. Om dit aan de hedendaagsche jeugd duidelijk te maken, hebben in verschillende landen, waar de on historische Aloysiusfiguur nauwelijks meer tot bewondering en navolging lokt, de meest hoogstaande ordegenooten van den veelom streden Jesuïet in voorname katholieke tijd schriften als „Stimmen der Zeit" in Duitsch- land, „The Month" in Engeland, het week blad „America" en de „Civilta Cattolica" in Italië, de oudere en verouderde levensbe schrijving van Aloysius aan een geduchte re visie onderworpen. Zonder de tegenwoordige jeugd van schuld en vooroordeelen geheel vrij te pleiten, geven zij toe, dat de schijnbare onverzoenlijkheid van het vroegere Aloysius- ideaal en hare idealen voor een heel groot deel berust op een misverstand, voortsprui tend uit een onjuiste kennis van Aloysius. Waar hier de historische kritiek aan het woord komt, zien we Aloysius voor ons ver rijzen als een man, als een „ongemeen sterke natuur." Van jongsaf onderscheidde hij zich door mannelijke eigenschappen als een „un- beugsame Tatendrang", een ijzeren wil, voor gelicht en geleid door „buitengewoon groote geestesgaven". Deze eigenschappen werden in zijn kinder- en jeugdjaren door een zeer zorg vuldige opvoeding ontwikkeld en vervolmaakt In zijn vroegste jeugd immers reeds was hij omringd van een kleinen hofstoet en stond hij onder de leiding van uitgelezen hofmeesters. Grosze Ge: chïftsgewandtheid und Welt- klugheit" zullen al zeer, zeer weinigen, die Aloy:ius uit de legende kennen, bij hem ge zocht hebben en toch muntte hij daarin juist uit. En wie van ons heeft in zijn jeugd ooit durven denken, dat de vijfjarige „engel" zijn leven in ernstig gevaar gebracht en zijn ge zicht verbrand heeft door op eigen houtje een kanon af te schieten Ook over de beteekenis van het feit, dat den vijftienjarigen jongeling onder alle ko ninklijke edelknapen eens de. veelzeggende eer te beurt viel om Philips II bij zijn terug keer aan het Spaansche Hogf te verwelko men, zullen weinigen hebben nagedacht.Daar- over zullen zij verbaasd staan. Voor zijn mannelijken levensernst en werk lust (evenzeer als voor zijn aanzien aan het Hof), pleit ook, dat de edelknaap op zestien jarigen leeftijd zich door volhardende studie reeds zooyeel bekwaamheid had eigen ge maakt, dat hij met een opdracht naar een der Italiaansche Vorstenhoven kon gezonden wor den. Mannelijk is ook de houding van Aloysius, als hij een niet te breken weerstand biedt aan Zijn vader, die hem wil dwingen zijn opvolger alsmachthebber te worden. Overigens als hij er niet een der vier jongere broeders werd gekozen, om het heerschersgeslacht der gonzaga's voort te planten en voort te zetten, was het juist, omdat zijn vader in hem een ge boren vorst" zag. Dit oordeel werd gedeeld door de bewoners van het markgraafschap, die bij zijn intrede in de Sociëteit zijn heen gaan als een grcot verlies betreurden. Een ge boren regeerder zag ook in hem P.Vittelechly die later in Aio sius den toekomstigen Gene raal der Jesuïeten voorspelde. Zoo ook ande ren, die hem „den kleinen Generaal" noem den. Van zijn mannelijke onverschrokkenheid en zijn offerzin getuigt eveneens in hooge ma te zijn sterven in dienst der charitas. Ofschoon zijn Overheid hem, na den dood van enkele zijner medebroeders, van de verpleging der pestlijders ontslagen had, kende de „taten- frohe" jongeman geen rust, voordat hij we derom verlof had gekregen, om in het hospi taal zich aan de levensgevaarlijke verzorging dezer allerongelukkig:,ten te wijden. De kiem van deze verschrikkelijke ziekte, waaraan hij later bezwijken zou, nam hij in zich op, toen hij eensdaags met waren heldenmoed een pestlijder, die verlaten op straat nederlag, cp zijn schouders tilde, om hem in het zieken huis te dragen en eigenhandig te verplegen. Van mannelijken zin vinden wij een nieuw bewijs in de uiterst strenge verstervingen en bloedige kastijdingen van denjongeling, die het wegens „ein frühes Steinleiden" toch reeds hard genoeg te verantwoorden had. Dat buitenmatig verstorven ascetisch leven voerde hij te midden van de meest verfijnde en losbandige weelde der toenmalige Renais- sance-hoven. Door zijn vereenzaming in God en gemeen zaamheid met God maakte Aloysius den in druk van buiten het werkelijke actieve leven te slaan en „weltfremd" te zijn. Die indruk beantwoordt slechts in zoover aan de werke lijkheid, dat de heilige knaap en jongeling met zijn hart en geest in hoogere sferen verwijlde, maar zou misleidend werken op diegenen on der zijn vereerders en navolgers, die zich op hem wilden beroepen, om alle aanraking met de wereld en de menschelijke bemoeiingen te vluchten. Nog maar twaalf jaar, mengde hij zich onder de volksjeugd om den kinderen catechismus te geven en later als student op straat onder de volwassenen, om het Evange lie te prediken. Dat hij er niet voor terugschrok, om zich in het belang van zijn broeder, wiens huwelijks verhoudingen niet beantwoordden aan de eischen der christelijke zedenleer, met uiterst kiesche en netelige aangelegenheden in te laten, is reeds met een enkel woord vermeld. Dit doet ons nu precies niet denken aan een kinderachtige preutschheid of aan ki iderlijke argeloosheid, die de onwetendheid in de din gen des levens vereenzelvigt met „heilige on schuld." Dus Aloysius was een echte mensch en wilde niet, als ware hij reeds op aarde een „engelachtige" hemeling, aan het menschelij ke geheel vreemd blijven zich van de men schelijke miserie in haar verschillende vormen uit overdreven zondevrees of angstige zucht naar „Weltflug" afzijdig houden. Op den leeftijd, dat de meesten in levensernst nog kinderen zijn, toonde hij zich een man, ai was hij gelijk anderen bij spel en vermaak te vens een echt kind. Zijn nederigheid was niet zóó vroeg rijp, niet zoo anti-menschelijk, dat hij zich in zijn eerste jeugdjaren zou ge dragen hebben als een wereld- en eer-ver achter in den trant van een ouden woestijn monnik, die om kronen en tronen lacht. Hij liet zich de diensten en de etiquette, aan zijn hoogen stand verschuldigd, welgevallen en dacht er bijvoorbeeld niet aan om den be diende, die 's avonds op zijn slaapkamer de kaars kwam uitblazen, met deemoedig ge baar bij voorbaat voor zijn moeile te bedanken En al evenmin om hem met engelachtig be toon als een duivel weg te jagen 1 Wanneer wij als een bewijs van zijn liefde voor de zedigheid vermeld vinden, dat hij zich 's morgens „nog voor dat hij geheel was opgestaan" de kousen liet aantrekken en daar bij om hetzelfde motief alweer de oogen ge sloten hield, vragen wij ons af of het voor iemand, die zich op dat puriteinsch standpunt plaatst, niet eenvoudiger en raadzamer zou zijn alle vreemde hulp af te wijzen. Ook hierin komt uit, dat Aloysius zich als kind van een hoogadellijk geslacht liet behandelen men behoeft er geen bijzondere deugd aan vast te knoopen. Eerder zou men zeggen, dat het voor een fünken, energieken knaap erg gê nant is, zich zoo te laten vertroetelen. Zoo iets moet ook Aloysius wel gevoeld hebben. Zoo'n weekelijke baby-achtige behandeling moet hem meer dan anderen gehinderd hebben. Zou hij misschien niet uit zekere verlegenheid de oogen hebben neergeslagen Immers van jongs af had hij iets zelfstan digs en mannelijks in zijn karakter en deze eigenschappen werden ongetwijfeld versterkt door den strijd, dien hij tegen zijn vader voor zijn religieuse roeping en tegen zijn broeder voor de reinheid der huiselijke atmosfeer te voeren had. Aloysius was, eenigszins in te genstelling met Johannes Berchmans, geen eilige der Gesetzmassigkeit", die zich al leen rustig en veilig gevoelde op veelbetreden levenspaden. Er zat iets, ja veel spontaans en oorspronkelijks in hem, hij durfde zijn eigen weg gaan. Hij heeft daarom toch wel iets bekoorlijks voor ons jong geslacht, dat zoo hoogen prijs stelt op zelfstandige ontwikke ling en individueele vrije zelfvorming. Van na ture had hij er heelemaal geen bijzonderen aanleg voor om zich als een „cadaver" door Oversten der Sociëteit te laten behandelen of zuiver passief te blijven bij een „Jesuietisch" drijven en drillen tot een voor allen uniforme, schematische volmaaktheid, die alle kleur en geur mist voor de „moderne" jeugd. Aloysius was voor zijn tijd werkelijk een moderne, in zooverre alle hervormers en „Neulebensmenschen'"ïets moderns hebben. Zijn glorie bestaat niet voor het geringste deel hierin, dat hij zelfstandig den strijd aange bonden heeft tegen de ondeugden en ver keerde opvattkingen van zijn zinnelijken, verwijfden tijd, den tijd der in menig op- Zicht losbandige Renaissance. Dat getuigt allereerst van een groote innerlijke kracht en mannelijke zelfstandigheid door voorstanders van „mannenadel" en „vrouweneer" zeker nooit genoeg te roemen en na te volgen. Ook de hedendaagsche jeugd zal, als zij Aloysius leert kennen onder de nieuwe be lichting der historische critiek, met bewon dering tegen hem opzien en het niet beneden zich_achten hem te volgen. Als wij tot de juiste re kennis van den Heilige door deze artikelen iets hebben bijgedragen, is ons doel bereikt. (De Tijd). EEN EERSTE H. MIS, EEN ZILVEREN BRUILOFT EN EEN HUWELIJK OP EEN ZELFDEN DAG. In één der laatste nummers van het En- gelsche Katholieke weekblad „The Univer se" werd melding gemaakt van de volgende merkwaardigheid. Door leden van éénzelfde familie, van Burgemeester Damm, Rijksdagafgevaardigde van de Centrum-Partij te Wagenschwend- Struempelbrunn bij Mosbach in Baden werd op één zelfden dag de herdenking van een zilveren bruiloft, het opdragen van een eer ste H. Mis en de inzegening van een huwe lijk gevierd. De vader en de moeder vierden de vol einding van een 25-jarig huwelijksleven, hun oudste zoon las zijn eerste H. Mis en een jongere stapte in 't huwelijksbootje, waar bij de jonge priester celebreerde. Medegedeeld door ZATERDAG 9 JULI 1927. Eerlijn Farijs Brussel Lenden Zurich Rome Madrid Weenen New-York (cable) Praag Warschau Kopenhagen Oslo Stockholm Bieden Laten 59.13 59.18 9.75 9.80 34.70 34.75 12.12-1 48.— 48.10 13.55 13.65 42.50 42.60 35.10 35.20 2.49J 2.50 7.38 7.41 27.80 28.— 66.60 66.70 64.50 64.60 66.80 66.90 r Juni 1927. Waar leven we Vraag-beven we Wat willen we Vraag-trillen we Léven we nog wel Is 't een grillig spel Der verbeelding der zinnen Is de wereld buitenste binnen Gekeerd Is de natuur gansch ver..,, weerdl Waar staan we Waar gaan we Is de zomer afgeschaft Worden we gestraft Voor onbewuste daden Waarheen leiden de paden Van 't opstandige heelal Is dit mal Geworden Radio-golven, electro-stroomen. Of is 't einde der dagen gekomen Ochochoch Wat beteekent dat toch Zoo vragen we En klagen we. En maar steeds luidt de massa-zucht „Het onweer is niet van de lucht Somber noodweer, dat het aardrijk rost, Menschenlevens kost, Huizen uitien rukt En de arbeid van de lafidman drukt In meedoogenlooze vlagen, Moeten we langer nog dragen Je kwaadaardige grillen Is je honger dan niet te stillen Wanneer maak je de baan vrij Voor 't weldoende zomer-getij s Wanneer breng je ons de zonne-zegen Inplaats van regen.... regen.... regen? Van regen, die de groenten en vruchten Doet zuchten Onder watervloed En ook zuchten perst uit ons gemoed. Omdat we niet weten Wat te moeten eten. En de huismoeder bromt Onder 't middagmaal, Om 't schandaal, Dat iedere pieper op 'n „vierduit' komt, Ach, ach, wat heb 'k boud gesproken Toen 'k 'n paar maand geleden Zoo lekker-tevreden Die spiets heb afgestoken Op de intocht van de zomertijd ^.'k Was nauwelijks m'n lofzang kwijt Aan de redactie Of de réactie Was al ingetreden En heden, Acht weken later, Zit ik nóg met die flater Te kijken. En/t begint er op te lijken, Dat m'n voortvarend vragen! Of soms de Lente werd overgeslagen» Thans, tot ieders ergernis, Op de Zomer van toepassing is. Waar leven we Vraag-beven we Léven we nog wel Is 't een grillig spel Der verbeelding.der zinnen Is de wereld buitenste-binnen Gekeerd? 1 Zomer, ben j'm voor goed gesmeerd Was 't 'n mop toen jij fi In die eerste week van Mei Ons zoo eensklaps kwam verrassen» Van ons lijf rukte de winterjassen En dikke dassen...- En alles in zomerkleed Smeet Zomer, waar ben je heen geslopen Zomer, waar ben je weggekropen Zomer, waar zit je Is dit je Wraak op de menschen, Die toen al gingen wenschen, (Je hebt altijd klagers En pruttelende hitte-juk-dragers) Dat 'tèóó niet zou blijven Wil je nu onze lijven Eens echt gevoelig leeren, Dat jij je niet laat becritiseerer. Zomer, heb medelij Want 't gros was toch blij Met je komst in ons kikkerland. We droomden van zee, duin en strand. We juichten Welkom zon 1 Je liet vast zien wat je kon Je gaf ons je deugden, 'n Blijde voorproei-vreugde Van die heerlijke tijd Met al z'n vroolijkheid. De bloemknoppen, niet te tellen, Gingen glans-bollend zwellen, Barstten weelderig open En 't vee in de wei Ging dartel-blij Malle kunsten verkoopen. Nu ga je de arme bloemen_ Doemen Tot 'n vroege dood In regen-, wind- en stormnood. En het vee staat te trillen Met bibber-billen In kille Plassen En de drasse Moddergrond Maakt mensch en dier ongezond. Zomer, heb meelij Met de jeugd, die zoo blij De vacantie tegemoet gaat En zich troosten laat Met de gedachte Dat je haar don toch niet n e In regen en noodweer Op je zon zult laten wachten. De jeugd moet groeien En bloeien Van jou.... En die nare kou Doet de arme bleekneusjes kwijnen. Laat voor hen je zon dan schijnen. Ze wachten. En smachten Naar frissche kracht, Zoo schaars hen door 't leven gebracht. Zomer, zie ook even Naar hen, die van jou moeten leven..,. Die op jou hebben gerekend, Omdat je voor hen „brood" beteekent. Ze hebben nu al zoo'n strop Door jouw harde kop. Zomer Nare droomer Luie laatkomer Kan 't nog sloomer Toe, word wakker 1 Smijt je zon op de akker En.laat mij maar wéér een flater slaan Zoodat, als deze regels in de krant staan, De thermometer met 'n vaartje gaat stijgen En al staan we van de hitte te hijgen, BftToch zullen we zeggen We zijn blij dat je 't doet, Want we hebben nog heel wat te goed. (Auteursrecht).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 11