CHËQÜLKOERSEN
Een St. Aloysius-probleem.
De berekening van de Haarlemsche
raadsverkiezing.
HÉ
ELCK WAT WILS
TREKJES.
RECHTZAKEN
Het gebeurde bij het aardappel-
poten.
Een brutale overval
LUCHTVERKEER.
Denemarken-Amerika vice-ve
GEMENGD NIEUWS.
Een botsing in volle vaart.
UIT DE PERS.
ZEGETOCHT?
Levine's terugtocht naar
Amerika.
UIT DEN OMTREK.
VELSEN.
J.
RLOEMENDAAL.
BEVERWIJK.
HILLEGOM.
de Spaarne-Bank, Haarlem
i2ri if
No. 505.
Van de horden
G. N.
Voor de meeste kiezers en kiezeressen
van Groot-Haarlem zal de berekening van
den uitslag der raadsverkiezingen wel een
ondoordringbaar geheim zijn. Zij brengen
hun stem uit op de lijst hunner keuze,
maar wat er verder mec'e gebeurd, weten
zij niet. Zij wachten af hoe anderen den
uitslag vaststellen.
Wij willen trachten, zonder al te inge
wikkeld te zijn, uiteen te zetten, hoe de
zetelverdeeling plaats heeft.
Allereerst wordt nagegaan hoeveel het
het totaal aantal uitgebrachte geldige
stemmen in geheel Haarlem is. Dit aantal
bedroeg j.l. Woensdag 46676.
Er waren dus 46676 kiezers, die op
geldige wijze aanspraak maakten op hun
recht om de verc'eeling der 39 beschik
bare raadszetels in Grhot-Haarlem aan te
wijzen.
Wij moeten nu zien hoeveel stemmen één
raadszetel waard is. Dat is dus 46676 39
1196.84 stem. Dit getal 1196.84 noemt de
Kieswet den kiesdeeler. Elke partij, die
dus 1196.84 stem op haar lijst heeft ver-
eenigd, krijgt daardoor 1 zetel toegewezen.
Heeft een partij meermalen den kiesdeeler,
dan krijgt zij zooveel raadszetels als zij
1196.84 stem heeft verkregen. In den regel
blijft er dan nog een overschot stemmen
over, want het zal wel bijna nooit voor
komen, dat het aantal stemmen op een lijst,
precies een veelvoud van 1196.84 is. De
partijen, die nog geen 1196.84 stem haalden,
krijgen geen zetel toegewezen, maar hun
stemmental wordt afgeschreven als over
schot.
De eerste verdeeling der zetels betreft
nus hel nagaan, welke partijen op grond
van hun stemmental, alvast zeker een zetel
'krijgen.
Voor de raadsverkiezing in Haarlem was
dit als volgt:
Lijst Stcmmen-aantal Zetels Overschot
Vrijheidsbond 4630: 1196.84 3 +1039.48
Chr. Dem. 281 0 281.
S. D. A. P. 14379 12 16.98
Anti St.d. P. 1013 =0 +1013.
Lijst Boxs 457 0 458.
Anti-Rev. 3299 2 905.32
Communisten 966 0 966.
Roomsch-K. 12339 10 375.6
Staatk. Geref. 141 0 141.
Ll-v.d.Kamp 1776 1 579.16
R.K. Volksp. 382 0 382.
Chr.-Hist. 3778 3 187.48
Vrijz.-Dem. 3237 2 843.32
Lijst-v. Beel 86 0+86.
Totaal 33 zetels
Er waren dus nu 33 raadszetels verdeeld
aan partijen, die den kiesdeeler hadden
behaald of een veelvoud er van.
Deze zes raadszetels werden nu toege
wezen aan de partijen met het grootste
overschot en wel zóó, dat de partij met het
groots* overschot den eersten overschot
zetel verkreeg, de partij, die daarop volg
de den tweeden en zoo vervolgens, tot
dat alle zes overschotzetels waren toebe
deeld.
Volgens de kieswet krijgt echter in géén
geval een zetel die partij, welke niet 75
pet. van den kiesdeeler heeft gehaald.
Drie kwart van den kiesdeeler is in dit
geval 1196.84 34 897.63. De partijen,
die dus nit 897.63 hebben behaald, komen
voor geen zetel in aanmerking, zoodat bij
de Haarlemsche raadsverkiezing al direct
geheel uitvielen de Christ. Dem. niét 281
stemmen, de lijst-Boxs met 458 st., de
Staatk. Geref. Partij met 141 st.; de R. K.
Volkspartij met 382 st. en de lijst-v. Beek
met 86 st.
Voor de zes overschotzetels kwamen nu
allereerst in aanmerking de Vrijheidsbond
met een overschot van 1039.48; vervolgens
de Anti-Stemdwang Partij met 1013 st.; de
Communisten met 966; de Anti-Rev. met
905.32; de Vrijz.-Dem. met een overschot
van 843.32 en ten slotte de lijst-v. d. Kamp
met een overschot van 579.16.
Maar een in 1925 aangebrachte wijziging j
in de Kieswet bepaalt, dat de lijst ook per
zetel drie kwart van den kiesdeeler (897.63)
moet kunnen aanwijzen. Dit is voor alle
partijen het geval, behalve voor de Lijst-
v. d. Kamp, want die had daarom dan moe
ten hebben 1795. De lijst kwam daardoor
Wegens doodslag een jaar gevangenisstraf.
In het begin van dit jaar was tusschen
c?en 39-jarigen W. A. van K. te Heerwaar
den, thans Gedetineerd, en zijn huisbaas
W. W. te Kessel, oneenigheid ontstaan,
doordat de laatste de woning van K. aan
een ander verhuurd had. Od 26 April, toen
W., nabij de woning van K. aan het aard-
appelpoten was, moet een woordenwisseling
ontstaan zijn tusschen W. en de vrouw van
v. K. Van K. sloeg met een mestvork,
waarmede hij werkende was, W. oo het
hoofd, ten gevolge waarvan diens schedel
aa de linkerzijde gebroken werd. De man
is een paar dagen later, zonder tot be
wustzijn gekomen te zijn, in zijn woning te
Kessel overleden.
Tegen verdachte, die zichzelf na het
plggen va zijn daad bii de politie aange
meld had en gunstig bekend staat, werd
één jaar en 8 maanden gevangenisstraf met
aftrek van preventieve hechtenis geëischt.
De uitspraak luidde één jaar gevangenis
straf met altrek van preventieve hechtenis
Diefstal van 1500.
Te Nieuwwaal heeft eind April j.l. aan
aan het veer over de Waal een brutale
roofoverval plaats gehad. De koopman
A. B.. uit Leerdam, riep W. van H. aldaar
aan hem over te zetten. Op weg naar het
bootje, werd hij door W. van H., bijgestaan
door zijn broer A. van H., plotseling van
achter besprongen. Zij wierpen hem een
dus 19 st. tekort en kwam niet voor den
zesden overschotzetel in aanmerking. Die
zesde viel ten deel aan de volgende lijst
met het grootste overschot en wel de R.K.
met 375.6 st..
De zetels zijn, volgens bovenstaand,
toegewezen als volgt:
Vrijheidsbond 3 1 4 zetels
S. D. A. P. 12 12
Anti-Stemdwang P, 0 1 1
Anti-Rev. 2 1 3
Communisten O 1 1
Roomsch-Kath. 10 1 11
Lijst v. d. Kamp 1 1
Chr. Hist. 3 3
Vrijz. Dem. 2 1 3
j~+:i
Totaal 39 zetels
Na deze becijfering wisten de rekenaars
dus hoeveel zetels elke partij in den nieuwen
Raad bezetten zou. Maar nu dienden nog
de namen der gekozenen aangegeven te
worden.
Daartoe wordt een lijstindeeler vastge
steld. Dat is het quotient van een deeling
van het stemcijfer der lijst door het aantal
zetels aan de lijst toegekend.
Nemen wij bijvoorbeeld de lijst der
Roomsch-Katholieken.
Heerkens Thijssen, Mr. J. N. J. E. 11200
Klein, M. A. L. 148
van Liemt, W. J. B113
Loerakker, A. J126
Castricum_ J. Ph. H72
Klein Schiphorst, H. J. L52
Bijvoet, Mr. Dr. F. A40
Wolff, Ch. C42
Keesen, F45
van Kessel, J. G413
Bartels, H. J. M6
Muller Brands, Mr. H. L. M- .13
Hoekstra-Zethof, J. A14
Emans M17
Toninó,, F. J. M12
Cobelens, N3
Wiegant-v. d. Hart, H6
van den Berg, J. W17
Totaal 12339
De R. K. lijst kreeg 11 zetels. De lijst-
kiesdeeler is dus 12339 11 =1121.7.
Alle candidaten, die deze lijstkiesdeeler
hebben behaald, worden onmiddellijk ge
kozen verklaard. In dit geval is dit alleen
de heer Heerkens Thijssen. Maar die heeft
veel meer stemmen dan noodig zijn om ge
kozen te worden. Wat hij te veel heeft
wordt overgedragen aan den opvolger op
de lijst. De heer Heerkens Thijssen droeg
dus aan den heer Klein over 11200 1121.7
100078.3, zoodat de heer Klein toen had
10078.3 148 10226.3. Hiervan werden
aan den heer Klein 1121.7 st. gegeven en
de rest kwam ten goede aan den heer
Van Liemt enz.
Het is we! mogelijk om met voorkeur
stemmen gekozen te worden boven een
candidaat, die hoogcr op de lijst staat,
maar dat is door de Kieswet bemoeilijkt,
zoodat men minstens de helft plus één
van den lijstindeeler moet hebben om kans
te hebben gekozen te worden. In dit geval
zou op de R, K. lijst iemanc,' dus minstens
561 moeten gehac.' hebben om met voor
keurstemmen gekozen te worden. Dit was
met niemand het geval. Trouwens op geen
enkele lijst is bij deze verkiezing iemand
met voorkeurstemmen gekozen, zoodat op
alle lijsten de bovenste candidaten iti den
Raad komen
Hiermede meenen wij een beeld van de
berekening t hebben gegeven.
Er zijn nog verschillende voetangels en
klemmen in a'e Kieswet, maar om aan de
duidelijkheid van dit artikei geen afbrepk
te doen en omdat zij in dit geval niét
ter zake doen, laten wij deze nu maar
achterwegeT
Uit de berekening blijkt echter, dat de
R. K. den laatsten overschotzetel hebben
gehaald en- alleen nog maar, omdat de lijst
v. d. Kamp 20 stemmen te kort kwam om
recht op den tweeden zetel te doen gelden.
Daartegenover staat, dat de R.K. het hoogst
gemiddelde per zetel kunnen aanwijzen.
Caceau hebben de R.K. dus hun zetel ook
al weer niet gehad.
Het is voor de R. K. Partij een mooie
verkiezing geweest.
zak over het hoofd, beletten hem door
zijn mond en neus dicht te houden, het
roepen om hulp en beroofden hem van
Zijn portefeuille met 1500, welk geld nim
mer is terecht gekomen. Beic'en werden
'n, voorloopige hechtenis gesteld.
In de zitting van 23 Juni eischte de offi
cier van Justitie te Tiel, ter zake van
diefstal met geweldpleging in vereeniging
tgen den 35-jarigen A. van H„ die bekende
en voorgaf onder vrees voor zijn broer te
hebben gehandeld, twee jaar en tegen den
37-jarigen W. vanH. drie jaar gevangenis
straf, beide straffen met aftrek van de pre-
veniiev hechtenis.
De rechtbank veroordeelde thans W. van
H. tot twee jaar en zes maanden gevange
nisstraf zonder en A. van H. tot één jaar
en zes maanden gevangenisstraf met aftrek
van het voorloopig arrest.
Met een Fokker toesteL
Aan den Deenschen verkeersvlieger Jo-
hansen is door den Deenschen automobiel-
handelaar Jungersen te New York de vraag
gesteld, of hij bereid is naar Amerika en
terug te vliegen met 'n passagier aan boord.
Johansen antwoordde hierop, dat de kqS-
ten voor zulk een vlucht 250.000 kronén
circa 170.000 zouden bedragen; hij waqht
thans op Jurgensen's definitief antwoord.
Ingeval de vliegtocht doorgaat is Johap-
sen voornemens een Fokker toestel te be
zigen, daar deze toestellen een buiten;
woon groot ladingsvermogen bezitten.
Voorts verklaarde hij, dat het noodzake
lijk zal zijn te Londen of aan de Westkust
van Ierland te landen voor het aanvullen
van den bezine- en olievoorraad.
Indien Jurgensen de kosten voor zijn re
kening wil nemen, rekent Johansen naar aan
de „Tel" gemeld wordt, erop in ongeveer
een maand te kunnen vertrekken.
Twee auto's versplinterd; de inzittenden
ongedeerd.
Te Delft is op den Rotlcrdamscheweg
gisterenavond omstreeks 6 uur een vracht
auto van de firma Van den Ende uit Rotter
dam, door het defect raken van de stuur
inrichting tegen een boom gereden. Juist cp
het moment, dat dit voertuig een zwenking
over den weg maakte, naderde in voiie
vaar^ een personenauto. De botsing tusschen
beide motorrijtuigen was zoo hevig, dat de
personenauto nagenoeg gehezl versplinterd
werd. De bestuurder van dit voertuig. <e heei
L. uit Rotterdam, kwam er met cenige
schrammen af, terwijl twee kinderen, die op
den vrachtauto zaten, lichte verwondingen
opliepen. De chauffeunr bleef ongedeerd.
De „Standaard" schijft:
De groei van het Socialisme heeft iets ver
bijsterends gehad.
Van verkiezing op verkiezing stegen hun
cijfers. Wanneer het zoo doorging, was de
tijd niet ver meer, dat de groote meerder
heid der bevolking zich onder hun vanen
zou scharen. De ééne Kamerzetel van 1897
was in 1923 reeds tot 15 zetels geworden
Ook buiten den socialistischen kring kwamen
allengs niet weinigen onder de suggestie van
de stellige voorspelling der aanstaande so
cialistische zegepraal.
Thans is de suggestie voorbij. Want het is
wel gebleken, dat de groeikracht dezer be
weging niet onbeperkt is.
Onder de Evenredige Vertegenwoordiging
behaalden in 1918 Socialisten en Communis
ten te zamen 26 zetels (22 en 4), in 1922 vie
len zij op 22 zetels terug (20 en 2), en in
1925 brachten zij het weer tot 25 zetels. Om
trent een vierde der bevolking gaat met de
revolutionaire partijen mede; aat is de toe
stand sedert een tiental jaren.
De groepen der rechterzijde vertoonen
eveneens een in groote lijn weinig veran
derlijke sterkte. Zij mogen door verplinte-
ring en door onderlingen strijd verzwakt zijn,
er is geen sprake van, dat zij door den zege
tocht van het Socialisme worden verslonden.
Ondanks den sterken vooruitgang van het
Socialisme in het verleden, is de Rechter
zijde niet in getalsterkte gedaald.
De winsten van het Socialisme zijn behaald
op Liberalen en Vrijzinnig-democraten. Deze
groepen zagen het meerendeel hunner kie
zers deserteeren naar de S.D.A.P.
Naar het schijnt is deze beweging thans
vrijwel tot staan gekomen. Alle arbeiders
hebben de vrijzinnige partijen, verlaten. Ter
wijl de arbeiders van christeijken huize wei
gerden zich onder de roode vaan te scharen
is het succes van het Socialisme ondr de
vrijzinnige arbeiders volledig geweest. Maar
met dit volledig succes ih de verbijterende
groei ook afgesloten. Thans schijnt de sta
biliteit in de sterkte der troepen weder
teruggekeerd.
Daaraan doet niet af, dat de S. D. A. P. *n
de gemeenten waarin zij aan de Raadsver
kiezingen deelnam, haar percentage der
stemmen van 25.6 tot 26 zag stijgen, waar
tegenover Vrijheidsbond en Vrijzinnig-demo
craten elk 0.2 pCt. verloren. Zulke kleine
schommelingen, die natuurlijk bij elke stem
bus voorkomen, leggen geen gewicht in de
schaal. Wel waren er gemeenten, waar de
toeneming der S.D.A.P. grooter was, doch
daartegenover staan een aantal andere, waar
zij verlies aan invloed moest constateeren.
De zegetocht van het Socialisme is dus tot
staan gekomen. Het is goed. Maar is er n
onze gelederen de geestdrift, die niet met
stilstand tevreden is, doch op groei bedacht
is? Is er het heilig vuür, dat allen opvor
dert zich te scharen achter de banier van
het Kruis, en de knie te buigen voor Chris
tus onzen Koning? Met minder mogen wij
ons niet tevreden stellen.
Levine's terugtocht naar Amerika per
vliegtuig wordt medio Augustus verwacht,
wanneer het volle maan is en betere weers-
condities verwacht worden. Levine en
Drouhin denken via de Azoren naar New
York te vliegen, omdat zij op die wijze het
meeste voordeel van" den wind zullen
hebben, hoewel deze route langer is dan
die welke Chamberlin heeft gevolgd.
Levine, Chamberlin en Drouhin zijn gis
teren met de „Miss Columbia" naar Londen
vertrokken. Drouhin is van plan binnen
kort bij nacht vluchten van ongeveer 800
K. M. te maken ten einde zich te wennen
aan het vliegen bij nacht.
Burgerlijke Stand, Geboren: d. van
E, de Jong-van Rijn. z. van M. M. J. van
der Meij-Piepers. z. van H. M. Post-Aar-
denbur. d. van H. J. Lichtendahl-Gorter.
d. van C. Spring in 't veld-Harveld. 7"
van G. A. Smit-van Kuil. d. van A-
Stege-Smeeman. d. van J. Oudendij
Baiters. d. van K. Broek-Stam. z. van
C. Zwanenburg-Min. d. van G. WijkC"
Cohrs.
Overleden: Eijtje Ree, 70 j., echtg. van
M%lenaar. W. J. de Ruiter en A. Stigter.
-Sr P. van Zonneveld en M. R. de Laleyne.
irf'A. H. Dekker en A. M. Oorthuis.
rGetrouwd: H. R. Brouwer en A. C. P.
Spits. G. C. Bleeker en E. Swarthof.
G, Reehorst en J. Schoenmaker. A.
Dinaar en L. Salomons. R. A. van Wijk en
Hu W. L. v. d. Klift.
'Gevonden voorwerpen. Terug te beko
men bij: Wed. Bottger, Zomerzorgerlaan,
Bloemendaal, een slinger van auto. Veen-
stra, Duinlustparkweg Bloemendaal, een
Iflöder portemonnaie; v. d. Berg, Zwarteweg
1, Aéardenhout, een schoolrapport; Siebe-
link Kennemerstraat 32, Haarlem, een bei
ge dameshoed; J. Romijn, Brederodeweg 11
Bloemendaal een zwarte dameshoed en 2
kindermatrozenmutsen; C. Teselaar, B ede-
rodeweg 19, Bloemendaal, een dames-por-
temonnaie; N. W. Tros, J. v. Nieuwenhpij-
zqnsfraat 15, Haarlem, een regenjas (na 7
uur 's avonds); W. A. Wijkhuijzen, Nieuwe
Heiligland 7 rd., Haarlem, een bont; O. Wij
nen, Julianalaan 61, Overveen, een dames-
parapluie (tom pouce); Aling, Brederodeweg
5' Bloemendaal, een bal; A. Oosterhof, Alb.
Thiimlaan 47, Bloemendaal, een ziveren bro
che; v. d. Mooen, Brederodeweg 70, Bloe-
enmdaal, een heerenrijwiel; O. de Vries,
Kinheimweg 63, Bloemendaal, een sierspeld;
Hameka, v. Stolberglaan, 21, Aerdenhout,
een tennisbal; Nieuwland, HolsteijnStraat 1,
Haarlem, een dwergpinchertje, Politiepost,
Noordzestrand een jongenes schopje; aan
het bureau van politie te Overveen, een
Lipssleutel, een dop van auto-as, een paar
strandschoenen, een verg. zilveren broche,
een combinatietang, een strik.
Liefdadigheids-concert.
Men schrijft ons
Houdt Donderdagavond 21 Juli a.s. vrij 1
Waarom Om het concert oij te wonen, dat
in het Gebouw der K.S.A. gegeven wordt
ten bate der slachtoffers van de stormramp
Is dat de moeite nog waard Gaat U eens
luisteren en U zult tevreden, zelfs zeer te
vreden zijn. En dan het goede doel1 Hoe
grooter de opkomst, des te grooter de op
brengst.
Verleden week zijn de koren bekend ge
maakt, die aan dit concert hun medewerking
verkenen. „Beverwijks Mannenkoor" zal
de nummers zingen, waarmede het op 't
concours in Bergen in Mei j.l. den 2en prijs
wist te behalen, n.l. „De Zoekers" van 01.
Koop en ,,'t Geuzenvendel op den thuis-
marsch" van Fred. Roeske.
Het groot kinder- en meisjeskoor zingt
een tiental kinderliedjes van Ph. Looots,
w.o. Op den zolder. Kwak kwak. Vroeg naar
bed, Poppendans, een Raadseltje e.a. met
aan den vleugel mej. Dora Loots.
De Gemengde Zangvereeniging „Zang
Veredelt" voert het schitterende „Super
flumina Babylonis" van den bekenden com
ponist Hub. Cuijpers uit en de R. K. Gem.
Zangvereeniging „St. Caecilia" uit Kromme
nie „Belofte", van Ol. Koop, terwijl deze
beide koren gezamenlijk (ongeveer 130 da
mes en heeren) het bravour-nummer „De
Winter" van Loots zullen zingen. En dan
tot slot de 4 koren (ongeveer 300 kinderen,
dames en heeren), ook met begeleiding van
mej. Loots, „Lentezang" van Loots, wat
een waardig slotnummer zal blijken te zijn.
Een welverzorgd programma. Werken
van bekende componisten als Loots, Cuij
pers e.a. waarborgen degelijke muziek. La
ten we hopen, dat de zaal totaal uitverkocht
zal zijn. Ja, dat één uitvoering zelfs niet vol
doende en een 2e noodzakelijk wordt. Voor
ziet U daarom tijdig van plaatsbewijzen,
het zal druk loopen. Plaatsbewijzen zijn te
verkrijgen bij de heeren Schmitt, Breestraat
de Pagter, Breestraat Buitenhuis, Zeestraat
en aan het K.S.A.-gebouw.
Gegund. Aan de firma B. Imthorn
Zn. alhier is als laagsten inschrijver opge
dragen het bouwen van een concierge-wo-
ning.
Personalia. Voor het examen machine-
schrijven slaagde onze plaatsgenoot L. van
der Veldt.
Wulp. Elizabeth van der Burgt, 67 j„
echtg. van C. G. van Es. Philo®ena
Rosalia Waterschoot, 56 jaar, echtgen. va?
C. Vroom. Frans Snijder, 16 jaar, z. van
Snijder. Pietertje Lohman 14 j., d. van 1
C. Lohman,
Ondertrouwd: P. Visser en A. W.
Wal. W. J. Nijhof en A. Mellema. L- °e
Jong en N. Engeler. R. H. Boers en J- A'
Harddraverijvereeniging. De Hillegom-
sche Harddraverij-vereeniging heeft in ver
band met de a.s. Draverij en Volksfeesten
vergaderd. Besloten werd <Je jaarlijksche
feesten, in verband met de groote drukte in
het hoofdbedrijf, te houden op 14 en 15
September. Hel betsuur bracht dank aan
den raad der gemeente voor de welwillend
afgestane terreinen.
Vastgesteld werd, dat op beide dagen
volksspelen zullen plaats hebben, terwijl
ook eenige attracties op het feestterrein
zullen zijn. Des middags van den 2den feest
dag wordt een groote harddraverij gehou
den, waarvoor veel animo zal bestaan. Het
bestuur zal trachten ter afwisseling zang
nummers en gymnastiekoefeningen te la
ten uitvoeren.
Naast een Aloysi us-jubileum 31 Decem
ber was het imm ers 200 jaren geleden, dat
Aloysius werd heilig verklaard staat op dit
oogenblik een St. Aloysius-probleem.
De Kerk heeft dezen Heilige tot toonbeeld
gesteld aan de katholieke jeugd, aan de stu-
deerende jeugd in het bijzonder. Niet alleen
aan de jeugd uit den voortijd, maar ook aan de
tegenwoordige jeugd. Hierop dient dé nadruk
gelegd, want niet in één, maar in verschillende
landen staan wij thans voor het merkwaardig
verschijnsel, dat de thans opgroeiende ka
tholieke jeugd weinig of niets meer voelt voor
de navolging van dezen Heilige.
Waaraan is dit toe te schrijven Degenen,
die voor den eersten keer van die hen natuur
lijk hoogst bevreemdende gesteltenis hooren,
staan reeds klaar met hun antwoord en spre
ken het uit zonder de minste aarzeling. Ze
geven alle schuld aan de hedendaagsche jeugd,
aan hare verkeerde mentaliteit, aan haar ge
brek aan heiligen levensernst, aan hare los
zinnigheid en losbandigheid.
Wie evenwel ook maar een beetje thuis is
In de Aloysius-litteratuur van den laatsten
tijd en het leven van den Heilige grondiger
bestudeerd heeft, is met deze gemakkelijk een
quasi voor de hand liggende oplossing van het
probleem niet tevreden. Hij vraagt zich af
zou onze jeugd den Heilige wel goed kennen
of misschien alleen kennis hebben genomen
van biografieën, welke gelijk die van Mesch-
ler, het Aloysiusbeeld in die mate vervormd
hebben, dat de eigenlijke, werkelijke Aloysius
niet meer terug te vinden is
Ik zeg vervormd. Dat is nog iets anders dan
misvormd, want aan lieftalligheid en aanmin-
nelijkheid laat de misteekening van Meschler
c. s. in elk geval niets te wenschen over.
Aloysius staat daar voor ons als een engel
en al wat is aan hem, is engelachtigheid hij is
engel naar den geest en engel naar en in het
vleesch in een zeer bijzonderen zin, zooals ik
reeds in mijn eerste artikel vermeldde.
Vervormd" beteekent hier evenwel ook
iets anders dan vermooid, verfraaid. De ware
kenners toch van den Heilige stellen juist op
den voorgrond, dat de historische Aloysius
het wint van den legendarischen. Om dit aan
de hedendaagsche jeugd duidelijk te maken,
hebben in verschillende landen, waar de on
historische Aloysiusfiguur nauwelijks meer
tot bewondering en navolging lokt, de meest
hoogstaande ordegenooten van den veelom
streden Jesuïet in voorname katholieke tijd
schriften als „Stimmen der Zeit" in Duitsch-
land, „The Month" in Engeland, het week
blad „America" en de „Civilta Cattolica" in
Italië, de oudere en verouderde levensbe
schrijving van Aloysius aan een geduchte re
visie onderworpen. Zonder de tegenwoordige
jeugd van schuld en vooroordeelen geheel
vrij te pleiten, geven zij toe, dat de schijnbare
onverzoenlijkheid van het vroegere Aloysius-
ideaal en hare idealen voor een heel groot
deel berust op een misverstand, voortsprui
tend uit een onjuiste kennis van Aloysius.
Waar hier de historische kritiek aan het
woord komt, zien we Aloysius voor ons ver
rijzen als een man, als een „ongemeen sterke
natuur." Van jongsaf onderscheidde hij zich
door mannelijke eigenschappen als een „un-
beugsame Tatendrang", een ijzeren wil, voor
gelicht en geleid door „buitengewoon groote
geestesgaven". Deze eigenschappen werden in
zijn kinder- en jeugdjaren door een zeer zorg
vuldige opvoeding ontwikkeld en vervolmaakt
In zijn vroegste jeugd immers reeds was hij
omringd van een kleinen hofstoet en stond hij
onder de leiding van uitgelezen hofmeesters.
Grosze Ge: chïftsgewandtheid und Welt-
klugheit" zullen al zeer, zeer weinigen, die
Aloy:ius uit de legende kennen, bij hem ge
zocht hebben en toch muntte hij daarin juist
uit. En wie van ons heeft in zijn jeugd ooit
durven denken, dat de vijfjarige „engel" zijn
leven in ernstig gevaar gebracht en zijn ge
zicht verbrand heeft door op eigen houtje
een kanon af te schieten
Ook over de beteekenis van het feit, dat
den vijftienjarigen jongeling onder alle ko
ninklijke edelknapen eens de. veelzeggende
eer te beurt viel om Philips II bij zijn terug
keer aan het Spaansche Hogf te verwelko
men, zullen weinigen hebben nagedacht.Daar-
over zullen zij verbaasd staan.
Voor zijn mannelijken levensernst en werk
lust (evenzeer als voor zijn aanzien aan het
Hof), pleit ook, dat de edelknaap op zestien
jarigen leeftijd zich door volhardende studie
reeds zooyeel bekwaamheid had eigen ge
maakt, dat hij met een opdracht naar een der
Italiaansche Vorstenhoven kon gezonden wor
den.
Mannelijk is ook de houding van Aloysius,
als hij een niet te breken weerstand biedt aan
Zijn vader, die hem wil dwingen zijn opvolger
alsmachthebber te worden. Overigens als hij
er niet een der vier jongere broeders werd
gekozen, om het heerschersgeslacht der
gonzaga's voort te planten en voort te zetten,
was het juist, omdat zijn vader in hem een ge
boren vorst" zag. Dit oordeel werd gedeeld
door de bewoners van het markgraafschap,
die bij zijn intrede in de Sociëteit zijn heen
gaan als een grcot verlies betreurden. Een ge
boren regeerder zag ook in hem P.Vittelechly
die later in Aio sius den toekomstigen Gene
raal der Jesuïeten voorspelde. Zoo ook ande
ren, die hem „den kleinen Generaal" noem
den.
Van zijn mannelijke onverschrokkenheid
en zijn offerzin getuigt eveneens in hooge ma
te zijn sterven in dienst der charitas. Ofschoon
zijn Overheid hem, na den dood van enkele
zijner medebroeders, van de verpleging der
pestlijders ontslagen had, kende de „taten-
frohe" jongeman geen rust, voordat hij we
derom verlof had gekregen, om in het hospi
taal zich aan de levensgevaarlijke verzorging
dezer allerongelukkig:,ten te wijden. De kiem
van deze verschrikkelijke ziekte, waaraan hij
later bezwijken zou, nam hij in zich op, toen
hij eensdaags met waren heldenmoed een
pestlijder, die verlaten op straat nederlag,
cp zijn schouders tilde, om hem in het zieken
huis te dragen en eigenhandig te verplegen.
Van mannelijken zin vinden wij een nieuw
bewijs in de uiterst strenge verstervingen en
bloedige kastijdingen van denjongeling, die
het wegens „ein frühes Steinleiden" toch
reeds hard genoeg te verantwoorden had.
Dat buitenmatig verstorven ascetisch leven
voerde hij te midden van de meest verfijnde
en losbandige weelde der toenmalige Renais-
sance-hoven.
Door zijn vereenzaming in God en gemeen
zaamheid met God maakte Aloysius den in
druk van buiten het werkelijke actieve leven
te slaan en „weltfremd" te zijn. Die indruk
beantwoordt slechts in zoover aan de werke
lijkheid, dat de heilige knaap en jongeling met
zijn hart en geest in hoogere sferen verwijlde,
maar zou misleidend werken op diegenen on
der zijn vereerders en navolgers, die zich op
hem wilden beroepen, om alle aanraking met
de wereld en de menschelijke bemoeiingen
te vluchten. Nog maar twaalf jaar, mengde
hij zich onder de volksjeugd om den kinderen
catechismus te geven en later als student op
straat onder de volwassenen, om het Evange
lie te prediken.
Dat hij er niet voor terugschrok, om zich in
het belang van zijn broeder, wiens huwelijks
verhoudingen niet beantwoordden aan de
eischen der christelijke zedenleer, met uiterst
kiesche en netelige aangelegenheden in te
laten, is reeds met een enkel woord vermeld.
Dit doet ons nu precies niet denken aan een
kinderachtige preutschheid of aan ki iderlijke
argeloosheid, die de onwetendheid in de din
gen des levens vereenzelvigt met „heilige on
schuld."
Dus Aloysius was een echte mensch en
wilde niet, als ware hij reeds op aarde een
„engelachtige" hemeling, aan het menschelij
ke geheel vreemd blijven zich van de men
schelijke miserie in haar verschillende vormen
uit overdreven zondevrees of angstige zucht
naar „Weltflug" afzijdig houden. Op den
leeftijd, dat de meesten in levensernst nog
kinderen zijn, toonde hij zich een man, ai was
hij gelijk anderen bij spel en vermaak te vens
een echt kind. Zijn nederigheid was niet zóó
vroeg rijp, niet zoo anti-menschelijk,
dat hij zich in zijn eerste jeugdjaren zou ge
dragen hebben als een wereld- en eer-ver
achter in den trant van een ouden woestijn
monnik, die om kronen en tronen lacht. Hij
liet zich de diensten en de etiquette, aan zijn
hoogen stand verschuldigd, welgevallen en
dacht er bijvoorbeeld niet aan om den be
diende, die 's avonds op zijn slaapkamer de
kaars kwam uitblazen, met deemoedig ge
baar bij voorbaat voor zijn moeile te bedanken
En al evenmin om hem met engelachtig be
toon als een duivel weg te jagen 1
Wanneer wij als een bewijs van zijn liefde
voor de zedigheid vermeld vinden, dat hij
zich 's morgens „nog voor dat hij geheel was
opgestaan" de kousen liet aantrekken en daar
bij om hetzelfde motief alweer de oogen ge
sloten hield, vragen wij ons af of het voor
iemand, die zich op dat puriteinsch standpunt
plaatst, niet eenvoudiger en raadzamer zou
zijn alle vreemde hulp af te wijzen. Ook hierin
komt uit, dat Aloysius zich als kind van een
hoogadellijk geslacht liet behandelen men
behoeft er geen bijzondere deugd aan vast te
knoopen. Eerder zou men zeggen, dat het
voor een fünken, energieken knaap erg gê
nant is, zich zoo te laten vertroetelen. Zoo iets
moet ook Aloysius wel gevoeld hebben. Zoo'n
weekelijke baby-achtige behandeling moet
hem meer dan anderen gehinderd hebben.
Zou hij misschien niet uit zekere verlegenheid
de oogen hebben neergeslagen
Immers van jongs af had hij iets zelfstan
digs en mannelijks in zijn karakter en deze
eigenschappen werden ongetwijfeld versterkt
door den strijd, dien hij tegen zijn vader voor
zijn religieuse roeping en tegen zijn broeder
voor de reinheid der huiselijke atmosfeer te
voeren had. Aloysius was, eenigszins in te
genstelling met Johannes Berchmans, geen
eilige der Gesetzmassigkeit", die zich al
leen rustig en veilig gevoelde op veelbetreden
levenspaden. Er zat iets, ja veel spontaans en
oorspronkelijks in hem, hij durfde zijn eigen
weg gaan. Hij heeft daarom toch wel iets
bekoorlijks voor ons jong geslacht, dat zoo
hoogen prijs stelt op zelfstandige ontwikke
ling en individueele vrije zelfvorming. Van na
ture had hij er heelemaal geen bijzonderen
aanleg voor om zich als een „cadaver" door
Oversten der Sociëteit te laten behandelen of
zuiver passief te blijven bij een „Jesuietisch"
drijven en drillen tot een voor allen uniforme,
schematische volmaaktheid, die alle kleur en
geur mist voor de „moderne" jeugd.
Aloysius was voor zijn tijd werkelijk een
moderne, in zooverre alle hervormers en
„Neulebensmenschen'"ïets moderns hebben.
Zijn glorie bestaat niet voor het geringste deel
hierin, dat hij zelfstandig den strijd aange
bonden heeft tegen de ondeugden en ver
keerde opvattkingen van zijn zinnelijken,
verwijfden tijd, den tijd der in menig op-
Zicht losbandige Renaissance. Dat getuigt
allereerst van een groote innerlijke kracht en
mannelijke zelfstandigheid door voorstanders
van „mannenadel" en „vrouweneer" zeker
nooit genoeg te roemen en na te volgen.
Ook de hedendaagsche jeugd zal, als zij
Aloysius leert kennen onder de nieuwe be
lichting der historische critiek, met bewon
dering tegen hem opzien en het niet beneden
zich_achten hem te volgen. Als wij tot de juiste
re kennis van den Heilige door deze artikelen
iets hebben bijgedragen, is ons doel bereikt.
(De Tijd).
EEN EERSTE H. MIS, EEN ZILVEREN
BRUILOFT EN EEN HUWELIJK OP EEN
ZELFDEN DAG.
In één der laatste nummers van het En-
gelsche Katholieke weekblad „The Univer
se" werd melding gemaakt van de volgende
merkwaardigheid.
Door leden van éénzelfde familie, van
Burgemeester Damm, Rijksdagafgevaardigde
van de Centrum-Partij te Wagenschwend-
Struempelbrunn bij Mosbach in Baden werd
op één zelfden dag de herdenking van een
zilveren bruiloft, het opdragen van een eer
ste H. Mis en de inzegening van een huwe
lijk gevierd.
De vader en de moeder vierden de vol
einding van een 25-jarig huwelijksleven, hun
oudste zoon las zijn eerste H. Mis en een
jongere stapte in 't huwelijksbootje, waar
bij de jonge priester celebreerde.
Medegedeeld door
ZATERDAG 9 JULI 1927.
Eerlijn
Farijs
Brussel
Lenden
Zurich
Rome
Madrid
Weenen
New-York (cable)
Praag
Warschau
Kopenhagen
Oslo
Stockholm
Bieden
Laten
59.13
59.18
9.75
9.80
34.70
34.75
12.12-1
48.—
48.10
13.55
13.65
42.50
42.60
35.10
35.20
2.49J
2.50
7.38
7.41
27.80
28.—
66.60
66.70
64.50
64.60
66.80
66.90
r Juni 1927.
Waar leven we
Vraag-beven we
Wat willen we
Vraag-trillen we
Léven we nog wel
Is 't een grillig spel
Der verbeelding der zinnen
Is de wereld buitenste binnen
Gekeerd
Is de natuur gansch ver..,, weerdl
Waar staan we
Waar gaan we
Is de zomer afgeschaft
Worden we gestraft
Voor onbewuste daden
Waarheen leiden de paden
Van 't opstandige heelal
Is dit mal
Geworden
Radio-golven, electro-stroomen.
Of is 't einde der dagen gekomen
Ochochoch
Wat beteekent dat toch
Zoo vragen we
En klagen we.
En maar steeds luidt de massa-zucht
„Het onweer is niet van de lucht
Somber noodweer, dat het aardrijk rost,
Menschenlevens kost,
Huizen uitien rukt
En de arbeid van de lafidman drukt
In meedoogenlooze vlagen,
Moeten we langer nog dragen
Je kwaadaardige grillen
Is je honger dan niet te stillen
Wanneer maak je de baan vrij
Voor 't weldoende zomer-getij s
Wanneer breng je ons de zonne-zegen
Inplaats van regen.... regen.... regen?
Van regen, die de groenten en vruchten
Doet zuchten
Onder watervloed
En ook zuchten perst uit ons gemoed.
Omdat we niet weten
Wat te moeten eten.
En de huismoeder bromt
Onder 't middagmaal,
Om 't schandaal,
Dat iedere pieper op 'n „vierduit' komt,
Ach, ach, wat heb 'k boud gesproken
Toen 'k 'n paar maand geleden
Zoo lekker-tevreden
Die spiets heb afgestoken
Op de intocht van de zomertijd
^.'k Was nauwelijks m'n lofzang kwijt
Aan de redactie
Of de réactie
Was al ingetreden
En heden,
Acht weken later,
Zit ik nóg met die flater
Te kijken.
En/t begint er op te lijken,
Dat m'n voortvarend vragen!
Of soms de Lente werd overgeslagen»
Thans, tot ieders ergernis,
Op de Zomer van toepassing is.
Waar leven we
Vraag-beven we
Léven we nog wel
Is 't een grillig spel
Der verbeelding.der zinnen
Is de wereld buitenste-binnen
Gekeerd? 1
Zomer, ben j'm voor goed gesmeerd
Was 't 'n mop toen jij fi
In die eerste week van Mei
Ons zoo eensklaps kwam verrassen»
Van ons lijf rukte de winterjassen
En dikke dassen...-
En alles in zomerkleed
Smeet
Zomer, waar ben je heen geslopen
Zomer, waar ben je weggekropen
Zomer, waar zit je
Is dit je
Wraak op de menschen,
Die toen al gingen wenschen,
(Je hebt altijd klagers
En pruttelende hitte-juk-dragers)
Dat 'tèóó niet zou blijven
Wil je nu onze lijven
Eens echt gevoelig leeren,
Dat jij je niet laat becritiseerer.
Zomer, heb medelij
Want 't gros was toch blij
Met je komst in ons kikkerland.
We droomden van zee, duin en strand.
We juichten Welkom zon 1
Je liet vast zien wat je kon
Je gaf ons je deugden,
'n Blijde voorproei-vreugde
Van die heerlijke tijd
Met al z'n vroolijkheid.
De bloemknoppen, niet te tellen,
Gingen glans-bollend zwellen,
Barstten weelderig open
En 't vee in de wei
Ging dartel-blij
Malle kunsten verkoopen.
Nu ga je de arme bloemen_
Doemen
Tot 'n vroege dood
In regen-, wind- en stormnood.
En het vee staat te trillen
Met bibber-billen
In kille
Plassen
En de drasse
Moddergrond
Maakt mensch en dier ongezond.
Zomer, heb meelij
Met de jeugd, die zoo blij
De vacantie tegemoet gaat
En zich troosten laat
Met de gedachte
Dat je haar don toch niet n e
In regen en noodweer
Op je zon zult laten wachten.
De jeugd moet groeien
En bloeien
Van jou....
En die nare kou
Doet de arme bleekneusjes kwijnen.
Laat voor hen je zon dan schijnen.
Ze wachten.
En smachten
Naar frissche kracht,
Zoo schaars hen door 't leven gebracht.
Zomer, zie ook even
Naar hen, die van jou moeten leven..,.
Die op jou hebben gerekend,
Omdat je voor hen „brood" beteekent.
Ze hebben nu al zoo'n strop
Door jouw harde kop.
Zomer
Nare droomer
Luie laatkomer
Kan 't nog sloomer
Toe, word wakker 1
Smijt je zon op de akker
En.laat mij maar wéér een flater slaan
Zoodat, als deze regels in de krant staan,
De thermometer met 'n vaartje gaat stijgen
En al staan we van de hitte te hijgen,
BftToch zullen we zeggen We zijn blij dat je
't doet,
Want we hebben nog heel wat te goed.
(Auteursrecht).