Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Wat zal hij er mee doen? GEM. BUITENL. BERICHTEN, GEMENGD NIEUWS. Ï28 Een familie-drama in de 2e Van Swindenstraat te Amsterdam. Een mooie vondst. De zenuwachtige juffrouw, die heel wat stagnatie in het verkeer bracht. Onder een hijsch papierhout. De moord van Juli 1924 te 's-Gravenhage. Het ging om het ontslag van een kok. Een 5-jarig knaapje overboord geslagen en verdronken. Brand aan boord van „de Maasland". Met paard en wagen in de sloot en verdronken. Dat hadden de biggen niet gedacht. De VIcotconferentie. De vlootconferentie zal nu definitie! Donderdag in plenaire zitting bijeenkomen. •Thans is vrijwel het algemeen oordeel, dat deze zitting de laatste bemiddelingsactie der Japansche delegatie zal zijn. Leidt zij niet tot een resultaat en blijven de Ame rikanen en Engelschen op hun standpunt staan, dan is het waarschijnlijk, dat de con ferentie Donderdag uiteen zal gaan, zelfs indien er een compromis wordt gevonden. Een artikel in de „Washington Post", waarin verband gelegd wordt tusschen de oorlogsschulden en het meeningsverschil op de Vlootconferentie heeft een zekere be roering te weeg gebracht. In het artikel wordt gezegd dat Engeland onmiddellijk na de onderteekening van de maritieme ont wapening en het accoord aangaande de schulden met den bouw van achttien krui sers van 10.000 tons is begonnen. Men weet niet of er verband bestaat tusschen dit artikel en het bezoek van den Britschen gezant aan Kellogg, De Amerikaansche bladen voeren een levendige polemiek ten aanzien van het denkbeeld, dat Baldwin, die op het oogsn- blik in Canada is, een persoonlijk onder houd met president Coolidge zou hebben. Dp „World" juicht dit denkbeeld toe; andere bladen zeggen, dat Coolidge het af keurt, omdat het als een beleediging voor Japan zou kunnen uitgelegd worden. Vernomen wordt dat in gezaghebbende kringen een zeker pessimisme heerscht over het lot van de voltallige zitting van de vlootconferentie te Genève op 4 dezer. In geval de conferentie zonder resultaten zou uiteengaan, gelooft men dat het Engelsche program van vlootaanbouw geen enkele wijziging zou ondergaan. De Japanners hebben hun taak van be middelaars niet opgegeven. Na verscheidene dagen van overweging zouden zij een ont werp voor een voorloopig accoord hebben uitgewerkt, dat zij aan de Amerikaansche delegatie voorlegden. De besprekingen hier over worden in het grootste geheim voort gezet. Alleen wanneer heden de mogelijk heid van overeenstemming zou blijken, zou de Japansche delegatie haar reserve prijs geven. Voor het oogenblik zou het nog slechts een polsen betreffen. President Coolidge heeft den Amerikaan- gchen afgevaardigden ter vlootconferentie te Genève opgedragen, al hun krachten in te spannen om tot overeenstemming te ko men. Indien zij hierin niet slagen, zal de conferentie naar de meening van Coolid ge „sine die" worden verdaagd. Men meent te weten dat Coolidge van gevoelen is, dat er geen enkele grond is voor het ge rucht dat de conferentie tot den herfst of een ander tijdstip zal worden verdaagd. Het schijnt dat een poging wordt gedaan om Donderdag tot overeenstemming te ge raken, doch indien er geen overeenstem ming wordt verkregen zullen de bijeenkom sten een einde nemen. Het Fransch-Duitscbe handelsverdrag. De officieele mededeeling inzake het spoedige sluiten van een Fransch-JDuitsch handelsverdrag wordt besproken, als een gebeurtenis, die zoowel in politiek als in economisch opzicht van belang is, daar de bedreiging van een tarievenoorlog de po litiek van Locarno vernietigde. Daar de Duitsche gedelegeerden zich ontoeschiete lijk blijven betoonen voor talrijke artikelen is het duidelijk, dat, om te komen tot een akkoord, de Fransche minister Bokanowski in aanmerkelijke concessies heeft moeten toestemmen. Men hoopt, dat deze offers in Duitschland zullen worden gewaardeerd en dat een en ander zal bijdragen tot het kal- meeren der gemoederen, verbitterd door de polemiek rondom het Duitsche vernielings werk in Frankrijk gedurende den oorlog. Niettemin wordt Bokanowski aangevallen uit binnenlandsch politiek oogpunt, daar hij het in het parlement onmogelijk genoemd heeft een. handelsverdrag te sluiten en een tarievenoorlog te voorkomen zonder een algemeene herziening van het tarief, aldus druk oefenende op de afgevaardigden om een succes te verkrijgen, terwijl hij thans de mogelijkheid erkent de zaken te regelen zonder den parlementairen arbeid te over haasten. Voor Sacco en Vanzetti. Na afloop van de vergaderingen voor de vrijlating van de in Amerika ter dood ver oordeelde Italiaansche anarchisten Sacco en iVanzetti, trachtten te Lyon betoogers een optocht te houden. De politie moest her haaldelijk met geweld tusschen beide komen; eenige revolverschoten werden ge lost. Verschillende agenten en betoogers werden gewond. Zes personen werden in hechtenis genomen. Het I. V. V.-congres. Het congres van het Internationaal Ver bond van Vakvereenigingen is begonnen met de bespreking van het verslag, dat vaststelt dat de actie van het Verbond in de drie afgeloopen jaren geen machtige vooruitgang van de sociale en economische positie van de arbeidersklasse markeert. Het zegt verder, dat de toenemende ratio nalisatie voor het oogenblik onzekerheid van bestaan en gebrek aan arbeidsgelegen heid voor millioenen arbeiders beteekent. Het rapport verklaart dat het ledental der vakvereenigingen van 16.530.000 in 1923 'gedaald is tot 13.500.000 in 1926. De terug gang van het ledental was het sterkst in Duitschland. Ten congresse bracht verder Mertens (België), gelijk gisteren Jouhaux. een pro test uit tegen de rede van Purcell, den voorzitter, die een lofrede hield op de Rus sische revolutie. Mertens verklaarde dat Purcell zeer wel wist, dat de leden van het bestuur van het Verbond het niet met hem eens waren, hefgeen hem nochtans nfet ver hinderd had, zijn verklaringen af te leggen. Mijnongeval. Bij Glasgow zijn ten gevolge van een mijnontploffing tien man bedolven. Na zeven uur reddingsarbeid, werden twee mannen dood en acht zwaar gewond aan getroffen. Socialistische betooging tegen het oorlogsgevaar. De sociaal-democratische partij heeft te Beriijn een massabetootfing gehouden onder de leuze: Tegen den oorlog en het oorlogs gevaar; voor den vrede en het socialisme, In de redevoeringen werd verklaard, dat de krachten, die den oorlog van 1914 met zijn ontzaglijke offers op hun geweten heb ben, wederom aan het werk zijn om nieuwe conflicten in het leven te roepen. Nergens kwam het tot botsingen. Een ér°ote brand. BERLIJN, 2 Aug. In het dorp Liedosl- heini bij Karlsruhe zijn 42 huizen tot den grond toe afgebrand, doordat brand was ontstaan als gevolg van het inslaan van den bliksem. De rheumatiek-besfrijding. BERLIJN, 2 Aug. Het Duitsche Ge nootschap voor Rheumatiekbestrijding heeft heden haar eerste zitting gehouden in chirurgische universiteitskliniek te Berlijn, Voor het internationale comité voor rheu- •matiek-onderzoek hebben de secretaris, Dr. L van Breemen uit Amsterdam en de 'heer 1*ox London het woord gevoerd, Na de onlusten te Weenen. BERLIJN, 2 Aug. Naar de „Neue Freie i resse meldt, is tot dusverre een straf vervolging ingesteld tegen 200 personen, die bij de plaats gehad hebbende onlusten te Weenen betrokken zijn geewest. De Weensche bladen berichten, dat de Gezantenconferentie op instigatie van de ïnlergeallieerde controlecommissie, waar van nog eenige leden over zijn, aan de Oostenrijksche regeering heeft medegedeeld dat de nieuwe bewapeningsformatie moet worden ontbonden. Verder gaat het gerucht, dat in een ver trouwelijke zitting van verschillende in- dustrieele organisaties tot de instelling van een burgerwacht van tienduizend man is besloten. Voor de oprichtingskos ten zouden de industrieele organisaties zich garant hebben gesteld. Aangaande de berichten over den stap der groote mogendheden inzake de instel ling van een geheime beschermingsmacht, verneemt de „Neue Freie Presse": Het is een feit dat de internationale controle commissie zich tot de' bondskanselarij heeft gewend met een vraag betreffende deze bewapende macht, In het bijzonder wenschte zij de vraa" beantwoordt te zien of het bij de invnet ""g,.Y,an efn gemeentelijke wacht om een tijdelijke of blijvende instelling gaat. Bondskanselier Seipel zal een onderhoud hierover hebben met den burgemeester van Weenen en van het antwoord dat de kan selier aan de militaire controlecommissie stappen op grond van par. 123 van het zal geven zal afhangen of er en welke verdrag van St. Germain en van dp zijde der commissie zullen worden gedaan. Mussolini over den opstand !n Weenen. Mussolini zeide in verband met den op stand in Weenen, dat de geruchten over de houding van Italië zóó absurd en ten dentieus waren, dat het zelfs niet noodig was geweest ze tegen te spreken. De fascis tische regeering had er nooit aan gedacht, zich in de binnenlandsche zaken van Oos- tenrijk te mengen. De Italiaansche gezant te Weenen had geen enkelen stap gedaan, doch aan de Oostenrijksche grens waren troepen samengetrokken. De opstand te Weenen had opnieuw "een discussie uit gelokt over het probleem van het be- s,taa" van Oostenrijk ah onafhankelijker staat. Men moest de oude stellingen van een Donau-confederatie en een vereeni- ging met Duitschland begraven, omdat geen dezer stellingen te vereenigen was met de vredesverdragen. Italië had geen wijziging m zijn houding gebracht, welke werd in gegeven door overwegingen van algemce- nen en bijzonderen aard. .- Koning Feical op reis. Volgens te Londen ontvangen berichten heeft Feiïal, de koning van Irak, het voor nemen een bezoek te brengen aan Euro- pa, vergezeld van Jafar pasja, zijn minister van Buitenlandsche Zaken. De koning zou over een dag of veertien in Frankrijk aan komen om er een kuur te doen. Hij. zou van zijn bezoek aan Europa gebruik ma ken om besprekingen te houden met de Engelsche regeering over kwesties, waarbij beide landen belang hebben, in het bijzon der over die van de aansluiting van Irak bij den Volkenbond. De rijkdommen ran de Doode Zee. BERLIJN, 2 Aug. Naar gemeld wordt, zal de Doode Zee in Palestina, welke voor 500 milliard mark chemische zouten bevat, door de Palestijnsche regeering zelf worden geëxploiteerd. De Amerikaansche gezant te Peking naar Washington ontboden. Kellogg, de minister van Buitenlandsche Zaken, heeft Mac Murray, den gezant der Washington te komen om deel te nemen Wshington te komen om deel te nemen* aan een conferentie over den toestand in China. De a.s. Presidentsverkiezing. President Coolidge heeft verklaard: Ik heb niet het voornemen, mij voor de pre sidentsverkiezing van 1928 candidaat te stellen. Deze verklaring werd aan de pers ver strekt zonder dat de president er een toe lichting bij gaf De ontploffing op de „Tokiwa" Uit Tokio wordt gemeld, dat officieel is vastgesteld, dat bij de mijnontploffing op de „Tokiwa" 38 menschen gedood zijn, onder wie vijf officieren, Er zijn veertig gewonden De Burgeroorlog in Chinas In opdracht van den Franschen gezant te Peking heeft de gemeente-politie een bezoek gebracht aan het Belasting-bureau voor Tapijten seint de „Times"-correspon- dent te Tientsin aan zijn blad. Aan de be- lasting-amtenaren werd te kennen gegeven, dat zij de concessie moeten verlaten; dit bevel gold ook den Britschen adviseur Galvin. Alle biljetten, die betrekking heb ben op onwettige belasting werden ver nietigd, Galvin is overgebracht naar de Engelsche concessie en de Chineesche be lastirtgontvangers naar Chineesch grond gebied. De Fransche gezant had toe gezegd, dat, indien noodig, de politie door militairen gesteund zou worden. Het optreden van den Franschen gezant is gebaseerd op een gemeentelijke verorde ning welke verbiedt belastingen in de Fransche concessie te innen, waarvoor de gemeenferaad geen machtiging heeft ge geven of welke volgens de bestaande ver dragen niet zijn toegelaten. Het ingrijpen van den gezant wordt zoo wel door de buitenlandsche als door de Chineesche handelaren zeer toegejuicht. Men verwacht niet, dat de gouverneur toch nog zal trachten de belasting te innen, maar ongetwijfeld zal hij zich bepalen tot het indienen van een protest tegen wat hij schending van de Chineesche souvereini- teit zal noemen. De Britsche kolonie te Tientsin ziet in dit optreden van den Franschen gezant een sterk argument tegen elke uitbreiding van het Chineesche gezag in de Britsche con cessie en dringt reeds aan op de opheffing der onwettige belastingheffing te Sjanghai en elders. HET KAMERLID CHAVAGNES VEROORDEELD. Na een bewogen proces, afgewisseld oi veeleer cpgevroolijkt met tal van inciden- ten, is Zaterdag het vonnis gevallen in het geding tegen het kamerlid Chavagnes, afge vaardigde voor het departement Loir-et- Cher. De heer Chavagnes had den 20en Februari om kwart voor vieren 's middags in de na- oijheid van Flcury een boerenwagen aange reden. De bestuurder, Hahusseau. was van den wagen gevallen en aan de gevolgen overleden. Het kamerlid had na het ongeluk zijn slachtoffer niet geholpen, maar was haastig doorgereden. Het nummer van zijtn auto was echter door getuigen genoteerd. Voortdurend is de heer Chavagnes blijven ontkennen. Zelfs verklaarde hij op den be- wusten dag in het geheel niet in Fleury te zijn geweest. Doch er waren tal van bewij zen, die op de schuld wezen, en toen het geheele parket zich naar Fleury had bege ven, om het gebeurde te reconslrueeren, bleek, dat de deuken in den auto van Cha vagnes juist in de beschadigingen van den boerenwagen pasten. De bekende advocaat Moro-Giafferi ver dedigde Chavagnes. Volgens den advocaat had het proces een politiek tintje, omdat het door Chavagnes' politieke tegenstan ders op touw zou vzijn gezet. De welsprekendheid van den pleiter ver mocht echter niet te beletten, dat zijn ciënt onvoorwaardelijk tot drie maanden gevan genisstraf, 200 francs boete en 10.000 francs schadevergoeding werd veroordeeld. HET ESPERANTO-CONGRES. Prof. Van Hamel, de Volkenbondscom missaris, heeft ter gelegenheid vatl het te Dantzig vergaderende Esperanto-congres, een receptie georganiseerd, waarop 150 per sonen waren verschenen. De heer Van Hamel hield een rede in het Duitsch, waarin hij als commissaris van den Volkenbond een beweging, welker doel overeenstemming tusschen de volken is, van harte welkom heette. DE NIEUWE DUITSCHE POSTTAIUEVEN. In Duitschland zijn de verhoogde post- tarieven in werking getreden. Zaterdag en Zondag echter maakten zoovelen nog van de oude tarieven gebruik, dat er hulpkrach ten noodig waren om de postzendingen weg te werken. Pas over zes weken zijn de nieuwe post zegels verkrijgbaar. EEN WARME ZONDAG. Evenals in ons land heeft ook in Duitsch land de afgeloopen Zondag een record ge slagen wat het aantal uitstapjesmakers be treft. Op de z,g. Berlijnsche Ringbahn werden 2Vk millioen passagiers vervoerd, die de hitte wilden ontvluchten. De badplaatsjes in de nabijheid der stad waren overvol. Helaas zijn tien personen bij het baden verdronken. ZAKKENROLLERS. Een Zweed, die een bezoek aan Berlijn bracht, werd op straat onverwachts aange sproken door een ouden bekende, die cenigszins beschonken scheen. De man greep zijn hand, omarmde hem en noemde hem zijn besten vriend. De Zweed bracht den vreemdeling echter aan het verstand, dat hij zich vergiste, waar op de man, na verontschuldigingen gesta meld te hebben, in de menigte verdween... met zijn buit want tijdens de omarming had hij zijn „vriend" handig portefeuile en horloge gerold. OVER DE BIOSCOOP. Het is een algemeen bekend feit, dat in de laatste 10 jaar de bioscoop-theaters ko lossaal talrijk zijn geworden. Op den 1 Ja nuari 1900 waren in Duitschland slechts 2 vaste theaters en wel een in Hamburg en een in Würzburg, terwijl in de millioenen- stad Berlijn af en toe rondreizende theaters hunne tenten opsloegen. Tien jaar later bezat Berlijn reeds 139 bioscoop-theaters, en in 33 van de groote steden in Duitsch land steeg het aantel vaste theaters in het tijdperk van i9001910 van 2 op 480. Ir, het jaar 1925 bevonden zich in het geheele rijk 3600 theaters met te zamen 'i.275.000 zitplaatsen. Van de rond 62.000.000 inwo ners in Duitschland bezoeken 3.500.000 per lag een bioscoop-theater. Zoo heeft b.v. Berlijn 317, München 50, Hamburg 49, Keu len 41, Leipzig 34, Breslau 28 en Dresden 28 bioscoop-theaters. Nog fantastischer zijn deze getallen in het land der onbegrensde mogelijkheden. Wanneer volgens de berekeningen der sta tistiek in Amerika elke 5 Amerikanen eiken dag een theater bezoekt, dan maakt dit op llOi millioen inwoners dagelijks 22 mil lioen bezoekers uit. Reeds in het jaar 1910 bezat New-York 450 filmtheaters met 150.000 zitplaatsen, Chicago 310 met 93.000 zitplaatsen, Philadelphia 160, St. Louis 142, Cleveland 75, Baltimore 83, San Francisco 68, Cincinatti 75 theaters. Heden heeft New-York alleen 700 gelegenheden met 300.000 zitplaatsen, terwijl in totaal in de Vereenigde Staten 1600 bioscoop-theaters met 8 millioen plaatsen zijn. Hoezeer de Amerikaan filmuitvoeringen als tot het gewone leven behoorend be schouwt, blijkt uit het feit, dat in de luxus- treinen zelfs gelegenheid bestaat filmop voeringen bij te wonen. Iets dergelijks be staat ook in Engeland. In'het jaar 1925 waren in Engeland 3600 theaters met 1.100.000 plaatsen; Londen alleen met zijne 7.500.000 inwoners heelt er 360. Voor eenigen tijd g deden werd zelfs over eene „bioscooppeat" gesproken, toen de filmtheaters als paddestoelen opschoten. Hierin meende men reeds te bemerken, dat bet hoogtepunt reeds was bereikt en spoe dig zoude afnemen. Deze profeten hebben echter met de ontwikkeling der kunst zelf geene rekening gehouden, alle maatregelen zooals strenge censuur, hooge belastingen, vlammende protesten e.a. hebben destijds verder schrijdende ontwikkeling niet kun nen inhouden. WONDERBAARLIJKE GENEZING. Onder heitigen regen had zich eene onaf zienbare massa geloovigen op het domplein van Wilna verzameld, om de kroning van het beeld der Moeder Gods bij te wonen Op het plechtige oogenblik der kroning stiet iemand den kreet „Matka Boska" (O, Moeder Gods) uit; het was een vreugde kreet van den tot dusver verlamden pel grim Nikolaus Zemaitis, die op eenmaal genezen, zonder krukken zich naar zijn huis terug kon begeven.- Een ander pelgrim Jan Pasiewicz werd te zelfder tijd van zijne blindheid genezen. DE RUBENSFEESTEN. TENTOONSTELLINGEN VAN HET WERK VAN RUBENS EN ZIJN TIJDGENOOTEN. Het programma van de Rubensfeesten is opgesteld derwijze dat aan alle eischen voldaan kon worden. Aan het groote pu bliek zal gelegenheid worden gegeven om het werk van den grooten Vlaamschen Meester beter te leeren kennen; aan de meer ontwikkelden zullen zeldzame kunst- genieteningen worden geboden. We spra ken reeds over de tentoonstelling over het intellectueele leven te Antwerpen in de eerste helft der zeventiende eeuw, inge- 'richt in het Museum Plantin, en die der bibliographic over den meester, in de ste delijke hoofdboekerij, Conscienceplein. Twee andere tentoonstellingen worden ingericht, de eene in de zalen der Acade mie voor Schoone-Kunsten, Venusstraat, de andere in het Koninklijk Kunstver bond, Arenbergstraat. De eerste is bestemd voor de massa in de allereerste plaats, al zal zij ook voor kunstkenners leerrijk zijn. Zij zal in foto en gravure het bijna volle dige werk van Rubens tconen, godsdien stige, historische en mythologische onder werpen, portretten en landschappen en een groot aantal teekeningen en schetsen, uit j ...jerz,amelinf? f°to's en grayuren, welke destijds door de Rubenscommissie en hoofd zakelijk door wijlen Max Rooses werd bij eengebracht en gedurende eenige jaren in de benedenzalen van het Museum voor Schoone Kunsten te zien was, merkwaardig geheel, dat moest worden opgeborgen om P i}? te maken in het Museum. Veel belangrijker echter is de tentoon stelling, welke wordt ingericht in de zalen van het Koninklijk Kunstverbond, Aren- bergstraat. Deze zal gewijd zijn aan de Antwerpsche Kunst der XVIIe eeuw. Een gansche zaal zal bevatten talrijke oorspron kelijke teekeningen van de groote meeste-s van dit tijdvak. Daartoe hebben beroemde kunstliefhebbers als de heeren Frits Lugt u n Poenigs (Haarlem) en profes sor M. Delacre (Gent) de schoonste stukken van hun verzameling en in bruikleen afge staan. Verschillende van deze teekeningen werden onlangs te Londen op de tentoon' stelling van Vlaamsche Kunst bewonderd. Daarbij werden gevoegd de schoonste tee keningen uit de verzamelingen van het Antwerpsche prentenkabinet (Museum Plantin Moretus), Rubens, van Dijck, Jor- daens, 1 eniers, jan Breughel, van Thulden, F, Snijders, Luc. van Uden, G, Neyts, B. Peeters, e.a. zullen er met prachtwerken vertegenwoordigd zijn. Een tweede zaal zal bevatten een zeer ruime keuze uit het werk van de Antwerp- SCi mj P„aa'snijders der XVIIe eeuw, die schilderijen en teekeningen van Rubens en zijn tijdgenooten op koper en op hout heb ben gegraveerd. Ook deze afdeeling zal voor alle ^kunstliefhebbe-s een ware open baring zijn en eens te meer aantoonen welke ongekende schatten in onze stede lijke collecties bewaard worden. Deze twee tentoonstellingen, welke zon der twijfel, de tweede vooral een zeer grooten bijval zullen hebben, worden in hun geheel ingericht door den heer A. J. J. Delen, adjunct-conservator van het Museum Plantin-Moretus, die er in slaagde de bovengenoemde verzamelaars te bewe gen hun kostbaar bezit aan de stad Ant werpen toe te vertrouwen. Voor de tentoonstelling van Antwerpsche Kunst in de XVIIe eeuw, heeft de heer Delen een beredeneerden en prachtig geïl lustreerd en catalogus opgesteld. Beide ten toonstellingen zullen open blijven tijdens de maanden Augustus en September. De vijf Rubenstentoonstellingen zullen in hun geheel kunnen bezichtigd worden van 14 tot 30 Augustus. I yrij bewerkt naar BULWER LYTiONS „What will he do with it", door JOS. P. H. HAMERS. En ik hoor Uw moeder over mij spreken tegen Ui „Daar staat weer een lange rede voering van Darrell in de krant. Hij zal wel piet om je treuren; dat Soort menschen denkt er alleen aan om hun eerzucht in de krant te bevredigen." En na eenige dagen vraagt lord Montfort U ten huwelijk en ge ant woord zuchtend „ik heb m'n woord gege- yen aan Guy Darrell," en uw moeder zegt tot mylord: „heb geduld en blijft ons nu en 'dan bezoeken." Van toen af begon uw moe der mij te belasteren. Ik zal hier niet her halen wat zij van me vertelde. Als ge mij jbemind hadt, dan zoudt ge mij meer lief 'gekregen hebben bij elke lastering. Ge hebt aan al die verhalen geloof geslagen, omdat het voor U een verlichting was er geloof aan te kunnen slaan. Het waren nog vier dagen vóór het einde van 't proefjaar. Ik lees de kranten. Er staan drie kolommen in over de laatste redevoering van Guy Dar rell in 't Parlement, nog een kolom over de eitwerking dier rede op het ministerie en daaronder twee kleine regels; „Een huwelijk in de groote wereld, de markies van Mont fort met Caroline Lundsay." Het was een alledaagsche afloop, mevrouw, van een al- ledaagschcn roman. In de vroolijke wereld gebeuren die dingen eiken dag! Jonge da mes hebben het voorrecht haar woord te geven aan den eenen en haar hand aan den anderen man. En nu vraagt ge mij mevrouw; „Is mijn misslag zóó onvergeefclijk?" „La dy Montfort, dat kan er naar zijn. Wat was mijn leven, eer ik het U toevertrouwde? Eenzaam, voor mij zelf van geringe waar de. Maar wat was dat leven voor anderen? Een leven van nuttige werkzaamheden, van ingespannen arbeid om een edel. doel te be reiken. Door in dat leven te verlammen, te vernietigen wat het voor anderen was, kan Uw misslag gevaarlijker zijn, dan uw enkele ontrouw aan mij. Durft ge nu nog vragen: „Kan ik niet weder de oude Caroline zijn?" „Ik vraag niets, neen niet eens vergiffe nis!' antwoordde de rampzalige vrouw. „Ik zou iets kunnen aanvoeren, om U te toonen, dat ge mij op één punt verkeerd beoordeelt, iets dat mijn misslag in een gunstiger licht zou stellen. Maar neen, laat het blijven zooals het is." In haar stem klonk zoo'n vlijmend ziele- leed, dat Darrell z'n oogen van haar af wendde, alsof hij vreesde, dat het gezicht van haren jammer zijn besluit zou doen wankelen. In somber zwijgen liepen ze naast elkaar voort, nu ver weg van het meer, terug on der dien knoestigen esdoorn, terug langs de met mos begroeide rots, terug langs de hol le boomstammen en over de afgevallen bla deren van boomen, die den storm der eeu wen hadden weerstaan. Er klonken geen zilveren fluittoonen meer door de lucht; de koude was doordringend geworden, ijZ waren het kleine park weldra door; de poort kwam in het gezicht en het rijtuig daar buiten. Toen stonden beiden onwillekeurig stil en zij werden plotseling doordrongen van het besef, Bat zij op het punt stonden van elkaar te scheiden om elkander in deze wereld misschien nooit weer te zien. „Lady Montfort", zei Darrell eindelijk. „Zij huiverde op het hooren van haar naam. „Ik heb U hard, zeer hard toegesproken; het was de laatste uitoefening van een recht, waarvan ik thans voor altijd afstand doe. Ik sprak tot haar die eenmaal Cau- line Lundsay was; ik heb eenige zachte woorden voor de weduwe van lord Mont fort. Hoe groot ook het leed moge zijn, dat ge mij hebt aangedaan, een leed, dat niet ongedaan gemaakt kan worden, zoo erken |k niettemin in uw karakter, hoedanigheden, die U voor hem, dien gij bemind en nooit bedrogen hebt, een even groote zegen zijn geweest, als ik eens gehoopt hadt dat ze voor mjj zouden worden." Zij schudde ongeduldig en treurig 't hoofd „Ik weet," hernam hij „dat uw ge drag onberispelijk is geweest in een onge lukkig huwelijk, Vergeet den ouden man, wiens gedachten op de naaste toekomst voor hem, het kerkhof, moesten gericht zijn.' Te Amsterdam heeft zich Maandagavond omstreeks zeven uur een bloedig drama in de voorkamer op de eerste verdieping van een perceel in de 2e Van Swindenstraat af gespeeld, terwijl de eerste ontdekking er van eenige minuten later gedaan werd op het politieposthuis Dapperplein, Daar kwam de bewoner van het zoo even aangeduide huis, een ongeveer 45-jarig man, binnenwag- gelen. Hij hield de hand aan de keel, welke sterke bloedde. Voor dat men hem onder steunen kon en voordat de ongelukkige één woord had kunnen zeggen, zeeg hij ineen. Er werd getracht den zieltogende met een snelverband te verbinden en even later verscheen een auto-brancard van den G. G. D., welke hem naar het O. L. Vrouwe- GasthuN vervoerde. Daar heeft hij, zonder een woord te hebben gezegd, omstreeks middernacht den geest gegeven. Het onderzoek, dat de politie instelde, wees aanvankelijk op zelfmoord. Bekend was, dat dc opperman een sterk drinker was geweest en dat zich thuis dikwijls onaan gename scènes hadden afgespeeld. Men vond naast het bed op den grond een scheermes en meende, dat de man, die dien avond weer sterk beschonken was geweest, de hand aan zich zelf geslagen had. Deze meening bleef heerschen, totdat andere bijzonderheden bekend werden, die mogelijk in een andere richting wijzen. Dit vond zijn oorzaak in een onderzoek dat werd ingesteld door den commissaris van het bureau Stadhouderskade, den heer H. J. dc Jong en inspecteur F. E, Bergsma, bij welk onderzoek de substituut-officier van justitie, mr. Overbosch en de rechJter- commissiaris aanwezig waren. Tal van getuigen werden gehoord en mo gelijk is het aan deze verklaringen te dan ken, dat de zaak in een ander licht ver scheen. Men stelde namelijk vast, dat de opperman zijn huisgenooten herhaaldelijk in zijn dronken buien had gekweld. Het gevolg hiervan is geweest, dat op Zondagmorgen 31 Juli de vrouw met drie kleine kinderen het huis ontvlucht is. De opperman, die, als hij werkte, een goede verdienste had, bleef met twee zoontjes thuis, namelijk een jon gen van 16 en een van 14 jaar. Deze kinderurn staan goed in de buurt bekend. De vader zette op dien Zondag en ook op den dag daaraan volgende, zijn geld in drank om Vermoedelijk 'ag hij Maandagavond om bij zevenen beschonken op bed. De kinderen waren op dat moment thuis. Wat er toen gebeurd is, valt niet met zekerheid vast te stellen. Aanwijzingen echter deden het ver moeden rijzen, dat hier wel eens geen spra ke van zelfmoord kon zijn. Het scheermes lag anders altijd in de keuken, nu werd het bebloed naast het bed, aan de zijde van het hoofdeinde, aangetroffen. Het bed vertoont evenwel niet die sporen van bloed, die men mag verwachten, als iemand zich den hals afsnijdt. In de kamer waren de sporen ern stiger. Daarentegen wijst niets op een vechtpar tij of worsteling en zijn op beide zoons geen bloedsporen te bespeuren. De buren hebben niets gemerkt. En toch heeft de politie aan leiding gevonden den 16-jarigen zoon in arrest te stellen, op grond van vermoeden, de misdaad gepleegd te hebben. Van veel belang wordt de richting der snede geacht, zulks in verband met de ligging van het mes. De jongen, die ten sterkste ontkent, is op het bureau Linnaeusgracht ingesloten. Ook wordt een onderzoek ingesteld door den deskundige, den heer Van Ledden Hulsebosch. Het lijk zal geschouwd worden door den patholoog-anatoom dr. Hammer. Dc knaap weder fn vrijheid gesteld. Nader wordt gemeld, dat de 16-jarige knaap later weder op vrije voeten is ge steld, aangezien niet voldoende termen aanwezig geacht werden hem in verzekerde bewaring te houden. Naar aanleiding van de door dr. Hammer verrichte sectie op het lijk moet, naar de „Tel." vcirnoemt, tevens het sterke' ver moeden gerezen zijn, dat men hier met een geval van zelfmoord te doen heeft. Op een nabij de „Oranje Nassau"-mijn ge legen open terrein te Heerlerheide, zijn door spelende kinderen 454 zilveren munt stukken gevonden ter grootte van een rijks daalder. Da munten waren van 17301790 geda teerd. Op den Delftweg onder Rijswijk heeft een zenuwachtige juffrouw een niet alle- daagsch en gecompliceerd verkeersonge val veroorzaakt, dat gelukkig nog zonder persoonlijke ongelukken is afgeloopen. De bewuste dame kwam op haar rijwiel uit Delft en was zoo benauwd voor een uit de richting Den Haag komende tram, dat zij zonder een verkeersteeken te geven den weg naar links overstak. Een achter haar rijdende auto reed haar toen aan. Het rij wiel werd totaal vernield. De schrikach tige- dame kwam er gelukkig zonder kleer scheuren af. Van den auto sprong door het krachtig remmen een achterband. Bovendien werd hij aan de achterzijde aangereden door een anderen auto, die niet tijdig had kunnen stoppen, waardoor de benzinetank van den eersten wagen werd ingedrukt en van den tweeden auto een der assen brak. Door het ongeval ontstond op den smallen Delftweg een belangrijke stagnatie in het verkeer. De politie moest geruimen tijd regelend optreden. Het slachtoffer is aan zijn verwondingen bezweken. Gisterenmiddag was op het Duitsche stoomschip „Menilla," dat ligplaats heeft aan de Eerste Coöperatieve Kunstmest- fabriek te Vlaardingen, de 36-jarige werk man Arie van der Wulp werkzaam. Uit het schip werden rollen z.g. papierhout gelost. Op èen gegeven oogenblik is een hijsch gekomen op den rug van Van der Wulp. Ernstig verwond is de man naar het zie» kenhuis vervoerd. Dadelijk na aankomst al daar is hij aan zijn kwetsuren bezweken. Rechtsingang tegen den gearresteerden varensgezel verleend. De vacantiekamer van de Haagsche Rechtbank heeft op vordering van den officier van Justitie, mr. Rijkens, rechts ingang verleend tegen den in het Huis van Bewaring ingesloten 40-jarigen varensgezel S., verdacht van den in Juli 1924 gepleeg- den moord op den heer Van der Stijl te 's-Gravenhage. De strafzaak tegen S. wordt behandeld volgens het oude Wetboek van Strafvorde ring. Een stoker ernstig mishandeld. Aan boord van een Letlandsch stoom schip, de Southerner uit Riga, welk schip gelegen is aan de Handelskade te Amster dam, achter de loods van de N. V. Gebroe ders Schreuer, is het gisteravond omstreeks zeven uur rauw toegegaan. De oorzaak was het ontslag van een kok, Letlandsch onder daan. Deze werd eenigen tijd geleden, toen het schip de Amsterdamsche haven binnen liep, ontslagen. Gisteravond kwam een Let landsch stoker weer aan boord echter in gezelschap van den bewusten ex-scheeps kok. Een tweede stoker, die nog aan boord was, moest het ontgelden aangezien deze man er voor werd aangezien, dat hij het ontslag van den kok in de hand had ge werkt. De stoker werd door zijn maat uit de machinekamer aangevallen en op zeer ern stige 'wijze mishandeld. Aan schoppen en slaan geen gebrek. Het slachtoffer bleek, toen de Geneeskundige Dienst aan boord kwam, verschillende inwendige kneuzingen en bloedingen te hebben. Ook had hij een snede over het hoofd. De man is naarhet Binnen-gasthuis over gebracht. Zijn toestand is vrij ernstig. De politie van het bureau Kattenburg arresteer de den stoker en den kok. De eerste wegens zware lichamelijke mishandeling, de ander ter zake medeplichtigheid aan het geval. Beiden zijn, na door den waarnemend chef, inspecteur Krenning gehoord te zijn, in ver zekerde bewaring gesteld. Op de nieuwe Maas ter hoogte van de Steenplaat, te Rotterdam, is het 5-jarig knaapje A. Sucks aan boord van het lichter- schip „Rubens", over boord geslagen en vr- dronken. Na een uur dreggen wrd het lijkje opgehaald. Op het Nederlandsche stoomschip „Maas land", dat in de haven van Keulen gemeerd lag, zijn tweehonderd zakken zwavel in in brand geraakt. Het vuur werd door de brandweer met behulp van brandblusch- apparaten bestreden en spoedig gebluscbt. Toch was de schade nog vrij aanzienlijk. Te Haduard is de werkman Sj. van d« Woude, werkzaam bij den heer Bolt, te Hoogemedum met paard en wagen in een sloot geraakt en verdronken. Een „fortuinlijke" rit. Een vrachtauto van de firma Claessen en Tulferen reed zoo vertelt „De Grond wet" geladen met biggen naar de vee markt te Breda. Gekomen ter hoogte van den Zegschen steenweg raakte het achterlaadbord van den wagen los en kwam op den weg te recht. Meteen echter schopf een big uit hat voertuig en kwam eveneens op de keten neer. Voorbijgangers riepen den chauffeur aan doch deze hoorde niets en reed door met .een vaartje van 40 K.M. Een honderd meter verder schokkerde weer een big van bet voertuig op de keien, op een zelfden afstand weer een en zoo voort. Vermoede lijk tot er geen big meer in het voertuig ge zeten zal hebben. Althans de wagen ver dween uit 't gezicht, terwijl de biggetjes verwonderd zaten te kijken waar ze nu In eens weer geland waren. „O, zwijg toch!" „Ik erken en betreur mijn onrechtvaardig inzicht ten opzichte van uw beweegredenen bij de bescherming welke gij verleend hebt aan ar.me meisje met wie Lionel in 't huwelijk wil treden. Ik dank U voor die be scherming, ofschoon ikmijn toestemming tot dit huwelijk blijf weigeren. Wat ook haar afkomst moge zijn, ik ver heug mij er over, dat zij veilig is voor de aanslagen van een ellendeling als Jasper Losely. Nog één woord. Wees gelukkig ik kan niet vergeten, maar wel vergeven. Vaarwel. Caroline barstte in tranen uit en toen zij op zag was Guy Darrell verdwenen in de dichte duisternis van een kreupelboschje en alleen het gedruis van de takken, die met hun verdorde bladeren naar achteren slin gerden verried den weg dien hij gegaan was. TWEEDE HOOFDSTUK. Voor den geest van Caroline Montfort scheen het verleden het tegenwoordige, de toekomst, alles, zich te vereenigen in wan- hooja. En toch, zij was niet zoo schuldig als Darrell dacht. Caroline s moeder, mevrouw Lundsay be hoorde tot die vrouwen, die een buitenge wonen invloed op hun kinderen uitoefenen. Zij was zeer lief voor haar dochter en be zat een groote vastheid van wil. Nooit ver loor zij haar zelfbedwang, noch liet zij ooit een eenmaal opgevat voornemen varen. Zij vrouw, met aanleg tot tering. Zij bezat veel was een tengere, naar het lichaam zwakke huis woonde. «mol veel N gezond verstand, en veel menschenkennis, maar was zelfzuchtig, wereldsch en gevoel loos voor het leed van anderen. Maar bij dit alles was zij in den omgang zóó aange- aangenaam, zóó zacht, zóo betooverend tiranniek, dat slechts zeer weinigen har waren aard doorschouwden. In één groot doel van haar leven was me vrouw Lundsay niet geslaagd. Toen Darrell, rijk geworden door de aanzienlijke baten die z'n advocatenpractijk opleverde en door de nalatenschap van z'n naamgenoot, in het Parlement gekomen was; toen hij daar had naam gemaakt, waardoor hem een schitterende staatkundige positie verze kerd scheen, kwam mevrouw Lundsay op de gedachte, om door een tweede huwelijk deelgenoot te worden van zijn eer en z'n rijkdom. Daar zij, tijdens het leven van mevrouw Darrell zoo lang in z'n huis gewoond had, was er tusschen haar en de familie Derrelj een gemeenzame verhouding ontstaan als tusschen bloedverwanten. Haar zachte, lieve manieren maakten Darrcll's kinderen aan haar gehecht, en, nadat mevrouw Darrell's dood het voor haar wenschelijk deed schijnen, dat zij naar een andere wo ning voor zich zelf omzag, vond mevrouw Lundsay in de genegenheid van Mathilde voor haar Caroline, een voorwendsel, om nog meer met Darrell in aanraking te ko men. Zij werd nog meer door hem in familie zaken geraadpleegd, dan toen zij nog in z'n Aan haar deelde Darrell het aanzoek mede dat de oude markiezin van Mont fort hem gedaan had voor een huwelijk tusschen haar jongen kleinzoon en zijn eenig overgebleven kind. Dit aanzoek der pairs vrouw was Darrell in 't eerst natuurlijk zeer aangenaam. Hij dacht er aan, dat zoo'n •huwelijk ook zijn vader veel genoegen, zou hebben gedaan. Maar mevrouw Lund say was er volstrekt niet mee ingenomen, want, als het grootste deel van Darrell's fortuin door dit huwelijk op zijn dochter werd vastgezet, dan zou Darrell zelf geen partij voor haar zelve meer zijn, die zij be geerde. Mevrouw Lundsay bezat onder haar vele stelregels ook deze, dat zij nooit kwaad sprak over iemand, dien zij wilde be- nadeelen. Zij sprak dus geen kwaad van den jongen markies tegen Darrell, maar zij prees hem zóó hoog, dat haar lof duidelijk overdreven bleek. Wanneer iemand den jongen pair kende, dan moest zij het wel zijn. Zij kwam dikwijls bij de oude markie zin; die zeer met haar lieve manieren was ingenomen. Tot heden had Darrell het jonge hoofd, dat op de schouders van den jongen markies rustte, slechts beschouwd als een net hoofd, dat er goed uitzag en te bechei- den was om z'n mond open te doen. Maar nu bekeek hij dat hoofd met aandacht, en toen hij bevond dat er niet veel verstand in zat, dat de jonge man een nul "was, had Guy Darrell den moed om zoo beleefd mogelijk het denkbeeld van de hand te wijzen, om de laatste van zijn stam op een stam t* enten, waarvan de kern zoo weinig deugde,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6