Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Wat zal hij er mee doen?
GEM. BUITENL. BERICHTEN,
GEMENGD NIEUWS.
Ï28
Een familie-drama in de
2e Van Swindenstraat
te Amsterdam.
Een mooie vondst.
De zenuwachtige juffrouw,
die heel wat stagnatie in
het verkeer bracht.
Onder een hijsch papierhout.
De moord van Juli 1924
te 's-Gravenhage.
Het ging om het ontslag
van een kok.
Een 5-jarig knaapje overboord
geslagen en verdronken.
Brand aan boord van
„de Maasland".
Met paard en wagen in de
sloot en verdronken.
Dat hadden de biggen
niet gedacht.
De VIcotconferentie.
De vlootconferentie zal nu definitie!
Donderdag in plenaire zitting bijeenkomen.
•Thans is vrijwel het algemeen oordeel, dat
deze zitting de laatste bemiddelingsactie
der Japansche delegatie zal zijn. Leidt zij
niet tot een resultaat en blijven de Ame
rikanen en Engelschen op hun standpunt
staan, dan is het waarschijnlijk, dat de con
ferentie Donderdag uiteen zal gaan, zelfs
indien er een compromis wordt gevonden.
Een artikel in de „Washington Post",
waarin verband gelegd wordt tusschen de
oorlogsschulden en het meeningsverschil op
de Vlootconferentie heeft een zekere be
roering te weeg gebracht. In het artikel
wordt gezegd dat Engeland onmiddellijk na
de onderteekening van de maritieme ont
wapening en het accoord aangaande de
schulden met den bouw van achttien krui
sers van 10.000 tons is begonnen.
Men weet niet of er verband bestaat
tusschen dit artikel en het bezoek van den
Britschen gezant aan Kellogg,
De Amerikaansche bladen voeren een
levendige polemiek ten aanzien van het
denkbeeld, dat Baldwin, die op het oogsn-
blik in Canada is, een persoonlijk onder
houd met president Coolidge zou hebben.
Dp „World" juicht dit denkbeeld toe;
andere bladen zeggen, dat Coolidge het af
keurt, omdat het als een beleediging voor
Japan zou kunnen uitgelegd worden.
Vernomen wordt dat in gezaghebbende
kringen een zeker pessimisme heerscht over
het lot van de voltallige zitting van de
vlootconferentie te Genève op 4 dezer. In
geval de conferentie zonder resultaten zou
uiteengaan, gelooft men dat het Engelsche
program van vlootaanbouw geen enkele
wijziging zou ondergaan.
De Japanners hebben hun taak van be
middelaars niet opgegeven. Na verscheidene
dagen van overweging zouden zij een ont
werp voor een voorloopig accoord hebben
uitgewerkt, dat zij aan de Amerikaansche
delegatie voorlegden. De besprekingen hier
over worden in het grootste geheim voort
gezet. Alleen wanneer heden de mogelijk
heid van overeenstemming zou blijken, zou
de Japansche delegatie haar reserve prijs
geven. Voor het oogenblik zou het nog
slechts een polsen betreffen.
President Coolidge heeft den Amerikaan-
gchen afgevaardigden ter vlootconferentie
te Genève opgedragen, al hun krachten in
te spannen om tot overeenstemming te ko
men. Indien zij hierin niet slagen, zal de
conferentie naar de meening van Coolid
ge „sine die" worden verdaagd. Men meent
te weten dat Coolidge van gevoelen is,
dat er geen enkele grond is voor het ge
rucht dat de conferentie tot den herfst of
een ander tijdstip zal worden verdaagd.
Het schijnt dat een poging wordt gedaan
om Donderdag tot overeenstemming te ge
raken, doch indien er geen overeenstem
ming wordt verkregen zullen de bijeenkom
sten een einde nemen.
Het Fransch-Duitscbe handelsverdrag.
De officieele mededeeling inzake het
spoedige sluiten van een Fransch-JDuitsch
handelsverdrag wordt besproken, als een
gebeurtenis, die zoowel in politiek als in
economisch opzicht van belang is, daar de
bedreiging van een tarievenoorlog de po
litiek van Locarno vernietigde. Daar de
Duitsche gedelegeerden zich ontoeschiete
lijk blijven betoonen voor talrijke artikelen
is het duidelijk, dat, om te komen tot een
akkoord, de Fransche minister Bokanowski
in aanmerkelijke concessies heeft moeten
toestemmen. Men hoopt, dat deze offers in
Duitschland zullen worden gewaardeerd en
dat een en ander zal bijdragen tot het kal-
meeren der gemoederen, verbitterd door de
polemiek rondom het Duitsche vernielings
werk in Frankrijk gedurende den oorlog.
Niettemin wordt Bokanowski aangevallen
uit binnenlandsch politiek oogpunt, daar hij
het in het parlement onmogelijk genoemd
heeft een. handelsverdrag te sluiten en een
tarievenoorlog te voorkomen zonder een
algemeene herziening van het tarief, aldus
druk oefenende op de afgevaardigden om
een succes te verkrijgen, terwijl hij thans
de mogelijkheid erkent de zaken te regelen
zonder den parlementairen arbeid te over
haasten.
Voor Sacco en Vanzetti.
Na afloop van de vergaderingen voor de
vrijlating van de in Amerika ter dood ver
oordeelde Italiaansche anarchisten Sacco en
iVanzetti, trachtten te Lyon betoogers een
optocht te houden. De politie moest her
haaldelijk met geweld tusschen beide
komen; eenige revolverschoten werden ge
lost. Verschillende agenten en betoogers
werden gewond. Zes personen werden in
hechtenis genomen.
Het I. V. V.-congres.
Het congres van het Internationaal Ver
bond van Vakvereenigingen is begonnen
met de bespreking van het verslag, dat
vaststelt dat de actie van het Verbond in
de drie afgeloopen jaren geen machtige
vooruitgang van de sociale en economische
positie van de arbeidersklasse markeert.
Het zegt verder, dat de toenemende ratio
nalisatie voor het oogenblik onzekerheid
van bestaan en gebrek aan arbeidsgelegen
heid voor millioenen arbeiders beteekent.
Het rapport verklaart dat het ledental der
vakvereenigingen van 16.530.000 in 1923
'gedaald is tot 13.500.000 in 1926. De terug
gang van het ledental was het sterkst in
Duitschland.
Ten congresse bracht verder Mertens
(België), gelijk gisteren Jouhaux. een pro
test uit tegen de rede van Purcell, den
voorzitter, die een lofrede hield op de Rus
sische revolutie. Mertens verklaarde dat
Purcell zeer wel wist, dat de leden van het
bestuur van het Verbond het niet met hem
eens waren, hefgeen hem nochtans nfet ver
hinderd had, zijn verklaringen af te leggen.
Mijnongeval.
Bij Glasgow zijn ten gevolge van een
mijnontploffing tien man bedolven. Na
zeven uur reddingsarbeid, werden twee
mannen dood en acht zwaar gewond aan
getroffen.
Socialistische betooging tegen het
oorlogsgevaar.
De sociaal-democratische partij heeft te
Beriijn een massabetootfing gehouden onder
de leuze: Tegen den oorlog en het oorlogs
gevaar; voor den vrede en het socialisme,
In de redevoeringen werd verklaard, dat
de krachten, die den oorlog van 1914 met
zijn ontzaglijke offers op hun geweten heb
ben, wederom aan het werk zijn om nieuwe
conflicten in het leven te roepen.
Nergens kwam het tot botsingen.
Een ér°ote brand.
BERLIJN, 2 Aug. In het dorp Liedosl-
heini bij Karlsruhe zijn 42 huizen tot den
grond toe afgebrand, doordat brand was
ontstaan als gevolg van het inslaan van den
bliksem.
De rheumatiek-besfrijding.
BERLIJN, 2 Aug. Het Duitsche Ge
nootschap voor Rheumatiekbestrijding heeft
heden haar eerste zitting gehouden in
chirurgische universiteitskliniek te Berlijn,
Voor het internationale comité voor rheu-
•matiek-onderzoek hebben de secretaris, Dr.
L van Breemen uit Amsterdam en de 'heer
1*ox London het woord gevoerd,
Na de onlusten te Weenen.
BERLIJN, 2 Aug. Naar de „Neue Freie
i resse meldt, is tot dusverre een straf
vervolging ingesteld tegen 200 personen,
die bij de plaats gehad hebbende onlusten
te Weenen betrokken zijn geewest.
De Weensche bladen berichten, dat de
Gezantenconferentie op instigatie van de
ïnlergeallieerde controlecommissie, waar
van nog eenige leden over zijn, aan de
Oostenrijksche regeering heeft medegedeeld
dat de nieuwe bewapeningsformatie moet
worden ontbonden.
Verder gaat het gerucht, dat in een ver
trouwelijke zitting van verschillende in-
dustrieele organisaties tot de instelling
van een burgerwacht van tienduizend
man is besloten. Voor de oprichtingskos
ten zouden de industrieele organisaties
zich garant hebben gesteld.
Aangaande de berichten over den stap
der groote mogendheden inzake de instel
ling van een geheime beschermingsmacht,
verneemt de „Neue Freie Presse": Het is
een feit dat de internationale controle
commissie zich tot de' bondskanselarij
heeft gewend met een vraag betreffende
deze bewapende macht,
In het bijzonder wenschte zij de vraa"
beantwoordt te zien of het bij de invnet
""g,.Y,an efn gemeentelijke wacht om een
tijdelijke of blijvende instelling gaat.
Bondskanselier Seipel zal een onderhoud
hierover hebben met den burgemeester van
Weenen en van het antwoord dat de kan
selier aan de militaire controlecommissie
stappen op grond van par. 123 van het
zal geven zal afhangen of er en welke
verdrag van St. Germain en van dp zijde
der commissie zullen worden gedaan.
Mussolini over den opstand
!n Weenen.
Mussolini zeide in verband met den op
stand in Weenen, dat de geruchten over
de houding van Italië zóó absurd en ten
dentieus waren, dat het zelfs niet noodig
was geweest ze tegen te spreken. De fascis
tische regeering had er nooit aan gedacht,
zich in de binnenlandsche zaken van Oos-
tenrijk te mengen. De Italiaansche gezant
te Weenen had geen enkelen stap gedaan,
doch aan de Oostenrijksche grens waren
troepen samengetrokken. De opstand te
Weenen had opnieuw "een discussie uit
gelokt over het probleem van het be-
s,taa" van Oostenrijk ah onafhankelijker
staat. Men moest de oude stellingen van
een Donau-confederatie en een vereeni-
ging met Duitschland begraven, omdat geen
dezer stellingen te vereenigen was met de
vredesverdragen. Italië had geen wijziging
m zijn houding gebracht, welke werd in
gegeven door overwegingen van algemce-
nen en bijzonderen aard.
.- Koning Feical op reis.
Volgens te Londen ontvangen berichten
heeft Feiïal, de koning van Irak, het voor
nemen een bezoek te brengen aan Euro-
pa, vergezeld van Jafar pasja, zijn minister
van Buitenlandsche Zaken. De koning zou
over een dag of veertien in Frankrijk aan
komen om er een kuur te doen. Hij. zou
van zijn bezoek aan Europa gebruik ma
ken om besprekingen te houden met de
Engelsche regeering over kwesties, waarbij
beide landen belang hebben, in het bijzon
der over die van de aansluiting van Irak
bij den Volkenbond.
De rijkdommen ran de
Doode Zee.
BERLIJN, 2 Aug. Naar gemeld wordt,
zal de Doode Zee in Palestina, welke voor
500 milliard mark chemische zouten bevat,
door de Palestijnsche regeering zelf worden
geëxploiteerd.
De Amerikaansche gezant te
Peking naar Washington
ontboden.
Kellogg, de minister van Buitenlandsche
Zaken, heeft Mac Murray, den gezant der
Washington te komen om deel te nemen
Wshington te komen om deel te nemen*
aan een conferentie over den toestand in
China.
De a.s. Presidentsverkiezing.
President Coolidge heeft verklaard: Ik
heb niet het voornemen, mij voor de pre
sidentsverkiezing van 1928 candidaat te
stellen.
Deze verklaring werd aan de pers ver
strekt zonder dat de president er een toe
lichting bij gaf
De ontploffing op de „Tokiwa"
Uit Tokio wordt gemeld, dat officieel is
vastgesteld, dat bij de mijnontploffing op de
„Tokiwa" 38 menschen gedood zijn, onder
wie vijf officieren, Er zijn veertig gewonden
De Burgeroorlog in Chinas
In opdracht van den Franschen gezant
te Peking heeft de gemeente-politie een
bezoek gebracht aan het Belasting-bureau
voor Tapijten seint de „Times"-correspon-
dent te Tientsin aan zijn blad. Aan de be-
lasting-amtenaren werd te kennen gegeven,
dat zij de concessie moeten verlaten; dit
bevel gold ook den Britschen adviseur
Galvin. Alle biljetten, die betrekking heb
ben op onwettige belasting werden ver
nietigd, Galvin is overgebracht naar de
Engelsche concessie en de Chineesche be
lastirtgontvangers naar Chineesch grond
gebied. De Fransche gezant had toe
gezegd, dat, indien noodig, de politie door
militairen gesteund zou worden.
Het optreden van den Franschen gezant
is gebaseerd op een gemeentelijke verorde
ning welke verbiedt belastingen in de
Fransche concessie te innen, waarvoor de
gemeenferaad geen machtiging heeft ge
geven of welke volgens de bestaande ver
dragen niet zijn toegelaten.
Het ingrijpen van den gezant wordt zoo
wel door de buitenlandsche als door de
Chineesche handelaren zeer toegejuicht.
Men verwacht niet, dat de gouverneur toch
nog zal trachten de belasting te innen,
maar ongetwijfeld zal hij zich bepalen tot
het indienen van een protest tegen wat hij
schending van de Chineesche souvereini-
teit zal noemen.
De Britsche kolonie te Tientsin ziet in
dit optreden van den Franschen gezant een
sterk argument tegen elke uitbreiding van
het Chineesche gezag in de Britsche con
cessie en dringt reeds aan op de opheffing
der onwettige belastingheffing te Sjanghai
en elders.
HET KAMERLID CHAVAGNES
VEROORDEELD.
Na een bewogen proces, afgewisseld oi
veeleer cpgevroolijkt met tal van inciden-
ten, is Zaterdag het vonnis gevallen in het
geding tegen het kamerlid Chavagnes, afge
vaardigde voor het departement Loir-et-
Cher.
De heer Chavagnes had den 20en Februari
om kwart voor vieren 's middags in de na-
oijheid van Flcury een boerenwagen aange
reden. De bestuurder, Hahusseau. was van
den wagen gevallen en aan de gevolgen
overleden.
Het kamerlid had na het ongeluk zijn
slachtoffer niet geholpen, maar was haastig
doorgereden. Het nummer van zijtn auto was
echter door getuigen genoteerd.
Voortdurend is de heer Chavagnes blijven
ontkennen. Zelfs verklaarde hij op den be-
wusten dag in het geheel niet in Fleury te
zijn geweest. Doch er waren tal van bewij
zen, die op de schuld wezen, en toen het
geheele parket zich naar Fleury had bege
ven, om het gebeurde te reconslrueeren,
bleek, dat de deuken in den auto van Cha
vagnes juist in de beschadigingen van den
boerenwagen pasten.
De bekende advocaat Moro-Giafferi ver
dedigde Chavagnes. Volgens den advocaat
had het proces een politiek tintje, omdat
het door Chavagnes' politieke tegenstan
ders op touw zou vzijn gezet.
De welsprekendheid van den pleiter ver
mocht echter niet te beletten, dat zijn ciënt
onvoorwaardelijk tot drie maanden gevan
genisstraf, 200 francs boete en 10.000 francs
schadevergoeding werd veroordeeld.
HET ESPERANTO-CONGRES.
Prof. Van Hamel, de Volkenbondscom
missaris, heeft ter gelegenheid vatl het te
Dantzig vergaderende Esperanto-congres,
een receptie georganiseerd, waarop 150 per
sonen waren verschenen.
De heer Van Hamel hield een rede in het
Duitsch, waarin hij als commissaris van den
Volkenbond een beweging, welker doel
overeenstemming tusschen de volken is,
van harte welkom heette.
DE NIEUWE DUITSCHE POSTTAIUEVEN.
In Duitschland zijn de verhoogde post-
tarieven in werking getreden. Zaterdag en
Zondag echter maakten zoovelen nog van
de oude tarieven gebruik, dat er hulpkrach
ten noodig waren om de postzendingen weg
te werken.
Pas over zes weken zijn de nieuwe post
zegels verkrijgbaar.
EEN WARME ZONDAG.
Evenals in ons land heeft ook in Duitsch
land de afgeloopen Zondag een record ge
slagen wat het aantal uitstapjesmakers be
treft.
Op de z,g. Berlijnsche Ringbahn werden
2Vk millioen passagiers vervoerd, die de
hitte wilden ontvluchten.
De badplaatsjes in de nabijheid der stad
waren overvol. Helaas zijn tien personen bij
het baden verdronken.
ZAKKENROLLERS.
Een Zweed, die een bezoek aan Berlijn
bracht, werd op straat onverwachts aange
sproken door een ouden bekende, die
cenigszins beschonken scheen. De man
greep zijn hand, omarmde hem en noemde
hem zijn besten vriend.
De Zweed bracht den vreemdeling echter
aan het verstand, dat hij zich vergiste, waar
op de man, na verontschuldigingen gesta
meld te hebben, in de menigte verdween...
met zijn buit want tijdens de omarming
had hij zijn „vriend" handig portefeuile en
horloge gerold.
OVER DE BIOSCOOP.
Het is een algemeen bekend feit, dat in
de laatste 10 jaar de bioscoop-theaters ko
lossaal talrijk zijn geworden. Op den 1 Ja
nuari 1900 waren in Duitschland slechts 2
vaste theaters en wel een in Hamburg en
een in Würzburg, terwijl in de millioenen-
stad Berlijn af en toe rondreizende theaters
hunne tenten opsloegen. Tien jaar later
bezat Berlijn reeds 139 bioscoop-theaters,
en in 33 van de groote steden in Duitsch
land steeg het aantel vaste theaters in het
tijdperk van i9001910 van 2 op 480. Ir,
het jaar 1925 bevonden zich in het geheele
rijk 3600 theaters met te zamen 'i.275.000
zitplaatsen. Van de rond 62.000.000 inwo
ners in Duitschland bezoeken 3.500.000 per
lag een bioscoop-theater. Zoo heeft b.v.
Berlijn 317, München 50, Hamburg 49, Keu
len 41, Leipzig 34, Breslau 28 en Dresden
28 bioscoop-theaters.
Nog fantastischer zijn deze getallen in
het land der onbegrensde mogelijkheden.
Wanneer volgens de berekeningen der sta
tistiek in Amerika elke 5 Amerikanen eiken
dag een theater bezoekt, dan maakt dit
op llOi millioen inwoners dagelijks 22 mil
lioen bezoekers uit. Reeds in het jaar 1910
bezat New-York 450 filmtheaters met
150.000 zitplaatsen, Chicago 310 met 93.000
zitplaatsen, Philadelphia 160, St. Louis 142,
Cleveland 75, Baltimore 83, San Francisco
68, Cincinatti 75 theaters. Heden heeft
New-York alleen 700 gelegenheden met
300.000 zitplaatsen, terwijl in totaal in de
Vereenigde Staten 1600 bioscoop-theaters
met 8 millioen plaatsen zijn.
Hoezeer de Amerikaan filmuitvoeringen
als tot het gewone leven behoorend be
schouwt, blijkt uit het feit, dat in de luxus-
treinen zelfs gelegenheid bestaat filmop
voeringen bij te wonen. Iets dergelijks be
staat ook in Engeland.
In'het jaar 1925 waren in Engeland 3600
theaters met 1.100.000 plaatsen; Londen
alleen met zijne 7.500.000 inwoners heelt
er 360.
Voor eenigen tijd g deden werd zelfs over
eene „bioscooppeat" gesproken, toen de
filmtheaters als paddestoelen opschoten.
Hierin meende men reeds te bemerken, dat
bet hoogtepunt reeds was bereikt en spoe
dig zoude afnemen. Deze profeten hebben
echter met de ontwikkeling der kunst zelf
geene rekening gehouden, alle maatregelen
zooals strenge censuur, hooge belastingen,
vlammende protesten e.a. hebben destijds
verder schrijdende ontwikkeling niet kun
nen inhouden.
WONDERBAARLIJKE GENEZING.
Onder heitigen regen had zich eene onaf
zienbare massa geloovigen op het domplein
van Wilna verzameld, om de kroning van
het beeld der Moeder Gods bij te wonen
Op het plechtige oogenblik der kroning
stiet iemand den kreet „Matka Boska" (O,
Moeder Gods) uit; het was een vreugde
kreet van den tot dusver verlamden pel
grim Nikolaus Zemaitis, die op eenmaal
genezen, zonder krukken zich naar zijn huis
terug kon begeven.- Een ander pelgrim Jan
Pasiewicz werd te zelfder tijd van zijne
blindheid genezen.
DE RUBENSFEESTEN.
TENTOONSTELLINGEN VAN HET WERK
VAN RUBENS EN ZIJN TIJDGENOOTEN.
Het programma van de Rubensfeesten is
opgesteld derwijze dat aan alle eischen
voldaan kon worden. Aan het groote pu
bliek zal gelegenheid worden gegeven om
het werk van den grooten Vlaamschen
Meester beter te leeren kennen; aan de
meer ontwikkelden zullen zeldzame kunst-
genieteningen worden geboden. We spra
ken reeds over de tentoonstelling over het
intellectueele leven te Antwerpen in de
eerste helft der zeventiende eeuw, inge-
'richt in het Museum Plantin, en die der
bibliographic over den meester, in de ste
delijke hoofdboekerij, Conscienceplein.
Twee andere tentoonstellingen worden
ingericht, de eene in de zalen der Acade
mie voor Schoone-Kunsten, Venusstraat,
de andere in het Koninklijk Kunstver
bond, Arenbergstraat. De eerste is bestemd
voor de massa in de allereerste plaats, al
zal zij ook voor kunstkenners leerrijk zijn.
Zij zal in foto en gravure het bijna volle
dige werk van Rubens tconen, godsdien
stige, historische en mythologische onder
werpen, portretten en landschappen en een
groot aantal teekeningen en schetsen, uit
j ...jerz,amelinf? f°to's en grayuren, welke
destijds door de Rubenscommissie en hoofd
zakelijk door wijlen Max Rooses werd bij
eengebracht en gedurende eenige jaren in
de benedenzalen van het Museum voor
Schoone Kunsten te zien was, merkwaardig
geheel, dat moest worden opgeborgen om
P i}? te maken in het Museum.
Veel belangrijker echter is de tentoon
stelling, welke wordt ingericht in de zalen
van het Koninklijk Kunstverbond, Aren-
bergstraat. Deze zal gewijd zijn aan de
Antwerpsche Kunst der XVIIe eeuw. Een
gansche zaal zal bevatten talrijke oorspron
kelijke teekeningen van de groote meeste-s
van dit tijdvak. Daartoe hebben beroemde
kunstliefhebbers als de heeren Frits Lugt
u n Poenigs (Haarlem) en profes
sor M. Delacre (Gent) de schoonste stukken
van hun verzameling en in bruikleen afge
staan. Verschillende van deze teekeningen
werden onlangs te Londen op de tentoon'
stelling van Vlaamsche Kunst bewonderd.
Daarbij werden gevoegd de schoonste tee
keningen uit de verzamelingen van het
Antwerpsche prentenkabinet (Museum
Plantin Moretus), Rubens, van Dijck, Jor-
daens, 1 eniers, jan Breughel, van Thulden,
F, Snijders, Luc. van Uden, G, Neyts, B.
Peeters, e.a. zullen er met prachtwerken
vertegenwoordigd zijn.
Een tweede zaal zal bevatten een zeer
ruime keuze uit het werk van de Antwerp-
SCi mj P„aa'snijders der XVIIe eeuw, die
schilderijen en teekeningen van Rubens en
zijn tijdgenooten op koper en op hout heb
ben gegraveerd. Ook deze afdeeling zal
voor alle ^kunstliefhebbe-s een ware open
baring zijn en eens te meer aantoonen
welke ongekende schatten in onze stede
lijke collecties bewaard worden.
Deze twee tentoonstellingen, welke zon
der twijfel, de tweede vooral een
zeer grooten bijval zullen hebben, worden
in hun geheel ingericht door den heer A.
J. J. Delen, adjunct-conservator van het
Museum Plantin-Moretus, die er in slaagde
de bovengenoemde verzamelaars te bewe
gen hun kostbaar bezit aan de stad Ant
werpen toe te vertrouwen.
Voor de tentoonstelling van Antwerpsche
Kunst in de XVIIe eeuw, heeft de heer
Delen een beredeneerden en prachtig geïl
lustreerd en catalogus opgesteld. Beide ten
toonstellingen zullen open blijven tijdens
de maanden Augustus en September. De
vijf Rubenstentoonstellingen zullen in hun
geheel kunnen bezichtigd worden van 14
tot 30 Augustus.
I yrij bewerkt naar BULWER LYTiONS
„What will he do with it",
door JOS. P. H. HAMERS.
En ik hoor Uw moeder over mij spreken
tegen Ui „Daar staat weer een lange rede
voering van Darrell in de krant. Hij zal wel
piet om je treuren; dat Soort menschen denkt
er alleen aan om hun eerzucht in de krant
te bevredigen." En na eenige dagen vraagt
lord Montfort U ten huwelijk en ge ant
woord zuchtend „ik heb m'n woord gege-
yen aan Guy Darrell," en uw moeder zegt
tot mylord: „heb geduld en blijft ons nu en
'dan bezoeken." Van toen af begon uw moe
der mij te belasteren. Ik zal hier niet her
halen wat zij van me vertelde. Als ge mij
jbemind hadt, dan zoudt ge mij meer lief
'gekregen hebben bij elke lastering. Ge
hebt aan al die verhalen geloof geslagen,
omdat het voor U een verlichting was er
geloof aan te kunnen slaan. Het waren nog
vier dagen vóór het einde van 't proefjaar.
Ik lees de kranten. Er staan drie kolommen
in over de laatste redevoering van Guy Dar
rell in 't Parlement, nog een kolom over de
eitwerking dier rede op het ministerie en
daaronder twee kleine regels; „Een huwelijk
in de groote wereld, de markies van Mont
fort met Caroline Lundsay." Het was een
alledaagsche afloop, mevrouw, van een al-
ledaagschcn roman. In de vroolijke wereld
gebeuren die dingen eiken dag! Jonge da
mes hebben het voorrecht haar woord te
geven aan den eenen en haar hand aan den
anderen man. En nu vraagt ge mij mevrouw;
„Is mijn misslag zóó onvergeefclijk?" „La
dy Montfort, dat kan er naar zijn. Wat was
mijn leven, eer ik het U toevertrouwde?
Eenzaam, voor mij zelf van geringe waar
de. Maar wat was dat leven voor anderen?
Een leven van nuttige werkzaamheden, van
ingespannen arbeid om een edel. doel te be
reiken. Door in dat leven te verlammen, te
vernietigen wat het voor anderen was, kan
Uw misslag gevaarlijker zijn, dan uw enkele
ontrouw aan mij. Durft ge nu nog vragen:
„Kan ik niet weder de oude Caroline zijn?"
„Ik vraag niets, neen niet eens vergiffe
nis!' antwoordde de rampzalige vrouw.
„Ik zou iets kunnen aanvoeren, om U te
toonen, dat ge mij op één punt verkeerd
beoordeelt, iets dat mijn misslag in een
gunstiger licht zou stellen. Maar neen, laat
het blijven zooals het is."
In haar stem klonk zoo'n vlijmend ziele-
leed, dat Darrell z'n oogen van haar af
wendde, alsof hij vreesde, dat het gezicht
van haren jammer zijn besluit zou doen
wankelen.
In somber zwijgen liepen ze naast elkaar
voort, nu ver weg van het meer, terug on
der dien knoestigen esdoorn, terug langs de
met mos begroeide rots, terug langs de hol
le boomstammen en over de afgevallen bla
deren van boomen, die den storm der eeu
wen hadden weerstaan.
Er klonken geen zilveren fluittoonen meer
door de lucht; de koude was doordringend
geworden, ijZ waren het kleine park weldra
door; de poort kwam in het gezicht en het
rijtuig daar buiten. Toen stonden beiden
onwillekeurig stil en zij werden plotseling
doordrongen van het besef, Bat zij op het
punt stonden van elkaar te scheiden om
elkander in deze wereld misschien nooit
weer te zien.
„Lady Montfort", zei Darrell eindelijk.
„Zij huiverde op het hooren van haar
naam.
„Ik heb U hard, zeer hard toegesproken;
het was de laatste uitoefening van een
recht, waarvan ik thans voor altijd afstand
doe. Ik sprak tot haar die eenmaal Cau-
line Lundsay was; ik heb eenige zachte
woorden voor de weduwe van lord Mont
fort. Hoe groot ook het leed moge zijn, dat
ge mij hebt aangedaan, een leed, dat niet
ongedaan gemaakt kan worden, zoo erken
|k niettemin in uw karakter, hoedanigheden,
die U voor hem, dien gij bemind en nooit
bedrogen hebt, een even groote zegen zijn
geweest, als ik eens gehoopt hadt dat ze
voor mjj zouden worden."
Zij schudde ongeduldig en treurig 't hoofd
„Ik weet," hernam hij „dat uw ge
drag onberispelijk is geweest in een onge
lukkig huwelijk, Vergeet den ouden man,
wiens gedachten op de naaste toekomst
voor hem, het kerkhof, moesten gericht zijn.'
Te Amsterdam heeft zich Maandagavond
omstreeks zeven uur een bloedig drama in
de voorkamer op de eerste verdieping van
een perceel in de 2e Van Swindenstraat af
gespeeld, terwijl de eerste ontdekking er
van eenige minuten later gedaan werd op
het politieposthuis Dapperplein, Daar kwam
de bewoner van het zoo even aangeduide
huis, een ongeveer 45-jarig man, binnenwag-
gelen. Hij hield de hand aan de keel, welke
sterke bloedde. Voor dat men hem onder
steunen kon en voordat de ongelukkige één
woord had kunnen zeggen, zeeg hij ineen.
Er werd getracht den zieltogende met een
snelverband te verbinden en even later
verscheen een auto-brancard van den
G. G. D., welke hem naar het O. L. Vrouwe-
GasthuN vervoerde. Daar heeft hij, zonder
een woord te hebben gezegd, omstreeks
middernacht den geest gegeven.
Het onderzoek, dat de politie instelde,
wees aanvankelijk op zelfmoord. Bekend
was, dat dc opperman een sterk drinker was
geweest en dat zich thuis dikwijls onaan
gename scènes hadden afgespeeld. Men
vond naast het bed op den grond een
scheermes en meende, dat de man, die dien
avond weer sterk beschonken was geweest,
de hand aan zich zelf geslagen had.
Deze meening bleef heerschen, totdat
andere bijzonderheden bekend werden, die
mogelijk in een andere richting wijzen.
Dit vond zijn oorzaak in een onderzoek
dat werd ingesteld door den commissaris
van het bureau Stadhouderskade, den heer
H. J. dc Jong en inspecteur F. E, Bergsma,
bij welk onderzoek de substituut-officier
van justitie, mr. Overbosch en de rechJter-
commissiaris aanwezig waren.
Tal van getuigen werden gehoord en mo
gelijk is het aan deze verklaringen te dan
ken, dat de zaak in een ander licht ver
scheen. Men stelde namelijk vast, dat de
opperman zijn huisgenooten herhaaldelijk in
zijn dronken buien had gekweld. Het gevolg
hiervan is geweest, dat op Zondagmorgen
31 Juli de vrouw met drie kleine kinderen
het huis ontvlucht is. De opperman, die, als
hij werkte, een goede verdienste had, bleef
met twee zoontjes thuis, namelijk een jon
gen van 16 en een van 14 jaar. Deze kinderurn
staan goed in de buurt bekend. De vader
zette op dien Zondag en ook op den dag
daaraan volgende, zijn geld in drank om
Vermoedelijk 'ag hij Maandagavond om bij
zevenen beschonken op bed. De kinderen
waren op dat moment thuis. Wat er toen
gebeurd is, valt niet met zekerheid vast te
stellen. Aanwijzingen echter deden het ver
moeden rijzen, dat hier wel eens geen spra
ke van zelfmoord kon zijn. Het scheermes
lag anders altijd in de keuken, nu werd het
bebloed naast het bed, aan de zijde van het
hoofdeinde, aangetroffen. Het bed vertoont
evenwel niet die sporen van bloed, die men
mag verwachten, als iemand zich den hals
afsnijdt. In de kamer waren de sporen ern
stiger.
Daarentegen wijst niets op een vechtpar
tij of worsteling en zijn op beide zoons geen
bloedsporen te bespeuren. De buren hebben
niets gemerkt. En toch heeft de politie aan
leiding gevonden den 16-jarigen zoon in
arrest te stellen, op grond van vermoeden,
de misdaad gepleegd te hebben. Van veel
belang wordt de richting der snede geacht,
zulks in verband met de ligging van het mes.
De jongen, die ten sterkste ontkent, is op
het bureau Linnaeusgracht ingesloten.
Ook wordt een onderzoek ingesteld door
den deskundige, den heer Van Ledden
Hulsebosch. Het lijk zal geschouwd worden
door den patholoog-anatoom dr. Hammer.
Dc knaap weder fn vrijheid gesteld.
Nader wordt gemeld, dat de 16-jarige
knaap later weder op vrije voeten is ge
steld, aangezien niet voldoende termen
aanwezig geacht werden hem in verzekerde
bewaring te houden.
Naar aanleiding van de door dr. Hammer
verrichte sectie op het lijk moet, naar de
„Tel." vcirnoemt, tevens het sterke' ver
moeden gerezen zijn, dat men hier met een
geval van zelfmoord te doen heeft.
Op een nabij de „Oranje Nassau"-mijn ge
legen open terrein te Heerlerheide, zijn
door spelende kinderen 454 zilveren munt
stukken gevonden ter grootte van een rijks
daalder.
Da munten waren van 17301790 geda
teerd.
Op den Delftweg onder Rijswijk heeft
een zenuwachtige juffrouw een niet alle-
daagsch en gecompliceerd verkeersonge
val veroorzaakt, dat gelukkig nog zonder
persoonlijke ongelukken is afgeloopen. De
bewuste dame kwam op haar rijwiel uit
Delft en was zoo benauwd voor een uit de
richting Den Haag komende tram, dat zij
zonder een verkeersteeken te geven den
weg naar links overstak. Een achter haar
rijdende auto reed haar toen aan. Het rij
wiel werd totaal vernield. De schrikach
tige- dame kwam er gelukkig zonder kleer
scheuren af. Van den auto sprong door het
krachtig remmen een achterband. Bovendien
werd hij aan de achterzijde aangereden
door een anderen auto, die niet tijdig had
kunnen stoppen, waardoor de benzinetank
van den eersten wagen werd ingedrukt en
van den tweeden auto een der assen brak.
Door het ongeval ontstond op den smallen
Delftweg een belangrijke stagnatie in het
verkeer. De politie moest geruimen tijd
regelend optreden.
Het slachtoffer is aan zijn verwondingen
bezweken.
Gisterenmiddag was op het Duitsche
stoomschip „Menilla," dat ligplaats heeft
aan de Eerste Coöperatieve Kunstmest-
fabriek te Vlaardingen, de 36-jarige werk
man Arie van der Wulp werkzaam. Uit het
schip werden rollen z.g. papierhout gelost.
Op èen gegeven oogenblik is een hijsch
gekomen op den rug van Van der Wulp.
Ernstig verwond is de man naar het zie»
kenhuis vervoerd. Dadelijk na aankomst al
daar is hij aan zijn kwetsuren bezweken.
Rechtsingang tegen den gearresteerden
varensgezel verleend.
De vacantiekamer van de Haagsche
Rechtbank heeft op vordering van den
officier van Justitie, mr. Rijkens, rechts
ingang verleend tegen den in het Huis van
Bewaring ingesloten 40-jarigen varensgezel
S., verdacht van den in Juli 1924 gepleeg-
den moord op den heer Van der Stijl te
's-Gravenhage.
De strafzaak tegen S. wordt behandeld
volgens het oude Wetboek van Strafvorde
ring.
Een stoker ernstig mishandeld.
Aan boord van een Letlandsch stoom
schip, de Southerner uit Riga, welk schip
gelegen is aan de Handelskade te Amster
dam, achter de loods van de N. V. Gebroe
ders Schreuer, is het gisteravond omstreeks
zeven uur rauw toegegaan. De oorzaak was
het ontslag van een kok, Letlandsch onder
daan. Deze werd eenigen tijd geleden, toen
het schip de Amsterdamsche haven binnen
liep, ontslagen. Gisteravond kwam een Let
landsch stoker weer aan boord echter in
gezelschap van den bewusten ex-scheeps
kok. Een tweede stoker, die nog aan boord
was, moest het ontgelden aangezien deze
man er voor werd aangezien, dat hij het
ontslag van den kok in de hand had ge
werkt.
De stoker werd door zijn maat uit de
machinekamer aangevallen en op zeer ern
stige 'wijze mishandeld. Aan schoppen en
slaan geen gebrek. Het slachtoffer bleek,
toen de Geneeskundige Dienst aan boord
kwam, verschillende inwendige kneuzingen
en bloedingen te hebben. Ook had hij een
snede over het hoofd.
De man is naarhet Binnen-gasthuis over
gebracht. Zijn toestand is vrij ernstig. De
politie van het bureau Kattenburg arresteer
de den stoker en den kok. De eerste wegens
zware lichamelijke mishandeling, de ander
ter zake medeplichtigheid aan het geval.
Beiden zijn, na door den waarnemend chef,
inspecteur Krenning gehoord te zijn, in ver
zekerde bewaring gesteld.
Op de nieuwe Maas ter hoogte van de
Steenplaat, te Rotterdam, is het 5-jarig
knaapje A. Sucks aan boord van het lichter-
schip „Rubens", over boord geslagen en vr-
dronken. Na een uur dreggen wrd het lijkje
opgehaald.
Op het Nederlandsche stoomschip „Maas
land", dat in de haven van Keulen gemeerd
lag, zijn tweehonderd zakken zwavel in
in brand geraakt. Het vuur werd door de
brandweer met behulp van brandblusch-
apparaten bestreden en spoedig gebluscbt.
Toch was de schade nog vrij aanzienlijk.
Te Haduard is de werkman Sj. van d«
Woude, werkzaam bij den heer Bolt, te
Hoogemedum met paard en wagen in een
sloot geraakt en verdronken.
Een „fortuinlijke" rit.
Een vrachtauto van de firma Claessen en
Tulferen reed zoo vertelt „De Grond
wet" geladen met biggen naar de vee
markt te Breda.
Gekomen ter hoogte van den Zegschen
steenweg raakte het achterlaadbord van
den wagen los en kwam op den weg te
recht. Meteen echter schopf een big uit hat
voertuig en kwam eveneens op de keten
neer. Voorbijgangers riepen den chauffeur
aan doch deze hoorde niets en reed door
met .een vaartje van 40 K.M. Een honderd
meter verder schokkerde weer een big van
bet voertuig op de keien, op een zelfden
afstand weer een en zoo voort. Vermoede
lijk tot er geen big meer in het voertuig ge
zeten zal hebben. Althans de wagen ver
dween uit 't gezicht, terwijl de biggetjes
verwonderd zaten te kijken waar ze nu In
eens weer geland waren.
„O, zwijg toch!"
„Ik erken en betreur mijn onrechtvaardig
inzicht ten opzichte van uw beweegredenen
bij de bescherming welke gij verleend hebt
aan ar.me meisje met wie Lionel in 't
huwelijk wil treden. Ik dank U voor die be
scherming, ofschoon ikmijn toestemming
tot dit huwelijk blijf weigeren.
Wat ook haar afkomst moge zijn, ik ver
heug mij er over, dat zij veilig is voor de
aanslagen van een ellendeling als Jasper
Losely. Nog één woord. Wees gelukkig ik
kan niet vergeten, maar wel vergeven.
Vaarwel.
Caroline barstte in tranen uit en toen zij
op zag was Guy Darrell verdwenen in de
dichte duisternis van een kreupelboschje en
alleen het gedruis van de takken, die met
hun verdorde bladeren naar achteren slin
gerden verried den weg dien hij gegaan was.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Voor den geest van Caroline Montfort
scheen het verleden het tegenwoordige, de
toekomst, alles, zich te vereenigen in wan-
hooja. En toch, zij was niet zoo schuldig
als Darrell dacht.
Caroline s moeder, mevrouw Lundsay be
hoorde tot die vrouwen, die een buitenge
wonen invloed op hun kinderen uitoefenen.
Zij was zeer lief voor haar dochter en be
zat een groote vastheid van wil. Nooit ver
loor zij haar zelfbedwang, noch liet zij ooit
een eenmaal opgevat voornemen varen. Zij
vrouw, met aanleg tot tering. Zij bezat veel
was een tengere, naar het lichaam zwakke huis woonde.
«mol veel
N gezond verstand, en veel menschenkennis,
maar was zelfzuchtig, wereldsch en gevoel
loos voor het leed van anderen. Maar bij
dit alles was zij in den omgang zóó aange-
aangenaam, zóó zacht, zóo betooverend
tiranniek, dat slechts zeer weinigen har
waren aard doorschouwden.
In één groot doel van haar leven was me
vrouw Lundsay niet geslaagd. Toen Darrell,
rijk geworden door de aanzienlijke baten
die z'n advocatenpractijk opleverde en
door de nalatenschap van z'n naamgenoot,
in het Parlement gekomen was; toen hij daar
had naam gemaakt, waardoor hem een
schitterende staatkundige positie verze
kerd scheen, kwam mevrouw Lundsay op
de gedachte, om door een tweede huwelijk
deelgenoot te worden van zijn eer en z'n
rijkdom.
Daar zij, tijdens het leven van mevrouw
Darrell zoo lang in z'n huis gewoond had,
was er tusschen haar en de familie Derrelj
een gemeenzame verhouding ontstaan als
tusschen bloedverwanten. Haar zachte,
lieve manieren maakten Darrcll's kinderen
aan haar gehecht, en, nadat mevrouw
Darrell's dood het voor haar wenschelijk
deed schijnen, dat zij naar een andere wo
ning voor zich zelf omzag, vond mevrouw
Lundsay in de genegenheid van Mathilde
voor haar Caroline, een voorwendsel, om
nog meer met Darrell in aanraking te ko
men. Zij werd nog meer door hem in familie
zaken geraadpleegd, dan toen zij nog in z'n
Aan haar deelde Darrell het aanzoek
mede dat de oude markiezin van Mont
fort hem gedaan had voor een huwelijk
tusschen haar jongen kleinzoon en zijn eenig
overgebleven kind. Dit aanzoek der pairs
vrouw was Darrell in 't eerst natuurlijk
zeer aangenaam. Hij dacht er aan, dat zoo'n
•huwelijk ook zijn vader veel genoegen,
zou hebben gedaan. Maar mevrouw Lund
say was er volstrekt niet mee ingenomen,
want, als het grootste deel van Darrell's
fortuin door dit huwelijk op zijn dochter
werd vastgezet, dan zou Darrell zelf geen
partij voor haar zelve meer zijn, die zij be
geerde. Mevrouw Lundsay bezat onder haar
vele stelregels ook deze, dat zij nooit
kwaad sprak over iemand, dien zij wilde be-
nadeelen. Zij sprak dus geen kwaad van den
jongen markies tegen Darrell, maar zij
prees hem zóó hoog, dat haar lof duidelijk
overdreven bleek. Wanneer iemand den
jongen pair kende, dan moest zij het wel
zijn. Zij kwam dikwijls bij de oude markie
zin; die zeer met haar lieve manieren was
ingenomen. Tot heden had Darrell het jonge
hoofd, dat op de schouders van den jongen
markies rustte, slechts beschouwd als een
net hoofd, dat er goed uitzag en te bechei-
den was om z'n mond open te doen. Maar
nu bekeek hij dat hoofd met aandacht, en
toen hij bevond dat er niet veel verstand in
zat, dat de jonge man een nul "was, had Guy
Darrell den moed om zoo beleefd mogelijk
het denkbeeld van de hand te wijzen, om
de laatste van zijn stam op een stam t*
enten, waarvan de kern zoo weinig deugde,