Laatste Berichten NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede blaa Vrijdag 5 Augustus 1927 DE FINANCIEEL. ECONOMISCHE POSITIE VAN ZANDVOORT. INGEZONDEN. GEMENGD NIEUWS. Eij groote strandwedstrijd waaraan honderden kinderen deelnamen en georganiseerd door de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, werd te Zandvoort gehouden. Een aardige foto van de bedrijvigheid der kinde ren tijdens het ontwerpen van de voorgenomen modellen. De brutale brandkast-diefstal te Zwolle. In volle vaart tegen een boom. y Ill Een sdhitterend Bloemencorso ha'd te Bergen N.-H. plaats. Een der wagens stelde de F. VII voor, geheel van bananen gebouwd BINNENLANDSCH NIEUWS. FINANCIËN. „Katholiek Studiehuis". Bij het zwemmen verdronken. Saccó en Vanzetti. Straatroof. De Pontificale Hoogmis opgedragen door Z. D. H. Mgr. A. J. Callier, bij de plechtige consercratie der nieuwe St. Josphskerk te Hillegom. Dagen van ontzetting. DE GEMEENTEBERQOTING EN HET GEMEENTELIJK BEHEER- HET BELANG VAN ZANDVOORT ALS BADPLAATS PRIMAIR? Hardnekkig blijven Gedeputeerde Staten hunne goedkeuring weigeren aan de Zand- voortsche gemeentebegrooting, welke nu ten derde male werd teruggezonden. Wij hebben reeds een en ander mede gedeeld omtrent" de financieele positie van Zandvoort en de vraagstukken welke recht streeks of zijdelings hiermede verband hou den en de vitale belangen der gemeente raken. Om ons nader en beter te oriënteeren hebben wij ons gewend tot den Burge meester der gemeente, om zijne zienswijze te vernemen in een aangelegenheid, welke direct het gemeentebelang raakt. Vol lof over de welwillendheid, waar mede Z.Ed. Achtb. ons te woord stond, moet ons anderzijds de bekentenis van het hart, dat het onderhoud ons teleur stelde. Teleurstelde door soberheid. Toont zich in de beperking de meester, hier hadden wij liever gezien, dat de beperking was prijsgegeven en dat van de zijde van het hoogste en meest bevoegde gezag in de gemeente een klaar exposé van de situatie was gegeven. Misschien was dit niet moge lijk. Misschien ook niet gewenscht. Hoezeer wij overigens deze houding kunnen eerbie digen, het noodzaakt ons, behalve de wei- nige gegevens ten stadhuize verstrekt, ook materiaal te benutten, dat wij elders ver gaarden Des burgemeesters diagnose in zake de financieele positie der gemeente was kort en krachtig en kan samengevat worden in drie woorden, met in kracht toenemende intonatie uitgesproken: bezuinigen, Bezui" nigen, BEZUINIGEN! Wij kennnen sinds den oorlog dit, ook van regeeringswege gegeven en aangepre zen middel tot saneering: Wij kennen uit ervaring de zegeningen die uit dit stel sel zijn voortgevloeid, en die zich in den loop der jaren niet als louter heilbrengend deden kennen. Bezuinigen is goed, maar niet vergeten mag worden, dat door bezui nigen anderzijds zietkeverschijnselen wor den opgewekt, die zich aanvankelijk niet vertoonden. Met andere woorden: men sluit het eene buiten en haalt het andere binnen, dat mis schien nog erger en kwaadaardiger blijkt. Et is nog iets anders. Bezuinigen moet niet te regoureus worden doorgevoerd. En daarom lijkt ons uitsluitend en alleen deze remedie voor de gemeente Zandvoort niet geschikt om in de naaste toekomst, laten we zeggen in het volgende jaar, eene ver betering in het leven te roepen. Dat wordt een proces van jaren. Naast dit eene middel dient te worden uitgezien, naar andere mogelijkheden. Daaronder is dan in de eer ste plaats te noemen: verhooging der in komsten. „Daaraan valt hier niot te denken," verklaarde de burgemeester. Deze verklaring brengt ons vanzelf tot het tweede gedeelte: de economische positie der gemeente. Er zijn er onder de nieuwe raadsleden, die het belang van Zandvoort- als-badplaats niet primair achten. Dat klinkt kras, maar bevat, grondig gezien, toch wel een kern van waarheid. Voor den korten seizoen-tijd, die in ons land en bijzonder in de laatste jaren nog korter wordt door ongunstig weer gedurende den voorzomer, moet de gemeente zich heel veel opoffe ringen getroosten. Opofferingen, die veelal niet evenredig zijn aan de verkregen resul taten. Dit geldt natuurlijk van Zandvoort als badplaats zooals ze nu is. Zandvoort kan qua badplaats de ver gelijking met Noordwijk op geen stukken na doorstaan. Verkeert Zandvoort geogra fisch in ongunstiger positie dan Noordwijk? Dat gelooven wij niet. De badgasten buiten- zoowel als binnenlandsche komen in Noordwijk aan via Den Haag of Leiden. Die voor Zandvoort kunnen den sneltrein tot Haarlem benutten en de reis per electrische of per trein via Overveen voortzetten. Hier zou, zooals de burgmees ter terecht opmerkte, de electrificatie van de spoorlijn HaarlemZandvoort een aan merkelijke verbetering kunnen brengen. Van overwegend bezwaar lijkt ons dit in- tusschen niet. Noordwijk laat niets onbeproefd om de vreemdelingen te trekken. Hier werken ge meentebestuur en particulier initiatief samen, om de badplaats tot een voor den vreemdeling aantrekkelijk oord te maken. Hotels en pensions worden voor het meerendeel bevolkt door buitenlanders, hoofdzakelijk Duitschers, Voor Zandvoort bestaat op dit punt geen middenweg. Zij moet óf de zaak flink aan pakken en alles aanwenden om den vreem deling te lokken óf de exploitatie geheel opgeven. De halfheid, welke nu heerscht, wreekt zich. Een lofwaardige poging in- tusschen is het aanleggen der Kennemer golfbanen, b.v. waarvan voor het volgende seizoen de resultaten, den verkeersaanwas hopelijk voelbaar zal worden. Wat is er in Noordwijk niet bereikt met de tennissport? Het is te overbekend, om dat hier nog in bijzonderheden mede te deelen. Houden sommige Zandvoorters zich vast aan het denkbeeld Zandvoort als badplaats op te geven, dan rijst de vraag, hoe in eco nomisch opzicht verbetering is te brengen, verhooging van het welvaartspeil is te be reiken. Wanneer door een betere en kortere ver binding met de oipliggende gemeenten Zandvoort als oord van vestiging meer zal begeerd worden, dan moet er ter bevoeg- der plaatse met man en macht gewerkt worden deze te verkrijgen. Zandvoort moet geen plaats zijn, die, zooals thans het geval is, ontvlucht wordt om de belastingen, maar begeerd wordt. Kan op deze manier binnen de gemeente meer welvaart worden ge bracht, dan kan de door ieder zoo geschuw de belastingverhooging achterwege blijven. Er is niets, dat fataler werkt dan belasting verhooging, hoe zeer dit middel dan ook als eenig redmiddel moge worden aangeprezen. Bestaan er buiten deze nog andere moge lijkheden? Bij beter vervoer zou vestiging van nieuwe industrieën niet tot het onbe reikbare behooren. Belastingverhooging en bezuiniging. Het is het oude lied, dat men al zoo vaak ge hoord heeft.Het eerste sluit in zwaarderen druk voor de bevolking en mindere ge zochtheid van buiten als plaats van vesti ging. Bezuiniging roept andere schrikbeel den op en naar onze meening moet de eco nomische saneering langs anderen weg ge zocht worden, om te vermijden dat Zand voort nog dieper in de impasse geraakt. Voor den inhoud van deze rubriek steK de Redactie zich niet aansprakelijk. De verbindingsweg AmsterdamDen Haag. Te Haarlem, nabij het Plein, is in den weg een kromme, smalle trechter. Aan die trech ter ligt een reparatieinrichting voor motor wagens, waar soms vele auto's enz. staan. Het passeeren wordt daardoor nog bezwaar lijker. Het in- en uitzicht, (op die trechter), wordt bemoeilijkt door een reclamezuil, een gebouwtje, en daartusschen een verver- schingstent. Elders zou wellicht, met grooten tegenzin, ter wille van het verkeer, tot het opofferen van de boomengroep zijn over gegaan, hier is de hindernis nog vergroot. Aan wat eenmaal is valt niet veel te veran deren; toch is het gewenscht dat voortaan geen vergunning wordt gegeven om repa ratieinrichtingen ,te vestigen die gelegen zouden zijn aan de hoofdwegen, want het brengt mede dat de weg door motorwagens, wordt ingenomen. Toezicht op wegenbelasting geeft èn voor rijders, èn voor ambtenaren, vee! moeite, die moeite zou voor beide veel minder worden indien na de eerste weging, (contröleering van het gewicht), op de bas cule, daarvan een onderteekende stempel afdruk op het biljet werd gesteld. Daardoor zou èn voor publiek, èn voor ambtenaren, voorkomen worden dat wellicht, op hetzelfde traject, herhaaldelijk van de bascule gebruik wordt gemaakt, terwijl het bij stempelen met vertoonen van het biljet afloopt. Het onnoodig opbrengen geeft moeite voor het verkeer, houdt ambtenaren van nuttig werk af- Een koopje voor het toezicht het vrij sprekend vonnis toen, op bevel van ambte naren, op een eenzamen weg, niet werd stil gehouden. Wat toch is een eenzame weg? De angst van een bestuurder kan daarbij een rol spelen. Door zich voor ambtenaar uit te geven kwam nog geen berooving voor, en zou, zoolang dat niet het geval is, geen vrijsprekend vonnis verwacht zijn. Een uniformpet, of wat dan ook, geeft al evenmin waarborg want die kwaad wil zal er zich, op een eenzaam gedeelten van den weg, van bedienen Wil men echter absoluut een dis tinctief, geef dan geen chapeau, maar een pet dague die op zak kan worden gedragen en opgezet als auto's zijn aan te houden. Gewenscht zou het zijn indien garages, in nauwe straten, geweerd konden worden. Bijna altijd staan daar wagens voor de deur, en blijft nauwelijks plaats voor voetgangers en rijwielen over. Het idee, hoe moeilijker de passage, hoe minder snelheid, en ongelukken, is uit den tijd; de aandacht heeft zich gericht op: „snelverkeer zoo veilig mogelijk te maken." Haarlem 2 Aug. 1927. HOUWmG> Oud-ontvanger van het kantoor Haarlem invoer en acc. Een der verdachten gearresteerd. Men meldt uit Zwolle: In verband met den diefstal van de brand kast met 250 uit het kantoor van de Automaat aan den Meppelerweg, wordt medegedeeld, dat mede dank zij de onver moeide opsporings-pogingen van den hoofd inspecteur der Zwolsche politie, den heer G. J. Lettinck, een der daders van dezen diefstal is gevat. Hij heeft een volledige bekentenis afge legd en is thans op last van den rechter commissaris ingesloten in het huis van be waring te-Zwolle, De' chauffeur gewond. Gisterenmiddag is op den Rotterdamschen weg een vrachtauto van de Zuid-Holland- sche Raffineerderij van Petroleumprotucten te Loosduinen, geladen met ongeveer 2 duizend liter benzine, tengevolge van een defect aan de stuurinrichting in volle vaart tegen een boom gereden. eerste hypotheek verstrekt op het groot Seminarie der Orde te Freiburg in Breis- gau, getaxeerd door den heer Max. Muller, vereid. Bezirksbauschatzer te Freiburg i/Br. op een waarde van R.M. 820.000, als mede op het huis Maria-Martental te Lau- bach bij Coblenz, door „Hohenzollern" Ver- sicherungs A. G. gewaardeerd op R.M. 130.000, benevens waardevolle bouwgron den, groot 84 H.A., ter waarde van pl.m. R.M. 150.000. Buitendien heeft de Duitsche provincie der Orde, vertegenwoordigende 15 huizen, zich met al haar vaste goederenbezit on voorwaardelijk borg gesteld voor rente en hoofdsom. De leening is in haar geheel aflosbaar a pari na 20 jaren, zoodat zij op den lsfen Augustus 1947 geheel moet zijn gedelgd. De Congregatie behoudt zich het recht voor te allen tijde tot vervroegde of versterkte aflossing over te gaan, met dien verstande, dat vóór den lsten Augustus 1934 geen af lossing zal mogen plaats vinden. Te begin nen in 1935 zal jaarlijks 27000 4 pari wor- d en afgelost, door middel van jaarlijksche uitloting. Als Trustee voor Obligatiehouders treedt op de Spaarne-Bank te Haarlem, welke ge acht wordt door de obligatiehouders onher roepelijk te zijn gemachtigd hunne belan gen in den ruimsten zin des woords te be hartigen. De chauffeur van den auto, H. van Et- tinger werd door de voorruit van den wa gen geslingerd, waarbij hij een bloedende wond aan de pols bekwam. Per politie- brancard is hij naar het ziekenhuis vervoerd. De auto, die geheel vernield is, werd door een bergingswagen van den heer De Graaf weggesleept. DE TOCHT VAN DE „PRINS HENDRIK" NAAR FRIESLAND EN DE ZUIDERZEEWERKEN. Donderdagmiddag is het instructievaartuig „Prins Hendrik" te Harlingen aangekomen. Gedurende den tocht van Leeuwarden naar Harlingen werden besprekingen inzake het lager Onderwijs aan schipperskinderen ingeleid door den heer S. J. Efferen uit Rot terdam, gehouden. Als slot van de besprekingen werd de volgende resolutie aangenomen. „De vergadering van directeuren en leer aren der Binnenvaartscholen van het Onder wijsfonds voor de Binnenvaart en van de overige vakscholen, alsmede van vertegen woordigers van vak- en onderwijsorganisa ties, enz. gehouden aan boord van het In structievaartuig „Prins Hendrik" van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart, gehoord de besprekingen over de wijze waarop zoo goed mogelijk het lager onder wijs aan schipperskinderen kan worden be vorderd, zoolang de regeering geen leer plicht voor schipperskinderen in de wet doet opnemen, spreekt de wenschelijkheid uit, dat de schipperskinderen minstens drie jaar lager onderwijs ontvangen, dat voor dit doel zooveel mogelijk schip- persscholen en -klassen in den lande wor den opgericht, waar volgens een uniform- leerplan onderricht wordt gegeven, acht het in elk geval zeer urgent, dat de regeering de middelen verschaft plaatsing aan den wal te bevorderen en wel in dien zin, dat het Onderwijsfonds voor de Binnen vaart wordt aangewezen als centrale instel- '•ng, van waaruit de administratie der geld middelen, zoowel als de registratie en orga nisatie van dit onderwijs worden geregeld." 6J4 Pet. eerste hypothecaire 20-jarige obligatieleening groot 350.000, Van 5 Augustus 1927 is o.m. bij de Spaarnebank te Haarlem, Amsterdam en Beverwijk de inschrijving opengesteld op e«n 6% pet. eerste hypothecaire 20-jarige obligatieleening, groot 350.000 nominaal, ten laste van het „Katholieke Studiehuis," Katholieke Studiebeurs) te Freiburg, in Hukken van 1000 en 500. Het Katholiek Studiehuis, Congregatie van de Priesters van het Heilig Hart, is inge schreven in het Handelsregister onder den naam „Katholisches Studienhaus" G.m.b.H. te Freiburg in Breisgau. De Congregatie wenscht, daartoe ge machtigd door de Kerkelijke Overheid, een 6)4 pet. eerste hypothecaire obligatielee ning aan te gaan, groot 350.000, nominaal, welk bedrag gedeeltelijk zal worden aan gewend voor de aflossing van een eerste hypotheek, verstrekt door de gemeente Freiburg i/'Breisgau en een grootbank, groot R.M. 350.000, op het seminarie aldaar, en R.M. 35.000, voor aflossing van een hypo thecaire schuld op het huis „Maria Marten- tal' te Laubach bij Coblenz. Het restant zal dienen voor de verdere inrichting van het huis. Als zekerheid voor de richtige nakoming van de uit deze obligatie-leening voort komende verplichtingen tot betaling van rente en aflossing, heelt de Congregatie een (PER RADIO). GRONINGEN, 4 Aug, Hedenmiddag is alhier de 17-jarige zoon van den heer An ton v, d. Giessen. veldwachter te Hoog Blokland, bij het zwemmen m de Linge ver dronken. v* PARIJS, 4 Aug. De „Humanité" meldt, dat de Compunistsche Conféderation du Tra Travail besloten heeft tegen Maandag a-.s. een 24-urige staking te proclameeren, in dien het doodvonnis tegen Sacco en Van zetti gehandhaafd wordt. Drie militairen veroordeeld. DEN BOSCH, 4 Aug. De Krijgsraad ver oordeelde wegens straatroof twee maal ge pleegd respectievelijk op den 7den Juni 1927 in de Scheveningsche Boschjes en op 9 Juni 1927 op het Scheveningsche strand, de gewezen dienstplichtige huzaren C. N. en M. v. D„ alsmede den korporaal T. K. allen van het 2e regiment Huzaren te 's-Gravenhage onderscheidenlijk tot twee maal twee en een half jaar, twee maal zes maanden en twee maal een jaar gevange nisstraf, allen met ontslag uit den militani- ren dienst. Tegen dit vonnis is door de vèr- oordeelden hooger beroep aangeteekend, zoodat deze zaak in tweede instantie zal worden behandeld voor het Hoog Militair Gerechtshof te 's-Gravenhage. •353» KW Een brief van pater C. Senge S. V. D, over de aadbeving in Kansoe. Vanuit 't Missiehuis te Uden zendt men ons den volgenden brief, door pater C. ben?e S. V. D. uit Kansoe geschreven aan zijn medebroeders in het missiehuis te Uden. O Kruisdagen van het jaar Onzes Heeren 1927! in de Roomsche streken van het verre vaderland, trekken de gcloovigen op die dagen in processie door de velden.... Uan dringt met het gezang der vogeltjes omhoog door de lentelucht hun zingen en bidden; „Ora pro nobis! Bid voor ons! „Libera nos Domine! Verlos ons, Heer. „Van pest van hongersnood ^an aard beving.... verlos ons, Heer!" Hoe vaak hebben we 't, vanaf onze kinderjaren, mee- gebeden, zonder te begrijpen, wat de ver schrikkelijke inhoed van die beden was.... Nu weten wij het; nu hebben wij het geleera, nu hebben wij het geleden! „Wan de vreeselijke pest velos ons, Heer!" Zoo smeekten we i de bange "aScn en weken van Mei, toen zes van onze Mis sionarissen ziek lagen aan de typhus; binnen drie weken tijds daalden drie hunner ten grave. „Van hongersnood verlos ons, Heer. Lie eindelooze karavaanweg, die in 'n lengte van Petograd tot Madrid ons missiegebied door snijdt, is een weg geworden van honger en ellende, een weg waarop duizenden en dui zenden door den allerbittefsten nood des levens worden voortgejaagd. Lijden en 'ge raamten van verhongerden zijn de eenige wegwijzers aan dezen eeuwen-ouden histo- rischen weg „Van den gecsel der aardbeving'Wie dacht daar nu aan? N u allerminst, na de dagen der voorafgaande zware beproevingen nu de lente binnentrok om ons weer tc troosten met nieuwe hoop, met nieuwe ver wachting en nieuwe vruchtbaarheid op de wachtende velden. Dien laatsten, gelukkigen Zondag-avond reed ik stil en alleen door de wijd-uitge- strekte hoogvlakte, ongeveer in het midden van ons missiegebied. Van het Zuiden uit zagen de eeuwig-witte koppen van de 5000 Meter hooge bergreuzen op mij neer, die wellicht de eenige mensch in een omtrek van uren en uren stil mediteerend verder fenk naar een van mijn christelijke dorpjes Heel vermoeid kwam ik er aan; maar wat1 gedaan moest worden, werd afgedaan: ik be reidde de menschen voor, hoorde hun biecht, bad samen met hen het avondgebed en onderhield ik me nog een tijdje met hen immers, de goeie menschen krijgen hun priesters maar zoo zelden te zien.... Toen de sterretjes de wacht betrokken, strekte in mijn vermoeide leden op 't leemen rust bed uit. Morgen (zei 't meditatieboek) be ginnen de kruisdagen! Een heerlijk-schoone Meimorgen kwam op na dien helderen lentenacht. Als even veel majestueuze altaren in den tempel van Gods natuur, stonden daar de bergen van 't Zuiden in 't heerlijk morgenlicht. De zon kleurde de onafzienbare vlakte als met gloeiend goud. Groote kudden kameelen zag ik grazen ginds in de wazige verte tot aan den horizon. Tal van bergadelaars hingen als stippen hoog-boven in de wolkenlooze lucht. Daabij heerschte er een plechtige, kalme rust, zooals men die alleen in de dalen der Centra-Aziatische hooglanden kent. Wie dacht daar nu aan aardbeving? Plots beeft 't onder mijn voeten. Slechts één oo-genblik. Wel schrik ik ervan, doch herstel me spoedig niet vermoedende wat 't eerstvolgende halve uur brengen zal, Mijn christenen waren allemaal reeds in t kerkje verzameld. Hun morgengebed, over luid gezongen, weergalmt door den stillen morgen. Na de onderrichting, bekleed ik me met de priesterlijke gewaden en begin mijn predikatie voor de menschen, die oplettend voor me zitten neergehurkt op den leemen vloer. Ik spreek tot hen over de verganke lijkheid van 't aardsche.... „We zijn voor iets beters, voor iets hoogers, geboren.... Binnen eenige dagen is 't Christus Hemel vaartsdag.De Hemel is ook ons doel en vaderland; voor den Hemel zijn ook wij Een schok, een stoot, alsof de moker van 'n onderaardschen reus tegen onze aard bol werd geslagen. Allen stormen gillend naar builen. Als laatste springen ook ik t deurtje uit en bevind me op 't binnenplein- tje naast de kapel. De schokken herhalen zich. Onwillekeurig pakken allen elkander vast, daar 't voor den enkeling onmogelijk is, zich op de beenen tc houden. Ten gevolge van 't dichte stof, dat plotseling in reus achtige, onheilspellende wolkeu omhoog- stijgt, is binnen enkele minuten de zon totaal verduisterd, zoodat we geen hand meer voor de oogen kunnen zien.... Bij een volgenden hevigen aardschok stort plotseling, onder oorverdoovend geraas, een geweldige toren die in vroeger tijd tot bescherming tegen de roovers gebouwd was, op ons kerkje neer en vernielt er muren en balken en boomen, onder een kortstondig, maar onbeschrijfelijk gekraak. Er volgt een oogeniblik rust ge lijkende op 't zwijgen van de zware artillerie vóór haar nieuwen en heviger aanval. Voortdurend zwartere en zwaardere stof wolken leggen zich in dikke lagen op ons neer. Ik slaag er, na eenige moeite in, mijn Christenen te tellen, God dank. geen enkel hunner ontbrak; geen enkel was. gedeerd. Buiten op straat hooren we vrouwen schreiend en schreeuwend van angst loopen rondom de bouwvallen van haar huizen. Zij zoeken haar kinderen, zij zoeken haar goed. Geen mogelijkheid meer, want alles ligt on der het puin begraven! Wat te doen?.... Ik pak een flesch met wijwater en spoed mij naar buiten met m'n katechist. Dra zijn we midden onder de hei denen, kostbare, onsterfelijke zielen, die wellicht nu voor eeuwig gered kunnen wor den. Vlak bij den ingang der vernielde ka pel ligt, kermend van pijn. een vrouwtje van 'n 70 jaar. Haar been is door 'n vallend steenblok totaal verbrijzeld. Zelf smeekt zij om het Doopsel. Een koTte akte van gelooi van berouw ik doop haar binnen eenige minuten reeds is zij dood. Inlusschen blijft de grond onder mijn voeten wankelen. De massale, tot 15 M. hooge, vestingachtig gebouwde boerenhoeven de schuts en de trots van hun bezitters liggen als kaar tenhuizen door elkaar gegooid en hebben al wat zich daarbinnen bevond, in hun val be dolven.Ik zie er de allervreeselijkste tafereelen. Moeders loopen half-waanzinnig om de puinen en roepen de namen van haar kleintjes tevergeefs! Rijke grondbe zitters, welgestelde boeren, zitten hope loos en radeloos neer bij wat nog voor eenige oogenblikken hun woning was. Hun gezin is dood, hun vee verpletterd, de vruoht van hun jarenlange zorgen en zwoe gen als met één slag vernield. Ik spoed denzellden weg weer terug naar ons erf, langs en temidden van klagende, jammerende, schreiende menschen. Ook een deel van mijn christenen is nu van hub huis teruggekeerd; ik hoor reeds aan hun mededeeling, dat de meesten alles verloren hebben. Nu eens hier, dan eens daar moet ik 'n oogenblik blijven staan om naar de berichten te luisteren, hen met een goed gemeend woord te troosten., hun hulp te beloven Hulp! Ocharm; zelf !heb ik letterlijk nie s dan 't naakte leven gered. Hoe zou 't op de andere missiestal cs uit zien? Vlug de rijdieren gezadeld! Maar ze weigerden en steigerden van angst. Pas na twee uur ben ik zoover, dat ik vertrekken kan. Nu 't eerst naar St. Benedictus, den grootsten van mijn missiepost, benedenin 't dal. De bergen zelfs die in mijn onmid- delhjke nabijheid zijn onzichtbaar door t is. A1|en raden 't me af. De wi,de b Stof. Aanhoudend blijft de grond onder mijn rivier doQr de neergestorte bergmassa -n beven. Op dc velden, die ik passeer, I buiten i.aar nPVPf.ci rfptrnrlon €>n flrnirif pi voeten beven Up de velden, die ik passeer, I buiten haar oevers get"reden en dreTgT elk ontwaar ik talrijke vuren van heidensche of-oogeoWik met doorbraak. Op een andere lers; men verbrandt er de lnken van de ::j,ij__ men verbrandt er de lijken van de verongelukte kinderen in stroo gepakt, als verzoenigsoffers aan hun vertoornde goden. Uit alle huizen en hutten dreigen luide jam merklachten; overal zijn dooden, overal ge wonden, overal hoort men kermen van Pijn.... Tegen den middag ontmoet ik een herder uit mijn gemeente. Op mijn vraag naar den toestand aldaar, geeft hij vol op winding ten antwoord. „Ping ping di" (Alles bgt voor den grond)Verder maar, ver. der! Van hier uit kon ik altijd reeds uit de ver.e, 't vriendelijk torentje van St. Bene dictus zien; maar nu niets anders meer dan rookende bergen. Vreeselijker dan boven heeft de aardbeving beneden gewoed. Tal rijke dooden; alles vernield. Wat ik met de bulp van edelmoedige zielen in verschillen de jaren van harden arbeid tot stand ge bracht had, is met één slag verpletterd. Ik v°uw de handen, beef van smart; ik tracht f® bidden.... „De Heer heeft gegeven, de Fleer heeft genomen....!" De dorpsbewoners (mijn christenen onder hen) liggen op de velden, plat ter aarde van angst. Ik wil ons erf op, maar kan niet: zware steenblokken versperren mij den Y"eê- De mooie kerk, verleden iaar Pas. fj®" bouwd ligt in puin; mijm woning vermeld; do school vernield; weeshuis,, stallen, om heiningen, alles, alles ligt er vermeld. Tal van i" zhn zijn zwaar gewond; ik hoor hun biecht, dien hun het H. Olicse toe.... aan velen, helaas, te laat! Nu naar de volgende statie? Ze ligt weer °P de bergen, 3900 meter hoog, te herei ken langs smalle bergpaden en door diepe raveinen. Geen mogelijkheid! Immers de bergen staan te wankelen.... onophoude lijk storten groote bergmassa® langs alle l anten 't da! in. Dan naar Tsakov een an dere chrF tel i' ke gemeente in de rivier vlakte. Van een bepaald punt kon ik tot mijn troost 'l kerktorentje nog zien. Na 'n half uur rijdens on'moet ik een mijner con- fraters op weg naar St. Benedictus. Wat een weerzien. Hij vertelt me, dat ook z'»n christenen, als door n wonder, voor den dood gered zi.n- ofschoon bij den eer- eten schok allen in dc kerk waren, t Kerkje *;lf staat nog ovccird scheef gescheurd, en voortdurend ma op punt on ineen te storten.... Van hitte c droogte zi'n miin lippen gesprongen; inv medebroeder stelt me in staat, mij 'n wci- n'g te verfrisschen. Ik spreek mei hem over mijn plan de bergparochie te bezoeken, die van hier uit gemakkelijk te bereiken plaats snijdt een heete bron u den pas af! Overal komt ge voor nieuwe, woeste rivie ren en.beken te staan!" Toch dringt en dwingt mij de gedachte aan mijn DÜcht: ik moet 't tenminste pro- beeren! Zoo begaf ik me op weg, maar moest telkens omwegen zoeken tengevolge van de nieuwe rivieren. Ik kwam tot bij Sijang, 'n soort vesting uit den tijd der koloniale oorlogen. De plaats met haar echt-Chineesche straatjes en slopies leek wel onderste-boven ge gooid. Er heerschte een onbeschrijfelijke ^rwarring van menschen en beesten; ze dwaalden er langs talrijke vuren, wezenloos rond, door de eigenaardige, schemerachtige lucht versuft, verbijsterd. 't Onheilspellend beven van den grond 't akelige onderaardsche gerommel, blijlt aanhouden. Uit de dalen hoor ik 't snor kend bruisen van 't woeste water, dat een uitweg zoekt. De weg wordt smaller. Op vele plaatsen liggen kadavers van koeien en schapen, cie van de bergen zijn neer ges or We komen bij een smalle brug over een wildschuimende rivier. Op 't punt ze over te steken, schrikken we, door een nieuwen hevigen schok. Daarna weer rust. We wagen den overgang bij een tweede brug. Hier komt ons een man te gen uit de bergen, die ons reeds op de hoogte brengt van den toestand daarbo ven. ,,'t Hoofd van de christenen is dood; geheel de gemeente is bedolven!" Vooruit! Vooruit! In de dalen zien we nu nog talrijker vuren dan voorheen; vele menschen ver branden er hun laatste voorwerpen om zich eenigszins te beschermen tegen de koude van den thans invallenden avond en nacht.We trektcn verder en verder door de akelige duisternis dubbel hin derlijk door 't dikke stof, dat de lucht vervult. Onder ons bruisen, en brullen als 't ware de geweldige, ontembare mas sa's water. Omstreeks middernacht bereiken we onze eerste christenen, Sprakeloos van angsl en leed, brengen ze ons naar wat orze missiestaiie is geweest. Geheel het 'orp rén puinhoop, een graf! Ook onze zpei is ge'-cel verdvenon. Geen mogelijk- H er nog .'t noodigste te vinden voor 't opdragen der 'I. Mis. Stervende heidenen nneeken om 't H. Doopsel. De rest var den nacht breng ik door in een paarden- ruif voordurend opgeschrikt door hevige schokken, In de .eerste mogenuren verwek ik met de menschen langzaam en luid een acte van berouw, geef hun de algemeene absolutie en onderneem dan aanstonds weer den terugtocht naar beneden Wat we in de avonduren en in den nacht niet duidelijk haddea onderscheiden, legt het daglicht ons nu ten volle bloot De heidensche pagoden en tempeltjes op de bergen liggen alom verpletterd langs den weg; hoofden, armen, beenen en de bondgeschilderde buiken van duivels en afgoden liggen overal in het gras. Krengen van afgestorte koeien en schapen verpes ten de lucht en ook uit de huizen en hut ten dringt de reuk der lijken. Ter be scherming tegen wind en weer, hebben de menschen hun geïmproviseerde hutten met de huiden van het doode vee behangen onbekommerd om den afschuwelijken stank. Ezels met draagbaren vol kreu nende gewonden trekken met ons denzelf den weg langs, naar beneden. Na eenige uren bereiken wc Tsakow, waar ik na een korte rust de H. Mis kan opdragen. Hierop, met mijn confrater, naar Sihiang, de hoofdstatie onzer missie. Alles kampeert ook daar onder den blooten hemel. We vinden er de kerk ver woest en het weeshuis vernield. Moeder Overste bij de eerste aardbeving ge dood rust al in dit koele graf. Ook hier volgen de Jobstijdingen elkaar de eene nog erger dan de andere. In geheel ons missiegebied staat er thans geen enkel kerkje meer overeind. *t Laat ste, aardige kapelletje, dicht bij de grens van Mongolië, is, naar ik verneem, nu ook ingestort. Heden, nu ik dit schrijf *t is dc 16de dag der voortdurende aardbevingen weet ik, dat in mijn gebied 100 pCt. onherstel baar vernield is. Niets heb ik gered, niets dan 't arme leven.... Dag en nacht breng ik builen door op een hoogte van 2000 M. Wat moet ik beginnen, als niet spoedig hulp komt? Wat beginnen, wanneer in 't najaar de hevige ijsstormen van Thi bet zullen neerbruisen en dc ruwe winter hier zijn intocht houdt? Bange vragen voor een armen missk»na- ris die verlaten en moederziel alleen staat in de woestijn van Midden-Azië. Zal men in'Europa, zal men in Nederland, de stem van den missionaris, op zulk een afstand hooren en hem wat steentjes zenden f,ot heropbouw van.... och, tenminste van ééni- gc der voornaamste missieposten: St. Benedictus, S. Anna, St. Jozef, St. Treesje, St. Augustinus O vrienden in Europa „voor den Gr*- sel der Aardbeving beware U de HeerH

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 5