Laatste Berichten
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede blaa Vrijdag 5 Augustus 1927
DE FINANCIEEL.
ECONOMISCHE POSITIE
VAN ZANDVOORT.
INGEZONDEN.
GEMENGD NIEUWS.
Eij groote strandwedstrijd waaraan honderden kinderen deelnamen en
georganiseerd door de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, werd
te Zandvoort gehouden. Een aardige foto van de bedrijvigheid der kinde
ren tijdens het ontwerpen van de voorgenomen modellen.
De brutale brandkast-diefstal
te Zwolle.
In volle vaart tegen
een boom.
y Ill
Een sdhitterend Bloemencorso ha'd te Bergen N.-H. plaats. Een der
wagens stelde de F. VII voor, geheel van bananen gebouwd
BINNENLANDSCH NIEUWS.
FINANCIËN.
„Katholiek Studiehuis".
Bij het zwemmen verdronken.
Saccó en Vanzetti.
Straatroof.
De Pontificale Hoogmis opgedragen door Z. D. H. Mgr. A. J. Callier, bij
de plechtige consercratie der nieuwe St. Josphskerk te Hillegom.
Dagen van ontzetting.
DE GEMEENTEBERQOTING EN HET
GEMEENTELIJK BEHEER-
HET BELANG VAN ZANDVOORT
ALS BADPLAATS PRIMAIR?
Hardnekkig blijven Gedeputeerde Staten
hunne goedkeuring weigeren aan de Zand-
voortsche gemeentebegrooting, welke nu
ten derde male werd teruggezonden.
Wij hebben reeds een en ander mede
gedeeld omtrent" de financieele positie van
Zandvoort en de vraagstukken welke recht
streeks of zijdelings hiermede verband hou
den en de vitale belangen der gemeente
raken.
Om ons nader en beter te oriënteeren
hebben wij ons gewend tot den Burge
meester der gemeente, om zijne zienswijze
te vernemen in een aangelegenheid, welke
direct het gemeentebelang raakt.
Vol lof over de welwillendheid, waar
mede Z.Ed. Achtb. ons te woord stond,
moet ons anderzijds de bekentenis van het
hart, dat het onderhoud ons teleur stelde.
Teleurstelde door soberheid. Toont zich in
de beperking de meester, hier hadden wij
liever gezien, dat de beperking was
prijsgegeven en dat van de zijde van het
hoogste en meest bevoegde gezag in de
gemeente een klaar exposé van de situatie
was gegeven. Misschien was dit niet moge
lijk. Misschien ook niet gewenscht. Hoezeer
wij overigens deze houding kunnen eerbie
digen, het noodzaakt ons, behalve de wei-
nige gegevens ten stadhuize verstrekt, ook
materiaal te benutten, dat wij elders ver
gaarden
Des burgemeesters diagnose in zake de
financieele positie der gemeente was kort
en krachtig en kan samengevat worden in
drie woorden, met in kracht toenemende
intonatie uitgesproken: bezuinigen, Bezui"
nigen, BEZUINIGEN!
Wij kennnen sinds den oorlog dit, ook
van regeeringswege gegeven en aangepre
zen middel tot saneering: Wij kennen uit
ervaring de zegeningen die uit dit stel
sel zijn voortgevloeid, en die zich in den
loop der jaren niet als louter heilbrengend
deden kennen. Bezuinigen is goed, maar
niet vergeten mag worden, dat door bezui
nigen anderzijds zietkeverschijnselen wor
den opgewekt, die zich aanvankelijk niet
vertoonden.
Met andere woorden: men sluit het eene
buiten en haalt het andere binnen, dat mis
schien nog erger en kwaadaardiger blijkt.
Et is nog iets anders. Bezuinigen moet
niet te regoureus worden doorgevoerd. En
daarom lijkt ons uitsluitend en alleen deze
remedie voor de gemeente Zandvoort niet
geschikt om in de naaste toekomst, laten
we zeggen in het volgende jaar, eene ver
betering in het leven te roepen. Dat wordt
een proces van jaren. Naast dit eene middel
dient te worden uitgezien, naar andere
mogelijkheden. Daaronder is dan in de eer
ste plaats te noemen: verhooging der in
komsten. „Daaraan valt hier niot te
denken," verklaarde de burgemeester.
Deze verklaring brengt ons vanzelf tot het
tweede gedeelte: de economische positie
der gemeente. Er zijn er onder de nieuwe
raadsleden, die het belang van Zandvoort-
als-badplaats niet primair achten. Dat klinkt
kras, maar bevat, grondig gezien, toch wel
een kern van waarheid. Voor den korten
seizoen-tijd, die in ons land en bijzonder
in de laatste jaren nog korter wordt door
ongunstig weer gedurende den voorzomer,
moet de gemeente zich heel veel opoffe
ringen getroosten. Opofferingen, die veelal
niet evenredig zijn aan de verkregen resul
taten. Dit geldt natuurlijk van Zandvoort
als badplaats zooals ze nu is.
Zandvoort kan qua badplaats de ver
gelijking met Noordwijk op geen stukken
na doorstaan. Verkeert Zandvoort geogra
fisch in ongunstiger positie dan Noordwijk?
Dat gelooven wij niet. De badgasten
buiten- zoowel als binnenlandsche
komen in Noordwijk aan via Den Haag of
Leiden. Die voor Zandvoort kunnen den
sneltrein tot Haarlem benutten en de reis
per electrische of per trein via Overveen
voortzetten. Hier zou, zooals de burgmees
ter terecht opmerkte, de electrificatie van
de spoorlijn HaarlemZandvoort een aan
merkelijke verbetering kunnen brengen.
Van overwegend bezwaar lijkt ons dit in-
tusschen niet.
Noordwijk laat niets onbeproefd om de
vreemdelingen te trekken. Hier werken ge
meentebestuur en particulier initiatief
samen, om de badplaats tot een voor den
vreemdeling aantrekkelijk oord te maken.
Hotels en pensions worden voor het
meerendeel bevolkt door buitenlanders,
hoofdzakelijk Duitschers,
Voor Zandvoort bestaat op dit punt geen
middenweg. Zij moet óf de zaak flink aan
pakken en alles aanwenden om den vreem
deling te lokken óf de exploitatie geheel
opgeven. De halfheid, welke nu heerscht,
wreekt zich. Een lofwaardige poging in-
tusschen is het aanleggen der Kennemer
golfbanen, b.v. waarvan voor het volgende
seizoen de resultaten, den verkeersaanwas
hopelijk voelbaar zal worden. Wat is er in
Noordwijk niet bereikt met de tennissport?
Het is te overbekend, om dat hier nog in
bijzonderheden mede te deelen.
Houden sommige Zandvoorters zich vast
aan het denkbeeld Zandvoort als badplaats
op te geven, dan rijst de vraag, hoe in eco
nomisch opzicht verbetering is te brengen,
verhooging van het welvaartspeil is te be
reiken.
Wanneer door een betere en kortere ver
binding met de oipliggende gemeenten
Zandvoort als oord van vestiging meer zal
begeerd worden, dan moet er ter bevoeg-
der plaatse met man en macht gewerkt
worden deze te verkrijgen. Zandvoort moet
geen plaats zijn, die, zooals thans het geval
is, ontvlucht wordt om de belastingen, maar
begeerd wordt. Kan op deze manier binnen
de gemeente meer welvaart worden ge
bracht, dan kan de door ieder zoo geschuw
de belastingverhooging achterwege blijven.
Er is niets, dat fataler werkt dan belasting
verhooging, hoe zeer dit middel dan ook als
eenig redmiddel moge worden aangeprezen.
Bestaan er buiten deze nog andere moge
lijkheden? Bij beter vervoer zou vestiging
van nieuwe industrieën niet tot het onbe
reikbare behooren.
Belastingverhooging en bezuiniging. Het
is het oude lied, dat men al zoo vaak ge
hoord heeft.Het eerste sluit in zwaarderen
druk voor de bevolking en mindere ge
zochtheid van buiten als plaats van vesti
ging. Bezuiniging roept andere schrikbeel
den op en naar onze meening moet de eco
nomische saneering langs anderen weg ge
zocht worden, om te vermijden dat Zand
voort nog dieper in de impasse geraakt.
Voor den inhoud van deze rubriek steK de
Redactie zich niet aansprakelijk.
De verbindingsweg AmsterdamDen
Haag.
Te Haarlem, nabij het Plein, is in den weg
een kromme, smalle trechter. Aan die trech
ter ligt een reparatieinrichting voor motor
wagens, waar soms vele auto's enz. staan.
Het passeeren wordt daardoor nog bezwaar
lijker.
Het in- en uitzicht, (op die trechter),
wordt bemoeilijkt door een reclamezuil,
een gebouwtje, en daartusschen een verver-
schingstent. Elders zou wellicht, met grooten
tegenzin, ter wille van het verkeer, tot het
opofferen van de boomengroep zijn over
gegaan, hier is de hindernis nog vergroot.
Aan wat eenmaal is valt niet veel te veran
deren; toch is het gewenscht dat voortaan
geen vergunning wordt gegeven om repa
ratieinrichtingen ,te vestigen die gelegen
zouden zijn aan de hoofdwegen, want het
brengt mede dat de weg door motorwagens,
wordt ingenomen.
Toezicht op wegenbelasting geeft èn
voor rijders, èn voor ambtenaren, vee!
moeite, die moeite zou voor beide veel
minder worden indien na de eerste weging,
(contröleering van het gewicht), op de bas
cule, daarvan een onderteekende stempel
afdruk op het biljet werd gesteld. Daardoor
zou èn voor publiek, èn voor ambtenaren,
voorkomen worden dat wellicht, op hetzelfde
traject, herhaaldelijk van de bascule gebruik
wordt gemaakt, terwijl het bij stempelen
met vertoonen van het biljet afloopt. Het
onnoodig opbrengen geeft moeite voor het
verkeer, houdt ambtenaren van nuttig werk
af-
Een koopje voor het toezicht het vrij
sprekend vonnis toen, op bevel van ambte
naren, op een eenzamen weg, niet werd stil
gehouden. Wat toch is een eenzame weg?
De angst van een bestuurder kan daarbij
een rol spelen. Door zich voor ambtenaar
uit te geven kwam nog geen berooving voor,
en zou, zoolang dat niet het geval is, geen
vrijsprekend vonnis verwacht zijn. Een
uniformpet, of wat dan ook, geeft al evenmin
waarborg want die kwaad wil zal er zich,
op een eenzaam gedeelten van den weg, van
bedienen Wil men echter absoluut een dis
tinctief, geef dan geen chapeau, maar een
pet dague die op zak kan worden gedragen
en opgezet als auto's zijn aan te houden.
Gewenscht zou het zijn indien garages,
in nauwe straten, geweerd konden worden.
Bijna altijd staan daar wagens voor de deur,
en blijft nauwelijks plaats voor voetgangers
en rijwielen over.
Het idee, hoe moeilijker de passage, hoe
minder snelheid, en ongelukken, is uit den
tijd; de aandacht heeft zich gericht op:
„snelverkeer zoo veilig mogelijk te maken."
Haarlem 2 Aug. 1927. HOUWmG>
Oud-ontvanger van het kantoor
Haarlem invoer en acc.
Een der verdachten gearresteerd.
Men meldt uit Zwolle:
In verband met den diefstal van de brand
kast met 250 uit het kantoor van de
Automaat aan den Meppelerweg, wordt
medegedeeld, dat mede dank zij de onver
moeide opsporings-pogingen van den hoofd
inspecteur der Zwolsche politie, den heer
G. J. Lettinck, een der daders van dezen
diefstal is gevat.
Hij heeft een volledige bekentenis afge
legd en is thans op last van den rechter
commissaris ingesloten in het huis van be
waring te-Zwolle,
De' chauffeur gewond.
Gisterenmiddag is op den Rotterdamschen
weg een vrachtauto van de Zuid-Holland-
sche Raffineerderij van Petroleumprotucten
te Loosduinen, geladen met ongeveer 2
duizend liter benzine, tengevolge van een
defect aan de stuurinrichting in volle vaart
tegen een boom gereden.
eerste hypotheek verstrekt op het groot
Seminarie der Orde te Freiburg in Breis-
gau, getaxeerd door den heer Max. Muller,
vereid. Bezirksbauschatzer te Freiburg
i/Br. op een waarde van R.M. 820.000, als
mede op het huis Maria-Martental te Lau-
bach bij Coblenz, door „Hohenzollern" Ver-
sicherungs A. G. gewaardeerd op R.M.
130.000, benevens waardevolle bouwgron
den, groot 84 H.A., ter waarde van pl.m.
R.M. 150.000.
Buitendien heeft de Duitsche provincie
der Orde, vertegenwoordigende 15 huizen,
zich met al haar vaste goederenbezit on
voorwaardelijk borg gesteld voor rente en
hoofdsom.
De leening is in haar geheel aflosbaar a
pari na 20 jaren, zoodat zij op den lsfen
Augustus 1947 geheel moet zijn gedelgd. De
Congregatie behoudt zich het recht voor te
allen tijde tot vervroegde of versterkte
aflossing over te gaan, met dien verstande,
dat vóór den lsten Augustus 1934 geen af
lossing zal mogen plaats vinden. Te begin
nen in 1935 zal jaarlijks 27000 4 pari wor-
d en afgelost, door middel van jaarlijksche
uitloting.
Als Trustee voor Obligatiehouders treedt
op de Spaarne-Bank te Haarlem, welke ge
acht wordt door de obligatiehouders onher
roepelijk te zijn gemachtigd hunne belan
gen in den ruimsten zin des woords te be
hartigen.
De chauffeur van den auto, H. van Et-
tinger werd door de voorruit van den wa
gen geslingerd, waarbij hij een bloedende
wond aan de pols bekwam. Per politie-
brancard is hij naar het ziekenhuis vervoerd.
De auto, die geheel vernield is, werd
door een bergingswagen van den heer De
Graaf weggesleept.
DE TOCHT VAN DE „PRINS HENDRIK"
NAAR FRIESLAND EN DE
ZUIDERZEEWERKEN.
Donderdagmiddag is het instructievaartuig
„Prins Hendrik" te Harlingen aangekomen.
Gedurende den tocht van Leeuwarden
naar Harlingen werden besprekingen inzake
het lager Onderwijs aan schipperskinderen
ingeleid door den heer S. J. Efferen uit Rot
terdam, gehouden.
Als slot van de besprekingen werd de
volgende resolutie aangenomen.
„De vergadering van directeuren en leer
aren der Binnenvaartscholen van het Onder
wijsfonds voor de Binnenvaart en van de
overige vakscholen, alsmede van vertegen
woordigers van vak- en onderwijsorganisa
ties, enz. gehouden aan boord van het In
structievaartuig „Prins Hendrik" van het
Onderwijsfonds voor de Binnenvaart,
gehoord de besprekingen over de wijze
waarop zoo goed mogelijk het lager onder
wijs aan schipperskinderen kan worden be
vorderd, zoolang de regeering geen leer
plicht voor schipperskinderen in de wet
doet opnemen,
spreekt de wenschelijkheid uit, dat de
schipperskinderen minstens drie jaar lager
onderwijs ontvangen,
dat voor dit doel zooveel mogelijk schip-
persscholen en -klassen in den lande wor
den opgericht, waar volgens een uniform-
leerplan onderricht wordt gegeven,
acht het in elk geval zeer urgent, dat de
regeering de middelen verschaft plaatsing
aan den wal te bevorderen en wel in dien
zin, dat het Onderwijsfonds voor de Binnen
vaart wordt aangewezen als centrale instel-
'•ng, van waaruit de administratie der geld
middelen, zoowel als de registratie en orga
nisatie van dit onderwijs worden geregeld."
6J4 Pet. eerste hypothecaire 20-jarige
obligatieleening groot 350.000,
Van 5 Augustus 1927 is o.m. bij de
Spaarnebank te Haarlem, Amsterdam en
Beverwijk de inschrijving opengesteld op
e«n 6% pet. eerste hypothecaire 20-jarige
obligatieleening, groot 350.000 nominaal,
ten laste van het „Katholieke Studiehuis,"
Katholieke Studiebeurs) te Freiburg, in
Hukken van 1000 en 500.
Het Katholiek Studiehuis, Congregatie van
de Priesters van het Heilig Hart, is inge
schreven in het Handelsregister onder den
naam „Katholisches Studienhaus" G.m.b.H.
te Freiburg in Breisgau.
De Congregatie wenscht, daartoe ge
machtigd door de Kerkelijke Overheid, een
6)4 pet. eerste hypothecaire obligatielee
ning aan te gaan, groot 350.000, nominaal,
welk bedrag gedeeltelijk zal worden aan
gewend voor de aflossing van een eerste
hypotheek, verstrekt door de gemeente
Freiburg i/'Breisgau en een grootbank, groot
R.M. 350.000, op het seminarie aldaar, en
R.M. 35.000, voor aflossing van een hypo
thecaire schuld op het huis „Maria Marten-
tal' te Laubach bij Coblenz. Het restant
zal dienen voor de verdere inrichting van
het huis.
Als zekerheid voor de richtige nakoming
van de uit deze obligatie-leening voort
komende verplichtingen tot betaling van
rente en aflossing, heelt de Congregatie een
(PER RADIO).
GRONINGEN, 4 Aug, Hedenmiddag is
alhier de 17-jarige zoon van den heer An
ton v, d. Giessen. veldwachter te Hoog
Blokland, bij het zwemmen m de Linge ver
dronken.
v*
PARIJS, 4 Aug. De „Humanité" meldt,
dat de Compunistsche Conféderation du Tra
Travail besloten heeft tegen Maandag a-.s.
een 24-urige staking te proclameeren, in
dien het doodvonnis tegen Sacco en Van
zetti gehandhaafd wordt.
Drie militairen veroordeeld.
DEN BOSCH, 4 Aug. De Krijgsraad ver
oordeelde wegens straatroof twee maal ge
pleegd respectievelijk op den 7den Juni
1927 in de Scheveningsche Boschjes en op
9 Juni 1927 op het Scheveningsche strand,
de gewezen dienstplichtige huzaren C. N.
en M. v. D„ alsmede den korporaal T. K.
allen van het 2e regiment Huzaren te
's-Gravenhage onderscheidenlijk tot twee
maal twee en een half jaar, twee maal zes
maanden en twee maal een jaar gevange
nisstraf, allen met ontslag uit den militani-
ren dienst. Tegen dit vonnis is door de vèr-
oordeelden hooger beroep aangeteekend,
zoodat deze zaak in tweede instantie zal
worden behandeld voor het Hoog Militair
Gerechtshof te 's-Gravenhage.
•353»
KW
Een brief van pater C. Senge S. V. D, over
de aadbeving in Kansoe.
Vanuit 't Missiehuis te Uden zendt men ons
den volgenden brief, door pater C. ben?e
S. V. D. uit Kansoe geschreven aan zijn
medebroeders in het missiehuis te Uden.
O Kruisdagen van het jaar Onzes Heeren
1927!
in de Roomsche streken van het verre
vaderland, trekken de gcloovigen op die
dagen in processie door de velden.... Uan
dringt met het gezang der vogeltjes
omhoog door de lentelucht hun zingen en
bidden; „Ora pro nobis! Bid voor ons!
„Libera nos Domine! Verlos ons, Heer.
„Van pest van hongersnood ^an aard
beving.... verlos ons, Heer!" Hoe vaak
hebben we 't, vanaf onze kinderjaren, mee-
gebeden, zonder te begrijpen, wat de ver
schrikkelijke inhoed van die beden was....
Nu weten wij het; nu hebben wij het geleera,
nu hebben wij het geleden!
„Wan de vreeselijke pest velos ons,
Heer!" Zoo smeekten we i de bange "aScn
en weken van Mei, toen zes van onze Mis
sionarissen ziek lagen aan de typhus; binnen
drie weken tijds daalden drie hunner ten
grave.
„Van hongersnood verlos ons, Heer. Lie
eindelooze karavaanweg, die in 'n lengte van
Petograd tot Madrid ons missiegebied door
snijdt, is een weg geworden van honger en
ellende, een weg waarop duizenden en dui
zenden door den allerbittefsten nood des
levens worden voortgejaagd. Lijden en 'ge
raamten van verhongerden zijn de eenige
wegwijzers aan dezen eeuwen-ouden histo-
rischen weg
„Van den gecsel der aardbeving'Wie
dacht daar nu aan? N u allerminst, na de
dagen der voorafgaande zware beproevingen
nu de lente binnentrok om ons weer tc
troosten met nieuwe hoop, met nieuwe ver
wachting en nieuwe vruchtbaarheid op de
wachtende velden.
Dien laatsten, gelukkigen Zondag-avond
reed ik stil en alleen door de wijd-uitge-
strekte hoogvlakte, ongeveer in het midden
van ons missiegebied. Van het Zuiden uit
zagen de eeuwig-witte koppen van de 5000
Meter hooge bergreuzen op mij neer, die
wellicht de eenige mensch in een omtrek
van uren en uren stil mediteerend verder
fenk naar een van mijn christelijke dorpjes
Heel vermoeid kwam ik er aan; maar wat1
gedaan moest worden, werd afgedaan: ik be
reidde de menschen voor, hoorde hun biecht,
bad samen met hen het avondgebed en
onderhield ik me nog een tijdje met hen
immers, de goeie menschen krijgen hun
priesters maar zoo zelden te zien.... Toen
de sterretjes de wacht betrokken, strekte
in mijn vermoeide leden op 't leemen rust
bed uit. Morgen (zei 't meditatieboek) be
ginnen de kruisdagen!
Een heerlijk-schoone Meimorgen kwam op
na dien helderen lentenacht. Als even
veel majestueuze altaren in den tempel van
Gods natuur, stonden daar de bergen van
't Zuiden in 't heerlijk morgenlicht. De zon
kleurde de onafzienbare vlakte als met
gloeiend goud. Groote kudden kameelen zag
ik grazen ginds in de wazige verte tot aan
den horizon. Tal van bergadelaars hingen
als stippen hoog-boven in de wolkenlooze
lucht. Daabij heerschte er een plechtige,
kalme rust, zooals men die alleen in de dalen
der Centra-Aziatische hooglanden kent.
Wie dacht daar nu aan aardbeving?
Plots beeft 't onder mijn voeten. Slechts
één oo-genblik. Wel schrik ik ervan, doch
herstel me spoedig niet vermoedende wat
't eerstvolgende halve uur brengen zal,
Mijn christenen waren allemaal reeds in t
kerkje verzameld. Hun morgengebed, over
luid gezongen, weergalmt door den stillen
morgen. Na de onderrichting, bekleed ik me
met de priesterlijke gewaden en begin mijn
predikatie voor de menschen, die oplettend
voor me zitten neergehurkt op den leemen
vloer. Ik spreek tot hen over de verganke
lijkheid van 't aardsche.... „We zijn voor
iets beters, voor iets hoogers, geboren....
Binnen eenige dagen is 't Christus Hemel
vaartsdag.De Hemel is ook ons doel en
vaderland; voor den Hemel zijn ook wij
Een schok, een stoot, alsof de moker
van 'n onderaardschen reus tegen onze aard
bol werd geslagen. Allen stormen gillend
naar builen. Als laatste springen ook ik t
deurtje uit en bevind me op 't binnenplein-
tje naast de kapel. De schokken herhalen
zich. Onwillekeurig pakken allen elkander
vast, daar 't voor den enkeling onmogelijk is,
zich op de beenen tc houden. Ten gevolge
van 't dichte stof, dat plotseling in reus
achtige, onheilspellende wolkeu omhoog-
stijgt, is binnen enkele minuten de zon totaal
verduisterd, zoodat we geen hand meer voor
de oogen kunnen zien.... Bij een volgenden
hevigen aardschok stort plotseling, onder
oorverdoovend geraas, een geweldige toren
die in vroeger tijd tot bescherming tegen de
roovers gebouwd was, op ons kerkje neer
en vernielt er muren en balken en boomen,
onder een kortstondig, maar onbeschrijfelijk
gekraak. Er volgt een oogeniblik rust ge
lijkende op 't zwijgen van de zware artillerie
vóór haar nieuwen en heviger aanval.
Voortdurend zwartere en zwaardere stof
wolken leggen zich in dikke lagen op ons
neer.
Ik slaag er, na eenige moeite in, mijn
Christenen te tellen, God dank. geen enkel
hunner ontbrak; geen enkel was. gedeerd.
Buiten op straat hooren we vrouwen
schreiend en schreeuwend van angst loopen
rondom de bouwvallen van haar huizen. Zij
zoeken haar kinderen, zij zoeken haar goed.
Geen mogelijkheid meer, want alles ligt on
der het puin begraven!
Wat te doen?.... Ik pak een flesch met
wijwater en spoed mij naar buiten met m'n
katechist. Dra zijn we midden onder de hei
denen, kostbare, onsterfelijke zielen, die
wellicht nu voor eeuwig gered kunnen wor
den. Vlak bij den ingang der vernielde ka
pel ligt, kermend van pijn. een vrouwtje
van 'n 70 jaar. Haar been is door 'n vallend
steenblok totaal verbrijzeld. Zelf smeekt zij
om het Doopsel. Een koTte akte van gelooi
van berouw ik doop haar binnen
eenige minuten reeds is zij dood. Inlusschen
blijft de grond onder mijn voeten wankelen.
De massale, tot 15 M. hooge, vestingachtig
gebouwde boerenhoeven de schuts en de
trots van hun bezitters liggen als kaar
tenhuizen door elkaar gegooid en hebben al
wat zich daarbinnen bevond, in hun val be
dolven.Ik zie er de allervreeselijkste
tafereelen. Moeders loopen half-waanzinnig
om de puinen en roepen de namen van haar
kleintjes tevergeefs! Rijke grondbe
zitters, welgestelde boeren, zitten hope
loos en radeloos neer bij wat nog voor
eenige oogenblikken hun woning was. Hun
gezin is dood, hun vee verpletterd, de
vruoht van hun jarenlange zorgen en zwoe
gen als met één slag vernield.
Ik spoed denzellden weg weer terug naar
ons erf, langs en temidden van klagende,
jammerende, schreiende menschen. Ook
een deel van mijn christenen is nu van hub
huis teruggekeerd; ik hoor reeds aan hun
mededeeling, dat de meesten alles verloren
hebben. Nu eens hier, dan eens daar moet
ik 'n oogenblik blijven staan om naar de
berichten te luisteren, hen met een goed
gemeend woord te troosten., hun hulp te
beloven Hulp! Ocharm; zelf !heb ik
letterlijk nie s dan 't naakte leven gered.
Hoe zou 't op de andere missiestal cs uit
zien? Vlug de rijdieren gezadeld! Maar ze
weigerden en steigerden van angst. Pas na
twee uur ben ik zoover, dat ik vertrekken
kan. Nu 't eerst naar St. Benedictus, den
grootsten van mijn missiepost, benedenin 't
dal. De bergen zelfs die in mijn onmid-
delhjke nabijheid zijn onzichtbaar door t is. A1|en raden 't me af. De wi,de b
Stof. Aanhoudend blijft de grond onder mijn rivier doQr de neergestorte bergmassa
-n beven. Op dc velden, die ik passeer, I buiten i.aar
nPVPf.ci rfptrnrlon €>n flrnirif pi
voeten beven Up de velden, die ik passeer, I buiten haar oevers get"reden en dreTgT elk
ontwaar ik talrijke vuren van heidensche of-oogeoWik met doorbraak. Op een andere
lers; men verbrandt er de lnken van de ::j,ij__
men verbrandt er de lijken van de
verongelukte kinderen in stroo gepakt, als
verzoenigsoffers aan hun vertoornde goden.
Uit alle huizen en hutten dreigen luide jam
merklachten; overal zijn dooden, overal ge
wonden, overal hoort men kermen van
Pijn.... Tegen den middag ontmoet ik een
herder uit mijn gemeente. Op mijn vraag
naar den toestand aldaar, geeft hij vol op
winding ten antwoord. „Ping ping di" (Alles
bgt voor den grond)Verder maar, ver.
der!
Van hier uit kon ik altijd reeds uit de
ver.e, 't vriendelijk torentje van St. Bene
dictus zien; maar nu niets anders meer dan
rookende bergen. Vreeselijker dan boven
heeft de aardbeving beneden gewoed. Tal
rijke dooden; alles vernield. Wat ik met de
bulp van edelmoedige zielen in verschillen
de jaren van harden arbeid tot stand ge
bracht had, is met één slag verpletterd. Ik
v°uw de handen, beef van smart; ik tracht
f® bidden.... „De Heer heeft gegeven, de
Fleer heeft genomen....!"
De dorpsbewoners (mijn christenen onder
hen) liggen op de velden, plat ter aarde van
angst. Ik wil ons erf op, maar kan niet:
zware steenblokken versperren mij den
Y"eê- De mooie kerk, verleden iaar Pas. fj®"
bouwd ligt in puin; mijm woning vermeld;
do school vernield; weeshuis,, stallen, om
heiningen, alles, alles ligt er vermeld. Tal
van i" zhn zijn zwaar gewond; ik hoor
hun biecht, dien hun het H. Olicse toe....
aan velen, helaas, te laat!
Nu naar de volgende statie? Ze ligt weer
°P de bergen, 3900 meter hoog, te herei
ken langs smalle bergpaden en door diepe
raveinen. Geen mogelijkheid! Immers de
bergen staan te wankelen.... onophoude
lijk storten groote bergmassa® langs alle
l anten 't da! in. Dan naar Tsakov een an
dere chrF tel i' ke gemeente in de rivier
vlakte. Van een bepaald punt kon ik tot
mijn troost 'l kerktorentje nog zien. Na 'n
half uur rijdens on'moet ik een mijner con-
fraters op weg naar St. Benedictus. Wat
een weerzien. Hij vertelt me, dat ook
z'»n christenen, als door n wonder, voor
den dood gered zi.n- ofschoon bij den eer-
eten schok allen in dc kerk waren,
t Kerkje *;lf staat nog ovccird
scheef
gescheurd, en voortdurend
ma
op
punt on ineen te storten.... Van hitte c
droogte zi'n miin lippen gesprongen; inv
medebroeder stelt me in staat, mij 'n wci-
n'g te verfrisschen. Ik spreek mei hem over
mijn plan de bergparochie te bezoeken,
die van hier uit gemakkelijk te bereiken
plaats snijdt een heete bron u den pas af!
Overal komt ge voor nieuwe, woeste rivie
ren en.beken te staan!"
Toch dringt en dwingt mij de gedachte
aan mijn DÜcht: ik moet 't tenminste pro-
beeren! Zoo begaf ik me op weg, maar
moest telkens omwegen zoeken tengevolge
van de nieuwe rivieren.
Ik kwam tot bij Sijang, 'n soort vesting
uit den tijd der koloniale oorlogen. De
plaats met haar echt-Chineesche straatjes
en slopies leek wel onderste-boven ge
gooid. Er heerschte een onbeschrijfelijke
^rwarring van menschen en beesten; ze
dwaalden er langs talrijke vuren, wezenloos
rond, door de eigenaardige, schemerachtige
lucht versuft, verbijsterd.
't Onheilspellend beven van den grond
't akelige onderaardsche gerommel, blijlt
aanhouden. Uit de dalen hoor ik 't snor
kend bruisen van 't woeste water, dat een
uitweg zoekt. De weg wordt smaller. Op
vele plaatsen liggen kadavers van koeien
en schapen, cie van de bergen zijn neer
ges or We komen bij een smalle brug
over een wildschuimende rivier. Op 't
punt ze over te steken, schrikken we, door
een nieuwen hevigen schok. Daarna weer
rust. We wagen den overgang bij een
tweede brug. Hier komt ons een man te
gen uit de bergen, die ons reeds op de
hoogte brengt van den toestand daarbo
ven. ,,'t Hoofd van de christenen is dood;
geheel de gemeente is bedolven!"
Vooruit! Vooruit!
In de dalen zien we nu nog talrijker
vuren dan voorheen; vele menschen ver
branden er hun laatste voorwerpen om
zich eenigszins te beschermen tegen de
koude van den thans invallenden avond en
nacht.We trektcn verder en verder
door de akelige duisternis dubbel hin
derlijk door 't dikke stof, dat de lucht
vervult. Onder ons bruisen, en brullen
als 't ware de geweldige, ontembare mas
sa's water.
Omstreeks middernacht bereiken we
onze eerste christenen, Sprakeloos van
angsl en leed, brengen ze ons naar wat
orze missiestaiie is geweest. Geheel het
'orp rén puinhoop, een graf! Ook onze
zpei is ge'-cel verdvenon. Geen mogelijk-
H er nog .'t noodigste te vinden voor
't opdragen der 'I. Mis. Stervende heidenen
nneeken om 't H. Doopsel. De rest var
den nacht breng ik door in een paarden-
ruif voordurend opgeschrikt door hevige
schokken, In de .eerste mogenuren verwek
ik met de menschen langzaam en luid een
acte van berouw, geef hun de algemeene
absolutie en onderneem dan aanstonds
weer den terugtocht naar beneden
Wat we in de avonduren en in den nacht
niet duidelijk haddea onderscheiden, legt
het daglicht ons nu ten volle bloot
De heidensche pagoden en tempeltjes op
de bergen liggen alom verpletterd langs
den weg; hoofden, armen, beenen en de
bondgeschilderde buiken van duivels en
afgoden liggen overal in het gras. Krengen
van afgestorte koeien en schapen verpes
ten de lucht en ook uit de huizen en hut
ten dringt de reuk der lijken. Ter be
scherming tegen wind en weer, hebben de
menschen hun geïmproviseerde hutten met
de huiden van het doode vee behangen
onbekommerd om den afschuwelijken
stank. Ezels met draagbaren vol kreu
nende gewonden trekken met ons denzelf
den weg langs, naar beneden.
Na eenige uren bereiken wc Tsakow,
waar ik na een korte rust de H. Mis kan
opdragen. Hierop, met mijn confrater, naar
Sihiang, de hoofdstatie onzer missie.
Alles kampeert ook daar onder den
blooten hemel. We vinden er de kerk ver
woest en het weeshuis vernield. Moeder
Overste bij de eerste aardbeving ge
dood rust al in dit koele graf. Ook hier
volgen de Jobstijdingen elkaar de eene
nog erger dan de andere.
In geheel ons missiegebied staat er thans
geen enkel kerkje meer overeind. *t Laat
ste, aardige kapelletje, dicht bij de grens
van Mongolië, is, naar ik verneem, nu ook
ingestort.
Heden, nu ik dit schrijf *t is dc 16de
dag der voortdurende aardbevingen weet
ik, dat in mijn gebied 100 pCt. onherstel
baar vernield is. Niets heb ik gered, niets
dan 't arme leven.... Dag en nacht breng
ik builen door op een hoogte van
2000 M. Wat moet ik beginnen, als niet
spoedig hulp komt? Wat beginnen, wanneer
in 't najaar de hevige ijsstormen van Thi
bet zullen neerbruisen en dc ruwe winter
hier zijn intocht houdt?
Bange vragen voor een armen missk»na-
ris die verlaten en moederziel alleen staat
in de woestijn van Midden-Azië. Zal men
in'Europa, zal men in Nederland, de stem
van den missionaris, op zulk een afstand
hooren en hem wat steentjes zenden f,ot
heropbouw van.... och, tenminste van ééni-
gc der voornaamste missieposten:
St. Benedictus, S. Anna, St. Jozef, St.
Treesje, St. Augustinus
O vrienden in Europa „voor den Gr*-
sel der Aardbeving beware U de HeerH