Buitenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Wat zal hij er mee doen?
SOCIAAL J-EVEN.
Uit de Textielindustrie
KERK EN SCHOOL.
RADIONIEUWS.
BerlijnBuenos-Aires.
Het nieuwe retraitenhuis
te Bergen.
Een brutale inbraak by de
firma Citroen in de Kalver-
straat te Amsterdam.
Een sigarenmakerij in de
hoofdstad uitgebrand.
FEUILLETON.
Het examen-slachtoffer.
De Vlootconlerentie. De
Japacsche bemiddeling.
De Engelsche gezant bracht opnieuw een
bezoek aan Kellogg, den minister van Bui-
tenlandsche Zaken, doch gemeld wordt, dat
de besprekingen de vlootdiscussies niet in
een nieuwe fase hebben gebracht.
De leiders der drie delegaties hebben
w oensdagavond van tien tot twaalf uur be
raadslaagd.
Na afloop deelden zij mede dat de open
bare zitting der Vlootconferentie Woensdag
zou doorgaan.
Zij waren overigens buitengewoon geslo
ten, maar uit verschillende aanwijzingen
valt af te leiden dat de bijeenkomst van
Donderdag de laatste zal zijn, en dat de
conferentie daarmede eindigen.
De vlootconferentie. Het einde.
De gemeenschappelijke verklaring, die in
de openbare zitting der vlootconferentie
w-erd voorgelezen en aangenomen, ver
klaarde dat op vele belangrijke punten
voorloopige overeenkomsten waren bere'kt.
Deze punten van overeenstemming had
den in het bijzonder betrekking op de be
perking van de duikbooten en destroyers
en eerst toen de conferentie zich ging be
zighouden met de beperking der kruiser
klasse, ontstonden de moeilijkhedén. De
verklaring zet de uiteenioopende standpun
ten te dezer zake uiteen, Zij zegt dat ver
schillende methoden waren overwogen om
deze standpunten met elkaar te verzoenen,
doch dat, ofschoon aanzienlijke vorderingen
ware gemaakt, en de meeningsverschillen
verkleind, geen .wederzijds aannemelijk
plan was gevonden om de Britsche en
Amerikaansche aanspraken met elkaar in
overeenstemming te brengen. De gedele
geerden hadden het daarom verstandig ge
acht, de conferentie te verdagen met deze
openhart ge verklaring van de onderschei
dene standpunten, en het vraagstuk ter
verdere overweging voor te leggen aan hun
regeeringen, in de hoop. dat raadpleging
tusschen hen zou kunnen leiden tot een
spoedige oplossing ervan. Verder kwamen
de gedelegeerden overeen, bij hun onder
scheidene regeeringen de wenschelijkheid
te bepleiten, dat de onderteekenaars van
het verdrag van Washington schikkingen
troffen voor hel bijeenroepen van een con
ferentie ingevolge paragraaf V van artikel
21 van dat verdrag en wel vóór Augustus
1931, den datum neergelegd in de bepalin
gen van het verdrag, opdat een beslissing,
door een zoodanige conference verkregen,
van kracht zou kunnen worden voordat
wordt begonnen met het program voor den
bouw van slagschepen, n.l. in November
van dat jaar.
Naar aanleiding van het afbreken van de
vlootconferentie te Genève zeide Tanaka,
de eerste minister, dat de. regeering zal
overgaan tot «ie publikatie van een ver
klaring, waarin zij de omstandigheden zal
uiteenzet.en en duidelijk haar oprechte
vastbeslotenheid zal doen uitkomen tot het
doen van pogingen voor de verwezenlijking
van het ideaal va een ontwapening van de
geheele wereld.
De woordvoerder van het minsterie van
Marine is van meening, dat een der voor
naamste oorzaken, die de mislukking van
de vlootconferente te Genéve hèb'oen te
weeggebracht, de kwestie van de noodza
kelijke eischen uit het oogpunt der na
tionale verdediging is. Hij is eveneens van
meening, dat toen de conlerentie werd hij-
eengeroepen er een onvoldoende bestudee
ring en analyseering van den toestand had
plaats gehad. De belanghebbende regeè-
ringen zouden hebben moeten weten, hoe
groot de verschillen tusschen het Ameri
kaansche standpunt ten gunsie van groote
kruisers, en het Britsche standpunt van
vele kleine kruisers waren, en ook of zij
onverzoenlijk waren.
In een gisteren gepubliceerde officieele
verklaring zegt Keliógg, de minister van
Buitenlandsche Zaken, oa.: Ik acht de
mislukking om op het oogenblik een over
eenkomst te sluten, niet ais definitie!, ik
ben er van oveftuigd, dat de te Genève ver.
richtte arbeid het mogelijk zal maken, een
grondslag te vinden, die de verschillende
standpunten met elkaar verzoent en weldra
het sluiten van een overeenkomst voor de
beperking van het kleine oorlogsmaterieel
zal veroorloven."
Kellogg zeide voorts: „Ik ben er zeker
van, dat het gebrek aan succes geen ver
andering zal brengen in de hartelijke be
trekkingen tusschen Groot-Britannië en de
Vereenigde Staten."
De Lotuskwestie.
In de groote rechtzaal van het Vredes
paleis te 's-Gravenhage is de behandeling
aangevangen van het geschil tusschen de
Fransche en de Turksche regeeringen naar
aanleiding va de op 2 Augustus 1926 voor
gevalles aanvaring tusschen het Fransche
stoomschip Lotus en het Turksche kolen-
schip Boz-Kourt, welk laatste tengevolge
van die aanvaring is gezonken, waarbij acht
Turksche onderdanen zijs verdronken. Zoo
als men zich zal herinneren, is naar aan
leiding hiervan, toen de Lotus de haven van
Konstantinopel was binnengeloopen, de of
ficier van de wacht Demous door de Turk-
•ebe autoriteiten gearresteerd en is een
strafvervolging tegen hem ingesteld, die met
zijn veroordeeling is geëindigd. Hij is echter
ten slotte onder borgtocht vrijgelaten (de
u'tspraak is niet definitief, daar cassatie is
aangeteekend), waarna de Fransche autori
teiten te Marseille de zaak hebben onder
zocht en geconcludeerd hebben, dat de be
trokkene niet schuldig was.
Aangezien de Fransche regeering van er een oprechte geest van de Russen uit
oordeel was, waar de aanvaring is geschiedt blijkt om met ons samen te werken en daar
in volle zee en buiten de Turksche territo-J om meen ik, dat het oogenblik is aango-
riale wateren en de bewuste officier zicht broken om over te gaan tot den aanval,
bevond aan boord van een schip, dat de[ Doch het is i^og mogelijk, dat zij niets van
Fransche vlag voerde, dat de Turksche au
toriteiten niet bevoegd waren een strafver
volging deswege in te stellen, te minder
waar het verkeerd manoeuvreeren, indien
dit zou hebben plaatg gehad, een overtre
ding zou uitmaken niet van de Turksche,
doch van de Fransche reglementen, heeft
zij zich te dier zake tot de Turksche re
geering gericht en zijn partijen overeenge
komen, bij een speciaal compromis de vraag
te onderwerpen aan het oordeel van het
Permanente Hof voor Intern. Justitie, of
Turkije, door de instelFng van de bedoelde
strafvervolging, in strijd met art. 15 van de
conventie van* Lausanne van 24 Juli 1923,
volgens welke de gerechtelijke bevoegdheid
van Turkije tegenover onderdanen van de
overige contracteerende mogendheden moet
worden uitgeoefend volgens de beginselen
en zoo ja, welke beginselen heeft geschon
den.
Voor de Fransche regeering trad op prof.
Basdevant. Deze zette uiteen, dat het Fran
sche standpunt onveranderlijk is geweest:
Turkije is niet gerechtigd op bevoegdheid
aanspraak te maken ten aanzien van een
strafvervolging in deze zaak volgens het in
ternationale recht, omdat het feit is bedre
ven door een vreemdeling buiten het Turk
sche territoir, aan boord van een Fransch
schip, welke navigatie beheerscht wordt
door Fransche reglementen. Het Hof moet
volgens de vraag, zooals deze is het com
promis is geformuleerd, de houding van
Turkije beoordeelen volgens internationaal
recht en .nagaan of het volgens dit recht
tot het instellen van de strafvervolging be
voegd was.
Frankrijk beweert niet, dat er geen an
dere competentie in strafzaken is dan de
territoriale competentie van de vlag, maar
wanneer Turkije aanspraak maakt op een
subsidiaTe of daarmede concurrerende
competentie, dan zal het Hof moeten uit
maken of deze in dit geval door het inter
nationale recht wordt erkend
Nagaande het middel dat door de tegen
partij werd opgeworpen, volgens hetwelk
het gepleegde feit moest worden gelocali-
seerd, niet op het Turksche, aangezien de
slachtoffers van de aanvaring zich daarop
bevonden, meende prof. Basdevant, dat,
wanneer deze redeneering zou opgaan, de
Fransche echter dan inderdaad onoevoegd
zou zijn om van het rosdrijf kennis te
nemen. Maar in de eerste plaats is het re
sultaat van het misdrijf veeleer door de
zee teweeg gebracht dan op het schip; im
mers de slachtoffers zijn in de zee ver
dronken.
De manoeuvre is geschied, aldus pleiter,
op het Fransche schip en valt dus onder
het land van de vlag van dat schip. Dit
leert ons ook het Volkenrecht.
Het overheerschend beginsel is dat van
de vrijheid van de zee. Als regel geldt, dat
een staat in volle zee geen gezag kan uit
oefenen, behalve over een schip, dat zijn
vlag voert Dit beginsel is ook toepasselijk
op hetgebied van de bevoegdheid in straf
zaken. Behoudens uitzonderingen, in trac-
taten neergelegd, is de staat van de vlag
van het schip uitsluitend bevoegd. Alle
schrijvers op één enkele uitzondering na
zijn het hier over eens.
Es het Hof heeft recht te doen volgens
het bestaande beg'nse! en niet volgens het
recht dat wenschelijk is.
De conclusie waartoe prof. Basdevant
ten slotte kwam, was, dat de Turksche
aanspraak geheel ongegrond is en dat wan
neer het Hof van oordeel is dat Turkije
gehandeld heeft in strijd met zijn interna
tionale verplichtingen, een schaleloosstel-
I'ng verschuldigd is op den grondslag van
den borgtocht, die geëischt is voor de vrij
lating van luitenast Demons: 6000 Turksche
ponden.
Overigens verklaarde pleiter, dat zijn re
geering zich alle rechten voorbehoudt voor
het géval het Hof de conclusie van de
Fransche regeering mocht toewijvn, voor
de verdere gevolgen, welke uit deze uit
spraak kunnen voortv]oe:en.
De volgende openbare zitting van het
Permanente Hof van Internationale Justitie
wordt a.s. Zaterdagvoormiddag te 10 uur
gehouden. Het woord is dan aan den agent
der Turksche regeering ir-ake de Lotus-
quaestie, Mahmoed Essad Bey.
Het congres van het I. V, V.
In verband met de botsing tusschen de
heeren Brown en Oudegeest (beiden, naast
en met den heer Sasensbach, secretarissen
van het I. V, V.) meldt „Het Volk" om
trent de zitting, waarin dit incident plaats
had, het volgende (waarboven het hoofdje
„De dolk van een sluipmoordenaar" is ge
plaatst):
Het papier, waarmee hij Oudegeest
trachtte te dooden, is een afschrift van de
copy van een brief, dat Oudegeest den 6en
November 1924 heeft gezonden aan Jou-
haux, doch dat Jouhaux blijkbaar wegens
zijn verblijf in Algiers, niet heeft ontvan
gen. In het archief van het Fransche vak
verbond heeft hij het afschrift niét kun
nen vinden. De brief is getypt in het
Fransch en blijkbaar vertaald uit het Neder-
landsch, dat Oudegeest zou hebben ge
dicteerd.
Laat ons aannemen, dat Oudegeest den
brief heeft verzonden. Hij zelf geeft de
mogelijkheid toe. Dan hebben wij blijkbaar
te doen met een foutieve, dopr Oudegeest
niet gecontroleerde vertaling. De gewraakte
zin luidt in het Nederlandsch teruggebracht,
aldus:
„Ik geef u hierbij een kopie in het
Fransch van den brief, dien wij van Tomski
hebben ontvangen. Het schijnt mij toe, dat
ons willen weten, vanwege onze betrek
kingen met Genève."
De uitdrukking: „om over te gaan tot den
aanval is in tegenstelling met den gedach-
tengang van den overigen inhoud. Waar
schijnlijk heeft Oudegeest iets anders ge
dicteerd.
Wat is er nu gebeurd? De kopie van tie
brieven, die ieder van de secretarisseq
schrijft, gaat rond bij de anderen. Deze
kopie is bij Brown gekomen en hij heft ze
vastgehouden. Sassenbach verklaart met de
grootste stelligheid, dat hij ze nooit heeft
gezien. Brown heeft dus den brief als een
welkom wapen beschouwd, dat hij op den
tijd, die hem pastte,, tegen Oudegeest kon
gebruiken. Van November 1924 lot Augus
tus 1927 heeft h hem bwaard. Hij heeft niet
zijn collega's ter verantwoording geroepen.
Verscheidene malen sedert het congres van
Weenen heeft het bureau van het I. V. V.
vergaderd en de quaestie van de Russen
behandld. Brown hield den brief in zijn zak
en zweeg. Hij zweeg er over in het bureau,
en de vergaderingen van den algemeenen
raad. Doch op dit congres, dat niet van plan
was Brown als secretaris opnieuw te kie
zen, haalde hij het stuk voor den dag.
Van ernstiger beteekenis dan deze sluip
moordenaarsdaad van een enkel individu
was de wijze, waarop de Engelsche delega
tie er op reageerde. Blijkbaar had Brown
haar den brief van te voren laten lézen.
Onmiddellijk na Brown sprak Cintrine ln
naam van de Engelsche delegatie. Hij
eischte niet alleen het hoofd van Oudegeest,
doch hij sprak ook ht vermoeden uit, dat
de gezamenlijke niet-Engelsche leden van
het bureau een anti-Engelsche politiek vocr-
déh. Dit is het critieke in de situatie.
De Britsche gezant en de
Oekrajiensche separatisten.
In diplomatieke kringen veroorzaken de
geruchten over een a.s. aftreden van den
Britschen gezant, lord Crewe, voor de En
gelsche diplomatie weinig welwillende com
mentaren. Het onmiddellijk aftreden is
reeds tegengesproken; het heet thans, dat
hij nog eenigen tijd te Parijs zal blijven.
Niettemin blijft men praten over Crewe en
Churcill als gevolg van de onthullingen (van
de „Humanité) over geheime betrekkingen,
die zouden bestaan tusschen de Britsche
ambassade en Oekrajiensche avonturiers,
die op Poolsch gebied gewapende benden
vormen om te trachten een opstand in de
Sovjet -Oekrajiene te verwekken.
Chamberlain heeft officieel het bestaan
van zulke betrekkingen ontkend, maar zou
daarna hebben vernomen, dat agenten van
de ambassade Oekrajiensche avonturiers
ontvingen en financieel steunden, hetgeen
zou kunnen blijken bij het proces, hetwelk
op die onthullingen moet volgen.
Frangrijk en Roemenië.
De a.s. komst wordt gemeld van de Roe
meensche ministers Bratianu (minister van
financiën en broeder van den premier) en
Titulesco (minister van buitenlandsche za
ken), Doel van dat bezoek zou drieledig
zijn n.l. herstel van de fout, begaan door
den vorigen premier Avarescu, die de be
trekkingen met Frankrijk vverslapte door
zich meer naar Italië te wenden; deelne
ming van de Fransche financiers te verkrij
gen aan 'n Roemeensche leening te Londen
aan de markt; tenslotte het zoeken van een
voorloopige regeling met prins Carol ten
einde te voorkomen, dat eventueele moei
lijkheden, welke door zijn geheime agitatie
in het land mochten ontstaan, schade zou
den toebrengen aan het Roemeensche cre-
diet.
Leon Daudet.
De „Action Fran?aise" deelt mede, dat
I.éon Daudet, ondanks alle surveillance
maatregelen, Maandag j.l. Frankrijk heeft
verlaten met bestemming naar België, waar
hij eenige weken zrl vverblijven.
Het „Journal" bevat thans den tekst van
het interview, dat zijn medewerker Géo
London den len Augustus „ergens in Frank
rijk" met Léon Daudet heeft gehad. London
beschrijft eerst den tocht door Parijs met
de auto om alle mogelijke achtervolging te
ontkomen. Buiten Parijs midden op den
weg, moest hij wan aiuto eranderen. Uren
lang duurde de, tocht. Eindelijk kon hij uit
stappen, erger.g midden op het land.
Het fluiten van „Valencia" bleek het
wachtwoord te zijn in het geheimzinnige
oord, waar Daudet verbleef. Dit deuntje
werd door allen, die den journalist naar het
huis geleidden, gefloten. A,an den ingang
der landelijke woning werd hij door den
pastcor ontvangen. Deze verklaarde Daudet
gastvrijheid te verleenen. Het betrof im
mers een goed Franschman, die wordt ge
kweld, een ongelukkigen vader, een man,
dien men 'slecht beloont voor de diensten,
welke hij het land bewezen beeft.
Vervolgens kwam Daudet zelf naar be
neden; lachend, frisch, verjongd. Van het
onderhoud, dat London met Daudet had,
vertelt de journalist niet veel. Het liep
over alles en nog wat, over het proces-
Philippe Daudet, over de genezing van den
kanker, enz.
De abbé maakte kiekjes vavn de beide
gasten. Eén er van slaat in het „Journal".
EEN MIJNONGELUK.
In de mijn „Preusen"' bij Beuthen, werden
Woensdag bij de nachtploeg vier mijnwer
kers, twee delvers en twee sleepers, door
instordende kolenmassa's meegesleurd.
Het aanstonds begonnen reddingswerk
werd door de nog volgende steenmassa s
zeer bemoeilijkt.
DE DRAADLOOZE TELEFONIE.
Het „Berliner Tageblatt" verneemt dat
er voorbereidingen aan den gang zijn om
behalve met Buenos Aires ook met andere
hoofdsteden der wereld, van Berlijn uit
draadlooze gesprekken te voeren, zoodat de
tijd niet meer ver verwijderd zou zijn, dat
men met de geheele wereld kan spreken.
sr&
irio
De zaak-Jfirgens.
De „Landgerichtsdirektor" Jürgens, die
na zijn rehabilitatie voor een half jaar met
verlof is gegaan, zal, naar de Berl. Korr.
mededeelt, begin September wederom in
dienst der justitie treden. Echter staat nog
niet vast of hij weer als rechter zal worden
aangesteld.
Omtrent zijn schadeloosstelling is tot
dusver nog geen beslissing genomen.
Een schipbreuk.
De motorsdhoener „Eleonora" uit Dront-
heim is Woensdagavond aan de Zweedsche
kust gestrand en binnen vijf minuten ge
zonken.
De bezetting van zeven man dreef ver
scheidene uren op eenig wrakhout op zee
rond, daar verschillende voorbijvarende
schepen hun noodseinen niet opmrekten.
Twee man verdronken. Ten slotte pikte het
Zweedsche s.s. Gretade overgebleve
nen op.
Een stakingsbeweging.
Uit Boedapest wordt geseind:
Arbeiders in meelfabrieken, bakkers en
metaalbewerkers in verschillende bedrijven
iijn in staking gegaan, daar zij loonsverhoo-
ging eischen.
De politie, die de afkondigign eener alge-
meene staking vreest, heeft voorzorgsmaat
regelen genomen. De bladen gelooven dat
plitieke bijbedoelingen de oorsprong van
het conflict zijn.
Een Italiaansch-Egyptische bank.
De Italiaansche bladen gaan zich ter ge
legenheid van het bezoek van koning Foead
van Egypte aan alle mogelijke uitbundige
lofuitingen te buiten.
De correspondent van de „Vossische Zei-
tung deelt mede, dat vrij algemeen wordt
aangenomen, dat het de bedoeling is een
nieuwe groote Italiaansch-Egyptische bank
op te richten, die zou moeten dienen ter
vergemakkelijking van den Egyptischen uit
voer naar Europa en van den Europeeschen
uitvoer naër Egypte. Bovendien zou de op
richting van een Egyptisch opvoedingsinsti
tuut te Rome onder de oogen worden ge
zien.
Een mllloenen-dief.
BERLIJN, 4 Augustusustus. Naar gemeld
wordt, heeft de Atheensche politie gisteren
den milioenen-oplichter Rustiano gearres
teerd, die als kasser van een ffiiaal van de
Volksbank te San Rcmo een bedrag van
een millioen lire had verduisterd.
De verblijfplaats van Daudet.
BRUSSEL, 14 Augustus. Naar de „Nation
Beige meldt, is Leon Daudet gisteren te
Brussel gearriveerd.
Coolidge's presidentschap.
BERRLIJN, 4 Augustus. Het zomerver-
blijf van Coolidge te Rapid City wordt met
telegrammen overstroomd, waarin hem ge
vraagd wordt zich in 1928 weer candidaat
te willen stellen voor het presidentschap.
Zwaar weer in Lotharingen.
LUXEMBURG, 4 Augustus. (V.D.) Bo
ven het grensgebied van Lotharingen beeft
gisteren een hevig onweer gewoed. Een
buitengewoon krachtige storm smeet hoo
rnen omver en beroefde de huizen van hun
daken.
Vooral in het dal van de Moezel werden
verschillende dorpen erntsig geteisterd.
Een tweetal jongelieden, dat schuilpaats
onder een boom had gezocht werd door den
bliksem gedood.
Auto-ongeluk in België. Ver
moedelijk Hollanders onder de
gewonden.
BRUSSEL, 4 Augustus. Bij een botsng
tusschen twee automobielen op den weg
tusschen Bergen en Thulin werden zeven
personen gewond, waarvan twee zeer
ernstig.
In een der wagens zaten vier Hollanders,
welke te Rotterdam en Breda woonachtig
zijn.
Sacco en Vnnzetti.
De gouverneur heeft geweigerd gratie aan
Sacco en Vanzetti te verleenen.
Zijn beslissing eindigde met deze woor-
^?nj resultaat van mijn onderzoek
vind ik niet voldoende rechtvaardiging om
tusschen beiden te komen. Ik meen met de
jurySacco en Vanzetti schuldig zijn en
dat hun zaak op rechtvaardige wijze behan
deld is.
Verder meen ik, dat er geen rechtmatige
reden was voor een nieuwe behandeling van
hun zaak."
Casina Vanzetti, de zuster vait den ter
dood veroordeelden anarchist Vanzetti, is
Woensdag naar de Vereen. Staten vertrok
ken in de hoop nog tijdig genoeg te arrivee-
ren om haar broeder nog levend aan te
treffen. Zij verklaarde bij haar vertrek nog
altijd te vertrouwen, dat het doodvonnis zal
worden gewijzigd. Vermoedelijk zal zij 10
dezer te New York aankomen.
Men verwacht niet dat president Coolidge
in de zaak van Sacco Vanzetti tusschenbei-
de zal komen, omdat de president steeds
van meening is geweest dat het proces be
hoorde tot het ressort der rechtbanken van
Massachuetts.
Een draadloos bericht meldt dat aan de
zuster van Vanzetti, die haar broeder nog
voor zijn terechtstelling wil bezoeken, in
Boulogne vergunning werd geweigerd om
zich aan boord van een juist vertrekkend
schip begeven.
DE BURGEROORLOG IN CHINA.
Naar de Hamburg-Amerika Lijn inzake de
inbeslag neming en het weer prijsgeven te
Sjanghm van het Hapag-stoomschip „Mun
sterland mededeelt, had het schip geen
oorlogsmateriaal. Het vertrok den 28 Juli
j3" rv" naar Japa" en moest op order
der Lhineesche autoriteiten de locorootief-
deelen, die voor Tientsin bestemd waren
lossen.
De Hapag wijst er opnieuw op dat de
maatschappij geen oorlogsmateriaal voor
China aanneemt.
Na een conferentie van een commissie
uit de arbeiders der Enschedesche Katoen
spinnerij met de directie zijn de loonen op
16 soorten garens met 1 tot 9 cent verhoogd.
De firma Gerhard Jannink en Zn. te Én-
schede heeft aan de selfactors naar aanlei
ding van klachten over de loonen een ver
hooging van 5 per twee machines toege
kend en de garennummers met 3 cent ver
hoogd. De arbeiders verzochten deze laatste
verhooging op 15 cent te brengen.
De firma Prinzen en van Glabbeek te'
Helmond heeft na een conferentie met het'
bestuur van den Textielarbeidersbond St.
Lambertus de tariefloonen der tweegetou
wen-wevers zoo gesteld, dat een weekloon
van 24 kan verdiend worden en de Chris-'
telijke feestdagen aan gehuwden en kost
winners zullen worden vergoed.
Buenos Aires werd medegedeeld. De presw
dent van Argentinië, Alvear, antwoordda
met een telegrafischen groet aan Hinden
burg.
Naar het „Berliner Tageblatt" meldt,
worden thans voorbereidingen getroffen on»
van Berlijn uit, behalve met Buenos Aires,
ook met andere vergelegen wereldsteden
draadlooze gesprekken te voeren, zoodat de
tijd niet ver schijnt, dat draadlooze verbin
dingen over de gransche wereld zullen tot
stand zijn gebracht.
Aan een radiotelefonisch gesprek, dat
is gevoerd tusschen Berlijn en Buenos Aires,
namen deel ambtenaren van het Argen-
lijnsch gezantschap en vertegenwoordigers
van nieuwsagentschappen. De redevoeringen
en ok de voor den microphoon gespeelde
muziekstukken zijn zeer duidelijk ontvan
gen, zooals onmiddellijk telegrafisch uit
Men schrijft ons:
Dezer dagen wapperde van het nieuwe
retraite huis te Bergen de driekleur, ter
gelegenheid van de 1ste retraite in het
prachtige huis. De bevoorrechte waren 80
leden van de letraiteclub te Amsterdam.
Heerlijk waren deze dagen voor de retrai-
tanten, enthousiast zijn zij vertrokken, met
de verzekering alle het volgende jaar terug
te komen. Bij het sluiten van de retraite
werd het volgende telegram aan Mons,
Gallier gezonden.
80 seden van de retraite-club van Am
sterdam, de eerste retraite sluitend te Ber
gen, betuigen U, Monseigneur, kinderlijken
trouw en aanhankelijkheid en danken voor
de stichting van dit 2de huis.
w.g. Smit, Voorzitter.
Waarop het volgend antwoord mocht ont
vangen worden. Zeer gevoelig voor de
aangeboden hulde, wenschen wij alle een
zalige retraite.
w.g. Bisschop van Haarlem.
Moge velen het voorbeeld van de club
volgen. Men wende zich om inlichtingen en
aanvragen tot Rector Fr. Hansen. Telefoon
Bergen 148. Postcheque en giro 130562.
Voor circa
20.000 aan juweelen
gestolen.
De geheimzinnige dader.
Gistermorgen toen de procuratiehouder,
de heer Visser, van de firma Roelof Ci
troen, de bekende juwelierszaak gevestigd
Kalverstraat 1, te Amsterdam, den winkel
opensloot, deed hij de minder prettige ont
dekking, dat een vreemde zich eenige
voorwerpen van waarde uit de zaak had
toegeeigend. De linkervitrine aan de straat
zijde was vermoedelijk met een steekbijtel
opengebroken; uit de sporen, die op het
houtwerk zichtbaar waren, valt de con-
noodige voorzichtigheid heeft plaats gehad
clusie te trekken, dat deze braak met de
De dader heeft een greep gedaan in de
vitrinelagen. Daarna heeft hij eenige stan
daards staande op een der toonbanken ge
plunderd.
Vor zooverre op het oogenblik de inven
taris kon worden opgemaakt, wordt de
waarde van het gestolen geschat op 15.000
a 20.000.
Onder de verdwenen voorwerpen bevinden
zich stukken van groote waarde. Zekerheid
van vermissing bestaat omtrent zes bril
janten armbanden met paarlen in platina
gezet, zeventien briljanten rosetten, even
eens in platina gezet, vier heerenringen, ook
met briljanten in platina gezet, alsmede
met saffieren, vier en zestig briljanten rin
gen, colliers en andere waardevolle voor
werpen.
liet is niet onmogelijk, dat de verbouwing
van een gedeelte van het restaurant Van
Laar, hetwelk bij de juwelierszaak getrok
ken wordt, van invloed op het misdrijf is
geweest. De te verbouwen localiteit is door
eens houten schot van den winkel geschei
den en met het oog op dit feit, komt na elf
uur des avonds een nachtwaker. Hieruit
heeft men de gevolgtrekking gemaakt, dat
de daad dóór elf uur ls avonds gepleegd is
De dader heeft zich óf laten insluiten óf is
op een geheimzinnige wijze aan den achter
kant, namelijk via een deur, uitkomende in
de Kromme-elleboogsteeg, binnengekomen
Het eerste is het waarschijnlijkst; de in
aanbouw zijnde kluis en de kelder onder
het nieuwe gedeelte bieden daar gelegen
heid voor. Het verlaten 'aan de achterzijde
was gemakkelijk genoeg.
Mevrouw Citroen, die boven den winkel
woont, is den geheelen avond met het
dinenstmeisje thuis geweest; beiden hebben
niets verdachts bespeurd.
Wat den heer Citroen betreft, deze ifteft
gistermiddag na het sluiten van den win
kel om zes uur, met den heer Visser per
auto de stad verlaten. Toen werd natuurlijk
geen onraad bespeurd. ■»-
De dader moet in haast en in het donker
gehandeld hebben. Immers hij heeft tal van
kostbare bijouterieën niet ontdekt en wel
op plaatsen, welke hij zonder veel moeite
had kunnen bereiken.
De politie stelt een uitgebreid onderzoek
Is onvoorzichtigheid de oorzaak?
Te Amsterdam werd gisterenmiddag een
vrij ernstige uitslaande brand in de Albert
Cuypstraat 203 aan verschillende brand-
weerstations gerapporteerd.
Vandaar dat de hoofdwachten Nieuwe
Achtergracht en Honthorststraat, benevens
de post Van Ostadestraat te zamen met drie
motorspuilen en twee motorladders uit
rukten.
Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S
„What will he do with it
door JOS. P. H. HAMERS.
130 I
Caroline smeekte haar openhartig te zijn
en aan het ziekbed harer moeder hoorde zij
van deze, voorspellingen op den ontrouw
van Guy Darrell, die haar met verontwaar
diging van haar beleedigden trots deden op
springen.
„Als dit waar is, dan zou het tusschen
ons uit zijn," riep zij harstochtelijk uit,
„maar het kan niet waar zijn. Kom met het
bewijs voor den dag, moeder!"
„Maar m'n lieve, beste kind, ik kan in
die zaak niets doen. Ik kan niet meewer
ken om een voorgenomen huwelijk te ver
breken, dat U zulke groote groote vooi-
deelen zal schenken, tenzij ge me zoudt be
loven, het aanzoek van lord Montiort aan
te nemen, als ge van Darrell afziet. In den
ellendigen staat mijner gezondheid zou de
gedachte je zonder één cent achter te moe
ten laten, mijn dood verhaasten."
„O, als Guy Darrell mij bedriegt maar
dit lijkt me onmogelijk dan kunt U met
me doen wat U wilt, moeder; U te gehoor
zamen en genoegen te doen, zou dan de grijpen zullen hebben de welsprekende zoek naar het leven van zoo'n uitstekend
Toen de wagens in de Albert Cuypstraat
kwamen, sloegen de vlammen met kracht
uit de zolderverdieping, welke boven de
tweede étage gelegen is en waarin de siga
renmakerij van den heer A. J, Craane ge
vestigd is. Het is een groote zolder, die door
middel van een brandvrij schot in twee
stukken gescheiden was.
De eigenlijke sigarenmakerij, waar de
sigarenmakers werken het personeel is
slechts klein en bedraagt zes man was
aan den achterkant gelegen en het was van
deze plek, dat een der sigarenmakers door
een gat in het genoemde schot een vlam
zag. In het voorgedeelte was even te voren
een jongen geweest en niet onmogelijk is,
dat deze knaap daar gerookt heelt.
De vlam, die de sigarenmaker zag, kwam
voort uit een kist met papier, welke naast
een kist gestripte tabak stond. De man had
de tegenwoordigheid van geest, nog een
emmer water op de kist te gooien. Afdoen
de was dat niet, want het vuur greep in
deze brand-gevaarlijke omgeving snel om
zich heen. Nog voor de brandweer kwam,
sloeg de vlam reeds voor- en achteruit en
brak zich bovendien reeds baan door het
platte dak.
In zulke gevallen helpen geen halve maat
regelen, Vandaar dat de brandweer drie
stralen uitlegde en een harer machinale lad
ders omhoog bracht. Een straal werd geleid
door het trappenhuis van perceel 203, één
door 201, een aangrenzend perceel, terwijl
de derde op de ladder bediend werd. Na
acht minuten werken kon de watertoevoer
worden stopgezet. Het vuur heeft zich door
dit snelle optreden niet kunnen uitbreiden,
zoodat alleen de sigarenmakerswerkplaats
het slachtoffer werd. Deze brandde geheel
uit. Het dak vertoont tal van gaten en veel
tabak en sigaren gingen verloren. Op de
benedenétages was natuurlijk waterschade.
De fabrikant is voor 5000 verzekerd,
wat den inventaris betreft. De waarnemend
commandant, de heer Förch, had bij het
blusschingswerk de leiding.
M, schrijft in het Hbld.
Hij was een van de duizenden examen-
slachtoffers, maar hij voelde zich veel meer
slachtoffer dan één van de anderen. Zoo
zijn er, niet waar? Doodongelukkig voelde
hij zich. Dat eind-examen was dan ook zoo
bar moeilijken die examinatoren waren
zoo gruwelijk lastig alsof zij 't deden
om hem te plagen
Een heelen morgen had hij al achter den
rug, en het eene vak was al stumperiger
gegaan dan het andere. Nu was het middag
en hij zat onder de klauwen der meetkunde-
examinatoren. Hij wist nauwelijks meer wat
ze hem vroegen antwoordde maar zoowat
op goed geluk af.
Ineens hoorde hij zichzelf zeggen t
„Twee evenwijdige lijnen ontmoeten el
kaar slechts in de oneindige ruimte."
En de stem van zijn beul, die beval t
„Toon dat aan 1"
Toen nam hij een stuk krijt en teekende
op het sombere, zwarte schoolbord twee
witte, evenwijdige lijnen, die hij doortrok
zoover hij kon, tot aan den rand van het
bord toen er over heen, op den muur. Den
heelen muur langs teekende hij die twee
lijnen, steeds even ver van elkaar af. Hij
kwam bij de deur teekende zijn lijnen
ook daar op verder. Qpende de deur, trok
de krijtstrepen verder op de muren van de
gangnog verder ging hij, tot aan de
buitendeur.... den muur van het school
gebouw langs, de huizen daarnaast....
De examinatoren hebben hem nooit te
rug gezien. Misschien teekent hij zijn twee
lijnen nog altijd verder en wacht op het
oogenblik, dat ze elkaar ergens in de on
eindigheid ontmoeten zullen....
Maar daarop konden de examinatorea
niet wachten, en daarom hebben ze hem
maar zonder meer „zeer onvoldoende" voor
meetkunde gegeven.
eenigste troost zijn, die me overbleef.
Zoo was dan alles voorbereid voor de
ontknooping. Mevrouw Lundsay had het be
ginsel in practijk gebracht van „het doel
heiligt de middelen." Zelfs had ze zich ver
laagd om van middelen gebruik te maken
die de schurkerij van Mathildes echtgenoot
haar aan de hand deed.
Bij een bezoek aan Parijs, had Jasper
kennis gemaakt met de Fransche avontu
rierster, die zich als een schaduw door een
gedeelte van dit verhaal bewogen heeft.
Gabrielle Desmarets was toen in den bloei
harer jeugd en reeds berueht. Ingenomen
door het fraaie uiterlijk waardoor Jasper
zich toen zoo onderscheidde, verbond zij
gaarne zijn fortuin aan de hare. Gabrielle
was een van die duivelinnen, zooals de Fran
sche hoofdstad ze kent met z'n epicuristi-
sche beschaving en zedelijke verdorvenheid.
Ze was geestig, listig, in staat tot het spe
len van elke rol, tot het smeden van elk
complot en als het in haar kraam te pas
kwam, zich als de wellevende, deftige, on
berispelijke vrouw voor te doen. Jasper
stelde deze comedlante aan z'n vrouw voor,
als* een weduwe van rang, die op 't punt
stond naar Londen te vertrekken en die
misschien in dc gelegenheid zou zijn haar va
der, den heer Darrell, te spreken en een
goed woord bij hem voor hem te doen. Mat-
hilde vilei in den strik. De Jraneaise ging
naar Londen, onder een aangenomen naam
en valsche titels en met vertrouwde bedien
den. Dat was zooals onze lezers wel be-
barones, die bij Darrell de zaak zijner be
rouwvolle dochter bepleit hadl
Ongetwijfeld had de doortrapte Parisien.
ne op de uitwerking harer kunstgrepen ge
rekend om Guy Darrell in haar netten te
vangen. Het was haar mislukt. Maar niet
temin kon zij het voorop gezette doel be
reiken. Zij schreef aan een van haar vrien
den te Parijs, dat zij een rijken bewonde
raar had gevonden in een beroemd Engelsch
staatsman, aan wien zij het te danken had,
dat zij zich in Londen had kunnen vestigen
en gewaagde in geestige, sarcastische ter
men van zijn engagement met de jonge En
gelsche schoonheid te Parijs, die toen zulk
een grooten opgang daar maakte; een en
gagement dat haar bewonderaar volgens
haar schrijven hartelijk moede was Zonder
dat zij namen noemde, kon men zich in haar
beschrijving niet vergissen.
Jasper legde natuurlijk deze brieven aan
mevrouw Lundsay voor, en zeide, dat de
persoon aan wie zij gericht waren ze aan
een van haar vele vrienden had laten lezen,
en voerde aan, dat, hetgeen in die brieveh
tegen Darrell getuigde, voldoende zou zijn
voor Caroline, als iemand, aan wiens waar-:
heidsliefde niet te twijfelen viel, de bewe
ring, in den brief vervat, kon bevestigen.
Het zou al voldoende zijn, als zoo iemand
den heer Darrell slechts even het huis ee*
ner vrouw, wier levenswijs zoo berucht wa®r
zag in- of uitgaan. V
Mevrouw Lundsay verklaarde met vpl-
1 leerde listigheid, dat zij zich in een onder
man, aan wien zij zooveel verschuldigd
was, met op het gepraat van anderen wil»
7" If1 jen" Zi) zou zelf naar Londen gaan.
Zij kende Gabrielle van aanzien, zooals ie
dereen haar kende die c» opera bezocht óf
in het „Bois de Boulogne" reed. Jasper nam
aan zorg te dragen, dat de „parisienne"
zich op een bepaalden dag en op een af
gesproken uur op haar balcon zou vertoo-
nen, en dat Darrell haar op dat uur zou be
zoeken en toegelateft worden, waarop me
vrouw Lundsay verklaarde, dat dit bewijs
haar voldoende zou zijn. Bewust van de
macht, die zij over Caroline verkrijgen zou
als zij, met haar zwakke gezondheid, haar
kon zeggen dat zij deze reis ondernomen
had om ich met eigen oogen te overtuigen
van de waarheid eener beschuldiging, die,
i ZJ' waar bevonden werd, een groote in
vloed op de handelwijze en het lot harer
dochter zou uitoefenen ging mevrouw Lund-
ssy Mar Londen, zag Gabrielle Desmarets
op haar balcon, zag Darrell haar huis bin
nen gan en merkte, bij haar terugkomst in
Parijs, gewapend met dit z.g. bewijs en met
de brieven, die haar tot het onderzoek aan
leiding gegeven hadden, zoozeer op het ge
moed harer dochter, dat de markies van
Montfort den volgenden dag aangenomen
werd.
/^aar het proefjaar van Guy Darrell was
bijna om, elk uitstel kon gevaarlijk worden
en elke opheldering noodlottig. Een langdu
rig engagement tusschen lord Montfort en
Caroline kon niet geheim blijven; Darrell
zou er van kunnen hooren; de trotsche fa
milie van den jongen markies zou niet in
gebreke blijven, tusscfjen beide te komen
als de tijding van z'n voorgenomen huwe
lijk met een arme nicht haar ter oore kwam.
Daarbij kwam, dat lord Montfort, die zeer
b^ng was voor z'n grootmoeder, niet minder
gesteld was op geheimhouding en spoed dan
mevrouw Lundsay.
DERDE HOOFDSTUK.
Zoo zegevoerde dan mevrouw Lundsay,
en terwijl haar dochter i)og onder den in
vloed was van een opgewondenheid, die
haar overijlde daad aangespoord werd door
de zucht om aan de kwelling van haar ze
gen nadenken te ontkomen, werd het on
gelukkig huwelijk van 'Caroline met vee*
statie en luisterijk, voltrokken.
De markies huurde voor de wittebroods
weken een villa in de schoone omstreken
van Fontaineblau en de eerste zes weken
waren nog niet voorbij, toen hij tot zich
zelf zeide; „Ik kan j>et vinden dat alles
ozengeur en maneschijn in 't huwelijk is."
Toen hij zich het eerst tot Caroline aan
getrokken gevoeld had, was zij al leven
en vroolijkheid, te veel kind nog cm te treil
en over de afwezigheid van Darrell, ter
wijl zij vast vertrouwde op een huwelijk
met hem. In die frissche vroolijkheid had
de markies behagen geschept. Na zijn hu
welijk was die vroolijkheid verdwenen. Ca
roline mocht al zachtaardig en volgzaam we
zen, die deugden, ofschoon misschien, van
hooge waarde dan opgeruimdheid, zijn in
dien omgang niet zoo onderhoudend. Lord
Montfort was, wat men in de wandeling
een stommeling noemt. Dit was voor z'n
huwelijk minder opgevallen. Een jong mensch
van hooge geboorte, die er goed uitziet, be
schaafde manieren heeft, uitstekend paard
rijdt, mooi danst en meestal zwijgt kan in
ieder gemengd gezelschap voor een verlegen
jongeling met een gevoelig karakter door»
gaan. Maar wanner hij uw levensgezel ge
worden is en gij dagelijks met hem moet
omgaan en gij komt tot de bevinding, dat
wanneer hij z'n mond open doet, niet om te
eten of te drinken, maar om te spreken,
hij noch gevoel, noch verstand bezit, dan is
zoo iemand voor een vrouw die dat wel
heeft, een bittere teleurstelling. Caroline
was echter niet de vrouw om zich daar
over te beklagen; zij zag ook niet direct de
verstandelijke onbeduidendheid van haar
echtgenoot in. Hij was het, die zich beklaag
de. Hij begreep juist genoeg van haar zeer
ontwikkelden g\cst om te vermoeden, dat
zij hem nu juist niet om z'n verstand be
wonderde en dat hij haar vereerde. Een
onverwachte gebeurtenis veranderde niet
lang nu hun huwelijk, zijn toenemende on
verschilligheid in bepaalden afkeer.
1 oen lord Montfort op zekeren dag in de
kamer van Caroline kwam, vond hij haar
buiten kennis op den grond liggen met een
geopenden briei naast zich.
(Wordt vervolgif), j