Buitenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. Wat zal hij er mee doen? SOCIAAL J-EVEN. Uit de Textielindustrie KERK EN SCHOOL. RADIONIEUWS. BerlijnBuenos-Aires. Het nieuwe retraitenhuis te Bergen. Een brutale inbraak by de firma Citroen in de Kalver- straat te Amsterdam. Een sigarenmakerij in de hoofdstad uitgebrand. FEUILLETON. Het examen-slachtoffer. De Vlootconlerentie. De Japacsche bemiddeling. De Engelsche gezant bracht opnieuw een bezoek aan Kellogg, den minister van Bui- tenlandsche Zaken, doch gemeld wordt, dat de besprekingen de vlootdiscussies niet in een nieuwe fase hebben gebracht. De leiders der drie delegaties hebben w oensdagavond van tien tot twaalf uur be raadslaagd. Na afloop deelden zij mede dat de open bare zitting der Vlootconferentie Woensdag zou doorgaan. Zij waren overigens buitengewoon geslo ten, maar uit verschillende aanwijzingen valt af te leiden dat de bijeenkomst van Donderdag de laatste zal zijn, en dat de conferentie daarmede eindigen. De vlootconferentie. Het einde. De gemeenschappelijke verklaring, die in de openbare zitting der vlootconferentie w-erd voorgelezen en aangenomen, ver klaarde dat op vele belangrijke punten voorloopige overeenkomsten waren bere'kt. Deze punten van overeenstemming had den in het bijzonder betrekking op de be perking van de duikbooten en destroyers en eerst toen de conferentie zich ging be zighouden met de beperking der kruiser klasse, ontstonden de moeilijkhedén. De verklaring zet de uiteenioopende standpun ten te dezer zake uiteen, Zij zegt dat ver schillende methoden waren overwogen om deze standpunten met elkaar te verzoenen, doch dat, ofschoon aanzienlijke vorderingen ware gemaakt, en de meeningsverschillen verkleind, geen .wederzijds aannemelijk plan was gevonden om de Britsche en Amerikaansche aanspraken met elkaar in overeenstemming te brengen. De gedele geerden hadden het daarom verstandig ge acht, de conferentie te verdagen met deze openhart ge verklaring van de onderschei dene standpunten, en het vraagstuk ter verdere overweging voor te leggen aan hun regeeringen, in de hoop. dat raadpleging tusschen hen zou kunnen leiden tot een spoedige oplossing ervan. Verder kwamen de gedelegeerden overeen, bij hun onder scheidene regeeringen de wenschelijkheid te bepleiten, dat de onderteekenaars van het verdrag van Washington schikkingen troffen voor hel bijeenroepen van een con ferentie ingevolge paragraaf V van artikel 21 van dat verdrag en wel vóór Augustus 1931, den datum neergelegd in de bepalin gen van het verdrag, opdat een beslissing, door een zoodanige conference verkregen, van kracht zou kunnen worden voordat wordt begonnen met het program voor den bouw van slagschepen, n.l. in November van dat jaar. Naar aanleiding van het afbreken van de vlootconferentie te Genève zeide Tanaka, de eerste minister, dat de. regeering zal overgaan tot «ie publikatie van een ver klaring, waarin zij de omstandigheden zal uiteenzet.en en duidelijk haar oprechte vastbeslotenheid zal doen uitkomen tot het doen van pogingen voor de verwezenlijking van het ideaal va een ontwapening van de geheele wereld. De woordvoerder van het minsterie van Marine is van meening, dat een der voor naamste oorzaken, die de mislukking van de vlootconferente te Genéve hèb'oen te weeggebracht, de kwestie van de noodza kelijke eischen uit het oogpunt der na tionale verdediging is. Hij is eveneens van meening, dat toen de conlerentie werd hij- eengeroepen er een onvoldoende bestudee ring en analyseering van den toestand had plaats gehad. De belanghebbende regeè- ringen zouden hebben moeten weten, hoe groot de verschillen tusschen het Ameri kaansche standpunt ten gunsie van groote kruisers, en het Britsche standpunt van vele kleine kruisers waren, en ook of zij onverzoenlijk waren. In een gisteren gepubliceerde officieele verklaring zegt Keliógg, de minister van Buitenlandsche Zaken, oa.: Ik acht de mislukking om op het oogenblik een over eenkomst te sluten, niet ais definitie!, ik ben er van oveftuigd, dat de te Genève ver. richtte arbeid het mogelijk zal maken, een grondslag te vinden, die de verschillende standpunten met elkaar verzoent en weldra het sluiten van een overeenkomst voor de beperking van het kleine oorlogsmaterieel zal veroorloven." Kellogg zeide voorts: „Ik ben er zeker van, dat het gebrek aan succes geen ver andering zal brengen in de hartelijke be trekkingen tusschen Groot-Britannië en de Vereenigde Staten." De Lotuskwestie. In de groote rechtzaal van het Vredes paleis te 's-Gravenhage is de behandeling aangevangen van het geschil tusschen de Fransche en de Turksche regeeringen naar aanleiding va de op 2 Augustus 1926 voor gevalles aanvaring tusschen het Fransche stoomschip Lotus en het Turksche kolen- schip Boz-Kourt, welk laatste tengevolge van die aanvaring is gezonken, waarbij acht Turksche onderdanen zijs verdronken. Zoo als men zich zal herinneren, is naar aan leiding hiervan, toen de Lotus de haven van Konstantinopel was binnengeloopen, de of ficier van de wacht Demous door de Turk- •ebe autoriteiten gearresteerd en is een strafvervolging tegen hem ingesteld, die met zijn veroordeeling is geëindigd. Hij is echter ten slotte onder borgtocht vrijgelaten (de u'tspraak is niet definitief, daar cassatie is aangeteekend), waarna de Fransche autori teiten te Marseille de zaak hebben onder zocht en geconcludeerd hebben, dat de be trokkene niet schuldig was. Aangezien de Fransche regeering van er een oprechte geest van de Russen uit oordeel was, waar de aanvaring is geschiedt blijkt om met ons samen te werken en daar in volle zee en buiten de Turksche territo-J om meen ik, dat het oogenblik is aango- riale wateren en de bewuste officier zicht broken om over te gaan tot den aanval, bevond aan boord van een schip, dat de[ Doch het is i^og mogelijk, dat zij niets van Fransche vlag voerde, dat de Turksche au toriteiten niet bevoegd waren een strafver volging deswege in te stellen, te minder waar het verkeerd manoeuvreeren, indien dit zou hebben plaatg gehad, een overtre ding zou uitmaken niet van de Turksche, doch van de Fransche reglementen, heeft zij zich te dier zake tot de Turksche re geering gericht en zijn partijen overeenge komen, bij een speciaal compromis de vraag te onderwerpen aan het oordeel van het Permanente Hof voor Intern. Justitie, of Turkije, door de instelFng van de bedoelde strafvervolging, in strijd met art. 15 van de conventie van* Lausanne van 24 Juli 1923, volgens welke de gerechtelijke bevoegdheid van Turkije tegenover onderdanen van de overige contracteerende mogendheden moet worden uitgeoefend volgens de beginselen en zoo ja, welke beginselen heeft geschon den. Voor de Fransche regeering trad op prof. Basdevant. Deze zette uiteen, dat het Fran sche standpunt onveranderlijk is geweest: Turkije is niet gerechtigd op bevoegdheid aanspraak te maken ten aanzien van een strafvervolging in deze zaak volgens het in ternationale recht, omdat het feit is bedre ven door een vreemdeling buiten het Turk sche territoir, aan boord van een Fransch schip, welke navigatie beheerscht wordt door Fransche reglementen. Het Hof moet volgens de vraag, zooals deze is het com promis is geformuleerd, de houding van Turkije beoordeelen volgens internationaal recht en .nagaan of het volgens dit recht tot het instellen van de strafvervolging be voegd was. Frankrijk beweert niet, dat er geen an dere competentie in strafzaken is dan de territoriale competentie van de vlag, maar wanneer Turkije aanspraak maakt op een subsidiaTe of daarmede concurrerende competentie, dan zal het Hof moeten uit maken of deze in dit geval door het inter nationale recht wordt erkend Nagaande het middel dat door de tegen partij werd opgeworpen, volgens hetwelk het gepleegde feit moest worden gelocali- seerd, niet op het Turksche, aangezien de slachtoffers van de aanvaring zich daarop bevonden, meende prof. Basdevant, dat, wanneer deze redeneering zou opgaan, de Fransche echter dan inderdaad onoevoegd zou zijn om van het rosdrijf kennis te nemen. Maar in de eerste plaats is het re sultaat van het misdrijf veeleer door de zee teweeg gebracht dan op het schip; im mers de slachtoffers zijn in de zee ver dronken. De manoeuvre is geschied, aldus pleiter, op het Fransche schip en valt dus onder het land van de vlag van dat schip. Dit leert ons ook het Volkenrecht. Het overheerschend beginsel is dat van de vrijheid van de zee. Als regel geldt, dat een staat in volle zee geen gezag kan uit oefenen, behalve over een schip, dat zijn vlag voert Dit beginsel is ook toepasselijk op hetgebied van de bevoegdheid in straf zaken. Behoudens uitzonderingen, in trac- taten neergelegd, is de staat van de vlag van het schip uitsluitend bevoegd. Alle schrijvers op één enkele uitzondering na zijn het hier over eens. Es het Hof heeft recht te doen volgens het bestaande beg'nse! en niet volgens het recht dat wenschelijk is. De conclusie waartoe prof. Basdevant ten slotte kwam, was, dat de Turksche aanspraak geheel ongegrond is en dat wan neer het Hof van oordeel is dat Turkije gehandeld heeft in strijd met zijn interna tionale verplichtingen, een schaleloosstel- I'ng verschuldigd is op den grondslag van den borgtocht, die geëischt is voor de vrij lating van luitenast Demons: 6000 Turksche ponden. Overigens verklaarde pleiter, dat zijn re geering zich alle rechten voorbehoudt voor het géval het Hof de conclusie van de Fransche regeering mocht toewijvn, voor de verdere gevolgen, welke uit deze uit spraak kunnen voortv]oe:en. De volgende openbare zitting van het Permanente Hof van Internationale Justitie wordt a.s. Zaterdagvoormiddag te 10 uur gehouden. Het woord is dan aan den agent der Turksche regeering ir-ake de Lotus- quaestie, Mahmoed Essad Bey. Het congres van het I. V, V. In verband met de botsing tusschen de heeren Brown en Oudegeest (beiden, naast en met den heer Sasensbach, secretarissen van het I. V, V.) meldt „Het Volk" om trent de zitting, waarin dit incident plaats had, het volgende (waarboven het hoofdje „De dolk van een sluipmoordenaar" is ge plaatst): Het papier, waarmee hij Oudegeest trachtte te dooden, is een afschrift van de copy van een brief, dat Oudegeest den 6en November 1924 heeft gezonden aan Jou- haux, doch dat Jouhaux blijkbaar wegens zijn verblijf in Algiers, niet heeft ontvan gen. In het archief van het Fransche vak verbond heeft hij het afschrift niét kun nen vinden. De brief is getypt in het Fransch en blijkbaar vertaald uit het Neder- landsch, dat Oudegeest zou hebben ge dicteerd. Laat ons aannemen, dat Oudegeest den brief heeft verzonden. Hij zelf geeft de mogelijkheid toe. Dan hebben wij blijkbaar te doen met een foutieve, dopr Oudegeest niet gecontroleerde vertaling. De gewraakte zin luidt in het Nederlandsch teruggebracht, aldus: „Ik geef u hierbij een kopie in het Fransch van den brief, dien wij van Tomski hebben ontvangen. Het schijnt mij toe, dat ons willen weten, vanwege onze betrek kingen met Genève." De uitdrukking: „om over te gaan tot den aanval is in tegenstelling met den gedach- tengang van den overigen inhoud. Waar schijnlijk heeft Oudegeest iets anders ge dicteerd. Wat is er nu gebeurd? De kopie van tie brieven, die ieder van de secretarisseq schrijft, gaat rond bij de anderen. Deze kopie is bij Brown gekomen en hij heft ze vastgehouden. Sassenbach verklaart met de grootste stelligheid, dat hij ze nooit heeft gezien. Brown heeft dus den brief als een welkom wapen beschouwd, dat hij op den tijd, die hem pastte,, tegen Oudegeest kon gebruiken. Van November 1924 lot Augus tus 1927 heeft h hem bwaard. Hij heeft niet zijn collega's ter verantwoording geroepen. Verscheidene malen sedert het congres van Weenen heeft het bureau van het I. V. V. vergaderd en de quaestie van de Russen behandld. Brown hield den brief in zijn zak en zweeg. Hij zweeg er over in het bureau, en de vergaderingen van den algemeenen raad. Doch op dit congres, dat niet van plan was Brown als secretaris opnieuw te kie zen, haalde hij het stuk voor den dag. Van ernstiger beteekenis dan deze sluip moordenaarsdaad van een enkel individu was de wijze, waarop de Engelsche delega tie er op reageerde. Blijkbaar had Brown haar den brief van te voren laten lézen. Onmiddellijk na Brown sprak Cintrine ln naam van de Engelsche delegatie. Hij eischte niet alleen het hoofd van Oudegeest, doch hij sprak ook ht vermoeden uit, dat de gezamenlijke niet-Engelsche leden van het bureau een anti-Engelsche politiek vocr- déh. Dit is het critieke in de situatie. De Britsche gezant en de Oekrajiensche separatisten. In diplomatieke kringen veroorzaken de geruchten over een a.s. aftreden van den Britschen gezant, lord Crewe, voor de En gelsche diplomatie weinig welwillende com mentaren. Het onmiddellijk aftreden is reeds tegengesproken; het heet thans, dat hij nog eenigen tijd te Parijs zal blijven. Niettemin blijft men praten over Crewe en Churcill als gevolg van de onthullingen (van de „Humanité) over geheime betrekkingen, die zouden bestaan tusschen de Britsche ambassade en Oekrajiensche avonturiers, die op Poolsch gebied gewapende benden vormen om te trachten een opstand in de Sovjet -Oekrajiene te verwekken. Chamberlain heeft officieel het bestaan van zulke betrekkingen ontkend, maar zou daarna hebben vernomen, dat agenten van de ambassade Oekrajiensche avonturiers ontvingen en financieel steunden, hetgeen zou kunnen blijken bij het proces, hetwelk op die onthullingen moet volgen. Frangrijk en Roemenië. De a.s. komst wordt gemeld van de Roe meensche ministers Bratianu (minister van financiën en broeder van den premier) en Titulesco (minister van buitenlandsche za ken), Doel van dat bezoek zou drieledig zijn n.l. herstel van de fout, begaan door den vorigen premier Avarescu, die de be trekkingen met Frankrijk vverslapte door zich meer naar Italië te wenden; deelne ming van de Fransche financiers te verkrij gen aan 'n Roemeensche leening te Londen aan de markt; tenslotte het zoeken van een voorloopige regeling met prins Carol ten einde te voorkomen, dat eventueele moei lijkheden, welke door zijn geheime agitatie in het land mochten ontstaan, schade zou den toebrengen aan het Roemeensche cre- diet. Leon Daudet. De „Action Fran?aise" deelt mede, dat I.éon Daudet, ondanks alle surveillance maatregelen, Maandag j.l. Frankrijk heeft verlaten met bestemming naar België, waar hij eenige weken zrl vverblijven. Het „Journal" bevat thans den tekst van het interview, dat zijn medewerker Géo London den len Augustus „ergens in Frank rijk" met Léon Daudet heeft gehad. London beschrijft eerst den tocht door Parijs met de auto om alle mogelijke achtervolging te ontkomen. Buiten Parijs midden op den weg, moest hij wan aiuto eranderen. Uren lang duurde de, tocht. Eindelijk kon hij uit stappen, erger.g midden op het land. Het fluiten van „Valencia" bleek het wachtwoord te zijn in het geheimzinnige oord, waar Daudet verbleef. Dit deuntje werd door allen, die den journalist naar het huis geleidden, gefloten. A,an den ingang der landelijke woning werd hij door den pastcor ontvangen. Deze verklaarde Daudet gastvrijheid te verleenen. Het betrof im mers een goed Franschman, die wordt ge kweld, een ongelukkigen vader, een man, dien men 'slecht beloont voor de diensten, welke hij het land bewezen beeft. Vervolgens kwam Daudet zelf naar be neden; lachend, frisch, verjongd. Van het onderhoud, dat London met Daudet had, vertelt de journalist niet veel. Het liep over alles en nog wat, over het proces- Philippe Daudet, over de genezing van den kanker, enz. De abbé maakte kiekjes vavn de beide gasten. Eén er van slaat in het „Journal". EEN MIJNONGELUK. In de mijn „Preusen"' bij Beuthen, werden Woensdag bij de nachtploeg vier mijnwer kers, twee delvers en twee sleepers, door instordende kolenmassa's meegesleurd. Het aanstonds begonnen reddingswerk werd door de nog volgende steenmassa s zeer bemoeilijkt. DE DRAADLOOZE TELEFONIE. Het „Berliner Tageblatt" verneemt dat er voorbereidingen aan den gang zijn om behalve met Buenos Aires ook met andere hoofdsteden der wereld, van Berlijn uit draadlooze gesprekken te voeren, zoodat de tijd niet meer ver verwijderd zou zijn, dat men met de geheele wereld kan spreken. sr& irio De zaak-Jfirgens. De „Landgerichtsdirektor" Jürgens, die na zijn rehabilitatie voor een half jaar met verlof is gegaan, zal, naar de Berl. Korr. mededeelt, begin September wederom in dienst der justitie treden. Echter staat nog niet vast of hij weer als rechter zal worden aangesteld. Omtrent zijn schadeloosstelling is tot dusver nog geen beslissing genomen. Een schipbreuk. De motorsdhoener „Eleonora" uit Dront- heim is Woensdagavond aan de Zweedsche kust gestrand en binnen vijf minuten ge zonken. De bezetting van zeven man dreef ver scheidene uren op eenig wrakhout op zee rond, daar verschillende voorbijvarende schepen hun noodseinen niet opmrekten. Twee man verdronken. Ten slotte pikte het Zweedsche s.s. Gretade overgebleve nen op. Een stakingsbeweging. Uit Boedapest wordt geseind: Arbeiders in meelfabrieken, bakkers en metaalbewerkers in verschillende bedrijven iijn in staking gegaan, daar zij loonsverhoo- ging eischen. De politie, die de afkondigign eener alge- meene staking vreest, heeft voorzorgsmaat regelen genomen. De bladen gelooven dat plitieke bijbedoelingen de oorsprong van het conflict zijn. Een Italiaansch-Egyptische bank. De Italiaansche bladen gaan zich ter ge legenheid van het bezoek van koning Foead van Egypte aan alle mogelijke uitbundige lofuitingen te buiten. De correspondent van de „Vossische Zei- tung deelt mede, dat vrij algemeen wordt aangenomen, dat het de bedoeling is een nieuwe groote Italiaansch-Egyptische bank op te richten, die zou moeten dienen ter vergemakkelijking van den Egyptischen uit voer naar Europa en van den Europeeschen uitvoer naër Egypte. Bovendien zou de op richting van een Egyptisch opvoedingsinsti tuut te Rome onder de oogen worden ge zien. Een mllloenen-dief. BERLIJN, 4 Augustusustus. Naar gemeld wordt, heeft de Atheensche politie gisteren den milioenen-oplichter Rustiano gearres teerd, die als kasser van een ffiiaal van de Volksbank te San Rcmo een bedrag van een millioen lire had verduisterd. De verblijfplaats van Daudet. BRUSSEL, 14 Augustus. Naar de „Nation Beige meldt, is Leon Daudet gisteren te Brussel gearriveerd. Coolidge's presidentschap. BERRLIJN, 4 Augustus. Het zomerver- blijf van Coolidge te Rapid City wordt met telegrammen overstroomd, waarin hem ge vraagd wordt zich in 1928 weer candidaat te willen stellen voor het presidentschap. Zwaar weer in Lotharingen. LUXEMBURG, 4 Augustus. (V.D.) Bo ven het grensgebied van Lotharingen beeft gisteren een hevig onweer gewoed. Een buitengewoon krachtige storm smeet hoo rnen omver en beroefde de huizen van hun daken. Vooral in het dal van de Moezel werden verschillende dorpen erntsig geteisterd. Een tweetal jongelieden, dat schuilpaats onder een boom had gezocht werd door den bliksem gedood. Auto-ongeluk in België. Ver moedelijk Hollanders onder de gewonden. BRUSSEL, 4 Augustus. Bij een botsng tusschen twee automobielen op den weg tusschen Bergen en Thulin werden zeven personen gewond, waarvan twee zeer ernstig. In een der wagens zaten vier Hollanders, welke te Rotterdam en Breda woonachtig zijn. Sacco en Vnnzetti. De gouverneur heeft geweigerd gratie aan Sacco en Vanzetti te verleenen. Zijn beslissing eindigde met deze woor- ^?nj resultaat van mijn onderzoek vind ik niet voldoende rechtvaardiging om tusschen beiden te komen. Ik meen met de jurySacco en Vanzetti schuldig zijn en dat hun zaak op rechtvaardige wijze behan deld is. Verder meen ik, dat er geen rechtmatige reden was voor een nieuwe behandeling van hun zaak." Casina Vanzetti, de zuster vait den ter dood veroordeelden anarchist Vanzetti, is Woensdag naar de Vereen. Staten vertrok ken in de hoop nog tijdig genoeg te arrivee- ren om haar broeder nog levend aan te treffen. Zij verklaarde bij haar vertrek nog altijd te vertrouwen, dat het doodvonnis zal worden gewijzigd. Vermoedelijk zal zij 10 dezer te New York aankomen. Men verwacht niet dat president Coolidge in de zaak van Sacco Vanzetti tusschenbei- de zal komen, omdat de president steeds van meening is geweest dat het proces be hoorde tot het ressort der rechtbanken van Massachuetts. Een draadloos bericht meldt dat aan de zuster van Vanzetti, die haar broeder nog voor zijn terechtstelling wil bezoeken, in Boulogne vergunning werd geweigerd om zich aan boord van een juist vertrekkend schip begeven. DE BURGEROORLOG IN CHINA. Naar de Hamburg-Amerika Lijn inzake de inbeslag neming en het weer prijsgeven te Sjanghm van het Hapag-stoomschip „Mun sterland mededeelt, had het schip geen oorlogsmateriaal. Het vertrok den 28 Juli j3" rv" naar Japa" en moest op order der Lhineesche autoriteiten de locorootief- deelen, die voor Tientsin bestemd waren lossen. De Hapag wijst er opnieuw op dat de maatschappij geen oorlogsmateriaal voor China aanneemt. Na een conferentie van een commissie uit de arbeiders der Enschedesche Katoen spinnerij met de directie zijn de loonen op 16 soorten garens met 1 tot 9 cent verhoogd. De firma Gerhard Jannink en Zn. te Én- schede heeft aan de selfactors naar aanlei ding van klachten over de loonen een ver hooging van 5 per twee machines toege kend en de garennummers met 3 cent ver hoogd. De arbeiders verzochten deze laatste verhooging op 15 cent te brengen. De firma Prinzen en van Glabbeek te' Helmond heeft na een conferentie met het' bestuur van den Textielarbeidersbond St. Lambertus de tariefloonen der tweegetou wen-wevers zoo gesteld, dat een weekloon van 24 kan verdiend worden en de Chris-' telijke feestdagen aan gehuwden en kost winners zullen worden vergoed. Buenos Aires werd medegedeeld. De presw dent van Argentinië, Alvear, antwoordda met een telegrafischen groet aan Hinden burg. Naar het „Berliner Tageblatt" meldt, worden thans voorbereidingen getroffen on» van Berlijn uit, behalve met Buenos Aires, ook met andere vergelegen wereldsteden draadlooze gesprekken te voeren, zoodat de tijd niet ver schijnt, dat draadlooze verbin dingen over de gransche wereld zullen tot stand zijn gebracht. Aan een radiotelefonisch gesprek, dat is gevoerd tusschen Berlijn en Buenos Aires, namen deel ambtenaren van het Argen- lijnsch gezantschap en vertegenwoordigers van nieuwsagentschappen. De redevoeringen en ok de voor den microphoon gespeelde muziekstukken zijn zeer duidelijk ontvan gen, zooals onmiddellijk telegrafisch uit Men schrijft ons: Dezer dagen wapperde van het nieuwe retraite huis te Bergen de driekleur, ter gelegenheid van de 1ste retraite in het prachtige huis. De bevoorrechte waren 80 leden van de letraiteclub te Amsterdam. Heerlijk waren deze dagen voor de retrai- tanten, enthousiast zijn zij vertrokken, met de verzekering alle het volgende jaar terug te komen. Bij het sluiten van de retraite werd het volgende telegram aan Mons, Gallier gezonden. 80 seden van de retraite-club van Am sterdam, de eerste retraite sluitend te Ber gen, betuigen U, Monseigneur, kinderlijken trouw en aanhankelijkheid en danken voor de stichting van dit 2de huis. w.g. Smit, Voorzitter. Waarop het volgend antwoord mocht ont vangen worden. Zeer gevoelig voor de aangeboden hulde, wenschen wij alle een zalige retraite. w.g. Bisschop van Haarlem. Moge velen het voorbeeld van de club volgen. Men wende zich om inlichtingen en aanvragen tot Rector Fr. Hansen. Telefoon Bergen 148. Postcheque en giro 130562. Voor circa 20.000 aan juweelen gestolen. De geheimzinnige dader. Gistermorgen toen de procuratiehouder, de heer Visser, van de firma Roelof Ci troen, de bekende juwelierszaak gevestigd Kalverstraat 1, te Amsterdam, den winkel opensloot, deed hij de minder prettige ont dekking, dat een vreemde zich eenige voorwerpen van waarde uit de zaak had toegeeigend. De linkervitrine aan de straat zijde was vermoedelijk met een steekbijtel opengebroken; uit de sporen, die op het houtwerk zichtbaar waren, valt de con- noodige voorzichtigheid heeft plaats gehad clusie te trekken, dat deze braak met de De dader heeft een greep gedaan in de vitrinelagen. Daarna heeft hij eenige stan daards staande op een der toonbanken ge plunderd. Vor zooverre op het oogenblik de inven taris kon worden opgemaakt, wordt de waarde van het gestolen geschat op 15.000 a 20.000. Onder de verdwenen voorwerpen bevinden zich stukken van groote waarde. Zekerheid van vermissing bestaat omtrent zes bril janten armbanden met paarlen in platina gezet, zeventien briljanten rosetten, even eens in platina gezet, vier heerenringen, ook met briljanten in platina gezet, alsmede met saffieren, vier en zestig briljanten rin gen, colliers en andere waardevolle voor werpen. liet is niet onmogelijk, dat de verbouwing van een gedeelte van het restaurant Van Laar, hetwelk bij de juwelierszaak getrok ken wordt, van invloed op het misdrijf is geweest. De te verbouwen localiteit is door eens houten schot van den winkel geschei den en met het oog op dit feit, komt na elf uur des avonds een nachtwaker. Hieruit heeft men de gevolgtrekking gemaakt, dat de daad dóór elf uur ls avonds gepleegd is De dader heeft zich óf laten insluiten óf is op een geheimzinnige wijze aan den achter kant, namelijk via een deur, uitkomende in de Kromme-elleboogsteeg, binnengekomen Het eerste is het waarschijnlijkst; de in aanbouw zijnde kluis en de kelder onder het nieuwe gedeelte bieden daar gelegen heid voor. Het verlaten 'aan de achterzijde was gemakkelijk genoeg. Mevrouw Citroen, die boven den winkel woont, is den geheelen avond met het dinenstmeisje thuis geweest; beiden hebben niets verdachts bespeurd. Wat den heer Citroen betreft, deze ifteft gistermiddag na het sluiten van den win kel om zes uur, met den heer Visser per auto de stad verlaten. Toen werd natuurlijk geen onraad bespeurd. ■»- De dader moet in haast en in het donker gehandeld hebben. Immers hij heeft tal van kostbare bijouterieën niet ontdekt en wel op plaatsen, welke hij zonder veel moeite had kunnen bereiken. De politie stelt een uitgebreid onderzoek Is onvoorzichtigheid de oorzaak? Te Amsterdam werd gisterenmiddag een vrij ernstige uitslaande brand in de Albert Cuypstraat 203 aan verschillende brand- weerstations gerapporteerd. Vandaar dat de hoofdwachten Nieuwe Achtergracht en Honthorststraat, benevens de post Van Ostadestraat te zamen met drie motorspuilen en twee motorladders uit rukten. Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S „What will he do with it door JOS. P. H. HAMERS. 130 I Caroline smeekte haar openhartig te zijn en aan het ziekbed harer moeder hoorde zij van deze, voorspellingen op den ontrouw van Guy Darrell, die haar met verontwaar diging van haar beleedigden trots deden op springen. „Als dit waar is, dan zou het tusschen ons uit zijn," riep zij harstochtelijk uit, „maar het kan niet waar zijn. Kom met het bewijs voor den dag, moeder!" „Maar m'n lieve, beste kind, ik kan in die zaak niets doen. Ik kan niet meewer ken om een voorgenomen huwelijk te ver breken, dat U zulke groote groote vooi- deelen zal schenken, tenzij ge me zoudt be loven, het aanzoek van lord Montiort aan te nemen, als ge van Darrell afziet. In den ellendigen staat mijner gezondheid zou de gedachte je zonder één cent achter te moe ten laten, mijn dood verhaasten." „O, als Guy Darrell mij bedriegt maar dit lijkt me onmogelijk dan kunt U met me doen wat U wilt, moeder; U te gehoor zamen en genoegen te doen, zou dan de grijpen zullen hebben de welsprekende zoek naar het leven van zoo'n uitstekend Toen de wagens in de Albert Cuypstraat kwamen, sloegen de vlammen met kracht uit de zolderverdieping, welke boven de tweede étage gelegen is en waarin de siga renmakerij van den heer A. J, Craane ge vestigd is. Het is een groote zolder, die door middel van een brandvrij schot in twee stukken gescheiden was. De eigenlijke sigarenmakerij, waar de sigarenmakers werken het personeel is slechts klein en bedraagt zes man was aan den achterkant gelegen en het was van deze plek, dat een der sigarenmakers door een gat in het genoemde schot een vlam zag. In het voorgedeelte was even te voren een jongen geweest en niet onmogelijk is, dat deze knaap daar gerookt heelt. De vlam, die de sigarenmaker zag, kwam voort uit een kist met papier, welke naast een kist gestripte tabak stond. De man had de tegenwoordigheid van geest, nog een emmer water op de kist te gooien. Afdoen de was dat niet, want het vuur greep in deze brand-gevaarlijke omgeving snel om zich heen. Nog voor de brandweer kwam, sloeg de vlam reeds voor- en achteruit en brak zich bovendien reeds baan door het platte dak. In zulke gevallen helpen geen halve maat regelen, Vandaar dat de brandweer drie stralen uitlegde en een harer machinale lad ders omhoog bracht. Een straal werd geleid door het trappenhuis van perceel 203, één door 201, een aangrenzend perceel, terwijl de derde op de ladder bediend werd. Na acht minuten werken kon de watertoevoer worden stopgezet. Het vuur heeft zich door dit snelle optreden niet kunnen uitbreiden, zoodat alleen de sigarenmakerswerkplaats het slachtoffer werd. Deze brandde geheel uit. Het dak vertoont tal van gaten en veel tabak en sigaren gingen verloren. Op de benedenétages was natuurlijk waterschade. De fabrikant is voor 5000 verzekerd, wat den inventaris betreft. De waarnemend commandant, de heer Förch, had bij het blusschingswerk de leiding. M, schrijft in het Hbld. Hij was een van de duizenden examen- slachtoffers, maar hij voelde zich veel meer slachtoffer dan één van de anderen. Zoo zijn er, niet waar? Doodongelukkig voelde hij zich. Dat eind-examen was dan ook zoo bar moeilijken die examinatoren waren zoo gruwelijk lastig alsof zij 't deden om hem te plagen Een heelen morgen had hij al achter den rug, en het eene vak was al stumperiger gegaan dan het andere. Nu was het middag en hij zat onder de klauwen der meetkunde- examinatoren. Hij wist nauwelijks meer wat ze hem vroegen antwoordde maar zoowat op goed geluk af. Ineens hoorde hij zichzelf zeggen t „Twee evenwijdige lijnen ontmoeten el kaar slechts in de oneindige ruimte." En de stem van zijn beul, die beval t „Toon dat aan 1" Toen nam hij een stuk krijt en teekende op het sombere, zwarte schoolbord twee witte, evenwijdige lijnen, die hij doortrok zoover hij kon, tot aan den rand van het bord toen er over heen, op den muur. Den heelen muur langs teekende hij die twee lijnen, steeds even ver van elkaar af. Hij kwam bij de deur teekende zijn lijnen ook daar op verder. Qpende de deur, trok de krijtstrepen verder op de muren van de gangnog verder ging hij, tot aan de buitendeur.... den muur van het school gebouw langs, de huizen daarnaast.... De examinatoren hebben hem nooit te rug gezien. Misschien teekent hij zijn twee lijnen nog altijd verder en wacht op het oogenblik, dat ze elkaar ergens in de on eindigheid ontmoeten zullen.... Maar daarop konden de examinatorea niet wachten, en daarom hebben ze hem maar zonder meer „zeer onvoldoende" voor meetkunde gegeven. eenigste troost zijn, die me overbleef. Zoo was dan alles voorbereid voor de ontknooping. Mevrouw Lundsay had het be ginsel in practijk gebracht van „het doel heiligt de middelen." Zelfs had ze zich ver laagd om van middelen gebruik te maken die de schurkerij van Mathildes echtgenoot haar aan de hand deed. Bij een bezoek aan Parijs, had Jasper kennis gemaakt met de Fransche avontu rierster, die zich als een schaduw door een gedeelte van dit verhaal bewogen heeft. Gabrielle Desmarets was toen in den bloei harer jeugd en reeds berueht. Ingenomen door het fraaie uiterlijk waardoor Jasper zich toen zoo onderscheidde, verbond zij gaarne zijn fortuin aan de hare. Gabrielle was een van die duivelinnen, zooals de Fran sche hoofdstad ze kent met z'n epicuristi- sche beschaving en zedelijke verdorvenheid. Ze was geestig, listig, in staat tot het spe len van elke rol, tot het smeden van elk complot en als het in haar kraam te pas kwam, zich als de wellevende, deftige, on berispelijke vrouw voor te doen. Jasper stelde deze comedlante aan z'n vrouw voor, als* een weduwe van rang, die op 't punt stond naar Londen te vertrekken en die misschien in dc gelegenheid zou zijn haar va der, den heer Darrell, te spreken en een goed woord bij hem voor hem te doen. Mat- hilde vilei in den strik. De Jraneaise ging naar Londen, onder een aangenomen naam en valsche titels en met vertrouwde bedien den. Dat was zooals onze lezers wel be- barones, die bij Darrell de zaak zijner be rouwvolle dochter bepleit hadl Ongetwijfeld had de doortrapte Parisien. ne op de uitwerking harer kunstgrepen ge rekend om Guy Darrell in haar netten te vangen. Het was haar mislukt. Maar niet temin kon zij het voorop gezette doel be reiken. Zij schreef aan een van haar vrien den te Parijs, dat zij een rijken bewonde raar had gevonden in een beroemd Engelsch staatsman, aan wien zij het te danken had, dat zij zich in Londen had kunnen vestigen en gewaagde in geestige, sarcastische ter men van zijn engagement met de jonge En gelsche schoonheid te Parijs, die toen zulk een grooten opgang daar maakte; een en gagement dat haar bewonderaar volgens haar schrijven hartelijk moede was Zonder dat zij namen noemde, kon men zich in haar beschrijving niet vergissen. Jasper legde natuurlijk deze brieven aan mevrouw Lundsay voor, en zeide, dat de persoon aan wie zij gericht waren ze aan een van haar vele vrienden had laten lezen, en voerde aan, dat, hetgeen in die brieveh tegen Darrell getuigde, voldoende zou zijn voor Caroline, als iemand, aan wiens waar-: heidsliefde niet te twijfelen viel, de bewe ring, in den brief vervat, kon bevestigen. Het zou al voldoende zijn, als zoo iemand den heer Darrell slechts even het huis ee* ner vrouw, wier levenswijs zoo berucht wa®r zag in- of uitgaan. V Mevrouw Lundsay verklaarde met vpl- 1 leerde listigheid, dat zij zich in een onder man, aan wien zij zooveel verschuldigd was, met op het gepraat van anderen wil» 7" If1 jen" Zi) zou zelf naar Londen gaan. Zij kende Gabrielle van aanzien, zooals ie dereen haar kende die c» opera bezocht óf in het „Bois de Boulogne" reed. Jasper nam aan zorg te dragen, dat de „parisienne" zich op een bepaalden dag en op een af gesproken uur op haar balcon zou vertoo- nen, en dat Darrell haar op dat uur zou be zoeken en toegelateft worden, waarop me vrouw Lundsay verklaarde, dat dit bewijs haar voldoende zou zijn. Bewust van de macht, die zij over Caroline verkrijgen zou als zij, met haar zwakke gezondheid, haar kon zeggen dat zij deze reis ondernomen had om ich met eigen oogen te overtuigen van de waarheid eener beschuldiging, die, i ZJ' waar bevonden werd, een groote in vloed op de handelwijze en het lot harer dochter zou uitoefenen ging mevrouw Lund- ssy Mar Londen, zag Gabrielle Desmarets op haar balcon, zag Darrell haar huis bin nen gan en merkte, bij haar terugkomst in Parijs, gewapend met dit z.g. bewijs en met de brieven, die haar tot het onderzoek aan leiding gegeven hadden, zoozeer op het ge moed harer dochter, dat de markies van Montfort den volgenden dag aangenomen werd. /^aar het proefjaar van Guy Darrell was bijna om, elk uitstel kon gevaarlijk worden en elke opheldering noodlottig. Een langdu rig engagement tusschen lord Montfort en Caroline kon niet geheim blijven; Darrell zou er van kunnen hooren; de trotsche fa milie van den jongen markies zou niet in gebreke blijven, tusscfjen beide te komen als de tijding van z'n voorgenomen huwe lijk met een arme nicht haar ter oore kwam. Daarbij kwam, dat lord Montfort, die zeer b^ng was voor z'n grootmoeder, niet minder gesteld was op geheimhouding en spoed dan mevrouw Lundsay. DERDE HOOFDSTUK. Zoo zegevoerde dan mevrouw Lundsay, en terwijl haar dochter i)og onder den in vloed was van een opgewondenheid, die haar overijlde daad aangespoord werd door de zucht om aan de kwelling van haar ze gen nadenken te ontkomen, werd het on gelukkig huwelijk van 'Caroline met vee* statie en luisterijk, voltrokken. De markies huurde voor de wittebroods weken een villa in de schoone omstreken van Fontaineblau en de eerste zes weken waren nog niet voorbij, toen hij tot zich zelf zeide; „Ik kan j>et vinden dat alles ozengeur en maneschijn in 't huwelijk is." Toen hij zich het eerst tot Caroline aan getrokken gevoeld had, was zij al leven en vroolijkheid, te veel kind nog cm te treil en over de afwezigheid van Darrell, ter wijl zij vast vertrouwde op een huwelijk met hem. In die frissche vroolijkheid had de markies behagen geschept. Na zijn hu welijk was die vroolijkheid verdwenen. Ca roline mocht al zachtaardig en volgzaam we zen, die deugden, ofschoon misschien, van hooge waarde dan opgeruimdheid, zijn in dien omgang niet zoo onderhoudend. Lord Montfort was, wat men in de wandeling een stommeling noemt. Dit was voor z'n huwelijk minder opgevallen. Een jong mensch van hooge geboorte, die er goed uitziet, be schaafde manieren heeft, uitstekend paard rijdt, mooi danst en meestal zwijgt kan in ieder gemengd gezelschap voor een verlegen jongeling met een gevoelig karakter door» gaan. Maar wanner hij uw levensgezel ge worden is en gij dagelijks met hem moet omgaan en gij komt tot de bevinding, dat wanneer hij z'n mond open doet, niet om te eten of te drinken, maar om te spreken, hij noch gevoel, noch verstand bezit, dan is zoo iemand voor een vrouw die dat wel heeft, een bittere teleurstelling. Caroline was echter niet de vrouw om zich daar over te beklagen; zij zag ook niet direct de verstandelijke onbeduidendheid van haar echtgenoot in. Hij was het, die zich beklaag de. Hij begreep juist genoeg van haar zeer ontwikkelden g\cst om te vermoeden, dat zij hem nu juist niet om z'n verstand be wonderde en dat hij haar vereerde. Een onverwachte gebeurtenis veranderde niet lang nu hun huwelijk, zijn toenemende on verschilligheid in bepaalden afkeer. 1 oen lord Montfort op zekeren dag in de kamer van Caroline kwam, vond hij haar buiten kennis op den grond liggen met een geopenden briei naast zich. (Wordt vervolgif), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6