ONZE VROUWENRUBRIEK Noodlanding. Nachtjaponnetje voor meisjes van 3 jaar. Voor de Groote Vacantie. Vacantieverziasels. Andere wijzen van conserveeren van groenten. Practische wenken. Patronen naar Maat Onze woning. Is 't vandaag niet véél te warm om ook maar één verstandig woord neer te schrijven? Laat daarom niemand iets dergelijks van me verwachten! Een ge waarschuwd mensch.... Ik heb eens ergens gelézen: wanneer je heelemaal' niet bidden kunt omdat je veel te verstrooid bent en onophou delijk moet denken aan je zaken of aan de moeilijkheden waaimee je dierbaren op dat oogenblik hebben te kampen dan moet je in 's hemelsnaam maar van den nood een deugd maken, en inplaats van je af te tobben met 't verjagen van die gedadhte, ze eenvoudig in je gebed opnemen, en dan maar juist daarvoor eens met veel animo gaan bidden. Zooiets ben ik nu juist ook van plan, zij 't op meer profaan terrein. Ik heb de fout begaan met een dekstoel, een cahier en een stompje potlood hier heen te trekken, mezelf erbij vertellend dat ik ging werken alsof 't mogelijk was, een fatsoenlijk onderwerp te be handelen, en je ideeën in 'n rechte lijn te ontwikkelen, wanneer je zit waar ik zit, en ziet wat ik zie Want ik zit aan 't alleruiterste Wes- lerrandje van ons dierbaar vaderland, en 't is de eerste Augustus, en druk kend. Weet u wat dat in een badplaats betcekent? Ik voel me verschrikkelijk excen triek, dat ik kousen en schoenen draag, en heelemaal droog ben. Misschien zal 't straks uit een barmhartigen hemel een beetje gaan motregenen om me te hel pen aan wat locale kleur: grillige, dof- donkere plekken op mijn jurk en 'n dito moesjes-patroon van groote spatten op mijn kousen. Neen, ik zit niet in Zandvoort of in Scheveningen. 't Is hier oneindig naïe ver, veel origineeler, en bepaald ook een beetje fatsoenlijker. Iedere bad plaats heeft z'n eigen type gasten, evenals b.v. Amsterdammers heel an dere gezichten hebben dan Hagenaars of Haarlemmers. Lieve lezeressen als ge er niet in wilt berusten, 'n kwartiertje naast me te komen zitten, en net als ik uw neus in den lekkeren zeewind te steken, en méé pret te hebben om dat daar en dat daar en diè drie daar ginder kijk ze nu toch, goeie hemel! dan kan ik vandaag verder niets voor u doen! Uit 't tamme voorgeborchte van de groote zee: de heerlijke zwinnen en de speelgoed-branding van kleine krie belgolfjes over de zandbank, klinkt 'n gekwek als van dozijnen jonge eendjes. En heusch, 't flodderend grut met de kijf- of glnnder-stemmetjes vertoont daar merkwaardig veel overeenkomst mee. De moeders kun je ve.-deelen in twee groepen. Eerstens de traditioneele kip pen, die zulke, eendjes, waarvan de lief hebberijen ten eenerraale buiten hun eigen horizon vallen, hebben uitge broed, en nn aan den wal duizend ang sten uitstaan om deze onverklaarbare geaardheid van hun ondernemend kroost. Dat zijn de «crveus-handen- klappende, schelgierende moeders („Jan- tjiè-iè-iè! Fritsiè-iè-ièl Nie in de gróóte sééééé!") die half snauwerig, half-over- redend op 't uiterste plakje begaanbaar zand staan te lokken met 'n Zwitser- reep of 'n paar k'sausies, maar angstig terugstuiven zoogauw een vlokje schuim in hun richting bibbert. De tweede cate gorie vormen de onvervaarde, resolute eendenmoeders (afmetingen gewoonlijk in stijl van de beeldspraak) die met ach terlating van kousen en lakschoentjes en met koelbloedig-opgesjorde uitgaans- kleedij hun spruiten vergezellen en even sportief meeploeteren als de meest-ver- woede pootjes-baai-maniak, dien ze erbij hebben. Sommigen doen 't bovendien nog met een gezapige moederlijke be rusting, die nog geaccentueerd wordt door 't bedachtzaam-sjokkig waden tegen de kleine golfjes in. Ze schijnen 't als een van de plichten van hun levensstaat op te vatten, en maken er- 'n soort sta tige, rhythmische ceremonie van. De moderne tijdgeest doet zich bij dit waterballet in zooverre gelden, dat je tegenwoordig ook Opoe's riet. Zelfs ge dragen ze zich veel losser en lichtzinni ger dan hun dochters. Hier vlak vóór me staat er een, stralend en schalksch, midden in 't zwin, die bevallig haar paarse japon houdt opgetoomd in 'n drapee ring die m'n gedachten hoogst oneerbie dig, maar reddeloos hardnekkig heen leidt naar 't rozenwonder van Sinte Eli sabethen nu probeert, in aanval lige dartelheid haar kindskinderen te trappen en nat te pletteren. „Als je Opoe ziet...." Vergeef me, dat ik u op de melodie breng. raakt ze tot 't sla pengaan niet meer kwijt De vaders.... Wanneer er nog iemand zijn mocht, die zou willen tegenspreken, dat mannen nooit heelemaal volwassen worden, hij kome en zie.... De vaders huichelen geen plichtsver vulling, wanneer ze met hun magere, bleeke, behaarde beenen, waarboven de verschillende staaltjes tot-flensjes-ge rolde pantalons, als reigers door 't zwin banen ze vinden 't onverholen héér lijk. Ze bemoeien zich opvallend weinig met hun kroost, wanneer er geen uit drukkelijk beroep gedaan wordt op hun natuurlijke begaafdheden als veerman of Christophoor van de eene zandbank naar de andere. Sommigen, heel alleen, sleuren kleine houten bottertjes met een goor zeiltje achter zich aan.... Hierheen met den mantel der liefdel.... Oome heeft een „levendige" garnaal gevangen en schreeuwt zijn heele bloed en aanverwantschap bij mekaar om te komen kijken hoe eng die spartelt.... 0 hemel, je moet niet te lang kijken, of je bent wekenlang vies van de zee, en blieft geen baden meer, al is ze nóg zoo ruim. De babies doen cngeloofelijke dingen. Ze worden in kleine badpakjes (die als dracht voor de warme dagen hoe langer hoe meer in zwang komen) héél vooraan in 't water neergezet, en verder aan hun instinct van zelfbehoud overgelaten. Meestal keeren ze dan urenlang met diepzinnige gezichten emmertjes water over zichzelf om, terwijl ze onophoude lijk zoet en zalig keuvelen, te geani meerder naarmate ze minder gehoor hebben. Af en toe struikelt iemand over ze, of wordt hun leven bedreigd door 'n ijzeren schep van een van de grooteren, welk gebeuren door een vervaarlijk ge huil wordt overgeseind naar een cf an dere moeder, die ze nergens zien, maar waai ze toch aan schijnen te gelooven, en die dan ook als belooning onmiddel lijk komt toegeschoten uit den een of anderen onvermoeden hoek, en zich op haar teeder wicht stort om het te kus sen, door elkaar te schudden en met 'n smak weer neer te planten om „liefies te spelen". Wat is daarginds aan de hand? Mis schien wordt de sloep van de reddings brigade weer 'ns te water gelaten voor 'n manoeuvre. Dat zal u allen wel, even als mij, doen denken aan 'n reusachtige magneet, die al voortschuivend honderden naalden aantrekt. Want al die scherpe spichtige beentjes, die met flitsende scheuten in één richting schieten door flikkeringen van nat en zongeglim, als door 'n onverklaarbare macht opgejaagd naar 't heldenschip waar ze niet vandaan kunnen blijven, weet ik nergens mooier mee te vergelijken. O nee 't zijn twee watervliegtuigen, die op eenigen afstand van de kust over zee komen strijken. Arme kippenmoe- ders! Houdt ze maar eens tegen, al die loeiende enthousiastelingen, die deze nieuwe soort „stoomvinkies" in Groot Mokum nog nooit te zien hebben gekregen, en vurig snakken naar een noodlanding, zooals twee der voornoem de vinkies hier enkele dagen geleden op 't strand moesten doen. Je hoort ze gewoon niet snorren, zóó gaan de moe ders te keer. Want alles Stormt roeke loos en verlangend zee-in, om te kijken „of ze nog niet weer es raar beginnen te doen". En daar denk ik opeens weer met schrik aan m'n beschikbare ruimte, die ik uit nooddruft heelemaal volgeklad heb met krabbels, uit m'n onmiddellijke omgeving! Werkelijk, óók 'n soort nood landing, in aanmerking genomen 't ver heven onderwerp dat me bij aankomst voor den geest zweefde, en dat ik in statige vlucht wilde benaderen met ech ten Lindbergh-moedl Maar ik moést hier wel stranden, er was heusch geen ont komen aan! Dit 9chamel en voor 'n bui tenstaander erbarmelijk feest van spat ten en gillen en kletsnat-worden, werkt door de algemeene deelname en de on sterfelijke geestdrift „van geslacht op geslacht" waarmee 't begaan wordt, als champagne, als 'n fascineerende inboor lingen-dans bij opzweepende muziek.... Denk eens, felle-zon en felle lucht, en al die druppels.... En er moét toch wel iets „aan" zijn, 't moet toch wel trekken en lokken, al kunnen wij dat niet vatten en grijpen, en de bekoring niet navoelenl Of wij nu zooveel wijzer zijn, omdat we hier zit ten, compleet-aangekleed en geamu seerd en 'n beetje hautain? Of er eigen lijk niet iets hapert aan onze ontvanke lijkheid voor natuur-impressies, dat we dat kunnen aanzien, urenlang, en droog, kurkdroog naar huis komen?! MACHTELD. fieft dan zóó op het goed, dat ge 3e mouwtjes ter hoogte van het armsgat kunt knippen. Midden voor maakt ge een splitje, dat na afwerking 25 c.M. lang en 3 c.M. breed wordt. Hiervoor knipt ge twee splitreepen, welke 27 c.M. lang, en 7 c.M. breed zijn. Ge stikt ze dan aan den achterkant op, l'A c.M. vanaf het midden, waarna men ze op den achterkant overstikt. De 3 plooitjes, 'die zich aan weerskanten van het split bevinden, worden 3 m.M. breed geno men. De plooi midden achter maakt men 2 c.M. breed, waarna deze wordt platge legd. Zij- en schoudernaadjes wor den evenals de mouwnaad, dichtge naaid en aan den achterkant overgestikt. Het leuke, ronde kraagje is eenvoudiger dan ge denkt. Van het kant knipt ge 80 c.M. af. De beide zijkantjes werkt men af met een smal zoompje, waarna ge het kant inrimpelt op de maat van de hals wijdte. Vooraf overtuigt ge u even, of deze wijdte goed is. Het kant zet men langs het halsje, en tegeliji(k hiermee een schuine bies, die 3 c.M. breed wordt ge knipt, later op den verkeerden kant wordt overgezoomd, en dan zoo onge veer één c.M. breed is. Aan het mouwtje zet ge het overige kant strak langs, op 1/4 c.M. vanaf de rafels, en stikt het daarna met een zoompje van 1 c.M. op het mouwtje. Vervolgens maakt ge in 't midden van dit zoompje 2 vetergaatjes, waardoor ge een bandje of lintje rijgt, zoo, dat het mouwtje, evenals het kraagje, iets gerimpeld wordt. Het mouwtje wordt ingezet, en op het nacht japonnetje overgestikt. Onder aan 't nachtjaponnetje maakt ge een 2 c.M. breeden zoom. In het splitje komt boven aan een liggend, en in 't midden staande knoopsgaatjes, waarna ge de kleine pa relmoeren knoopjes in dzelfde richting van het knoopsgat aanzet. DINY. Voor bovenstaand nachtjaponnetje hebt ge noodig 2 el fijne katoen van 80 c.M. breed, 2 el kant van 5 c.M. breed, 4 kleine knoopjes. Hoe aardig is het niet voor Moeder, zoo ze er eenigszins tijd voor heeft, bij haar toch al zoo drukke, huiselijke beslommeringen, zelf iets voor haar kinderen te kunnen naaien. Wat leuk kan uw kleintje niet bij u komen staan, om met een heel wijs gezichtje eens te zien, hoe ver Moeder gevorderd is, en don de vraag, wanneer het af komt. Over het algemeen duurt het na tuurlijk veel te lang. Maar dit eenvou dige nachtjaponnetje hebt ge zoo klaar, zoodat ge de kleine vraagster gauw te vreden zult kunnen stellen. Ge knipt het nachtjaponnetje volgens patroon, en legt No. 173. Sportief deux-pièces costuum van écru-kleurig linnen. Het décolleté der jumperblousen is in V-vorm geknipt en evenals het rokje met roode biezen gegarneerd. Een roode lakceintuur en een roode halsdoek losjes op den schou der geknoopt zullen hierbij allerleukst staan. No. 174, een echte vacantie-jurk, dach ten wij in gebloemde cretonne. Het lijfje recht, het rokje met zakjes en plooien gegarneerd. Het geheel met effen stof in de donkerste tint van het patroon afgezet. No. 175 is een alleraardigst costuum voor meisjes die aan roeien, zeilen of tennissen doen. Wij dachten het in wit linnen, serge of flanel. De rechte jum per-blouse, gegarneerd met geappli- queerde reepen hard blauwe stof en een geborduurd initiaal in dezelfde tint. Vooral dit laatste geeft een zeer modern cachet. Het geplooide rokje dachten wij in hetzelfde materiaal als de jumper- blouse uitgevoerd, naar believen wit of blauw. De patronen van beide laatste model len kunnen desgewenscht ook met lange mouwen gemaakt worden. MARGUéRITE. Behalve door steriliseeren zijn er nog andere, tevens goedkoopere wijzen om groenten in te maken. In de eerste plaats, doch niet de meest gebruikte manier, wil ik noemen: HET DROGEN VAN GROENTEN. 'We kennen ze allen, de gedroogde groenten! In pakjes of zakjes worden zeer veel de gedroogde soepgroenten in den handel gebrachtl Maar eveneens worden de groenten af zonderlijk gedroogd zeer aanbevolen. Het 19 echter niet mijn bedoeling, over deze soort „gedroogde groenten" iets te zeg gen. Deze worden namelijk in fabrie ken gedroogd en mij is het juist te doen om „eigen" inmaak. Dat deze gedroogde groenten bewaard kunnen worden zonder te bederven of een naren smaak te krijgen, komt, omdat door het drogen al het vocht aan die groenten onttrokken wordt. Die bacte riën, die bederf veroorzaken, kunnen zonder vocht niet leven, zich niet ont wikkelen, waardoor deze gedroogde le vensmiddelen niet aan bederf onderhevig zijn. Deze wijze van conserveeren heeft voor, dat er van het voedsel van het le vensmiddel niets verloren gaat dan het water, t geen we voor en gedurende de bereiding er weer in terug kunnen brengen. Men moet er wel goed voor zorgen, als men zelf droogt, dat de groenten ook intens droog geworden zijn, anders zou den ze gaan schimmelen. De groenten, die 't best zelf gedroogd worden zijn: peterselie, dragon, kervel, selderie en slaboontjes en daarvan voor namelijk de slaboontjes. Gedroogde groenten worden in een bus of trommel bewaard, GEDROOGDE SLABOONEN. Haal de boonen aan vier zijden af, breek ze en wasch ze. Zet ze op met ruim kokend water en iets zout en laat ze 5 a 10 minuten koken. Spreid ze uit op een schoonen doek, tot ze volkomen koud zijn. Laat ze in een lauwen bakkers oven drogen. De bakker dien men heeft, is altijd wel genegen dit voor zijn cliënt te doen. Tweede manier: Haal de boonen aan vier zijden af, breek ze en rijg ze met, een stopnaald aan elkaar met een ster ken draad, hang ze in de zon, tot ze geheel droog zijn. N.B. De eerste methode verdient aan beveling, omdat door snel drogen de na tuurlijke smaak der groenten bewaard blijft. Bij een goede bereidingswijze sma ken ze alsof het versche boonen waren. Een 2e manier van inmaken van groen ten, die zeer veel wordt toegepast is: HET INMAKEN IN ZOUT, Bïj deze methode worden de groenten met veel zout ingemaakt. Zout heeft namelijk bederfwerende eigenschappen. Bovendien heeft zout de eigenschap om vocht tot zich te trekken. Dit is trou wens geen nieuws voor u: immers wat ■kan het zout in de keuken niet vochtig zijn als het weer vochtig is. De lucht is dan vochtig en het zout trekt van dat vocht meer of minder tot zich. Boven zagen we, dat hoe minder vocht het levensmiddel bevat, des te minder kans is er op bederf. Het zout doet hier dus twee diensten, waardoor levensmiddelen bewaard kunnen worden. Deze methode heeft echter een groot nadeel. Want niet alleen wordt water aan het levensmiddel onttrokken, ook 't voedsel, dat in het water opgelost is, gaat verloren. Voor 't inmaken in zout heeft men weinig noodig en het is dus een goed- koope manier. Een inmaakpot van Keulsch aarde werk, eenvoudig Keulsche pot genaamd, dien men in verschillende grootten krijgen kan; een daarin passend plankje en een zware steen. De groenten worden hierin laag om laag met het zout stevig aaneen gedrukt, om ze goed met het zout in aan raking te brengen. Na 2 i 3 dagen moet de inmaak wor den nagezien. Er is dan z.g. „kim" op gekomen. Dit is een soort schimmel. Het zout is n.l. opgelost in vocht van de groenten (z.g. pekel). Door 't vele nat van de groenten is deze zoutoplossing sterk verdund, waardoor die kim ont staan is. Dit moet er afgenomen worden en weer opnieuw wat zout worden toege voegd. Mocht de groente niet geheel onder den pqkel staan, dan moet een beetje water, maar dan ook wat meer zout worden toegevoegd. Zoowel de doek die de groenten bedekt, als het plankje en de steen, moeten zorgvuldig worden schoongemaakt. De eerste paar weken moet men dezen inmaak goed na kijken. Daarna is de kans op bederf ver minderd. Dan behoeft men ze slechts éénmaal in de maand na te zien. De volgende week zal ik recepten van dezen inmaak geven. CATHARINA. Als u een gelatine-pudding maakt en de pudding wil maar niet stijf worden, doe er dan wat citroensap bij en uw moeilijkheid zal overwonnen zijn. Als u nu weer goed gaat invochten, gebruik daarvoor dan eens een schoone borstel en heet water. Dan zal het goed in een minimum van tijd goed zijn om te strijken. En het is heelemaal niet noodig het goed erg nat te maken, daar heet water veel gemakkelijker door stof wordt opgezogen, dan koud. HL 'T STIEFKIND. 't Idéé zit nu eenmaal bij ons vastge roest, dat wij de offerlammetjes van de midzomer-feesten zijn, wij, die zelf t meest van allemaal behoefte hebben aan 'n poosje vacantie! 't Heele huisgezin denkt aan niets dan aan ontspanning en buitenpret, en wij, stakkers, betalen 't gelag! Jawel. En over 't algemeen doen we dat werkelijk met veel opofferingszin. We gunnen onzen kinderen graag al 't mogelijke, en hebben daar best wat last en drukte voor over. Maar één zien we er meestal over 't hoofd die komt dan ook in z'n zuinig- toegemeten rustweken nogal wat zorg en belangstelling van onzen kant tekort, en raakt soms gewoonweg in de verdruk king. Dat is de oudste van allemaal. De anderen noemen hem: vader. En wij lei den daaruit af, dat hij uitstekend op eigen beenen kan staan. Ik heb de laatste jaren nogal eens ge legenheid gehad, om aardig wat van die zoogenaamde gezinshoofden (die. in veel opzichten zelf nog verdacht veel van kleine jongens weg hebben) zoo onge merkt gade te slaan, en dikwijls liep 't bestudeeren dan uit op beklagen. Slechts weinig mannen zijn in staat, zonder eenige leiding of aanmoediging met hun vacantietijid te woekeren en 't zichzelf genoegelijk te maken! We schermen nogal eens met onze moderne idealen van kameraadschap en 't meeleven met de zorgen en den arbeid van onze mannen, maar practisch geven we ons toch weinig rekenschap van hun dikwijls lastig en vermoeiend werk of hun behoefte aan rust, en er gaan dagen genoeg voorbij, dat we er geen flauw benul van hebben, waar ze dien dag alle maal voor hebben moeten zorgen, ter wijl iedereen moet aanhooren, wat we- zelf zooal van uur tot uur „voor elkaar" gekregen hebben. Buiten- of zelfs binnenlandsche reisjes kunnen er lang niet bij iedereen op over schieten, maar waar dit eenmaal uitge sloten is, wordt er verder meestal wei nig zorg aan besteed, van Vaders vacan tie te maken, wat er van te maken is. Hij wordt er zoo'n beetje op uitgestuurd om met de kinderen tochtjes te maken en ze nuttig en aangenaam bezig te hou den in de vrije natuur of tusschen de plaatselijke bezienswaardigheden. Hoe meer volle dagen 't heele stelletje van de baan is, hoe'meer voldoening we smaken, We vinden 't niet meer dan billijk, dat Vader dien korten tijd, dat hij voortdu rend ons huiselijk leven met z'n tallooze beslommeringen deelt, zich ook zooveel mogelijk verdienstelijk maakt. En de verhouding tusschen hem en de kinderen moet al bijzonder hartelijk en kameraad schappelijk zijn; hij moet er al bijzonder veel slag van hebben zichzelf te amusee ren, wil z'n vacantie voor hem geen on bevredigend karweitje worden en wil hij er in den loop van het jaar aan terug kunnen denken, als aan 'n tijd van wer kelijke verpoozing en verkwikking. In iederen man, ook in den ernstigsten werker en den meest nauwgezetten plichtmensch, woont 'n schooljongen, en dien kunnen we in z'n vacantie te zien krijgen, als we hem 'n beetje aanmoedi gen, voor den dag te komen. Want daarbij moet hij geholpen worden! Hij is stijf en onwennig geworden van 't lange opge sloten-zitten, maar weten we hem een maal met moederlijke vindingrijkheid naar buiten te lokken, dan verbaast hij algauw zichzelf en ons met z'n frissche Uitgelatenheid en zotte invallen. In 's hemelsnaam, laat hem uitwoeden, en altijd doen waar bij op dat oogenblik zin in heeft! Laat hein fluiten en zich uit rekken, laat hem rommel maken of hen gelen, laat hem op regendagen z'n flauwe verhaaltjes lezen in de meest onbeleefde houdingen, geef hem lekkers en limonade, in één woord, geef den schooljngen wat des schooljongens is, in 's hemelsnaam! Vermoeide menschen, aan hun oogen- blikkelijke voorkeur overgelaten weten instinctief altijd te kiezen, wat voor hun afgewerkte hersens of spieren 't heil zaamst en meest ontspannend is, hoe onmogelijk hun keuze van tijdpasseering ons, die vreedzaam in 't gareel voort- sloffen, ook lijken mag. Zullen we 't ooit zoover brengen, door wat vooruitwerken van te voren, door wat vervroegde kamerbeurten en wasch- dagen, door voorafgaand schoon-schip- m'aken onder den stapel verstelwerk, ook onszelf wat vrij te maken, en zoo doende 'n kameraad te worden voor den schooljongen, inplaats van op al z'n plaq- nen voor gezamenlijke dwaasheden te moeten prevelen: „geest no^ meer te doen dan anders....T~ 't Meest stiefmoederlijk vaa alle va- cantie-huisvaders heb ik als regel den stumper zien behandelen, wiens gezin de zomermaanden buiten doorbrengt, aan zee bijvoorbeeld, terwijl hij, op z n veer tien dagen na, dagelijks op en neer naar de stad trekt. Die komt 's avonds uit z'n trein of bus, vermoeid «en met de aan doenlijke hoop op gezelligheid en ver- frissching in de dikwijls lugubere gehuur de kamers aan, waar zijn roodverbrande, verkreukte vrouw, en zijn zanderige, slaperige kinderen, dreinig van ver moeienis en zeelucht, op vreeselijke pluche stoelen hangen, voor zoover die niet door stillevens van scheppen, zand vormen en wollen strandgoederen in be slag genomen zijn. Iedereen heeft den heelen dag zóó z'n hart opgehaald, dat hij nu ten eenenmale afgewerkt is, en geen zin heeft, er iets van te vertellen, of voor den nieuwaangekomene extra omslag te maken. Wanneer we tot deze categorie behoo- ren .rustig ergens in pension zijn, of op gemeubileerde kamers wonen met onze dienstbode bij ons, zijn we heusch nog zoo erg niet te beklagen, wat zomer- drukte betreft, en krijgen 'n leeuwen aandeel in de vacantie-rust. En nu moest alle bereidvaardigheid en dankbaarheid zich toch eigenlijk concen^reeren op den eene, die zich dubbel inspant met door werken en heen-en-weer sjouwen, en 't ons daardoor mogelijk maakt, dit alle9 te genieten! Waarom de kinderen niet frisch en fleurig opgeknapt tegen etenstijd, en ze Vader tegemoet gestuurd om hem af te halen? Waarom niet gezorgd voor 'n keurige, ordelijke kamer, 'n verzorgd uiterlijk, 'n extra verfrissching en 'n ge zellig, rustig voorstelletje voor de lange, lichte avonduren? Tracteer 't stoffige, moegewerkte stief kind toch njet op de onsmakelijke, gape rige conversatie-restjes van 'n langen pleizier-dag, waaraan hij geen deel heeft kunnen nemen! Dan maar liever wat min der gewandeld en gezwommen en ge zonnebaad, zoodat we 's avonds op ons best en spraakzaamst zijn zoodat de goede gever van al het heerlijks van dezen tijd, zelf óók z'n deel krijgt, en niet alleen uit onze matte oververzadi ging hoeft af te leiden, wat er alzoo te genieten valt! Vergeten we ons groote kind, onzen verongelijkten oudsten jongen in vredesnaam niet, bij alle bereddering voor 't welzijn van de kleintjes! Een schooljongenshand is in z'n vacantie zoo gauw gevuld en is 't niet de hand, waaraan we, naast God, heel onzen wel stand danken? VETERAAN. Met het maatnemen gelieve men nauwkeurig op het voorbeeld te letten. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het nummer van het gewenschte model duidelijk^ op te geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging van het bepaalde bedrag in postzegels. Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van het patroon. üSdmjkui ml Prijzen der Patronen. No. 173 1.10. No. 174 1.— No. 175 1.20. Heel toevallig ontmoette ik verleden week een kennisje, dat mij uitnoodigde haar huis eens te komen zien, ze was al een poosje getrouwd en nog nooit had ik haar een bezoek gebracht. 'k Ben er dan gister naartoe gewan deld, en werd door haar ontvangen in een heel gezellige kamer, die ze heele maal volgens eigen idéé had ingericht. Een gedeelte van die kamer heb ik (natuurlijk met toestemming) voor u ge schetst. Zooals u ziet, was de canapé met de rugleuning tegen het venster geplaatst. Nu zullen vele lezeressen misschien dek ken: „Dit is niet te verkiezen, want dan heb je in 't geheel geen uitzicht, je zit altijd met je rug naar het raam." In dit geval echter was het venster nogal hoog, zoodat men gezeten in een crapaud toch niet naar buiten kon zien. De kamer was groot vierkant, voor de canapé lag een mooi tapijt, een heel klein tafeltje, waar je iets op kon zet ten, erbij geschoven. Verder waren er twee crapauds, twee stoelen en een dressoir, alles in heel donker eikenhout met cretonnen be kleedsel in rose, beige en groen (bloe men en strepen). De tafel omringd door twee stoelen en een crapaud, stond in één der uiterste hoeken der kamer, waardoor de kamer nog veel ruimer leek. Op het dressoir pronkte een zeegroen theeservies van Engelsch aardewerk en een fraai stilleven hing er boven, aan den muur verschillende groote en kleine etsjes. Heel mooi stond voor den grijs marme ren schoorsteen een haardscherm van zwart fluweel, beschilderd met vogels en bloemen, en op den schoorsteen een groote houten klok en twee vazen in verschillenden vorm. Een lamp jnct eenvoudige kap in oud rose kleur, die 's avonds een heel gezel lig schijnsel geeft en (niet te vergeten) in de breede vensternis een groote pul met anjers voltooide het geheel. Deze kamer, die werkelijk heel smaak vol en toch eenvoudig was ingericht, gaf een heel gezellig en knus idée. DINA. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 10