ONZE VROUWENRUBRIEK
Noodlanding.
Nachtjaponnetje voor meisjes van 3 jaar.
Voor de Groote Vacantie.
Vacantieverziasels.
Andere wijzen van conserveeren van groenten.
Practische wenken.
Patronen naar Maat
Onze woning.
Is 't vandaag niet véél te warm om
ook maar één verstandig woord neer te
schrijven? Laat daarom niemand iets
dergelijks van me verwachten! Een ge
waarschuwd mensch....
Ik heb eens ergens gelézen: wanneer
je heelemaal' niet bidden kunt omdat
je veel te verstrooid bent en onophou
delijk moet denken aan je zaken of aan
de moeilijkheden waaimee je dierbaren
op dat oogenblik hebben te kampen
dan moet je in 's hemelsnaam maar van
den nood een deugd maken, en inplaats
van je af te tobben met 't verjagen van
die gedadhte, ze eenvoudig in je gebed
opnemen, en dan maar juist daarvoor
eens met veel animo gaan bidden.
Zooiets ben ik nu juist ook van plan,
zij 't op meer profaan terrein. Ik heb
de fout begaan met een dekstoel, een
cahier en een stompje potlood hier
heen te trekken, mezelf erbij vertellend
dat ik ging werken alsof 't mogelijk
was, een fatsoenlijk onderwerp te be
handelen, en je ideeën in 'n rechte lijn
te ontwikkelen, wanneer je zit waar ik
zit, en ziet wat ik zie
Want ik zit aan 't alleruiterste Wes-
lerrandje van ons dierbaar vaderland,
en 't is de eerste Augustus, en druk
kend. Weet u wat dat in een badplaats
betcekent?
Ik voel me verschrikkelijk excen
triek, dat ik kousen en schoenen draag,
en heelemaal droog ben. Misschien zal
't straks uit een barmhartigen hemel een
beetje gaan motregenen om me te hel
pen aan wat locale kleur: grillige, dof-
donkere plekken op mijn jurk en 'n dito
moesjes-patroon van groote spatten op
mijn kousen.
Neen, ik zit niet in Zandvoort of in
Scheveningen. 't Is hier oneindig naïe
ver, veel origineeler, en bepaald ook
een beetje fatsoenlijker. Iedere bad
plaats heeft z'n eigen type gasten,
evenals b.v. Amsterdammers heel an
dere gezichten hebben dan Hagenaars
of Haarlemmers.
Lieve lezeressen als ge er niet in
wilt berusten, 'n kwartiertje naast me
te komen zitten, en net als ik uw neus
in den lekkeren zeewind te steken, en
méé pret te hebben om dat daar en dat
daar en diè drie daar ginder kijk ze
nu toch, goeie hemel! dan kan ik
vandaag verder niets voor u doen!
Uit 't tamme voorgeborchte van
de groote zee: de heerlijke zwinnen en
de speelgoed-branding van kleine krie
belgolfjes over de zandbank, klinkt 'n
gekwek als van dozijnen jonge eendjes.
En heusch, 't flodderend grut met de
kijf- of glnnder-stemmetjes vertoont
daar merkwaardig veel overeenkomst
mee.
De moeders kun je ve.-deelen in twee
groepen. Eerstens de traditioneele kip
pen, die zulke, eendjes, waarvan de lief
hebberijen ten eenerraale buiten hun
eigen horizon vallen, hebben uitge
broed, en nn aan den wal duizend ang
sten uitstaan om deze onverklaarbare
geaardheid van hun ondernemend
kroost. Dat zijn de «crveus-handen-
klappende, schelgierende moeders („Jan-
tjiè-iè-iè! Fritsiè-iè-ièl Nie in de gróóte
sééééé!") die half snauwerig, half-over-
redend op 't uiterste plakje begaanbaar
zand staan te lokken met 'n Zwitser-
reep of 'n paar k'sausies, maar angstig
terugstuiven zoogauw een vlokje schuim
in hun richting bibbert. De tweede cate
gorie vormen de onvervaarde, resolute
eendenmoeders (afmetingen gewoonlijk
in stijl van de beeldspraak) die met ach
terlating van kousen en lakschoentjes
en met koelbloedig-opgesjorde uitgaans-
kleedij hun spruiten vergezellen en even
sportief meeploeteren als de meest-ver-
woede pootjes-baai-maniak, dien ze erbij
hebben. Sommigen doen 't bovendien
nog met een gezapige moederlijke be
rusting, die nog geaccentueerd wordt
door 't bedachtzaam-sjokkig waden tegen
de kleine golfjes in. Ze schijnen 't als
een van de plichten van hun levensstaat
op te vatten, en maken er- 'n soort sta
tige, rhythmische ceremonie van.
De moderne tijdgeest doet zich bij dit
waterballet in zooverre gelden, dat je
tegenwoordig ook Opoe's riet. Zelfs ge
dragen ze zich veel losser en lichtzinni
ger dan hun dochters. Hier vlak vóór
me staat er een, stralend en schalksch,
midden in 't zwin, die bevallig haar paarse
japon houdt opgetoomd in 'n drapee
ring die m'n gedachten hoogst oneerbie
dig, maar reddeloos hardnekkig heen
leidt naar 't rozenwonder van Sinte Eli
sabethen nu probeert, in aanval
lige dartelheid haar kindskinderen te
trappen en nat te pletteren. „Als je
Opoe ziet...." Vergeef me, dat ik u op
de melodie breng. raakt ze tot 't sla
pengaan niet meer kwijt
De vaders.... Wanneer er nog iemand
zijn mocht, die zou willen tegenspreken,
dat mannen nooit heelemaal volwassen
worden, hij kome en zie....
De vaders huichelen geen plichtsver
vulling, wanneer ze met hun magere,
bleeke, behaarde beenen, waarboven de
verschillende staaltjes tot-flensjes-ge
rolde pantalons, als reigers door 't zwin
banen ze vinden 't onverholen héér
lijk. Ze bemoeien zich opvallend weinig
met hun kroost, wanneer er geen uit
drukkelijk beroep gedaan wordt op hun
natuurlijke begaafdheden als veerman
of Christophoor van de eene zandbank
naar de andere. Sommigen, heel alleen,
sleuren kleine houten bottertjes met een
goor zeiltje achter zich aan.... Hierheen
met den mantel der liefdel....
Oome heeft een „levendige" garnaal
gevangen en schreeuwt zijn heele bloed
en aanverwantschap bij mekaar om te
komen kijken hoe eng die spartelt....
0 hemel, je moet niet te lang kijken, of
je bent wekenlang vies van de zee, en
blieft geen baden meer, al is ze nóg
zoo ruim.
De babies doen cngeloofelijke dingen.
Ze worden in kleine badpakjes (die als
dracht voor de warme dagen hoe langer
hoe meer in zwang komen) héél vooraan
in 't water neergezet, en verder aan hun
instinct van zelfbehoud overgelaten.
Meestal keeren ze dan urenlang met
diepzinnige gezichten emmertjes water
over zichzelf om, terwijl ze onophoude
lijk zoet en zalig keuvelen, te geani
meerder naarmate ze minder gehoor
hebben. Af en toe struikelt iemand over
ze, of wordt hun leven bedreigd door
'n ijzeren schep van een van de grooteren,
welk gebeuren door een vervaarlijk ge
huil wordt overgeseind naar een cf an
dere moeder, die ze nergens zien, maar
waai ze toch aan schijnen te gelooven,
en die dan ook als belooning onmiddel
lijk komt toegeschoten uit den een of
anderen onvermoeden hoek, en zich op
haar teeder wicht stort om het te kus
sen, door elkaar te schudden en met 'n
smak weer neer te planten om „liefies
te spelen".
Wat is daarginds aan de hand? Mis
schien wordt de sloep van de reddings
brigade weer 'ns te water gelaten voor
'n manoeuvre. Dat zal u allen wel, even
als mij, doen denken aan 'n reusachtige
magneet, die al voortschuivend honderden
naalden aantrekt. Want al die scherpe
spichtige beentjes, die met flitsende
scheuten in één richting schieten door
flikkeringen van nat en zongeglim, als
door 'n onverklaarbare macht opgejaagd
naar 't heldenschip waar ze niet vandaan
kunnen blijven, weet ik nergens mooier
mee te vergelijken.
O nee 't zijn twee watervliegtuigen,
die op eenigen afstand van de kust over
zee komen strijken. Arme kippenmoe-
ders! Houdt ze maar eens tegen, al die
loeiende enthousiastelingen, die deze
nieuwe soort „stoomvinkies" in
Groot Mokum nog nooit te zien hebben
gekregen, en vurig snakken naar een
noodlanding, zooals twee der voornoem
de vinkies hier enkele dagen geleden
op 't strand moesten doen. Je hoort ze
gewoon niet snorren, zóó gaan de moe
ders te keer. Want alles Stormt roeke
loos en verlangend zee-in, om te kijken
„of ze nog niet weer es raar beginnen te
doen".
En daar denk ik opeens weer met
schrik aan m'n beschikbare ruimte, die
ik uit nooddruft heelemaal volgeklad
heb met krabbels, uit m'n onmiddellijke
omgeving! Werkelijk, óók 'n soort nood
landing, in aanmerking genomen 't ver
heven onderwerp dat me bij aankomst
voor den geest zweefde, en dat ik in
statige vlucht wilde benaderen met ech
ten Lindbergh-moedl Maar ik moést hier
wel stranden, er was heusch geen ont
komen aan! Dit 9chamel en voor 'n bui
tenstaander erbarmelijk feest van spat
ten en gillen en kletsnat-worden, werkt
door de algemeene deelname en de on
sterfelijke geestdrift „van geslacht op
geslacht" waarmee 't begaan wordt, als
champagne, als 'n fascineerende inboor
lingen-dans bij opzweepende muziek....
Denk eens, felle-zon en felle lucht, en al
die druppels....
En er moét toch wel iets „aan" zijn,
't moet toch wel trekken en lokken, al
kunnen wij dat niet vatten en grijpen,
en de bekoring niet navoelenl Of wij nu
zooveel wijzer zijn, omdat we hier zit
ten, compleet-aangekleed en geamu
seerd en 'n beetje hautain? Of er eigen
lijk niet iets hapert aan onze ontvanke
lijkheid voor natuur-impressies, dat we
dat kunnen aanzien, urenlang, en
droog, kurkdroog naar huis komen?!
MACHTELD.
fieft dan zóó op het goed, dat ge 3e
mouwtjes ter hoogte van het armsgat
kunt knippen. Midden voor maakt ge een
splitje, dat na afwerking 25 c.M. lang en
3 c.M. breed wordt. Hiervoor knipt ge
twee splitreepen, welke 27 c.M. lang, en
7 c.M. breed zijn. Ge stikt ze dan aan
den achterkant op, l'A c.M. vanaf het
midden, waarna men ze op den
achterkant overstikt. De 3 plooitjes,
'die zich aan weerskanten van het split
bevinden, worden 3 m.M. breed geno
men. De plooi midden achter maakt men
2 c.M. breed, waarna deze wordt platge
legd. Zij- en schoudernaadjes wor
den evenals de mouwnaad, dichtge
naaid en aan den achterkant overgestikt.
Het leuke, ronde kraagje is eenvoudiger
dan ge denkt. Van het kant knipt ge
80 c.M. af. De beide zijkantjes werkt men
af met een smal zoompje, waarna ge het
kant inrimpelt op de maat van de hals
wijdte. Vooraf overtuigt ge u even, of deze
wijdte goed is. Het kant zet men langs
het halsje, en tegeliji(k hiermee een
schuine bies, die 3 c.M. breed wordt ge
knipt, later op den verkeerden kant
wordt overgezoomd, en dan zoo onge
veer één c.M. breed is. Aan het mouwtje
zet ge het overige kant strak langs, op
1/4 c.M. vanaf de rafels, en stikt het
daarna met een zoompje van 1 c.M. op
het mouwtje. Vervolgens maakt ge in 't
midden van dit zoompje 2 vetergaatjes,
waardoor ge een bandje of lintje rijgt,
zoo, dat het mouwtje, evenals het
kraagje, iets gerimpeld wordt. Het
mouwtje wordt ingezet, en op het nacht
japonnetje overgestikt. Onder aan 't
nachtjaponnetje maakt ge een 2 c.M.
breeden zoom. In het splitje komt boven
aan een liggend, en in 't midden staande
knoopsgaatjes, waarna ge de kleine pa
relmoeren knoopjes in dzelfde richting
van het knoopsgat aanzet.
DINY.
Voor bovenstaand nachtjaponnetje hebt
ge noodig 2 el fijne katoen van 80 c.M.
breed, 2 el kant van 5 c.M. breed, 4
kleine knoopjes. Hoe aardig is het niet
voor Moeder, zoo ze er eenigszins tijd
voor heeft, bij haar toch al zoo drukke,
huiselijke beslommeringen, zelf iets voor
haar kinderen te kunnen naaien. Wat
leuk kan uw kleintje niet bij u komen
staan, om met een heel wijs gezichtje
eens te zien, hoe ver Moeder gevorderd
is, en don de vraag, wanneer het af
komt. Over het algemeen duurt het na
tuurlijk veel te lang. Maar dit eenvou
dige nachtjaponnetje hebt ge zoo klaar,
zoodat ge de kleine vraagster gauw te
vreden zult kunnen stellen. Ge knipt het
nachtjaponnetje volgens patroon, en legt
No. 173. Sportief deux-pièces costuum
van écru-kleurig linnen. Het décolleté
der jumperblousen is in V-vorm geknipt
en evenals het rokje met roode biezen
gegarneerd. Een roode lakceintuur en
een roode halsdoek losjes op den schou
der geknoopt zullen hierbij allerleukst
staan.
No. 174, een echte vacantie-jurk, dach
ten wij in gebloemde cretonne. Het
lijfje recht, het rokje met zakjes en
plooien gegarneerd. Het geheel met
effen stof in de donkerste tint van het
patroon afgezet.
No. 175 is een alleraardigst costuum
voor meisjes die aan roeien, zeilen of
tennissen doen. Wij dachten het in wit
linnen, serge of flanel. De rechte jum
per-blouse, gegarneerd met geappli-
queerde reepen hard blauwe stof en een
geborduurd initiaal in dezelfde tint.
Vooral dit laatste geeft een zeer modern
cachet. Het geplooide rokje dachten wij
in hetzelfde materiaal als de jumper-
blouse uitgevoerd, naar believen wit of
blauw.
De patronen van beide laatste model
len kunnen desgewenscht ook met lange
mouwen gemaakt worden.
MARGUéRITE.
Behalve door steriliseeren zijn er nog
andere, tevens goedkoopere wijzen om
groenten in te maken. In de eerste plaats,
doch niet de meest gebruikte manier,
wil ik noemen:
HET DROGEN VAN GROENTEN.
'We kennen ze allen, de gedroogde
groenten! In pakjes of zakjes worden zeer
veel de gedroogde soepgroenten in den
handel gebrachtl
Maar eveneens worden de groenten af
zonderlijk gedroogd zeer aanbevolen. Het
19 echter niet mijn bedoeling, over deze
soort „gedroogde groenten" iets te zeg
gen. Deze worden namelijk in fabrie
ken gedroogd en mij is het juist te doen
om „eigen" inmaak.
Dat deze gedroogde groenten bewaard
kunnen worden zonder te bederven of
een naren smaak te krijgen, komt, omdat
door het drogen al het vocht aan die
groenten onttrokken wordt. Die bacte
riën, die bederf veroorzaken, kunnen
zonder vocht niet leven, zich niet ont
wikkelen, waardoor deze gedroogde le
vensmiddelen niet aan bederf onderhevig
zijn. Deze wijze van conserveeren heeft
voor, dat er van het voedsel van het le
vensmiddel niets verloren gaat dan het
water, t geen we voor en gedurende de
bereiding er weer in terug kunnen
brengen.
Men moet er wel goed voor zorgen,
als men zelf droogt, dat de groenten ook
intens droog geworden zijn, anders zou
den ze gaan schimmelen.
De groenten, die 't best zelf gedroogd
worden zijn: peterselie, dragon, kervel,
selderie en slaboontjes en daarvan voor
namelijk de slaboontjes.
Gedroogde groenten worden in een bus
of trommel bewaard,
GEDROOGDE SLABOONEN.
Haal de boonen aan vier zijden af,
breek ze en wasch ze. Zet ze op met
ruim kokend water en iets zout en laat
ze 5 a 10 minuten koken. Spreid ze uit
op een schoonen doek, tot ze volkomen
koud zijn. Laat ze in een lauwen bakkers
oven drogen. De bakker dien men heeft,
is altijd wel genegen dit voor zijn cliënt
te doen.
Tweede manier: Haal de boonen aan
vier zijden af, breek ze en rijg ze met,
een stopnaald aan elkaar met een ster
ken draad, hang ze in de zon, tot ze
geheel droog zijn.
N.B. De eerste methode verdient aan
beveling, omdat door snel drogen de na
tuurlijke smaak der groenten bewaard
blijft. Bij een goede bereidingswijze sma
ken ze alsof het versche boonen waren.
Een 2e manier van inmaken van groen
ten, die zeer veel wordt toegepast is:
HET INMAKEN IN ZOUT,
Bïj deze methode worden de groenten
met veel zout ingemaakt. Zout heeft
namelijk bederfwerende eigenschappen.
Bovendien heeft zout de eigenschap om
vocht tot zich te trekken. Dit is trou
wens geen nieuws voor u: immers wat
■kan het zout in de keuken niet vochtig
zijn als het weer vochtig is. De lucht
is dan vochtig en het zout trekt van dat
vocht meer of minder tot zich.
Boven zagen we, dat hoe minder
vocht het levensmiddel bevat, des te
minder kans is er op bederf. Het zout
doet hier dus twee diensten, waardoor
levensmiddelen bewaard kunnen worden.
Deze methode heeft echter een groot
nadeel. Want niet alleen wordt water
aan het levensmiddel onttrokken, ook 't
voedsel, dat in het water opgelost is,
gaat verloren.
Voor 't inmaken in zout heeft men
weinig noodig en het is dus een goed-
koope manier.
Een inmaakpot van Keulsch aarde
werk, eenvoudig Keulsche pot genaamd,
dien men in verschillende grootten krijgen
kan; een daarin passend plankje en een
zware steen. De groenten worden hierin
laag om laag met het zout stevig aaneen
gedrukt, om ze goed met het zout in aan
raking te brengen.
Na 2 i 3 dagen moet de inmaak wor
den nagezien. Er is dan z.g. „kim" op
gekomen. Dit is een soort schimmel. Het
zout is n.l. opgelost in vocht van de
groenten (z.g. pekel). Door 't vele nat
van de groenten is deze zoutoplossing
sterk verdund, waardoor die kim ont
staan is. Dit moet er afgenomen worden
en weer opnieuw wat zout worden toege
voegd. Mocht de groente niet geheel
onder den pqkel staan, dan moet een
beetje water, maar dan ook wat meer
zout worden toegevoegd. Zoowel de
doek die de groenten bedekt, als het
plankje en de steen, moeten zorgvuldig
worden schoongemaakt. De eerste paar
weken moet men dezen inmaak goed na
kijken. Daarna is de kans op bederf ver
minderd. Dan behoeft men ze slechts
éénmaal in de maand na te zien.
De volgende week zal ik recepten van
dezen inmaak geven.
CATHARINA.
Als u een gelatine-pudding maakt en
de pudding wil maar niet stijf worden,
doe er dan wat citroensap bij en uw
moeilijkheid zal overwonnen zijn.
Als u nu weer goed gaat invochten,
gebruik daarvoor dan eens een schoone
borstel en heet water. Dan zal het goed
in een minimum van tijd goed zijn om te
strijken. En het is heelemaal niet noodig
het goed erg nat te maken, daar heet
water veel gemakkelijker door stof wordt
opgezogen, dan koud.
HL 'T STIEFKIND.
't Idéé zit nu eenmaal bij ons vastge
roest, dat wij de offerlammetjes van de
midzomer-feesten zijn, wij, die zelf t
meest van allemaal behoefte hebben aan
'n poosje vacantie! 't Heele huisgezin
denkt aan niets dan aan ontspanning en
buitenpret, en wij, stakkers, betalen 't
gelag!
Jawel. En over 't algemeen doen we
dat werkelijk met veel opofferingszin.
We gunnen onzen kinderen graag al 't
mogelijke, en hebben daar best wat last
en drukte voor over.
Maar één zien we er meestal over 't
hoofd die komt dan ook in z'n zuinig-
toegemeten rustweken nogal wat zorg en
belangstelling van onzen kant tekort, en
raakt soms gewoonweg in de verdruk
king. Dat is de oudste van allemaal. De
anderen noemen hem: vader. En wij lei
den daaruit af, dat hij uitstekend op eigen
beenen kan staan.
Ik heb de laatste jaren nogal eens ge
legenheid gehad, om aardig wat van die
zoogenaamde gezinshoofden (die. in veel
opzichten zelf nog verdacht veel van
kleine jongens weg hebben) zoo onge
merkt gade te slaan, en dikwijls liep 't
bestudeeren dan uit op beklagen.
Slechts weinig mannen zijn in staat,
zonder eenige leiding of aanmoediging
met hun vacantietijid te woekeren en 't
zichzelf genoegelijk te maken!
We schermen nogal eens met onze
moderne idealen van kameraadschap en
't meeleven met de zorgen en den arbeid
van onze mannen, maar practisch geven
we ons toch weinig rekenschap van hun
dikwijls lastig en vermoeiend werk of
hun behoefte aan rust, en er gaan dagen
genoeg voorbij, dat we er geen flauw
benul van hebben, waar ze dien dag alle
maal voor hebben moeten zorgen, ter
wijl iedereen moet aanhooren, wat we-
zelf zooal van uur tot uur „voor elkaar"
gekregen hebben.
Buiten- of zelfs binnenlandsche reisjes
kunnen er lang niet bij iedereen op over
schieten, maar waar dit eenmaal uitge
sloten is, wordt er verder meestal wei
nig zorg aan besteed, van Vaders vacan
tie te maken, wat er van te maken is.
Hij wordt er zoo'n beetje op uitgestuurd
om met de kinderen tochtjes te maken
en ze nuttig en aangenaam bezig te hou
den in de vrije natuur of tusschen de
plaatselijke bezienswaardigheden. Hoe
meer volle dagen 't heele stelletje van de
baan is, hoe'meer voldoening we smaken,
We vinden 't niet meer dan billijk, dat
Vader dien korten tijd, dat hij voortdu
rend ons huiselijk leven met z'n tallooze
beslommeringen deelt, zich ook zooveel
mogelijk verdienstelijk maakt. En de
verhouding tusschen hem en de kinderen
moet al bijzonder hartelijk en kameraad
schappelijk zijn; hij moet er al bijzonder
veel slag van hebben zichzelf te amusee
ren, wil z'n vacantie voor hem geen on
bevredigend karweitje worden en wil hij
er in den loop van het jaar aan terug
kunnen denken, als aan 'n tijd van wer
kelijke verpoozing en verkwikking.
In iederen man, ook in den ernstigsten
werker en den meest nauwgezetten
plichtmensch, woont 'n schooljongen, en
dien kunnen we in z'n vacantie te zien
krijgen, als we hem 'n beetje aanmoedi
gen, voor den dag te komen. Want daarbij
moet hij geholpen worden! Hij is stijf en
onwennig geworden van 't lange opge
sloten-zitten, maar weten we hem een
maal met moederlijke vindingrijkheid
naar buiten te lokken, dan verbaast hij
algauw zichzelf en ons met z'n frissche
Uitgelatenheid en zotte invallen. In
's hemelsnaam, laat hem uitwoeden, en
altijd doen waar bij op dat oogenblik zin
in heeft! Laat hein fluiten en zich uit
rekken, laat hem rommel maken of hen
gelen, laat hem op regendagen z'n flauwe
verhaaltjes lezen in de meest onbeleefde
houdingen, geef hem lekkers en limonade,
in één woord, geef den schooljngen wat
des schooljongens is, in 's hemelsnaam!
Vermoeide menschen, aan hun oogen-
blikkelijke voorkeur overgelaten weten
instinctief altijd te kiezen, wat voor hun
afgewerkte hersens of spieren 't heil
zaamst en meest ontspannend is, hoe
onmogelijk hun keuze van tijdpasseering
ons, die vreedzaam in 't gareel voort-
sloffen, ook lijken mag.
Zullen we 't ooit zoover brengen, door
wat vooruitwerken van te voren, door
wat vervroegde kamerbeurten en wasch-
dagen, door voorafgaand schoon-schip-
m'aken onder den stapel verstelwerk,
ook onszelf wat vrij te maken, en zoo
doende 'n kameraad te worden voor den
schooljongen, inplaats van op al z'n plaq-
nen voor gezamenlijke dwaasheden te
moeten prevelen: „geest no^
meer te doen dan anders....T~
't Meest stiefmoederlijk vaa alle va-
cantie-huisvaders heb ik als regel den
stumper zien behandelen, wiens gezin de
zomermaanden buiten doorbrengt, aan
zee bijvoorbeeld, terwijl hij, op z n veer
tien dagen na, dagelijks op en neer naar
de stad trekt. Die komt 's avonds uit z'n
trein of bus, vermoeid «en met de aan
doenlijke hoop op gezelligheid en ver-
frissching in de dikwijls lugubere gehuur
de kamers aan, waar zijn roodverbrande,
verkreukte vrouw, en zijn zanderige,
slaperige kinderen, dreinig van ver
moeienis en zeelucht, op vreeselijke
pluche stoelen hangen, voor zoover die
niet door stillevens van scheppen, zand
vormen en wollen strandgoederen in be
slag genomen zijn. Iedereen heeft den
heelen dag zóó z'n hart opgehaald, dat
hij nu ten eenenmale afgewerkt is, en
geen zin heeft, er iets van te vertellen,
of voor den nieuwaangekomene extra
omslag te maken.
Wanneer we tot deze categorie behoo-
ren .rustig ergens in pension zijn, of op
gemeubileerde kamers wonen met onze
dienstbode bij ons, zijn we heusch nog
zoo erg niet te beklagen, wat zomer-
drukte betreft, en krijgen 'n leeuwen
aandeel in de vacantie-rust. En nu moest
alle bereidvaardigheid en dankbaarheid
zich toch eigenlijk concen^reeren op den
eene, die zich dubbel inspant met door
werken en heen-en-weer sjouwen, en 't
ons daardoor mogelijk maakt, dit alle9 te
genieten!
Waarom de kinderen niet frisch en
fleurig opgeknapt tegen etenstijd, en ze
Vader tegemoet gestuurd om hem af te
halen? Waarom niet gezorgd voor 'n
keurige, ordelijke kamer, 'n verzorgd
uiterlijk, 'n extra verfrissching en 'n ge
zellig, rustig voorstelletje voor de lange,
lichte avonduren?
Tracteer 't stoffige, moegewerkte stief
kind toch njet op de onsmakelijke, gape
rige conversatie-restjes van 'n langen
pleizier-dag, waaraan hij geen deel heeft
kunnen nemen! Dan maar liever wat min
der gewandeld en gezwommen en ge
zonnebaad, zoodat we 's avonds op ons
best en spraakzaamst zijn zoodat de
goede gever van al het heerlijks van
dezen tijd, zelf óók z'n deel krijgt, en
niet alleen uit onze matte oververzadi
ging hoeft af te leiden, wat er alzoo te
genieten valt!
Vergeten we ons groote kind,
onzen verongelijkten oudsten jongen in
vredesnaam niet, bij alle bereddering
voor 't welzijn van de kleintjes! Een
schooljongenshand is in z'n vacantie zoo
gauw gevuld en is 't niet de hand,
waaraan we, naast God, heel onzen wel
stand danken?
VETERAAN.
Met het maatnemen gelieve men
nauwkeurig op het voorbeeld te letten.
De maten gelieve men bij bestelling
van een patroon met het nummer van
het gewenschte model duidelijk^ op te
geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post
bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging van
het bepaalde bedrag in postzegels. Men
verwijze daarbij naar den naam van dit
blad. Binnen enkele dagen volgt dan
franco toezending van het patroon.
üSdmjkui ml
Prijzen der Patronen.
No. 173 1.10.
No. 174 1.—
No. 175 1.20.
Heel toevallig ontmoette ik verleden
week een kennisje, dat mij uitnoodigde
haar huis eens te komen zien, ze was al
een poosje getrouwd en nog nooit had
ik haar een bezoek gebracht.
'k Ben er dan gister naartoe gewan
deld, en werd door haar ontvangen in
een heel gezellige kamer, die ze heele
maal volgens eigen idéé had ingericht.
Een gedeelte van die kamer heb ik
(natuurlijk met toestemming) voor u ge
schetst.
Zooals u ziet, was de canapé met de
rugleuning tegen het venster geplaatst.
Nu zullen vele lezeressen misschien dek
ken: „Dit is niet te verkiezen, want dan
heb je in 't geheel geen uitzicht, je zit
altijd met je rug naar het raam." In dit
geval echter was het venster nogal hoog,
zoodat men gezeten in een crapaud toch
niet naar buiten kon zien.
De kamer was groot vierkant, voor de
canapé lag een mooi tapijt, een heel
klein tafeltje, waar je iets op kon zet
ten, erbij geschoven.
Verder waren er twee crapauds, twee
stoelen en een dressoir, alles in heel
donker eikenhout met cretonnen be
kleedsel in rose, beige en groen (bloe
men en strepen).
De tafel omringd door twee stoelen en
een crapaud, stond in één der uiterste
hoeken der kamer, waardoor de kamer
nog veel ruimer leek.
Op het dressoir pronkte een zeegroen
theeservies van Engelsch aardewerk en
een fraai stilleven hing er boven, aan den
muur verschillende groote en kleine
etsjes.
Heel mooi stond voor den grijs marme
ren schoorsteen een haardscherm van
zwart fluweel, beschilderd met vogels
en bloemen, en op den schoorsteen een
groote houten klok en twee vazen in
verschillenden vorm.
Een lamp jnct eenvoudige kap in oud
rose kleur, die 's avonds een heel gezel
lig schijnsel geeft en (niet te vergeten) in
de breede vensternis een groote pul met
anjers voltooide het geheel.
Deze kamer, die werkelijk heel smaak
vol en toch eenvoudig was ingericht, gaf
een heel gezellig en knus idée.
DINA. j