Buitenlandsch Nieuws, FEUILLETON. Zonnebrand PUROL Wat zal hij er mee doen? GEM. BUITENL. BERICHTEN. """"""TcffrSrïTïïoÓFDSTUK. RECHTZAKEN. Dronkemansruzie en mishan deling van politie-agenten. EEN NIEUWE POGING TOT VOLKSHEERSCHAPPIJ. Het voorstel van den Amerikaanschen gezant in Londen. De Amerikaansche gezant in Londen, Alznson B. Houghton, heeft kort geleden voor de studenten van de Havard UniversL teit een redevoering gehouden, die slechts in korte uittreksels door de wereld is ge gaan. Nu is ze woordelijk bekend gewor den en dit geeft aanleiding zich met een gedachtengang bezig te houden, die niet zcozeer door het nieuwe verrast, dan wel door de uitstekende formuleeringen, waarin het probleem van de beslissing omtrent oorlog en vrede van alle invloeden der conventie wordt bevrijd. Het voorstel eischt, dat bij de geciviliseerde volken niet meer hun regeeringen, maar steeds het ge- heele volk de beslissing op zich neemt, die zulke geweldige gevolgen heeft. Houghton legt er den nadruk op, dat hij niet als ambtenaar van zijn staat,, maar als particulier zijn meening uit, daarbij echter van de instemming van millioenen Ameri kanen verzekerd is. Hij laat de vraag open, of het axioma juist is, dat de oorlog on vermijdelijk is. Hij stelt vast, dat het ge schil, dat tot een oorlog leidt, het resultaat is van een reeks manoeuvres, die door kleine menschengroepen, de regeeringen, worden uitgevoerd in het streven naar in gebeelde voordeelen voor hun landgenoo- ten en hierdoor worden dan de massa's, wien het aangaat, in een vijandige houding tot elkaar gebracht. De gezant zegt, da,t er al bewijzen voor zijn, dat de groote vrije volken in staat zijn, hun eigen binnenland- sche aangelegenheden in orde te houden. Hij bestrijdt de meening, dat het noodzake lijk zou zijn, om terwille van vermeende nationale voordeelen. andere volken te na te komen. Hij wijst op het gevaar van de neiging van enkele machthebbers of kleine groepen, om te hazardeeren. Het eerste ar gument voor zijn voorstel ziet hij daarin, dat de bestemming van een natie kalm aan een langzame en natuurlijke ontwikkeling kan worden overgelaten zonder veel stel selmatige leiding. Houghton's tweede argu ment is de onmogelijkheid, uit een moder nen oorlog, onder welke omstandigheden ook, nog een voordeel te itrekken. Ten derde ziet hij in den tijd, die gewonnen wordt, wanneer de verdeeling der macht over het geheele volk noodzakelijk is, om het tot een oorlog te doen komen, een doeltreffend middel tegen de vrees voor een aanval. ,,Tijd is de sterkste bondgenoot van den vrede". Bovendien ziet Houghton in de beslissende actie van het volksgeheel een regeling, die door de regeeringen met een binnenlandsche crisis te bedreigen, goe de uitwerking zou kunnen hebben. Ten vierde wordt er vastgesteld, dat het over laten van de alomvattende macht van een oorlogsverklaring aan gevolmachtigden en het belang van een vrij volk met elkaar in tegenspraak zijn. Een regeering die b.v. met het programma van een douane-tarief aan het roer is gekomen, zou een volk bij de beslissing van een oorlog toch in geen geval kunnen vertegenwoordigen. Om al deze redenen en op grond van zijn over tuiging, dat de groote volken zich met uitzondering van de buitenlandsche aange legenheden, met goed gevolg zelf kunnen rtgeeren, eischt Houghton een nieuwe po ging tot volksheerschappij. Men kan er niet genoeg mee doorgaan, binnen de eigen gren zen democratisch en in zijn verhouding tot de andere vrije volken autocratisch te zijn. De gezant verlangt een eerlijke interna tionale proefneming. Door middel van eon conferentie moeten wetgevende maatregelen worden bereikt, volgens welke een oorlogs verklaring aan een anderen conferentiestaat pas na een formeele toestemming der meer derheid kan tot stand komen. De „Deutsche diplomatisch-politische Kor- respondenzzegt in eeni commentaar op dit voorstel van Houghton: Het kan zijn, dat men dit voorstel, dat in de lijn van de vele vroegere werken ligt (Locamo, het Geneefsche Protokol en de Geneefsche ver klaring) het verwijt maakt van een speciaal Amerikaanach oogpunt uit gezien te zijn en dat daarbij de werkzaamheid en de doel einden van den Volkenbond over het hoofd worden gezien, omdat Amerika er niet bij is aangesloten. Maar bestaan blijft toch de grondgedachte, dat zulk een verplichting der afzonderlijke mogendheden tegenover hun eigen volken een sterk moreele ver betering zou zijn; de ontwikkeling van in ternationale conflicten zou worden tegen gehouden, het gevoel van veiligheid zou worden versterkt, het gevaar in een o'orlog te glijden, zou aanmerkelijk verminderd zijn. Men ziet bij den strijd om de ontwapening, dat voor het behoud van gevaar-vermeer derende bewapening niet zoozeer de lust tot aanval, dan wel angst om de eigen vei ligheid den doorslag geeft. Aan den anderen kant weten alle volken, met de ondervin ding van den wereldoorlog voor oogen, hoe moeilijk het zou zijn een volksmeerderheid er voor te winnen, om een nieuwen oorlog te doen uitbreken, vooral als het voor en tegen een tijdlang van te voren in het open baar zou worden besproken en de harts tocht, die misschien door één bepaald voorval was opgelaaid, door het verloop van tijd was gekalmeerd. Het politiek gezag van den ontwerper van het voorstel, zijn logica en gemis aan vooroordeel geven het plan, dat een op zich zelf oud probleem een ook reeds vroeger opgedoken oplossing inader wil brengen, op het oogenblik bij zondere beteekenis. Herdenkingsdag van de grondwet van Weimar. Donderdag was het de herdenkingsdag in de Duitsche republiek, van de grondwet van Weimar. Het is den Duitschen republic keinschen partijen tot dusver weliswaar nog niet gelukt om den elfden Augustus tot nationalen feestdag te verklaren, maar een officieele herdenking van den grondwetsdajf is dan toch traditie geworden en ook deze regeering, heeft zich hieraan niet kunnen onttrekken. Duitschland is nu eenmaal nog een repu bliek en officieel moet men dus wel repu- blikeinsch doen. Zoo had dan in de Rijksdag de gewone plechtige herdenking van den grondwetsdag plaats in tegenwoordigheid ook van de Duitsch-nationale ministers Hergt, Schiele en von Keudell, niettegenstaande de Duitsch-nationale pers zich zoo zeer had beijverd om de beteekenis van deze her denking omlaag te halen. Opmerkelijk was de feestrede van den heer v. Kardorff, van de Duitsche Volks partij, een gewezen Duitsch nationaal en een zeer conserfatief man, die echter op dezen dag blijkbaar de juiste woorden wist te vinden en die tegenover de reactionnaire campagne tegen de republikeinsche vlag, met warmte de vlag der Duitsche republiek verdedigde.gelijk de republiek zelf, die, „naar ieder thans moest inzien, alleen Duitschland naar vrede en vrijheid kan voeren." Overigens had deze plechtigheid het nor male verloop: zij eindigde in een huldiging van den rijkspresident. Te Berlijn werd bij deze geleigenheid blijkbaar meer dan vorige jaren gevlagd, ook door de trams en omnibussen. En zelfs het tegenspartelend Potsdam heeft zich niet durven onttrekken aan de verordening van de Pruisische regeering de regeering der coalitie van Weimar die voor de offi cieele gebouwen ook der gemeenten den republikeinschn vlaggentooi voorschreef. Maar de anti-republikeinen hebben toch zooveel mogelijk) getracht de beteekenis van dezen vlaggentooi te verkleinen en van particuliere zijde betoogde men zoo deden te Berijn vele groote hotels en banken door onthouding. De zaak -Sacco en Vanzetti. Verscherping van de immi gratie-bepalingen? Uit Washington wordt aan de Engelsche bladen gemeld, dat in verband met de agitatie, die de zaak SaccoVanzetti heeft uitgelokt, de bepalingen op de immigratie naar de Vereenigde Staten waarschijnlijk zullen worden verscherpt. Davis, de secreta ris van Arbeid, zou ket voornemen hebben, aan alle werkgevers voor te schrijven, zich er van te verzekeren, of de personen in hun dienst het recht hebben, zich in de Ver- eenigde Staten op te houden, as gevolg waarvan mên tallooze deportaties verwacht. Amerikaansch protest tegen de Fransche betoogingen. Het gezantschap der Ver. Staten heeft opdracht gekregen de aandacht der Fran sche regeering te vestigen op den ongun- stigen indruk, dien de voor de Amerikaan sche natie beleedigende betoogingen in Frankrijk naar aanleiding van Sacco en Vanzetti in Amerika hebben gemaakt. O.a. is in de „Humanité een grove teekening verschenen, waarop de Amerikaansche vlag wordt afgebeeld met een doodskop met doodsbeenderen en den electrischen stoel voor de terechtstelling. Ofschoon dit een rechtstreeksche beleedi- ging is aan de vlag der Ver. Staten, vraagt het gezantschap echter niet om een for meele gerechtelijke vervolging van de schul dige personen. Bij afwezigheid van een der gelijk formeel verzoek kan de Fransche regeering dus wettelijk zelf geen vervolging instellen. Daar het gezantschap heeft verklaard, er geenszins op te staan met een proces te antwoorden, heeft de regeering te Parijs de verzekering gegeven dat de teekening en andere beleedigende betoogingen van geen beteekenis zijn. daar zij afkomstig zijn van een partij, die in geen enkel opzicht de ware gevoelens vertegenwoordigt van de Fransche bevolking, welker hartelijke ge negenheid voor de Amerikaansche natie on gewijzigd blijft. Het opschortingsbesluit. Uit nadere berichten uit Washington blijkt, dat het besluit van gouverneur Ful ler tot opschorting van de voltrekking van het doodvonnis aan Sacco en Vanzetti voor iedereen een volstrekte verrassing was en in de gevangenis geweldige opschudding te weegbracht, die de veroordeelden zelf ech ter ongeroerd liet. Dezen hadden van hun vrienden en het gevangenispersoneel reeds afscheid genomen. De barbier had hun reeds het hoofd geschoren, opdat het elec- trisch apparaat beter bevestigd kon wor den, en daartoe ook de broekspijpen open gescheurd. Sacco strompelde rusteloos in zijn cel op en neer; hjj was te zwak om behoorlijk te kunnen loopén, en te opge wonden om te kunnen blijven liggen. Van zetti ging voort met het schrijven van brie ven en met lezen. Tot een telefonisch be richt uit het huis van den gouverneur het besluit van de opschorting bekend maakte. De gevangenis-directeur deelde het besluit aan de veroordeelden en de wachtende pers vertegenwoordigers mee. Doch er rees on middellijk twijfel: het telefoontje kon wel eens een afschuwelijke grap zijn. De ge vangenis-directeur trok zijn bekendmaking inderdaad weer in. Op de duizenden dag- bladbureaux van Amerika ontstond een on beschrijfelijke verwarring, reeds gezette extra-edities werden aangehouden De te lefoon bleef onophoudelijk in beweging. Eerst na een uur van pijnlijk wachten kwam de officieele bevestiging van het besluit. Alle gevangenen, die door klopteekens con tact met elkaar onderhielden, gaven uiting aan' hun vreugde, dóch uitgezette posten T verboden een demonstratie. Alleen Sacco en Vanzetti onthielden zich van deelneming aan de algemeene opwinding; zij waren na de eerste mededeeling van uitputting inge slapen. Volgens den corespondent van het Washingtonsche blad de „World" overweegt het departement van Arbeid strenge maat regelen tegen radicale buitenlandsche agi tators. Het departement zet maandelijks duizenden vreemdelingen uit het land, doch bekend is dat verscheidene honderden op onrechtmatige wijze in het land zijn geko men en dat zich onder hen vele onge- wenschte elementen bevinden. Niet alleen zal den grooten werkgevers worden ver zocht inlichtingen te verschaffen nopens de antecedenten van hun arbeiders, doch ook zal den vloot- en militaire autoriteiten wor den opgedragen rapport uit te brengen over degenen, die hun diensten aanbieden. De toestand der beide veroordeelden. Toen de dienstdoende medicus gisteren ochtend Sacco en Vanzetti bezocht, was Sacco bezig met schrijven, terwijl Vanzetti sliep. Sacco stond op, kwam naar de deur en bleef een minuut of vijf met den dokter praten. De dokter verklaarde, dat Sacco zich oogenschijnlijk zonder moeite staande kon houden; het oogenblik voor kunstmatige voeding achtte hij nog niet aangebroken. Vanzetti's zuster. Luigia Vanzetti zal heden per s.s. „Aqui- tania" naar New York vertrekken. Het Gricksche Kabinet ontbonden. De ontbinding geschiedde wegens het verzet van Tsaldaris tegen de toepassing der financieele maatregelen van Kafandaris. Het Fransch-Duitsche handelsverdrag. Betreffende de onderhandelingen over 't Fransch-Duitsche handelsverdrag kan ge meld worden, dat de Duitsche regeering bereid is op den Franschen eisch, een kor- teren opzeggingstermijn te verkrijgen, in te gaan, mits men van Fransche zijde toe stemt in de wederinvoering van het Duit sche zoogenaamde wijncontingent. Zoo ja, dan staan de tot standkoming van het ver drag geen verdere hindernissen in den weg. De beslissing zal binnen enkele dagen val len. De Fransch-Duitsche economische over eenkomst, waaromtrent de besprekingen voortduren, zal zich van vroegere regelin gen onderscheiden door omvang, aard en duur. Zij zou schier alles wat de beide lan den betreft omvatten, van Franschen kant met name producten der zijde, katoen- en woiindustrie, van den landbouw en de me taalnijverheid en van Duitschen kant alle producten der machine-, electrische en chemische nijverheid. Het verdrag zou wor den gesloten op den grondslag van volko men wederkeerigheid der rechten en in zeer groote mate op den grondslag eener de facto behandeling van meestbegunstigde natie en zou eventueel langer dan een jaar kunnen duren. De bezetting van het Rijnland. Duitsche berichten, dat de Engelsche re geering pressie uitgeoefend zou hebben op de Franschen in de kwestie der verminde ring van de bezetting van 't Rijnland, heb ben te Parijs de gemoederen dermate in beroering gebracht, dat een formee',e te genspraak gegeven moest worden. De officieuze verklaring verzekert, dat de Engelsche regeering alleen vriendschap pelijk den wensch te kennen heeft gegeven om de door Duitschland gevraagde vermin dering toe te staan. Maar er is geen pressie uitgeoefend, integendeel, de Engelsche troepen alleen verminderd zullen worden, in geval Frankrijk in de vermindering zal toestemmen en in de ze'ifde verhouding. Engeland heeft niet de minste neiging om in deze kwestie afzonderlijk te handelen. Derhalve is de Fransche diplomatie vrij om met Berlijn te onderhandelen, zonder be vreesd te zijn om een gemeenschappelijke actie met Engeland te verbreken. De fraude bij de Pruisische Staatsloterij. In zake het bedrog bij de Pruisische Staatsloterij kan thans gemeld worden, dat binnen enkele dagen tegen twee schuldige beambten een strafvervolging zal worden ingesteld. De spelers, die beschouwd kun nen worden bij de 28ste trekking der 5de klasse benadeeld te zijn, zullen schade loos gesteld worden. Dat zijn allen, die bij die trekking een niet gekregen hebben. Alle loten der 5e klasse, waarop een niet geval len is, zullen nogmaals uitgeloot worden. De 250.000 mark, die ten gevolge van het bedrog der beiden niet uitgeloot konden worden, gaan weer in een nummerrad en worden opnieuw getrokken. Voortaan zullen bij de trekkingen be ambten van het ministerie van financiën dienst doen. Iedere beambte krijgt contro leerend beambte naast zfch. Intern. R.K. Studentencongres. Te Warschau is gisteren het 7e inter nationale R.-K. Studentencongres „Pax Romana" geopend. Er werden tal van rede voeringen gehouden, o. a. door de Neder- landsche afgevaardigde Coeberg. Terdoodveroordeeling van een oud-generaal. In het proces tegen den oud-generaal Annenkow en den chef van zijn staf Deni- sow, die terecht stonden wegens strijd met de wapenen tegen het sovjetgezag in het Verre Oosten in de jaren 19181920 en wegens moord qp groote schaal op sovjet ambtenaren en vreedzame inwoners, werd na een behandeling van negentien dagen over beide verdachten de doodstraf uitge sproken. De veroordeelden hebben een verzoek om gratie ingedieml, De a.s. vergadering van den Vokeabond, Men meent te weten, dat de vergadering van den Volkenbond in September waar schijnlijk Finland tot lid van den Raad zal kiezen in plaats van Tsjechoslowakije, welks zittingstijd geëindigd is, daar de kleine entente reeds vertegenwoordigd is door Roemenië. De Lotus-quaestie. Het arrest inzake de Lotus-quaestie zal waarschijnlijk in het begin van September gewezen worden. m De Monte Mussolini. ROME, 12 Aug. (V.D.) Heden zal, ge-, lijk aangekondigd, een van de toppen van den Mont Blanc in „Monte Mussolini" her doopt worden. De plechtigheid zal geschie den door Turati, secretaris-generaal der fascistische partij, die vergezeld zal zijn van generaal Bazou, chef van den staf der fascistische militie, eden van het directo rium der fascistische partij en verscheidene honderden fascistische studenten. Toen ongeveer veertien dagen geleden bekend werd dat een der toppen van den Mont Blanc van naam zou veranderen, werd gemeld dat de bedoelde top de hoogste van den berg was. Aangezien evenwel, krachtens een vroege verdrag de hoogste top van den Mont Blanc Fransch gebied is, werd in Fransche kringen eenige bevreem ding gewekt door deze daad der fascisti sche autoriteiten. De naar de Duce te noe men kegel ligt echter op Italiaansch terri torium, zoodat de^e „doop"-plechtigheid vermoedelijk geen verwikkelingen ten ge volge zal hebben. De opstand der Indianen. In verband met den opstand c'er India nen, wier aantal 50.000 moet bedragen, zijn er troepen gezonden uit Potosi en Oruro. Er moeten bij ontmoetingen met de troe pen een honderdtal Indianen gedood zijn en een groot aantal gewond. Er zijn 50 stam hoofden gevangen genomen. De Inc'ianen hebben boerderijen en opslagplaatsen van goederen geplunderd en overal brand ge sticht. De spoorlijn naar Potosi wordt bedreigd. Staat van beleg te Kioekiang. Tsjang Fe Kwei, die onlangs uit Hankau hier aankwam, leeft den staat van beleg geproclameerd en 50 communisten gearre steerd waarvan hij er 26 liet doodschieten. Tsjen afgetreden. Geseind wordt, dat Eugene Tsjen, de mi nister van buitenlandsche zaken der regee ring van Hankau is afgetreden omdat hij wederom in conflict is gekomen met Tang Sjing Tsjin, die thans de legers van Han kau geheel en al in zijn macht heeft. De nieuwe minister is Koe Ning Joe, maar hij is zoo impopulair, dat de ambtenaren van het ministerie van buitenlandsche zaken verklaarden dat zij hun ontslag zouden ne men. NEDERLANDSCHE KAMER VAM KOOPHANDEL IN BELGIë. Studiereis naar Herstal, Op Dinsdag 26 Juli jl. heeft de Neder- landsche Kamer van Koophandel in België te Brussel een studiereis voor hare leden georganiseerd naar Herstal ter bezichtiging van de Fabrique Nationale d'Armes de Guerre. Vele leden hadden van deze gele genheid gebruik gemaakt om deze hoogst belangrijke industrie van meer nabij te kunnen bezien aangezien toestemming tot bezichtiging slechts uiterst zelden verleend wordt. Verscheidenen waren hiervoor uit Nederland overgekomen, o.a. de Adjunct- Secretaris der Kamer van Koophandel te Leiden en een viertal leden van de Kamer van Koophandel te Maastricht, die zich van daaruit rechtstreeks per auto naad Herstal hadden begeven. Alvorens met het bezoek aan te vangeq vereenigde zich 'het gezelschap aan een gemeenschappelijke lunch, waarbij tevens werd aangezeten door Mr H. van Rom- burgh, Consul-Generaal der Nederlanden te' Brussel Jhr. G. van der Maesen de Som- breff, Consul aldaar; M. Hofstede van Son, Consul der Nederlanden te Luik, Phib'p- pens. Vice-Consul daar ter stele en één der Hoofdingenieurs van de Fabrique Na tionale d Armes de Guerre, den heer Stas- sart. Na afloop werden de leden in de fa briek rondgeleid door deskundigen. Van dit bezoek hetwelk drie uren in be slag nam werd de beste indruk medege nomen omtrent dit zoo belangrijk bedrijf. DE AANSLAG IN HET SOVJET CONSULAAT. Woensdagochtend is in het consulaat-ge neraal der Russische Sovjet-republikeinen Parijs een aanslag op den concierge ge pleegd. De daderes was een zekere Anna Wasi- levna Slsjepikin, die sedert drie jaren in Frankrijk gevestigd is, doch gaarne naar Rusland wil terugkeeren, daar zij door haar man verlaten is. Zij vroeg daartoe vergun ning aan het consulaat, hetwelk de beslis sing van Moskou liet afhangen. Woensdag ochtend vervoegde zij zich wederom aan het consulaat met verzoek den secretaris te spreken. Toen de concierge zich omdraaide om haar een nummer te geven in de wach tende file loste zij plotseling eenige schoten op hem, waardoor deze ernstig werd ge wond. Aanvankelijk dacht men dat het de daad gold van een zwakzinnige, doch thans is gebleken, dat de vrouw zich op den con cierge b omine, die uit Koeban afkomstig is, waar ook zij vandaan komt, wilde wreken. De vrouw heeft schrikkelijke gevolgen van den rooden terreur te verduren gehad; haar eerste man en haar broer werden door de bolsjewieken vermoord, haar twee kin- Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S „What will he do with it", door ]OS. P. H. HAMERS. 136 „Neen, neen, er zou moord van kunnen komen. Ik bemoei me uit beginsel, nooit met zaken van dien aard. Uw plan deugt niet. Er zou 'n veel veiliger kans, met meer voor deel, gelegen zijn in een ander plan, Ik hoor, dat de schilderijen in die spookachti ge, lange galerij, waar ik door gekropen ben een "hoop goud waard zijn. Nu, schilderijen van jiroote waarde, zijn goed bekend en er zijn in 'f buitenland verzamelaars, die sommi ge van die schilderijen tot eiken prijs zou den willen koopen en nooii zouden vragen waar ze vandaan kwamen. We zouden ze misschien een aar of wat moeten verbergen, en ze niet voor den dag brengen eer de praatjes die ons -konden benadeelen, niet meer gangbaar zijn. Als de schilderijen klein zijn, behooft niemand in het oude huis ge stoord te worden Van menschen van mijn beroep kan ik te weten komen welke schil derijen Darrell bezit, die een hoogen prijs en vervolgens omzien zouden opbrengen naar koopers in 't buitenland. Daar zal welwekkend zelfs in de schaduw, en daar tegen- wat tijd mee gemoeid zijn, maar het is het wachten wel waard." „Ik wil niet wachten", riep Jasper, woe dend, „en gij zijt een laffe rekel. Ik heb besloten, dat ik morgenavond in de kamer van dien man zal zijn, en ik zal er wezen, en die ■fhan zal op z'n knieën voor mij lig gen." Cutts keerde zich snel om in den zadel en zag oplettend in het maanlicht naar de uit drukking van Jasper's gelaat. „Hij heeft me behandeld als een hond," brulde Jasper, „en ik zal hem lalen voelen dat een hond bijten kan. Cutts dacht een oogenblik na. „Ja, en luister Cutts; als ge mij in deze zaak denkt tegen te werken, draai ik ;e den nek om. En daar ik je nu zooveel ge zegd heb, zeg ik je nog dit: ik geloof niet dat er zooveel gevaar bij is als ge denkt; want ik ben niet van plan Darrells bloed te vergieten en ik denk ook niet dat hij mij iets zal doen.' „Maar er kan een worsteling ontstaan en wat dan? ,„Ja, als het daartoe kemt, dan man te gen man," antwoordde Jasper binnens monds. Ze zwegen en beiden spoorden hun paar den aan tot versnelden draf. De vonken spatten uit de hoeven. Nu eens in het oper maanlicht, dan in de schaduw d«- takken reden de ruiters voort. De breede b^rst p- het sterk geteekende gelaat van Losely eens zco schoon, thans zoo vreeselijk, angst- over de nietige gestalte en de spookachtige trekken van z'n kameraad, zelfs in t maan licht nauwelijks te onderkennen. De stad waar uit ze gekomen waren, kwam in 't gezicht en Cutts had thans be sloten, welke gedragslijn de voorzichtig heid hem in dezen gebood te volgen. De ontdekking, dat Losely in de voorgestelde onderneming zijn persoonlijke wraak wilde koelen was voor hem genoeg om zich niet in deze zaak te mengen. Het was z'n stelregel om zich buiten alle zaken te houden, waar bij hevige hartstochten in 't spel kwamen. Zijn ondervinding had hem geleerd, dat twisten tusschen bloedverwanten gewoon lijk gevaar brengen over 't hoofd van hen die er zich in steken. Maar hij zag, dat Jas per in een wanhopige stemming verkeerde, dat zijn woede zich gemakkelijk tegen hem zelf kon keeren, en omdat het onmogelijk was hem van z'n plan af te brengen, ge bood de voorzichtigheid hem te veinzen. Toen zij dus in de herberg gekomen waren en hun glas brandewijn met water dronken vatte Cutts den draad van het gesprek weer op. nam den schijn aan van Jasper langza merhand in z'n voornemen gelijk te geven, sprak het heele plan voor den volgenden avond met hem af en zcrgc'e intusschen dat hij zelf den brandewijn niet te veel aansprak Nauwelijks, v as da dag aa-gebroken, ot Cult-, v/as vc' Lokken met da inbrekers- werktuigen, de brochures, de k-an'en en a'- les. H<j zon de paarden cok ,:~aag meege nomen hebben, maar de stalknecht, tiin knorrig was omdat hij zco vroeg opgcrocpei» werd, zou 3at van Jasper misschien niet heb ben meegegeven zonder diens toestemming. Cutts vroeg den stalknecht echter nog voor z'n vertrek, den anderen heer te zeggen, dat hij, Cutts, hem sterk afried, „zich mei de stieren in te laten." Bij z'n aankomst te Londen begaf Cutts zich direct naar de woning van juffrouw Crane tegenover de kamers van Jasper. Zij was echter reeds naar Podden-Place ver huisd en had haar adres niet achtergelaten Toen hij in z n eigen huis kwam, vond Cutts echter een briefje van haar, waarin zij schreef dat hij haar dien avond in haar voormalige woning vinden zou, als hij tegen half negen wilde komen. Zij had teveergeeis op het beloofde bezoek van Jasper gewacht zij had vernomen, dat hij z'n woning verla ten had en nu verlangde' zij natuurlijk doo, Cutts te vernemen wat er van hem gewor den was. Toen Cutts op het bepaalde uu: bij haar kwam en z'n verhaal deed, begreep Arabella Crane direct het gevaar waarin niet alleen Darrell, maar ook Jasper ver keerde. Zij liet z;ch niet om den tuin lei den door Cutts, dat Jasper, als hij alleen voor de onderneming stond, geen andere keus zou hebben don die te laten varen ol ten minste uit te stellen. Het was haar le ver, sdceb Jasper voor t'e justitie te bewaret" 7:{ wilde ('ie c'us n'ct waarschuwen. Ge lukkig kwam zij plotr-ling op Let denkbeeld kaar toevlucht tot kclcr.ei Motley te nemen. deren stierven tijdens den hoft^jWjetteod in Rus-land, haar tweede man kon zich slechts door de vlucht aan den arm van den Tsjika onttrekken. Daar Fomine destijds kapitein der kozakken zou zijn geweest, wilde de vrouw zich op hem wreken. VEILIGHEID VOOR ALLES. Met de toeneming van het snelverkeer langs de wegen tengevolge van de zich steeds uitbreidende autotractie, houdt de vermeerdering van het aantal ongelukken, niet het minst bij de niveau-spoorwegover gangen gelijken tred. Naar aanleiding van dit feit en in ver band met een dezer dagen plaats gehad hebbende botsing tusschen een electrischen trein en een auto op een overweg, waarbij drie dooden en twee zwaargewonden vielen, wordt in de ,,N. Zür. Z." een krachtig plei dooi gevoerd voor maatregelen, om aan dien toestand een einde te maken. En wel door ophefiing van alle niveau-overwegen en vervanging door boven- of ondergrond- sche, dus doorgaande, verbindingen, waar spoor- of trambanen door wegen worden gekruist. In het geheel zijn in de laatste 25 jaar door de spoorwegen ongeveer 600 van zulke niveau-overgangen door boven- of onder- grondsche vervangen. Maar er zijn in Zwit serland nog een 2000 van zulke voor het verkeer gevaarlijke punten, waarvan de verbouwing voor de spoorwegen te duur zou worden. De schrijver in de ,,N. Zür. Z." stelt daar om voor, dat de automobilisten (die dan toch mede ten zeerste belang hebben bij een veilig verkeer) er staan ongeveer een 50.000 wagens in de Helvetische republiek geregistreerd bij hun jaarlijksche rijver gunning een soort vrijwillige bijdrage van minstens 10 fres. in een op te richten fonds storten, aangevuld met bijdragen van ge meenten en spoorwegen, waarna de aldus verkregen gelden uitsluitend gebruikt zul len worden voor de geleidelijke verbouwing van de nog bestaande niveau-overwegen. STEDELIJKE HOTELS IN DUITSCHLAND In vele Duitsche steden, waar gebrek aan hotels blijkt te bestaan, wordt thans door de gemeentelijke autoriteiten in deze be hoefte voorzien. Nadat onlangs te Duisburg, met hulp van het gemeentebestuur, een der mooiste en gerieflijkste hotels van geheel Duitschland werd geopend, bestaat thans het plan ook .te Barmen een dergelijk hotel op te richten. Voor dit doel is, met een kapitaal van anderhalf millioen mark, een Hotel A. G. opgericht. De helft der aandeelen bevindt zich in het bezit van het gemeentebestuur, de andere helft in die van industriëele ondernemingen. Het nieuwe hotel, dat vlak bij het station zal zijn gelegen, zal drie en een half millioen mark kosten. De ontbrekende twee millioen zijn ook reeds gevonden, daar de Stad Bar- mon zich zelf bereid heeft verklaard, borg te staan voor een dergelijk bedrag. EEN OOLIJKE DIEF. Die van zijn waardelooze marken ai wil! Sinds een zestal weken waart in Berlijn een oolijk heerschap rond, dat het beu is- geworden zijn waardelooze vooroorlogsche bankbiljetten aan den man te brengen en die zorg nu overdraagt aan anderen, in de welgemeende hoop, dat zij daarbij meer succes zullen hebben. Als ambachtsman gekleed, in hemdsmou wen en het werkschort voor, meldt hij zich aan bij de bewoners van huizen in de meer gegoede buurten, met de boodschap van den huiseigenaar dat hij naar de verwar mingsinrichting en kachels moet kijken ten einde na te gaan of er herziening noodig is. Daar de man een zeer betrouwbaren en goedigen indruk maakt, wordt hij veelal toegelaten, waarna hij dadelijk met een notitieboekje in de hand, aan den arbeid gaat. Hij vraagt dan een glas water of een potlood of zoo iets, teneinde den aanwezi gen bewoner of de dienstbode te verwijde ren. Lukt hem dit, dan neemt hij snel weg wat hij in handen kan krijgen en verdwijnt. Enkele dagen later krijgt de bestolene dan geregeld een brief met een aantal voor oorlogsche markbiljetten, die vergezeld gaan van een beleefd gelikt epistel, waarin wordt verzekerd, dat de bezoeker volstrekt geen dief was. Hij was echter tot de erva ring gekomen, dat niemand zijn oude bank biljetten wilde aannemen. Daarom is hij op het denkbeeld gekomen om ze op deze manier in waarden om te zetten hij heeft dan de meegenomen zaken, en de vroegere eigenaar daarvan kan dan nu eens zijn ge luk beproeven met de ingesloten biljetten, waarmede hij hem van harte succes wenscht! Niettegenstaande alle nasporingen is de recherche er nog niet in geslaagd dezen zonderlingen dief, die z.i. niet steelt, maar zijn buit betaalt, te snappen. DE MEMORIES VAN „KEIZERIN" HERMINE. Volgens de „Voss. Z." heelt de „Saturday Evening Post" - het Amerikaansche week blad, waarin de echtgenoote van den ex-kei zer haar memoires schreef plotseling de publicaties afgebroken, zonder eenige na dele toelichting. De „V. Z." schrijft dit feit t oe aan het échec van de „onthullingen", die niet de minste geestdrift in Amerika hebben ge wekt. Men heeft daar, zoo constateert de „V. Z.", zeer goed de bedoeling van de publicatie, een schoonwasschen van het oude regiem, doorzien. HET NIEUWE BIOLOGISCHE INSTITUUT TE HELGOLAND. Het nieuwe Biologische Staats-Instiluut is verleden week te Helgoland plechtig ingehuldigd. In de eerste verdieping van dit, ook op bouwkundig gebied, interes sante gebouw is het groote Noordzee-Aqua- rium ondergebracht. In deze groote donker' blauwe zaal bevinden zich niet minder dan 50 bassins o.a. een van 20 M. voor grootere zeevisschen. Dit bassin is zoo gebouwd, dat c'e visschen, die het bevolken (haaien, rog- gen, groote botten, steuren, makreelen enz.) zich nergensa aan vooruitspringende punten kunnen stooten of kwetsen. Alle buizen der waterleiding zijn voor de eerste maal ver vaardigd uit c'oorzichtbaar celluloid, dat door het zeewater niet kan worden aange tast. In het Aquarium verkrijgt de bezoe ker een volledig overzicht van Flora en Fauna der „Noordzee en der Wadden. Men kan er zelfs een zeehondenbank bewonde ren. DE „RATSKELLER" VAN BREMEN. De „Ratskeller" van Bremen heeft te allen tijde een rol gespeeld' in het Duitsche inteilectueele leven. ITeine heeft dezen ge- moedelijken kelder bezongen, maar hij heeft vooral vermaardheid verworven door de „Phantasiën im Bremer Ratskeller" van Wilhelm Hauff, dezen bekwamen, vruchtba ren schrijver, die op 25-jarigen leeftijd in 1827 te Stuttgart overleed, na een flink deel van zijn korte leven in den beroem de^ kelder te hebben doorgebracht. Het gemeentebestuur van Bremen, dat de traditie hoog in eere houdt, heeft op den honderdsten verjaardag van het overlijden van Hauff op waardige en tevens niet-alle- daagsche wijze hulde willen brengen aan de nagedachtenis van dezen schrijver, wiens werk zoozeer heeft bijgedragen tot verhoo ging van de faam der oude Hansastad. Het gemeentebestuur heeft niemand minder dan Max Slevogt, den befaamden Duitschen schilder, uitgenoodigd een deel der kelder gewelven, de zoogenaamde Echo-zaal, te tooien met een aantal fresco's, ontleend aan de grillige werken van den jong ontslapen kunstenaar, Slevogt heeft zich op waardige wijze gekweten van zijn moeilijke zaak en thans prijken op de wanden van deze zaal, die in de toekomst de „Hauff-Zaal" zal heeten, meesterlijke werken, die in elk op zicht een weerspiegeling zijn van de zon derlinge phantasie van den dichter. Niet alleen de helden van zijn grillige verhalen zijn hier vereeuwigd, Hauff zelf ook vinden wij hier weer. Wij zien hem, hoe hij, omgeven van vreemd en spookach tig licht, de trap van den „Ratskeller" af daalt, voorafgegaan door den kater, die in den kelder thuis hoort. In het midden van den grooten wand van den kelder heeft Slevogt een sierlijk vat geschilderd en daaromheen de helden van de geschiede nissen, waaraan Hauff zijn vermaardheid te danken heeft. Slevogt heeft door dit meesterlijke werk bewezen, dat ook de verhalen van Hauff op hem een diepen indruk hebben gemaakt en hij is er in geslaagd deze indrukken zoo weer te geven, dat de grilligheid en vaak zelfs 'de onverkwikkelijkheid van zijn werk, vaak nog die van de schetsen van Hauff overtreffen. Het geheel, in volmaakte har monie van kleur en lijn, maakt een zeer sterken indruk op den bezoeker. Het werk van Slevogt zal leven blijven, zooals het werk van Hauff zelf. Rijk aan grillige verhalen is de Duitsche letterkunde te allen tijde geweest. Vele mooie was schilderingen bezit Duitschland eveneéhs. Maar met een der schilderijen overtreft het werk van Slevogt, dat, vplgens het oordeel van Dr. Emii Waldmann, den di recteur der musea van Bremen, het mooiste is aan moderne wandschildering, wat Duitschland bezit. Een door de zon verbrande Hu'd, Stukgeloopen Voeten, Schrlj en en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30, 60, Tube 80 ct. Tegen den woesteling wordt een jaar gevangenisstraf geëischt. Tc 's-Hertogenbosch wilde op t9 Juli j.l, de 35-jarige reiziger J. M. M. H die in beschonken toestand verkeerde, in een par ticulieren auto stappen, die bij café Lohen grin stond. De chauffeur en een kellncr be duidden hem, dat dit niet mocht. Er ont stond ruzie en tén slotte rekende de poli tie hem in en bracht hem naar het politie bureau op de Mark: Daar aangekomen be gon H., die vroeger les in boksen gegeven had, te razen en te tieren. Hij greep een der agenten bij de keel en kneep hem die dicht, zoodat de man dreigde te stikken. Daarna sloeg hij met een stoel, welken slag de agen ten wisten te ontwijken. Zij konden niet bij de telefoon komen om assistentie in te roepen en verweerden zich met hun sabels, zoodat de arrestant nogals werd toegeta keld. Eindelijk verscheen een derde agent, die met zijn revolver dreigend, H. in be dwang wist te ,houden. eDze werd daarop naar het gasthuis vervoerd om verbonden te worden, maar hij ging ook daar zoo te keer, dat men hem een dwangbuis most aan doen. Gisteren stond H. voor de rechtbank te recht wegens poging tot doodslag op de agenten. Hij verklaarde dronken te zijn ge weest en zich van het heele geval niets te herinneren, welke mogelijkheid door dr. Casparie die verdachte in het gasthuis had gezien, wérd erkend. Verdachte zeide ver der, dat het gebeurde hem zeer speet, want de beide agenten waren zeer goede vrienden van hem, aan wie hij zelfs boksls heeft gegeven. Het O.M., verzachtende omstandigheden aannemende, eischte een aar gevangenis straf. De verdediger, die een nader onderzoek naar verd. pleitte, vroeg diens onmiddellij ke invrijheidstelling, welke de rechtbank echter neit verleende. Keeren we thans tot Jasper terug. Hij stond eerst laat op den dag op en daar hii gewoonlijk, als hij opstond, nog beneveld was door den drank, dien hij den avond te voren gebruikt had en het bloed hem naar de hersens gestegen was door het zware slapen, kon hij in 't eerst niet gelooven, dat Cutts de onderneming geheel had opgege ven. Hij dacht veeleer, dat die slimmeling verdere berichten was gaan inzamelen in de nabijheid der plaats, waar de aanslag moest plaats hebben Eerst later, tegen den avond, bleek hem de waarheid, toen hij op het stalplein heen en weer drentelde en de stalknecht, die uit z'n opgeruimde manieren en zware gestalte afleidde, dat hij een vetweider uit het noor den moest zijn, hem de waarschuwing van Cutts „tegen de stieren" overbracht. Aldus aan zich zelf overgelaten vereischte het plan van Jasper een nog nauwlettender overleg en een eenvoudiger wijze van u!t- voering. Zijn oorspronkelijk denkbeeld was, gemaskerd en vermomd in Darrell's tegen woordigheid te verschijnen Maar reeds 'eer Cutts hem verlaten had was de enkele hoop op buit bu hem van ondergeschikt belang gaword"n bij z'n begeerte naar persoonleken tricm". Fn nu Cu'ts hem aan zich zelf had overgelaten en de middelen t^t vermem- «rv'g had meegenomen, schente Jasper zeltr hallagen i" 'iet denkbeeld, dat zr'n aanslag •a:c!s van liet karakter van een gewonen diefstal hebben zou. Geen masker nu; zijn gelaat zcu even openlijk zijn als zijn eisch. Het verslag van Cutts omtrent de gemak kelijkheid, waarmee men in de kamer van Darrell kon binnendringen, verminderde ook de noodzakelijkhéid om een medeplichtige te hebben. Bij de wijziging van zijn eerst overijld plan tot een gewonen nachtelijken diefstal, zou hij zelfs geen helper verlangen om te beschikken over den buit, dien hij be halen mocht. Darrell zou thans aan zijn eischen moeten toegeven evenals een gai- nizoen, dat overvallen is, de voorwaarden van den overwinnaar aanneemt. Er zou geen vlucht, geen verbergen plaats hebben, geen vrees, dat de bankbilletten aan de bank ge weigerd zouden worden Jasper slenterde in het donker de stad in, kocht eenige dunne spijkers een een kleinen hamer, en in z'n kamer teruggeko men maakte hij met behulp van 't vuur, den tang én den hamer, de spijkers tot werk tuigen waarmee hij gemakkelijk alle gewo ne sloten kon open steken Om wapens be kommerde hij zich niet. Hij vertrouwde op zijn krachtige handen. Ook was het slechts een bezoek, dat de heer Jasper Losely, met een weinig omslag en op welk een ongele gen tijd dan ook, goedvond aan het huis van z'n schoonvader te komen brengen. Ge geven het ergste geval, als hij de huishou ding in opschuddfng bracht door z'n komst, dan zou hét een be\Vijs zijn van zijn eerlijke bedoelingen, dat hij geen wapens bij zich had. (Wordt vervolgd.) J l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6