Buitenlandsch Nieuws,
FEUILLETON.
Zonnebrand
PUROL
Wat zal hij er mee doen?
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
""""""TcffrSrïTïïoÓFDSTUK.
RECHTZAKEN.
Dronkemansruzie en mishan
deling van politie-agenten.
EEN NIEUWE POGING TOT
VOLKSHEERSCHAPPIJ.
Het voorstel van den Amerikaanschen
gezant in Londen.
De Amerikaansche gezant in Londen,
Alznson B. Houghton, heeft kort geleden
voor de studenten van de Havard UniversL
teit een redevoering gehouden, die slechts
in korte uittreksels door de wereld is ge
gaan. Nu is ze woordelijk bekend gewor
den en dit geeft aanleiding zich met een
gedachtengang bezig te houden, die niet
zcozeer door het nieuwe verrast, dan wel
door de uitstekende formuleeringen, waarin
het probleem van de beslissing omtrent
oorlog en vrede van alle invloeden der
conventie wordt bevrijd. Het voorstel
eischt, dat bij de geciviliseerde volken niet
meer hun regeeringen, maar steeds het ge-
heele volk de beslissing op zich neemt, die
zulke geweldige gevolgen heeft.
Houghton legt er den nadruk op, dat hij
niet als ambtenaar van zijn staat,, maar als
particulier zijn meening uit, daarbij echter
van de instemming van millioenen Ameri
kanen verzekerd is. Hij laat de vraag open,
of het axioma juist is, dat de oorlog on
vermijdelijk is. Hij stelt vast, dat het ge
schil, dat tot een oorlog leidt, het resultaat
is van een reeks manoeuvres, die door
kleine menschengroepen, de regeeringen,
worden uitgevoerd in het streven naar in
gebeelde voordeelen voor hun landgenoo-
ten en hierdoor worden dan de massa's,
wien het aangaat, in een vijandige houding
tot elkaar gebracht. De gezant zegt, da,t er
al bewijzen voor zijn, dat de groote vrije
volken in staat zijn, hun eigen binnenland-
sche aangelegenheden in orde te houden.
Hij bestrijdt de meening, dat het noodzake
lijk zou zijn, om terwille van vermeende
nationale voordeelen. andere volken te na
te komen. Hij wijst op het gevaar van de
neiging van enkele machthebbers of kleine
groepen, om te hazardeeren. Het eerste ar
gument voor zijn voorstel ziet hij daarin,
dat de bestemming van een natie kalm aan
een langzame en natuurlijke ontwikkeling
kan worden overgelaten zonder veel stel
selmatige leiding. Houghton's tweede argu
ment is de onmogelijkheid, uit een moder
nen oorlog, onder welke omstandigheden
ook, nog een voordeel te itrekken. Ten
derde ziet hij in den tijd, die gewonnen
wordt, wanneer de verdeeling der macht
over het geheele volk noodzakelijk is, om
het tot een oorlog te doen komen, een
doeltreffend middel tegen de vrees voor
een aanval. ,,Tijd is de sterkste bondgenoot
van den vrede". Bovendien ziet Houghton
in de beslissende actie van het volksgeheel
een regeling, die door de regeeringen met
een binnenlandsche crisis te bedreigen, goe
de uitwerking zou kunnen hebben. Ten
vierde wordt er vastgesteld, dat het over
laten van de alomvattende macht van een
oorlogsverklaring aan gevolmachtigden en
het belang van een vrij volk met elkaar
in tegenspraak zijn. Een regeering die b.v.
met het programma van een douane-tarief
aan het roer is gekomen, zou een volk
bij de beslissing van een oorlog toch in
geen geval kunnen vertegenwoordigen. Om
al deze redenen en op grond van zijn over
tuiging, dat de groote volken zich met
uitzondering van de buitenlandsche aange
legenheden, met goed gevolg zelf kunnen
rtgeeren, eischt Houghton een nieuwe po
ging tot volksheerschappij. Men kan er niet
genoeg mee doorgaan, binnen de eigen gren
zen democratisch en in zijn verhouding tot
de andere vrije volken autocratisch te zijn.
De gezant verlangt een eerlijke interna
tionale proefneming. Door middel van eon
conferentie moeten wetgevende maatregelen
worden bereikt, volgens welke een oorlogs
verklaring aan een anderen conferentiestaat
pas na een formeele toestemming der meer
derheid kan tot stand komen.
De „Deutsche diplomatisch-politische Kor-
respondenzzegt in eeni commentaar op
dit voorstel van Houghton: Het kan zijn,
dat men dit voorstel, dat in de lijn van de
vele vroegere werken ligt (Locamo, het
Geneefsche Protokol en de Geneefsche ver
klaring) het verwijt maakt van een speciaal
Amerikaanach oogpunt uit gezien te zijn en
dat daarbij de werkzaamheid en de doel
einden van den Volkenbond over het hoofd
worden gezien, omdat Amerika er niet bij
is aangesloten. Maar bestaan blijft toch de
grondgedachte, dat zulk een verplichting
der afzonderlijke mogendheden tegenover
hun eigen volken een sterk moreele ver
betering zou zijn; de ontwikkeling van in
ternationale conflicten zou worden tegen
gehouden, het gevoel van veiligheid zou
worden versterkt, het gevaar in een o'orlog
te glijden, zou aanmerkelijk verminderd zijn.
Men ziet bij den strijd om de ontwapening,
dat voor het behoud van gevaar-vermeer
derende bewapening niet zoozeer de lust
tot aanval, dan wel angst om de eigen vei
ligheid den doorslag geeft. Aan den anderen
kant weten alle volken, met de ondervin
ding van den wereldoorlog voor oogen, hoe
moeilijk het zou zijn een volksmeerderheid
er voor te winnen, om een nieuwen oorlog
te doen uitbreken, vooral als het voor en
tegen een tijdlang van te voren in het open
baar zou worden besproken en de harts
tocht, die misschien door één bepaald
voorval was opgelaaid, door het verloop
van tijd was gekalmeerd. Het politiek gezag
van den ontwerper van het voorstel, zijn
logica en gemis aan vooroordeel geven het
plan, dat een op zich zelf oud probleem
een ook reeds vroeger opgedoken oplossing
inader wil brengen, op het oogenblik bij
zondere beteekenis.
Herdenkingsdag van de grondwet
van Weimar.
Donderdag was het de herdenkingsdag in
de Duitsche republiek, van de grondwet
van Weimar. Het is den Duitschen republic
keinschen partijen tot dusver weliswaar nog
niet gelukt om den elfden Augustus tot
nationalen feestdag te verklaren, maar een
officieele herdenking van den grondwetsdajf
is dan toch traditie geworden en ook deze
regeering, heeft zich hieraan niet kunnen
onttrekken.
Duitschland is nu eenmaal nog een repu
bliek en officieel moet men dus wel repu-
blikeinsch doen.
Zoo had dan in de Rijksdag de gewone
plechtige herdenking van den grondwetsdag
plaats in tegenwoordigheid ook van de
Duitsch-nationale ministers Hergt, Schiele
en von Keudell, niettegenstaande de
Duitsch-nationale pers zich zoo zeer had
beijverd om de beteekenis van deze her
denking omlaag te halen.
Opmerkelijk was de feestrede van den
heer v. Kardorff, van de Duitsche Volks
partij, een gewezen Duitsch nationaal en een
zeer conserfatief man, die echter op dezen
dag blijkbaar de juiste woorden wist te
vinden en die tegenover de reactionnaire
campagne tegen de republikeinsche vlag,
met warmte de vlag der Duitsche republiek
verdedigde.gelijk de republiek zelf, die,
„naar ieder thans moest inzien, alleen
Duitschland naar vrede en vrijheid kan
voeren."
Overigens had deze plechtigheid het nor
male verloop: zij eindigde in een huldiging
van den rijkspresident.
Te Berlijn werd bij deze geleigenheid
blijkbaar meer dan vorige jaren gevlagd,
ook door de trams en omnibussen. En zelfs
het tegenspartelend Potsdam heeft zich niet
durven onttrekken aan de verordening van
de Pruisische regeering de regeering der
coalitie van Weimar die voor de offi
cieele gebouwen ook der gemeenten den
republikeinschn vlaggentooi voorschreef.
Maar de anti-republikeinen hebben toch
zooveel mogelijk) getracht de beteekenis
van dezen vlaggentooi te verkleinen en van
particuliere zijde betoogde men zoo
deden te Berijn vele groote hotels en banken
door onthouding.
De zaak -Sacco en Vanzetti.
Verscherping van de immi
gratie-bepalingen?
Uit Washington wordt aan de Engelsche
bladen gemeld, dat in verband met de
agitatie, die de zaak SaccoVanzetti heeft
uitgelokt, de bepalingen op de immigratie
naar de Vereenigde Staten waarschijnlijk
zullen worden verscherpt. Davis, de secreta
ris van Arbeid, zou ket voornemen hebben,
aan alle werkgevers voor te schrijven, zich
er van te verzekeren, of de personen in hun
dienst het recht hebben, zich in de Ver-
eenigde Staten op te houden, as gevolg
waarvan mên tallooze deportaties verwacht.
Amerikaansch protest tegen
de Fransche betoogingen.
Het gezantschap der Ver. Staten heeft
opdracht gekregen de aandacht der Fran
sche regeering te vestigen op den ongun-
stigen indruk, dien de voor de Amerikaan
sche natie beleedigende betoogingen in
Frankrijk naar aanleiding van Sacco en
Vanzetti in Amerika hebben gemaakt. O.a.
is in de „Humanité een grove teekening
verschenen, waarop de Amerikaansche vlag
wordt afgebeeld met een doodskop met
doodsbeenderen en den electrischen stoel
voor de terechtstelling.
Ofschoon dit een rechtstreeksche beleedi-
ging is aan de vlag der Ver. Staten, vraagt
het gezantschap echter niet om een for
meele gerechtelijke vervolging van de schul
dige personen. Bij afwezigheid van een der
gelijk formeel verzoek kan de Fransche
regeering dus wettelijk zelf geen vervolging
instellen.
Daar het gezantschap heeft verklaard, er
geenszins op te staan met een proces te
antwoorden, heeft de regeering te Parijs
de verzekering gegeven dat de teekening
en andere beleedigende betoogingen van
geen beteekenis zijn. daar zij afkomstig zijn
van een partij, die in geen enkel opzicht de
ware gevoelens vertegenwoordigt van de
Fransche bevolking, welker hartelijke ge
negenheid voor de Amerikaansche natie on
gewijzigd blijft.
Het opschortingsbesluit.
Uit nadere berichten uit Washington
blijkt, dat het besluit van gouverneur Ful
ler tot opschorting van de voltrekking van
het doodvonnis aan Sacco en Vanzetti voor
iedereen een volstrekte verrassing was en
in de gevangenis geweldige opschudding te
weegbracht, die de veroordeelden zelf ech
ter ongeroerd liet. Dezen hadden van hun
vrienden en het gevangenispersoneel reeds
afscheid genomen. De barbier had hun
reeds het hoofd geschoren, opdat het elec-
trisch apparaat beter bevestigd kon wor
den, en daartoe ook de broekspijpen open
gescheurd. Sacco strompelde rusteloos in
zijn cel op en neer; hjj was te zwak om
behoorlijk te kunnen loopén, en te opge
wonden om te kunnen blijven liggen. Van
zetti ging voort met het schrijven van brie
ven en met lezen. Tot een telefonisch be
richt uit het huis van den gouverneur het
besluit van de opschorting bekend maakte.
De gevangenis-directeur deelde het besluit
aan de veroordeelden en de wachtende pers
vertegenwoordigers mee. Doch er rees on
middellijk twijfel: het telefoontje kon wel
eens een afschuwelijke grap zijn. De ge
vangenis-directeur trok zijn bekendmaking
inderdaad weer in. Op de duizenden dag-
bladbureaux van Amerika ontstond een on
beschrijfelijke verwarring, reeds gezette
extra-edities werden aangehouden De te
lefoon bleef onophoudelijk in beweging.
Eerst na een uur van pijnlijk wachten kwam
de officieele bevestiging van het besluit.
Alle gevangenen, die door klopteekens con
tact met elkaar onderhielden, gaven uiting
aan' hun vreugde, dóch uitgezette posten
T verboden een demonstratie. Alleen Sacco
en Vanzetti onthielden zich van deelneming
aan de algemeene opwinding; zij waren na
de eerste mededeeling van uitputting inge
slapen.
Volgens den corespondent van het
Washingtonsche blad de „World" overweegt
het departement van Arbeid strenge maat
regelen tegen radicale buitenlandsche agi
tators. Het departement zet maandelijks
duizenden vreemdelingen uit het land, doch
bekend is dat verscheidene honderden op
onrechtmatige wijze in het land zijn geko
men en dat zich onder hen vele onge-
wenschte elementen bevinden. Niet alleen
zal den grooten werkgevers worden ver
zocht inlichtingen te verschaffen nopens de
antecedenten van hun arbeiders, doch ook
zal den vloot- en militaire autoriteiten wor
den opgedragen rapport uit te brengen over
degenen, die hun diensten aanbieden.
De toestand der beide
veroordeelden.
Toen de dienstdoende medicus gisteren
ochtend Sacco en Vanzetti bezocht, was
Sacco bezig met schrijven, terwijl Vanzetti
sliep. Sacco stond op, kwam naar de deur
en bleef een minuut of vijf met den dokter
praten.
De dokter verklaarde, dat Sacco zich
oogenschijnlijk zonder moeite staande kon
houden; het oogenblik voor kunstmatige
voeding achtte hij nog niet aangebroken.
Vanzetti's zuster.
Luigia Vanzetti zal heden per s.s. „Aqui-
tania" naar New York vertrekken.
Het Gricksche Kabinet ontbonden.
De ontbinding geschiedde wegens het
verzet van Tsaldaris tegen de toepassing
der financieele maatregelen van Kafandaris.
Het Fransch-Duitsche handelsverdrag.
Betreffende de onderhandelingen over 't
Fransch-Duitsche handelsverdrag kan ge
meld worden, dat de Duitsche regeering
bereid is op den Franschen eisch, een kor-
teren opzeggingstermijn te verkrijgen, in te
gaan, mits men van Fransche zijde toe
stemt in de wederinvoering van het Duit
sche zoogenaamde wijncontingent. Zoo ja,
dan staan de tot standkoming van het ver
drag geen verdere hindernissen in den weg.
De beslissing zal binnen enkele dagen val
len.
De Fransch-Duitsche economische over
eenkomst, waaromtrent de besprekingen
voortduren, zal zich van vroegere regelin
gen onderscheiden door omvang, aard en
duur. Zij zou schier alles wat de beide lan
den betreft omvatten, van Franschen kant
met name producten der zijde, katoen- en
woiindustrie, van den landbouw en de me
taalnijverheid en van Duitschen kant alle
producten der machine-, electrische en
chemische nijverheid. Het verdrag zou wor
den gesloten op den grondslag van volko
men wederkeerigheid der rechten en in
zeer groote mate op den grondslag eener
de facto behandeling van meestbegunstigde
natie en zou eventueel langer dan een jaar
kunnen duren.
De bezetting van het Rijnland.
Duitsche berichten, dat de Engelsche re
geering pressie uitgeoefend zou hebben op
de Franschen in de kwestie der verminde
ring van de bezetting van 't Rijnland, heb
ben te Parijs de gemoederen dermate in
beroering gebracht, dat een formee',e te
genspraak gegeven moest worden.
De officieuze verklaring verzekert, dat
de Engelsche regeering alleen vriendschap
pelijk den wensch te kennen heeft gegeven
om de door Duitschland gevraagde vermin
dering toe te staan. Maar er is geen pressie
uitgeoefend, integendeel, de Engelsche
troepen alleen verminderd zullen worden,
in geval Frankrijk in de vermindering zal
toestemmen en in de ze'ifde verhouding.
Engeland heeft niet de minste neiging om in
deze kwestie afzonderlijk te handelen.
Derhalve is de Fransche diplomatie vrij om
met Berlijn te onderhandelen, zonder be
vreesd te zijn om een gemeenschappelijke
actie met Engeland te verbreken.
De fraude bij de Pruisische
Staatsloterij.
In zake het bedrog bij de Pruisische
Staatsloterij kan thans gemeld worden, dat
binnen enkele dagen tegen twee schuldige
beambten een strafvervolging zal worden
ingesteld. De spelers, die beschouwd kun
nen worden bij de 28ste trekking der 5de
klasse benadeeld te zijn, zullen schade
loos gesteld worden. Dat zijn allen, die bij
die trekking een niet gekregen hebben. Alle
loten der 5e klasse, waarop een niet geval
len is, zullen nogmaals uitgeloot worden.
De 250.000 mark, die ten gevolge van het
bedrog der beiden niet uitgeloot konden
worden, gaan weer in een nummerrad en
worden opnieuw getrokken.
Voortaan zullen bij de trekkingen be
ambten van het ministerie van financiën
dienst doen. Iedere beambte krijgt contro
leerend beambte naast zfch.
Intern. R.K. Studentencongres.
Te Warschau is gisteren het 7e inter
nationale R.-K. Studentencongres „Pax
Romana" geopend. Er werden tal van rede
voeringen gehouden, o. a. door de Neder-
landsche afgevaardigde Coeberg.
Terdoodveroordeeling van een
oud-generaal.
In het proces tegen den oud-generaal
Annenkow en den chef van zijn staf Deni-
sow, die terecht stonden wegens strijd met
de wapenen tegen het sovjetgezag in het
Verre Oosten in de jaren 19181920 en
wegens moord qp groote schaal op sovjet
ambtenaren en vreedzame inwoners, werd
na een behandeling van negentien dagen
over beide verdachten de doodstraf uitge
sproken. De veroordeelden hebben een
verzoek om gratie ingedieml,
De a.s. vergadering van den
Vokeabond,
Men meent te weten, dat de vergadering
van den Volkenbond in September waar
schijnlijk Finland tot lid van den Raad zal
kiezen in plaats van Tsjechoslowakije, welks
zittingstijd geëindigd is, daar de kleine
entente reeds vertegenwoordigd is door
Roemenië.
De Lotus-quaestie.
Het arrest inzake de Lotus-quaestie zal
waarschijnlijk in het begin van September
gewezen worden.
m De Monte Mussolini.
ROME, 12 Aug. (V.D.) Heden zal, ge-,
lijk aangekondigd, een van de toppen van
den Mont Blanc in „Monte Mussolini" her
doopt worden. De plechtigheid zal geschie
den door Turati, secretaris-generaal der
fascistische partij, die vergezeld zal zijn van
generaal Bazou, chef van den staf der
fascistische militie, eden van het directo
rium der fascistische partij en verscheidene
honderden fascistische studenten.
Toen ongeveer veertien dagen geleden
bekend werd dat een der toppen van den
Mont Blanc van naam zou veranderen, werd
gemeld dat de bedoelde top de hoogste
van den berg was. Aangezien evenwel,
krachtens een vroege verdrag de hoogste
top van den Mont Blanc Fransch gebied is,
werd in Fransche kringen eenige bevreem
ding gewekt door deze daad der fascisti
sche autoriteiten. De naar de Duce te noe
men kegel ligt echter op Italiaansch terri
torium, zoodat de^e „doop"-plechtigheid
vermoedelijk geen verwikkelingen ten ge
volge zal hebben.
De opstand der Indianen.
In verband met den opstand c'er India
nen, wier aantal 50.000 moet bedragen, zijn
er troepen gezonden uit Potosi en Oruro.
Er moeten bij ontmoetingen met de troe
pen een honderdtal Indianen gedood zijn en
een groot aantal gewond. Er zijn 50 stam
hoofden gevangen genomen. De Inc'ianen
hebben boerderijen en opslagplaatsen van
goederen geplunderd en overal brand ge
sticht.
De spoorlijn naar Potosi wordt bedreigd.
Staat van beleg te Kioekiang.
Tsjang Fe Kwei, die onlangs uit Hankau
hier aankwam, leeft den staat van beleg
geproclameerd en 50 communisten gearre
steerd waarvan hij er 26 liet doodschieten.
Tsjen afgetreden.
Geseind wordt, dat Eugene Tsjen, de mi
nister van buitenlandsche zaken der regee
ring van Hankau is afgetreden omdat hij
wederom in conflict is gekomen met Tang
Sjing Tsjin, die thans de legers van Han
kau geheel en al in zijn macht heeft. De
nieuwe minister is Koe Ning Joe, maar hij
is zoo impopulair, dat de ambtenaren van
het ministerie van buitenlandsche zaken
verklaarden dat zij hun ontslag zouden ne
men.
NEDERLANDSCHE KAMER VAM
KOOPHANDEL IN BELGIë.
Studiereis naar Herstal,
Op Dinsdag 26 Juli jl. heeft de Neder-
landsche Kamer van Koophandel in België
te Brussel een studiereis voor hare leden
georganiseerd naar Herstal ter bezichtiging
van de Fabrique Nationale d'Armes de
Guerre. Vele leden hadden van deze gele
genheid gebruik gemaakt om deze hoogst
belangrijke industrie van meer nabij te
kunnen bezien aangezien toestemming tot
bezichtiging slechts uiterst zelden verleend
wordt. Verscheidenen waren hiervoor uit
Nederland overgekomen, o.a. de Adjunct-
Secretaris der Kamer van Koophandel te
Leiden en een viertal leden van de Kamer
van Koophandel te Maastricht, die zich van
daaruit rechtstreeks per auto naad Herstal
hadden begeven.
Alvorens met het bezoek aan te vangeq
vereenigde zich 'het gezelschap aan een
gemeenschappelijke lunch, waarbij tevens
werd aangezeten door Mr H. van Rom-
burgh, Consul-Generaal der Nederlanden te'
Brussel Jhr. G. van der Maesen de Som-
breff, Consul aldaar; M. Hofstede van Son,
Consul der Nederlanden te Luik, Phib'p-
pens. Vice-Consul daar ter stele en één
der Hoofdingenieurs van de Fabrique Na
tionale d Armes de Guerre, den heer Stas-
sart. Na afloop werden de leden in de fa
briek rondgeleid door deskundigen.
Van dit bezoek hetwelk drie uren in be
slag nam werd de beste indruk medege
nomen omtrent dit zoo belangrijk bedrijf.
DE AANSLAG IN HET SOVJET
CONSULAAT.
Woensdagochtend is in het consulaat-ge
neraal der Russische Sovjet-republikeinen
Parijs een aanslag op den concierge ge
pleegd.
De daderes was een zekere Anna Wasi-
levna Slsjepikin, die sedert drie jaren in
Frankrijk gevestigd is, doch gaarne naar
Rusland wil terugkeeren, daar zij door haar
man verlaten is. Zij vroeg daartoe vergun
ning aan het consulaat, hetwelk de beslis
sing van Moskou liet afhangen. Woensdag
ochtend vervoegde zij zich wederom aan het
consulaat met verzoek den secretaris te
spreken. Toen de concierge zich omdraaide
om haar een nummer te geven in de wach
tende file loste zij plotseling eenige schoten
op hem, waardoor deze ernstig werd ge
wond.
Aanvankelijk dacht men dat het de daad
gold van een zwakzinnige, doch thans is
gebleken, dat de vrouw zich op den con
cierge b omine, die uit Koeban afkomstig is,
waar ook zij vandaan komt, wilde wreken.
De vrouw heeft schrikkelijke gevolgen van
den rooden terreur te verduren gehad;
haar eerste man en haar broer werden door
de bolsjewieken vermoord, haar twee kin-
Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S
„What will he do with it",
door ]OS. P. H. HAMERS.
136
„Neen, neen, er zou moord van kunnen
komen. Ik bemoei me uit beginsel, nooit met
zaken van dien aard. Uw plan deugt niet.
Er zou 'n veel veiliger kans, met meer voor
deel, gelegen zijn in een ander plan, Ik
hoor, dat de schilderijen in die spookachti
ge, lange galerij, waar ik door gekropen ben
een "hoop goud waard zijn. Nu, schilderijen
van jiroote waarde, zijn goed bekend en er
zijn in 'f buitenland verzamelaars, die sommi
ge van die schilderijen tot eiken prijs zou
den willen koopen en nooii zouden vragen
waar ze vandaan kwamen. We zouden ze
misschien een aar of wat moeten verbergen,
en ze niet voor den dag brengen eer de
praatjes die ons -konden benadeelen, niet
meer gangbaar zijn. Als de schilderijen klein
zijn, behooft niemand in het oude huis ge
stoord te worden Van menschen van mijn
beroep kan ik te weten komen welke schil
derijen Darrell bezit, die een hoogen prijs
en vervolgens omzien
zouden opbrengen
naar koopers in 't buitenland. Daar zal welwekkend zelfs in de schaduw, en daar tegen-
wat tijd mee gemoeid zijn, maar het is het
wachten wel waard."
„Ik wil niet wachten", riep Jasper, woe
dend, „en gij zijt een laffe rekel. Ik heb
besloten, dat ik morgenavond in de kamer
van dien man zal zijn, en ik zal er wezen,
en die ■fhan zal op z'n knieën voor mij lig
gen."
Cutts keerde zich snel om in den zadel en
zag oplettend in het maanlicht naar de uit
drukking van Jasper's gelaat.
„Hij heeft me behandeld als een hond,"
brulde Jasper, „en ik zal hem lalen voelen
dat een hond bijten kan.
Cutts dacht een oogenblik na.
„Ja, en luister Cutts; als ge mij in deze
zaak denkt tegen te werken, draai ik ;e
den nek om. En daar ik je nu zooveel ge
zegd heb, zeg ik je nog dit: ik geloof niet
dat er zooveel gevaar bij is als ge denkt;
want ik ben niet van plan Darrells bloed te
vergieten en ik denk ook niet dat hij mij iets
zal doen.'
„Maar er kan een worsteling ontstaan
en wat dan?
,„Ja, als het daartoe kemt, dan man te
gen man," antwoordde Jasper binnens
monds.
Ze zwegen en beiden spoorden hun paar
den aan tot versnelden draf. De vonken
spatten uit de hoeven. Nu eens in het oper
maanlicht, dan in de schaduw d«- takken
reden de ruiters voort. De breede b^rst p-
het sterk geteekende gelaat van Losely
eens zco schoon, thans zoo vreeselijk, angst-
over de nietige gestalte en de spookachtige
trekken van z'n kameraad, zelfs in t maan
licht nauwelijks te onderkennen.
De stad waar uit ze gekomen waren,
kwam in 't gezicht en Cutts had thans be
sloten, welke gedragslijn de voorzichtig
heid hem in dezen gebood te volgen. De
ontdekking, dat Losely in de voorgestelde
onderneming zijn persoonlijke wraak wilde
koelen was voor hem genoeg om zich niet in
deze zaak te mengen. Het was z'n stelregel
om zich buiten alle zaken te houden, waar
bij hevige hartstochten in 't spel kwamen.
Zijn ondervinding had hem geleerd, dat
twisten tusschen bloedverwanten gewoon
lijk gevaar brengen over 't hoofd van hen
die er zich in steken. Maar hij zag, dat Jas
per in een wanhopige stemming verkeerde,
dat zijn woede zich gemakkelijk tegen hem
zelf kon keeren, en omdat het onmogelijk
was hem van z'n plan af te brengen, ge
bood de voorzichtigheid hem te veinzen.
Toen zij dus in de herberg gekomen waren
en hun glas brandewijn met water dronken
vatte Cutts den draad van het gesprek weer
op. nam den schijn aan van Jasper langza
merhand in z'n voornemen gelijk te geven,
sprak het heele plan voor den volgenden
avond met hem af en zcrgc'e intusschen dat
hij zelf den brandewijn niet te veel aansprak
Nauwelijks, v as da dag aa-gebroken, ot
Cult-, v/as vc' Lokken met da inbrekers-
werktuigen, de brochures, de k-an'en en a'-
les. H<j zon de paarden cok ,:~aag meege
nomen hebben, maar de stalknecht, tiin
knorrig was omdat hij zco vroeg opgcrocpei»
werd, zou 3at van Jasper misschien niet heb
ben meegegeven zonder diens toestemming.
Cutts vroeg den stalknecht echter nog voor
z'n vertrek, den anderen heer te zeggen,
dat hij, Cutts, hem sterk afried, „zich mei
de stieren in te laten."
Bij z'n aankomst te Londen begaf Cutts
zich direct naar de woning van juffrouw
Crane tegenover de kamers van Jasper. Zij
was echter reeds naar Podden-Place ver
huisd en had haar adres niet achtergelaten
Toen hij in z n eigen huis kwam, vond Cutts
echter een briefje van haar, waarin zij
schreef dat hij haar dien avond in haar
voormalige woning vinden zou, als hij tegen
half negen wilde komen. Zij had teveergeeis
op het beloofde bezoek van Jasper gewacht
zij had vernomen, dat hij z'n woning verla
ten had en nu verlangde' zij natuurlijk doo,
Cutts te vernemen wat er van hem gewor
den was. Toen Cutts op het bepaalde uu:
bij haar kwam en z'n verhaal deed, begreep
Arabella Crane direct het gevaar waarin
niet alleen Darrell, maar ook Jasper ver
keerde. Zij liet z;ch niet om den tuin lei
den door Cutts, dat Jasper, als hij alleen
voor de onderneming stond, geen andere
keus zou hebben don die te laten varen ol
ten minste uit te stellen. Het was haar le
ver, sdceb Jasper voor t'e justitie te bewaret"
7:{ wilde ('ie c'us n'ct waarschuwen. Ge
lukkig kwam zij plotr-ling op Let denkbeeld
kaar toevlucht tot kclcr.ei Motley te nemen.
deren stierven tijdens den hoft^jWjetteod in
Rus-land, haar tweede man kon zich slechts
door de vlucht aan den arm van den Tsjika
onttrekken. Daar Fomine destijds kapitein
der kozakken zou zijn geweest, wilde de
vrouw zich op hem wreken.
VEILIGHEID VOOR ALLES.
Met de toeneming van het snelverkeer
langs de wegen tengevolge van de zich
steeds uitbreidende autotractie, houdt de
vermeerdering van het aantal ongelukken,
niet het minst bij de niveau-spoorwegover
gangen gelijken tred.
Naar aanleiding van dit feit en in ver
band met een dezer dagen plaats gehad
hebbende botsing tusschen een electrischen
trein en een auto op een overweg, waarbij
drie dooden en twee zwaargewonden vielen,
wordt in de ,,N. Zür. Z." een krachtig plei
dooi gevoerd voor maatregelen, om aan
dien toestand een einde te maken. En wel
door ophefiing van alle niveau-overwegen
en vervanging door boven- of ondergrond-
sche, dus doorgaande, verbindingen, waar
spoor- of trambanen door wegen worden
gekruist.
In het geheel zijn in de laatste 25 jaar
door de spoorwegen ongeveer 600 van zulke
niveau-overgangen door boven- of onder-
grondsche vervangen. Maar er zijn in Zwit
serland nog een 2000 van zulke voor het
verkeer gevaarlijke punten, waarvan de
verbouwing voor de spoorwegen te duur zou
worden.
De schrijver in de ,,N. Zür. Z." stelt daar
om voor, dat de automobilisten (die dan
toch mede ten zeerste belang hebben bij een
veilig verkeer) er staan ongeveer een
50.000 wagens in de Helvetische republiek
geregistreerd bij hun jaarlijksche rijver
gunning een soort vrijwillige bijdrage van
minstens 10 fres. in een op te richten fonds
storten, aangevuld met bijdragen van ge
meenten en spoorwegen, waarna de aldus
verkregen gelden uitsluitend gebruikt zul
len worden voor de geleidelijke verbouwing
van de nog bestaande niveau-overwegen.
STEDELIJKE HOTELS IN DUITSCHLAND
In vele Duitsche steden, waar gebrek aan
hotels blijkt te bestaan, wordt thans door
de gemeentelijke autoriteiten in deze be
hoefte voorzien. Nadat onlangs te Duisburg,
met hulp van het gemeentebestuur, een der
mooiste en gerieflijkste hotels van geheel
Duitschland werd geopend, bestaat thans
het plan ook .te Barmen een dergelijk
hotel op te richten. Voor dit doel is, met
een kapitaal van anderhalf millioen mark,
een Hotel A. G. opgericht. De helft der
aandeelen bevindt zich in het bezit van
het gemeentebestuur, de andere helft in
die van industriëele ondernemingen. Het
nieuwe hotel, dat vlak bij het station zal
zijn gelegen, zal drie en een half millioen
mark kosten. De ontbrekende twee millioen
zijn ook reeds gevonden, daar de Stad Bar-
mon zich zelf bereid heeft verklaard, borg
te staan voor een dergelijk bedrag.
EEN OOLIJKE DIEF.
Die van zijn waardelooze marken ai wil!
Sinds een zestal weken waart in Berlijn
een oolijk heerschap rond, dat het beu is-
geworden zijn waardelooze vooroorlogsche
bankbiljetten aan den man te brengen en
die zorg nu overdraagt aan anderen, in de
welgemeende hoop, dat zij daarbij meer
succes zullen hebben.
Als ambachtsman gekleed, in hemdsmou
wen en het werkschort voor, meldt hij zich
aan bij de bewoners van huizen in de meer
gegoede buurten, met de boodschap van
den huiseigenaar dat hij naar de verwar
mingsinrichting en kachels moet kijken ten
einde na te gaan of er herziening noodig is.
Daar de man een zeer betrouwbaren en
goedigen indruk maakt, wordt hij veelal
toegelaten, waarna hij dadelijk met een
notitieboekje in de hand, aan den arbeid
gaat. Hij vraagt dan een glas water of een
potlood of zoo iets, teneinde den aanwezi
gen bewoner of de dienstbode te verwijde
ren. Lukt hem dit, dan neemt hij snel weg
wat hij in handen kan krijgen en verdwijnt.
Enkele dagen later krijgt de bestolene
dan geregeld een brief met een aantal voor
oorlogsche markbiljetten, die vergezeld
gaan van een beleefd gelikt epistel, waarin
wordt verzekerd, dat de bezoeker volstrekt
geen dief was. Hij was echter tot de erva
ring gekomen, dat niemand zijn oude bank
biljetten wilde aannemen. Daarom is hij op
het denkbeeld gekomen om ze op deze
manier in waarden om te zetten hij heeft
dan de meegenomen zaken, en de vroegere
eigenaar daarvan kan dan nu eens zijn ge
luk beproeven met de ingesloten biljetten,
waarmede hij hem van harte succes
wenscht!
Niettegenstaande alle nasporingen is de
recherche er nog niet in geslaagd dezen
zonderlingen dief, die z.i. niet steelt, maar
zijn buit betaalt, te snappen.
DE MEMORIES VAN „KEIZERIN"
HERMINE.
Volgens de „Voss. Z." heelt de „Saturday
Evening Post" - het Amerikaansche week
blad, waarin de echtgenoote van den ex-kei
zer haar memoires schreef plotseling de
publicaties afgebroken, zonder eenige na
dele toelichting.
De „V. Z." schrijft dit feit t oe aan het
échec van de „onthullingen", die niet de
minste geestdrift in Amerika hebben ge
wekt. Men heeft daar, zoo constateert de
„V. Z.", zeer goed de bedoeling van de
publicatie, een schoonwasschen van het
oude regiem, doorzien.
HET NIEUWE BIOLOGISCHE INSTITUUT
TE HELGOLAND.
Het nieuwe Biologische Staats-Instiluut
is verleden week te Helgoland plechtig
ingehuldigd. In de eerste verdieping van
dit, ook op bouwkundig gebied, interes
sante gebouw is het groote Noordzee-Aqua-
rium ondergebracht. In deze groote donker'
blauwe zaal bevinden zich niet minder dan
50 bassins o.a. een van 20 M. voor grootere
zeevisschen. Dit bassin is zoo gebouwd, dat
c'e visschen, die het bevolken (haaien, rog-
gen, groote botten, steuren, makreelen enz.)
zich nergensa aan vooruitspringende punten
kunnen stooten of kwetsen. Alle buizen der
waterleiding zijn voor de eerste maal ver
vaardigd uit c'oorzichtbaar celluloid, dat
door het zeewater niet kan worden aange
tast. In het Aquarium verkrijgt de bezoe
ker een volledig overzicht van Flora en
Fauna der „Noordzee en der Wadden. Men
kan er zelfs een zeehondenbank bewonde
ren.
DE „RATSKELLER" VAN BREMEN.
De „Ratskeller" van Bremen heeft te
allen tijde een rol gespeeld' in het Duitsche
inteilectueele leven. ITeine heeft dezen ge-
moedelijken kelder bezongen, maar hij
heeft vooral vermaardheid verworven door
de „Phantasiën im Bremer Ratskeller" van
Wilhelm Hauff, dezen bekwamen, vruchtba
ren schrijver, die op 25-jarigen leeftijd in
1827 te Stuttgart overleed, na een flink
deel van zijn korte leven in den beroem
de^ kelder te hebben doorgebracht.
Het gemeentebestuur van Bremen, dat de
traditie hoog in eere houdt, heeft op den
honderdsten verjaardag van het overlijden
van Hauff op waardige en tevens niet-alle-
daagsche wijze hulde willen brengen aan
de nagedachtenis van dezen schrijver, wiens
werk zoozeer heeft bijgedragen tot verhoo
ging van de faam der oude Hansastad. Het
gemeentebestuur heeft niemand minder dan
Max Slevogt, den befaamden Duitschen
schilder, uitgenoodigd een deel der kelder
gewelven, de zoogenaamde Echo-zaal, te
tooien met een aantal fresco's, ontleend aan
de grillige werken van den jong ontslapen
kunstenaar, Slevogt heeft zich op waardige
wijze gekweten van zijn moeilijke zaak en
thans prijken op de wanden van deze zaal,
die in de toekomst de „Hauff-Zaal" zal
heeten, meesterlijke werken, die in elk op
zicht een weerspiegeling zijn van de zon
derlinge phantasie van den dichter.
Niet alleen de helden van zijn grillige
verhalen zijn hier vereeuwigd, Hauff zelf
ook vinden wij hier weer. Wij zien hem,
hoe hij, omgeven van vreemd en spookach
tig licht, de trap van den „Ratskeller" af
daalt, voorafgegaan door den kater, die in
den kelder thuis hoort. In het midden van
den grooten wand van den kelder heeft
Slevogt een sierlijk vat geschilderd en
daaromheen de helden van de geschiede
nissen, waaraan Hauff zijn vermaardheid te
danken heeft.
Slevogt heeft door dit meesterlijke werk
bewezen, dat ook de verhalen van Hauff op
hem een diepen indruk hebben gemaakt en
hij is er in geslaagd deze indrukken zoo
weer te geven, dat de grilligheid en vaak
zelfs 'de onverkwikkelijkheid van zijn werk,
vaak nog die van de schetsen van Hauff
overtreffen. Het geheel, in volmaakte har
monie van kleur en lijn, maakt een zeer
sterken indruk op den bezoeker.
Het werk van Slevogt zal leven blijven,
zooals het werk van Hauff zelf. Rijk aan
grillige verhalen is de Duitsche letterkunde
te allen tijde geweest. Vele mooie was
schilderingen bezit Duitschland eveneéhs.
Maar met een der schilderijen overtreft
het werk van Slevogt, dat, vplgens het
oordeel van Dr. Emii Waldmann, den di
recteur der musea van Bremen, het mooiste
is aan moderne wandschildering, wat
Duitschland bezit.
Een door de zon verbrande Hu'd,
Stukgeloopen Voeten, Schrlj en en
Smetten verzacht en geneest men met
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
Tegen den woesteling wordt een jaar
gevangenisstraf geëischt.
Tc 's-Hertogenbosch wilde op t9 Juli
j.l, de 35-jarige reiziger J. M. M. H die in
beschonken toestand verkeerde, in een par
ticulieren auto stappen, die bij café Lohen
grin stond. De chauffeur en een kellncr be
duidden hem, dat dit niet mocht. Er ont
stond ruzie en tén slotte rekende de poli
tie hem in en bracht hem naar het politie
bureau op de Mark: Daar aangekomen be
gon H., die vroeger les in boksen gegeven
had, te razen en te tieren. Hij greep een der
agenten bij de keel en kneep hem die dicht,
zoodat de man dreigde te stikken. Daarna
sloeg hij met een stoel, welken slag de agen
ten wisten te ontwijken. Zij konden niet
bij de telefoon komen om assistentie in te
roepen en verweerden zich met hun sabels,
zoodat de arrestant nogals werd toegeta
keld. Eindelijk verscheen een derde agent,
die met zijn revolver dreigend, H. in be
dwang wist te ,houden. eDze werd daarop
naar het gasthuis vervoerd om verbonden
te worden, maar hij ging ook daar zoo te
keer, dat men hem een dwangbuis most aan
doen.
Gisteren stond H. voor de rechtbank te
recht wegens poging tot doodslag op de
agenten. Hij verklaarde dronken te zijn ge
weest en zich van het heele geval niets te
herinneren, welke mogelijkheid door dr.
Casparie die verdachte in het gasthuis had
gezien, wérd erkend. Verdachte zeide ver
der, dat het gebeurde hem zeer speet,
want de beide agenten waren zeer goede
vrienden van hem, aan wie hij zelfs boksls
heeft gegeven.
Het O.M., verzachtende omstandigheden
aannemende, eischte een aar gevangenis
straf.
De verdediger, die een nader onderzoek
naar verd. pleitte, vroeg diens onmiddellij
ke invrijheidstelling, welke de rechtbank
echter neit verleende.
Keeren we thans tot Jasper terug. Hij
stond eerst laat op den dag op en daar hii
gewoonlijk, als hij opstond, nog beneveld
was door den drank, dien hij den avond te
voren gebruikt had en het bloed hem naar
de hersens gestegen was door het zware
slapen, kon hij in 't eerst niet gelooven, dat
Cutts de onderneming geheel had opgege
ven. Hij dacht veeleer, dat die slimmeling
verdere berichten was gaan inzamelen in de
nabijheid der plaats, waar de aanslag moest
plaats hebben
Eerst later, tegen den avond, bleek hem
de waarheid, toen hij op het stalplein heen
en weer drentelde en de stalknecht, die uit
z'n opgeruimde manieren en zware gestalte
afleidde, dat hij een vetweider uit het noor
den moest zijn, hem de waarschuwing van
Cutts „tegen de stieren" overbracht.
Aldus aan zich zelf overgelaten vereischte
het plan van Jasper een nog nauwlettender
overleg en een eenvoudiger wijze van u!t-
voering. Zijn oorspronkelijk denkbeeld was,
gemaskerd en vermomd in Darrell's tegen
woordigheid te verschijnen Maar reeds 'eer
Cutts hem verlaten had was de enkele hoop
op buit bu hem van ondergeschikt belang
gaword"n bij z'n begeerte naar persoonleken
tricm". Fn nu Cu'ts hem aan zich zelf had
overgelaten en de middelen t^t vermem-
«rv'g had meegenomen, schente Jasper zeltr
hallagen i" 'iet denkbeeld, dat zr'n aanslag
•a:c!s van liet karakter van een gewonen
diefstal hebben zou. Geen masker nu; zijn
gelaat zcu even openlijk zijn als zijn eisch.
Het verslag van Cutts omtrent de gemak
kelijkheid, waarmee men in de kamer van
Darrell kon binnendringen, verminderde ook
de noodzakelijkhéid om een medeplichtige
te hebben. Bij de wijziging van zijn eerst
overijld plan tot een gewonen nachtelijken
diefstal, zou hij zelfs geen helper verlangen
om te beschikken over den buit, dien hij be
halen mocht. Darrell zou thans aan zijn
eischen moeten toegeven evenals een gai-
nizoen, dat overvallen is, de voorwaarden
van den overwinnaar aanneemt. Er zou geen
vlucht, geen verbergen plaats hebben, geen
vrees, dat de bankbilletten aan de bank ge
weigerd zouden worden
Jasper slenterde in het donker de stad
in, kocht eenige dunne spijkers een een
kleinen hamer, en in z'n kamer teruggeko
men maakte hij met behulp van 't vuur, den
tang én den hamer, de spijkers tot werk
tuigen waarmee hij gemakkelijk alle gewo
ne sloten kon open steken Om wapens be
kommerde hij zich niet. Hij vertrouwde op
zijn krachtige handen. Ook was het slechts
een bezoek, dat de heer Jasper Losely, met
een weinig omslag en op welk een ongele
gen tijd dan ook, goedvond aan het huis
van z'n schoonvader te komen brengen. Ge
geven het ergste geval, als hij de huishou
ding in opschuddfng bracht door z'n komst,
dan zou hét een be\Vijs zijn van zijn eerlijke
bedoelingen, dat hij geen wapens bij zich
had.
(Wordt vervolgd.) J
l