land te redden, te bevrijden van de
Franschgezinden, al zou ik daardoor ook
eer en ambt en waardigheden verliezen
al zou het mij ook den dood kosten 1"
Met deze woorden eindigde het gesprek
tusschen burgemeester en baanderheer.
Kolin groette en vertrok.
Inderdaad, het was of een dreigende
onweerswolk boven de anders zoo vroo-
lijke stad Zug hing. Niemand voe'de dit
beter dan juist de burgemeestei Schu
macher. Ternauwernood waagde hij het
door de straten te loopen want overal
ontmoette hij sombere gezichten. Met een
achuwen, vaker nog met een toorntgen,
wraakzuchtigen blik zagen de voorbij
gangers op naar het hoofd der regeering.
En wanneer hij een der vrouwen van ban
nelingen of gevangenen bemerkte, dan
had hij een gevoel alsof men hem een
dolkstoot toebracht.
Maar Schumacher bleef, wie hij was
„Kan ik het helpen?" bromde hij, „dat
haar man een Franschman, een verrader
is? Waarom vloden zoovele burgers tot
den ambassadeur te Solothurn, die hen
als vrienden opnam en als graven ont
haalde
Ook in de eigen woning, in eigen fami
liekring beleefde Schumacher weinig
vreugde. Zijn echtgenoote klaagde en
jammerde den ganschen dag over den haat
en de openlijke vijandschap, waarmee
ieder burger het gezin des burgemeesters
bejegende.
„Ach, ik wou, dat ik Diessenhofen
nooit verlaten had 1" zuchtte zij, „of be
ter nog, dat hei mij nooit ingevallen ware,
u tot de aanneming van eenig ambt aan
te sporen. Sedert gij burgemeester zijt,
beleef ik geen enkel rustig oogenblik
meer. Ik ben altijd bevreesd, dat men u
onverhoeds vermoordt 1 Men zal het huis
nog boven ons hoofd in brand steken 1
En dat is uwe schuld 1 Wat behoeft ge
ook door uwe buitengewoon strenge
maatregelen zoovele kinderen tot wezen
te maken Mijn God I Mijn God 1 Dat
ik er ooit toe kwam, zoo'n zwartgalligen
man tot echtgenoot te nemen."
Dergelijke ontboezemingen hoorde
Schumacher meer, dan hem lief was.
Seppeli was stil. Men hoorde hef ver
standige meisje niet klagen. Maar hare
roodgeweende oogen maakten een veel
dieperen indruk op den vader dan de
klaagliederen waarmede mevrouw Schu
macher haren man overstelpte. Doch het
meest pijnigden hem de groo'e kinder-
oogen van zijn lievelinge, de kleine.Cae-
cilia, die zich bij dat geklaag en gejammer,
bij het zien van die donkere gezichten,
vaak vragend tot vaderlief richtten, Zizil-
leli was nu zes jaar oud een stil, vroom
kind, voor haren ouderdom buitengewoon
verstandig. Zij speelde niet meer met pop
of bal. Het spel scheen haar niet langer te
behagen. Dikwijls liep zij stil door'thuis,
bleef staan voor de beelden der heiligen en
bad, zachtkens de lippen bewegend, voor
haren vader. Schumacher voelde, dat hij
aan dit kind een bewaarengel had, die
hem door haar aanhoudend gebed ter
zijde stond. Gaarne veroorloofde hij de
kleine Caecilia zijn studeervertrek te be
treden zoo vaak hij afwezig was.
In de vakken van het buffet, met prach
tig snijwerk ingelegd, stond menig gods
dienstig tafereel. Deze stukken waren
door verschillende kloosters aan den bur
gemeester ten geschenke aangeboden.
Zoo prijkte o.a. een groot stuk, het Agnus
Dei., door den Paus gezegend, in het
middelste vak.
Met aandacht beschouwde Caecilia dit
kunstwerk zij zelve een onschuldig lam,
bad tot den zoeten Jezus, dat Hij haar en
Seppeli en moeder en vader in Zijne
kudde zou opnemen.
Ook was er een eigenaardig beeld der
H. Drievuldigheid, Stond men er vhlr
voor dan bemerkte ïSen een zilverên uiiil
fn gouden stralen, op eene blauwe vol
kenmassa ging men naar rechts of links,
dan vertoonde zich het beeld des Hemel-
Bchen Vaders met den wereldbol of de
Heiland met het kruis. Loodrecht op de
achterzijde tegenover het beeld des H.
Geestes waren namelijk op gelijke af
standen vele strooken, latten geplaatst en
zoo beschilderd, dat de teekening van den
eenen kant beschouwd God den Vader,
van de andere zijde God den Zoon voor
stelde.
„Een beeld en toch drie beelden 1" had
Seppeli tot haar zusje gezegd, en met een
I
heilige vrees beschouwde Zizelleli deze
vreemde voorstelling van het voornaamste
geheim der katholieke geloofsleer. Het
liefste echter zag zij naar een kristallen
flesch, waarin een oude, vrome broeder
Capucijn „het lijden Christi" had samen
gesteld. Kruis, ladder en speer, geesel-
roeden, nagels en dobbelsteenen, had hij
stuk voor stuk door den nauwen hals
geschoven en met bewonderenswaardig
geduld in de flesch tot een groep vereenigd
Het kind hield dat maaksel voor een soort
wonder en kon uren aan een stuk de mar
teltuigen beschouwen, terwijl het, bij de
gedachte aan elk voorwerp om de bittere
smarten, door den Goddelijken Verlosser
geleden, voor haren vader bad. Het was
of de Engelbewaarder het onschuldige
kinderhart verlichtte en tot bidden aan
spoorde.
Voorwaar, Schumacher had in die dagen
van spanning wel bovennatuurlijke hulp
noodig, om niet geheel en al door den
hartstocht verblind te worden. Er verliep
geen dag, zonder dat hem een of ander
hatelijk geschrift meestal naamloos
gezonden werd. Aanzienlijke personen uit
uit Schweiz, Luzern en de overige katholie
ke kantons hekelden zijn gedrag en wier
pen hem voor de voeten, dat door zijn
hardvochtig bewind de godsdienst en de
brijheid, niet alleen in het kanton Zug
maar in al de streken, waar katholieken
woonden, gevaar liepen, zoo hij tegen
een verbond met Frankrijk bleef strijden.
Ja, op de groote vergadering te Baden
sloten de afgevaardigden van alle andere
katholieke kantons een overeenkomst,
waarbij zij bepaalden, dat den burge
meester van Zug een schrijven ou ge
zonden worden, behelzende het verzoek,
het verlangen, beter nog den eisch, dat
Schumacher zich diende te matigen en
verplicht was het eenmaal gezworen ver
bond met Frankrijk getrouw te blijven.
Was het wonder, dat de politieke vijand
schap in 's burgemeesters ziele tot per
soonlijke vijandschap dreigde over te gaan
en dat hij dag in, dag uit, met aanvech
tingen van gloeienden haat te kamptn
had
Zoo vaak hij een Onze Vader bad
en hij vervulde zijne kerkelijke plichten
thans evengoed als vroeger met ernst
en goeden wil—bracht hij de bede: „Ver
geef ons onze schulden, gelijk wij ver
geven onze schuldenaren", slechts met
moeite over zijne lippen.
„Er moet een einde aan komen 1 Zoo
houd ik het niet langer uit 1 Zoo spoedig
het eenigszins doenlijk is, wil ik de goede
zaak de zege helpen bevechten en dan
ambt en waardigheid neerleggen voor
altoos 1" Dat was het vaste voornemen
van den burgemeester en toen hij den
eisch van de afgevaardigden uit, Bazel
ontving, riep hij de burgers der stad en het
ambt op om samen te vergaderen ten
einde de belangen der gemeente te be
spreken. Het volk mocht derhalve be
slissen, of het met zijn bestuur tevreden
was of niet. Zoo ja, dan verlangde hij een
onbeperkte volmacht tot handelen dan
wilde hij den strijd tegen de landverraders
spoedig tot een beslissend einde brengen.
De Aegerten, de schoone bergweide,
boven het nonnenklooster, waar, in de
nabijheid der heerlijke bronnen, een
hoog, houten kruis staat en waar men een
schoon uitzicht op de stad, het meer,
den helder groenen oever en de trotsche
bergen heeft, werd tot vergaderplaats
der uitgenoodigde burgers gekozen.
Op de eerste vergadering reeds, ge
houden op het feest van St. Michael
1731, verklaarden de meesten zich voor
Schumacher j op de volgende vergade
ringen verzocht men den burgemeester
dringend, de Franschgezinde partij uit
alle betrekkingen vervallen te verklaren
en achtte het noodzakelijk dat de ver
raders uit de stad gebannen werden.Ver
der nog vroeg men Schumacher, namens
de burgers van Zug het schrijven van de
afgevaardigden te Bazel te willen beant
woorden. welk geschrift op stadskosten
gedrukt zou worden.
Toen werd een bestuur met onbeperkte
volmacht gekozen en aan het hoofd
van dit tusschenbestuur Joseph Anton
Schumacher. En de groote meerderheid
der vergaderden juichte en jubelde, nu
de raadsheer-president als dictator bijna
alleen de macht in handen had. Meer nog
op dezelfde vergadering werden de dic
tator en de andere bewindvoerders on
schendbaar verklaard de geheele ge
meente zou hen tegen eiken aanval op
„eer en eigendom" beschermen.
Thans stond Schumacher op het top
punt zijner macht. En „spoedig" wilde
hij die macht gebruiken „tot een volledige
overwinning van de goede zaak.
Allereerst zou het proces tegen de
beide gevangen oud-burgemeesters zijn
loop hebben en dien heeren door gepaste
middelen de inhoud van de geheime
overeenkomst met Frankrijk afgeperst
worden want „het was niet voldoende,
dat de toenmalige regeeringen der kan
tons daarmee in kennis gesteld werden.
Ook het volk had recht, te weten, waartoe
men zich verbonden had."
Het gelukte Weber uit de gevangenis te
ontsnappen. De grijze Andermatt werd
nu aan een ijzeren keten vastgeklonken
en op een dakkamertje in het hospitaal
onder streng toezicht bewaard. En spijs
en drank werd den ziekelijken man nog
slechts spaarzaam toegediend. Maar de
grijsaard liet zich geen enkel woord om
trent het vermeende geheim ontvallen
ook niet, toen men beslag op zijn vermo
gen legde, teneinde daaruit de gemeente
schadeloos te stellen voor de niet uitbe
taalde bondsgelden, welke markies de
Bonnac, vooral op het aandringen van
Andermatt, achterwege hield.
„Hij zal het wel moede worden,"meende
Schumacher.
Daarop gebood de dictator, dat de
meest invloedrijke tegenstanders verant
woording moesten afleggen voor 't nieuwe
bestuur van hunne hofhouding bij de
vergadering op de Aegerten, over brie
ven en berichten aan staatslieden uit
andere kantons, waarin „de Zuger tyran"
gehekeld werd over smaadschriften en
karikaturen, welke men van huis tot huis
ten verkoop aanbood of om niet presen
teerde. Enkele personen verschenen en
werden streng gestraftanderen duchtten
voor hun leven en namen de vlucht. Het
gevolg was, dat het bestuur het besluit
nam hen in contumaciam ter dood te ver-
oordeelen. Schumacher liet hunne na
men op een blikken schild zetten. De
beul moest dezen tegen den galg spijke
ren „tot een afschrikwekkend voorbeeld
voor anderen, die eveneens lust hadden,
zonder permissie de stad te verlaten."
Wie een veroordeelde „dood of levend"
op het raadhuis bracht, zou een belooning
van 100 ducaten ontvangen
Op den avond, welke de uitvoering
van dit onfeerde besluit voorafging, waar
door de aanzienlijkste familiën van het
kanton Zug getroffen werden, verscheen
de echtgenoote van den raadsheer Bran
denberg, alsook de vrouw van zijn ambt
genoot Landtwing voor den dictator.
Zij waren in het zwart gekleed en hadden
enkelen harer kinderen aan de hand. Tra
nen van schaamte en nauw bedwongen
spijt schitterden in de oogen, toen zij de
gehate vrouw Schumacher om audience
bij haren man verzochten. Die werd ver
leend, maar bewerkte geen vermindering
van straf, hoewel beide vrouwen, aan de
voeten van den dictator neergeknield,
smeekten, de namen hunner echtgenooten
niet aan den beul te overhandigen en
niettegenstaande Seppeli, door medelijden
bewogen, het verzoek dier smeekende
vrouwen ondersteunde.
„Uw ongeluk doet mij waarlijk' leed,
sprak de dictator. „Maar er moet een
voorbeeld gesteld worden 1 Uwe mannen
hebben vrijwillig het vaderland verlaten
en zijn naar den Franschen ambassadeur
getrokken. Die heeft hen als vrienden
van den koning van Frankrijk ontvangen
en als prinsen geherbergt. Trekt met uwe
kinderen eveneens derwaarts Branden
berg ?n LarHtwing hebben zicfl ais lands
verraders gebrandmerkt. Gij hebt het
hun, niet mij te danken, dat hunne na
men morgen door den beul aan de galg
vastgespijkerd worden 1"
Toen sprong mevrouw Brandenberg
op en met geen mogelijkheid haren toorn
langer kunnende bedwingen, riep zij
terwijl zij een vlammenden blik op den
dictator wierp „Komt mee, kinderen I
Knielt niet langer voor dien.... 1 Moge
God u volgens de maat uwer hardvochtig
heid vergalden 1"
Terwijl de vrouwen het spreekkamer
tje verlieten, ijlde Caecilia haar achterna,
wierp zich bij de trap op de knieën voor
de woedende bezoeksters en bad met tra
nen in de oogen„O, mijnen goeden
vader niet vervloeken 1 Vergeeft vader,
opdat de goede God ons vergeve 1"
Verontwaardigd over de hardvochtig
heid van den dictator, wilde mevrouw
Brandenberg Zizilleli barsch opzij schui
ven. Toen zij de kleine echter aanzag,
trok zij haar liefdevol tot zich en sprak
„Gij zijt een braaf kind 1 Ik hoop, dat de
goede God de zonden uws vaders niet
op u wreke 1"
Nu verliet zij ijlings de woning. Bui
ten gekomen, zeide zij tot de menigte,
die daar buiten met verlangen den uit
slag verbeidde„Het heeft niet mogen
baten De zwarte schoenmaker is onver
biddelijk 1 Ik wilde, dat God hem straf
feindien hij met zulke goede kin-
ders had 1"
Intusschen bad en smeekte Josepha
haren vader, toch om Gods wil die vreese-
lijke strengheid te laten varen. Maar de
dictator luisterde niet.
„Eerst de overwinning," zeide hij, „en
dan zachtmoedigheid en matiging. Spoe
dig hoop ik het vaderland van het Frn-
sche juk bevrijd te hebben. Dan kan er
aan amnestie en vergeving gedacht wor
den. Dan wil ik met blijdschap de waar
digheid en den last van het ambt neer
leggen om met moeder en u als eenvoudig
burgerman op ons landgoed St. Karl te
gaan wonen. Lafheid zou het thans ge
noemd kunnen worden, in deze dagen,
midden in den strijd, terug te trekken.
Ik zet door, wat ik begonnen heb, al
moest ik mijn leven daardoor ook op
het spel zetten 1"
Schumacher bleef bij zijn eens genomen
besluit. Den volgenden morgen las hij
zelf op het balkon voor het raadhuis de
bepalingen, welke het strenge, hardvoch
tige besluit bevatte, voor. Het was markt
dag en schouder aan schouder voor het
raadhuis staande, luisterden boer en
burger naar hetgeen Schumacher bekend
maakte. Na de lezing reikte de dictator
den beul de schilden over, welke door den
gevreesden man, die in een rooden mantel
gehuld was, in ontvangst genomen wer
den. De trom roffelde, een compagnie
miliciens voorzien van geladen geweer,
nam beul en gerechtsdienaar in hun mid
den en begeleidde hen naar het gerechts
hof. Met gelach, gejuich en gejoel volg
den honderden „Harten" den stoet, ter
wijl de „Linden" den burgemeester
grimmige blikken toewierpen en van woede
op de tanden knarsten.
Zoo duurde de "partijtwist voort en
werd met verbittering gestreden geduren
de de jaren 1731 en 1732. In het 'voorjaar
van 1733 eindelijk was Schumacher
Zeker van de overwinning.
Nu riep hij tegen den 15en Mei ander
maal alle burgers op om op den Aegerten
te vergaderen. Ieder stemgerechtigde
burger was op strenge boete verplicht,
te verschijnen en met groote plechtigheid
werd deze beslissende vergadering ge
houden. De voornaamste gerechtsdienaar
gekleed in witte en blauwe zijde, droeg
het groote vaandel. Achttien geharnaste,
krachtig gespierde mannen, vier gewapend
met het tweehandige zwaard, veertien
anderen voorzien van hellebaarden, lie
pen aan weerszijden van het vaandel.
Met ontbloot hoofd en onder het maken
van eene diepe buiging begroette het volk
het hooggeschatte dundoek. Tallooze
burgers stroomden naar de bergweide.
Toen men op de plek aangekomen was
waar de groote vergadering gehouden
werd, ging Schumacher onder het groote
kruis staan en opende de vergadering na
eerst met luide.r slem een gebed uitge
sproken te hebben. Daarna liet hij de?,
ouden bondsbrief voorlezen. Na de lezing
verklaarde Schumacher zin voor zin den
inhoud en eindigde met eene geestdrift
volle oproeping, den eed trouw te blij
ven, gezworen door de oude eedgenooten
en de vermaning zich niet te mengen in de
aangelegenheden van buitenlandsche po
tentaten, noch volgens den raad van
broeder Klaus-zaliger een verbond
met hen te sluiten, integendeel standvas
tig en trouw de vrijheid, door het bloed
der voorvaderen gekocht, te handhaven.
Na deze inleiding, met luid geroep en
handgeklap toegejuicht, volgde het voor-
stef tot een volkomen afscheiding van
Frankrijk. Schumacher geeselde in scher
pe bewoordingen de politiek van Lodewijk
XIV, die door schandelijke veroverings- steld zijn. Zij zullen terugkeeren 1 Wat
oorlogen trachtte zijn gebied te vergroo- zeg ik Zij moeten terugkeeren, op straf
ten. fe van het verlies van hun burgerrecht 1"
„Met diepe smart," sprak hij, „voel ik Een storm van verontwaardiging steeg
mij gedrongen, de bekentenis af te leg- op over het snoode gedrag van Frank-
gen, dat in deze smaadvolle krijgsbedrij- rijk's afgezant, den heerschzuchtigen mo
ven meer Zwitsersch bloed vergoten is narch, de „Linden" en de landverraders,
onder de Fransche vaan dan op de slag- eindigende met het geschreeuw. „Weg
velden, waar onze voorvaderen, in den met den Truckelibod 1 Weg met elk ver-
strijd voor de vrijheid en het vaderland, bond met Frankrijk 1"
roemvol sneuvelden. En ook thans loe- De eindstemming moest wel voor Schu
ren de Fransche Staatslieden wederom macher eene gewenschte zijn. De oud-
op de gelegenheid tot een schandelijken burgemeester Schicker wakkerde den
oorlog. Gij weet, dat de keizer geen man- haat tegen de „Fransozen" nog aan door
nelijke erfgenamen heeft. Sterft hij, dan zijne heftige uitvallen tegen alles wat uit
zal Frankrijk, in vereeniging- met andere Frankrijk kwam. De Raadsheer Zürher
roofzuchtige Staten, de Oostenrijksche stelde voor, dat ieder burger, die het be
landen binnenvallen. En volgens het ver- sluit dezer vergadering hekelde, voor de
bond van 1715 zullen wij, vrije, Zwitser- rechtbank moest gedaagd worden, waar
sche mannen verplicht zijn, Lodewijk hij met verlies van eer en bezitting ge-
XIV te steunen. Men heeft toezegging straft diende te worden. De vaandrig
gedaan, dat voor het geval van oor- Weber verzocht den burgemeester nog
log 16000 weerbare mannen ten gelieve strenger op te treden tegen de verraders
van den Franschen koning van Frankrijk onder de „Lincei", dan tot heden was
hun leven in de waagschaal stellen. Zijt gij geschied. En de roode Ludi riep, dat,
voornemens, uw bloed en het bloed uwer wanneer Andermatt op de pijnbank werd
zonen den Franschen Moloch te offeren gelegd, de gevangene zich wel zou herin-
„Neen, nooit 1" klonk het uit den mond neren, waar hij de „TruckH" verstopt
der toehoorders. „Laaf dat de „Linden" hield.
doenZoo werd het verbond met Frankrijk
De grijze Kolin en anderen wilden de met algemeene stemmen als opgeheven
vergadering doen opmerken, dat het ver- verklaard, en de regeering van stad en
drag sprak van het recht des konings van ambt eerbiedig verzocht, door brieven en
Frankrijk, om in geval van oorlog tot boden de compagnieën Zwitsersche sol-
16000 man in de katholieke kantons te daten onmiddellijk uit Frankrijk terug te
werven, niet echter van de verplichting, roepen.
hem met zulk een leger te ondersteunen. Tevergeefs beproefde de grijze baan-
„Volgens den letterlijken zin van het derheer Kolin nog eenmaal den storm te
woord moet de bepaling zoo opgevat wor- bezweren. Hij meende de raadsheeren, die
den, als ik zooeven mededeelde," ant- voor 18 jaren met hun stem't verbond met
woordde Schumacher. Frankrijk vernieuwden, om hun staats-
Daarna sprak hij over het gedrag van beleid te moeten prijzen. Maar hij was als
den gezant van Frankrijk. redenaar niet tegen Schumacher opge-
„Op dit oogenbl k," aldus de dictator, wassen ook was hij niet in staat, zich
houdt de ambassadeur, trots alle voor- verder dan tot de burgers uit de voorste
stellen en uitnoodigingen, meer dan vijf rijen verstaanbaar te maken. Enkele an-
jaar lang de gelden achter, welke hij ver- dere burgers, die eveneens ten gunste
plicht is, de stad en het ambt Zug uit te van de Fransche politiek wilde spreken,
b'etalen. Eigenmachtig stelt hij voor- werden eenvoudig met gesis en gefluit
waarden, waaraan voldaan moet worden, begroet. Kolin eindelijk prikkelde zoo-
alvorens hij altijd naar zijn voorgeven zeer de tegenstanders door zijn optreden.
het recht heeft, de bondsgelden te be- dat men hem het eereambt van baander-
talen. En deze voorwaarden zijn onaan- heer ontnam.
nemelijk voor een vrijen Zwitser, een „Dat ik zulks nog moest beleven 1"
hoon en spot voor de regeering van het riep de grijsaard Schumacher toe, terwijl
onafhankelijke Zug. Volgens den wensch de tranen langs de rimpelige wangen rol-
Frankrijk zou het souvereine bestuur den. „En dat terwijl mijne familie meer
van stad en ambt niet moeten handelen dan driehonderd jaren, ja, driehonderd
naar recht en gerechtigheid neen, ge- en elf jaren lang het vaandel trouw hoed-
hoorzaam buigende voo de goddelijk- de 1 Maar ik hoop den dag nog te zien,
heid des Franschen Cecats, moesten pre- dat het wederom in mijn huis terugkomt,
sident en medebestuurders in alles zich Een bestuur als het uwe kan niet van lan-
voegen naar de verlangens van den am- gen duur zijn 1"
bassadeur, den markies de Bonnac. Meer Hoezeer het Schumacher ook hinderde,
dan 50.000 livres heeft hij tot heden den eerbiedwaardigen grijsaard aldus
achtergehouden. En nu vraag ik u, vrije gekrenkt te zien, achtte hij het echter
mannen, vrije Zwitsers, nakomelingen van geen belang de profetie van den baan-
van Willem TeilZullen wij zulk eene derheer der overweging waardig te keuren
behandeling nog langer dulden?" zich al te gelukkig gevoelende, nu zijn
„Neen, neen 1" schreeuwde het volk, doel eindelijk bereikt was. De overwin-
opgewonden door die hartstochtelijke ning was behaald I Een glans van genoe-
woorden, „nooit zullen wij ons buigen gen schitterde in zijne oogen. Zenuwach-
voor den wil van Frankrijk tig bewogen, drukte hij de hand zijner
„En de ambassadeur voegt bij zijne vrienden,
onrechtvaardigheid oog openlijk spot en De heerlijke bergen om ons heen, het
hoon tegen onze stad, wijl hij de vluchte- blauwe meer daar beneden, en stad en
lingen uit Zug en de landverraders, in land in ons midden, zijn mij nooit zoo
plaats van uit te leveren, in zijn hotel schoon, zoo majestueus voorgekomen,
opneemt en als baronnen en graven be- als op dezen glorierijken dag," sprak hij
handelt. Het is dus per slot van rekening opgetogen. „Moge God het Heve vader-
eigenlijk alleen de gezant, die de overeen- land beschermen 1"
komst tusschen Zug en den koning van
Frankrijk, anno Domini 1715 gesloten, XV. EEN KIND TRACHT DE PAR-
bezegeld en bezworen, heeft verbroken. TIJEN TE BEVREDIGEN.
Ons mag dus niet door de overige katho- Tegen den avond van denzelfden dag
lieke kantons het verwijt naar het hoofd scheen de dictator een geheel ander man
geslingerd worden, dat wij ontrouw wer- te zijn. Vriendelijk, vroolijk zelf, bracht
oen aan het verbond," beSlöót de burge- hij, na tafel, enkele uren door te midden
meester. „Maar wijl nu toch eenmaal dgr zijnen, zoodat Marianne schertsend
tot heil van dit kanton de overeenkomst zeide „Joseph Anton, ik ken u niet
verbroken werd, zouden wij zwaar zon- meer 1 Zoo'n vroolijkheid komt mij ver-
digen tegen onze eer en goeden naam en dacht voor. Ik zou haast moeten gelooven
de belangen van het lieve vaderland, zoo dat gij geheel in strijd met uwe ge-
wij dat verbond opnieuw wilden sluiten, woonte in „De Kroon" een glas wijn
Neen, lieve, dierbare medeburgers en met de vrienden geledigd hebt."
steeds getrouwe eedgenooten, nooit weer „Dan vergist gij u, moederlief 1" ant-
een dergelijke overeenkomst met den woordde Schum cher. „Ik bert niet in
onverzadigbaren monarch van het trotsch „De Kroon" geweest. Maar hier willen
Frankrijk Wij willen ons niet aan ban- wij eens vroolijk zijn I Vooruit, Rudolf,
den laten leggen I Nimmer spreke men haal bij Stocker een koek en gij Seppeli,
meèr van zulk een verdrag. En onze broe- zie eens in den kelder, of gij nog niet een
ders en zonen, die in deze dagen nog in flesch Bierlinger kunt vinden 1"
Frankrijk vertoeven, zullen met vliegend Caecilia had haren vader nog nooit
vaandel en slaande trom in het vaderland in zulk eene stemming gezienzij zag
terugkeeren, zoodra zij met het besluit, op hem dan ook met groote oogen aan. Maar
deze vergadering genomen, in kennis ge- plotseling liep zij op hem toe., vleide haar
kopje tegen hem aan en zeide, terwijl zij Na eenig bedenken en nadat hij nog een
zijne hanen streelde „O lieve vader, wat paar heele kleine „kruimeltjes" van den
hebt gij van avond vriendeh'jke oogen 1 koek afgebroken had, alleen maar om te
Ik wou, dat vader dag in, dag uit altijd „proeven", beheerschte Rudolf zich ook
zoo lief en zoo vriendelijk zag. Hee de en voegde zijn offer bij dat van zusjelief.
goede God nu alle zorgen uit uw hart ver- Met een zwaren zucht bood hij zijn ge
bannen?" deelte ter verdeeling aan. Natuurlijk volg-
„Nog niet heelemaal, Zizilleli, gij moet den moeder en Seppeli dit goede voor«
voor vader blijven bidden," antwoordde beeld, zoodat Zezilleli haar mandje hee-
Schumacher vriendelijk. „Maar ik heb lemaa) vol koek kreeg,
veel hoop op betere tijden. Gij zijt nog Men zat nog ruim een uur over den tijd
pas acht jaren oud en dus te jong om dat genoeglijk pratend bij elkander Eerst
allemaal te begrijpen. Maar ik ben er van toen de wacht het uur van negenen blies,
overtuigd, heden het geheele vaderland haalde Schumacher zijn rozenkrans te
een weldaad bewezen te hebben 1" voorschijn en begon het „Ik geloof in
„Als wij maar weer vrede hadden 1" God den Vader", gelijk hij eiken avond
riep de moeder uit. „Dat zou de grootste met de huisgenooten voor de geloovige
weldaad voor het land zijn Maar wij zijn, zielen bad, wat ook bij de meeste and'-e
helaas zoo ver bij lange na nog nietkatholieke familiën gewoonte was. Rudolf
„Dat kan spoedig komen, moederlief 1 sliep herhaalde malen in ondet dit lange
De vijanden wagen het niet meer, tegen Rozenkransgebed, maar werd telkens
ons te ageeren. Wij zullen thans gouden door zijne moeder wakker geschud. Dezen
bruggen voor hen bouwen indien zijzich avond strafte vader hem slechts door hem
naar ons willen voegen. Natuurlijk noe- een enkele maal ernsug aan e zien, een
ten zij nog een tijd lang mijn vaste hand teeken, dat de strenge man in een buiten-
gevoelen. Zonder strijd geen duurzame gewoon goede stemming verkeerde,
vrede. Morgen hoop ik den Z.E. heer Nadat het avondgebed geëindigd was,
pastoor te spreken wellicht kunnen wij bracht de moeder de beide kleinen naar
het'met elkander eens worden, hoe met hun slaapkamertje. Josepha wilde zich
volledige verzekering van recht en gerech- eveneens ter ruste begeven, na vader en
tigheid en zonder gevaar voor het welzijn moeder den christelijken groet „Ge-
des vaderlands het verschil tusschen de loofd zij Jesus Christus" toegeroepen te
partijen bijgelegd kan worden. Ha 1 hebben. De vader gaf haar echter een
Daar komen koek en wijn 1 Nu willen wij wenk, nog even te wachten,
op 't heil des lands drinken en den zoeten Seppeli zag verwonderd op. „Wat zou
koek met smaak verorberen. Zizelleli, vader nu nog van mij verlangen," dacht zij.
haal het kleine glas met de roos. Zoo „Meisje," begon hij te spreken, „gij
hoor, dat klinkt als een klokje. En nu zijt thans 23 h 24 jaar oud. 't Begint nu
krijgen de kleinen driemaal zoo'n groot langzamerhand tijd te worden aan ren
stuk van den koek als wij grooten. Dat huwelijk te denken. Ik heb uwe moeder
is eene rechtvaardigheid, die u bevalt, gevraagd en zij meent, dat gij nog altijd
niet waar En toch is de burgemeester te veel denkt aan dien loszinnigen jongen
Schumacher altijd voor eene gelijkmatige weduwnaar aan Heinrich Zurlauben.
verdeeling 1 Gij moogt het den oud-bur- Is dat waar
meester niet vertellen, wat ik zeg. Hij „Gij weet, vader, dat ik hem beloofd
zou mij anders bij het bestuur als een heb, voor den afloop zijner dienstjaren
onstandvastig man aanklagen 1" geen anderen man het jawoord te geven,"
Zoo schertste de man, die anders zoo antwoordde het meisje op beslisten toon.
stilzwijgend was, zoo zelden een woord „En gij hebt in al dien tijd 't is spoe-
meer zei, dan hij hoogst noodig achtte, dig vier, neen, vijf 1 of is 't vier Enfin
En vroolijk en opgewekt klonk hij met de toch minstens vier jaar geen brief van
zijnen op het welzijn des vaderlands, hem ontvangen? Geen brief geschreven
Toen sneed moeder de koek in drie ook?"
stukken. Caecilli en Rudolf kregen ieder „Geen letter, vader 1 Gij Viebt het mij
een derde part, terwijl het overgeblevene indertijd streng verboden."
derde deel onder vader, moeder en Seppeli „Dat is flink van u Ik moet u prijzen
gelijkelijk verdeeld werd. De knaap beet om uwe gehoorzaamheid. Hm 1 En gij weet
natuurlijk dadelijk in het groote, stuk. dus heelemaal niet, hoe het met hem te
Toen riep Zizelli „O, Rudolf en ik Rome gaat Ge weet. niet, wat er van
wilde het van u koopen! Voor het mooie, hem geworden is
vergulde Moeder-Godsbeeld, dat pater „Toch, vader 1 Ik heb van tijd tot tijd
Guardiaan mij schonk en dat gij zoo gaar- inlichtingen ontvangen," antwoordde het
ne zoudt hebben 1" meisje, blozende. Zijne nicht. Atlante
„Meent gij dan, dat uw stuk nog niet Zurlauben, mijn vroegere speelmakker,
groot genoeg is vroeg de moeder zeer schrijft mij elk jaar een keer of drie, vier.
verbaasd, niet begrijpende, hoe het kind Vergeef mij, dat ik u daarvan nooit ge-
aan zoo'n voorstel kwam. Want nog nooit sproken heb ik was bang, dat het u
had zij bemerkt, dat de kleine door snoep- minder aangenaam kon zijn, aldus aan
zucht geplaagd werd. Fidel Zurlauben te worden herinnerd,
„Och zoete moe I Ik wilde den koek niet en in Atlante's brieven stond nu en dan
alleen opeten. Ik wou later als moe het het een en ander over heer Heinrich ver
goed vond, beide stukken ik zal het u meld. God zij gedankt I Doorgaans luid-
stilletjes zeggen, wat ik ermee doen wou." den die berichten gunstig. Tot heden
Vader dacht enmeende te begrij- heeft hij weliswaar nog niet den rang van
pen, wat Caecilia wilde. „Zeg het maar officier. Maar hij moer Zich flink gedra-
luid, dat ge voornemens waart te doen," gen, en niet meer de oude, lichtzinnige
zeide hij. knaap zijn van weleer. Ook maakt hij zich
En nu bekende het meisje, terwijl een den vrijen tijd ten nutte om in de schilder-
hoog rood hare wangen kleurde, dat zij kunst vorderingen te maken Zelfs de
zoo gaarne den koek onder de kinderen schilder Muos heeft zijn talent geprezen
van den verbannen raadsheer Branden- en ik heb vernomen, dat hij onder leiding
berg wilde verdeelen. Zij zijn zoo be- van een Romeinsch kunstenaar een dege-
droefd, dat hun vader niet weer lijk portretschilder is geworden."
thuis mag komen en de kleine Karlineli, „Ei. ei 1 Hoe goed gij dat alles weet 1"
met wie ik anders speelde, ziet mij met zeide Schumacher verwonderd en trok
verwijtende blikken aan, alsof het mijne de wenkbrauwen in de hoogte. „Nu ik
schuld is, dat hij altijd in vreemde landen wil u over uwe geheime informaties niet
moet ronddwalen." berispen. Ik heb van mijn kant ook nu
Bij deze woorden van de kleine ver- en dan een onderzoek laten instellen, en
bleekte de dictator. wat ik vernam komt tamelijk wel overeen
Alle vroolijkheid week uit zijne oogen. met hetgeen gij zooeven zeidet. Inderdaad,
Hij stond op en wilde de kamer verlaten, de lichtzinnige Heinrich schijnt thans een
De kleine Caecilia voelde, dat zij haren geheel ander mensch te zijn daarom-
vader verdriet aangedaan had en knielde trent zijn mijne Romeinsche correspon-
met opgeheven handjes voor hem neer denten het eens. Welaan laten wij den
en vol schrik om vergeving smeekende, tijd niet vooruit loopen maar gewacht,
uitroepende „Vader, lieve vader I" Schu- tot hij terugkomt Als hij hier te Zug
macher bleef staan zijne lippen bewogen eveneens bewijzen van beterschap geeft,
zich zenuwachtig en hij zeide tot zijn kunnen wij nog altijd zien. Wie weet?
dierbaar kind, de hand liefkozend op hare Wellicht is de slotscène van den strijd
blonde lokken leggende „Zizilleli, gij tusschen de „Linden" en „Harten" een
zijt een braaf kind 1 Ja, geef hun de koek bruiloft de echtverbintenis van een Zur
en mijn stuk ook. Och God 1 Het is toch lauben met een Schumacher Dat zou
ongelukkig, dat de menschelijke gerech- dan een comedie in plaats van een drama
tigheid tegelijk met de schuldigen ook zijn en in dat geval ware Kolin met zijn
altijd de onschuldigen moet treffen 1" treurspel een slecht profeet."