land te redden, te bevrijden van de Franschgezinden, al zou ik daardoor ook eer en ambt en waardigheden verliezen al zou het mij ook den dood kosten 1" Met deze woorden eindigde het gesprek tusschen burgemeester en baanderheer. Kolin groette en vertrok. Inderdaad, het was of een dreigende onweerswolk boven de anders zoo vroo- lijke stad Zug hing. Niemand voe'de dit beter dan juist de burgemeestei Schu macher. Ternauwernood waagde hij het door de straten te loopen want overal ontmoette hij sombere gezichten. Met een achuwen, vaker nog met een toorntgen, wraakzuchtigen blik zagen de voorbij gangers op naar het hoofd der regeering. En wanneer hij een der vrouwen van ban nelingen of gevangenen bemerkte, dan had hij een gevoel alsof men hem een dolkstoot toebracht. Maar Schumacher bleef, wie hij was „Kan ik het helpen?" bromde hij, „dat haar man een Franschman, een verrader is? Waarom vloden zoovele burgers tot den ambassadeur te Solothurn, die hen als vrienden opnam en als graven ont haalde Ook in de eigen woning, in eigen fami liekring beleefde Schumacher weinig vreugde. Zijn echtgenoote klaagde en jammerde den ganschen dag over den haat en de openlijke vijandschap, waarmee ieder burger het gezin des burgemeesters bejegende. „Ach, ik wou, dat ik Diessenhofen nooit verlaten had 1" zuchtte zij, „of be ter nog, dat hei mij nooit ingevallen ware, u tot de aanneming van eenig ambt aan te sporen. Sedert gij burgemeester zijt, beleef ik geen enkel rustig oogenblik meer. Ik ben altijd bevreesd, dat men u onverhoeds vermoordt 1 Men zal het huis nog boven ons hoofd in brand steken 1 En dat is uwe schuld 1 Wat behoeft ge ook door uwe buitengewoon strenge maatregelen zoovele kinderen tot wezen te maken Mijn God I Mijn God 1 Dat ik er ooit toe kwam, zoo'n zwartgalligen man tot echtgenoot te nemen." Dergelijke ontboezemingen hoorde Schumacher meer, dan hem lief was. Seppeli was stil. Men hoorde hef ver standige meisje niet klagen. Maar hare roodgeweende oogen maakten een veel dieperen indruk op den vader dan de klaagliederen waarmede mevrouw Schu macher haren man overstelpte. Doch het meest pijnigden hem de groo'e kinder- oogen van zijn lievelinge, de kleine.Cae- cilia, die zich bij dat geklaag en gejammer, bij het zien van die donkere gezichten, vaak vragend tot vaderlief richtten, Zizil- leli was nu zes jaar oud een stil, vroom kind, voor haren ouderdom buitengewoon verstandig. Zij speelde niet meer met pop of bal. Het spel scheen haar niet langer te behagen. Dikwijls liep zij stil door'thuis, bleef staan voor de beelden der heiligen en bad, zachtkens de lippen bewegend, voor haren vader. Schumacher voelde, dat hij aan dit kind een bewaarengel had, die hem door haar aanhoudend gebed ter zijde stond. Gaarne veroorloofde hij de kleine Caecilia zijn studeervertrek te be treden zoo vaak hij afwezig was. In de vakken van het buffet, met prach tig snijwerk ingelegd, stond menig gods dienstig tafereel. Deze stukken waren door verschillende kloosters aan den bur gemeester ten geschenke aangeboden. Zoo prijkte o.a. een groot stuk, het Agnus Dei., door den Paus gezegend, in het middelste vak. Met aandacht beschouwde Caecilia dit kunstwerk zij zelve een onschuldig lam, bad tot den zoeten Jezus, dat Hij haar en Seppeli en moeder en vader in Zijne kudde zou opnemen. Ook was er een eigenaardig beeld der H. Drievuldigheid, Stond men er vhlr voor dan bemerkte ïSen een zilverên uiiil fn gouden stralen, op eene blauwe vol kenmassa ging men naar rechts of links, dan vertoonde zich het beeld des Hemel- Bchen Vaders met den wereldbol of de Heiland met het kruis. Loodrecht op de achterzijde tegenover het beeld des H. Geestes waren namelijk op gelijke af standen vele strooken, latten geplaatst en zoo beschilderd, dat de teekening van den eenen kant beschouwd God den Vader, van de andere zijde God den Zoon voor stelde. „Een beeld en toch drie beelden 1" had Seppeli tot haar zusje gezegd, en met een I heilige vrees beschouwde Zizelleli deze vreemde voorstelling van het voornaamste geheim der katholieke geloofsleer. Het liefste echter zag zij naar een kristallen flesch, waarin een oude, vrome broeder Capucijn „het lijden Christi" had samen gesteld. Kruis, ladder en speer, geesel- roeden, nagels en dobbelsteenen, had hij stuk voor stuk door den nauwen hals geschoven en met bewonderenswaardig geduld in de flesch tot een groep vereenigd Het kind hield dat maaksel voor een soort wonder en kon uren aan een stuk de mar teltuigen beschouwen, terwijl het, bij de gedachte aan elk voorwerp om de bittere smarten, door den Goddelijken Verlosser geleden, voor haren vader bad. Het was of de Engelbewaarder het onschuldige kinderhart verlichtte en tot bidden aan spoorde. Voorwaar, Schumacher had in die dagen van spanning wel bovennatuurlijke hulp noodig, om niet geheel en al door den hartstocht verblind te worden. Er verliep geen dag, zonder dat hem een of ander hatelijk geschrift meestal naamloos gezonden werd. Aanzienlijke personen uit uit Schweiz, Luzern en de overige katholie ke kantons hekelden zijn gedrag en wier pen hem voor de voeten, dat door zijn hardvochtig bewind de godsdienst en de brijheid, niet alleen in het kanton Zug maar in al de streken, waar katholieken woonden, gevaar liepen, zoo hij tegen een verbond met Frankrijk bleef strijden. Ja, op de groote vergadering te Baden sloten de afgevaardigden van alle andere katholieke kantons een overeenkomst, waarbij zij bepaalden, dat den burge meester van Zug een schrijven ou ge zonden worden, behelzende het verzoek, het verlangen, beter nog den eisch, dat Schumacher zich diende te matigen en verplicht was het eenmaal gezworen ver bond met Frankrijk getrouw te blijven. Was het wonder, dat de politieke vijand schap in 's burgemeesters ziele tot per soonlijke vijandschap dreigde over te gaan en dat hij dag in, dag uit, met aanvech tingen van gloeienden haat te kamptn had Zoo vaak hij een Onze Vader bad en hij vervulde zijne kerkelijke plichten thans evengoed als vroeger met ernst en goeden wil—bracht hij de bede: „Ver geef ons onze schulden, gelijk wij ver geven onze schuldenaren", slechts met moeite over zijne lippen. „Er moet een einde aan komen 1 Zoo houd ik het niet langer uit 1 Zoo spoedig het eenigszins doenlijk is, wil ik de goede zaak de zege helpen bevechten en dan ambt en waardigheid neerleggen voor altoos 1" Dat was het vaste voornemen van den burgemeester en toen hij den eisch van de afgevaardigden uit, Bazel ontving, riep hij de burgers der stad en het ambt op om samen te vergaderen ten einde de belangen der gemeente te be spreken. Het volk mocht derhalve be slissen, of het met zijn bestuur tevreden was of niet. Zoo ja, dan verlangde hij een onbeperkte volmacht tot handelen dan wilde hij den strijd tegen de landverraders spoedig tot een beslissend einde brengen. De Aegerten, de schoone bergweide, boven het nonnenklooster, waar, in de nabijheid der heerlijke bronnen, een hoog, houten kruis staat en waar men een schoon uitzicht op de stad, het meer, den helder groenen oever en de trotsche bergen heeft, werd tot vergaderplaats der uitgenoodigde burgers gekozen. Op de eerste vergadering reeds, ge houden op het feest van St. Michael 1731, verklaarden de meesten zich voor Schumacher j op de volgende vergade ringen verzocht men den burgemeester dringend, de Franschgezinde partij uit alle betrekkingen vervallen te verklaren en achtte het noodzakelijk dat de ver raders uit de stad gebannen werden.Ver der nog vroeg men Schumacher, namens de burgers van Zug het schrijven van de afgevaardigden te Bazel te willen beant woorden. welk geschrift op stadskosten gedrukt zou worden. Toen werd een bestuur met onbeperkte volmacht gekozen en aan het hoofd van dit tusschenbestuur Joseph Anton Schumacher. En de groote meerderheid der vergaderden juichte en jubelde, nu de raadsheer-president als dictator bijna alleen de macht in handen had. Meer nog op dezelfde vergadering werden de dic tator en de andere bewindvoerders on schendbaar verklaard de geheele ge meente zou hen tegen eiken aanval op „eer en eigendom" beschermen. Thans stond Schumacher op het top punt zijner macht. En „spoedig" wilde hij die macht gebruiken „tot een volledige overwinning van de goede zaak. Allereerst zou het proces tegen de beide gevangen oud-burgemeesters zijn loop hebben en dien heeren door gepaste middelen de inhoud van de geheime overeenkomst met Frankrijk afgeperst worden want „het was niet voldoende, dat de toenmalige regeeringen der kan tons daarmee in kennis gesteld werden. Ook het volk had recht, te weten, waartoe men zich verbonden had." Het gelukte Weber uit de gevangenis te ontsnappen. De grijze Andermatt werd nu aan een ijzeren keten vastgeklonken en op een dakkamertje in het hospitaal onder streng toezicht bewaard. En spijs en drank werd den ziekelijken man nog slechts spaarzaam toegediend. Maar de grijsaard liet zich geen enkel woord om trent het vermeende geheim ontvallen ook niet, toen men beslag op zijn vermo gen legde, teneinde daaruit de gemeente schadeloos te stellen voor de niet uitbe taalde bondsgelden, welke markies de Bonnac, vooral op het aandringen van Andermatt, achterwege hield. „Hij zal het wel moede worden,"meende Schumacher. Daarop gebood de dictator, dat de meest invloedrijke tegenstanders verant woording moesten afleggen voor 't nieuwe bestuur van hunne hofhouding bij de vergadering op de Aegerten, over brie ven en berichten aan staatslieden uit andere kantons, waarin „de Zuger tyran" gehekeld werd over smaadschriften en karikaturen, welke men van huis tot huis ten verkoop aanbood of om niet presen teerde. Enkele personen verschenen en werden streng gestraftanderen duchtten voor hun leven en namen de vlucht. Het gevolg was, dat het bestuur het besluit nam hen in contumaciam ter dood te ver- oordeelen. Schumacher liet hunne na men op een blikken schild zetten. De beul moest dezen tegen den galg spijke ren „tot een afschrikwekkend voorbeeld voor anderen, die eveneens lust hadden, zonder permissie de stad te verlaten." Wie een veroordeelde „dood of levend" op het raadhuis bracht, zou een belooning van 100 ducaten ontvangen Op den avond, welke de uitvoering van dit onfeerde besluit voorafging, waar door de aanzienlijkste familiën van het kanton Zug getroffen werden, verscheen de echtgenoote van den raadsheer Bran denberg, alsook de vrouw van zijn ambt genoot Landtwing voor den dictator. Zij waren in het zwart gekleed en hadden enkelen harer kinderen aan de hand. Tra nen van schaamte en nauw bedwongen spijt schitterden in de oogen, toen zij de gehate vrouw Schumacher om audience bij haren man verzochten. Die werd ver leend, maar bewerkte geen vermindering van straf, hoewel beide vrouwen, aan de voeten van den dictator neergeknield, smeekten, de namen hunner echtgenooten niet aan den beul te overhandigen en niettegenstaande Seppeli, door medelijden bewogen, het verzoek dier smeekende vrouwen ondersteunde. „Uw ongeluk doet mij waarlijk' leed, sprak de dictator. „Maar er moet een voorbeeld gesteld worden 1 Uwe mannen hebben vrijwillig het vaderland verlaten en zijn naar den Franschen ambassadeur getrokken. Die heeft hen als vrienden van den koning van Frankrijk ontvangen en als prinsen geherbergt. Trekt met uwe kinderen eveneens derwaarts Branden berg ?n LarHtwing hebben zicfl ais lands verraders gebrandmerkt. Gij hebt het hun, niet mij te danken, dat hunne na men morgen door den beul aan de galg vastgespijkerd worden 1" Toen sprong mevrouw Brandenberg op en met geen mogelijkheid haren toorn langer kunnende bedwingen, riep zij terwijl zij een vlammenden blik op den dictator wierp „Komt mee, kinderen I Knielt niet langer voor dien.... 1 Moge God u volgens de maat uwer hardvochtig heid vergalden 1" Terwijl de vrouwen het spreekkamer tje verlieten, ijlde Caecilia haar achterna, wierp zich bij de trap op de knieën voor de woedende bezoeksters en bad met tra nen in de oogen„O, mijnen goeden vader niet vervloeken 1 Vergeeft vader, opdat de goede God ons vergeve 1" Verontwaardigd over de hardvochtig heid van den dictator, wilde mevrouw Brandenberg Zizilleli barsch opzij schui ven. Toen zij de kleine echter aanzag, trok zij haar liefdevol tot zich en sprak „Gij zijt een braaf kind 1 Ik hoop, dat de goede God de zonden uws vaders niet op u wreke 1" Nu verliet zij ijlings de woning. Bui ten gekomen, zeide zij tot de menigte, die daar buiten met verlangen den uit slag verbeidde„Het heeft niet mogen baten De zwarte schoenmaker is onver biddelijk 1 Ik wilde, dat God hem straf feindien hij met zulke goede kin- ders had 1" Intusschen bad en smeekte Josepha haren vader, toch om Gods wil die vreese- lijke strengheid te laten varen. Maar de dictator luisterde niet. „Eerst de overwinning," zeide hij, „en dan zachtmoedigheid en matiging. Spoe dig hoop ik het vaderland van het Frn- sche juk bevrijd te hebben. Dan kan er aan amnestie en vergeving gedacht wor den. Dan wil ik met blijdschap de waar digheid en den last van het ambt neer leggen om met moeder en u als eenvoudig burgerman op ons landgoed St. Karl te gaan wonen. Lafheid zou het thans ge noemd kunnen worden, in deze dagen, midden in den strijd, terug te trekken. Ik zet door, wat ik begonnen heb, al moest ik mijn leven daardoor ook op het spel zetten 1" Schumacher bleef bij zijn eens genomen besluit. Den volgenden morgen las hij zelf op het balkon voor het raadhuis de bepalingen, welke het strenge, hardvoch tige besluit bevatte, voor. Het was markt dag en schouder aan schouder voor het raadhuis staande, luisterden boer en burger naar hetgeen Schumacher bekend maakte. Na de lezing reikte de dictator den beul de schilden over, welke door den gevreesden man, die in een rooden mantel gehuld was, in ontvangst genomen wer den. De trom roffelde, een compagnie miliciens voorzien van geladen geweer, nam beul en gerechtsdienaar in hun mid den en begeleidde hen naar het gerechts hof. Met gelach, gejuich en gejoel volg den honderden „Harten" den stoet, ter wijl de „Linden" den burgemeester grimmige blikken toewierpen en van woede op de tanden knarsten. Zoo duurde de "partijtwist voort en werd met verbittering gestreden geduren de de jaren 1731 en 1732. In het 'voorjaar van 1733 eindelijk was Schumacher Zeker van de overwinning. Nu riep hij tegen den 15en Mei ander maal alle burgers op om op den Aegerten te vergaderen. Ieder stemgerechtigde burger was op strenge boete verplicht, te verschijnen en met groote plechtigheid werd deze beslissende vergadering ge houden. De voornaamste gerechtsdienaar gekleed in witte en blauwe zijde, droeg het groote vaandel. Achttien geharnaste, krachtig gespierde mannen, vier gewapend met het tweehandige zwaard, veertien anderen voorzien van hellebaarden, lie pen aan weerszijden van het vaandel. Met ontbloot hoofd en onder het maken van eene diepe buiging begroette het volk het hooggeschatte dundoek. Tallooze burgers stroomden naar de bergweide. Toen men op de plek aangekomen was waar de groote vergadering gehouden werd, ging Schumacher onder het groote kruis staan en opende de vergadering na eerst met luide.r slem een gebed uitge sproken te hebben. Daarna liet hij de?, ouden bondsbrief voorlezen. Na de lezing verklaarde Schumacher zin voor zin den inhoud en eindigde met eene geestdrift volle oproeping, den eed trouw te blij ven, gezworen door de oude eedgenooten en de vermaning zich niet te mengen in de aangelegenheden van buitenlandsche po tentaten, noch volgens den raad van broeder Klaus-zaliger een verbond met hen te sluiten, integendeel standvas tig en trouw de vrijheid, door het bloed der voorvaderen gekocht, te handhaven. Na deze inleiding, met luid geroep en handgeklap toegejuicht, volgde het voor- stef tot een volkomen afscheiding van Frankrijk. Schumacher geeselde in scher pe bewoordingen de politiek van Lodewijk XIV, die door schandelijke veroverings- steld zijn. Zij zullen terugkeeren 1 Wat oorlogen trachtte zijn gebied te vergroo- zeg ik Zij moeten terugkeeren, op straf ten. fe van het verlies van hun burgerrecht 1" „Met diepe smart," sprak hij, „voel ik Een storm van verontwaardiging steeg mij gedrongen, de bekentenis af te leg- op over het snoode gedrag van Frank- gen, dat in deze smaadvolle krijgsbedrij- rijk's afgezant, den heerschzuchtigen mo ven meer Zwitsersch bloed vergoten is narch, de „Linden" en de landverraders, onder de Fransche vaan dan op de slag- eindigende met het geschreeuw. „Weg velden, waar onze voorvaderen, in den met den Truckelibod 1 Weg met elk ver- strijd voor de vrijheid en het vaderland, bond met Frankrijk 1" roemvol sneuvelden. En ook thans loe- De eindstemming moest wel voor Schu ren de Fransche Staatslieden wederom macher eene gewenschte zijn. De oud- op de gelegenheid tot een schandelijken burgemeester Schicker wakkerde den oorlog. Gij weet, dat de keizer geen man- haat tegen de „Fransozen" nog aan door nelijke erfgenamen heeft. Sterft hij, dan zijne heftige uitvallen tegen alles wat uit zal Frankrijk, in vereeniging- met andere Frankrijk kwam. De Raadsheer Zürher roofzuchtige Staten, de Oostenrijksche stelde voor, dat ieder burger, die het be landen binnenvallen. En volgens het ver- sluit dezer vergadering hekelde, voor de bond van 1715 zullen wij, vrije, Zwitser- rechtbank moest gedaagd worden, waar sche mannen verplicht zijn, Lodewijk hij met verlies van eer en bezitting ge- XIV te steunen. Men heeft toezegging straft diende te worden. De vaandrig gedaan, dat voor het geval van oor- Weber verzocht den burgemeester nog log 16000 weerbare mannen ten gelieve strenger op te treden tegen de verraders van den Franschen koning van Frankrijk onder de „Lincei", dan tot heden was hun leven in de waagschaal stellen. Zijt gij geschied. En de roode Ludi riep, dat, voornemens, uw bloed en het bloed uwer wanneer Andermatt op de pijnbank werd zonen den Franschen Moloch te offeren gelegd, de gevangene zich wel zou herin- „Neen, nooit 1" klonk het uit den mond neren, waar hij de „TruckH" verstopt der toehoorders. „Laaf dat de „Linden" hield. doenZoo werd het verbond met Frankrijk De grijze Kolin en anderen wilden de met algemeene stemmen als opgeheven vergadering doen opmerken, dat het ver- verklaard, en de regeering van stad en drag sprak van het recht des konings van ambt eerbiedig verzocht, door brieven en Frankrijk, om in geval van oorlog tot boden de compagnieën Zwitsersche sol- 16000 man in de katholieke kantons te daten onmiddellijk uit Frankrijk terug te werven, niet echter van de verplichting, roepen. hem met zulk een leger te ondersteunen. Tevergeefs beproefde de grijze baan- „Volgens den letterlijken zin van het derheer Kolin nog eenmaal den storm te woord moet de bepaling zoo opgevat wor- bezweren. Hij meende de raadsheeren, die den, als ik zooeven mededeelde," ant- voor 18 jaren met hun stem't verbond met woordde Schumacher. Frankrijk vernieuwden, om hun staats- Daarna sprak hij over het gedrag van beleid te moeten prijzen. Maar hij was als den gezant van Frankrijk. redenaar niet tegen Schumacher opge- „Op dit oogenbl k," aldus de dictator, wassen ook was hij niet in staat, zich houdt de ambassadeur, trots alle voor- verder dan tot de burgers uit de voorste stellen en uitnoodigingen, meer dan vijf rijen verstaanbaar te maken. Enkele an- jaar lang de gelden achter, welke hij ver- dere burgers, die eveneens ten gunste plicht is, de stad en het ambt Zug uit te van de Fransche politiek wilde spreken, b'etalen. Eigenmachtig stelt hij voor- werden eenvoudig met gesis en gefluit waarden, waaraan voldaan moet worden, begroet. Kolin eindelijk prikkelde zoo- alvorens hij altijd naar zijn voorgeven zeer de tegenstanders door zijn optreden. het recht heeft, de bondsgelden te be- dat men hem het eereambt van baander- talen. En deze voorwaarden zijn onaan- heer ontnam. nemelijk voor een vrijen Zwitser, een „Dat ik zulks nog moest beleven 1" hoon en spot voor de regeering van het riep de grijsaard Schumacher toe, terwijl onafhankelijke Zug. Volgens den wensch de tranen langs de rimpelige wangen rol- Frankrijk zou het souvereine bestuur den. „En dat terwijl mijne familie meer van stad en ambt niet moeten handelen dan driehonderd jaren, ja, driehonderd naar recht en gerechtigheid neen, ge- en elf jaren lang het vaandel trouw hoed- hoorzaam buigende voo de goddelijk- de 1 Maar ik hoop den dag nog te zien, heid des Franschen Cecats, moesten pre- dat het wederom in mijn huis terugkomt, sident en medebestuurders in alles zich Een bestuur als het uwe kan niet van lan- voegen naar de verlangens van den am- gen duur zijn 1" bassadeur, den markies de Bonnac. Meer Hoezeer het Schumacher ook hinderde, dan 50.000 livres heeft hij tot heden den eerbiedwaardigen grijsaard aldus achtergehouden. En nu vraag ik u, vrije gekrenkt te zien, achtte hij het echter mannen, vrije Zwitsers, nakomelingen van geen belang de profetie van den baan- van Willem TeilZullen wij zulk eene derheer der overweging waardig te keuren behandeling nog langer dulden?" zich al te gelukkig gevoelende, nu zijn „Neen, neen 1" schreeuwde het volk, doel eindelijk bereikt was. De overwin- opgewonden door die hartstochtelijke ning was behaald I Een glans van genoe- woorden, „nooit zullen wij ons buigen gen schitterde in zijne oogen. Zenuwach- voor den wil van Frankrijk tig bewogen, drukte hij de hand zijner „En de ambassadeur voegt bij zijne vrienden, onrechtvaardigheid oog openlijk spot en De heerlijke bergen om ons heen, het hoon tegen onze stad, wijl hij de vluchte- blauwe meer daar beneden, en stad en lingen uit Zug en de landverraders, in land in ons midden, zijn mij nooit zoo plaats van uit te leveren, in zijn hotel schoon, zoo majestueus voorgekomen, opneemt en als baronnen en graven be- als op dezen glorierijken dag," sprak hij handelt. Het is dus per slot van rekening opgetogen. „Moge God het Heve vader- eigenlijk alleen de gezant, die de overeen- land beschermen 1" komst tusschen Zug en den koning van Frankrijk, anno Domini 1715 gesloten, XV. EEN KIND TRACHT DE PAR- bezegeld en bezworen, heeft verbroken. TIJEN TE BEVREDIGEN. Ons mag dus niet door de overige katho- Tegen den avond van denzelfden dag lieke kantons het verwijt naar het hoofd scheen de dictator een geheel ander man geslingerd worden, dat wij ontrouw wer- te zijn. Vriendelijk, vroolijk zelf, bracht oen aan het verbond," beSlöót de burge- hij, na tafel, enkele uren door te midden meester. „Maar wijl nu toch eenmaal dgr zijnen, zoodat Marianne schertsend tot heil van dit kanton de overeenkomst zeide „Joseph Anton, ik ken u niet verbroken werd, zouden wij zwaar zon- meer 1 Zoo'n vroolijkheid komt mij ver- digen tegen onze eer en goeden naam en dacht voor. Ik zou haast moeten gelooven de belangen van het lieve vaderland, zoo dat gij geheel in strijd met uwe ge- wij dat verbond opnieuw wilden sluiten, woonte in „De Kroon" een glas wijn Neen, lieve, dierbare medeburgers en met de vrienden geledigd hebt." steeds getrouwe eedgenooten, nooit weer „Dan vergist gij u, moederlief 1" ant- een dergelijke overeenkomst met den woordde Schum cher. „Ik bert niet in onverzadigbaren monarch van het trotsch „De Kroon" geweest. Maar hier willen Frankrijk Wij willen ons niet aan ban- wij eens vroolijk zijn I Vooruit, Rudolf, den laten leggen I Nimmer spreke men haal bij Stocker een koek en gij Seppeli, meèr van zulk een verdrag. En onze broe- zie eens in den kelder, of gij nog niet een ders en zonen, die in deze dagen nog in flesch Bierlinger kunt vinden 1" Frankrijk vertoeven, zullen met vliegend Caecilia had haren vader nog nooit vaandel en slaande trom in het vaderland in zulk eene stemming gezienzij zag terugkeeren, zoodra zij met het besluit, op hem dan ook met groote oogen aan. Maar deze vergadering genomen, in kennis ge- plotseling liep zij op hem toe., vleide haar kopje tegen hem aan en zeide, terwijl zij Na eenig bedenken en nadat hij nog een zijne hanen streelde „O lieve vader, wat paar heele kleine „kruimeltjes" van den hebt gij van avond vriendeh'jke oogen 1 koek afgebroken had, alleen maar om te Ik wou, dat vader dag in, dag uit altijd „proeven", beheerschte Rudolf zich ook zoo lief en zoo vriendelijk zag. Hee de en voegde zijn offer bij dat van zusjelief. goede God nu alle zorgen uit uw hart ver- Met een zwaren zucht bood hij zijn ge bannen?" deelte ter verdeeling aan. Natuurlijk volg- „Nog niet heelemaal, Zizilleli, gij moet den moeder en Seppeli dit goede voor« voor vader blijven bidden," antwoordde beeld, zoodat Zezilleli haar mandje hee- Schumacher vriendelijk. „Maar ik heb lemaa) vol koek kreeg, veel hoop op betere tijden. Gij zijt nog Men zat nog ruim een uur over den tijd pas acht jaren oud en dus te jong om dat genoeglijk pratend bij elkander Eerst allemaal te begrijpen. Maar ik ben er van toen de wacht het uur van negenen blies, overtuigd, heden het geheele vaderland haalde Schumacher zijn rozenkrans te een weldaad bewezen te hebben 1" voorschijn en begon het „Ik geloof in „Als wij maar weer vrede hadden 1" God den Vader", gelijk hij eiken avond riep de moeder uit. „Dat zou de grootste met de huisgenooten voor de geloovige weldaad voor het land zijn Maar wij zijn, zielen bad, wat ook bij de meeste and'-e helaas zoo ver bij lange na nog nietkatholieke familiën gewoonte was. Rudolf „Dat kan spoedig komen, moederlief 1 sliep herhaalde malen in ondet dit lange De vijanden wagen het niet meer, tegen Rozenkransgebed, maar werd telkens ons te ageeren. Wij zullen thans gouden door zijne moeder wakker geschud. Dezen bruggen voor hen bouwen indien zijzich avond strafte vader hem slechts door hem naar ons willen voegen. Natuurlijk noe- een enkele maal ernsug aan e zien, een ten zij nog een tijd lang mijn vaste hand teeken, dat de strenge man in een buiten- gevoelen. Zonder strijd geen duurzame gewoon goede stemming verkeerde, vrede. Morgen hoop ik den Z.E. heer Nadat het avondgebed geëindigd was, pastoor te spreken wellicht kunnen wij bracht de moeder de beide kleinen naar het'met elkander eens worden, hoe met hun slaapkamertje. Josepha wilde zich volledige verzekering van recht en gerech- eveneens ter ruste begeven, na vader en tigheid en zonder gevaar voor het welzijn moeder den christelijken groet „Ge- des vaderlands het verschil tusschen de loofd zij Jesus Christus" toegeroepen te partijen bijgelegd kan worden. Ha 1 hebben. De vader gaf haar echter een Daar komen koek en wijn 1 Nu willen wij wenk, nog even te wachten, op 't heil des lands drinken en den zoeten Seppeli zag verwonderd op. „Wat zou koek met smaak verorberen. Zizelleli, vader nu nog van mij verlangen," dacht zij. haal het kleine glas met de roos. Zoo „Meisje," begon hij te spreken, „gij hoor, dat klinkt als een klokje. En nu zijt thans 23 h 24 jaar oud. 't Begint nu krijgen de kleinen driemaal zoo'n groot langzamerhand tijd te worden aan ren stuk van den koek als wij grooten. Dat huwelijk te denken. Ik heb uwe moeder is eene rechtvaardigheid, die u bevalt, gevraagd en zij meent, dat gij nog altijd niet waar En toch is de burgemeester te veel denkt aan dien loszinnigen jongen Schumacher altijd voor eene gelijkmatige weduwnaar aan Heinrich Zurlauben. verdeeling 1 Gij moogt het den oud-bur- Is dat waar meester niet vertellen, wat ik zeg. Hij „Gij weet, vader, dat ik hem beloofd zou mij anders bij het bestuur als een heb, voor den afloop zijner dienstjaren onstandvastig man aanklagen 1" geen anderen man het jawoord te geven," Zoo schertste de man, die anders zoo antwoordde het meisje op beslisten toon. stilzwijgend was, zoo zelden een woord „En gij hebt in al dien tijd 't is spoe- meer zei, dan hij hoogst noodig achtte, dig vier, neen, vijf 1 of is 't vier Enfin En vroolijk en opgewekt klonk hij met de toch minstens vier jaar geen brief van zijnen op het welzijn des vaderlands, hem ontvangen? Geen brief geschreven Toen sneed moeder de koek in drie ook?" stukken. Caecilli en Rudolf kregen ieder „Geen letter, vader 1 Gij Viebt het mij een derde part, terwijl het overgeblevene indertijd streng verboden." derde deel onder vader, moeder en Seppeli „Dat is flink van u Ik moet u prijzen gelijkelijk verdeeld werd. De knaap beet om uwe gehoorzaamheid. Hm 1 En gij weet natuurlijk dadelijk in het groote, stuk. dus heelemaal niet, hoe het met hem te Toen riep Zizelli „O, Rudolf en ik Rome gaat Ge weet. niet, wat er van wilde het van u koopen! Voor het mooie, hem geworden is vergulde Moeder-Godsbeeld, dat pater „Toch, vader 1 Ik heb van tijd tot tijd Guardiaan mij schonk en dat gij zoo gaar- inlichtingen ontvangen," antwoordde het ne zoudt hebben 1" meisje, blozende. Zijne nicht. Atlante „Meent gij dan, dat uw stuk nog niet Zurlauben, mijn vroegere speelmakker, groot genoeg is vroeg de moeder zeer schrijft mij elk jaar een keer of drie, vier. verbaasd, niet begrijpende, hoe het kind Vergeef mij, dat ik u daarvan nooit ge- aan zoo'n voorstel kwam. Want nog nooit sproken heb ik was bang, dat het u had zij bemerkt, dat de kleine door snoep- minder aangenaam kon zijn, aldus aan zucht geplaagd werd. Fidel Zurlauben te worden herinnerd, „Och zoete moe I Ik wilde den koek niet en in Atlante's brieven stond nu en dan alleen opeten. Ik wou later als moe het het een en ander over heer Heinrich ver goed vond, beide stukken ik zal het u meld. God zij gedankt I Doorgaans luid- stilletjes zeggen, wat ik ermee doen wou." den die berichten gunstig. Tot heden Vader dacht enmeende te begrij- heeft hij weliswaar nog niet den rang van pen, wat Caecilia wilde. „Zeg het maar officier. Maar hij moer Zich flink gedra- luid, dat ge voornemens waart te doen," gen, en niet meer de oude, lichtzinnige zeide hij. knaap zijn van weleer. Ook maakt hij zich En nu bekende het meisje, terwijl een den vrijen tijd ten nutte om in de schilder- hoog rood hare wangen kleurde, dat zij kunst vorderingen te maken Zelfs de zoo gaarne den koek onder de kinderen schilder Muos heeft zijn talent geprezen van den verbannen raadsheer Branden- en ik heb vernomen, dat hij onder leiding berg wilde verdeelen. Zij zijn zoo be- van een Romeinsch kunstenaar een dege- droefd, dat hun vader niet weer lijk portretschilder is geworden." thuis mag komen en de kleine Karlineli, „Ei. ei 1 Hoe goed gij dat alles weet 1" met wie ik anders speelde, ziet mij met zeide Schumacher verwonderd en trok verwijtende blikken aan, alsof het mijne de wenkbrauwen in de hoogte. „Nu ik schuld is, dat hij altijd in vreemde landen wil u over uwe geheime informaties niet moet ronddwalen." berispen. Ik heb van mijn kant ook nu Bij deze woorden van de kleine ver- en dan een onderzoek laten instellen, en bleekte de dictator. wat ik vernam komt tamelijk wel overeen Alle vroolijkheid week uit zijne oogen. met hetgeen gij zooeven zeidet. Inderdaad, Hij stond op en wilde de kamer verlaten, de lichtzinnige Heinrich schijnt thans een De kleine Caecilia voelde, dat zij haren geheel ander mensch te zijn daarom- vader verdriet aangedaan had en knielde trent zijn mijne Romeinsche correspon- met opgeheven handjes voor hem neer denten het eens. Welaan laten wij den en vol schrik om vergeving smeekende, tijd niet vooruit loopen maar gewacht, uitroepende „Vader, lieve vader I" Schu- tot hij terugkomt Als hij hier te Zug macher bleef staan zijne lippen bewogen eveneens bewijzen van beterschap geeft, zich zenuwachtig en hij zeide tot zijn kunnen wij nog altijd zien. Wie weet? dierbaar kind, de hand liefkozend op hare Wellicht is de slotscène van den strijd blonde lokken leggende „Zizilleli, gij tusschen de „Linden" en „Harten" een zijt een braaf kind 1 Ja, geef hun de koek bruiloft de echtverbintenis van een Zur en mijn stuk ook. Och God 1 Het is toch lauben met een Schumacher Dat zou ongelukkig, dat de menschelijke gerech- dan een comedie in plaats van een drama tigheid tegelijk met de schuldigen ook zijn en in dat geval ware Kolin met zijn altijd de onschuldigen moet treffen 1" treurspel een slecht profeet."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8