HAARLEM EN DE ORDE DER BROEDERS
VAN OL. VROUW VAN DEN BERG CARMEL.
KERK EN SCHOOL
De gestigmatiseerde van
Konnersreuth.
Ik zie, hoe mijn vriend de schouders op
haalt, totdat uit de verdere beschrijving
van den weg blijkt, dat de beide apostelen,
om den hof Van Kaiphas te verlaten, een
poort gekozen hebben, welke hen tot een
kleinen omweg noort.
Het Gouden Kroningsfeest van
O. L. Vrouw in 't Zand te
Roermond.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De Midden-Europeesche Cup.
De wereldtentoonstelling
te Brussel.
Voetbalscholen in België.
VOETBAL
Haarlem wint in Apeldoorn.
N ecterl aa gwed strijd
Hiiiagom I—Hillinen I.
LAATSTE NIEUWS
De strijd om Nanking.
De 'toestand van den Sultan.
De bezetting van Rijnland.
J
De zaak Sacco en Vanzetti. 'j
(Wordt vervolgde
I
Omtrent Therese Neumann van het Bei-
ersche plaatsje Konnersreuth in de Ober-
pfalz, een eenvoudig boerenmeisje, dat
reeds sedert een jaar de H. Wondetèekenen
in haar lichaam draagt, zijn reeds verschil
lende bijzonderheden gepubliceerd.
Terwijl de Kerkelijke Overheid nog steeds
bezig is een ernstig onderzoek in te stellen,
en zij tot nog toe geen enkele uitspraak of
jnededeeling heeft gedaan, inzake de stig
matisatie, visioenen e. d. van het meisje,
wordt door een „theoloog-medewerker" van
het „Algemeen Handelsblad" de aandacht
gevestigd op een artikel van dr. Erwein
van Aretin in „Die Einkchr", bijblad der
Miinchener N. N. van 3 Aug. j.l..
De inhoud van dit hoogst belangwekkend
artikel geeft de medewerker als volgt weer:
De schrijver vertelt hoe hij door een
vriend met Therese Neumann in kennis werd
gebracht. Deze vriend was zelf geheel toe
vallig op zekéren dag in Konnersreuth aan
geland. Met eenige kennissen had hij per
auto een bezoek aan Waldsassen gebracht
en daar was men op de gedachte gekomen
het was juist Vrijdag een uitstapje te
maken naar het naburige Konnersreuth om
de wondere dingen te gaan zien, die daar
plaats vinden. Zóó was hit dan vóór meer
dan een jaar met Therese Neumann in aan
raking gekomen. Hij zag wat er geschiedde.
Hij zag ook, dat dit iets geheel anders was
dan v» at gewoonlijk nu en dan van andere
ziekelijke vrouwen verteld wordt. Sedert
dien is hij er bijna eiken Vrijdag terug
gekomen, doch eerst na het achtste bezoek
gelukte het hem een inzicht te krijgen in
hetgeen „Resl" aanschouwde.
•Nu moet men weten, zoo zegt de schrij
ver, dat deze mijn vriend onder de thans
levende kenners van het oude Oosten een
eerste plaats inneemt; dat hi; de talen, die
ten tijde van Jezus gesproken werden, in
al hare dialecten volkomen meester is; dat
hij het Palestina en zijn zeden kent als
nauwelijks een hveede en dat hem het
Jeruzalem, dat Titus verwoestte, zóó ver
trouwd is als 't overgeleverd woord en
uitgraving het slechts vertrouwd ksinnen
'maken. Dit moet men weten, zoo gaat dr.
Erwein voort, om te begrijpen, dat, waar
zulk een critisch geschoolde persoon zich
met de zaak bezig houdt, er geen sprake
kan zijn'van lichtgcloovigheid. Aan den an
deren,kant wordt het dan ook begrijpelijk,
waarom het meisje te Konnersreuth, dat tot
nu toe niemand ontmoet had, die haar ge
schiedenis beter verstond dan iedere ge
trouwe kenner der Evangeliën, haar ver
trouwen onvoorwaardelijk schonk aan den
man, die de haar bekende taal verstond,
(zij schijnt nu en dan ook Arameesche woor
den te uiten,, de taal die Jezus gesproken
heeft); die haar een verklaring gaf van de
huizen en straten, waardoor zii hem in den
geest heen voerde en die in den oho as van
het gebeurde, dat zij aanschouwde, de orde
bracht, welke zij zelf daarin aanbrengen
kon.
Gedurende zes dagen was de schrijver
dagelijks bij Therese Neumann. In zijn
bovengenoemd artikel geeft hij een beschrij
ving van het meisje en van hare stigmati-
satie, welke nauwkeurig overeenstemt met
hetgeen wij in ons vorig artikel daarom
trent hebben meegedeeld. Daarom geven wij
thans slechts een aanvulling. Uit den mond
van den dorpspastoor hoorde dr. Erwein v.
Eretin omtrent Therese het volgende: Als
de oudste van de tien kinderen van een
arm kleermakersgezin onderscheidde zich
„Resl" in geen enkel opzicht van hare mede
scholieren; ook niet wat haar vroomheid be
treft.: Later werd zij dienstbode op een
boerenhofstede, waar zij uitmuntte door
haar vlijt en geweldige lichaamskracht;
waardoor het haar niet moeilijk viel zakken
van honderd tot honderdvijftig kilo de stejje
trappen op te dragen. Bij zulk mannenwerk
overkwam haar het ongeluk, dat een keer
punt werd in haar leven. In het voorjaar
van 1918 brak in het huis van haar meester
brand uit. Bij het blussehingswerk schijnt
het meisje te zware lasten gedragen te heb
ben. Oogenschijnlijk tengevolge van de
kwetsuur van een lendewervel viel zij van
een ladder. Verlamd lag zij onbeweeglijk in
de armoedige kamer, waarin zij tegenwoor
dig nog leeft en een algeheele blindheid
aan beide oogen, in 1919, verhoogde haar
lijden tot aan de grens van het dragelijke.
In dezen tijd van gedwongen rust zou zij
dikwerf geluisterd hebben naar de vertel
lingen, welke haar o.a. van een Fransch
meisje verhaald werden, dat 24 jaar oud in
1897 in een Fransch klooster stierf. De aan
grijpende levensgeschiedenis van dit meisje
zou de zieke veel.stof tot nadenken gegeven
hebben. Tusschen de Oberpfalzische Therese
en haar gestorven Fransche naamgenoote
Therese Martin ontstond 'n geestelijke rela
tie welke te onderzoeken niet mijn taak
is, zegt de schrijver. „Als cronist, niet als
ooggetuige, deel ik mede dat de Fransche
.Therese aan de onze in herhaalde visioenen
verscheen; dat op denzelfden dag, waarop
paus Pius XI Therese Martin zalig sprak
|29 April 1924) Therese Neumann plotseling
het gezicht terugkreeg en dat op den 17 Mei
1925, op den dag der heiligverklaring van
de thans genoemde H. Theresia van het
KindekeJezus, zij kon opstaan en aan den
arm harer moeder naar de kerk l&n
loopen."
Zooals wij reeds schreven, is het feit der
stigmatisatie niet zoo zeldzaam als men
denkt, In zijn werk: „La stigmatisation et
ljextase divine" (Partijs 1894) telt Imber.t-
Gourbayre sedert Franciscus van Assisië
tot aan 1891 driehonderd eeri-en-twintig,
meer of minder volledige gevallen van stig
matisatie. Ook tegenwoordig is, behalve het
geval van Therese Neumann, nog de stigma
tisatie van een man in Italië bekend. Bij
alle zeldzaamheid en onverklaarbaarheid
ligt dus niet hierin het bijzondere van ons
geval. Ook dit is niet het eigenlijke wezen
lijke, dat de stigmatisatie zich nog nooit
zoo volledig heeft geopenbaard als juist
hier. Niet alleen vertoonen sedert den Goe
den Vrijdag van 1926 de handen en voeten
de wondeteekenen van Jezus; maar ook de
wonden van de doornenkroon zijn zichtbaar
en een grocte wonde in de zijde, welke on
geveer vijf centimeter lang is. De wonden
kwamen aan de ledematen eerst aan de
achterzijde tevoorschijn en drongen eerst
in dit jaar op Goeden Vrijdag door tot de
binnenvlakte van de handen Cn de voet
zolen. De vriend van dr. Erwein heeft' dit
proces gadegeslagen.
Het meisje, dat op de Vrijdagen blind
is, klaagde plotseling, dat iemand water in
haar handen gegoten had, en toen men
hierop haar handen nakeek, zag men, dat
deze vloeistof bloed was. Gelijktijdig waren
de wonden aan haar voeten doorgebroken.
De borstwonde bevindt zich niet. zooals biji
Jezus, aan de rchterzijde, maar aan de lin
kerzijde. Hoe diep deze wonde is. isnietvas5
te stellen. In de eerste maanden was ze
tamelijk vlak, doch in den laatstn lijl schijnt
zij veel dieper geworden, zocdat het meisje
het gevoel heeft, alsof die wond spoedig
dcor het hart heen op den rug zichtbaar
zal worden. Een krans van acht wonden
aan het hoofd noodzaakt de lijderes voort-
durr.d een hoofddoek te dragen. Aan de
oogen is in normalen toestand voor een
leek niets te zien.
Het merkwaardige is wel. dat Therese
Neumann reeds sedert jaar en dag zoo goed
a's geen voedsel meer tot zich neemt. Een
in water geweekte hostie is het eenige dat
zij nog nuttigt, Wie, zoals ik, zegt dr. Er
wein, deze heilige communie mocht bijwo
nen, weet hoeveel pijn en moeite het haar
kost «m zelfs dit quantitatieve nvnimum
door dc keel te krijgen. Volgens een ver
klaring der medische faculteit te Erlangen,
welke dit geval ernstig heeft onderzocht,
zou dit veroorzaakt worden door een ver
lamming van de sbkspieren.
De visioenen herhalen zich tegenwoordig
met de grootste regelmatigheid eiken Don
derdag nacht en duren lot Vrijdagmiddag.
Zij beginnen gewoonlijk met-den tocht van
Jezus naar Gethhsémané en eindigen met
zijn dood, 's middags ongeveer 1 uur, dus
twee uur voor het eigenlijke historische
tijdstip.
Men kan bij Therese drie verschillende
toestanden onderscheiden; le de extase,
welke alleen aan haar de kennis van en het
inzicht in de historische gebeurtenissen
verleent, welke zich om het leven van Je
zus heenspinnen; 2e. den normalen toestand
op de andere dagen en 3e. een tusschen-
toestand welke den geheelen Vrijdag duurt
en welke ook de pauzen tusschen de afzon
derlijke extasen aanvult.
De bovengenoemde Erlander-commissie
heeft, na nauwkeurig medisch onderzoek,
vastgesteld, dat het meisje niet alleen geen
spoor vertoont van eenige hysterie, maar
dat haar critische waarheidsliefde vooral
naar voren moet wmden gebracht. In dezen
normalen toestand vertelt zii van den in
houd van hare visioenen, welke zii critisch
doordenkt, op 'de meé'st eenvoudige wijze.
Geheel anders is hèt mét dén tusschen
toestand gesteld. Dan is haar gehëele intel
lect gereduceerd tot dat van een kind, dat
wel zien en hooren, maar niet combineeren
kan. De eenvoudigste begrippen kan zij
niet vatten. Alleen haar moeder, de pastoor
en de vriend van dr. Erwein krijgen van
haar een antwoord, dat zij geeft in een on-
vervalscht oberpfiilzich dialect. Wat zij in
de extase ziet, is het best te vergelijken
met een film1, waarbij weliswaar ook het
oor werkzaam is, maar de verklarende
text ontbreekt.
Bij een volledig vergeten van al het ge
leerde, neigen haar sympathiër. niet alleen
tot Pilatus, die den Heiland vriendelijk be
handelt, maar ook tot Judas. d:e den Hei
land een kus geeft. De Arameesche uitroe
pen der discipelen: „Galapa,. Galapal" (Ver
raden!) begrijpt zij niet. Haar antipathie
gaat uit naar Petrus, die met zijn zwaard
het oor van Malchus afstaat.
Aangrijpend is haar volledige onbekend
heid met hetgeen komt. Na elke extase, die
in den beginne slechts eenige minuten
duurt, gelooft zij dat Jezus zal worden vrij
gelaten en zij kan het niet begrijpen, wan
neer des schrijvers Vriend haar vertelt, wq,t
nog komt. Daar deze de woorden kent, die
zij hoort, leeft zij in de meening, dat hij
achter haar staat.
Zoo zeide zij tot hem, toen dé stoet met
den Kruisdrager bij de stadspoort kwam:
„So, jetzt, lafst zuj- Mutter (des Heilandes)'
und sagst ihr, dass sie ihn freigelassenha-
ben," En zij licudt aan dit verlangen vast,
ook nadat hij verklaard heeft, dat de men-
schen besloten hadden Jezus te dooden,
totdat zij zich eindelijk vereenigt met het
empromis: „Sagst halt, die Resl lasst ihr
sagen, dass sie ihn freilassen!"
Zelfs nog op Golgotha stelt zii zich zelf
gerust met de woorden: „Sie han ihn hah a
Bauholz raugtragen lassen!", waarbij ter
verduidelijking moet worden gezegd, dat
volgens ïhereses visioen Jezus geen
kruis maar drie losse balken draagt, die
ruw aaneengevoegd worden en wel in den
vorm van een groote Y.
-Op dubbele wijze neemt zij deel aan wat
zij ziet cn hoort.
In de eerste plaats van het „medelijden"
in den letterlijken zin des woords. Haar
lichaam voelt de geeselslagen, haar hoofd
wordt met doornen gekroond, door haar
handen boren zich de gruwelijke spijkers.
Vervolgens neemt zij er aan deel op de
wijze, waarop een boerendeern vol tempe
rament partij kiezen kan.
Dr. Erwein deelt eenige staaltjes mede,
die hij zeif meemaakte. Als de Heiland na
de geeseling naar zijn kleeren wil grijpen,
schopt een jongen ze met den voet weg.
(Deze scene schildert ook Catharina van
Emmerik, wier visioenen aan Therese Neu
mann echter ten eenenmal eonbekend zijn).
Tegen dezen ruwen kerel richt zich haar
gehceletoorn.
Nog op denzelfden middag, toen Therese
in den tusschentoestand verkeerde en des
schrijvers vriend daarover begon te spre
ken, brak deze toorn elementair-krachtig te
voorschijn, „Die Montur (Christus' kleeding)
hat den Lausbuam scho glei gar nix angan-
gen!" 1) en geen kwartier later: „Den Laus
buam hatt'i scho so gern eine runter-
ghaut!" 2).
Bijzonder drastisch is haar ergernis bij da
doornenkroning over de lieden, die aan d».
bespotting deelnemen: „Die Buam habn
nimma trunka, da sagt ma schon gsoffal" 3),
(Ook Catharina van Emmerik heeft deze
bijzonderheid).
Wanneer ik dit alles vertel, wat ik on
middellijk naast het bed van de lijderes zelf
meemaakte zoo zegt de schrijver dan
doe ik dat niet om het verschrikkelijke dat
zij moet deermaken in een komisch licht te
plaatsen, zooals het krachtige en beeldrijke
dialect voor ons helaas meestal iets ko
misch heeft. Ik geloof, dat niets zoozeer de
echtheid van het beleven en de algeheele
afwezigheid van elke „Gebcthüchphrase-
o'og e" karakteriseer^ kan. als juist deze
voorbeelden. In den normalen toestand
spreekt Therese dit dialect niet. maar juist
in dezen tusschentoestand vloeien de woor.
den zonder de controle der sohoolopvoe-
ding over haar lippen cn dit maakt op den
toeschouwer, die staat bij dit meisje, dat
blind en piet bloed overstroomt in de kus
sens ligt, een geweldigen indruk.
Ook haar gehoor is in de extase bijzon
der scherp. Toen de „trompetters", d.w.z.
de twee Romeinsche posauncnblazers die
vooraan liepen om den stoet in de drukke,
kromme stralen ruim baan te maken, erg
valsch bliezen, green zij met beide handen
naar het hoofd en het „geschepper" (ge
rammel) op het slechte plaveisel van de
twee kruisen, welke de beide moordenaars
aan ketenen achter zich aan sleenen, vindt
zij verschrikkelijk. Haar geheugen is, wat
betreft de woorden, die zij hoort, verba-
z'ngwckkend. Mijn vriend vertelde mij, dat
zij hem eens vroeg, wat toch bii de door
nenkroning de spotters den Heiland toerie
pen. Mijn vriend ken natuurlijk slechts die
Arameeijsche woorden zeggen, die in het
bijbelverhaal voorkomen. Hij geraakte ech
ter in verlegenheid, toen Resl hem vertel
de, dat zij toch nog meer gezegd hadden.
Toen zij hem dan de door haar gehoorde
Arameesche >yoqrdep. had meegedeeld, her*
kende hij daariij zeer drastische spotwoor,1
den, waarvan echter de Schrift niets ver
haalt.
De weergave der Arameesche taal door
het meisje is ook in normalen toestand nog
zóó nauwkeurig, dat mijn vriend in staat is
het Galileesche dialect van Petrus van de
zuivere Judeesche spreekwijze van Kaiphas
te onderscheiden. Behalve die van het lij
den, heeft Therese ook nog andere vi
sioenen- Ik was zelf er bij tegenwoordig:
toen Resl verhaalde van hetgeen zij in den
tijd van Pinkster-Zondag od Pinkster-
Maandag had gezien. Als voorbeeld geef ik
de schildering van de redevoering, welke
Petrus voor het Joodsche Svncdrium hield,
nadat hij de kreupele heeft genezen.
Resl verhaalde: Eerst hee.l Petrus bij het
spreken op den genczene naast zich gewe
zen, dan vcet hij met zijn rechterhand door
zijn haren cn eindelijk heeft hij met zijn
rechterhand naar den voor lom zilt ;nden
hoogcfriester gewezen. Daarbij zeide bij:
(Hier volger, ongeveer tien Arameesche
woorden). Fn het slot zijner re Ie was al
dus: (weer Arameesche woorden).
De woorden, d e Petrus sprak, toon h'.j
op zijn lechtcr wees, luidden in het D'uLsch,
zooals mijn vriend mij later zeide: „lm Na
men Jesu Christi des Nazarencrs den Ihr
gekreuzigt liabt," terwijl de slotwoorden
die waren van den verworpen hoeksteen.
(Hd. 4: 812). Hier had dus Resl de haar
onbekende woorden zeer juist gehoord bij
die handbeweging, welke door hun inhoud
wordt voorgeschreven. Petrus an Johannes
worden daarop door Kaiphas weggezonden.
Tezamen met den genezene verlaten zij den
hof. „Hij het heengaan is links v,oor de Cal
varieberg, recht voor mij de tempel," enz.
De voorbeelden, dat de antwoorden niét
aan de verwachtingen van mijn vriend be
antwoordden, kunnen gemakkelijk met vele
andere worden vermeerderd. Van suggestie
of gedachte lezen kan hier geen sprake
zijn."
De medewerker van het „Alg. Handels
blad" besluit dan:
Voor zoover het mogelijk is uit dit alles
conclusies te trekken, staat het vast, dat
deze extase kennis mededeelt, welke bij
haar draagster, noch bij eenigen getuige,
Voorhanden is.
Het meisje doet zich hier aan ons voor
als object van een andere, voor de zintui
gen niet vatbare macht. Zeer treffend is het
einde van het lijdensvis'oen. Nadat haar
moeder het bloed uit de wonden en oogen
voorzichtig heeft weggewasschen. ligt The
rese met sneeuwwit gezicht, nog altijd blind
en afgesloten van de werled. bewegingloos
in haar bed. Dan beginnen haar lippen té
spreken, een gesprek van medeliiden met
haren Heiland en dit gesprek gaat over in
een lang, innig gebed. Voor zich zelf geen
andere wensch dan te mogen sterven, al
haar bidden is voor anderen. Allés met het
kinderlijk refrein: „Aber du bist geschetter
als ich und widt's schon recht machen."
In dit eenzame tweegesprek ligt mis
schien de eenige verklaring, welke wij
menschen voor deze gebeurtenissen kunnen
geven en welke mijlen ver verwilderd is
van alle medische verklaringpogingen.
Wat zich hier onthult van het geestelijk
leven van dit boerenkind is van zulk een
heroïke grootheid, dat de egoïstische
mensch vol beschaming het hoofd moet
buigen. „Aber weisst du. wenn durch mein
armes Leiden ein paar. Leute mehr dazu
kommen. Dich zu lieben, so las® mich die
ganze Ewigkeit leiden. Tag zehnmal mehr
ieiden. Ich trag's gern."
1) Dien kwajongen ging Zijn kleeding
in 't geheel niets aan!
2). Dien kwajongen had ik toch zoo
graag een muilpeer gegeven!
3) De kerels hebben niet méér gedron
ken men kan hier wel spreken van zuipen!
De optocht weer afgelast.
De regen, die den geheelen nacht en
Zondagmorgen zoo druilerig neerviel over
Roermond is wederom spelbreker gewor
den bij de viering van het gouden kro
ningsfeest van 0. L. Vrouw in 't' Zand.
Deze vijftigjarige herdenking te Kapel in
't Zand mag niet bogen op eenige hemel-
sche medewerking, want ten tweede male
is het uittrekken van een grootsch opge
zetten optocht, ter eere van het wonder-
beeldje, uitgesteld
Het is er anders zoo mooi gemaakt
Vanaf de Kapellaan, aldus schrijft de
„Maandagmorgen", wandelt men onder een
feestbaldakijn van honderden vlaggen en
wimpels, hoekig gespannen langs de lom
merrijke boomen. Een groote eerepoort bij
den ingang der kapel geflankeerd door
vele horretjes met bloemen, die den weg
verder versieren, waarover de plechtige
stoet zou trekken. Hier ook overal een
fijn verzorgde uiting van vreugde en gods
dienstzin der bewohers. Tevens meerdere
poorten, die zijn opgericht voor het uit
trekken en het jubileerende mirakuleuze
beeldje afwachten .Maar zooals wij reeds
schreven is deze historische weergave van
opeenvolgende belangrijke leiten in de ge
schiedenis van O. L. Vrouw in t Zend
afgelast. Regen! Het traditioneel woord bij
feestelijkheden.
Toevallig regende het Zondag nu eens
niet od de uren dat de optocht kon trek
ken De wegen chter „achter de kapel"
waren zoo slecht, dat het rijden der praal
wagens èen onmogelijkheid was Toch
heerschte er drukte in het genadeoord.
Tilburgsche bedevaartgangers, Duitsche
processies, tevens aanwezig voor de St.
Bernardus-vereering, mede de vele bezoe
kers uit stad en omgeving gaven toch ca
chet en durklc Vooral in het prachtige
Kruiswegpark waar de bidgang werd ge
maakt zag 't er eebt stemmig en toch fecs-
telük uit. Ook in de kerk, waar een deftig,
moderne versiering was aangebracht voor
het hoofdaltaar is een altijddurend gaan
cn komen van Mariavereerders, zoodat het
bede huis tot 's avonds laat propvol zif.
Eveneens wordt een buitengewoon druk
gebruik gemaakt van het water uit den
put waarin Wendelinus het thans zoo innig
vereerde beeldje heeft gevonden,.
Bij de sluiting der tweede octaaf van
0. L. Vrouw op 11 Sept. a.s. is door de
regelingsommissie bepaald dat de optocht
dan doorgang zal vinden
Men herinnert zich, dat circa een maand
geleden tot het verspelen van bovengenoemde
cup besloten is. Thans hebben er twee
wedstrijden plaats gevonden. In Weenen
ontving Rapid het elftal Hajduck Spalado,
afgevaardigd uit Jugo Slowakije, welken
strijd Rapid won met 81. De tweede ont
moeting voor deze beker-competitie ging
te Praag tusschen Sparta en Admira uit
Weenen, waarin Sparta zegevierde met 51.
De ontmoetingen, werden door een be
hoorlijk aantal toeschouwers gevolgd, zoodat
ten deze opzichte de wedstrijden het be
oogde doel zullen beantwoorden. Het ver
dere deel van het bekerprogramma wordt
thans met spoed afgewerkt.
In Brussel wordt voor het jaar 1935 een
groote wereldtentoonstelling voorbereid en
reeds heden is door de regeering aan de
stad Brussel een stuk grond ter groote van
123 H.A. afgestaan. De sportbeweging is
bij deze tentoonstelling in zooverre geïnteres
seerd, dat gedurende deze periode ook bij
zondere sportontmoetingen zullen plaats
vinden. Daarom heeft men naast het ten
toonstellingsterrein een stadion geprojec
teerd, waarin men op genoemd jaar alle
sportwedstrijden van importantie wil doen
plaats vinden. Het nieuwe stadion is be
rekend om 100.000 toeschouwers te kunnen
plaatsen.
Het initiatief van den heer A. Verdijck
bondsbestuurder en bestuurslid van de
Antwerp Footballclub heeft in België reeds
navolging gevonden. Men herinnert zich,
dat de heer Verdijck reeds lang tot de con
clusie is gekomen, dat de tegenwoordige
jongelingsschap, de onderdeden van het
spel zoo slecht omvatten en ook in België
evenals trouwens bij ons zoo weinig jonge
lui aangetroffen werden, *velke men geboren
voetballers, zou kunnen noemen. Om in die
leemte te voorzien heeft de heer Verdijck
een programma uitgedacht, volgens welk
de jongste en jongeren leden, regelmatig
door de ouderen worden geoefend. Dit
initiatief wierp, aldra zooveel succes af,
dat hef Bondsbestuurslid besloot aan deze
actie ruchtbaarheid te geven. Alle Belgische
vereenigingen van importante werden ge
ïnviteerd voor een demonstratiete Brussel,
waar genoemde heer het gehcele program
ma, met de leden van de Antwerp F. C.
demonstreerde. Thans kunnen meerdere
vereenigingen op deze oefeningsmethode
terug en heeft zich als eerste aangemeld de
Racingclub Bruxelles. De heer Malevez,
lid van deze dub en bekend Belgisch scheids
rechter heeft zich met de uitvoering belast.
De rustperiode voor de voetballers wordt
steeds kleiner en dacht men vroeger niet
aan wedstrijden voor September was aange
broken, de laatste jaren beginnen de voor
bereidingen voor het nieuwe seizoen, ook
voor die vereenigingen, wier leden de zo-
mesporten beoefenen, reeds half Augustus.
Ook de roodbroeken zijn reeds druk bezig
zich voor te bereiden voor de naderende
competitie en. uit de serieuse wijze waarop
dit geschied valt op te maken, dat Haarlem
vast besloten is, een belangrijk aandeel in
dezen strijd te willen nemen. Zondag werd
een bezoek gebracht aan Apeldoorn, waar
van den oostelijken eerste-klasser Robur et
Velocitas met 30 werd gewonnen. In het
elftal ontbraken nu nog Bieshaar, Dik en D.
ïloutkooper. Ondanks den bijna voortduren-
den regenval wezd goed en enthousiast ge
speeld en de overwinning was dan ook alles
zins verdiend.
De opstelling was:
de Vries,
Cats, Moolenaars,
Goedhart, Van Daalen, Torringa,
Kammeijer, de Geus, Huisman, Levy, Fievez.
In de eerste helft is Haarlem onmiddellijk
meer in den aanval dan de gasthc^ren. Van
Daalen geeft het goede voorbeeld en de
voorhoede gaat steeds op het Robur-docl af,
waarbij de vleugelspelers den bal keurig
voorzetten, Huisman zendt een fraai schot
in, dat van den paal het veld weer inspringt.
Torringa komt in botsing en moet het veld
uit, maar kan na eenigen tijd zijn plaats
weer innemen. Bij de aanvallen van Rubur
blijkt dat dc reserve spelers Goedhart-Cats
zich uitstekend kunnen aanpassen en de
Vries wordt niet voor veel moeilijkheden ge
plaatst. Een kwartier voor de rust geeft
Levy met :een goed schot Haarlem de lei
ding. Rust 10 voor Haarlem. De tweede
helft begint met een sterker zijn van Robur.
Het schieten is echter slecht en de enkele
goede schotenworden door de Vries gestopt.
Haarlem herstelt zich dan en Van Daalen
verhoogt met een^hard schot langs den paal
de score tot 20.
Het spel gaat dan gelijk op en nadat kam
meijer eerst tegen den paal heeft geschoten,
scoort hij Haarlem's derde doelpunt. Einde
30 voor Haarlem.
Zondag. 4 September komt Robur et Velo
citas aanxden Schotcrweg een tegenbezoc
brengen.
Als om 2 uur dc heer Voogd beginnen
blaast, verschijnt Hillegom compleet, terwijl
Hillinen twee invallers telt. Hillegom wint
den toss en speelt \tegen wind in.
Het spel is'-slechts*, pénige minuten oud,
als Hillegom's linksbuiten met een mooi
schot Hill'ne's keepeer het nakijken geeft.
(1C). Bij een corner op het Killinen-doel
wordt de bal mooi voor del gepaatst en
ineens hard door F. v. d.\Loo in doel ge
schoten. Braam komt-geheel vrij voor het
Hillegom-doel, doch- schiet ver naast. Hil
linen is iets sterkersen eindelijk heeft van
Engelen succes, doer met een kalm schot
de stand op 21 te \brengen. Wanneer de
Jong no. 3 in het net schiet is er juist ge
floten voor buitenspel.
Direct na de rust is Hillegom, getseund
door de wind sterker. Hillinen's achter
hoede houdt in deze periode mooi stand.
Op flinken afstand van doel veroorzaakt
een Hillinen-speler een vrije trap. die door
de Groot prachtig ineens wordt ingescho
ten (31). Diverse corners op beide doelen
brengén geen verandering in den stand en
wanneer de scheidsrechter het einde fluit,
heeft Hillegom een verdiede overwinning
behaald op- het in de 3de klas N. V. B.
.spelende'Hillinen. De scheidsrechter, als al
tijdneutraal. liet gehcele Hillegom-team
een\pluim voor hun kunnen. Hillinen viel
tegen,uitgezonderd v. Waveren. Braam en
KeizerXDe overige,nog jonge spelers zijn
beter in'de H. V. B.^op hun plaats.
V,
A
Van Nanking tot de monding wordt hea
den gevochten tusschen Noordelijke en Zui
delijke .troepen. De Noordelijken trachten
de Zuidelijke oorlogsschepen van de bene
den Jangkse te verdrijven, om het. overste-i
ken der\rivier door de troepen van Sim Fi
Chang te vergemakkelijken. D,c Noordelijke
troepen zijn in belangrijke sterkte aange
komen bij Khinsiang op weg naar Shanghai.
De Zuidelijke troepen houdenhier evenwel
stand.
PARIJS, 22 Aug. De „Petit Parisien."
meldt uit Capablanca, dat in den toestand
van den sultan r op 19 Augustus de crisis
was ingetreden. Sindsdien is zijn gezond
heidstoestand iets verbeterd, doch hij is
nog zeer ernstig'en het gevaar is nog niet
geweken.
PARIJS, 22 Aug. Volgens de „Echo dé
Paris'' heeft de Fransche regeecing beslo
ten in het Rijnland een bezetting te hou
den van 50,000 man, in de plaats van da
55.000 man, die er op 't oogenblik zijn. De
Fransche regeering laat Engeland en België
vr hun bezettingstroepen te verminderen
in de mate, dat zij wenschelijk achten,
NEW-YORK, 22 Aug. Brandlis, rechter
van het Hoog Gerechtshof te Washington,
heeft het verzoek zijn bemiddeling te ver-
leenen, inzake de terechtstelling van Sacco
en Vanzetti, afgewezen. Een van de re
denen van deze afwijzing is, dat familie
leden van Brandlis bij de zaak zijn gein-
teresseerd, een reden, waarom hii zich daar
niet in zal mengen. De verdedigers van
Sacco en Vanzetti hebben zich onmiddel
lijk tot rechter Stone gewend, Intusschen
is een beroep gedaan op senator Borah,
om in te grijpen en met een vliegtuig dat
de verdedigers beschikbaar hebben gesteld,
naar Boston te komen Het verluidt, dat
Borah bereid is ziinAmvloed aan te wen
den voor de redding van de veroordeel
den. Indien evenwel gouverneur Fuller
geen uitstel der executie meer toestaat,
zullen zoowel de hulp1 van Stone als van
Borah te laat komen.
IL
Het Carmelgebergte, gelegen op de grens
van Samaria en Galilea, is ongeveer 30
K.M. lang en 15 K.M breed. De hoogte
van de verschillende toppen, waartusschen
de diepe dalen liggen, varieert van 150 M.
(de kaap Carmel) tot 615 M. (de plaats waar
Elias het offer opdroeg). In de krijtrotsen
bevinden zich meer dan 1000 grotten, waar
de kluizenaars hun leven in beschouwing
doorbrachten. De naam Carmel (Wijngaard
des Heeren) duidt op zijn vruchtbaarheid:
jeertijds waren er tallooze wijngaarden,
olijf- en vijgeboomen; ook nu zijn er nog
uitgestrekte bosschen van eiken, laurieren
en crebinthen en vele soorten kruidachtige
gewassen. Maar schooner d.-.n zijn stoffe
lijke tooi zou zijn geestelijke heerlijkheid
zijn; daar zou de Bloem van Carmel, c'e
H. Maagd Maria, het eerst op deze aarde
vereerd worden, en eenmaal over de ge-
heele aarde verspreid zouden de bewoners
van even zoovele Carmels den lof der lieve
Moeder zingen tot aan het einde der tijden.
Het volk en de priesters van Baal versche
nen op den Carmel. En Elias beval hun een
rund te slachten en op het altaar te leggen
zonder er vuur onder te doen. Ze riepen
hun god aan om vuur van de hemel te zen
den, maar hun smeeken bleef vruchteloos,
Baal verhoorde hen niet In den middag
riep Elias het geheele volk bij zich en
bouwde een altaar van twaalf steenen,
maakte er goten omheen, legde het hout
en het. offerdier op het altaar en liet er
driemaal vier kruiken water over gieten.
Op zijn bede zond God een bliksemstraal
en het vuur verteerde* het offervleesch cn
zelfs de steenen van het altaar. En het
volk bekeerd tot zijn God greep zelfs de
steenen van het altaar. En het volk be
keerd tot zijn God greep de afgodspries
ters en doodde hen bij de heek Cison aan
'den voet van den Carmel. Nu bad Elias ze
venmaal tot God om regen; en na het ze
vende gebed verhief zich een klein wolkje
boven de zee: de redding was nabij.
Volgens de traditie van de Orde van Car
mel, bevestigd door de getuigenis van en
kele -Heilige. 'Jladers^ o.a, de H.H. Hiero-
nymus en Ambrosius, zag Elias in dat wolk
je niet slechts de voorbode van de verlos
sing uit de tijdelijke ellende van het vo'k,
maar ook het beeld van de Vrouw in het
Paradijs beoofd, het beeld van Haar, die
den Verlosser der wereld baren zou: Elias
vereerde Maria. Daarom ook zegt de pries
ter in de prefatie van het feest der Lieve
Vrouwe van den Berg Carmel (16 Juli):
„wij danken U God, die aan den profeet
Elias door het lichte wolkje, dat van de
zee opsteeg, op wonderbare wijze de On
bevlekte Maagd Maria voorbeduid hebt cn
wildet dat Zij door de profetenzonen ver
eerd zou worden,"
Deze profetenzonen, zijn volgelingen, ver-
eenigde Elias in een kloosterlijk leven
(prefatie op het feest van onzen H. Vader
Elias, 20 Juli). Nadat zijn zending vol
bracht was, werd Elias in een wagen van
vuur levend ten hemel opgenomen, terwijl
hij met zjin mantel zijn dubbelen geest na
liet aan zijn opvolger, den profeet Eliseus
Nog eenige malen, in de 8e en 2e eeuw
voor Chr. wordt er in de H. Schrift ge-
Sproken over de profetenzonen, en ook uit
andere bronnen weten wc dat er in die
tijden een gemeenschapneli'k geestelijk le
ven geleid werd in het land der Joden.
Toen de volheid der tijden daar was wer
den Gods beloften vervuld. De H. Madrid
Maria. het.sieraad van den Carrncl, wooridc
oo slechts enkele uren afstands van den
H. Berg in haar huisje te Naza-eth. En dc
Engel kwam tot haar mot de blijde bood
schap: God werd mensch cn leefde te Nrza-
reth tot Zijn dertigste jaar. Zou de H. Fa
milie ook niet volgens de gewoonte van
hen, die nabij den Carmel woonden, op de
feestdagen; wanneer ze niet n-nr Jeruzalem
behoefde cp te »inen, den Berg .bestegen
hebben om dear God fc loven cn f» prij
zen? De traditie zegt on* dat de H. Fa
milie, teruggekeerd uit Egvnte, den weg
langs dc. zee volgend bij den Carmel kwam.
waar ze van hun vermoeiende reis u'lriist-
t enin de grot v-n Fl'ns of de Profeten
school. ep in de Brevi-r!"s$cn ma het- feest
van O, T.. Vrphv v. d Berrf C*-melJeren
we dat de kluizenaars van den Carmel het
geluk hadden met dé H. Maagd te spreken
en van haar bijzijn te genieten. P. Coleridge
S. J. schrijvend over „Onze Lieve Vrouw in
Haar eigen tijd' zegt: „Niets kan naar waar
heid de atmosfeer, om zoo te zeggen, weer
geven, waarin de Christenen van Palestina
leefden. Wij zijn er zoo aan ontwed zoo
wel aan henzelven als aan hun gedachten-
gang een plaats ai te staan in de rezks on
zer denkbeelden, dat de oude en heerlijke
overleveringen van dien tijd en dat land,
Zdoals de geschiedenis van de Ten Heme!
Opneming van Maria en die over het begin
van het godsdienstig leven op den Berg
Carmel in onze ooren klinken als waar
schijnlijke verdichtselen, terwijl ze toch in
waarheid niéts meer of minder zijp dap
overleveringen vrn treffende oudheid, on
bewezen, dat moge zijn, maar daarom nog
niet verworpen."
Bij Jezus' verheerlijking op den Thabor
was ook Elias tegenwoordig: deze heeft
toen (volgens een openbaring van de H.
Maagd aan den H. Petrus Thomas, Carme-
liet- te Avignon, later Patriarch van Kon-
stantinopel, gest 1366) van Christus het
altijddurend voortbestaan der Carmelorde
verkregen. De kluizenaars van den Car
mel waren onder de eersten, die dé pre
diking van het Evangelie aannamen. Ook
bouwden zij de eerste kerk ter eere van
dc H. Maagd cn daarom begon men hut)
den naam van Broeders der H. Maria van
den Berg Carmel te geven.
Omstreeks 320 bezocht dc ff. Helena, de
moeder van Keizer Constantijn, bet H.
T and. Zij liet o.a. een basiliek te Bethle
hem bouwen en volgens Nicephorus Cal-
lixtus in zijn Kerkelijke Geschiedenis ook
een ,.op de helling van den Berg van Elias,
den Thesbiet." Dit bouwwerk werd door de
bestrijders van onze tradities in het rlik van
dc overige z.g. Carmellegenden geplaatst,
totdat in 1913 naar aanleiding van eenige
vondsten uitgebreide opgravingen gedaan
werden, waardoor fundamenten, etc bloot
gelegd werd 'n, die volgens deskundigen,
Duitsche en Fransche archeologen, tot een
kerk u t de 4" eeuw behoord hebben. Hier
spreken dus de getuigen van steen weer
ten voordeete van onze overleveringen
evenals dc wcliswaai weinige tekstge
deelten uit oude reisverhalen. Zoo verhaalt
de mertelaar Antom-s van Flaigancc fonge-
vcer 570) in zün Ttinerarium, dat hii óp
d„ k»an Carmel een klooster bezócht, het-
vdJc bii „het kioos'cr van den profee;
Eliseus" noemt. Ook op andere plaatsen
van Palestina hadden de monniken van de
H. Maria van den Berg Carmel zich neerge
zet: o.a. te Jeruzalem, Nazareth en op. den
berg Thabor, Maar de vreedzame stilte zou
weldra verstoord worden: in het begin van
de 7e eeuw veroverden dc Perzen onder
Cosroës het H. Land, verwoestten de H.
Plaatsen en maakten zich meester van het
H Kruis. In 628 werden zij overwonnen
door Keizer Heraclius, maar reeds in 637
iagen de Mahomedanen voor Jeruzalem, na
men de stad in en breidden vandaar hun
veroveringen steeds verder uit. Ook de
Carmelbewoners hadden van hen te lijden:
ze dwongen de monniken om hun witte
mantels in gestreepte te veranderen, omdat
alleen de Saraceensche overheden zulke
witte mantels mochten dragen; verder schij
nen ze de kluizenaars, zonder twijfel uil
eerbied voor den Proféet Elias, eén tijd
lang gespaard te hebben.
In het H. Land kwam men veel in aanra
king met de Westersche pelgrims en of
schoon men den Griekschen ritus volgde,
lag Palestina toch buiten de invloedssfeer
der Patriarchen van Constantinopel, zoodat
het gevaar voor schisma al heel gering was.
Omstreeks het begin der 11e eeuw werd
de toestand voor de Palestijnsohe Christe
nen hachelijker: bittere klachten over ver
woesting en plundering kwamen naar het
Westen. Op de Synode van Clermont riep
Paus Urbanus II de Westerlingen op en
weldra trok men naar het H. Land met den
strijdkreet: „God wil het!" In 1099 werd
Jeruzalem door de kruisvaarders ingeno
men, en een groot gedeelte van Palestina
bevrijd van het geweld der Islapieten.
Vele pelgrims, getrokken door het god
vruchtig leven van de kluizenaars, zeiden
de wereld vaarwel en vereenigden z'ch met
de Carmelbewoners. Hoe prijzenswaardig
dat ook was, toch dreigde het verkeerde
gevolgen te zullen hebben, Onder die nieu
welingen waren er, die de vermaningen der
ouderen in den wind sloegen en n et leef
den Volgens hun oude gewoonten. Daarom
kwam de Patriarch 'van Antiochië, Aymc-
ricus van Malafavc geb. te T.imoges in
Frankrijk en herstelde omstreeks 1155 de
tucht onder de jongeren, vcreenigde hen in
omfuurd.e kloosters, verzamelde de voor
schriften en vertaalde die in het Latijn.
Verdér regelde hu het bestuur naar het
voorbeeld dor Westersriie kloosters. De
kluizonaats kozen rm den H Be*tho!dus,
een broeder of bloedverwant van den Pa
triarch, tot hun overste. In 1160namAyme-
rik een aantal broeders mee en gaf hun
een klooster op den Zwarten Berg bij An
tiochië. Ook werden er kloosters gesticht
op den Karantal, bij het meer van Galilea:
op het e land Cyprus, een ander op den
Carmel zelf, enz. Na den dood van den H.
Bertholdus werd de H. Brocardus van Je
ruzalem 2e Prior Generaal. Maar omdat er
nóg enkele moeiijkheden waren tengevolge
van hun veranderde levenswijze vroeg Bro
cardus met zijn monniken aan den II. Ai-
bertus, Patriarch van Jeruzalem, een regel
overeenkomstig hun gebruiken.
In 16 artikelen vatte de Patriarch nu al
les samen wat „de kluizenaars bij de bron
van Elias op den Carmelmoesten onder
houden: Onder de leiding van een Prior, die
met meerderheid Van stemmen gekozen
werd en aan wien ze gehoorzaamheid be
loofden, bleven de Broeders, ieder afzon
derlijk in of bij zijn cel, dag cn nacht in
overweging en gebed, tenzij ze door andere
rechtmatige bezigheden in beslag genomen
werden. De geletterden onder hen moesten
de getijden houden volgens de gewoonte
der Kerk: de overigen zouden een bepaald
aantal Onze Vaders bidden, (De kerkpro
vincie van Jeruzalem volgde den Gallicaan-
schen ritus, die daar na 1099 ingevoerd
werd dcor de kruisvaarders: de geschoeide
Carmeliefen volgen nu nog dezen ritus).Nie
mand zou iets in eigendom hebben, maar
alles wat hij voor zijn onderhoud noodig
had zou hij overeenkomstig zijn leeftijd en
hehoclten van den Prior of van een door
dezen aangsstelden persoon ontvangen.
Den maaltijd zouden ie afzonderlijk ge
bruiken met inachtneming van de vasten.
d:c duurde' van Kruisverheffing (14 Sept.)
tot Paschen: vlcëschspijzen mochten ze
nimmer gebruiken Zieke en zwakk* broe
ders waren evenwel hiertoe nfet ije,-o''den,
omdat nood boven de wet gaaf. lederen
morgen moesten ze samenkomen om de II.
Mis bii te. wonen in de kerk die, ind en
het mogelijk was, m'dden tusschen de cel
len gebouwd moest worden; s Zondags zou
den hun de plichten der Prceders van O. T-
Vrouw Voor óogefi gesteld worden, Dan
volgen er nog vermaningen om de geeste
lijke wapenrusting san te trekken in den
strijd t'cgc'n de hartstochten, zich riet aan
ledigheid over te geven, het stilzwijgen te
bewaren en steeds rpdqrig te ziin, hetzij
men overste of onderdaan is, en hii eindigt
met' de verzekering dat de Heer bii Ziin
twe»de komsf een extra loon niet zal ont
houden aan dengene. die n eer gedaan heeft
dan strikt plicht is. Uit dankbaarheid vie
ren de Carmelieten jaarlijks op 8 April het
feest van hem, die aan deerde den Regel
gaf, welke reeds ontelbaren tot gids strek
te in hun religieuse leven en velen tot da
eer der altaren deed komen.
In 1226 werd door Paus HonoriusilII de
regel goedgekeurd ondanks het feit dat men
meende dat op de Kluizenaars van den Berg
Carmel de 13e Canon van het 4e Concilie
van Lateranen (1215) van toepassing was;
die canon verbood het stichten van nieu
we orden. Was de orde tot nu toe in het
Westen zoo goed als onbekend geweest,
spoedig reeds zou zij er talrijke kloosters
hebben, want de toestand der Christenen
in het H. Land werd steeds kritieker en
de Carmelieten ondervonden daarvan den
terugslag. Stervend had de H, Brocardus
zijn onderdanen vermaand om den naam
van Broeders van Maria niet onverdiend te
dragen ra zijn dood. Onder zijn opvolgers,
de H. Cyrillus van Constantinopel (1231—a
1234) en den Z Bertholdus den Lombar-
diër (12341240) gingen verschillende groe
pen van Carmelieten, daartoe aangespoord
bii een verschijning van hun hemelsche Be
schermster, naar Europa. Zoo veroorloofde
in 1235 Gravin Joanna aan Peter van Cor
bie le Valenciennes in Vlaanderen „een
kerk en klooster ter eere van de H. Maagd
Mfiria" te bouwen. In 1238 werden kloosters
op S'cil'ë cn in de Provence gesticht;'! En-
"elsclm riddeïs brachten in 1241 Carmelie
ten naar Engeland mee en spoedig ver
spreidde c'c Orde zich vandaar ook in Ier
land cn Schotland. Ook in Duitschland
kwamen rr Lievevrouwebroeders met de
Kru'svn"""der- mee: in Keulen zouden ze
-eeds in 11°8 een kluizenarir betrokken
l--bbcn. P.-us Gregorius IX had de Carme-
'iclcn orc'ar de bedelorden gerangschikt,
waor-'oo- 'o de verplichting kregen om ook
n?n het zieDHieil van anderen te arbeiden.
Nada! d? Alanus de Br't in 1240 tot Ge
neraal gekozen was, breidde de Orde zich
"i»»r m~~* uit in Ftirooa: daarom werd
het volgend Generaal Kapittel in Engeland
""boude" waar Alanus opgevolgd werd door
''«n H. Simon Stock. Daar werd toén ook
besot"" om twee Broeders naar den Paus
te zenden om eenige veranderingen in den
regel te vrager»; de ondervinding had hun
geleerd dat de voorschriften in overeen
stemming gebracht moesten worden met de