Stadsnieuws. n nieuwe üerde blad. HAARLEMSCHE COURANT Donderdag 13 Oct. 1927 GEMEENTERAAD VAN HAARLEM ^een commissie wordt benoemd, om een onderzoek in te stellen naar de Gestie van den directeur van het Gasbedrijf. Een interpellatie-Peper tegen mej. Van Vliet? De Geneeskundige Dienst en opnemingen in het Gasthuis. r8 Gevonden dieren en voorwerpen. (Vervolg.) heer PEPER gelooft niet, dat de justi- Eemeentepersoneel zal oproepen. Hij lent een motie in, waarin B. en W. uitge nodigd worden, prae-advies op het ingeko-. verzoek uit te brengen, j heer KEERWOLF dient een voorstel g' waarbij de raad besluit, een bureau aan °Uw- en Woningtoezicht in te stellen, be- ast met de taak, huurders, die met onre- e''jke huuropdrijving bedreigd worden, raad en daad ter zijde te staan. Wethouder REINALDA deelt mede, dat 'n beginsel B. en W. tegen dit voorstel geen ^Waar hebben. B. en W. zullen prae-ad- les uitbrengen, over de wijze van hulpver- eening. De dienst staat de menschen al bij, °°r zoover dat kan. Wettelijke sancties heeft f*e dienst niet. Nu wil men de menschen fje'pen en daarover zal prae-advies uitge- r^cht worden. £>e heer KLEIN zegt, dat de menschen le er bij betrokken zijn, zelf een onderzoek ^enschen. Daarom is spr. voor instelling Vari zoo'n commissie. E>e heer CASTRICUM acht zoo'n locale c°mmissie ook wel noodig. Het voorstel-Peper wordt verworpen met d-8 stemmen. .Voor de leden Peper, Scholl, Castricum, ^eerwolf, Klein, Maarschall, Van Vliet en ^roenendaal. Eervol ontslag. Mevr. L. HekkelmanNijman wordt met '"gang van 1 November a.s. eervol ontslag a's onderwijzeres aan de Openbare lagere school verleend. Kas en boeken gemeente ontvanger. Medegedeeld wordt, dat kas en boeken Van den gemeente-ontvanger in orde zijn bevonden. Goedkeuring balansen. B. en W. bieden ter goedkeuring aan ba- Hnsen met winst- en verliesrekeningen van de Haarlemsche Woningstichting „Voöruit- Sang" en van de Woningbouwvereeniging "Spaarnoog." Goedgekeurd. Inbreng perceel. B. en W. stellen voor, perceel Brouwers- vaart 18 uit het gemeentelijk woningbedrijf te nemen en in te brengen in het gemeente lijk grondbedrijf. Aldus besloten. Vaststelling kohier. B. en W. bieden ter vaststelling aan het le suppletoire kohier van de zakelijke belas ting op het bedrijf, belastingjaar 1927, tot een bedrag van f 7.424,74. Aldus vastgesteld. Verandering straatnaam. B. en W. stellen voor, den naam Rozen- steeg te veranderen in den naam van „Korte Rozenstraat." Aldus besloten. Aanvaa'rding geschenk. B. en W. stellen voor, onder grooten dank te aanvaarden, ter plaatsing in het Frans Halsmuseum, het door de Vereeniging tot uitbreiding der Verzameling van Kunst-'en Oudheden, op het Gemeentelijk Museum te Haarlem, aangeboden schilderij van Isaac van Ostade (16211649), voorstellende een geslacht varken aan de leer." Onder dank aanvaard. Aankoop grond. B. en W. stellen voor, voor f 1.aan te koopen van de Woningbouwvereeniging ..Schoterbosch", strookjes grond, gelegen in voormalig Schoten ter grootte van 20 en 59 cA. Aldus besloten. B. en W. stellen voor, ,1212 M2. grond aan te koopen gelegen in de voormalige ge meente Schoten tegen f 0.80 per M2. Aldus besloten. Aankoop perceel. B. en W. stellen voor aan te koopen van J. D. Weijers, het perceel Koningstraat 8, groot 137 cA., ter uitbreiding van het Raad huis, voor f 50.000. Aldus besloten. B. en W. stellen voor tegen een prijs van f 10.000 te koopen perceelen aan het Zuider- Buiten-Spaarne en aan de Dubbele Buurt resp. groot 48, 50, 54 en 76 c.A. Aldus besloten. Verpachting recht van aanplakken. B. en W. vragen machtiging aan A. Russ Voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Oct. het uitsluitend recht van aanplakken te ver- leenen. De machtiging wordt verleend. Inrichting Kindertehuis. B. en W. vragen een crediet van f 4.500 voor inrichting en stoffeering van het Kin dertehuis in het Stads Armen- en Zieken huis. KK$Ü Het crediet wordt verleend. Afwijking bepalingen Drankwet. B. en W. vragen machtiging af te wijken, van het bfpaalde in artikel 1 en 2 der veror dening ingevolge art. 35, 2e lid der Drank wet ten aanzien van het door het door J. van der Horst gevraagde verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank in de beneden lokaliteit van het perceel aan de Paul Krugerkade No. 37. De machtiging wordt verleend met 2711 stemmen. Kwijtschelding overboe kingsbedragen. B. en W. stellen voor, afwijzend te be schikken op het verzoek van S. L. Blom en Tj. de Vries,' om geheele of gedeeltelijke kwijtschelding, van overboekingsbedragen. De heer KLEIN gelooft niet, dat de ge meente verantwoordelijk gesteld moet wor den voor het niet kunnen bouwen wegens vorst en de niet-medewerking van de Tram- Mij. voor ophooging der rails. Spr. is dus voor het voorstel van B. en W., maar hij acht het niet juist, dat in dergelijke gevallen voor een heel jaar erfpacht betaald moet worden. Wethouder REINALDA antwoordt, dat ileze zaak overwogen zal wordendoor B. en W. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Verbetering wegbedek- king. B. en W. stellen voor, hen te machtigen, de bestrating vóór de scholen Anthonie- straat 28 en Anthoniestraat 12, alsmede op de bestrating vóór de scholen voor gewoon lager onderwijs No. 11 en 12 aan de Spaarn- wouderstraat No. 12, een gedruischdempend dek z.g. Goudalibeton, ter dikte van 3 cM. te doen aanbrengen. De daaraan verbonden kosten zijn ge raamd op f 3.8C0 Tevens vragen zij een crediet van f2000 aan om op de geruischlooze bestrating in de Maerten van Heemskerkstraat een deklaagje Goudalitebeton van pl.m. 2 cM. te laten aanbrengen. De heer VAN KESSEL wijst er op, dat de aangebrachte bestrating in de Maerten van Heemskerkstraat niet goed is geweest. Nu wil men weer een proef met een wegdek nemen en alzoo doet men opnieuw een sprong in het duister. Laat men wat meer geld ge ven en dan kan men een nieuwe goede be-" strating aanleggen. Laten B. en W. voor- loopig deze voordracht terug nemen. De heer MIEZéRUS gelooft ook, dat het voorstel niet voldoende is. De bestrating is volgens dit voorstel niet afdoende. Spr. stelt daarom voor, B, en W. te machtigen, onder de geruischlooze bestrating aan te leggen een gewalste of beton-onderlaag. De heer KLEIN SCHIPHORST is van oordeel, dat men in deze wereld van nieuwe vindingen ook eens iets moet wagen. Daarom is spr. voor het voorstel van B. en W, De heer VAN KESSEL wijst op de doel matigheid van toepassing van topeca. Wethouder REINALDA zet uiteen, dat gestreefd wordt naar het maken van een goed bovenbed, zonder toepassing van ge walste of betonnen onderlaag. Topeca-we gen zijn niet zoo geschikt voor veel rijver- keer. Nu wordt proef genomen met een systeem, dat uitzicht biedt op een goede bestrating. De herstellingskosten aan de geruisch looze bestrating in de Maerten van Heems kerkstraat worden verricht voor rekening der maatschappij, welke haar maakte. In Zeist heeft deze bestrating goed voldaan. Onderzocht wordt, wat de oorzaak is, dat zij in Haarlem niet voldaan heeft. De heer MIEZéRUS is overtuigd, dat ook de nieuwe bestrating geen succes zal op leveren. De f 4.000 voor de bestrating in de Maerten van Heemskerkstraat zijn wegge gooid geld. De heer VAN DE KAMP wil één straat als stalenkaart gebruiken: 10 M. Goudali tebeton, 10 M. topeca, enz. Dan nemen wij een eerlijken proef. Wethouder REINALDA wijst er op, dat Haarlem topeca gebruikt op wegen met ge walst of beton onderbed. Hier is echter sprake van een tijdelijke voorziening en daarom achten B. en W. de voorgestelde op lossing het beste. Het systeem van Bloe- mendaal zal niet overal in Haarlem gevolgd kunnen worden, want in Haarlem danst men, bij wijze van spreken, hier en daar op het veem. De heer SCHOLL zou ook voor de andere openbare scholen deze bestrating willen aan brengen. Wethouder REINALDAzegt dit namens B. en W. toe. Het voorstel-Miezérus wordt met 326 stemmen verworpen. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Verbetering voetpaden. B. en W. vragen een crediet van f 10.000 aan ter verbetering der voetpaden in^het geannexeerde gebied van Heemstede. De heer DE BREUK heeft met verbazing gelezen in de toelichting van B. en W., dat bedoelde trottoirs zoo slecht zijn. Hij heeft de zaak onderzocht en er bestaat daar geen noodtoestand. Deze uitgave behoeft niet gedaan te worden zij is niet noodig. De heer KEESEN had verwacht, dat B. en W. meer aandacht zouden schenken aan de groote verkeerswegen. De VOORZITTER wijst er op, dat men bij dit voorstel moet blijven. De heer KLEIN SCHIPHORST meent, dat nagegaan moet worden, of de bestrating opzettelijk heeft is verwaarloosd.,Dan moeten die f 10.000 maar afgetrokken worden van de aan Heemstede toe te kennen schadeloos stelling. De heer VAN KESSEL acht uitstel van de zaak gewenscht. In Januari bijv. heeft men de meeste werkloozen. Beter is het, de zaak op de volgende begrooting te plaatsen. Kan dit niet, dan zou spr. meer menschen daar te werk willen stellen. De heer JOOSTEN heeft den indruk, dat dit voorstel er meer een is van financieele politiek. Spr. gelooft niet, dat deze zaak het meest noodig is. Spr. zou het niet af keuren, als men den menschen daar eens wat meer gaf dan anderen,omdat men hen graag in Haarlem houdt. Nu spr. den heer De Breuk heeft gehoord, gelooft hij niet, dat dit dan resultaat zou hebben en daarom is hij tegen het voorstel. De VOORZITTER merkt op, dat er vele klachten uit dit gedeelte zijn gekomen. In alle trottoirs zijn veel grove steenen ge bracht, zoodat schoffelen niet mogelijk is. Eenzelfde plaveisel moet gelegd worden als op de voetpaden ter zijde van de Dreef. Nu de heer De Breuk aldus heeft gesproken, hij, die geroepen is, om het eerst de belangen van dit gedeelte te behartigen, nemen B. en Wi hun voorstel terug. Vefbetering Amsterdam- schevaart. B. en W. stellen voor Medte te werken aan de verbetering van het gedeelte van den rijksweg van Haarlem naar Amsterdam, loopende van het begin punt bij de Amsterdamsche Poort af tot aan hectometerpaal 5.75, overeenkomstig het door den Rijkswaterstaat ontworpen plan; den grond en het te dempen gedeelte van de Amsterdamsche Vaart, noodig voor de verbetering van dit gedeelte van den Rijksweg HaarlemAmsterdam, kosteloos aan het Rijk in eigendom over te dragen; voor de uitvoering van werken aldaar hun een crediet van f 7.600 te verleenen. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Ophalen huisvuil. B. en W. vragen machtiging, met het ge meentebestuur van Haarlemmerliede en Spaarnwoude een overeenkomst aan te gaan betreffende het ophalen van huisvuil. De machtiging wordt verleend. Voorziening behoefte aan schoolruimte. B. en W. stellen voor te bepalen, dat het aantal 7-klassige scholen der gemeente voor gewoon L. O. met één zal worden ver meerderd over te' gaan tot de aanschaffing van een verplaatsbare houten hulpschool met 7 lokalen, en als plaats aan te wijzen een ter rein ten Oosten van den Rijksstraatweg een crediet van f 275.beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van eenige veranderingen in deze lokalen. De heer SCHOLL vindt, dat B. en W. wel wat erg sober geweest zijn met hun ad vies op zijn voorstel, betreffende het nemen van maatregelen tot het in gebruik nemen van een schoolgebouw in het noord-oostelijk deel der gemeente. Spr. vraagt nadere in lichtingen. De heer PEPER meent, dat meer spoed betracht had moeten worden met dit voor stel. Er zijn veel kinderen in het noord oostelijk deel der stad, vanwaar spr. niet weet, waar zij gebleven zijn. Als er noodtoestand is bij het openbaar onderwijs, kan men maat regelen nemen, dat die noodtoestand niet rooter wordt. Wethouder BRUCH antwoordt, dat zoo spoedig mogelijk een school in het noord oostelijk deel der stad zal verrijzen. Echter is niet te Zeggen wanneer, want de goedkeu ring van Ged. Statfen is nog niet afgekomen. Bij de begrooting zal verschijnen het prae- advies inzake de stichting van een school in Amsterdamsche buurt. Spr. beantwoordt verder den heer Peper, waarbij hij opmerkt, dat niemand een der gelijke toeneming van leerlingen tijdens den cursus heeft kunnen voorzien. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Invoering Montessori- methode. B. en W. stellen voor, afwijzend te be schikken op het verzoek van A. Mars en anderen tot het doorvoeren van de „Montes- sorie-leermethode" voorloopig ook aan één school voor gewoon lager onderwijs. De heer SCHOLL acht den tijd heel gunstig, nu een proef te nemen, vooral nu de ingezetenen er zelf om vragen. Spr. dient een voorstel in, waarbij de raad B. en W. uitnoodigt, voor de begrooting van 1928 met daartoe strekkende voorstellen te komen. De heer VISSER gaat mede met het voor stel van B. en W. Men moet voorzichtig zijn met het nemen van proeven in verkeerde richting. In onderwijskringen heerscht geen eenstemmigheid over de invoering van Mon- tessori-onderwijs. Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM vereenigt zich met het voorstel van B. en W., thans niet over te gaan tot invoering van dit onderwijs. Met de argumenten van B. en W. 'vereenigt spr. zich echter niet. Op het oogenblik zijn er slechts weinig goede leerkrachten op Montessori-onderwijs- gebied. Spr. wijst op enkele plaatsen in Ne derland. Om die reden is zij voor het besluit van B. en W. Niet is gebleken, dat het Mon- tessori-onderwijs zooveel duurder is dan ander onderwijs. Spr. vraagt, of B. en W. zich niet zullen beroepen op dit afwijzend besluit, als uit onderwijskringen zelf belangstelling begint te bestaan voor dit onderwijs. Wethouder BRUCH geeft toe, dat men het nemen vara proeven op opvoedkundig gebied ,kan verdedigen. Echter kan ook niemand beweren, dat het Montessori- onderwijs het volmaaktste is. Een proefneming zou door vele ingezetenen verlangd moeten worden wetenschappelijk zou zij voorbereid moeten zijn en dat wat practisch er van bekend is, gunstig moeten stemmen; en ten slotte zou de financieele regeling te rijmen moeten zijn met den stand der gemeentekas. Aan de eerste voorwaarde is voldaan. Wat de tweede betreft, in Amsterdam bijv. bestaat niet veeLenthousiasme voor de zaak. Er moet veel geestdrift zijn ook en vooral van onderwijszijde. De derde voorwaarde besprekend, merkt spr. op, dat het nemen van een paedagogische proef nu niet nuttig en noodzakelijk beschouwd dan in het licht der financiën. Spr... gelooft, dat daarom de proef thans niet genomen mag worden. Een van de eerste gevolgen der proefneming zou zijn, dat de gemeente ook de opleiding op zich zou moe ten nemen en straks voor het middelbaar onderwijs. En die opleiding moet men niet op zich nemen, als eerst nog een proef met het onderwijs zelf moet genomen worden. De opleiding is ook rijkstaak. Spr. wijst er verder op, dat in Utrecht de regeling zeer kostbaar is. Mevr. -MAARSCHALL is van meening, dat, wanneer het voorstel van B. en W. aan genomen wordt, de heele Montessori-metho- de van de baan is. Spr. is niet zoo'n voor standster van dit onderwijs, maar waarom verzetten B. en W. zich, nu door zoove.e ouders invoering van dit onderwijs gevraag" worden? Waarom moet gewacht worden, tot ook nog van andere zijde een verzoek komt? Wethouder BRUCH ontkent de conse quentie van het feit, dat, nu voor voorberei dend L. O. Montessori-onderwijs ingevoerd is, dit ook voor L. O. moet komen. rf°e dichter men bij de maatschappij komt, hoe verder men van het Montessori-onderwijs moet blijven. Daarenboven moeten ook de ouders medewerken en dan krijgt men straks het verschijnsel, dat ook den ouders Montessori-onderwijs gegeven moet worden. Spr. gelooft niet, dat een gevraagde proef neming bij het lager onderwijs noodig 13 De motie-Scholl wordt verworpen ®e' 2513 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de communist. Het voorstel van B. en W. wordt dan aan genomen. Benoemin6cn* De heer SCHOLL wijst er op, dat bij de voordracht voor de benoeming van een tijde lijk onderwijzer aan den Vervolgcursus 2 het advies van den inspecteur is gevolgd, en niet van het hoofd der school. Spr. vraagt inlichtingen hierover. Wethouder BRUCH meent, dat men niet dogmatisch moet zijn bij benoemingen. Sor. zet uiteen, hoe de aanhaneise zaak zich voorgedaan heeft. De geschiktste was de jongste. De stukken zijn naar den inspecteur gestuurd en deze meende, dat voorgedragen moest worden degene, die veel eerder ge solliciteerd had en reeds werkzaam was ge weest. De man had ook meer dienstjaren en dat is tenslotte de geheele zaak. Daarom is deze voordracht ingediend. Benoemingeii. Benoemd worden tot tijd. directeur aan het laboratorium voor pathologische bac teriologie, J. van Konijnenburg; tijd. leeraar aan de Hoogere Burgerschool B met 5-j. c. A. Tol tijd. leeraar aan de Avond-chool voor Nij verheidsonderwijs, G. I. Klesser; tijd. leeraren Avondschool voor Handels onderwijs B. Buis, P. J. van Hofwegen, L. J. F. van der Meulen, G. H. Wamelink en G. Beun; tijd. onderwijzer aan den Vervolgcursus No. 2, J. H. Killing. Bij de laatste benoeming verkreeg de heer Kuling 20 stemmen en de heer Munnik 17 stemmen Ondersteuning van een gezin. De heer PEPER heeft een motie inge diend, waarbij Mej. Van Vliet uitgenoodigd wordt, haar mandaat als lid van het Burger lijk Armbestuur ter beschikking van den raad te stellen. Spr. heeft zich van beide zijden laten in lichten en zijn voorstel gaat nu niet tegen het Burgerlijk Armbestuur, maar tegen hét lid mej. Van Vliet. Ert is een gezin, bestaande uit zieken, dat jarenlang gesteund wordt door het Burgerlijk Armbestuur. De man mag niet werken, de vrouw gaat, om iets te verdienen, eens per week uit werken. De Geneeskutftlige Dienst heeft haar opgedra gen, meer werkhuizen te zoeken. Toen zij dit weigerde, omdat dit haar dood zou be- teekenen, is haar steun door het B.A. ver laagd van f7 tot f2.50. Toen spr. aan kon toonen door middel van het Consultatie bureau, dat van genezing geen sprake was, heeft men f 3.50 toegekend. Men heeft de vrouw als een stuk vee tweemaal in één maand gekeurd. Men heeft het gezin op allerlei wijzen gemarteld. De man had in een jaar geen last van zijn kwaal (bloedspuwin gen) gehad, en nu heeft zich dit de vorige week weer voorgedaan. Het is niet onmoge lijk, dat dit een gevolg is van de handelwijze van het Burgerlijk Armbestuur. Mr. Heer- kens Thijssen heeft gezegd, dat steun ver leend zou worden, als mej. Van Vliet maar toestemde. Er Wordt gehumd. De heer PEPER: „Wie humt daar? Je moest je schamen, Joosten." De heer JOOSTEN: „Schaam jij je maar eerst." De beer OVERSTEEGEN: „Jij hebt geen schaamtegevoel!" De heer PEPER gaat verder met de uit eenzetting van de zaak, waarbij hij uitlegt, dat door bemiddeling van mt. Heerkens Thijssen het gezin van de St. Vincentius- Vereeniging f 1 per week krijgt. Dat ver zacht de schuld van mej. Van Vliet niet. Spr. begrijpt mej. Van Vliet niet, die is socialiste, arbeidster-vrouw. Men stoot er zich aan, dat er in het gezin geraniums voor de ramen staan; dat de man een fiets in elkaar geknutseld heeft voor zijn zoon. Maar het gezin is niet bepaald arm lastig. De vrouw is in een weeshuis opgevoed en in het eerste jaar van haar huwelijk begon de man aan bloedspuwingen te lijden. Men hoeft geen socialiste of vrouw te zijn, om dan de zachtere gevoelens te laten spreken. De stommiteit van verlaging der ondersteu ning is begaan, door de wangunst der buren. Spr. heeft nog nooit bij het B.A. zoo op onverzettelijkheid gestuit als nu bij mej. Van Vliet. Alle factoren zijn voor het gezin en daarom acht spr. mej. Van Vliet niet meer geschikt voor haar taak. Wethouder HEERKENS THIJSSEN be antwoordt de interpellatie als voorzitter van het B.A. De heer Peper heeft zich tot hem gewend, maar toen heeft spr. niet gezegd, dat een wijziging in de ondersteuning van mej. Van Vliet af zou hangen. Integendeel dat hangt van het geheele B.A, f. Spr. acht het niet juist, individueele ge vallen in den raad ter sprake te brengen. Het B.A. oordeelt zelfstandig en als een beslissing gesanctionneerd is door het geheele B.A., is de zaak beslist. Wel kan in het algemeen de gestie van het B.A. besproken worden. Spr. heeft minutieus de zaak laten onder- Zoeken door den Armenraad. Hij heeft zich de rapporten laten voorleggen en toen heeft het B.A. de geheele regeling gesanctionneerd. Spr. wil niet verder op de individueele kwes tie zelf ingaan. De heer OVERSTEEGEN vindt het ge heele B.A. een zwijnenstal. (Protesten in den raad). De VOORZITTER dreigt, den heer Over steegen het woord te ontnemen. De heer OVERSTEEGEN meent, dat men schandaaltjes verbergt. Het B.A. kweekt misdadigers. Als mej. Van Vliet deugt voor de autoriteiten, dan deugt zij niet voor de werkloozen. Zoo is het met allen. De heer JOOSTEN acht het moeilijk, be paalde gevallen te behandelen. Heeft de heer Peper duidelijk aangetoond, dat op een an dere dan de gebruikelijke wijze de werk wijze van het B.A. toegepast is? Geen kwes tie van en daarom wil spr. niet op de zaak ingaan. Men wil mej. Van Vliet nu voor de balie brengen. Spr. verheugt zich, dat mr. Heer kens Thijssen reeds verklaard heeft, dat steunverleening niet van mej. Van Vliet af- hangt' Het geheele B.A. is verantwoordelijk. Spr. gelooft niet, dat de heer Pepej de noodige objectiviteit heeft betracht. Hij ge bruikt alle gelegenheden, de S.D.A.P. een bak te zetten en dat meent spr. ook hierin te Zien. Toen de raad de verrassing kreeg in den persoon van den heer Oversteegen, heeft spr. gedacht, of het wat zou worden. Maar nadat kennis met hem gemaakt is, heeft spr. ge zegd: „Dat loopt los." De heer Oversteegen heeft buiten den raad een grooten mond, maar in den raad is hij voorloopig nog ver legen. Nu krijgt men, dat de heeren Peper die niet verlegen is in den raad, en Oversteegen tegen elkaar gaan opbieden. De laatste heeft laatst verrast met een flesch met levend goed en dat moest nu overdon derd worden door een soc.-dem. lid van het B,A. te wippen. De heer Peper heeft gedreigd, dat er herrie van de zaak zou komen, maar mej. Van Vliet wenscht niet te doen, wat hij wil, maar wat zij wil. Spr. vindt het onhebbelijk, dat de heer Peper gezegd heeft, dat, als het gezin ge holpen zou worden zooals de heer Peper wenschte, hij op behandeling der interpel latie geen prijs stelde. Dan was mej. Van Vliet dus wel geschikt geweest voor B. A. Sor. vindt dat veel od chantaee liiken. Om al deze redenen meent spr., dat er geen reden is, een lid van het B. A. uit te noodigen, zijn zetel ter beschikking te stellen. Mej. VAN VLIET wil ook geen indivi dueele gevallen in het openbaar behandelen. De heer Peper heeft haar wel 6 7 maal bezocht en advies gegeven met de bedrei ging, dat, als zij zijn zin niet deed, „er herrie van kwam." Maar spr. gaat nooit voor een bedreiging van den heer Peper uit den weg en zal doen, wat zij meent, dat gedaan moet worden. De heer LOERAKKER meerit, dat men niet voor deze motie kan stemmen. Behan delt men dit geval, dan zou elk geval spart behandeld moeten worden. De heer PEPER erkent het recht, dat de heer Joosten heeft, op de liederlij kste manier iemands bedoelingen verdacht te maken en zijn eigen karakter zoo vlekkeloos mogelijk voor te stellen. Spr. vraagt zich af, wat hij gedreigd heeft en waarin hij eigenlijk chan tage gepleegd heeft. Hij heeft slechts ge vraagd, een stommiteit te herstellen. Spr. laat zich niet beïnvloeden bij zijn handelingen ter wille van welk politiek partijtje ook. Een voorstel van den VOORZITTER, de discussies te sluiten, wordt verworpen met 2018 stemmen. De heer VISSER stelt voor, aan het Bur gerlijk Armbestuur nadere inlichtingen te vragen over dit geval. De heer KOPPEN bespreekt de moeilijk heid van armenzorg, welke zorg vooral moeilijk is voor de S.D.A.P. Het is voor den heer Peper gemakkelijk, critiek uit te oefenen, omdat hij in geen enkele commissie zitting neemt. De S.D.A.P. meent, dat mej. Van Vliet haar taak als lid van het B. A. goed vervult. Eenige jaren geleden zijn ook dreigemen ten geuit jegens den heer J. H. Visser. Dat geval is te vinden in het verslag der raads vergadering van 16 Augustus 1923, waarin ook eenzelfde geval is behandeld. De heer WOLZAK wijst er op, dat mej. Van Vliet in vele gevallen gaat boven den norm, gesteld door het B. A. Haar werk zaamheden worden op hoogen prijs gesteld door het B. A. Het B. A. heeft de beslissing genomen en draagt de verantwoordelijkheid, zoodat de heer Peper dus het geheele Arm bestuur moet uitnoodigen, af te treden. De heer GERRITSZ vraagt zich af, of in afwijking van de normen van het B. A. niet juist is gehandeld. Gebleken is, dat hiervan geen sprake is. De chantage van den heer Peper blijkt uit den geschreven brief, waarin hij zegt, dat hij de zaak niet ter sprake zal brengen, als hij voor Woensdag zijn zin krijgt. De heer PEPER „In jullie belang, stommerds. Chantage? Jullie zijn eerroo- vers. Jullie met je uitgestreken gezichten dur ven mij van chantage te beschuldigen De VOORZITTER: „Mijnheer Peper, ik roep u tot de orde. Dit is niet de gewone wijze van behandeling in den raad hier." De heer PEPER: „Dat weet ik wel. Ik treed ook anders nooit zoo op, maar tegen hen met hun uitgestreken gezichten treed ik wel aldus op. Het zijn eerroovers." De VOORZITTER dreigt den heer Peper den raad te zullen voorstellen, hem uit de vergadering te laten verwijderen, als hij aldus doorgaat. De heer GERRITSZ begrijpt, dat de heer Peper bedoelt, dat de S.D.A.P. bang moet zijn voor haar kiezers. De heer PEPER: „Voor de arbeiders." De discussies worden gesloten. Het voorstel-Visser wordt verworpen met 353 stemmen .Voor de Chr.-Hist. De motie-Peper wordt niet gesteund. Het Rembrandt-theater Behandeld worden de reeds gepubliceerde vragen van den heer VISSER inzake het Rembrandt-theater. Wethouder REINALDA deelt mede, dat ten slotte toestemming is verleend voor den bouw. Moeilijk is het, uit te maken, wat de meest mooie oplossing is. B, en W. waren echter niet tevreden en van de zijde van den eigenaar van het gebouw is medewerking verkregen, om den leelijken gevel zooveel mogelijk te verbeteren. Uit deze procedure blijkt, de moeilijkheid van het waken voor het behouden van stads- schoon en het niet te ontsieren door anderen bouw. Er zal moeten komen een commissie van deskundigen, die advies uitbrengt over dergelijke zaken. Opneming in het Gasthuis. Mevr. MAARSCHALL had gevraagd, of het regel was, aan woonwagenbewoonsters e.d. geen ziekenhuisverpleging toe te staan voor een normale verlossing; wie daarin de beslissing neemt en ot de Geneeskundige Dienst het recht heeft, de opneming te wei geren. De VOORZITTER beantwoordt de eer ste vraag ontkennend. Personen, die be schikken over één vertrek, worden voor een bevalling opgenomen in een ziekenhuis. Sinds medio 1922 zijn 3 verzoeken namens woonwagenbewoonsters om opneming inge komen en alle 3 zijn toegestaan. Het onderzoek geschiedt door een zuster van maatschappelijk werk, die de kwestie voorlegt aan den directeur van den genees kundigen dienst. De laatste vraag wordt ontkennend be antwoord. In het bewuste geval had de man geen voorzorgsmaatregelen genomen. Hij bracht de vrouw per handwagen naar het Gasthuis. Er was geen medische indicatie. Het gehos op de handkar heeft de bevalling bespoedigd. Mevr. MAARSCHALL merkt op, dat geen onderzoek naar den woningtoestand in gesteld was. De woning was gelijk een zwij nenstal. De man bracht de vrouw in een hittewagen naar het Gasthuis, waar de dokter haar wilde opnemen. Een gemeentelijke ge neeskundige adviseerde echter, de vrouw per auto terug te brengen naar het woon wagenkamp, omdat men anders het geheele woonwagenkamp op zijn dak kreeg. De man heeft weliswaar niet tijdig gewaarschuwd, doch spr. vindt de gevolgde handelwijze toch onverantwoordelijk. Spr. hoopt, dat zoo iets zich niet meer zal voordoen. De VOORZITTER zet uiteen, dat de man zich niet beroepen had op de onge schiktheid van zijn woonwagen, welke 4 bij 2% M. afmetingen had. Hij is aan het Gast huis gekomen en heeft gezegd: „Die vrouw moet bevallen en dat zal hier gebeuren." Spr. leest het rapport van den directeur van den Geneeskundigen Dienst voor, waar uit blijkt, dat het medisch mogelijk geoor deeld werd, de vrouw per auto naar het woonwagenkamp terug te brengen. De man weigerde en zeide, dat, als de vrouw niet in het Gasthuis mocht bevallen, het maar op straat moest gebeuren. De man heeft toen met den hittewagen rond gereden, want kwart over 5 is hij met de vrouw op den hitte wagen in het Kenaupark gezien. Daarna is hij naar het Politiebureau gegaan. Mevr. MAARSCHALL schaamt zich. dat j men durft beweren, dat de woonwagen goed j genoeg was voor een bevalling, ook al is er 1 schuld bij de menschen zelf. Spr. blijft er bij, dat de Gen. Dienst niet juist gehandeld heeft. De heer PEPER acht het uitgebrachte rap port, door den voorzitter voorgelezen, vol onjuistheden. De bevalling kon niet geschie den in den woonwagen, ook al, omdat er drie kleine kinderen in woonden. De man heeft door de stad gekard, om de woning van de vroedvrouw te zoeken, doch kon haar niet vinden. De heer KLEIN deelt namens vele poli tieke vrienden mede, een woonwagen geen plaats te achten voor eed bevalling. Echter blijkt in dit geval, dat de schuld verreweg voor het grootste deel bij den man berust. Dr. ADRIAN acht de zaak van den kant der gemeente formeel in orde. De man heeft niet gedaan, wat hij doen moest. Hij ging met zijn vrouw door de stad rijden. Er is dus schuld aan de zijde van den man, die niet naar huis reed en de vroedvrouw ontbood. Spr. vindt echter, dat een medicus van het Gasthuis persoonlijk een besluit moet kun nen nemen. Dan moet hij zelfs niet eens den Geneesk. Dienst op behoeven te bellen. Die bevoegdheid moet eigenlijk elk ziekenhuis hebben. De heer GERRITSZ wijst er op, dat het er om gaat, dat de vrouw terug verwezen is naar den woonwagen, zonder dat een onder zoek ingesteld is naar die plaats. Uit geea' enkel woord is gebleken, dat er iets gehaperd, heeft. Men stelt alles als goed voor en dat is niet zoo. Het gaat in dergelijke gevallen niet om verordeningen, maar om het in toe passing brengen van* menschelijkheid. Qe VOORZITTER antwoordt, dat hij het vraagstuk der onmiddellijke hulpver leening nog eens in de commissie zal brengen. De man heeft niet verklaard, dat zijn wagen ongeschikt was voor bevalling en daarom kan spr. den doktoren van den Ge neeskundigen Dienst geen enkel verwijt maken. Mevr. MAARSCHALL is van meening, dat de Geneeskundigen Dienst voldoende den toestand van woonwagens kent. De discussies worden gesloten. Blindenzorg. De heer VAN LIEMT informeert naar het onderzoek betreffende blindenzorg in deze gemeente. Wethouder BRUCH antwoordt, dat de zaak onderzocht is, voorstellen reeds zijn in gediend en waarschijnlijk reeds in de vol gende vergadering behandeld zullen kunnen worden. Noodwoningen. De heer LOERAKKER vraagt spoedige opruiming der noodwoningen aan de Ged. Schalkburgergracht. Wethouder REINALDA antwoordt, dat getracht zal worden, deze woningen zoo spoe dig mogelijk op te ruimen. Vergadering Gemeenteraad. De heer GERRITSZ stelt voor, 26 Octo ber opnieuw te vergaderen ter behandeling van de verdere agendapunten. Wethouder SLINGENBERG ontkent de bevoegdheid van den raad, om te bepalen, wanneer de raad bijeen moet komen. De VOORZITTER zegt toe, zooveel mo gelijk met de wenschen van den raad reke ning te zullen houden. De heer CASTRICUM had alsnog vragen ingediend, wat B. en W. genoopt hadden tot opzegging der overeenkomsten met de zie kenfondsen en hoe het staat met de overeen komst tusschen de gemeente en het zieken fonds der Ned. Spoorwegen, doch deze vra gen zullen in een volgende vergadering be antwoord worden. Hierna wordt de vergadering gesloten. HAARLEMSCHE POSTZEGELBEURS Men schrijft ons: Naar ons gebleken is heeft een vorige mededeeling dat voor het verkoopen op de Haarlemsche Postzegel Beurs de toestemming van het Bestuur noo dig is eenig misverstand gewekt. Sommigen n.l. zijn van meening dat men op de beurs alleen maar kan komen om te koopen, doch dat verkoopen feitelijk onmo gelijk is. Niets is minder waar. Het zal niemand ge weigerd worden om zijne dubbele zegels ter beurse te verkoopen of om een restant op te rtrimen. Slechts van hen, die zullen blijken poor- nameLijk verkooper te zijn, zal verlangd wor den, dat zij als lid van de Haarlemsche Post- zegelbeurs zullen toetreden, daar het onbil lijk zou zijn dat slechts enkelen voor de on vermijdelijke onkosten zouden moeten op komen en anderen zonder eenige kosten of risico daarvan zouden profiteeren. Zooals men weet wordt de Beurs iederen Maandagavond gehouden in het gebouw van den Haarlemschen Kegelbond. Terug te bekomen bij: B. Bergman, Rijksstraatweg 91, armband; C. de Rooij, Eendrachtstraat 12. armband; S. Banning, Van Marumstraat 10. collier; J. Bouwman, Gen. Bothastraat 113. dop van carburator; A. J. Veltkamp, Nic. Beets- straat 13, omslagdoek; Versteeg, Linscho- tenstraat 30 etui; W. van der Vliet, M. van Heemskerkstraat 77, foto's; C. van Roon, Leidschestraat 73, glassnijder; C. van Dam, Amsterdamstraat 56, glacé heerenhand schoen; H. Bellergert, Colensostraat 50, hon denbelastingpenning; M. v. d. Werve, v. Os- tadestraat 2, kinderhandschoen: M. Schakel. Kruisweg 4, poes; Glerum, Oost Zaanen- laan 21, poes, Kennel „Fauna"; A. Meijer, Groote Houtstraat 13, damesparaplui; H. Hirs, Hodsonstraat 1, rijwielbel. merk in étui; R. Wilkes, Oranjeboomstraat 167, idem F. Geldringa, Spieringerweg 57, Vijfhuizen idem; T. Marténs, Rijnegomlaan 12, Aer- denhcut, idem; G. van Slooten, Spiegel str. 8, idem in étui; W. J. Koster. Bisschop Ottosir. 1/, ring; C. van Dam. AmiSterdam- straat 56, rozenkrans; H. Kooten. Colensostr, 40, rijwielbel. merk in étui; M. Wetter, v trspionckweg 73, kinderschoentje; J. B. bchrcinders, Harmenjansweg 82e, idem; H. ■scheerling Bantamstr. 34, kinderschoentje; •j Van ^eursen. Esschiilderslraat 39 rd., mem; Leauteaud Colensostraat 60, steiger- touw; J. Drogtrop, Begijnhof 2. damestasch- je; Langerak, Raamsteeg 19d. R, K. Cate chismus; C. Willekes. Oranjeboomstr. .167, collier en kettinkje; J. Spanjaard. Leeuwe rikstraat 14, Herdershond; K. Lahaise, Hoo- gewoerdstr. 23, dames armbandhorloge; Po litiebureau, Smedestraat, bruin glacé hand schoen; L. Roeland, v. O. de Bruynstr. 157, zwart konijn; De Jong, Oostvest. woonschip grijs poesje, Politiebureau Smedestr., zwart poesje, Bosman, Iepenlaan 1, Bl'daal, zw.- w"te poes, allen „Fauna"; Brugwachter, Melkbrug, ktndermanleltje; W. de Nijs, Spie gelstraat 21r. rijiwielbel. merk; Th. Visser, Brederodestraat 2, idem; Boeree. Ripperda- park 27, idem; J. Konings, Roosveldstraat 3, rozenkrans; Ekster Hofdijkplein 4. slinger en sleutel van een klok; J, ten Bosch, Klein Heiligland 71 r., tasch m. inh.; J. Houweljng Saenredamstraat 32, idem; J. de Ruiter, Kloosterstraat 67 z., actetasch; Brugwachter Melkbrug, dameszak met inhoud. .i-SiP

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9