Stadsnieuws.
n nieuwe
üerde blad.
HAARLEMSCHE COURANT
Donderdag 13 Oct. 1927
GEMEENTERAAD VAN HAARLEM
^een commissie wordt benoemd, om een onderzoek in te stellen naar de
Gestie van den directeur van het Gasbedrijf. Een interpellatie-Peper
tegen mej. Van Vliet? De Geneeskundige Dienst en opnemingen in het
Gasthuis.
r8
Gevonden dieren en voorwerpen.
(Vervolg.)
heer PEPER gelooft niet, dat de justi-
Eemeentepersoneel zal oproepen. Hij
lent een motie in, waarin B. en W. uitge
nodigd worden, prae-advies op het ingeko-.
verzoek uit te brengen,
j heer KEERWOLF dient een voorstel
g' waarbij de raad besluit, een bureau aan
°Uw- en Woningtoezicht in te stellen, be-
ast met de taak, huurders, die met onre-
e''jke huuropdrijving bedreigd worden,
raad en daad ter zijde te staan.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
'n beginsel B. en W. tegen dit voorstel geen
^Waar hebben. B. en W. zullen prae-ad-
les uitbrengen, over de wijze van hulpver-
eening. De dienst staat de menschen al bij,
°°r zoover dat kan. Wettelijke sancties heeft
f*e dienst niet. Nu wil men de menschen
fje'pen en daarover zal prae-advies uitge-
r^cht worden.
£>e heer KLEIN zegt, dat de menschen
le er bij betrokken zijn, zelf een onderzoek
^enschen. Daarom is spr. voor instelling
Vari zoo'n commissie.
E>e heer CASTRICUM acht zoo'n locale
c°mmissie ook wel noodig.
Het voorstel-Peper wordt verworpen met
d-8 stemmen.
.Voor de leden Peper, Scholl, Castricum,
^eerwolf, Klein, Maarschall, Van Vliet en
^roenendaal.
Eervol ontslag.
Mevr. L. HekkelmanNijman wordt met
'"gang van 1 November a.s. eervol ontslag
a's onderwijzeres aan de Openbare lagere
school verleend.
Kas en boeken gemeente
ontvanger.
Medegedeeld wordt, dat kas en boeken
Van den gemeente-ontvanger in orde zijn
bevonden.
Goedkeuring balansen.
B. en W. bieden ter goedkeuring aan ba-
Hnsen met winst- en verliesrekeningen van
de Haarlemsche Woningstichting „Voöruit-
Sang" en van de Woningbouwvereeniging
"Spaarnoog."
Goedgekeurd.
Inbreng perceel.
B. en W. stellen voor, perceel Brouwers-
vaart 18 uit het gemeentelijk woningbedrijf
te nemen en in te brengen in het gemeente
lijk grondbedrijf.
Aldus besloten.
Vaststelling kohier.
B. en W. bieden ter vaststelling aan het le
suppletoire kohier van de zakelijke belas
ting op het bedrijf, belastingjaar 1927, tot
een bedrag van f 7.424,74.
Aldus vastgesteld.
Verandering straatnaam.
B. en W. stellen voor, den naam Rozen-
steeg te veranderen in den naam van „Korte
Rozenstraat."
Aldus besloten.
Aanvaa'rding geschenk.
B. en W. stellen voor, onder grooten dank
te aanvaarden, ter plaatsing in het Frans
Halsmuseum, het door de Vereeniging tot
uitbreiding der Verzameling van Kunst-'en
Oudheden, op het Gemeentelijk Museum
te Haarlem, aangeboden schilderij van Isaac
van Ostade (16211649), voorstellende een
geslacht varken aan de leer."
Onder dank aanvaard.
Aankoop grond.
B. en W. stellen voor, voor f 1.aan te
koopen van de Woningbouwvereeniging
..Schoterbosch", strookjes grond, gelegen
in voormalig Schoten ter grootte van 20 en
59 cA.
Aldus besloten.
B. en W. stellen voor, ,1212 M2. grond aan
te koopen gelegen in de voormalige ge
meente Schoten tegen f 0.80 per M2.
Aldus besloten.
Aankoop perceel.
B. en W. stellen voor aan te koopen van
J. D. Weijers, het perceel Koningstraat 8,
groot 137 cA., ter uitbreiding van het Raad
huis, voor f 50.000.
Aldus besloten.
B. en W. stellen voor tegen een prijs van
f 10.000 te koopen perceelen aan het Zuider-
Buiten-Spaarne en aan de Dubbele Buurt
resp. groot 48, 50, 54 en 76 c.A.
Aldus besloten.
Verpachting recht van
aanplakken.
B. en W. vragen machtiging aan A. Russ
Voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Oct.
het uitsluitend recht van aanplakken te ver-
leenen.
De machtiging wordt verleend.
Inrichting Kindertehuis.
B. en W. vragen een crediet van f 4.500
voor inrichting en stoffeering van het Kin
dertehuis in het Stads Armen- en Zieken
huis. KK$Ü
Het crediet wordt verleend.
Afwijking bepalingen
Drankwet.
B. en W. vragen machtiging af te wijken,
van het bfpaalde in artikel 1 en 2 der veror
dening ingevolge art. 35, 2e lid der Drank
wet ten aanzien van het door het door J. van
der Horst gevraagde verlof voor den verkoop
van alcoholhoudenden drank anderen dan
sterken drank in de beneden lokaliteit van
het perceel aan de Paul Krugerkade No. 37.
De machtiging wordt verleend met 2711
stemmen.
Kwijtschelding overboe
kingsbedragen.
B. en W. stellen voor, afwijzend te be
schikken op het verzoek van S. L. Blom en
Tj. de Vries,' om geheele of gedeeltelijke
kwijtschelding, van overboekingsbedragen.
De heer KLEIN gelooft niet, dat de ge
meente verantwoordelijk gesteld moet wor
den voor het niet kunnen bouwen wegens
vorst en de niet-medewerking van de Tram-
Mij. voor ophooging der rails. Spr. is dus
voor het voorstel van B. en W., maar hij acht
het niet juist, dat in dergelijke gevallen voor
een heel jaar erfpacht betaald moet worden.
Wethouder REINALDA antwoordt, dat
ileze zaak overwogen zal wordendoor B. en W.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Verbetering wegbedek-
king.
B. en W. stellen voor, hen te machtigen,
de bestrating vóór de scholen Anthonie-
straat 28 en Anthoniestraat 12, alsmede op
de bestrating vóór de scholen voor gewoon
lager onderwijs No. 11 en 12 aan de Spaarn-
wouderstraat No. 12, een gedruischdempend
dek z.g. Goudalibeton, ter dikte van 3 cM.
te doen aanbrengen.
De daaraan verbonden kosten zijn ge
raamd op f 3.8C0
Tevens vragen zij een crediet van f2000
aan om op de geruischlooze bestrating in de
Maerten van Heemskerkstraat een deklaagje
Goudalitebeton van pl.m. 2 cM. te laten
aanbrengen.
De heer VAN KESSEL wijst er op, dat
de aangebrachte bestrating in de Maerten
van Heemskerkstraat niet goed is geweest.
Nu wil men weer een proef met een wegdek
nemen en alzoo doet men opnieuw een sprong
in het duister. Laat men wat meer geld ge
ven en dan kan men een nieuwe goede be-"
strating aanleggen. Laten B. en W. voor-
loopig deze voordracht terug nemen.
De heer MIEZéRUS gelooft ook, dat het
voorstel niet voldoende is. De bestrating is
volgens dit voorstel niet afdoende. Spr. stelt
daarom voor, B, en W. te machtigen, onder
de geruischlooze bestrating aan te leggen een
gewalste of beton-onderlaag.
De heer KLEIN SCHIPHORST is van
oordeel, dat men in deze wereld van nieuwe
vindingen ook eens iets moet wagen. Daarom
is spr. voor het voorstel van B. en W,
De heer VAN KESSEL wijst op de doel
matigheid van toepassing van topeca.
Wethouder REINALDA zet uiteen, dat
gestreefd wordt naar het maken van een
goed bovenbed, zonder toepassing van ge
walste of betonnen onderlaag. Topeca-we
gen zijn niet zoo geschikt voor veel rijver-
keer.
Nu wordt proef genomen met een systeem,
dat uitzicht biedt op een goede bestrating.
De herstellingskosten aan de geruisch
looze bestrating in de Maerten van Heems
kerkstraat worden verricht voor rekening
der maatschappij, welke haar maakte. In
Zeist heeft deze bestrating goed voldaan.
Onderzocht wordt, wat de oorzaak is, dat zij
in Haarlem niet voldaan heeft.
De heer MIEZéRUS is overtuigd, dat
ook de nieuwe bestrating geen succes zal op
leveren. De f 4.000 voor de bestrating in de
Maerten van Heemskerkstraat zijn wegge
gooid geld.
De heer VAN DE KAMP wil één straat
als stalenkaart gebruiken: 10 M. Goudali
tebeton, 10 M. topeca, enz. Dan nemen wij
een eerlijken proef.
Wethouder REINALDA wijst er op, dat
Haarlem topeca gebruikt op wegen met ge
walst of beton onderbed. Hier is echter
sprake van een tijdelijke voorziening en
daarom achten B. en W. de voorgestelde op
lossing het beste. Het systeem van Bloe-
mendaal zal niet overal in Haarlem gevolgd
kunnen worden, want in Haarlem danst
men, bij wijze van spreken, hier en daar op
het veem.
De heer SCHOLL zou ook voor de andere
openbare scholen deze bestrating willen aan
brengen.
Wethouder REINALDAzegt dit namens
B. en W. toe.
Het voorstel-Miezérus wordt met 326
stemmen verworpen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Verbetering voetpaden.
B. en W. vragen een crediet van f 10.000
aan ter verbetering der voetpaden in^het
geannexeerde gebied van Heemstede.
De heer DE BREUK heeft met verbazing
gelezen in de toelichting van B. en W., dat
bedoelde trottoirs zoo slecht zijn. Hij
heeft de zaak onderzocht en er bestaat daar
geen noodtoestand. Deze uitgave behoeft
niet gedaan te worden zij is niet noodig.
De heer KEESEN had verwacht, dat B.
en W. meer aandacht zouden schenken
aan de groote verkeerswegen.
De VOORZITTER wijst er op, dat men
bij dit voorstel moet blijven.
De heer KLEIN SCHIPHORST meent,
dat nagegaan moet worden, of de bestrating
opzettelijk heeft is verwaarloosd.,Dan moeten
die f 10.000 maar afgetrokken worden van de
aan Heemstede toe te kennen schadeloos
stelling.
De heer VAN KESSEL acht uitstel van
de zaak gewenscht. In Januari bijv. heeft
men de meeste werkloozen. Beter is het, de
zaak op de volgende begrooting te plaatsen.
Kan dit niet, dan zou spr. meer menschen
daar te werk willen stellen.
De heer JOOSTEN heeft den indruk,
dat dit voorstel er meer een is van financieele
politiek. Spr. gelooft niet, dat deze zaak
het meest noodig is. Spr. zou het niet af
keuren, als men den menschen daar eens
wat meer gaf dan anderen,omdat men hen
graag in Haarlem houdt. Nu spr. den heer
De Breuk heeft gehoord, gelooft hij niet,
dat dit dan resultaat zou hebben en daarom
is hij tegen het voorstel.
De VOORZITTER merkt op, dat er
vele klachten uit dit gedeelte zijn gekomen.
In alle trottoirs zijn veel grove steenen ge
bracht, zoodat schoffelen niet mogelijk is.
Eenzelfde plaveisel moet gelegd worden als
op de voetpaden ter zijde van de Dreef. Nu
de heer De Breuk aldus heeft gesproken,
hij, die geroepen is, om het eerst de belangen
van dit gedeelte te behartigen, nemen B. en
Wi hun voorstel terug.
Vefbetering Amsterdam-
schevaart.
B. en W. stellen voor
Medte te werken aan de verbetering van
het gedeelte van den rijksweg van Haarlem
naar Amsterdam, loopende van het begin
punt bij de Amsterdamsche Poort af tot aan
hectometerpaal 5.75, overeenkomstig het
door den Rijkswaterstaat ontworpen plan;
den grond en het te dempen gedeelte
van de Amsterdamsche Vaart, noodig voor
de verbetering van dit gedeelte van den
Rijksweg HaarlemAmsterdam, kosteloos
aan het Rijk in eigendom over te dragen;
voor de uitvoering van werken aldaar
hun een crediet van f 7.600 te verleenen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Ophalen huisvuil.
B. en W. vragen machtiging, met het ge
meentebestuur van Haarlemmerliede en
Spaarnwoude een overeenkomst aan te gaan
betreffende het ophalen van huisvuil.
De machtiging wordt verleend.
Voorziening behoefte aan
schoolruimte.
B. en W. stellen voor te bepalen, dat het
aantal 7-klassige scholen der gemeente
voor gewoon L. O. met één zal worden ver
meerderd
over te' gaan tot de aanschaffing van een
verplaatsbare houten hulpschool met 7
lokalen, en als plaats aan te wijzen een ter
rein ten Oosten van den Rijksstraatweg
een crediet van f 275.beschikbaar te
stellen voor het aanbrengen van eenige
veranderingen in deze lokalen.
De heer SCHOLL vindt, dat B. en W.
wel wat erg sober geweest zijn met hun ad
vies op zijn voorstel, betreffende het nemen
van maatregelen tot het in gebruik nemen
van een schoolgebouw in het noord-oostelijk
deel der gemeente. Spr. vraagt nadere in
lichtingen.
De heer PEPER meent, dat meer spoed
betracht had moeten worden met dit voor
stel. Er zijn veel kinderen in het noord
oostelijk deel der stad, vanwaar spr. niet weet,
waar zij gebleven zijn. Als er noodtoestand
is bij het openbaar onderwijs, kan men maat
regelen nemen, dat die noodtoestand niet
rooter wordt.
Wethouder BRUCH antwoordt, dat zoo
spoedig mogelijk een school in het noord
oostelijk deel der stad zal verrijzen. Echter
is niet te Zeggen wanneer, want de goedkeu
ring van Ged. Statfen is nog niet afgekomen.
Bij de begrooting zal verschijnen het prae-
advies inzake de stichting van een school
in Amsterdamsche buurt.
Spr. beantwoordt verder den heer Peper,
waarbij hij opmerkt, dat niemand een der
gelijke toeneming van leerlingen tijdens den
cursus heeft kunnen voorzien.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Invoering Montessori-
methode.
B. en W. stellen voor, afwijzend te be
schikken op het verzoek van A. Mars en
anderen tot het doorvoeren van de „Montes-
sorie-leermethode" voorloopig ook aan één
school voor gewoon lager onderwijs.
De heer SCHOLL acht den tijd heel
gunstig, nu een proef te nemen, vooral nu
de ingezetenen er zelf om vragen. Spr. dient
een voorstel in, waarbij de raad B. en W.
uitnoodigt, voor de begrooting van 1928 met
daartoe strekkende voorstellen te komen.
De heer VISSER gaat mede met het voor
stel van B. en W. Men moet voorzichtig zijn
met het nemen van proeven in verkeerde
richting. In onderwijskringen heerscht geen
eenstemmigheid over de invoering van Mon-
tessori-onderwijs.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM
vereenigt zich met het voorstel van B. en
W., thans niet over te gaan tot invoering
van dit onderwijs. Met de argumenten van
B. en W. 'vereenigt spr. zich echter niet.
Op het oogenblik zijn er slechts weinig
goede leerkrachten op Montessori-onderwijs-
gebied. Spr. wijst op enkele plaatsen in Ne
derland. Om die reden is zij voor het besluit
van B. en W. Niet is gebleken, dat het Mon-
tessori-onderwijs zooveel duurder is dan
ander onderwijs.
Spr. vraagt, of B. en W. zich niet zullen
beroepen op dit afwijzend besluit, als uit
onderwijskringen zelf belangstelling begint
te bestaan voor dit onderwijs.
Wethouder BRUCH geeft toe, dat men
het nemen vara proeven op opvoedkundig
gebied ,kan verdedigen. Echter kan ook
niemand beweren, dat het Montessori-
onderwijs het volmaaktste is.
Een proefneming zou door vele ingezetenen
verlangd moeten worden wetenschappelijk
zou zij voorbereid moeten zijn en dat wat
practisch er van bekend is, gunstig moeten
stemmen; en ten slotte zou de financieele
regeling te rijmen moeten zijn met den stand
der gemeentekas.
Aan de eerste voorwaarde is voldaan.
Wat de tweede betreft, in Amsterdam bijv.
bestaat niet veeLenthousiasme voor de zaak.
Er moet veel geestdrift zijn ook en vooral
van onderwijszijde.
De derde voorwaarde besprekend, merkt
spr. op, dat het nemen van een paedagogische
proef nu niet nuttig en noodzakelijk
beschouwd dan in het licht der financiën.
Spr... gelooft, dat daarom de proef thans
niet genomen mag worden. Een van de eerste
gevolgen der proefneming zou zijn, dat de
gemeente ook de opleiding op zich zou moe
ten nemen en straks voor het middelbaar
onderwijs. En die opleiding moet men niet
op zich nemen, als eerst nog een proef met
het onderwijs zelf moet genomen worden.
De opleiding is ook rijkstaak. Spr. wijst er
verder op, dat in Utrecht de regeling zeer
kostbaar is.
Mevr. -MAARSCHALL is van meening,
dat, wanneer het voorstel van B. en W. aan
genomen wordt, de heele Montessori-metho-
de van de baan is. Spr. is niet zoo'n voor
standster van dit onderwijs, maar waarom
verzetten B. en W. zich, nu door zoove.e
ouders invoering van dit onderwijs gevraag"
worden? Waarom moet gewacht worden,
tot ook nog van andere zijde een verzoek
komt?
Wethouder BRUCH ontkent de conse
quentie van het feit, dat, nu voor voorberei
dend L. O. Montessori-onderwijs ingevoerd
is, dit ook voor L. O. moet komen. rf°e
dichter men bij de maatschappij komt, hoe
verder men van het Montessori-onderwijs
moet blijven. Daarenboven moeten ook de
ouders medewerken en dan krijgt men
straks het verschijnsel, dat ook den ouders
Montessori-onderwijs gegeven moet worden.
Spr. gelooft niet, dat een gevraagde proef
neming bij het lager onderwijs noodig 13
De motie-Scholl wordt verworpen ®e'
2513 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de
communist.
Het voorstel van B. en W. wordt dan aan
genomen.
Benoemin6cn*
De heer SCHOLL wijst er op, dat bij de
voordracht voor de benoeming van een tijde
lijk onderwijzer aan den Vervolgcursus 2
het advies van den inspecteur is gevolgd,
en niet van het hoofd der school. Spr. vraagt
inlichtingen hierover.
Wethouder BRUCH meent, dat men niet
dogmatisch moet zijn bij benoemingen.
Sor. zet uiteen, hoe de aanhaneise zaak
zich voorgedaan heeft. De geschiktste was de
jongste. De stukken zijn naar den inspecteur
gestuurd en deze meende, dat voorgedragen
moest worden degene, die veel eerder ge
solliciteerd had en reeds werkzaam was ge
weest. De man had ook meer dienstjaren en
dat is tenslotte de geheele zaak. Daarom is
deze voordracht ingediend.
Benoemingeii.
Benoemd worden tot tijd. directeur aan
het laboratorium voor pathologische bac
teriologie, J. van Konijnenburg;
tijd. leeraar aan de Hoogere Burgerschool
B met 5-j. c. A. Tol
tijd. leeraar aan de Avond-chool voor Nij
verheidsonderwijs, G. I. Klesser;
tijd. leeraren Avondschool voor Handels
onderwijs B. Buis, P. J. van Hofwegen, L.
J. F. van der Meulen, G. H. Wamelink en
G. Beun;
tijd. onderwijzer aan den Vervolgcursus
No. 2, J. H. Killing.
Bij de laatste benoeming verkreeg de heer
Kuling 20 stemmen en de heer Munnik 17
stemmen
Ondersteuning van een
gezin.
De heer PEPER heeft een motie inge
diend, waarbij Mej. Van Vliet uitgenoodigd
wordt, haar mandaat als lid van het Burger
lijk Armbestuur ter beschikking van den
raad te stellen.
Spr. heeft zich van beide zijden laten in
lichten en zijn voorstel gaat nu niet tegen
het Burgerlijk Armbestuur, maar tegen hét
lid mej. Van Vliet. Ert is een gezin, bestaande
uit zieken, dat jarenlang gesteund wordt
door het Burgerlijk Armbestuur. De man
mag niet werken, de vrouw gaat, om iets te
verdienen, eens per week uit werken. De
Geneeskutftlige Dienst heeft haar opgedra
gen, meer werkhuizen te zoeken. Toen zij
dit weigerde, omdat dit haar dood zou be-
teekenen, is haar steun door het B.A. ver
laagd van f7 tot f2.50. Toen spr. aan kon
toonen door middel van het Consultatie
bureau, dat van genezing geen sprake was,
heeft men f 3.50 toegekend. Men heeft de
vrouw als een stuk vee tweemaal in één
maand gekeurd. Men heeft het gezin op
allerlei wijzen gemarteld. De man had in een
jaar geen last van zijn kwaal (bloedspuwin
gen) gehad, en nu heeft zich dit de vorige
week weer voorgedaan. Het is niet onmoge
lijk, dat dit een gevolg is van de handelwijze
van het Burgerlijk Armbestuur. Mr. Heer-
kens Thijssen heeft gezegd, dat steun ver
leend zou worden, als mej. Van Vliet maar
toestemde.
Er Wordt gehumd.
De heer PEPER: „Wie humt daar? Je
moest je schamen, Joosten."
De heer JOOSTEN: „Schaam jij je maar
eerst."
De beer OVERSTEEGEN: „Jij hebt
geen schaamtegevoel!"
De heer PEPER gaat verder met de uit
eenzetting van de zaak, waarbij hij uitlegt,
dat door bemiddeling van mt. Heerkens
Thijssen het gezin van de St. Vincentius-
Vereeniging f 1 per week krijgt. Dat ver
zacht de schuld van mej. Van Vliet niet.
Spr. begrijpt mej. Van Vliet niet, die is
socialiste, arbeidster-vrouw.
Men stoot er zich aan, dat er in het gezin
geraniums voor de ramen staan; dat de man
een fiets in elkaar geknutseld heeft voor zijn
zoon. Maar het gezin is niet bepaald arm
lastig.
De vrouw is in een weeshuis opgevoed en
in het eerste jaar van haar huwelijk begon
de man aan bloedspuwingen te lijden. Men
hoeft geen socialiste of vrouw te zijn, om
dan de zachtere gevoelens te laten spreken.
De stommiteit van verlaging der ondersteu
ning is begaan, door de wangunst der buren.
Spr. heeft nog nooit bij het B.A. zoo op
onverzettelijkheid gestuit als nu bij mej. Van
Vliet. Alle factoren zijn voor het gezin en
daarom acht spr. mej. Van Vliet niet meer
geschikt voor haar taak.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN be
antwoordt de interpellatie als voorzitter van
het B.A. De heer Peper heeft zich tot hem
gewend, maar toen heeft spr. niet gezegd,
dat een wijziging in de ondersteuning van
mej. Van Vliet af zou hangen.
Integendeel dat hangt van het geheele B.A,
f.
Spr. acht het niet juist, individueele ge
vallen in den raad ter sprake te brengen. Het
B.A. oordeelt zelfstandig en als een beslissing
gesanctionneerd is door het geheele B.A., is
de zaak beslist. Wel kan in het algemeen de
gestie van het B.A. besproken worden.
Spr. heeft minutieus de zaak laten onder-
Zoeken door den Armenraad. Hij heeft zich
de rapporten laten voorleggen en toen heeft
het B.A. de geheele regeling gesanctionneerd.
Spr. wil niet verder op de individueele kwes
tie zelf ingaan.
De heer OVERSTEEGEN vindt het ge
heele B.A. een zwijnenstal. (Protesten in den
raad).
De VOORZITTER dreigt, den heer Over
steegen het woord te ontnemen.
De heer OVERSTEEGEN meent, dat
men schandaaltjes verbergt. Het B.A. kweekt
misdadigers. Als mej. Van Vliet deugt voor
de autoriteiten, dan deugt zij niet voor de
werkloozen. Zoo is het met allen.
De heer JOOSTEN acht het moeilijk, be
paalde gevallen te behandelen. Heeft de heer
Peper duidelijk aangetoond, dat op een an
dere dan de gebruikelijke wijze de werk
wijze van het B.A. toegepast is? Geen kwes
tie van en daarom wil spr. niet op de zaak
ingaan.
Men wil mej. Van Vliet nu voor de balie
brengen. Spr. verheugt zich, dat mr. Heer
kens Thijssen reeds verklaard heeft, dat
steunverleening niet van mej. Van Vliet af-
hangt'
Het geheele B.A. is verantwoordelijk.
Spr. gelooft niet, dat de heer Pepej de
noodige objectiviteit heeft betracht. Hij ge
bruikt alle gelegenheden, de S.D.A.P. een
bak te zetten en dat meent spr. ook hierin te
Zien.
Toen de raad de verrassing kreeg in den
persoon van den heer Oversteegen, heeft spr.
gedacht, of het wat zou worden. Maar nadat
kennis met hem gemaakt is, heeft spr. ge
zegd: „Dat loopt los." De heer Oversteegen
heeft buiten den raad een grooten mond,
maar in den raad is hij voorloopig nog ver
legen. Nu krijgt men, dat de heeren Peper
die niet verlegen is in den raad, en
Oversteegen tegen elkaar gaan opbieden.
De laatste heeft laatst verrast met een flesch
met levend goed en dat moest nu overdon
derd worden door een soc.-dem. lid van het
B,A. te wippen.
De heer Peper heeft gedreigd, dat er
herrie van de zaak zou komen, maar mej.
Van Vliet wenscht niet te doen, wat hij wil,
maar wat zij wil.
Spr. vindt het onhebbelijk, dat de heer
Peper gezegd heeft, dat, als het gezin ge
holpen zou worden zooals de heer Peper
wenschte, hij op behandeling der interpel
latie geen prijs stelde. Dan was mej. Van
Vliet dus wel geschikt geweest voor B. A.
Sor. vindt dat veel od chantaee liiken.
Om al deze redenen meent spr., dat er
geen reden is, een lid van het B. A. uit te
noodigen, zijn zetel ter beschikking te stellen.
Mej. VAN VLIET wil ook geen indivi
dueele gevallen in het openbaar behandelen.
De heer Peper heeft haar wel 6 7 maal
bezocht en advies gegeven met de bedrei
ging, dat, als zij zijn zin niet deed, „er herrie
van kwam." Maar spr. gaat nooit voor een
bedreiging van den heer Peper uit den weg
en zal doen, wat zij meent, dat gedaan moet
worden.
De heer LOERAKKER meerit, dat men
niet voor deze motie kan stemmen. Behan
delt men dit geval, dan zou elk geval spart
behandeld moeten worden.
De heer PEPER erkent het recht, dat de
heer Joosten heeft, op de liederlij kste manier
iemands bedoelingen verdacht te maken en
zijn eigen karakter zoo vlekkeloos mogelijk
voor te stellen. Spr. vraagt zich af, wat hij
gedreigd heeft en waarin hij eigenlijk chan
tage gepleegd heeft. Hij heeft slechts ge
vraagd, een stommiteit te herstellen.
Spr. laat zich niet beïnvloeden bij zijn
handelingen ter wille van welk politiek
partijtje ook.
Een voorstel van den VOORZITTER, de
discussies te sluiten, wordt verworpen met
2018 stemmen.
De heer VISSER stelt voor, aan het Bur
gerlijk Armbestuur nadere inlichtingen te
vragen over dit geval.
De heer KOPPEN bespreekt de moeilijk
heid van armenzorg, welke zorg vooral
moeilijk is voor de S.D.A.P. Het is voor den
heer Peper gemakkelijk, critiek uit te oefenen,
omdat hij in geen enkele commissie zitting
neemt. De S.D.A.P. meent, dat mej. Van
Vliet haar taak als lid van het B. A. goed
vervult.
Eenige jaren geleden zijn ook dreigemen
ten geuit jegens den heer J. H. Visser. Dat
geval is te vinden in het verslag der raads
vergadering van 16 Augustus 1923, waarin
ook eenzelfde geval is behandeld.
De heer WOLZAK wijst er op, dat mej.
Van Vliet in vele gevallen gaat boven den
norm, gesteld door het B. A. Haar werk
zaamheden worden op hoogen prijs gesteld
door het B. A. Het B. A. heeft de beslissing
genomen en draagt de verantwoordelijkheid,
zoodat de heer Peper dus het geheele Arm
bestuur moet uitnoodigen, af te treden.
De heer GERRITSZ vraagt zich af,
of in afwijking van de normen van het B. A.
niet juist is gehandeld. Gebleken is, dat
hiervan geen sprake is.
De chantage van den heer Peper blijkt
uit den geschreven brief, waarin hij zegt,
dat hij de zaak niet ter sprake zal brengen,
als hij voor Woensdag zijn zin krijgt.
De heer PEPER „In jullie belang,
stommerds. Chantage? Jullie zijn eerroo-
vers. Jullie met je uitgestreken gezichten dur
ven mij van chantage te beschuldigen
De VOORZITTER: „Mijnheer Peper,
ik roep u tot de orde. Dit is niet de gewone
wijze van behandeling in den raad hier."
De heer PEPER: „Dat weet ik wel. Ik
treed ook anders nooit zoo op, maar tegen
hen met hun uitgestreken gezichten treed
ik wel aldus op. Het zijn eerroovers."
De VOORZITTER dreigt den heer Peper
den raad te zullen voorstellen, hem uit de
vergadering te laten verwijderen, als hij aldus
doorgaat.
De heer GERRITSZ begrijpt, dat de
heer Peper bedoelt, dat de S.D.A.P. bang
moet zijn voor haar kiezers.
De heer PEPER: „Voor de arbeiders."
De discussies worden gesloten.
Het voorstel-Visser wordt verworpen met
353 stemmen .Voor de Chr.-Hist.
De motie-Peper wordt niet gesteund.
Het Rembrandt-theater
Behandeld worden de reeds gepubliceerde
vragen van den heer VISSER inzake het
Rembrandt-theater.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
ten slotte toestemming is verleend voor den
bouw. Moeilijk is het, uit te maken, wat de
meest mooie oplossing is. B, en W. waren
echter niet tevreden en van de zijde van den
eigenaar van het gebouw is medewerking
verkregen, om den leelijken gevel zooveel
mogelijk te verbeteren.
Uit deze procedure blijkt, de moeilijkheid
van het waken voor het behouden van stads-
schoon en het niet te ontsieren door anderen
bouw. Er zal moeten komen een commissie
van deskundigen, die advies uitbrengt over
dergelijke zaken.
Opneming in het Gasthuis.
Mevr. MAARSCHALL had gevraagd, of
het regel was, aan woonwagenbewoonsters
e.d. geen ziekenhuisverpleging toe te staan
voor een normale verlossing; wie daarin de
beslissing neemt en ot de Geneeskundige
Dienst het recht heeft, de opneming te wei
geren.
De VOORZITTER beantwoordt de eer
ste vraag ontkennend. Personen, die be
schikken over één vertrek, worden voor een
bevalling opgenomen in een ziekenhuis.
Sinds medio 1922 zijn 3 verzoeken namens
woonwagenbewoonsters om opneming inge
komen en alle 3 zijn toegestaan.
Het onderzoek geschiedt door een zuster
van maatschappelijk werk, die de kwestie
voorlegt aan den directeur van den genees
kundigen dienst.
De laatste vraag wordt ontkennend be
antwoord. In het bewuste geval had de man
geen voorzorgsmaatregelen genomen. Hij
bracht de vrouw per handwagen naar het
Gasthuis. Er was geen medische indicatie.
Het gehos op de handkar heeft de bevalling
bespoedigd.
Mevr. MAARSCHALL merkt op, dat
geen onderzoek naar den woningtoestand in
gesteld was. De woning was gelijk een zwij
nenstal. De man bracht de vrouw in een
hittewagen naar het Gasthuis, waar de dokter
haar wilde opnemen. Een gemeentelijke ge
neeskundige adviseerde echter, de vrouw
per auto terug te brengen naar het woon
wagenkamp, omdat men anders het geheele
woonwagenkamp op zijn dak kreeg. De man
heeft weliswaar niet tijdig gewaarschuwd,
doch spr. vindt de gevolgde handelwijze toch
onverantwoordelijk.
Spr. hoopt, dat zoo iets zich niet meer zal
voordoen.
De VOORZITTER zet uiteen, dat de
man zich niet beroepen had op de onge
schiktheid van zijn woonwagen, welke 4 bij
2% M. afmetingen had. Hij is aan het Gast
huis gekomen en heeft gezegd: „Die vrouw
moet bevallen en dat zal hier gebeuren."
Spr. leest het rapport van den directeur
van den Geneeskundigen Dienst voor, waar
uit blijkt, dat het medisch mogelijk geoor
deeld werd, de vrouw per auto naar het
woonwagenkamp terug te brengen. De man
weigerde en zeide, dat, als de vrouw niet in
het Gasthuis mocht bevallen, het maar op
straat moest gebeuren. De man heeft toen
met den hittewagen rond gereden, want
kwart over 5 is hij met de vrouw op den hitte
wagen in het Kenaupark gezien. Daarna is
hij naar het Politiebureau gegaan.
Mevr. MAARSCHALL schaamt zich. dat
j men durft beweren, dat de woonwagen goed
j genoeg was voor een bevalling, ook al is er
1 schuld bij de menschen zelf. Spr. blijft er bij,
dat de Gen. Dienst niet juist gehandeld heeft.
De heer PEPER acht het uitgebrachte rap
port, door den voorzitter voorgelezen, vol
onjuistheden. De bevalling kon niet geschie
den in den woonwagen, ook al, omdat er drie
kleine kinderen in woonden. De man heeft
door de stad gekard, om de woning van de
vroedvrouw te zoeken, doch kon haar niet
vinden.
De heer KLEIN deelt namens vele poli
tieke vrienden mede, een woonwagen geen
plaats te achten voor eed bevalling. Echter
blijkt in dit geval, dat de schuld verreweg
voor het grootste deel bij den man berust.
Dr. ADRIAN acht de zaak van den kant
der gemeente formeel in orde. De man heeft
niet gedaan, wat hij doen moest. Hij ging
met zijn vrouw door de stad rijden. Er is
dus schuld aan de zijde van den man, die niet
naar huis reed en de vroedvrouw ontbood.
Spr. vindt echter, dat een medicus van het
Gasthuis persoonlijk een besluit moet kun
nen nemen. Dan moet hij zelfs niet eens den
Geneesk. Dienst op behoeven te bellen. Die
bevoegdheid moet eigenlijk elk ziekenhuis
hebben.
De heer GERRITSZ wijst er op, dat het er
om gaat, dat de vrouw terug verwezen is
naar den woonwagen, zonder dat een onder
zoek ingesteld is naar die plaats. Uit geea'
enkel woord is gebleken, dat er iets gehaperd,
heeft. Men stelt alles als goed voor en dat
is niet zoo. Het gaat in dergelijke gevallen
niet om verordeningen, maar om het in toe
passing brengen van* menschelijkheid.
Qe VOORZITTER antwoordt, dat hij
het vraagstuk der onmiddellijke hulpver
leening nog eens in de commissie zal brengen.
De man heeft niet verklaard, dat zijn
wagen ongeschikt was voor bevalling en
daarom kan spr. den doktoren van den Ge
neeskundigen Dienst geen enkel verwijt
maken.
Mevr. MAARSCHALL is van meening,
dat de Geneeskundigen Dienst voldoende
den toestand van woonwagens kent.
De discussies worden gesloten.
Blindenzorg.
De heer VAN LIEMT informeert naar
het onderzoek betreffende blindenzorg in
deze gemeente.
Wethouder BRUCH antwoordt, dat de
zaak onderzocht is, voorstellen reeds zijn in
gediend en waarschijnlijk reeds in de vol
gende vergadering behandeld zullen kunnen
worden.
Noodwoningen.
De heer LOERAKKER vraagt spoedige
opruiming der noodwoningen aan de Ged.
Schalkburgergracht.
Wethouder REINALDA antwoordt, dat
getracht zal worden, deze woningen zoo spoe
dig mogelijk op te ruimen.
Vergadering Gemeenteraad.
De heer GERRITSZ stelt voor, 26 Octo
ber opnieuw te vergaderen ter behandeling
van de verdere agendapunten.
Wethouder SLINGENBERG ontkent de
bevoegdheid van den raad, om te bepalen,
wanneer de raad bijeen moet komen.
De VOORZITTER zegt toe, zooveel mo
gelijk met de wenschen van den raad reke
ning te zullen houden.
De heer CASTRICUM had alsnog vragen
ingediend, wat B. en W. genoopt hadden tot
opzegging der overeenkomsten met de zie
kenfondsen en hoe het staat met de overeen
komst tusschen de gemeente en het zieken
fonds der Ned. Spoorwegen, doch deze vra
gen zullen in een volgende vergadering be
antwoord worden.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
HAARLEMSCHE POSTZEGELBEURS
Men schrijft ons: Naar ons gebleken is
heeft een vorige mededeeling dat voor het
verkoopen op de Haarlemsche Postzegel
Beurs de toestemming van het Bestuur noo
dig is eenig misverstand gewekt.
Sommigen n.l. zijn van meening dat men
op de beurs alleen maar kan komen om te
koopen, doch dat verkoopen feitelijk onmo
gelijk is.
Niets is minder waar. Het zal niemand ge
weigerd worden om zijne dubbele zegels ter
beurse te verkoopen of om een restant op te
rtrimen.
Slechts van hen, die zullen blijken poor-
nameLijk verkooper te zijn, zal verlangd wor
den, dat zij als lid van de Haarlemsche Post-
zegelbeurs zullen toetreden, daar het onbil
lijk zou zijn dat slechts enkelen voor de on
vermijdelijke onkosten zouden moeten op
komen en anderen zonder eenige kosten of
risico daarvan zouden profiteeren.
Zooals men weet wordt de Beurs iederen
Maandagavond gehouden in het gebouw
van den Haarlemschen Kegelbond.
Terug te bekomen bij:
B. Bergman, Rijksstraatweg 91, armband;
C. de Rooij, Eendrachtstraat 12. armband;
S. Banning, Van Marumstraat 10. collier; J.
Bouwman, Gen. Bothastraat 113. dop van
carburator; A. J. Veltkamp, Nic. Beets-
straat 13, omslagdoek; Versteeg, Linscho-
tenstraat 30 etui; W. van der Vliet, M. van
Heemskerkstraat 77, foto's; C. van Roon,
Leidschestraat 73, glassnijder; C. van Dam,
Amsterdamstraat 56, glacé heerenhand
schoen; H. Bellergert, Colensostraat 50, hon
denbelastingpenning; M. v. d. Werve, v. Os-
tadestraat 2, kinderhandschoen: M. Schakel.
Kruisweg 4, poes; Glerum, Oost Zaanen-
laan 21, poes, Kennel „Fauna"; A. Meijer,
Groote Houtstraat 13, damesparaplui; H.
Hirs, Hodsonstraat 1, rijwielbel. merk in
étui; R. Wilkes, Oranjeboomstraat 167, idem
F. Geldringa, Spieringerweg 57, Vijfhuizen
idem; T. Marténs, Rijnegomlaan 12, Aer-
denhcut, idem; G. van Slooten, Spiegel str.
8, idem in étui; W. J. Koster. Bisschop
Ottosir. 1/, ring; C. van Dam. AmiSterdam-
straat 56, rozenkrans; H. Kooten. Colensostr,
40, rijwielbel. merk in étui; M. Wetter,
v trspionckweg 73, kinderschoentje; J. B.
bchrcinders, Harmenjansweg 82e, idem; H.
■scheerling Bantamstr. 34, kinderschoentje;
•j Van ^eursen. Esschiilderslraat 39 rd.,
mem; Leauteaud Colensostraat 60, steiger-
touw; J. Drogtrop, Begijnhof 2. damestasch-
je; Langerak, Raamsteeg 19d. R, K. Cate
chismus; C. Willekes. Oranjeboomstr. .167,
collier en kettinkje; J. Spanjaard. Leeuwe
rikstraat 14, Herdershond; K. Lahaise, Hoo-
gewoerdstr. 23, dames armbandhorloge; Po
litiebureau, Smedestraat, bruin glacé hand
schoen; L. Roeland, v. O. de Bruynstr. 157,
zwart konijn; De Jong, Oostvest. woonschip
grijs poesje, Politiebureau Smedestr., zwart
poesje, Bosman, Iepenlaan 1, Bl'daal, zw.-
w"te poes, allen „Fauna"; Brugwachter,
Melkbrug, ktndermanleltje; W. de Nijs, Spie
gelstraat 21r. rijiwielbel. merk; Th. Visser,
Brederodestraat 2, idem; Boeree. Ripperda-
park 27, idem; J. Konings, Roosveldstraat 3,
rozenkrans; Ekster Hofdijkplein 4. slinger en
sleutel van een klok; J, ten Bosch, Klein
Heiligland 71 r., tasch m. inh.; J. Houweljng
Saenredamstraat 32, idem; J. de Ruiter,
Kloosterstraat 67 z., actetasch; Brugwachter
Melkbrug, dameszak met inhoud.
.i-SiP