Stadsnieuws.
Nieuwe Haarlemsche Courant
V erkeers.ongevaüen.
Mar ia-Stichting
OM EEN TESTAMENT
De verborgen Schat.
lederen middag van
2tot 3 uurPolikl niek
De Oud-Vaderlandse he Klompenindustrie.
De R.K. Staatspartij in
Nederlandsch-Indië.
INGEZONDEN.
Agenda
7 December
Haarlemsche Postzegelbeurs.
MISSIECLUB VAN DEN
R.K. KRING.
Een interessante avond.
UITLOTINGEN.
Spoort al Uvv kennissen aan
hun vraag- en aanbod-adver
tenties te plaatsen in onze eigen
Eduard van Beinum1 te Groningen.
As van een auto gebroken.
^fCVf5/,^£V7°/r bij vershpp/ng.
Ir. H. Grcvers schrijft in het tijdschrift
van de vereeniging „Nederlandsch Fabri
kaat" een artikel onder bovenstaanden ti
tel, waaraan wij het volgende ontleenen.
Juist een tijdsch ift als dit van de Ver
eeniging „Nederlandsch Fabrikaat", die
nooit nalaat met het geschreven en gespro
ken woord den Nederlander op het harte
te drukken zooveel mogelijk producten van
eigen bodem te gebruiken, lijkt mij de plaats
eenige belangstelling te vragen voor den
Hollandschen klomp, het zoo op het oog
eenvoudige houten schoeisel, waarvan men
echter bij nadere beschouwing erkennen
moet, dat de vakman, die iets dergelijks
goed maken kan, zeker beschiaken moet
over een groote dosis bekwaamheid.
In een der eerste jaargangen van dit tijd
schrift werd mij reeds toegestaan iets over
het interessante vak van den klompenmaker
te vertellen; ik gaf daar echter meer een
beschrijving van de opeenvolgende bewer
kingen die een houtblok moet ondergaan
om Klomp te worden, en van het daarbij
rr /iige gereedschap.
Dat ik thans weer het artikel klomp be-
.jpreken ga, vindt zijn aanleiding in het feit,
dat de klompenindustrie het momenteel
zeer zwaar heeft, zoo zwaar, dat met recht
van een noodtoestand gesproken kan wor
den. Dit geldt zoowel voor de handwerkers
als voor de machinale kiompenfabrieken.
De ernst van dien toestand moge vol
doende blijken uit de doo. bet 2de Kamer
lid Fleskens uit Geldrop indertijd den Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid ge
stelde vragen en uit het daarop door Z.Exc.
gegeven antwoord
Halen wij uit dat antwoord twee ge
deelten aan en wel; ..„dat de onderge-
teekende de Minister) evenmin zijn tus-
schenkomst kan verleenen tot het doen
heffen van een invoerrecht" en „Hij de
Minister) is voornemens met zijn ambtge
noot van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw overleg te plegen over de vraag of
het noodzakelijk is en, zoo ja, of het ge-
wenscht is den u'tvoer van hout te be
perken" dan zijn hierdoor meteen eenige
oorzaken omschreven, die den funesten in
vloed gehad hebben op de klompenindu
strie hier te lande. Het zijn de invoer van
Belgische klompen tegen een, door de la
ge loonen aldaar mogelijk gemaakten, zoo
lagen prijs, dat de Hollandsche klompenma
ker daartegen coneuireeren kan Gelukkig
ind en dit woord hier althans gebruikt
mag worden is de Belgische klomp ze
ker minder in afwerking en dat doet nog
vérscheidene personen besluiten liever
meer geld te besteden aan é'n goed-zit-
meer geld te besteden aan een goed-zit-
klomp, die ten slotte een gedwongen of
pijnlijke loop geeft. Want d t is het ge
heim van een goeden klomp: het inwen
dige moet zooveel mogelijk de lijn van de
voet volgen! en daar wordt nog wel eens
hevig tegen gezondigd. Laat ik er direct bij
zeggen, dat ook in ons land die fout wel
gemaakt wordt, maar toch niet m die ma
te als in België
Een ander verschijnsel is het wegkoo-
pen van het hout door het buitenland. En
dat gebeurt zoowel door onze Oostelijke
als door onze Zuidelijke buren. De klompen-
Waker gebruikt bij voorkeur wilgenhout,
maar waar dit schaars geworden is in ons
land, heeft hij populierenhout moeten ne-
•en en is in zijn keuze dus zeer beperkt
geworden Hard is het dan voor hem te
zien, dat dit hout bij honderden M3. aan
of voor het bu:tenland verkocht wordt te
gen prijzen, die hij, wil hij zijn klomp niet
al te duur en daardoor vriïwel onverkoop
baar worden, onmogelijk betalen kan. Nog
harder is het voor hem, wanneer het hem
beloofde hout toch nog, vanwege een hoo-
geren prijs en minder gevoelig geweten van
den eigenaar, naar het buitenland gaat. Hij
verliest door al die verkoopingen de grond
stof, die niet te vervangen is, en nu be
hoeft men geen industrieel te zijn om te
zien tot welk een débacle dit leiden zal.
Het is niet de eerste keer, dat de klom
penmakers de belangstelling van de Regee-
ring hebben. Immers in 1920 reeds werd,
Badat gebleken was, dat een in 1917 spe
ciaal voor smeden ingestelde voorlich
tingsdienst door deze patroons bijzonder
gewaardeerd werd, besloten ook voor
klompenmakers een dergaljfce voorlichting
van Rijkswege in het 'even te roepen.
Voor dat doel werd bij het Nijverheidsla
boratorium te Delft een assistent uit den
aard der zaak een bekwaam klompenma
ker aangesteld aan wien voorloopig
Hattem, liggend midden in een uitgestrekt
gebied waar het klompenmaken door ve
len beoefend wordt, als standplaats aan
gewezen werd
Uit de ju'st ingediende Staatsbegrooting
fclijkt, dat ook thans de Minister het niet
bij woorden w llen laten. Voor het jaar
1928 is een bedrag uitgetrokken, speciaal
bestemd voor hulp aan de klompenmakers. I
Op welke wijze die hulp verleend zal wor- I
is in die begroot:ngsvoorstellen niet di-
reet nader omschreven We mogen echter
wel aannemen dat die hulp zal gaan in de
richting; bevordering van den afzet en ver
betering van de kwaliteit. Bevordering van
den afzet houdt ook in terugwinnen van
het door de felle concurrentie verloren ge
bied en dit kan hereikt worden door re
clame, bij voorkeur demonstratieve recla
me. In deze richting is reeds een begin ge
maakt op de in begin September te Leeu
warden gehouden Landbouwtentoonstelling
Daar was op stand 243 door den Rijksvoor
lichtingsdienst ten behoeve der Nijverheid
een geheel in bedrijf zijnde klompenmake
rij ondergebracht en daarnaast was een
groot aantal klompen geëxposeerd. Klom
pen, die ingezonden waren door klompen
makers uit alle deelen van het land. Daar
werd den landbouwer, winkelier en gros
sier getoond, dat de Hollandsche klomp in
doorsnede nog steeds een zeer goed afge
werkt product was, zoowel wat het buiten
als, en vooral, het binnenwerk betreft. Die
reclame-tentoonstelling was daarom in
Leeuwarden zoo goed op haar plaats, om
dat er in Friesland velen zijn,'die overge
gaan waren tot het dragen van een ander
soort klompen, omdat zij meenden, dat die
t>f die soort klompen in ons land niet meer
gemaakt werd Deze hadden nu hier alle
gelegenheid genezing te vinden voor hun
ne verkeerde meenrng. Belangstelling had
de stand in vervloed.
Niet aüeen van kijklustigen, doch ook
terdege van handelaren.
Tijdens Haar bezoek aan de Landbouw-
te' v- -„f ji m Koningin
°?k e??'£e °ogenblikken bij deze inzen
ding. Ongetwijleld zal deze belangstell'ng
door de klompenmakers zeer op prijs ge
steld worden.
Hierboven werd naast „bevordering van
den afzet nog als een der middelen om
den klompenmaker m zijn strijd te steunen
de „verbetering van kwaliteit" genoemd.
Van regeeringswege zou c.a. medegewerkt
kunnen worden om een poging te doen sla
gen die door de kJotnDenmahers zelf be
dacht is om hun vakpej omhoog te bren-
gen. Zij zijn n.1- op de m l* éezonde gedach-
te gekomen een vakexamen in te stellen.
Dit alles verkeert echter nog in een zoo
voorbereidend stadium, dat het waarschijn
lijk beter is hier voorloopig niet verder op
in te gaan.
Ook zullen wij hier verder eventueele
andere middelen om tot een meer norma
len toestand te komen buiten beschou
wing laten.
Inmiddels is de toestand momenteel zoo,
dat de klompenmakers, in het algemeen
een rustig en nijver volk, het verder ver
tikken nog „op zien komen te spelen". De
toestand werd te ondragelijk, de toekomst
te zwart! In groot en getale zijn zij naar een
vergadering getogen, die op 24 Juni van
dit jaar te Arnhem gehouden werd om daar
gezamenlijk te beraadslagen, plannen te
beramen om uit het moeras te komen. Daar
is een Comité van Actie ingesteld, bestaan
de uit vooraanstaande mannen uit het
klompenmakersbedrijf, met de bedoeling
de geheels zaak grondig te onderzoeken
om dan met een vast plan, op stevige bas s
gefundeerd, aan te komen.
Men 7.et Regeering en klompenmakers
zijn aan den arbeid getogen. Maar dat
vooral ook het groote publiek medewerke!
Ik weet wel, dat het gros der lezers van
dit blad niet tot de kiompendragers be
hoort, maar er zullen er toch genoeg zijn,
die als leider van een fabr.ek (bijv. zuivel
fabrieken), bezitter van gronden, lid oi
leider van een verbruikscoöperatie, ge
sticht enz., enz met weinig moeite bij hun
ondergeschikten kunnen aandringen op hel
gebruiken van een Hollandschen klomp
(Tusschen haakjes kan hier vermeld wor
den, dat de Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" waarschijnlijk toe zal stemmen
dat op de Hollandsche klompen het be
kende contrólemerk dezer vereen'ging
aangebracht word!) Laten die allen mede
werken de klompenmakers van een onder
gang te redden en verre te houden van den
verlammenden invloed van erkeloosheid.
De Javabode meldt;
De begin van het jaar door de R.K.
Staatspartij in den Haag opgerichte Indi
sche Commissie heeft zich met een circu
laire gewend tot het hoofdbestuur van P.
P. K. D. (Politieke partij der katholieke
Javanen) met den uildrukkelijken wensch,
in een geregelde relatie te treden met de
Katholieke Politieke organisaties in Neder
landsch-Indië, ter berieking van het doel,
dat de R.K. Staatspartij met deze organi
saties gemeen heeft.
Beiden zullen zich hebben af te vragen,
hoe de vraagstukken, die de Katholieken
in Nederland en Ned.-Indië bijzonder ter
harte gaan, lot een meer bevredigende op
lossing kunnen worden gebracht.
De commissie vraagt het oordeel der P.P.
K. D. alvorens hare taak en ^erkwijze
definitief te omschrijven.
Ongetwijfeld veronderstelt een effectieve
invloed op het Nederlandsche Parlement en
den Volksraad een hecht contact tusschen
de katholieken van het Moederland en
Ned.-Indië; zij zullen elkaar onafgebroken
op de hoogte moeten houden en gegevens
verstrekken, wil hun arbeid resultaten af
werpen; Nederland zal Indië, en Indië-'zal
Nederland moeten inlichten over de poli
tieke actie, die beiden aangaat.
De commissie laat het aan het oordeel
der P. P K. over, of en zoo ja, op welke
wijze ook in Ned.-Indië zou kunnen wor
den gecentraliseerd in een orgaan hetzij
een commissie, hetzij bureau overeen
komende met wat de R.-K. Staatspartij
met onze commissie beoogt
Alsook, welke samenstelling van een zoo
danig orgaan in Indië de meest veelzijdige
en doeltreffende zou zijn en hoe daarin de
verschillene Missiën hun invloed zouden
kunnen doen gelden.
Op een avond kreeg ik 'n boodschap om
een testament te komen opmaken bij een
ouden landbouwer in Werkersberg. Die bood
schap was me allesbehalve aangenaam, wan-
het was Februari en koud weer en daarbij
was het al een uur of zes en ik kon op zijn
vroegst eerst om elf uur terug zijn.
Er is de grootste haast bij, vertelde me
de boodschapper. De man kan ieder oogen-
blik sterven. Zijn rechtmatige erfgenamen
hebben zich nooit om hem bekommerd. Zijn
trouwe verpleegster, die hem al jaren heeft
verzorgd en opgepast, die hem haar heele
jeugd heeft ten offer gebracht, wil hij zijij
vermogen vermaken. Maar met den gewonen
afkeer van de meeste menschen van een testa
ment te maken, heeft hij er altijd mee ge
wacht, tot de dokter hem zei, dat hij er haast
mee maken moest. Nu had hij gaarne zijn
testament gemaakt, maar de erfgenamen,
die in de laatste dagen hun intrek bij hem
genomen hebben, benemen hem de gelegen
heid er toe. Op verzoek van den zieke healt
de dokter mij hierheen gezonden. Maak als
het u belieft veel haast, want er is groot ge
vaar, dat het gauw met hem is afgeloopen.
Wat mij betreft, zei ik, zal ik mijn best
doen. De mededeeling van den man had mij
belang ingeboezemd en ik besloot mijn best
te doen, het trouwe meisje haar verdiende
belooning niet te laten ontgaan.
Een kwartier later was ik al met een klerk
op weg. Het was een ongezellige avond, er viel
regen met sneeuw vermengd en we bevroren
haast in onze dikke winterjassen. De koet
sier, dien ik had laten ontbieden, dreef de
paarden tot het uiterste aan, hij kende den
weg en trots de invallende duisternis vlogen
we voort.
Na een uur bereikten we een brug over een
rivier, die met het slechte weer hevig spookte.
Op een paar honderd pas er van af hoorden
we een stem die riep:
Gaat niet over de brug of ge zult ver
ongelukken.
De koetsier hield stil.
Wat is er dan? vroeg hij.
Het ijs heeft de brug stukgeslagen. Ge
moet terug.
Ik opende haastig het portier.
De brug is onbegaanbaar. Te drommel
dat komt ons erg ongelegen, we hebben haast
Waar wilt ge dan heen
Naar Werkersberg.
Dan doet ge 't beste terug te keeren en
over Sandwijk te gaan.
Iedere minuut is kostbaar, antwoordde
ik, zouden we er niet over kunnen?
-» Probeer het maar, ik als voetganger zag
er geen kans toe. Maar laat je koetsier zelf
eens gaan zien.
Hij heeft gelijk, riep o*ze koetsier, ik
zal eens gaan kijken.
Ik stemde toe en de koetsier liep de brug
op. Ongeduldig wachtten we op zijn terug
komst. Toen hij een paar minuten weg was,
voelden we plotseling een hevigen ruk. De
paarden waren op hol gegaan.
Om Godswil, we gaan te water, riep mijn
klerk.
Onze harten bonsden, dikke zweetdruppels
parelden op ons voorhoofd. Angstig boog ik
me naar het portier.
Goddank, riep ik, ze gaan van 't water
af.
Maar we zullen ergens tegen aan vlie
gen en worden dan verpletterd-
We moeten er uit zien te komen, zei ik.
De klerk hield me terug.
Als uw leven u lief is, blijft dan zitten
meneer, riep hij, ge valt te pletter als gij er
bij zoo'n vaart uitspringt.
Maar als we ergens tegen aan stooten zijn
we toch verloren. We komen nu tusschen
de boomen. Nu moge God ons genadig zijn.
Aan uitspringen was geen denken meer we
zouden tegen de boomen te pletter geslagen
zijn.
Minuut op minuut verging en altijd holden
we maar verder. Een uur gingen we zeker
zoo wel door, toen plotseling de wagen met
een schok bleef staan. We sprongen er uit,
daar we vreesden dat de paarden er weer
van door zouden gaan.
Hebt u dat gezien meneer, vroeg mijn
klerk.
Wat?
Flet was net of een donkere gestalte in
het bosch verdween.
Ik heb het niet gezien. Maar ge kunt wel
gelijk hebben we zijn het offer geworden
van een samenzwering, geloof ik een boeven
streek. Hollende paarden hadden ons op
zoo'n gevaarlijken weg in de duisternis al
lang omgesmeten de wagen ging ook zoo
precies alsof hij door iemand bestuurd werd
Wat denkt u dan?
Dat de brug niet stuk was en ónze ge
heime waarschuwer dezelfde is die ons hier
heen gebracht heeft.
Maar waarom zou hij dat gedaan hebben
hij
Begrijpt ge dat niet, onderbrak ik hem.
De kerel is een handlanger van de fami
lie. Hij moest ons ophouden, opdat we niet
meer op tijd bij den stervende konden ko
men.
Dat zou verschrikkelijk zijn.
Ja maar wat vangen we nu aan? We
weten hier weg noch steg.
We overlegden een wijle. Plotseling hoor
de we hondengeblaf. Een oogenblik later
vroeg een ruwe stem, wat we wilden.
We vertelden hem ons wedervaren. Dan
ben je leelijk van den weg af, zei hij, toen we
uitgesproken hadden, hje bent ier minstens
twee uur rijdens van Werkersberg af.
Als we nu maar een voerman hadden,
zei ik, kunt gij ons niet wegbrengen.
Neem me niet kwalijk, ik ben bosch
wachter en kan mijn post niet verlaten, maar
ik weet wel iemand, die u op weg kan helpen.
We moesten daartoe naar een dorp in dt
buurt rijden, dit gaf wel oponthoud, doch wae
zouden we er aan doen.
Toen we in het dorp kwamen werden we
door een paar mannen tegengehouden.
Daar heb je de paardendieven, riepen ze.
Waf is dat. Ik ben notaris en dit is mijn
klerk, riep ik, wat moet dat beduiden?
Dat klopt, dat heeft de man ook gezegd,
die hier is komen waarschuwen, dat jullie
er met zijn paarden en rijtuig vandoor waart
gegaan en hier waarschijnlijk langs zouden
komen.
Maar ik kan je mijn papierren toonenk
riep ik laat me gaan, ik stel u aansprakelij
voor de schade, die ik door dit oponthoud
lijd.
Goed, je gaat uw gang maar, doch nu
eerst mee naar den burgemeester.
In optocht werden we naar het huis van
den burgemeester gebracht, die al in bed lag
en na lang kloppen grommend te voorschijn
kwam.
Ik maakte me aan hem bekend en vertelde
hem wat ik ging doen.
Ja, ik weet het. Bergman is zwaar ziek
en het zou mij spijten voor Marie, maar als
de wagen eens werkelijk gestolen was.
Ik keek onrustig op mijn horloge. Half
twaalf. Wie weet of we niet te laat komen,
dacht ik. Daar schoot me plotseling een red
dende gedachte in den geest.
Geef ons dan een koetsier mee en des
noods een paar agenten er bij. zei ik, dan kunt
ge zeker zijn en wij worden niet langer op
gehouden.
Dat ging als we maar beloofden, dat we niet
zouden ontsnappen.
Voor mijn part kunt ge ons handen en
voeten binden, zei ik.
Dat gebeurde echter niet, wel kreg-en we
behalve een koetsier, twee stevige kerels
mee in het rijtuig. w
Een uur later waren we te Werkersberg, we
hadden er goed overgereden. Aan de woning
van den zieken kregen we eerst geen gehoor.
Hoorde men ons niet? Verwachtte men ons
niet meer? Zou de man al dood zijn? Eindelijk
na lang wachten hoorden we een vrouwen
stem.
Nog verliepen er eenige minuten, toen
werd er open gedaan.
Ik had jullie niet gehoord, ik sliep vast,
zei de persoon die open deed. Die stem kwam
mij bekend voor. Het scheen mij toe, dat het
dezelfde persoon was, die ons aan de brug
gewaarschuwd had. Achter hem kwam de
slanke gestalte van een jonge vrouw te voor
schijn in 'n eenvoudig zwart kleed. Haar ge
zicht was zeer bleek en ze had geschreid.
Heb ik de eer met juffrouw Marie Roth
te spreken? vroeg ik, mij tot haar wendend.
Jawel meneer, dat ben ik u zijt?
Notaris Fellens, die ontboden is om het
testament voor uw pleegvader te komen ma
ken.
Ze keek me bedroefd aan.
Het is toch, hoop ik, nog niet te laat?
vroeg ik gejaagd.
Neen meneer, zei ze en begon weer te
schreien, maar het zal niet lang meer met hem
duren. i
Goddank we waren nog op tijd gekoment
Ik maakte het testament op en Marie Roth
werd erfgename met toekenning aan de famir
lie van het wettige gedeelte. Een uur later
was de landbouwer heengegaan.
Toen hij begraven werd volgde slechts één
persoon de lijkbaar.
't Was Marie Roth.
Redactie zich niet aansprakelijk.
Voor den inhoud van deze rubriek stelt de
HET SINTERKLAASFEEST VOOR DE
KINDEREN DER WERKLOOZEN.
Mijnheer de Redacteur,
Zoudt gij zoo vriendelijk willen zijn 't onder
staande op te nemen in uw blad van Dinsdag
6 Dec., als alle harten nog warm zijn van de
vreugde, die zij hebben mogen geven aan hun
eigen kinderen en huisgenooten, en het schrij
nend onderscheid van lot levendiger dan ooit
voor ieders cogen staan moet, die nog naar
iets anders kijkt dan eigen belang en eigen
geluk. Gij zult hiermee tweeërlei gelukkigen
maken, het comité, dat dit feest voorbereidt
en de menschen, die u in staat zult stellen dit
comité te helpen.
Genoemd comité is zoo verstandig geweest
zich dadelijk bij het begin te wenden tot den
heer commissaris van politie, met verzoek om
zijn steun en raad. en dank zij de bereidwillig
heid, waarmee hieraan werd voldaan, is het
comité in de gelegenheid gesteld met de ge
sloten bussen van de T.B.C. ver. een straat
collecte te houden, die 219.06 heeft opge
bracht. Op raad van den commissaris heeft
het comité zich tot mij gewend met het ver
zoek, de gelden, nadat zij onder toezicht van
een daarvoor aangewezen inspecteur geteld
waren, aan mij toe te vertrouwen om ze voor
het comité te beheeren en de uitgaven te doen.
Ik heb dat met genoegen op mij genomen, en
heb maar één bezwaar, n.L, dat er betrekke
lijk zoo weinig te beheeren is. Wel is het comi
té vol lof over de gulheid van de stadgenooten,
die zij bereiken konden, er werd menige gul
den en rijksdaalder in de bus gevonden, maar
het beschikte niet over de mogelijkheid om al
len te bereiken.
Met het oog daarop richt ik mij tot Haar
lems burgerij met het verzoek om de som,
waarover beschikt kan worden, te vergrooten.
Er is een heel leger van werkloozen en dus nog
een grooter leger van kinderen. Het plan is om
een feest te geven in het brongebouw, waar de
zaal erg vriendelijk wordt ter beschikking ge
steld, op buitengewoon aannemelijke voor
waarden, waar een goóchelaar zal zorgen voor
de noodige amusementen, en waar den kinde
ren versnaperingen zullen worden uitgereikt.
Maar wat doet men met een paarhonderd gul
den voor misschien drie of vierhonderd kin
deren En ze moeten toch ook iets blijvends
hebben, dat krijgen onze kinderen toch ook
Daarom is mijn verzoek aan de burgerij om
die som te helpen vergrooten door een gave te
zenden hetzij aan de bladen, die dit opnemen,
hetzij aan mijn adres, dat hieronder gaat, het
zij op mijn gironummer 100288.
Tevens zou ik den winkeliers willen vragen
of gij van de restanten van 't "Sinterklaasfeest,
dat voor hen gewoonlijk een tijd is van meer
dere winst, niet iets willen afstaan om uit te
deelen op het bovengenoemde feest, dat waar
schijnlijk Zaterdag a.s. of een week later zal
plaats hebben. Ik ben bereid te zorgen, dat
steeds iemand aanwezig is, die de telefonische
bereidverklaring kan opnemen en dan iemand
te sturen met 'n volgbriefje mijnerzijds, om de
pakken in ontvangst te nemen. Moge mijn
huis te klein zijn om ze te bevatten, dan vraag
ik logies bij de buren. In elk geval sta ik borg
voor de zaak en zal elke gift in geld zoowel als
in natura (ook levensmiddelen zijn welkom)
verantwoorden in de bladen, die dit stukje op
nemen. Mijn telefoonnummer volgt hieron
der.
Eerste verantwoording
Collecteopbrengst 219.06
S.B. v.d. B. O. 10.
A G. 0.30
229.36
Gironummer 100288. Telefoon 15454.
S. Bakhuizen v.d. Brink-Ozinga
G. v. Heesstraat 25
hoek Velserstr.
Sociëteit „St. Bavo" St. Nicolaasfeest
R.K. Volksbond 3 uur R.K. Bevol
kingsbureau 8 uur R.K. Volksbond
8 uur Bestuur Groentenhandelaren
„Onderling Belang" 8 uur Haarlem-
sche Inkoop-Combinatie half 9 uur.
SL Josephsgezellengebouw Jansstraat 59
Repetitie muziekvereeniging „Utile
Dulci" van 8 tot 10 uur R. K. V.
„Zwaluwen"-elftalcommissie 8 uur.
Schouwburg Jansweg Declamatie
avond Vereeniging „Geloof en Weten
schap" kwart over 8 uur Haarlem-
sche Jeugdbioscoop half 3 uur.
Statenzaal Prinsenhof Vergadering
Prov. Staten van Noord-Holland half
11 uur.
„Luxor"-Thealer Bioscoopvoorstelling
8 uur,
Rembrandt"--Theater Bioscoopvoorstel-
ling 7 uur en kwart over 9 uur.
Naar men ons mededeelt, zal gedurende
de maand December, des Vrijdags in het
gebouw van den Haarlemschen Kegelbond,
Tempelierstraat, de Haarlemsche Postzegel-
beurs gehouden worden.
Nog maar zeer kort geleden, is de grootsche
Missieweek van Amsterdam de Macta,
geëindigd, waarheen ook talrijke inwoners
van Haarlem zich begaven en nu reeds wordt
er ook in Haarlem een missieavond georga
niseerd, zij het dan ook op heel bescheiden
grondslag. De Missieclub van den R. K.
Kring biedt hajen leden, donateurs en anderen j
belangstellenden een avond aan in de Groote
zaal der St. Jozefsgezellenvereeniging, waar
een missionaris, Pater Kraan O. S. Cr.,
over zijn missie zal komen spreken, waarbij
hij tevens 't missiewerk in 't verre Congo-
land zal projecteeren. Pater Kraan, die ge
durende een zevental jaren in het moordende
klimaat van de Neder-Uele is werkzaam ge
weest, bevindt zich om nieuwe krachten op te
doen, voor eenige maanden in 't vaderland en
zal zich in Februari weer naar den Congo
begeven. Pater Kraan, die zich in „Kruis
triomf" een aangenaam verteller heeft ge
toond, zal ongetwijfeld het publiek weten
te boeien. Hij is werkzaam in een gebied,
waar nog echt prinjitieve toestanden heer-
schen en behoorde tot de eerste groep Kruis-
heeren, die in 1920 naar den Congo vertrok.
Bij hun aankomst in het missiegebied bevond
zich er nog geen enkele missiepost. Wel was
er ooit een missionaris ter verkenning rond
getrokken, maar een blijvende vestiging
kwam eerst met de komst der Kruisheeren,
tot stand. Pater Kraan kan dus interessant
onderhouden over 't pionierswerk, wat hier
door de Kruisheeren werd verricht en hoe
hier geheel van onder af aan moest begonnen
worden. Hij kan de vele lotgevallen van dit
jeugdig missiewerk in al zijn wreedheid en
teleurstelling, maar ook met zijn blijde voor
uitzichten voor de toekomst, schetsen. Zwaar
is de arbeid geweest. Denken wij maar eens,
hoeveel teleurstelling het geweest is voor de
missionarissen, toen zij een eenmaal gevestig-
den missiepost, waar reeds verschillende
gebouwen in steen gereed waren en een groote
hoeveelheid steenen voor verderen afbouw
gereed lag, weer moesten verlaten, omdat een
door den Staat geprojecteerde weg niet,
zooals eerst was vastgesteld, langs den missie
post, maar kilometers verder kwam te liggen.
En dat onheil trof niet een post, maar de
beide eerste posten. Over dit alles en over nog
veel meer interessante zaken zal Pater Kraan
komen spreken, zoo ook nog over zijn nieuw
arbeidsveld. Hem is n.l. opgedragen een
nieuwen missiepost te gaan stichten, in het
gebied van de slaapziekte. Over deze vreese-
lijke ziekte zullen velen op de medische
afdeeling van de Macta wel 't een en ander
gezien hebben. Welk een heerlijke taak is
hier voor dezen energieken missionaris weg-
geiegd.
Het is een goede gedachte van de Missie
club van den R. K. Kring, dezen pionier
hier te doen optreden en gaarne wekken wij
donateurs, leden en verdere belangstellenden
op, dezen interessanten avond bij te wonen.
Zij kunnen er van overtuigd zijn, dat zij een
leerzamen en genoegelijken avond zullen
medemaken, waarbij de geheele reis van den
missionaris, vanaf het vaderland tot in de
missiegebieden zal worden besproken en
verduidelijkt met de fraaiste lichtbeelden.
Ieder zal verbaasd staan over de schitterende
natuurtafereelen, welke de revue zullen
passeeren. Opgetogen zullen de bezoekers
huiswaarts keeren, met de overtuiging, dat
zij een belangrijken avond hebben mede
gemaakt.
De lezing zal plaats vinden Donderdag
15 December a.s., 's avonds 8 1/4 uur.
Nog een beperkt aantal introductiekaar-
ten is verkrijgbaar bij de heeren Th. Hooy,
Kleine Houtstraat en J. van der Pigge, Groote
Houtstraat 68.
Er zijn van die menschen, van wie de schijn
en het algemeen vermoeden niet zijn af te
wentelen, dat zij in stilte heel wat geld heb
ben, ook zelfs, als zij over geen rooden duit
kunnen beschikken. Vooral oude, alleenwo
nende menschen die een afgezonderd matig
zegd, en men praatte elkaar steeds warme
naarmate het nat in den koffiepot daalde
en de avondschaduwen breeder over den
moestuin buiten lagen.
Daar moet eens wat gebeuren, zei de
burgemeestersvrouw beslissend en bevelend,
zooals het de overheid toekwam.
De twee anderen knikten levendig toe
stemmend.
Men is het immers den ouden man zelf
verschuldigd, meende de boerin van de
Mariehoeve, als hij eens al het geld kwijt
raaktehij sluit zijn huisje nooit af.
Een onzekere blik vloog van de eene naar
de andere en de boerin van de Jacobahoeve
sprak eerst het plan uit dat in alle drie was
gerezen, door halfluid te fluisteren
Stellig is hij ook naar het feest ifi de
stad, de oude pretmaker. Men moest zich
eigenlijk eens overtuigen wat er van aan Is.
Nu begon een fluisteren, een sissen, een
voorstellen, bedenken, toestemmen en over
en weer elkaar aanvuren, totdat ten laatste
zoowat een kwartier na elkaar alle drie voor
zichtig de kamer verlieten en naar het leek
gemoedelijk een kleine wandeling door het
veld gingen maken.
Inderdaad echter ontmoetten zij elkaar,
nadat zij naar alle kanten goed hardden rond
gespeurd, spoedig daarop voor het afgelegen
huisje van Leendert Houtappel.
De burgemeestersvrouw keek rond. Het
was, als gewoonlijk, niet gesloten, en zij
slopen binnen. In de kamer tikte de oude
hangklok krakend en steunend, en de kat
snorde in den slaap, omdat zij van een vette
rr.uis droomde. Voor de rest was ajles stil.
En zoo bleef het ook over het geheel. Slechts
klapte nu en dan een schaar, het oude zakke-
goed ritselde, het stroo kreukte en een lichte
stof wolk steeg op. De drie vrouwen bogen
over haar werk, vreesachtig opgewonden,
met roode hoofdenen woeldenen
woelden.en woelden.
Een verscheen buiten voor het venster on
opgemerkt en snel een gezicht en keek door
de reet van het voorgehangen roode gordijn.
Die het gebarenspel van den luisteraar had
kunnen zien, zou een boosaardig' sluw lachje
hebben opgemerkt.
Maar terstond was het weer verdwenen.
Eindelijk volgde binnen een toornig teleur
gesteld brommen en kibbelen, een vlug met
slecht geweten volbracht opruimen en weer
aan elkaar naaien, een wegmaken van de
sporen, en een ontmoedigd, beschaamd weg
sluipen van het huisje.
De oude Leendert had in lang niet zoo
goed geslapen als dezen nacht. Kswam het
van het vroolijke dorpsfeest, of van het
flinke opschudden van het stroo.of had
een vroolijk voornemen hem het hart zoo
licht gemaaktwie weet het?
In elk geval zette hij den volgendem mor
gen een zeer bedroefd gezicht, toen l>ij naar
den burgemeester ging, en hem csm een
vertrouwelijk onderhoud verzocht.
De oudste van het dorp kwam later geheel
ontdaan in de keuken. Een mooie historie.,
vertelde hij zijne echtgenoote en raadsvrouw
onder het zegel van diepe stilzwijgendheid.,
daar was zoo pas de oude Leeaidert bij hem
geweest, geheel ontdaan en temeer gedrukt,
omdat hem gisteren zijn heele spaarpot uit
zijn stroozak was gestolen, driehonderd
gulden en nu wist hij niet wat te doen. Stellig
waar was het toch: want dat de oude Leen
dert geld in zijn stroozak had, dat wist
immers iedereen.een gruwelijke schande
was het ook, als het gerecht in het dorp
kwam, waar sedert jaar en dag niet zooiets
was voorgevallen.
De burgemeestersvrouw over het haard-
ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG.
Trekking van i December.
Premies Serie 441 no. 77 met 1000 serie 1689 bno. 55
met 125 serie 1694 no. 84 met 125 serie 2888 no. 79
met 50 serie 528 no. 38 met 50 serie 3212 no. 62 met
25 serie 248 no. 95 met 25 serie 248 no. 95 "iet f 25
serie 1932 no. 95 met 12.50 serie 1883 no. 8 met 12.50
serie 823 no. 80 met 10 serie 477 no. 38 met 10 serie
2392 no. 24 met 10; serie 917 no. 60 met 5 seric 2392
no. 95 met 5 serie 1883 no. 44 met 5 serie 452 no. 22
serie 82 no. 40 serie 82 no. 88 serie 3898 no. 24; serie
288 no. 27 serie 2501 no. 77 serie 2359 n0* 21 ser'e
3621 no. 88 serie 2792 no. 33 serie 2666 no. 60 serie 1820
no. 47 serie 1361 no. 4 serie 2008 no. 50 serie 111 no* 4o;
serie 3649 no. 31 sene 543 no. 56 serie 3578 no. 5® serie
915 no. 60 serie 1811 no. 33 serie 598 no. 19 J serie 2286
no. 29 serie 377° no. 19 serie 1275 no. 4 serie 2838 no. 2;
serie 3192 no. 38 alle met 2.50. Voorst worden 5 series in
haar geheel afgelost122, 3208, 3645, 1683 en 2979*
De dirigent van onze H.O.V. is uitgenoo-
digd, om bij de Groninger Orkest Vereeni
ging. Woensdag en Donderdag als gast-diri-
gent op te treden. Van Beinum zal o..a
dirigeeren: „Don Juichotte" van Richard
Strauss, Nuages et Fêtes van Debussy, en
en „Rapsodie V iennoise" van Florent
Schmitt.
Van den auto der firma v. G.f brak giste
renmiddag half zes in de Smedestraat de
achteras. Het tramverkeer werd door het
ongeval gedurende een half uur gestoord.
De auto werd door den kraanwagen van de
firma Limbach weggesleept.
avond™ een L"xin-bonbon, na den
avondmaaltijd, reged de sof/sverfeerina.
vuur gebogen, was eerst wit en toen rood
geworden. In elk geval meende zij een wei
nig bedrukt, moest men niet terstond wat
beginnen, maar alles wel overleggen en onder-
tusschen het strengste stilzwijgen over de
zaak bewaren.
Overleggen, dat paste den burgemeester al
toos, want hij was geen man van de cvlugge
daad. DaaronVging hij vooreerst maar aan zijn
dagelij ksch werk.
Zijn vrouw echter liep met bruinrood
hoofd naar buiten en liet door de stalmeid
terstond de boerinnen van de Maria en van de
Jacobahoeve tot een buitengewione zitting
in de achterkamer oproepen.
Wat daar gebeurde, heeft nooit iemand ver
nomen, anders had hij van machtelooze tra
leven leiden, worden vervolgd door de erg- ne« woede en schrikkelijke verwen-
„;„„Lo,Vr,W nraat- I schingen van den ouden Leendert kunnen
denkende, hebzuchtig nieuwsgierige praat'
jes van verwanten en bekenden, met het
taaie verhaal, dat "zij ergens verborgen of
begraven, weggestopt of ingenaaid, een oude
kous met daalders of een tegelsteen met
dukaten er onder of een verschimmeld
pakje met waardepapieren hebben.
Vooral de stroozak was van oudsher een
stuk huisraad, dat men met voorliefde ver
moedde in zijn onaanzienlijk uiterlijk heime
lijk schatten te verbergen.
Ook de oude Leendert Houtappel bezat
zoo'n stroozak.
Al zijn nichten, en die haa hij er in het
dorp niet weinig, waren er beslist van over
tuigd, dat het kleine dunne, magere, ver
schrompelde mannetje met de sluwe, water
heldere oogen en den glimlach om de mond
hoeken, alleen daarom met zoo veel onver
schillige, spottend-overmoedige kalmte, op
het wereld- en dorpsgedoe ^neerkeek, om
dat hij „zijn duiten achter t linnen had.
Het in menig koffiekransje uitgesponnen
geheim van den „schat van den ouden
Leendert, kwam zoo langzamerhand rond
en werd voor en na tot een zoo vaste dorps-
overtuiging, dat men elkaar, als de oude
zoo nu en dan zuchtend zei:
Geld, als ik dat had, dan ging ik nog
eens voor een paar dagen naar de residentie,
waar ik in mijn jeugd zulke vroolijke dagen
heb doorgebracht, dat men dan elkaar in de
zijde stiet, toeknikte en fluisterde:
Stumperds, oude, jij hebt ze immers, je
behoeft maar even je stroozak open te snijden.
Maar Leendert merkte van deze geruchten
die omtrent hem'de ronde deden, niets of ten
minste hij deed alsof.
Maar dat kon toch niet maar altijd zoo blij
ven.
Op een stillen Zondagnamiddag, toen de
mannen allen naar het feest in de stad waren,
gegaan, kwam er ommekeer in de dingen.
De burgemeestersvrouw, een van de naaste
verwanten van den oude, had een paar vrien
dinnen uitgenoodigd, die er zich eveneens op
konden beroemen tot de familie van den
ouden man te behooren. De koffie was uit
stekend, de koeken, zooals men van de eerste
vrouw in het dorp kon verwachten ,en aan
stof voor een gesprek ontbrak het niet.
Want, of het een wereldstad of een dorp is,
voor mededeelzame zielen is er altoos en
overal nieuws genoeg, om daarmee een stillen
Zondagmiddag aangenaam te verbabbelen.
Eindelijk echter, nadat men zoo al enkele
menschen over den hekel had gehaald, kwam
men op het lievelingsthema van alle drie.
den meergenoemden geheimzinnigen stroo
zak van den ouden oom. Ieder wist wel een
nieuwe bevestiging bij te dragen, dat het
precies zoo was, als men reeds lang had ge
vertellen, die de gemeenste schurk was op
heel de wereld.
Want wat hielp dat alles ten slotte?
Wilde men niet voor dievegge gelden,
want klaarblijkelijk had hij geluisterd, dan
moest men handelen. Want hem te weer
leggen, daaraan durfden zij zich niet wagen,
daar zij immers zelf de legende van zijn aan
zienlijk „kapitaal" altoos overtuigd mee had
den verbreid.
Dus kwam het er nu op aan, alle stil be
spaarde duiten bij elkaar te knibbelen, waar
mede de vrouw van den burgemeester dien
zelfden avond toen zij Leendert naar de her
berg had zien gaan naar zijn huisje sloop.
Dat was een bittere gang en een bijtere
naaierij, toen zij den naad van den stroctak,
waardoor zij het geld had gestoken, weer dicht
maakte.
De tranen liepen haar langs de wangen, en
slechts de gedachte, dat haar twee mede ge
brandschatte vriendinnen thans tehuis in haar
kamertje niet minder huilden, troostte haar
een beetje.
Mijnheer de burgemeester daarentegen
lachte fideel, toen hij haar den volgenden mor
gen vertelde, dat Leendert er weer was ge
weest, hij had zijn geld teruggevonden, het
was alleen maar in den stroozak wat verscho
ven geraakt.
Men kon het den dorpsvader aafttten, hoe
wel het hem te moede was, dat de zaak zoo
goed was afgeloopen.
Indien hij ook maar eenig vermoeden van
de werkelijkheid had gehad, zou hij zijn
vrouw anders hebben moeten aanzien.
Een paar weken later maakt* Leendert
de lang beraamde reis naar de hoofdstad.
Kijk, kijk, zeiden de menschen, dus
was 't met dien schat toch waar.
Gelijk heeft hij, zei de burgemeester
tegen zijn vrouw, beter dat hij het geld
vroolijk verteert, dan dat het hem ten laatste
toch nog ontstolen wordt.
Zij en haar vriendinnen zeiden niets. Maar
toen zij alle drie een prentbriefkaart met de
vriendelijkste groeten van Leendert ont
vingen, sprongen zij van woede tot aan den
Zolder, en scheurden het arme, onschuldige
papier in duizend snippers. Z.