Stadsnieuws. Nieuwe Haarlemsche Courant V erkeers.ongevaüen. Mar ia-Stichting OM EEN TESTAMENT De verborgen Schat. lederen middag van 2tot 3 uurPolikl niek De Oud-Vaderlandse he Klompenindustrie. De R.K. Staatspartij in Nederlandsch-Indië. INGEZONDEN. Agenda 7 December Haarlemsche Postzegelbeurs. MISSIECLUB VAN DEN R.K. KRING. Een interessante avond. UITLOTINGEN. Spoort al Uvv kennissen aan hun vraag- en aanbod-adver tenties te plaatsen in onze eigen Eduard van Beinum1 te Groningen. As van een auto gebroken. ^fCVf5/,^£V7°/r bij vershpp/ng. Ir. H. Grcvers schrijft in het tijdschrift van de vereeniging „Nederlandsch Fabri kaat" een artikel onder bovenstaanden ti tel, waaraan wij het volgende ontleenen. Juist een tijdsch ift als dit van de Ver eeniging „Nederlandsch Fabrikaat", die nooit nalaat met het geschreven en gespro ken woord den Nederlander op het harte te drukken zooveel mogelijk producten van eigen bodem te gebruiken, lijkt mij de plaats eenige belangstelling te vragen voor den Hollandschen klomp, het zoo op het oog eenvoudige houten schoeisel, waarvan men echter bij nadere beschouwing erkennen moet, dat de vakman, die iets dergelijks goed maken kan, zeker beschiaken moet over een groote dosis bekwaamheid. In een der eerste jaargangen van dit tijd schrift werd mij reeds toegestaan iets over het interessante vak van den klompenmaker te vertellen; ik gaf daar echter meer een beschrijving van de opeenvolgende bewer kingen die een houtblok moet ondergaan om Klomp te worden, en van het daarbij rr /iige gereedschap. Dat ik thans weer het artikel klomp be- .jpreken ga, vindt zijn aanleiding in het feit, dat de klompenindustrie het momenteel zeer zwaar heeft, zoo zwaar, dat met recht van een noodtoestand gesproken kan wor den. Dit geldt zoowel voor de handwerkers als voor de machinale kiompenfabrieken. De ernst van dien toestand moge vol doende blijken uit de doo. bet 2de Kamer lid Fleskens uit Geldrop indertijd den Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid ge stelde vragen en uit het daarop door Z.Exc. gegeven antwoord Halen wij uit dat antwoord twee ge deelten aan en wel; ..„dat de onderge- teekende de Minister) evenmin zijn tus- schenkomst kan verleenen tot het doen heffen van een invoerrecht" en „Hij de Minister) is voornemens met zijn ambtge noot van Binnenlandsche Zaken en Land bouw overleg te plegen over de vraag of het noodzakelijk is en, zoo ja, of het ge- wenscht is den u'tvoer van hout te be perken" dan zijn hierdoor meteen eenige oorzaken omschreven, die den funesten in vloed gehad hebben op de klompenindu strie hier te lande. Het zijn de invoer van Belgische klompen tegen een, door de la ge loonen aldaar mogelijk gemaakten, zoo lagen prijs, dat de Hollandsche klompenma ker daartegen coneuireeren kan Gelukkig ind en dit woord hier althans gebruikt mag worden is de Belgische klomp ze ker minder in afwerking en dat doet nog vérscheidene personen besluiten liever meer geld te besteden aan é'n goed-zit- meer geld te besteden aan een goed-zit- klomp, die ten slotte een gedwongen of pijnlijke loop geeft. Want d t is het ge heim van een goeden klomp: het inwen dige moet zooveel mogelijk de lijn van de voet volgen! en daar wordt nog wel eens hevig tegen gezondigd. Laat ik er direct bij zeggen, dat ook in ons land die fout wel gemaakt wordt, maar toch niet m die ma te als in België Een ander verschijnsel is het wegkoo- pen van het hout door het buitenland. En dat gebeurt zoowel door onze Oostelijke als door onze Zuidelijke buren. De klompen- Waker gebruikt bij voorkeur wilgenhout, maar waar dit schaars geworden is in ons land, heeft hij populierenhout moeten ne- •en en is in zijn keuze dus zeer beperkt geworden Hard is het dan voor hem te zien, dat dit hout bij honderden M3. aan of voor het bu:tenland verkocht wordt te gen prijzen, die hij, wil hij zijn klomp niet al te duur en daardoor vriïwel onverkoop baar worden, onmogelijk betalen kan. Nog harder is het voor hem, wanneer het hem beloofde hout toch nog, vanwege een hoo- geren prijs en minder gevoelig geweten van den eigenaar, naar het buitenland gaat. Hij verliest door al die verkoopingen de grond stof, die niet te vervangen is, en nu be hoeft men geen industrieel te zijn om te zien tot welk een débacle dit leiden zal. Het is niet de eerste keer, dat de klom penmakers de belangstelling van de Regee- ring hebben. Immers in 1920 reeds werd, Badat gebleken was, dat een in 1917 spe ciaal voor smeden ingestelde voorlich tingsdienst door deze patroons bijzonder gewaardeerd werd, besloten ook voor klompenmakers een dergaljfce voorlichting van Rijkswege in het 'even te roepen. Voor dat doel werd bij het Nijverheidsla boratorium te Delft een assistent uit den aard der zaak een bekwaam klompenma ker aangesteld aan wien voorloopig Hattem, liggend midden in een uitgestrekt gebied waar het klompenmaken door ve len beoefend wordt, als standplaats aan gewezen werd Uit de ju'st ingediende Staatsbegrooting fclijkt, dat ook thans de Minister het niet bij woorden w llen laten. Voor het jaar 1928 is een bedrag uitgetrokken, speciaal bestemd voor hulp aan de klompenmakers. I Op welke wijze die hulp verleend zal wor- I is in die begroot:ngsvoorstellen niet di- reet nader omschreven We mogen echter wel aannemen dat die hulp zal gaan in de richting; bevordering van den afzet en ver betering van de kwaliteit. Bevordering van den afzet houdt ook in terugwinnen van het door de felle concurrentie verloren ge bied en dit kan hereikt worden door re clame, bij voorkeur demonstratieve recla me. In deze richting is reeds een begin ge maakt op de in begin September te Leeu warden gehouden Landbouwtentoonstelling Daar was op stand 243 door den Rijksvoor lichtingsdienst ten behoeve der Nijverheid een geheel in bedrijf zijnde klompenmake rij ondergebracht en daarnaast was een groot aantal klompen geëxposeerd. Klom pen, die ingezonden waren door klompen makers uit alle deelen van het land. Daar werd den landbouwer, winkelier en gros sier getoond, dat de Hollandsche klomp in doorsnede nog steeds een zeer goed afge werkt product was, zoowel wat het buiten als, en vooral, het binnenwerk betreft. Die reclame-tentoonstelling was daarom in Leeuwarden zoo goed op haar plaats, om dat er in Friesland velen zijn,'die overge gaan waren tot het dragen van een ander soort klompen, omdat zij meenden, dat die t>f die soort klompen in ons land niet meer gemaakt werd Deze hadden nu hier alle gelegenheid genezing te vinden voor hun ne verkeerde meenrng. Belangstelling had de stand in vervloed. Niet aüeen van kijklustigen, doch ook terdege van handelaren. Tijdens Haar bezoek aan de Landbouw- te' v- -„f ji m Koningin °?k e??'£e °ogenblikken bij deze inzen ding. Ongetwijleld zal deze belangstell'ng door de klompenmakers zeer op prijs ge steld worden. Hierboven werd naast „bevordering van den afzet nog als een der middelen om den klompenmaker m zijn strijd te steunen de „verbetering van kwaliteit" genoemd. Van regeeringswege zou c.a. medegewerkt kunnen worden om een poging te doen sla gen die door de kJotnDenmahers zelf be dacht is om hun vakpej omhoog te bren- gen. Zij zijn n.1- op de m l* éezonde gedach- te gekomen een vakexamen in te stellen. Dit alles verkeert echter nog in een zoo voorbereidend stadium, dat het waarschijn lijk beter is hier voorloopig niet verder op in te gaan. Ook zullen wij hier verder eventueele andere middelen om tot een meer norma len toestand te komen buiten beschou wing laten. Inmiddels is de toestand momenteel zoo, dat de klompenmakers, in het algemeen een rustig en nijver volk, het verder ver tikken nog „op zien komen te spelen". De toestand werd te ondragelijk, de toekomst te zwart! In groot en getale zijn zij naar een vergadering getogen, die op 24 Juni van dit jaar te Arnhem gehouden werd om daar gezamenlijk te beraadslagen, plannen te beramen om uit het moeras te komen. Daar is een Comité van Actie ingesteld, bestaan de uit vooraanstaande mannen uit het klompenmakersbedrijf, met de bedoeling de geheels zaak grondig te onderzoeken om dan met een vast plan, op stevige bas s gefundeerd, aan te komen. Men 7.et Regeering en klompenmakers zijn aan den arbeid getogen. Maar dat vooral ook het groote publiek medewerke! Ik weet wel, dat het gros der lezers van dit blad niet tot de kiompendragers be hoort, maar er zullen er toch genoeg zijn, die als leider van een fabr.ek (bijv. zuivel fabrieken), bezitter van gronden, lid oi leider van een verbruikscoöperatie, ge sticht enz., enz met weinig moeite bij hun ondergeschikten kunnen aandringen op hel gebruiken van een Hollandschen klomp (Tusschen haakjes kan hier vermeld wor den, dat de Vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat" waarschijnlijk toe zal stemmen dat op de Hollandsche klompen het be kende contrólemerk dezer vereen'ging aangebracht word!) Laten die allen mede werken de klompenmakers van een onder gang te redden en verre te houden van den verlammenden invloed van erkeloosheid. De Javabode meldt; De begin van het jaar door de R.K. Staatspartij in den Haag opgerichte Indi sche Commissie heeft zich met een circu laire gewend tot het hoofdbestuur van P. P. K. D. (Politieke partij der katholieke Javanen) met den uildrukkelijken wensch, in een geregelde relatie te treden met de Katholieke Politieke organisaties in Neder landsch-Indië, ter berieking van het doel, dat de R.K. Staatspartij met deze organi saties gemeen heeft. Beiden zullen zich hebben af te vragen, hoe de vraagstukken, die de Katholieken in Nederland en Ned.-Indië bijzonder ter harte gaan, lot een meer bevredigende op lossing kunnen worden gebracht. De commissie vraagt het oordeel der P.P. K. D. alvorens hare taak en ^erkwijze definitief te omschrijven. Ongetwijfeld veronderstelt een effectieve invloed op het Nederlandsche Parlement en den Volksraad een hecht contact tusschen de katholieken van het Moederland en Ned.-Indië; zij zullen elkaar onafgebroken op de hoogte moeten houden en gegevens verstrekken, wil hun arbeid resultaten af werpen; Nederland zal Indië, en Indië-'zal Nederland moeten inlichten over de poli tieke actie, die beiden aangaat. De commissie laat het aan het oordeel der P. P K. over, of en zoo ja, op welke wijze ook in Ned.-Indië zou kunnen wor den gecentraliseerd in een orgaan hetzij een commissie, hetzij bureau overeen komende met wat de R.-K. Staatspartij met onze commissie beoogt Alsook, welke samenstelling van een zoo danig orgaan in Indië de meest veelzijdige en doeltreffende zou zijn en hoe daarin de verschillene Missiën hun invloed zouden kunnen doen gelden. Op een avond kreeg ik 'n boodschap om een testament te komen opmaken bij een ouden landbouwer in Werkersberg. Die bood schap was me allesbehalve aangenaam, wan- het was Februari en koud weer en daarbij was het al een uur of zes en ik kon op zijn vroegst eerst om elf uur terug zijn. Er is de grootste haast bij, vertelde me de boodschapper. De man kan ieder oogen- blik sterven. Zijn rechtmatige erfgenamen hebben zich nooit om hem bekommerd. Zijn trouwe verpleegster, die hem al jaren heeft verzorgd en opgepast, die hem haar heele jeugd heeft ten offer gebracht, wil hij zijij vermogen vermaken. Maar met den gewonen afkeer van de meeste menschen van een testa ment te maken, heeft hij er altijd mee ge wacht, tot de dokter hem zei, dat hij er haast mee maken moest. Nu had hij gaarne zijn testament gemaakt, maar de erfgenamen, die in de laatste dagen hun intrek bij hem genomen hebben, benemen hem de gelegen heid er toe. Op verzoek van den zieke healt de dokter mij hierheen gezonden. Maak als het u belieft veel haast, want er is groot ge vaar, dat het gauw met hem is afgeloopen. Wat mij betreft, zei ik, zal ik mijn best doen. De mededeeling van den man had mij belang ingeboezemd en ik besloot mijn best te doen, het trouwe meisje haar verdiende belooning niet te laten ontgaan. Een kwartier later was ik al met een klerk op weg. Het was een ongezellige avond, er viel regen met sneeuw vermengd en we bevroren haast in onze dikke winterjassen. De koet sier, dien ik had laten ontbieden, dreef de paarden tot het uiterste aan, hij kende den weg en trots de invallende duisternis vlogen we voort. Na een uur bereikten we een brug over een rivier, die met het slechte weer hevig spookte. Op een paar honderd pas er van af hoorden we een stem die riep: Gaat niet over de brug of ge zult ver ongelukken. De koetsier hield stil. Wat is er dan? vroeg hij. Het ijs heeft de brug stukgeslagen. Ge moet terug. Ik opende haastig het portier. De brug is onbegaanbaar. Te drommel dat komt ons erg ongelegen, we hebben haast Waar wilt ge dan heen Naar Werkersberg. Dan doet ge 't beste terug te keeren en over Sandwijk te gaan. Iedere minuut is kostbaar, antwoordde ik, zouden we er niet over kunnen? -» Probeer het maar, ik als voetganger zag er geen kans toe. Maar laat je koetsier zelf eens gaan zien. Hij heeft gelijk, riep o*ze koetsier, ik zal eens gaan kijken. Ik stemde toe en de koetsier liep de brug op. Ongeduldig wachtten we op zijn terug komst. Toen hij een paar minuten weg was, voelden we plotseling een hevigen ruk. De paarden waren op hol gegaan. Om Godswil, we gaan te water, riep mijn klerk. Onze harten bonsden, dikke zweetdruppels parelden op ons voorhoofd. Angstig boog ik me naar het portier. Goddank, riep ik, ze gaan van 't water af. Maar we zullen ergens tegen aan vlie gen en worden dan verpletterd- We moeten er uit zien te komen, zei ik. De klerk hield me terug. Als uw leven u lief is, blijft dan zitten meneer, riep hij, ge valt te pletter als gij er bij zoo'n vaart uitspringt. Maar als we ergens tegen aan stooten zijn we toch verloren. We komen nu tusschen de boomen. Nu moge God ons genadig zijn. Aan uitspringen was geen denken meer we zouden tegen de boomen te pletter geslagen zijn. Minuut op minuut verging en altijd holden we maar verder. Een uur gingen we zeker zoo wel door, toen plotseling de wagen met een schok bleef staan. We sprongen er uit, daar we vreesden dat de paarden er weer van door zouden gaan. Hebt u dat gezien meneer, vroeg mijn klerk. Wat? Flet was net of een donkere gestalte in het bosch verdween. Ik heb het niet gezien. Maar ge kunt wel gelijk hebben we zijn het offer geworden van een samenzwering, geloof ik een boeven streek. Hollende paarden hadden ons op zoo'n gevaarlijken weg in de duisternis al lang omgesmeten de wagen ging ook zoo precies alsof hij door iemand bestuurd werd Wat denkt u dan? Dat de brug niet stuk was en ónze ge heime waarschuwer dezelfde is die ons hier heen gebracht heeft. Maar waarom zou hij dat gedaan hebben hij Begrijpt ge dat niet, onderbrak ik hem. De kerel is een handlanger van de fami lie. Hij moest ons ophouden, opdat we niet meer op tijd bij den stervende konden ko men. Dat zou verschrikkelijk zijn. Ja maar wat vangen we nu aan? We weten hier weg noch steg. We overlegden een wijle. Plotseling hoor de we hondengeblaf. Een oogenblik later vroeg een ruwe stem, wat we wilden. We vertelden hem ons wedervaren. Dan ben je leelijk van den weg af, zei hij, toen we uitgesproken hadden, hje bent ier minstens twee uur rijdens van Werkersberg af. Als we nu maar een voerman hadden, zei ik, kunt gij ons niet wegbrengen. Neem me niet kwalijk, ik ben bosch wachter en kan mijn post niet verlaten, maar ik weet wel iemand, die u op weg kan helpen. We moesten daartoe naar een dorp in dt buurt rijden, dit gaf wel oponthoud, doch wae zouden we er aan doen. Toen we in het dorp kwamen werden we door een paar mannen tegengehouden. Daar heb je de paardendieven, riepen ze. Waf is dat. Ik ben notaris en dit is mijn klerk, riep ik, wat moet dat beduiden? Dat klopt, dat heeft de man ook gezegd, die hier is komen waarschuwen, dat jullie er met zijn paarden en rijtuig vandoor waart gegaan en hier waarschijnlijk langs zouden komen. Maar ik kan je mijn papierren toonenk riep ik laat me gaan, ik stel u aansprakelij voor de schade, die ik door dit oponthoud lijd. Goed, je gaat uw gang maar, doch nu eerst mee naar den burgemeester. In optocht werden we naar het huis van den burgemeester gebracht, die al in bed lag en na lang kloppen grommend te voorschijn kwam. Ik maakte me aan hem bekend en vertelde hem wat ik ging doen. Ja, ik weet het. Bergman is zwaar ziek en het zou mij spijten voor Marie, maar als de wagen eens werkelijk gestolen was. Ik keek onrustig op mijn horloge. Half twaalf. Wie weet of we niet te laat komen, dacht ik. Daar schoot me plotseling een red dende gedachte in den geest. Geef ons dan een koetsier mee en des noods een paar agenten er bij. zei ik, dan kunt ge zeker zijn en wij worden niet langer op gehouden. Dat ging als we maar beloofden, dat we niet zouden ontsnappen. Voor mijn part kunt ge ons handen en voeten binden, zei ik. Dat gebeurde echter niet, wel kreg-en we behalve een koetsier, twee stevige kerels mee in het rijtuig. w Een uur later waren we te Werkersberg, we hadden er goed overgereden. Aan de woning van den zieken kregen we eerst geen gehoor. Hoorde men ons niet? Verwachtte men ons niet meer? Zou de man al dood zijn? Eindelijk na lang wachten hoorden we een vrouwen stem. Nog verliepen er eenige minuten, toen werd er open gedaan. Ik had jullie niet gehoord, ik sliep vast, zei de persoon die open deed. Die stem kwam mij bekend voor. Het scheen mij toe, dat het dezelfde persoon was, die ons aan de brug gewaarschuwd had. Achter hem kwam de slanke gestalte van een jonge vrouw te voor schijn in 'n eenvoudig zwart kleed. Haar ge zicht was zeer bleek en ze had geschreid. Heb ik de eer met juffrouw Marie Roth te spreken? vroeg ik, mij tot haar wendend. Jawel meneer, dat ben ik u zijt? Notaris Fellens, die ontboden is om het testament voor uw pleegvader te komen ma ken. Ze keek me bedroefd aan. Het is toch, hoop ik, nog niet te laat? vroeg ik gejaagd. Neen meneer, zei ze en begon weer te schreien, maar het zal niet lang meer met hem duren. i Goddank we waren nog op tijd gekoment Ik maakte het testament op en Marie Roth werd erfgename met toekenning aan de famir lie van het wettige gedeelte. Een uur later was de landbouwer heengegaan. Toen hij begraven werd volgde slechts één persoon de lijkbaar. 't Was Marie Roth. Redactie zich niet aansprakelijk. Voor den inhoud van deze rubriek stelt de HET SINTERKLAASFEEST VOOR DE KINDEREN DER WERKLOOZEN. Mijnheer de Redacteur, Zoudt gij zoo vriendelijk willen zijn 't onder staande op te nemen in uw blad van Dinsdag 6 Dec., als alle harten nog warm zijn van de vreugde, die zij hebben mogen geven aan hun eigen kinderen en huisgenooten, en het schrij nend onderscheid van lot levendiger dan ooit voor ieders cogen staan moet, die nog naar iets anders kijkt dan eigen belang en eigen geluk. Gij zult hiermee tweeërlei gelukkigen maken, het comité, dat dit feest voorbereidt en de menschen, die u in staat zult stellen dit comité te helpen. Genoemd comité is zoo verstandig geweest zich dadelijk bij het begin te wenden tot den heer commissaris van politie, met verzoek om zijn steun en raad. en dank zij de bereidwillig heid, waarmee hieraan werd voldaan, is het comité in de gelegenheid gesteld met de ge sloten bussen van de T.B.C. ver. een straat collecte te houden, die 219.06 heeft opge bracht. Op raad van den commissaris heeft het comité zich tot mij gewend met het ver zoek, de gelden, nadat zij onder toezicht van een daarvoor aangewezen inspecteur geteld waren, aan mij toe te vertrouwen om ze voor het comité te beheeren en de uitgaven te doen. Ik heb dat met genoegen op mij genomen, en heb maar één bezwaar, n.L, dat er betrekke lijk zoo weinig te beheeren is. Wel is het comi té vol lof over de gulheid van de stadgenooten, die zij bereiken konden, er werd menige gul den en rijksdaalder in de bus gevonden, maar het beschikte niet over de mogelijkheid om al len te bereiken. Met het oog daarop richt ik mij tot Haar lems burgerij met het verzoek om de som, waarover beschikt kan worden, te vergrooten. Er is een heel leger van werkloozen en dus nog een grooter leger van kinderen. Het plan is om een feest te geven in het brongebouw, waar de zaal erg vriendelijk wordt ter beschikking ge steld, op buitengewoon aannemelijke voor waarden, waar een goóchelaar zal zorgen voor de noodige amusementen, en waar den kinde ren versnaperingen zullen worden uitgereikt. Maar wat doet men met een paarhonderd gul den voor misschien drie of vierhonderd kin deren En ze moeten toch ook iets blijvends hebben, dat krijgen onze kinderen toch ook Daarom is mijn verzoek aan de burgerij om die som te helpen vergrooten door een gave te zenden hetzij aan de bladen, die dit opnemen, hetzij aan mijn adres, dat hieronder gaat, het zij op mijn gironummer 100288. Tevens zou ik den winkeliers willen vragen of gij van de restanten van 't "Sinterklaasfeest, dat voor hen gewoonlijk een tijd is van meer dere winst, niet iets willen afstaan om uit te deelen op het bovengenoemde feest, dat waar schijnlijk Zaterdag a.s. of een week later zal plaats hebben. Ik ben bereid te zorgen, dat steeds iemand aanwezig is, die de telefonische bereidverklaring kan opnemen en dan iemand te sturen met 'n volgbriefje mijnerzijds, om de pakken in ontvangst te nemen. Moge mijn huis te klein zijn om ze te bevatten, dan vraag ik logies bij de buren. In elk geval sta ik borg voor de zaak en zal elke gift in geld zoowel als in natura (ook levensmiddelen zijn welkom) verantwoorden in de bladen, die dit stukje op nemen. Mijn telefoonnummer volgt hieron der. Eerste verantwoording Collecteopbrengst 219.06 S.B. v.d. B. O. 10. A G. 0.30 229.36 Gironummer 100288. Telefoon 15454. S. Bakhuizen v.d. Brink-Ozinga G. v. Heesstraat 25 hoek Velserstr. Sociëteit „St. Bavo" St. Nicolaasfeest R.K. Volksbond 3 uur R.K. Bevol kingsbureau 8 uur R.K. Volksbond 8 uur Bestuur Groentenhandelaren „Onderling Belang" 8 uur Haarlem- sche Inkoop-Combinatie half 9 uur. SL Josephsgezellengebouw Jansstraat 59 Repetitie muziekvereeniging „Utile Dulci" van 8 tot 10 uur R. K. V. „Zwaluwen"-elftalcommissie 8 uur. Schouwburg Jansweg Declamatie avond Vereeniging „Geloof en Weten schap" kwart over 8 uur Haarlem- sche Jeugdbioscoop half 3 uur. Statenzaal Prinsenhof Vergadering Prov. Staten van Noord-Holland half 11 uur. „Luxor"-Thealer Bioscoopvoorstelling 8 uur, Rembrandt"--Theater Bioscoopvoorstel- ling 7 uur en kwart over 9 uur. Naar men ons mededeelt, zal gedurende de maand December, des Vrijdags in het gebouw van den Haarlemschen Kegelbond, Tempelierstraat, de Haarlemsche Postzegel- beurs gehouden worden. Nog maar zeer kort geleden, is de grootsche Missieweek van Amsterdam de Macta, geëindigd, waarheen ook talrijke inwoners van Haarlem zich begaven en nu reeds wordt er ook in Haarlem een missieavond georga niseerd, zij het dan ook op heel bescheiden grondslag. De Missieclub van den R. K. Kring biedt hajen leden, donateurs en anderen j belangstellenden een avond aan in de Groote zaal der St. Jozefsgezellenvereeniging, waar een missionaris, Pater Kraan O. S. Cr., over zijn missie zal komen spreken, waarbij hij tevens 't missiewerk in 't verre Congo- land zal projecteeren. Pater Kraan, die ge durende een zevental jaren in het moordende klimaat van de Neder-Uele is werkzaam ge weest, bevindt zich om nieuwe krachten op te doen, voor eenige maanden in 't vaderland en zal zich in Februari weer naar den Congo begeven. Pater Kraan, die zich in „Kruis triomf" een aangenaam verteller heeft ge toond, zal ongetwijfeld het publiek weten te boeien. Hij is werkzaam in een gebied, waar nog echt prinjitieve toestanden heer- schen en behoorde tot de eerste groep Kruis- heeren, die in 1920 naar den Congo vertrok. Bij hun aankomst in het missiegebied bevond zich er nog geen enkele missiepost. Wel was er ooit een missionaris ter verkenning rond getrokken, maar een blijvende vestiging kwam eerst met de komst der Kruisheeren, tot stand. Pater Kraan kan dus interessant onderhouden over 't pionierswerk, wat hier door de Kruisheeren werd verricht en hoe hier geheel van onder af aan moest begonnen worden. Hij kan de vele lotgevallen van dit jeugdig missiewerk in al zijn wreedheid en teleurstelling, maar ook met zijn blijde voor uitzichten voor de toekomst, schetsen. Zwaar is de arbeid geweest. Denken wij maar eens, hoeveel teleurstelling het geweest is voor de missionarissen, toen zij een eenmaal gevestig- den missiepost, waar reeds verschillende gebouwen in steen gereed waren en een groote hoeveelheid steenen voor verderen afbouw gereed lag, weer moesten verlaten, omdat een door den Staat geprojecteerde weg niet, zooals eerst was vastgesteld, langs den missie post, maar kilometers verder kwam te liggen. En dat onheil trof niet een post, maar de beide eerste posten. Over dit alles en over nog veel meer interessante zaken zal Pater Kraan komen spreken, zoo ook nog over zijn nieuw arbeidsveld. Hem is n.l. opgedragen een nieuwen missiepost te gaan stichten, in het gebied van de slaapziekte. Over deze vreese- lijke ziekte zullen velen op de medische afdeeling van de Macta wel 't een en ander gezien hebben. Welk een heerlijke taak is hier voor dezen energieken missionaris weg- geiegd. Het is een goede gedachte van de Missie club van den R. K. Kring, dezen pionier hier te doen optreden en gaarne wekken wij donateurs, leden en verdere belangstellenden op, dezen interessanten avond bij te wonen. Zij kunnen er van overtuigd zijn, dat zij een leerzamen en genoegelijken avond zullen medemaken, waarbij de geheele reis van den missionaris, vanaf het vaderland tot in de missiegebieden zal worden besproken en verduidelijkt met de fraaiste lichtbeelden. Ieder zal verbaasd staan over de schitterende natuurtafereelen, welke de revue zullen passeeren. Opgetogen zullen de bezoekers huiswaarts keeren, met de overtuiging, dat zij een belangrijken avond hebben mede gemaakt. De lezing zal plaats vinden Donderdag 15 December a.s., 's avonds 8 1/4 uur. Nog een beperkt aantal introductiekaar- ten is verkrijgbaar bij de heeren Th. Hooy, Kleine Houtstraat en J. van der Pigge, Groote Houtstraat 68. Er zijn van die menschen, van wie de schijn en het algemeen vermoeden niet zijn af te wentelen, dat zij in stilte heel wat geld heb ben, ook zelfs, als zij over geen rooden duit kunnen beschikken. Vooral oude, alleenwo nende menschen die een afgezonderd matig zegd, en men praatte elkaar steeds warme naarmate het nat in den koffiepot daalde en de avondschaduwen breeder over den moestuin buiten lagen. Daar moet eens wat gebeuren, zei de burgemeestersvrouw beslissend en bevelend, zooals het de overheid toekwam. De twee anderen knikten levendig toe stemmend. Men is het immers den ouden man zelf verschuldigd, meende de boerin van de Mariehoeve, als hij eens al het geld kwijt raaktehij sluit zijn huisje nooit af. Een onzekere blik vloog van de eene naar de andere en de boerin van de Jacobahoeve sprak eerst het plan uit dat in alle drie was gerezen, door halfluid te fluisteren Stellig is hij ook naar het feest ifi de stad, de oude pretmaker. Men moest zich eigenlijk eens overtuigen wat er van aan Is. Nu begon een fluisteren, een sissen, een voorstellen, bedenken, toestemmen en over en weer elkaar aanvuren, totdat ten laatste zoowat een kwartier na elkaar alle drie voor zichtig de kamer verlieten en naar het leek gemoedelijk een kleine wandeling door het veld gingen maken. Inderdaad echter ontmoetten zij elkaar, nadat zij naar alle kanten goed hardden rond gespeurd, spoedig daarop voor het afgelegen huisje van Leendert Houtappel. De burgemeestersvrouw keek rond. Het was, als gewoonlijk, niet gesloten, en zij slopen binnen. In de kamer tikte de oude hangklok krakend en steunend, en de kat snorde in den slaap, omdat zij van een vette rr.uis droomde. Voor de rest was ajles stil. En zoo bleef het ook over het geheel. Slechts klapte nu en dan een schaar, het oude zakke- goed ritselde, het stroo kreukte en een lichte stof wolk steeg op. De drie vrouwen bogen over haar werk, vreesachtig opgewonden, met roode hoofdenen woeldenen woelden.en woelden. Een verscheen buiten voor het venster on opgemerkt en snel een gezicht en keek door de reet van het voorgehangen roode gordijn. Die het gebarenspel van den luisteraar had kunnen zien, zou een boosaardig' sluw lachje hebben opgemerkt. Maar terstond was het weer verdwenen. Eindelijk volgde binnen een toornig teleur gesteld brommen en kibbelen, een vlug met slecht geweten volbracht opruimen en weer aan elkaar naaien, een wegmaken van de sporen, en een ontmoedigd, beschaamd weg sluipen van het huisje. De oude Leendert had in lang niet zoo goed geslapen als dezen nacht. Kswam het van het vroolijke dorpsfeest, of van het flinke opschudden van het stroo.of had een vroolijk voornemen hem het hart zoo licht gemaaktwie weet het? In elk geval zette hij den volgendem mor gen een zeer bedroefd gezicht, toen l>ij naar den burgemeester ging, en hem csm een vertrouwelijk onderhoud verzocht. De oudste van het dorp kwam later geheel ontdaan in de keuken. Een mooie historie., vertelde hij zijne echtgenoote en raadsvrouw onder het zegel van diepe stilzwijgendheid., daar was zoo pas de oude Leeaidert bij hem geweest, geheel ontdaan en temeer gedrukt, omdat hem gisteren zijn heele spaarpot uit zijn stroozak was gestolen, driehonderd gulden en nu wist hij niet wat te doen. Stellig waar was het toch: want dat de oude Leen dert geld in zijn stroozak had, dat wist immers iedereen.een gruwelijke schande was het ook, als het gerecht in het dorp kwam, waar sedert jaar en dag niet zooiets was voorgevallen. De burgemeestersvrouw over het haard- ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG. Trekking van i December. Premies Serie 441 no. 77 met 1000 serie 1689 bno. 55 met 125 serie 1694 no. 84 met 125 serie 2888 no. 79 met 50 serie 528 no. 38 met 50 serie 3212 no. 62 met 25 serie 248 no. 95 met 25 serie 248 no. 95 "iet f 25 serie 1932 no. 95 met 12.50 serie 1883 no. 8 met 12.50 serie 823 no. 80 met 10 serie 477 no. 38 met 10 serie 2392 no. 24 met 10; serie 917 no. 60 met 5 seric 2392 no. 95 met 5 serie 1883 no. 44 met 5 serie 452 no. 22 serie 82 no. 40 serie 82 no. 88 serie 3898 no. 24; serie 288 no. 27 serie 2501 no. 77 serie 2359 n0* 21 ser'e 3621 no. 88 serie 2792 no. 33 serie 2666 no. 60 serie 1820 no. 47 serie 1361 no. 4 serie 2008 no. 50 serie 111 no* 4o; serie 3649 no. 31 sene 543 no. 56 serie 3578 no. 5® serie 915 no. 60 serie 1811 no. 33 serie 598 no. 19 J serie 2286 no. 29 serie 377° no. 19 serie 1275 no. 4 serie 2838 no. 2; serie 3192 no. 38 alle met 2.50. Voorst worden 5 series in haar geheel afgelost122, 3208, 3645, 1683 en 2979* De dirigent van onze H.O.V. is uitgenoo- digd, om bij de Groninger Orkest Vereeni ging. Woensdag en Donderdag als gast-diri- gent op te treden. Van Beinum zal o..a dirigeeren: „Don Juichotte" van Richard Strauss, Nuages et Fêtes van Debussy, en en „Rapsodie V iennoise" van Florent Schmitt. Van den auto der firma v. G.f brak giste renmiddag half zes in de Smedestraat de achteras. Het tramverkeer werd door het ongeval gedurende een half uur gestoord. De auto werd door den kraanwagen van de firma Limbach weggesleept. avond™ een L"xin-bonbon, na den avondmaaltijd, reged de sof/sverfeerina. vuur gebogen, was eerst wit en toen rood geworden. In elk geval meende zij een wei nig bedrukt, moest men niet terstond wat beginnen, maar alles wel overleggen en onder- tusschen het strengste stilzwijgen over de zaak bewaren. Overleggen, dat paste den burgemeester al toos, want hij was geen man van de cvlugge daad. DaaronVging hij vooreerst maar aan zijn dagelij ksch werk. Zijn vrouw echter liep met bruinrood hoofd naar buiten en liet door de stalmeid terstond de boerinnen van de Maria en van de Jacobahoeve tot een buitengewione zitting in de achterkamer oproepen. Wat daar gebeurde, heeft nooit iemand ver nomen, anders had hij van machtelooze tra leven leiden, worden vervolgd door de erg- ne« woede en schrikkelijke verwen- „;„„Lo,Vr,W nraat- I schingen van den ouden Leendert kunnen denkende, hebzuchtig nieuwsgierige praat' jes van verwanten en bekenden, met het taaie verhaal, dat "zij ergens verborgen of begraven, weggestopt of ingenaaid, een oude kous met daalders of een tegelsteen met dukaten er onder of een verschimmeld pakje met waardepapieren hebben. Vooral de stroozak was van oudsher een stuk huisraad, dat men met voorliefde ver moedde in zijn onaanzienlijk uiterlijk heime lijk schatten te verbergen. Ook de oude Leendert Houtappel bezat zoo'n stroozak. Al zijn nichten, en die haa hij er in het dorp niet weinig, waren er beslist van over tuigd, dat het kleine dunne, magere, ver schrompelde mannetje met de sluwe, water heldere oogen en den glimlach om de mond hoeken, alleen daarom met zoo veel onver schillige, spottend-overmoedige kalmte, op het wereld- en dorpsgedoe ^neerkeek, om dat hij „zijn duiten achter t linnen had. Het in menig koffiekransje uitgesponnen geheim van den „schat van den ouden Leendert, kwam zoo langzamerhand rond en werd voor en na tot een zoo vaste dorps- overtuiging, dat men elkaar, als de oude zoo nu en dan zuchtend zei: Geld, als ik dat had, dan ging ik nog eens voor een paar dagen naar de residentie, waar ik in mijn jeugd zulke vroolijke dagen heb doorgebracht, dat men dan elkaar in de zijde stiet, toeknikte en fluisterde: Stumperds, oude, jij hebt ze immers, je behoeft maar even je stroozak open te snijden. Maar Leendert merkte van deze geruchten die omtrent hem'de ronde deden, niets of ten minste hij deed alsof. Maar dat kon toch niet maar altijd zoo blij ven. Op een stillen Zondagnamiddag, toen de mannen allen naar het feest in de stad waren, gegaan, kwam er ommekeer in de dingen. De burgemeestersvrouw, een van de naaste verwanten van den oude, had een paar vrien dinnen uitgenoodigd, die er zich eveneens op konden beroemen tot de familie van den ouden man te behooren. De koffie was uit stekend, de koeken, zooals men van de eerste vrouw in het dorp kon verwachten ,en aan stof voor een gesprek ontbrak het niet. Want, of het een wereldstad of een dorp is, voor mededeelzame zielen is er altoos en overal nieuws genoeg, om daarmee een stillen Zondagmiddag aangenaam te verbabbelen. Eindelijk echter, nadat men zoo al enkele menschen over den hekel had gehaald, kwam men op het lievelingsthema van alle drie. den meergenoemden geheimzinnigen stroo zak van den ouden oom. Ieder wist wel een nieuwe bevestiging bij te dragen, dat het precies zoo was, als men reeds lang had ge vertellen, die de gemeenste schurk was op heel de wereld. Want wat hielp dat alles ten slotte? Wilde men niet voor dievegge gelden, want klaarblijkelijk had hij geluisterd, dan moest men handelen. Want hem te weer leggen, daaraan durfden zij zich niet wagen, daar zij immers zelf de legende van zijn aan zienlijk „kapitaal" altoos overtuigd mee had den verbreid. Dus kwam het er nu op aan, alle stil be spaarde duiten bij elkaar te knibbelen, waar mede de vrouw van den burgemeester dien zelfden avond toen zij Leendert naar de her berg had zien gaan naar zijn huisje sloop. Dat was een bittere gang en een bijtere naaierij, toen zij den naad van den stroctak, waardoor zij het geld had gestoken, weer dicht maakte. De tranen liepen haar langs de wangen, en slechts de gedachte, dat haar twee mede ge brandschatte vriendinnen thans tehuis in haar kamertje niet minder huilden, troostte haar een beetje. Mijnheer de burgemeester daarentegen lachte fideel, toen hij haar den volgenden mor gen vertelde, dat Leendert er weer was ge weest, hij had zijn geld teruggevonden, het was alleen maar in den stroozak wat verscho ven geraakt. Men kon het den dorpsvader aafttten, hoe wel het hem te moede was, dat de zaak zoo goed was afgeloopen. Indien hij ook maar eenig vermoeden van de werkelijkheid had gehad, zou hij zijn vrouw anders hebben moeten aanzien. Een paar weken later maakt* Leendert de lang beraamde reis naar de hoofdstad. Kijk, kijk, zeiden de menschen, dus was 't met dien schat toch waar. Gelijk heeft hij, zei de burgemeester tegen zijn vrouw, beter dat hij het geld vroolijk verteert, dan dat het hem ten laatste toch nog ontstolen wordt. Zij en haar vriendinnen zeiden niets. Maar toen zij alle drie een prentbriefkaart met de vriendelijkste groeten van Leendert ont vingen, sprongen zij van woede tot aan den Zolder, en scheurden het arme, onschuldige papier in duizend snippers. Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8