innenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws." o O STATEN GENERAAL. Tweede Kamer. Behandeling der Staats, begrooting 1928. Het geval der Aardenburgsche verkiezingen. Jr. MH. Caron. De steun van regeeringswege voor de aardewerkindustrie. Godsdiensthaat* De regeeringssteun voor de noodlijdende aardewerkindustrie. Het melkcontrêle-station Amsterdam. Hoe hem nten van t band er olie- systeem der tabaksbelasting ontheven worden? De gevallen van nekkramp te Hallum. De 6 e zitting der Haag sche conferentie voor internationaal privaatrecht. HULDE AAN DE KRANIGE HOLLANDSCHE MENSCHE NREDDERS. Een geestdriftige hulde van den kapitein en de bemanning der „Al hena". Hoe ruim 500 schipbreukelingen der Maf aid a behouden aan wal gebracht werden. RECHTSZAKEN. De inbraak en noodlottige achtervolging te 's-Gravenhage. Uw waschfaïel en vooral Uw huisapotheek zijn niet com- p'cet als er een doos oï tube PUROL ontbreekt. Felle brand te Nijmegen. In de vergadering van de Tweede Ka mer onder voorzitterschap van jhr. mr. Ch Ruys de Beerenbrouck werden de moties Oud en ter Laan inzake de pensioenen der oud-gepensionneerden verworpen. Het amendemsit L de Visser inzake de motie Bulten werd eveneens verworpen Vervolgens was bij de voortzetting van de behandeling der begrooting van Financiën aan de orde de vierde aldeeling (kosten van administratie der belast ngen). De heer BULTEN R.K. bepleit uitbrei ding van het aantal kommiezen. Zooals de toestand nu is, moeten de ad unct-kommie- zen te lang wachten op bevordering. Te meer reden bestaat voor die u'tbreiding. wijl reeds vele jaren tal van adjunct-kom miezen diensten verrichten, welke tot den werkkring van kommiezen behooren. Verder dringt spr aan op het treffen van een meer afdoende regeling ten aan zien van de particuliere klerken. De heer OUD V.D vindt de benoeming tot Rijksklerk van een 40-tal van de ruim 400 particuliere klerken, die op zulk een benoeming wachten en daarop krachtens de voorwaarden van indiensttreding aanspraak hebben, totaal onvo'doende. In zijn antwoord zegt de minister van financ'ën, de heer DE GEER, dat hij wil overwegen of iets meer kan worden ge daan met de benoeming var. meer adjunct- kommiezen en komm.'ezen. Vroeger wa~ het usance, dat een particulier klerk na exa men vaste aanstelling kreeg. Dit is echter geen natuurrecht, evenmin als een onder wijzer met hoofdacte steeds een vaste aan stelling krijgt als hoofd eener school. De heer BRAAT P B. komt op tegen het toekennen van nonactiviteits-tracte- menten aan Kamerleden. De MINISTER herinnert er aan, dat in dertijd een amendement is aangenomen om de door hem voorgestelde regeling om trent de nonactiviteitstractementen niet toepasselijk te verklaren op de destijds in de Kamer aanwezige leden die dergelijke tractementen genoten De heer L. DE VISSER C. P. acht het onjuist, dat -emand, die Kamerlid wordt, ook nog gelden ontvangt uit hoofde van een betrekking, welke hij niet meer be kleedt. Zoo is het ouk onjuist, dat een mi nister, die Kamerlid wordt, zijn pensioen als min ster behoudt De heer SCHAPER S. D. A P. merkt op, dat deze zaak niet zoo eenvoudig is. Alen moet, als Kamerlid de persoon kun nen krijgen welke men wenscht. Financi- eele nadeelen mag de aanneming van het Kamerlidmaatschap niet hebben Na nog eenige bespreking door verschil lende leden over de Gronmgsche buiten- dijksche gronden, wordt behandeld de af- deeling; kosten der eerediensten. De heer L DE VISSER C. P betoogt, dat de ruim 2 millioen, die uitgegeven worden voor tractementen van predikanten en Kathol'eke geestelijken, beter konden worden besteed Spr stelt voor, de gehee- le afdeeling te doen vervallen. Minister DE GEER antwoordt, dat deze uitgaven grootendeels op de grondwet be rusten De heer DE VISSER wenscht dan geacht te worden te hebben gestemd tegen de be treffende posten. Op verzoek van den hoer J. B. VAN, DIJK R.K. antwoordt minister de Geer, dat hij zal overleggen het verslag over 1926 van de Alg Centr Bankvereeniging voor den Middenstand De heer L. DE VISSER bepleit positie verbetering bii het Rijksinkoopbureau De MINISTER zegt toe een onderzoek te zullen instellen. Vervolgens wordt de begrooting z. h. s. aangenomen. De heer L. de Visser wenscht geacht te worden te hebben tegengestemd Aangenomen worden verder: Begrooting van het Fonds voor de uit voering van de Tiendwet 1907, voor 1928; Regeling ontvangsten en uitgaven Alg. Burg. Pensioenfonds 1928. Posterijen, Telefoon en Telegrafie. Vervolgens wordt behandeld de begroo ting der Posterijen Telefoon en Telegraf'e De heer DROP (S.D.A P.) wijst op de gunstige resultaten van de jongste verla ging van de tarieven van het postverkeer. Over verdere verlaging laat de minister zich niet uit. Spr. wenscht te dien aanzien meer te vernemen. Sor. heeft den indruk, dat men bij be perking van bestellingsd'ensten verder gaat, dan wenschelijk is. Hij vestigt ook nog eens de aandacht op te zware tasschen der bestellers en on net feit, dat bii den postcheque- en girodienst ruim 500 ambte naren werkzaam zijn op arbe:dscontract Spr. verzoekt den minister te bevorderen, dat deze menschen als gewene ambtenaren worden beschouwd in dien zin, dat zij de huwelijks- en k'ndertoeslagen ontvangen. Mevr. BAKKER—NORT (V, D.) dient de volgende motie in: De Kamer, van oordeel, dat door de bij wijze van proef gedane afschaffing der avondbestelling van den postdienst te Gro ningen, vooral door de excentrische 1 g- ging van deze derde koopstad des knds, de belangen van handel en verkeer aldaar ernst'g worden benadeeld, verzoekt den m'nister zoo sooedig mogelijk over te gaan tot wederinstelling van deze bestelling. Hierna wordt de vergadering tot des avonds geschorst. In de avondzitting is aan de orde de voortzetting der behandeling van de Justi- tiebegrooting 1928 Mevr. BAKKERNDRT (V. D.) be spreekt de salarisregeling voor de leden der rechterlijke macht Spr. hoopt, dat bij de herziening van de salarissen ook aan dacht zal worden geschonken aan deze zeer zeker te lage salarissen. De heer VAN SASSE VAN YSSELT R. K. bespreekt het geval bij de verkie zingen te Aardenburg, waarbij de Officier van Justit'e te Middelburg toezicht heeft gehouden, en zegt, van meening te zijn, dat de taak van den officier van Justitie eerst begint, wanneer een strafbaar feit is gepleegd. De Officier van Justit e s.aat, volgens spr., te hocg om op te treden als opsporingsambtenaar. Het ware daarom be ter, wanneer de Officer van Justitie het toezicht had overgelaten aai den burge meester Verder werd door het optreden van den Officier van Justite als sur vei .erend amb tenaar bij de stembus een blaam gewor- T pen op de leden van het stembureru. I Ook waren de sub .tituut-officier en de hem vergezellende kapitein der marechaus see geen kiezers in het betreffende kies district. Volgens de K'cswet heeft alleen de voorzitter van het stemlreau de leiding bij de verkiezingen en wanneer spr. daar voorzitter was geweest, zou hij beide hce- ren hebben verzocht het afgesloten ge deelte te verlaten, ,-n wanneer zij aan dat verzoek geen gevolg hadden gegeven, zou hij hen er uit hebben laten gooien, op grond van overtreding der K'eswet Spr acht een optreden als is geschied niet in het belang der Justitie zelve, en hij hoopt, dat deze kwestie zich in de toe komst niet meer za! herhalen. Mej. KATZ besnreekt de bezetting van de rechtbank te Amsterdam Vervolgens bespreekt mej Katz het ge val te Aardenburg. Spr. kan niet begrijpen, dat de heer van Sasse van Ysselt bezwaar kan hebben tegen het optreden van den Officier van Jusitie. Integendeel acht spr. een dergelijk optreden volkomen iuist en mede in het belang der verk;ezingen-. De heer BETJMER (A. R.) blijft aandrin gen op afschaffing van de poenale sanctie bij de verkiezingen. Spr. becri'iseert de wijze, waarop de overtredingen van de Kieswet door den kantonrechter wo-den behandeld. De heer KLEEREKOPER (S. D. A. P.l dringt er op aan, dat de Boetewet bij arbeidsovertredingen streng gehandhaafd zal worden en dat er voorts op zal worden gelet, dat door de ambtenaren van het O. M. recidive ten laste wordt gelegd, zoo die aanwezig is. Voorts is ook spreker van meening, dat de stemdwang afgeschaft dient te worden. De heer SCHAPER (S. D. A. P.) behan delt de corruptie in het gasbedrijf. Volgens spr. is dit ook een zaak van de politie. Het be'reft hier een zaak van zeer ernsti- gen aard. Des te meer acht spr. een in grijpen noodig in het belang van den goeden naam van het ambtenaarencorps, waar sor. van een ondernemer heeftvernomen, dat hij jarenlang van leveranties is uitgeslo'en geweest, omdat hij weigerde den ambtenaren een commissie te geven. Voorts moet de Justitie, wanneer ook van corruptie in andere bedrijven blijkt, niet aarzelen ook daar met krachtige hand in te grijpen. De heer ZANDT (S. G. P.) bepleit even eens afschaffing van den stemdwang. Deze is onhis'orisch en onchristelijk. De MARCHANT (V. D.) merkt op, dat bij de groote rechtbanken en bij den Hoogen Raad niet voldoende personeel is, waar van het gevolg'is, dat een goede rechtspraak niet mogelijk is. Spr. noemt dit een wantoe stand en de minister mag zich ten deze niet beroepen op gebrek aan geldmiddelen, om hierin verbetering te brengen. De heer DUIJS (S. D.A. P.J bespreekt het ins'ituut der voorloopige hechtenis. De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.) bepleit stemplicht. Vervolgens is aan het woord de MINIS TER VAN JUSTITIE, de heer DONNER. Spr. verklaart dat bij de herziening der salarissen, ook onder de oogen zal worden gezien de vraag, of iets ten aanzien van de salarieering van de leden der rechterlijke macht kan worden gedaan. Wat de Aaraenburgsche kwestie aangaat, gelooft spr., dat deze zaak geheel kan wor den teruggebracht tot een kwestie van pro portie. De officier van justitie had het ver moeden, dat bij de eerste verkiezingen ge knoeid was en dit laatste acht ook spr. een van de meest ernstige feiten. Spr. gelooft, dat, gezien alles wat gebeurt was, het on juist zou ziju geweest, wanneer de officier van justitie aan een of anderen politie ambtenaar bad opgedragen bij de verkie zingen Icez'cht te houden. Het optreden van den suósituut-olficier acht spr. vol komen f er»chi vaardigd. waar deze zeker heid wil ie hebben, dat ook bij de nieuwe verkiezingen niet onregelmatig zou worden gehandeld. Berieffeude den stemplicht, merkt spr. op, dit hii de principieele zijde van het vraagstuk Ihanjj kan laten rusten. Er blijft dan over de practische uitvoering van de bepalingen in zake de naleving der Kiesnet en t.» dezen aanzien kan spr. op merken, dat de-e uitvoering berust bij de burgemeesters, zocdat men de opmerkingen daarover moet richten tot den Minister van Binnenlandsche Zaken In zake de preventieve hechtenis merkt spr. op, drt bet niet mogelijk is, om in alia zaken een met redenen omkleede be slissing te geven, omdat zoovele zaken aan elkaar gelijk zijn. Spr. gelooft niet, dat men zoo pessimistisch moet staan tegen over de in"ce: ir.g van het nieuwe Wetboek van Strafvorder ng. Ten slotte kemt spr. aan de gascorrup- tie. De jus'ilie 'n Utrecht is ten deze dili- gen* en spr. gelooft, dat de zaak daar in handen is van een zeer bekwamen rechter commissaris. Het onderzoek in deze kwestie is gecentraliseerd, zoodat andere parketten op liet resultaat van het onderzoek van den officier van justitie in Utrecht wachten. Daarom ook kan spr. thans met m verdere détails treden, want ook hem zrn de resul taten van het onderzoek met bekend. Na repliek worden de algemeene be schouwingen geslo'en. Daarna wordt overgegaan tot arl.kels- fewijze behandeling der begroo mg. Na eenige bespreking, wordt de vergade ring tot hedenmiddag 1 uur verdaag Hoogleersar aan de Technische Hoogcschool te Delft. Bij Kon. besluit is benoemd aan de Tech nische Hoogeschool te Delft, in de a -e®' ling der mijnbouwkunde, om onderwijs c geven in de metallurgie en de docimasie, tot gewoon hoogleeraar ir. M. H. Caron, hoofdingenieur bij den Dienst van den Mijnbouw in Nederlandsch-Indië. Naar 'aanle'ding van het bekende z.g- .Aardewerkkwestie" heeft de Vcreenig ng van Nederlandse he Grossiers in Glas, Por selein en aardewerk een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waarin fdressante de Kamer verzocht het ontwerp niet aan te nemen. Mocht de Kamer wel tot aannem'ng wen- schen te besluiten, dan zou adressante wil len opmerken, da', ondanks de in de M. van T. ve-melde overproductie, welke hier cp de markt zou worden geworpen, de bui- tenlandsche frbrieken in het algemeen een langen leveringstermijn vragen, soms zeifs drie en meer maanden; dat het grossiersbe- drijf hare voorjaarsorders dan ook reeds voor een groot deel geplaatst heef en zij het daaom op prijs zal stellen, indien bij de bepaling van „het tijdstip der inwer kingtreding" hiermede rekening gehouden wordt. Ds. Kersten maakt school in den gemeenteraad van Rijssen. Aan het verslag van „Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche Courant" om trent de vergadering van den gemeenteraad van Rijssen on 1 December i.l.. is het vol gende ontleend: Bij den post: subsidie bewaarscholen 500), waarvan f 400 voor de Chr. be waarschool en f 100 voor de Roomsch Ka tholieke, verklaart de heer Ligtenberg zich tegen deze laatste subsidie. omdat het strijd,g is met ziin beginselen. De voorzitter zegt. dat men hier zijn be ginselen niet moet laten gelden. Op den voorgrond moet staan, dat het een nuttige instelling is. De heer Ligtenberg: „Geef mij het kind, dan heb ik het volk." Wij, als calvin.sten, geboren in het bloed onzer vaderen, ziin daarom tegen de sub sidie aan de R. K. Bewaarschool. En als deze subsidie samenhangt met die aan de Chr. Bewaarschool, an moet deze ook maar ingetrokken worden. Den voorzitter sciit het, dat hij dit geluid van den beer Ligtenberg hoort. Spr. wou juist het voorstel doen om die laatste sub sidie te verhoogen. Het is n.l. noodzakelijk, cat er een nieuwe vloer in het speehokani komt (kosten 250). Het damescomité wil 125 bijdragen. Een bewaarschool, van welke kleur ook, is een belangrijke zaak. De heer Siegerink: Het ;s hier bij den heer Ligtenberg weer de oude geloofsstrijd. De heer ten Hove: Als de wet er toe verplicht, is er niets aan te doen maar an ders is subsidie aan de Katholieken in strijd met Gods wooird. De heer S,ederink: Uit Christelijke naas tenliefde is men het vernlicht. De voorzitter: Krijgt de eene bewaar school subsidie, dan ook de andere. De heer Jansen zeöt. dat het hem spijt dat er geen openbare bewaarschool is, maar hij kan z'»h best vereenigen met de sub sidie aan de beide bestaande inrichtingen. Het subsidie van f 100 voor de R. K. Be waarschool wordt daarna in stemming ge bracht en met 6 tegen 5 stemmen aangeno men. Tegen stemden de heeren Otten, Ten Hove, Scheppink, Ligtenberg en Baan. De subsidie van /400 voor de Chr. Bewaar school werd uet algemeene stemmen aan genomen. Ook de subsidie van f 125 voor 'n nieu wen vloer werd goedgekeurd. Bij den post: f 100 subsidie voor de op leiding van een onderwijzeres, vraagt de heer Ligtenberg: Is dat voor die Katholieke onderwijzeres? De voorzitter antwoordt bevestigend, waarop de heer Ligtenberg zegt: Ik erken maar één godsdienst en dat is de Gerefor meerde en daarom ben ik tegen den post. Bij den post f 25 subsidie voor de Pluim veetentoonstelling vraagt de beer Schep pink of dat noodig is. Iedere vereeniging kan wel bii de gemeente komen aankloppen. De heer Ligtenberg: Ik ben tegen alle tentoonstellingen! De voorzitter: Het is geen R. K. tentoon stelling. De heer Ten Hove: Miinheer de voorzit ter u moet niet telkens de R. K. noemen; di t is hateliik. De voorzitter: Neen. het is hatelijk, dat die godsdienststrijd hier te berde is ge bracht. De heer Siegerink: Dat is hier vroeger nooit gebeurd. Het oud-raadslid Baan was alleen meer waard, dan de beele huidige St. Gerei, fractie. Verschenen is het Voorloopig ^Verslag inzake het wetsontwerp, Thans is verschenen het Voorloopig Ver slag over het wetsontwero tot tijdelijke verhooging van het invoerrecht op huis houdelijk aardewerk. Dorselein en glaswerk en op enkele soorten tegels. Vele leden betreurden ernstig dat de Ne- t'erlandscbe regeeriutf zich bad Laten vin den voor de ind.ening van dit ontwerp. Zij achtten dit ten eenenmale in strijd met het standpunt, door Nederland intcnomen op de in 1927 te Genèvp gehouden internatio nale economische conferenties, gericht 'c' gen de protectionist,sche tariefmuren. Ook uit anderen hoofde achtten de hier aan 'net woord ziinde leden dit wetsontwerp eea zonderlinge proeve van wetgeving. De re" geering zet door dit wetsontwerp een noodlottigen stap op den weg van het protectionisme. Op grond van de blijkbaar we.nig grondi ge voorbereiding van dit wetsontwerp maakten verscheiden leden bezwaar tegen een spoedige openbare behandeling. He' stond voor hem geenszins vast dat de moei lijkheden der glas- en aardewerkfabrieken te Maastricht te wijten ziin aan abnorma'6 buitenlandscbe concurrentie. Naast de tcchn.sche staan volgens velen hun com- mercieele achterlijkheid In dit verband wees men erop. dat verschillende andere aardewerkfabrieken in ons land uitstekend geslaagd zijn en goed gaan. Ondanks de ernstige gebreken in tech nische inricht,ng en commercieele leiding was het overigens voor tal van leden een vraag, of van een malaise in de keramische industrie te Maastricht wel gesproken ban werden. Men voerde daarvoor tal van ar gumenten aan Andere leden wezen eron. dat de be stellingen aan de Maastrichtsche fabr.eken oen laatsten tijd bekn-trilk zijn toegeno- men, E"kLe!e 'eden wezen erop. dat de regee ring bp dit ontwerp te zeer uit het oog verliest dat in het productieproces be- langrrke verschuivingen nu eenmaal niet tc vermijden ziin> ]Wen cjoef verfceerd, zich tc steil-n °n het standnunt p.1sof er voor de aardewerk abr.cage een zekere onmisbaar- heid zou gelden. D„ Nederlandsche indu- stne heeft zich in het al(Jen,een tan het algemeen Stoderniseerirtfroroces, zij het n°S'dn VnMZ"are °Hers. kunnen aan passen. doch Maastricht heeft dit r,Prela ten Bovendien wezen vele leden met na druk op de bezwaren. Welke de bescher ming van een bemaald onderdeel der in dustrie noodwendig voor andere groepen der bevolking oplevert. 0.m. We20n «ocrts vCle leden op het gevaar Van represailles. Naar het „Hb'd." verneemt, is tot contro leerend veearts van het Melkcontrole- sta ion Amsterdam (Mees] benoemd de heer T. J. van der Hem, praktiseerend vee arts te Ternaard (Fr.). De organisaties bevelen een acciinsrecht aan naar het gewicht. Het verbond van vereenigingen van si garenfabrikanten in Nederland en de Ned. R. K. vereeniging van sigarenfabrikanten hebben aan den minister van Financiën een adres gericht, waarin wordt gezegd, „le. dat zij met zeer veel belangstelling hebben kennis genomen van het zeer uil- gebreid en overzichtelijk verslag van de den minister van Financiën, d.d. 9 Februari 1925, no. 112, afd. Accijnzen, voor het on derzoek naar de wijze, waarop eene be lasting ware te heffen drukkende op de ruwe tabak, bestemd tot vervaardiging van tabaksfabrikaten; 2e. dat zij met waardeering hebben ge constateerd, dat bedoelde commissie ern stig heeft gepoogd een zoodanigen vorm van belasting te vinden, dat het huidige systeem van accijnsheffing op tabaksfabri katen zou kunnen worden vervangen door een ander, hetwelk niet wordt gedrukt door de belemmeringen van het tegen woordige; 3e. dat zij evenwel meenen, dat de in het verslag geboden oplossing gedrukt wordt door zoodanige bezwaren, dat naar hunne meening de aanvaarding en toepas sing van het denkbeeld, in bedoeld verslag ontwikkeld, zeer moeiliik wordt. Aange zien in het verslag zelf de voornaamste dezer bezwaren worden genoemd, willen zij zich van een nadere uiteenzetting in dit adres onthouden; 4e. dat echter de aandacht van hunne besturen ten zeerste getrokken is door het geen voorkomt op n-"<. 17 van het verslag der commissie, waar argumenten worden aangevoerd, die zouden kunnen pleiten voor het instellen van een zuivere gewichts belasting; zij achten de daar opgesomde voordeelen van een gewichtsbelasting van zoo overwegend belang voor de gezamen lijke industrieën, althans voor de tabaks en sigarenindustrie, dat zij, na ampele be spreking en overweging van het voor en tegen, niet aarzelen om aan Uwe Excel lentie het denkbeeld eener gewichtsbe'.as- ting, verbonden met een banderolle van de sigaretten, ten zeerste aan te bevelen; 5e. dat, terwijl duidelijk en zelfs in het verslag onweerlegd zijn, de vele en groote voordeelen van een heffing naar het ge wicht, uit door hen gemaakte becijfe ringen blijkt, hoe zelfs de goedkoopste soort kerftabak, die in eenig beteekenend kwantum wordt verkocht, dus van 90 ct. per half K.G., slechts pl.m. 1414 ct. per half K.G. meer aan accijns zou hebben op te brengen en de goedkoopste sigaren, die van 5 en 6 ct., (de nóg goedkoopere hebben ook een vrijwel evenredig lager tabaksgebruik) nog minder dan onder het tegenwoordig stelsel, waarbij dan tevens dient -bedacht, dat alle kosten en lasten van de huidige banderolleering wegvallen; 6e. dat, aangezien, bliikens hetgeen op pag. 79, 2e alinea, van het verslag wordt gezegd, de commissie op dit denkbeeld niet nader is ingegaan, hoofdzakelijk omdat de opdracht, haar gegeven, gebonden was aan de voorwaarde, een systeem te ontwerpen, v/aarbij „zoover mogelijk rekening werd gehouden met de waarde van de uit die grondstof te vervaardigen fabrikaten", zij Uwe Excellentie beleefdelijk in overwe ging geven dezelfde, of een andere com missie, een nieuwe opdracht te verstrek ken, waarbij een zoodanige beperkingniet wordt gesteld; zij veroorloven zich daarbij Uwe Excellentie er op te wijzen, dat hun bekend is, dat ook in andere kringen ern stige voorstanders zijn van een accijnsrecht naar bet gewicht; 7o. dat zij het zeer zouden toejuichen, indien blijken mocht, dat inderdaad hun meening ten opzichte van de bruikbaarheid en de wenschelijkheid van dit systeem i juist was, aangezien toch op deze wijze de i industrie zou worden ontheven van het kostbare en belemmerende „banderolle- om-de-sigaar"-systeem en de handel in ta baksfabrikaten weder geheel vrij zou ko men, zoodat ook fabrikanten van gekorven tabak, alsmede handelaren en winkeliers jn deze artikelen geheel vrij zouden zijn in hun wijze van verpakking en etaleering hunner artikelen." Twee slachtoffers. Uit Hallum meldt men aan de „Tel.": De gevallen van nekkramp, d e te Hal- 'um werden geconstateerd, blijken van ern- stigen aard te zijn geweest. De familie M. J Terpstra is plotseling in rouw gedompeld, door het overlijden van een vier- en een zeventienjarig meisje, die in het diacones- senhuis te Leeuwarden ter observatie wa ren opgenomen. De toestand van een derde zusje is redelijk wel. Inmiddels is he' heele gezin in het ziekenhuis opgenomen. Men is bezig de woning van de familie T. te ontsmetten. De zesde z't ing van de Haagsche confe rentie voor internationaal privaa recht zal op 5 Januari a.s. worden geopend. Naar de ,,1e'. ve-ncemt. zal de opening gesch eden door minister Beelaerts van Blokland, terwijl bij de openingsplechtig heid ook minister Conner aanwezig zal zijn. De zit ngen worden gehouden in het T redespa'eis. Twee en twintig landen zullen ter conferentie vertegenwoordigd zijn, waaronder Japan als de eenige net-Euro- peescho mogendheid. De Nederl-ndsche deTegalie bestaat ui vijf leden, wier benoeming dezer dagen ia te verwachten. Voor de Rechtbank te 's-Gravenhage, zal op 22 Dec. a.s.( behandeld worden de zaak tegen den man, verdacht van de poging tot diefstal niet braakr in een perceel aan de Sportlaan aldaar, welke inbraak, zooals men weet, werd gevolgd door den aanslag op den inspecteur van politie Paul, die hem wilde arresteeren, en tegen den man verdacht van medeplichiigheid aan den inbraak. In "de eerste zaak zijn zeventien getuigen gedagvaard en ia de tweede zeven. Een speciaal „Alhena-nummer" van „Ons Weekblad" het orgaan der Nederlandsche Kolonie in Argentië is gewijd aan het kra nige reddingswerk en de geestdriftige he- greeting bij de aankomst der bemanning van de ,Alhena" in Argentië. De „Alhena" heeft zooals men zich ongetwijfeld nog herinne ren zal, een zeer belangrijk aandeel gehad in het moeilijk reddingswerk van de schip breukelingen der „Principessa Mafalda". Het is zeker interessant de enthousiaste verhalen over den zwaren arbeid, met zoo groot succes dcor onze moedige Holland- sche zeelieden verricht, te vernemen. De levendige beschrijving van de aan komst der bemanning in Argentinië ver haalt dan o.m het volgende; Dan wordt de loopplank gelegd. De heer Sillem, Nederlandsche zaakgelastigde, met echtgenoote, en de leden der plaatselijke directie met htm personeel gaan aan boord en begroeten dan commandant En die an dere honderden, die daar niet in officieele missie zijn, stuwen zich op de loopplank. Argentijnen kunnen nu en dan toch wel héél spontaan beleefd zijn. Daar klinkt er- gens onder de menschenmassa. die tracht de loopplank te bereiken, de uitroep: „Hol- landese primerol Hollanders eerst!" En wa rempel: de Argentijnen anders steeds zoo haantje-de-voorsten, gaan beleefd op zij en laten de Nederlanders voorgaan! Aan boord heeft mr. Sillem kapitein Smo- lenaars begroet en hem, namens de Neder landsche kolonie in Argentinië, zijn geluk- wenschen overgebracht in de volgende korte, goedgekozen woorden: „Het is mij een vreugde, u uit naam van de Nederlandsche Kolonie hulde te bren gen vcor hetgeen door u en uwe mannen gedaan is tijd"ns de schipbreuk van de „Principessa Mafalda". Met on'roering en trots hebben wij de berichten gelezen over de redding verricht door de „Alhena". Wij danken u voor de wijze, waarop gij Neder- land's scho >nste traditie hoog hebt ge houden." Kapitein Smolenaars dankte diepbewogen. Hij heeft al zooveel complimenten moeten hooren sinds hij zijn geweldige lading gered den in Rio de Janriro aan land bracht. Maar hier zijn het Nederlandsche woorden, die hem gelukwenschen; een Nederlandsche autoriteit, die hem deze, zelf bewogen, toevoegt en een talrijke Nederlandsche kolonie, die hem begroet. Nu is echter de pers niet meer te houden. Als dikke ttossen hangen ze den kapitein aan het lijf, laten hem niet tot adem komen, overstelpen hem met vragen. Kapitein Smclenaars antwoordt, geduldig, als steeds. En het zijn woorden, die men steeds van hem hoort. Geen „ik". Maar: „mijn officie ren mijn bemanning, mijn Chineezen," H;i heelt, naar eigen opinie niets gedaan; steeds waren het de zijnen! Ondertusschen storten zich publiek en journalisten op wie zij te pakken kunnen krijgen: officieren, schepelingen, zelfs de Chineezen ontkomen niet en glunderen ver legen. Een gedeelte der aanwezigen heeft den radio-telegrafist, den heer Wentzel, die zoo enorm veel tot het reddingswerk heeft bijgedragen, overrompeld in zijn seinkamer, cn overstelpt hem met vragen. Het schip is gevuld zooals het gevuld meet geweest zijn toen al die geredde schipbreukelingen aan boord waren. En nog steeds Iaat de loopplank nieuwe stroom en belangstellende-1 naar binnen; mag eigenlijk niet, maa.- de Argentijnsche auto riteiten, die ue loopplank oewaken, lai.K- mcedig waar het werkelijk enthousiasme geldt, drukken een oogje toe, en al wat Nederlander is komt héél zeker aan boord. De plaatselijke directie van de Rotter- dam-Zuid-Amerikalijn had besloten aan de „Alhena" een huldeblijk aan te bieden in den vorm van een zilveren gedenkplaat met gouden letters. Op de plaat staat: „Aan den kapitein, officieren en beman ning van het stoomschip „Alhena", naar aanleiding van hun heldhaftig reddingswerk bij de schipbreuk van het stoomschip „Principessa Mafalda". Hulde aan de di rectie en het personeel van de „N. V. Rot terdamZuid Amerika Lijn". Beunos Aires October 1927." De heer Genken bood dit huldeblijk met een hartelijke toespraak aan en kapitein Sraolenaar3 dankte, erg onder den indruk, en wees weer persoonlijk allrn M af om dien over te brengen op zijn staf en be manning. Beide redevoeringen werden door het talrijke publiek met onstuimig applaus be antwoord Uit de verhalen over het reddingswerk, in het „Alhcna"-nummer van „Ons Week blad", ontleent het „Hbld." nog de vol gende bijzonderheden: De menschen van de Alhena hebben hard gewerkt. Zij hebben geroeid, tot hun spie ren bijna barstten van het hijgende werk; tct hun vereelte handen bloedig waren van trekken aan de riemen. Zij hebben, dicht bij de Mafalda komend, langszij komend, hun leven gewaagd als die radelooze door pa niek en doodsangst bevangen menschen-1 massa eens de booten overrompelt, zich erin stort, hen doet kantelen, hen tot zin ken brengt! Of als al die in het water spar- lelenden zich aan de randen vastklamoend, de b-ot eens doen omsla-n- W-1 he"lf kapitein Smoolenaars, koelbloedig in 't ge vaar en liereia lot voiste eutfvie, zijn licieren, die de booten commandeerden ge autoriseerd, in geval van nood van de re volvers gebruik te maken: het zou kunnen voorkomen, dat dit noodig ware, om velen te kunnen redden. Ja, de mogelijkheid voor ziende, dat zijne officieren aan boord van de Mafalda zcuden kunnen moeten gaan, en begrijpend, wat voor een heillcoze verwar ring daar heerschte, heeft hij hun gezegd: „Als het noodig is maakt van de re vol v ars gebruik, als ware het aan boord der Ma falda zelve Gelukkig is het niet noodig koelbloedigheid steekt evenzeer aan als pa niek en de vastberaden, koelbloedige hcu- ding der redders maakt, dat alles goed af loopt. Wel is het nu en dan noodig, dat een onzer menschen over boord springt en zwemmend spartelende drenkelingen beven water houdt Ook daar nijpend gevaar: men weet, hoe drenkelingen geneigd zijn. zich aan hun redders vast te klampet^ en hen mede te sleuren, de diepte in. Op *de brug kapitein Smoolenaars Hij zou gaarne in 'n van de redingsbooten hebben plaats geno men, maar hij mag, vooral nu, zijn schip niet verlaten: Hij is de eenzame man cp de brug; hij is zijn eigen man-te-ioer en met vaste hand stuurt hij zijn schip waar het zijn moet. Hier helpt geen physieke moed; hier helpen slechts bekwaamheid, vastberadenheid, koelbloedigheid berekening. Dit alles heeft kapitein Smoolenaars en dat alles ware het prachtige werk van zijn mannen onmogelijk geweest, ware gevaar entstaan voor hem en de zijnen. Hij was de opperbevelhebber In den slag. en hij heeft zijn slag gewonnen. De Alhena is ingericht voor één dozijn passagiers, Hier waren bijna 50 dozijn op eens te verzorgen. En passagiers, die niets meer zelf bezaten, die in tal van gevallen bijna naakt aan boord werden gebracht; doornatte drenkelingen. Voor die menschen moest plaats gevonden worden, men meest hun tc eten en te drinken geven, voor velen hunner kleedingstukken vinden, Hier begint dus het grootste werk der verpleging. Een verplegingsdienst werdt aan boord georga niseerd Het civiele personeel in de keuken gaat aan het bakken en keken en heeft 2 etmalen lang niets anders gedaan. Officie ren en bemanning, en vooral ook de passa giers, zceke in koffers en kisten naar klee dingstukken die aan de drenkelingen kun nen worden afgestaan. Blikken geconden seerde melk worden opengemaakt voor de kinderen: een der verhalen door geredden gedaan, schetst het idyllisch tafreeltje van eenige Chineesche stokers, die uit papier trechtertjes hebben gemaakt, en de geredde kinderen op hun knie, dezen de geconden seerde melk intrechteren. Thee en koffie worden gezet, soep wordt gekookt; worstjes worden rondgedeeld. Het is niet gemakkelijk voor al deze men schen voedsel te vinden en toe te bereiden. Voor de kleine bemanning en het dozijntje passagiers worden natuurlijk geen groote voorraden medegenomen, en de Alhena ging het einde harer reis tegemoet zoodat het grootste gedeelte der voorraden reeds verbruikt was. Maar het gelukt toch, en alle geredden hebben die twee dagen lang volop voedsel gekregen. Passagiers en officieren doen vrijwillig afstand van de geregelde maaltijden, waar op zij recht hebben, om aan het civiele per soneel tijd te laten om voor de schipbreu kelingen te werken. Toch is er onder de geredden hier en daar, gelukkig zelden, ontevredenheid; een paar menschen mopperen. Kapitein Smoole naars niet van humor verstoken, zelfs onder deze lugubere omstandigheden, wijst hen op de zee. Toen viel de keus der mopperaars niet zwaar meer. Zóó komt men in de buurt van Rio, en kapitein Smoolenaars laat zijn laconiek ra diogram versturen, een prachtstuk van klas- siek-laconischen stijl: „536 menschen gered, bereidt eten drinken en dokters voor." Een ooggetuige. Een ooggetuige de heer E. Gies, verhaalt in de „Deutsche La Plata Zeitung" nog het volgende over den ingespannen arbeid van Kapitein Smoolenaars en zij staf van hel pers: Drie booten met elk vijl man, begonnen het reddingswerk. Gelukkig was het weer buitengewoon gunstig, en toch «laakte de redding van de ongelukkigen langzaam vor deringen, omdat de bemanning van onze booten tc klein was, omdat er niet meer menschen ten dienste stonden. Onze kapi tein had alle officieren en de zeelui op één matroos na, dien hij als roerganger noo dig had, in de booten gelaten. Ónze bezon nen leider leidde alleen de moeilijke navi gatie van ons schip en tegelijkertijd het reddingswerk. Nadat de „Alhena" (anderhalf uur na aan komst werd het volslagen donker) een groot eind van de „P. Mafalda" was weggedreven werd wee' naderbij gestuurd en zoo kwam men tot op 15 m. afstand van het ten on dergang gedcemde schip. Niemand sprong, hoewel de „Alhena" zoo dichtbij was, over boord Naderhand, want de „Alhena" kon niet lang in die uiterst gevaarlijken toe stand blijven is het schip op nauwelijks dertig meter afstand van het zinkende schip gaan liggen. Weer werden reddingsbooten uitgezet, en met het grootste levensgevaar werden nog schipbreukelingen gered. De geschiedenis van doodsangst en ont zetting zal door velen worden verteld; ons echter zullen de bescheiden helden van het s s. „Alhena" altijd in herinnering blijven, die onder leiding van hun oogst bekwa men en doelbewuste kapitein, met de trouwste plichtsvervulling en persoonlijke opoffering n:et minder dan 536 schipbreu kelingen van de „Principessa Mafalda" in veiligheid hebben gebracht. Een fabriek ig vlammen. Gisternacht heeft te Nijmegen in hel ouda stadsgedeelte tusschen Je Viakengas, de Lange Brouwerstraal en de Prierostraat een hevige brand gewoed in de trappenfabriek van den heer B Lommerse. De fabriek be stond uit twee gebouwen, elk drie verdie pingen bevattende De brand werd op de aerstc verdieping van het achterste gebouw door buren ontdekt. De brandweer was spoe- dit met veel materieel ter plaatse en slaagde er in, bel vuim in te sluiten en te beperken tot het gebouw, waarin de brand was ontstaan. Het achterste gebouw, waarin de eigenlijke fabriek gevestigd was, brandde over de drie verdiepingen geheel uit. Be. halve een groote voorraad hout, gingen hon derdtwintig trappen, d e «ereed stonden voor een nieuw te stichten woningengroep aan de Koolemans Beynenstraat, verloren. Eerst des ochtends w<.s de taak van de brandweer geëindigd Het fabrieksgebouw en de inventaris waren verzekerd Het be drijf ligt echter, naar de „Tel." meldt, ge- heel stil, waardoor het personeel werkloos is. De oorzaak van den brand is onbekend gebleven. De woning Lange Brouwerstraat 31, waar het kantoor der fabriek gevesti was, had mede ernsrig van bet ,vu"r lijden. In deze woning woonden drie gez. - nen, wier inboedel, met verzekerd waren en die groote schade leden Voorts kregM verschillende omli^n*'c da- dicht bevolkte buurt waierscbaüe,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 7