Sport en Wedstrijden. "NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Woensdag 14 Dec. 1927 DE OUDE ST. LAURENTIUSTOREN TE HEEMSKERK. n n (siotj. 1 R. K. F. De wedstrijden van Zondag. R. K. S. V. Victrix. School-competitie. DAMMEN. GYMNASTIEK. Plaatskaarten Olympisch Voetbal- en Hockey- tournooi. ZWEMMEN. Haarl. Dameszwemclub „Zignea". GEMENGD NIEUWS. Angstige oogenblikken. Een woeste rijder. Het zal nog niet gaan. RECHTSZAKEN. Het was slechts een droeve samenloop van omstandigheden. VRAGENBUS. MODERNE THEO-SOPHIA. De klok is dus vervaardigd door Steven Buitendijk in het jaar 1464. Zij is derhalve tweehonderd jaren ouder dan de bekende Hemony-klokken en behoort dan ook tot de oudst beschreven klokken. Stel u voor, uit den tijd van Hertog Philips van Bour- gondië, die in 1467 overleed, en volgens ge woonte dier dagen, waarschijnlijk ook door deze klok, is uitgeluid. Zouden wij Hofdijk in zijn „Heemskercks Beleg" van het jaar 1359 (Hofdijk W. J., Heemskercks Beleg p. 81) kunnen gelooven, dan hing toen in den toren reeds een klok. Vóór de inname van het belegerde slot Heemskerck, thans Marquette, des nachts op St. Paulus-bekeering, van het jaar 1359 terwijl het maanlicht schijnt op de be sneeuwde kanteelen van den burchtwal, laat deze balladen-dichter heer Wouter van Heemskerk tof zijn slotvoogd zeggen: „Om middernacht alzool".... En antwoordt de slotvoogd: De holle klokslag door deez' kille „Wanneer van gintschen toren lucht zal booren,".... Hoe het ook zij, is de tegenwoordige klok eerbiedwaardig door haar ouderdom, niet minder is zij de bewondering waard door baar machtig, mooi geluid. „Inderdaad, ik sta altijd opgetogen en „het is voor mijn oor immer een wellust" schrijft meergenoemde geschiedkundige pastoor over de klok in den gemeentetoren te Uitgeest „als bij kerkelijke en burger lijke aangelegenheden, de groote klok van „Hemony hare zware harmonische klanken „met statige, breede golven uitgiet over de „bevolking." Ik waag het, die woorden tot de mijne te maken, over onze klok, die reeds twee eeuwen vroeger de „Angelus"-boodschap verkondigde en met niet minder mooien klank hare „trillende vermaningen" als oudste prediker van deze omgeving over Heemskerk's bevolking heeft laten hooren. Hebben velen haar stem wel eens goed gehoord, wanneer zij, 't zij in het zachtste Meiweer of in een stormachtigen winter, haar zwaar geluid laat hooren? 't Is of zij eerst eenige oogenblikken al haar geluid, onder zwaar gedreun, bijeenhoudt, om het dan met volle kracht uit te galmen. Luiste ren wij goed, dan werkt de muziek van het geluid op ons gemoed als tot iets vermanend, als iets predikend en men houdt een wijle op met zijn werk, op één pr|t starend, als teruggetrokken naai het verleden. Herinne ringen, beelden komen voor den geest, „iets „grootsch en verhevends vaart door het „het gemoed en eeuwigheidsgedachten „ruischen om ons heen". Zijn de tonen daarna weggestorven, dan keert men stil tot dc werkelijkheid terug, met het gevoel, dat het heeft goed gedaan. Och ja, als het oude jaar in het nieuwe over gaat, dan worden er vooral in de steden scho ten gelost, dan laten de fabrieken hun sig nalen hooren, de schepen hun sirenes. Dat kunnen wij hier niet, maar hoe su bliem zou het zijn, als wij onze oude klok dan lieten ga'l en. Uit haar zelve kan zij het niet, anders deed zij het, moest zij het doen. In dienst der gemeente wordt de klok weinig gebruikt Alleen bij brand, wat ge lukkig weinig voorkomt. Het meest wordt van haren dienst gebruik gemaakt door de hervormde gemeente alhier voor hare gods dienstoefeningen. Waren in 1854 de herstellingen nog het belangrijkst, afdoende zijn deze niet ge weest. En daar sedert dien betrekkelijk weinig is verricht, is het duidelijk dat re stauratie thans meer dan noodig is. De to ren zelf zal nog wel eeuwen staan, maar zijn binnenwerk speciaal ten aanzien van de klok en zijn buitenwerk, wat zijne vor men betreft, eischen hoognoodige verbete ring. Waar het hier geldt een monument van geschiedenis en kunst en instandhouding van algemeen, dus ook Rijksbelang is, werd door ons gemeentebestuur reeds in 1924 tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een verzoek gericht om eene rijksbijdrage in de kosten van herstel ling. Op dit verzoek werd eerst in October jl. guns'ig beschikt, zoodat de hoop gerecht vaardigd is, dat binnen afzienbaren tijd al- geheele restauratie van den toren, zoowel van binnen als van buiten, zal plaats heb ben. Immers, met zijne instandhouding eeren wij tevens ons voorgeslacht, dat hem ons Overdroeg als getuige van een lang voorbij gegaan, zeer gedenkwaardig, tijdvak, eer biedigen wij een kostbaar familie- of erf stuk, waarvan de dierbaarste herfinneringen zijn verbonden. Die toren? hoor ik helaas nog wrel eens uitroepen, dat ding is toch maar heel ge woon en een finantieele last voor de ge meentel Brandde hij maar af, of anders afbreken en het puin bestemmen voor verharding van een of ander laantje! „Homo Vastator!" Ja, de mensch is een vernieler! Heel gewoon? Nogmaals, hebt gij hem wel ooit goed in oogenschouw ge nomen? Aanschouwt hem eens bij zomer dag, wanneer donkere onweerswolken zich op den achtergrnd bevinden en hij op den voorgrond wordt beschenen door de heldere zonnestralen. Het is het dan, of zijn steenen leven en spreken en hoe grootsch mani festeeren zijne lijnen en voftnen dan het doel van den maker. Hoe fier als van ouden adel staat hij daar. Welk een verschil bij vele onzer torens van den laatsten tijd. Die staan meestal gelijk burgerwoningen langs een banale straat of weg. Onze oude torer staat geheel cp zich zelf, middelpunt van het dorp, omringd van dorpswoningen, ter wijl alle wegen als slingers tenslotte op hem uitloopen. Maar wilt gij hem het mooist zien? Hij die reeds zoolang staat in den winter van zijn tijd, zie hem dan eens in dan winte; der natuur. Wacht dan tot ean mooien win terdag, wanneer fijne nevel in rijp is over gegaan en natuur hem daa mede heeft aan gekleed De berijpte huizen en boomen om hem heen lijken dan lager, maar de toren des te hooger Hoe mooi komen dan uit die geblindeerde vensters, zoo duidelijk symbo- liseerend het geheim der H. D.ieëenheid Dan eerst ziet gij goed die spits, achtkantig uitloopend in het wit zwarte kruis, grooter en mooier dan ooit zich afteekenen in de grijs-grauwe lucht. Dan is hij zoo mooi in zijn lijnen en ziet gij in hem ean monument van geloof, een basis, grondslag voor de steenen, achtkantige spits, die, in wijden omtrek zichtbaar, ons voorhoudt, dat de acht zaligheden de beginselen zijn, waarop ons Christelijk leven moet worden opge bouwd, willen wij leven en in aanraking komen met den Oneindige, d.i. God. Ziedaar onze St. Laurentiustoren naar mijn inzien op zijn duidelijkst, op zijn grootst en op zijn mooist. Een last der gemeente O, kon hij spreken! Een geschiedenis van vele eeuwen legde hij open voor ons, menschen van een oogenblik. Wie noemt iets gewoon en voelt zulks als een last, dat eeu wen heeft getrotseerd en ondanks oorlog, dwaling en geweld zich heeft weten te hand haven. Wat al is hem voorbijgegaan! De burcht Haarlem hoorde hij in 1351 in puin vallen. Tusschen een stoet van edelen, ridders en jonkvrouwen zag hij in 1418 Hertog Jan van Brabant, Graaf van Holland, op het Huld- tooneel te Noordorp op het schild geheven en hij hoorde de juichkreten, waarmede deze tot Heer van Kennemerland werd uitgeroe pen. (Grafelijke rekening 1418 Rijksarchief, 's-Hage.j Van verre aanschouwde hij den laaien gloed, in welks vlammen de beroemde abdi* van Egmond tot asch verging, terwijl hij den strijd der godsdiensten medemaakte door de verwoesting aan zijn voet van zijn eigen bedehuis. De huizen Meresteyn, Poelenburch, Rewijk de Vlokker en Bijenlust zag hij vallen, her rijzen, weer vallen en voor goed verdwijnen terwijl de kasteelen Heemskerk of Marquette en Assumburch meerdere malen van gedaan te voor hem veranderden, hun luister steeds wisten hoog te houden, maar thans in hunne verlatenheid aan hem reeds het begin var het einde voorspellen. Geslachten na geslachten, edelen en bur gers zag hij komen en gaan, hun stoffelijk omhuldsel bewarend aan zijn voet. De strijd kreten, der Hoekschen en Kabeljauwscher zijn verstomd; de stem van den adel doel zich niet meer hooren, doch de zijne spreekt nog altrd, als die van den prediker, „zonder beiden". Laat mij eindigen met eene variatie var een gedichtje van wijlen een door mij zeer vereerden vriend: Ik heb U lief, o oude Grijze, Die uw bontverweerden kop Steekt boven gansch ons dorpje henen. Fier, ten hoogen hemel op. Die velen onzer als kind zaagt dartlen, stoeien Bij't groene hofke aan uw voet. En bij feesten of bij rampen, Ons met uw klanken steeds begroet. Die heel een rij van voorgeslachten, Zaarft komen en weer zaagt vergaan. Harl'heim, Paelenburch en andere zaagt vallen, Gij trots storm en onweer pal bleeft staan. Die hier, gesteld tot onze schutse Sinds eeuwen trouw aan ons verpand. De Wachter waart bij dag en duister, Van St. Laurenshuis in Ken'mérland. Die na den strijd van Kabeljauwschen en Hoekschen, Vijandige plunderaars dulden moest. Moest zien en Adelberts abdye, En Hemtsencirka door hen verwoest. O oude Grijze! kondt ge spreken, In taal door iedereen verstaan; Luid zou uw machtig lied weerklinken, Een lied, van komen en vergaan. Luid zou het schallen in het ronde: „Des menschen rijkdom is de tijd. „Benut dien, eer uw dag gaat enden, „Wat buiten ligt, is ijdelheid. O vriend van grooten en van kleenen, O beeld van Roomsche kracht v^jegn Weersta nog lang 't geknaag der tijden, Blijf wijzen ons uw spits te" ^^THFM Heemskerk. H. VAN BENTHEM. Op het oogenblik dat wij aan dit over zicht beginnen (Maandagavond) zijn nog niet alle uitslagen der Federatie-wedstrijden bekend. Zoo ontbreken D.O.S.S.Volen- dam en L en S.Leiden. In ons blad van Zaterdag j 1. hebben wij nogmaals een dringende verzoek tot de diverse vereenigingen gericht om ons des 7ondagsavonds de uitslagen te zenden, op dat wij reeds vroegtijdig in staat zouden zijn enzen lezeis den stand van zaken mede te deelen Daar de organisatie wat betreft de uitsla gen uitzending nog steeds niet afdoende is geregeld, moeten de vereenigingen zelf de noodige medewerking verleenen. Wij van onzen kant doen alle mogelijke moeite het den sportliefhebbers zoo aange naam mogelijk te maken maar wanneer wij len noodigen steun missen zal voorloopig bet een en ander wel wat te wenschen overlaten Dus H. H Secretarissen Zondagsavond 'n briefkaartje met alleen de uitslagen aan de Sportred. N. Hrl Crt of G B. Koster Sr Oranjeboomstraat 86, Haarlem. Verslagen alleen aan de Sportredactie! Overgang B. De groote strijd tusschen G.V.C. en Wils kracht is door de Amsterdammers met de eenigste goal gewonnen. Eerst in de laatste minuten wist Wils kracht te scoren waardoor zij niet slechts zelf haar positie verbeterde, maar ook aan G V C. haar kampioensillusies ontnam. De derde kampioenscandidaat behaalde 'n magre 32 zege op H.M.S., zoodat de eind spurt tusschen Zaandam en Amsterdam evenals verleden jaar, bijzonder spannend belooft te worden. R.K.A.V. blijft teleurstellen. Nu weer ver loor deze Amsterdamsche club van Limvio met 84 De oorzaak van het falen der R K.A.V. moet geweten worden aan den doelverdediger. Met spelers als Coffeng, Renckens en v. de Waarden moet men toch tot betere din gen in staat zijn. De Meer behaalde een stevige 30 zege op Fortitudo. De menschen uit Culemborg scoorden tot op heden slechts één goal! De stand luidt. Wilskracht 7 6 0 1 18—5 12 1.71 V V. Z. 7 6 0 1 22—11 12 1.71 "V.C. 8 4 2 2 21—8 10 1.25 EM.M. 9 4 3 2 19—18 11 1.25 H.M.S. 8 2 3 3 10—13 7 0.88 De Meer 7 2 2 3 15—10 6 0.86 Limvio 9 2 3 4 21—22 7 0.78 Firtitudo 6 0 2 4 1—13 2 0.33 R.K.A.V. 7 0 1 6 9—24 1 0.14 Overgang C Voor de Heemstedenaren is de wedstrijd H.B.C.Beverwijk een desillusie geworden. Met niet minder dan 50 wisten de stoere Wijkenaren te zegevieren zcodat nu duide lijk hun superiositeit bewezen is. Over alle linies domineerde Beverwijk en H.B.C. mag nog van geluk spreken dat Nelis 'n goeden dag had. Anders was het een debacle geworden, al is de nederlaag nu niet minder smadelijk. De hekkensluiters verrichten een kranig stukje werk, door G.D.A. één punt afhandU 'e maken, zelfs hadden de Schiedammers wel een kleine overwinning verdiend. LisseD.H L. werd door bijzondere om standigheden uitgesteld. Beverwijk Lisse GD.A. D.H.L. Gr. Willem H.B.C. Excelsior 4 4 4 2 2 1 1 1 1 8 22—5 1.60 2 8 15—14 133 2 10 23—15 1.25 1—12 3—5 1,— 2 3 4 12—17 0.80 4 5 11—15 0 71 5 3 13—28 0.42 2e klasse G Onze Haarlemsche Federatie heeft Alw. Forward in een uitstekend gespeelden wed strijd een 42 nederlaag toegebracht. T.YB.B. behoudt hierdoor haar kansen en is mede door de nederlaag van Zwalu wen tegen V.V.A. een plaatsje op de rang lijst gestegen. V.I.C. klopte Wilskracht II met 21 van bijzonder belang is thans de ontmoeting T.Y B.B.V.I.C. op a.s. Zondag. De stand is op den uitslag D.O.S.S.Vo- 'endam na, als vclgt: V.V.A. 4 3 1 0 14—10 7 ,.75 VI.C. 6 111 14—7 9 1.50 T.Y.BB. 7 4 2 1 25—17 10 1.43 Zwaluwen 7 4 0 3 1914 8 1.14 Alw. Forward 6 2 0 4 818 4 0.67 DO.SS. 5 113 11—41 3 0.60 Volendam 4 1 0 3 1319 2 0 50 Wilskracht II 7 1 1 5 14—19 3 0.43 2e klasse H- In deze afdeeling begint D.O.N.K. een hartig woordje mee te spreken in den strijd om den eeretitel De Gouwenaars wonnen thans van E.D.O H. met 51. Ook Duiven beantwoordde aan de ver wachtingen en wist den Gr. Willem-reserves een 42 nederlaag toe te brengen. Daar de uitslag van L. en S.Leiden ont breekt ziet de stand er momenteel als volgt uit: Duiven ^502 21—9 10 1.43 D.O.NK. 5 3 1 1 16—12 7 1.40 L. en S. 6 4 0 2 178 8 1-33 E.DO.H. 6 3 0 3 17—16 6 1 Leiden 5 1 1 3 11—18 3 0.60 Gr. Willem II 7 0 2 5 7-26 2 0.29 Secretariaat: L. H. v. Noort, Rozenpriëel- straat, 83 rood. Uitslagen van Zondag 11 December. Victrix 2—R.K.V.Z. 2 5—2. Onze Gezellen 3Victrix 3 72. Het tweede elftal heeft een pracht-presta- lie geleverd, door R.K.V.Z. 2 met niet minder dan 5-2 te kloppen. Wanneer de scheidsrechter beginnen blaast, verschijnt Victrix met 8 en R.K.V.Z. met 9 man. Niettegenstaande het gemis der spelers, ontwikkelt zich een fraaie kamp. Voor rust weet de achterhoede der blauw-zwarten stand te houden. De voorhoede ziet haar harde werken beloond met 1 goal. Rust 10. Als weer begonnen wordt, blijkt, dat er een Victrix is uitgevallen, zoodat met 7 man ver der gespeeld wordt. Alle voelen het gewicht van hun zware taak. Alle spelers werpen zich met elan in den strijd. Alle werken als paar den en zien hun harde werken beloond met niet minder dan 4 doelpunten. Hiertegenover scoorde R.K.V.Z. maar twee maal, zoodat V-ictrix met 52 won. Bravo, trouwe opko- mers. Zoolang Victrix zulke mannen in hun gelederen heeft, behoeven we niet bezorgd te zijn voor den toekomst. De wegblijvers heb ben een hoop gemist. De hoop der toekomst, ons derde, kon hel tegen de O. G. junioren niet kroppen. Met 72 werden zij ingemaakt. Trek het jullie niet aan, hoor derde, want wanneer jullie aan elkaar gewend zijn, behoeven jullie voor de anderen niet onder te doen. Volhouden maar. „Lo". Competitie-standen van de schoolwed- strijden. gesp. gew. gel. verl. punt. H. B. §.a 4 3 0 1 6 Gem. Lyceum 2 2 0 0 4 H. B. S.b 4 2 0 2 4 Ken. Lyceum 2 0 0 2 0 Gymnasium 2 0 0 2 0 Woensdag 14 December zal er slechts 1 schoolwedstrijd plaats hebben, namelijk: Gemeentelijk LyceumKennemer Lyceum, op het Kennemer Lyceum-terrein. De heer Al Berkhout zal dezen wedstrijd leiden. OM DEN MEESTERTITEL. Maandagavond j.l. speelden te Haarlem voor den wedstrijd om den meestertiel P. G. van Engelen (Clubkampioen der „Haarlem sche Damclub) tegen J. Kwieser (D.O.S., Amsterdam). Na een aanvankelijk gelijk opgaande partij behaalde Kwieser door subliem spel in het middenspel eenig voordeel, welk voordeel hij later wist uit te buiten door het formeeren van een zeer vooAleelige hekstelling. Door een foutieve uitruil van den Haarlemmer wist Kwieser schijfwinst te forceeren, doch vanaf dit oogenblik speelde van Engelen zeer sterk, zoodat tenslotte de Amsterdam mer zijn gewonnen schijf weder moest terug geven. De stand was toen zoodanig, dat Van Engelen alleen door het spelen van de sterk ste zetten nog eenige kans kon behouden. In het nu volgende eindspel kreeg Kwieser echter geen gelegenheid meer om te winnen en in een stand van 3 tegen 1 werden de pun ten gedeeld. COMPETITIE 2DE KLASSE VAN DEN NEDERLANDSCHEN DAMBOND. Maandagavond j.l. speelden te Haarlem in „De Korenbeurs" voor bovengenoemde com petitie de „Haarlemsche Damclub" II tegen „Amsterda"I uit Amsterdam. Beide tientallen bonden geheel compleet strijd aan. De Haarlemmers bleken in dezen wedstrijd hun ouden vorm weder te hebben terugge vonden en behaalden dan ook een stevige overwinning. De gedetailleerde uitslag was Bord Haarlemsche Nr. Damclub II Amsterda I. 1 J. PoppenB. J. Verbruggen 20 2 J. P. van EijkM. Hoksbergen 11 3 W. van DaalenP. E. Berghuis 02 4 H. GreeuwP. Rademaker 11 5 J. van der GiessenH. Kortlevers 20 6 R. HartgerinkB. van 't Root 20 7 P. H. MeureP. Arosen 20 8 K, LeibbrandtL. ten Kroode 20 9 Ph. F. AmelungA. J.'M. Nolte xx 10 J. C. van WaardJ. Marsman 20 Voorl. uitslag voor Haarlem 144 De partij aan het 9de bord werd afgebro ken en wordt arbitrair beslist. Vermoedelijke uitslag 16—4 voor de Haarlemsche Damclub 2 Het N.(\C. maakt bekend dat voor het hockey-tournooi van 17-26 Mei en het voetbaltournooi vanaf 27 Mei en volgende dagen niet persoonlijke abonnementen ver krijgbaar gesteld zulten worden. De aanvraag-formulieren zijn na 22 Dec verkrijgbaar aan de kiosken en bij den Ned. Voetbalbond, v. d. Spiegelstraat 21, Den Haag. CONCORDIA HAARLEM. Onder leiding van de directeuren T. Dek ker en J. J. Boliand, hield Concordia haar onderlinge wedstrijden voor alle afdeelingen. Bij de dames won mej. A. C. Wieiart voor de derde maal den wisselprijs, zoodat zij hiervan nu definitief eigenares werd. De heer F. Jansen verrichte deze zelfde prestatie bij de heeren en werd alzo o hou der van den wisselprijs. Voor de beide afdeelingen is opnieuw een prijs beschikbaar gesteld, waar voor de ko mende jaren weer om gekampt kan worden. De uitslagen zijn als volgt: Dames (maximum 120 punten) le graad: 1. A. C. Wieiart, 101 p.; 2. G. C, van Huizen, 94 p,; 3. J. de Bruin, 9 p.; 2e Graad: 1. A. van der Velden en E. M. Polderman 97 p.; 2. A. Rookhuizen 95 p. 3e Graad: 1. J. van Damme 95)4 p.; 2. G. Plasmeijer 90 p.; 3. M. Botti, 87 p. Oudste, meisjes (Haarlem) max. 120 punten, lste Gelid: N. Klein 94)4 p.; 2de Gelid: A. Kramer 840 p. 3de Gelid: (max. 80 p.) 1. J. Wigman 59% p.; 2 .A. Blokker 55% p.; 3. G. v. d. Water 53)4 p. en T. de Groot 53p. Jongste meisjes (max. 100 p.) 1. A. Lebbe 83)4 p.; 2. S. Griek 76 p. 2e Gelid: S. Fran- ken 83% p.; 2. M. Vrucht 80 p. 3e Gelid: C. C. Schlötz 86% p.; 2 M. Segerius 85)4 p.; D. v. d. Horst 83% p. Meisjes (Haarlem-Noord) max. 140 p. lste Gelid: 1. Marie Visser 103 p.; 2. Y. Bakker 102 p.; 3. N. Hoeben en Jacoba Kwant 100 p. 2e Gelid: 1. J. Scherpenhuij- sen 104 p. 2. Alie Buter 103% p.; 3. Bep Jansen 97 p. 3e Gelid: 1. Bertha Blokker 103% p.; 2. Willy Pronk 102% p.; 3. C. Hon- koop 100% p. Oudste jongens (Haarlem) max. 140 p. lste Gelid: 1. H. C. Brinkom 112% p.; 2. W. N. G. C. Kaan 107 p. 2e Gelid: 1. F. H. v. Koningsbrugge 104% p.; 2. N. J. Raayer en J. Baars 93% p. 3e Gelid: 1. W. Caljouw 96% p.; 2. P. de Munnik 92% p.; 3. W. Bijs ter 91% p. Jongste jongens (Haarlem) max. 140 p. le Gelid: 1. G. Nijman 115% p.; 2. W. Mars 107% p. 2e Gelid: 1. Th. Sabelis 107 p.; 2. H. Feije 98% p. 3e Gelid: J. Vis 103% p.; 2. J. de Winter 98 p.: 3. A. van Halen 96 p.; 4. J. Schoen en H. Bronkhorst 92% p. Oudste jongens (Haarlem-Noord) max. 140 p. lste Gelid: 1. H. v. Wilsum 107% p.; 2. G. Rookhuizen 104 p. 2e Gelid: 1. H. Vos 99% p.3e Gelid: 1. A. Honkoop 95 p.; 2. D. Wil- lemsen 91% p. Jongste jongens (Haarlem-Noord) max. 140 p. lste Gelid: 1. K. ter Pelle 115% p.; 2. E. Zonneveld 110% p. 2e Gelid: H. de Vos en C. Osterthun 99 p. 3e Gelid: 1, H. Boekel 92% p.; 2. H- Zwaan 92 p.; 3. C. Zweeris 89% p.; 4. H. "Willemsen 87% p. Heeren (maximum 120 punten) lste Graad: 1. F. Jansen; 2. F. Bischot 88% p. 2e Graad: 1. G. S. Eijsker 88 p. 3e Graad: 1. D. van Dalen 90% p.; 2. K. Schijf en N. Michels 85% punt. Onderlinge wedstrijden. Donderdagmiddag zal in Stoop's Bad op 't oefenuur van Zignea, van 89 uur het eerste gedeelte der onderlinge wedstrijden worden gehouden. Het programma bevat o a. 100 M. vrije en 100 M. schoolslag esta fettewedstrijden, een afvalwedstrijd voor adspiranten en nog eenige andere nummers De wedstrijden zijn voor publiek toegan kelijk. yvan 3en autobus wer3 open "gescEeur3. Ge lukkig liepen zij geen lichamelijk letsel op. Inmiddels had de chauffeur getracht met zijn autobus van den overweg af te komen, doch op het laatste oogenblik raakte het hekwerk van den afsluitboom vast in den opstand, welke zich op den autobus bevindt voor het begage vervoer. Door de vaart, welke de autobus had, werd de afsluitboom op verschillende plaatsen beschadigd. De hoofdzaak was echter bereikt, de bus was tenminste de spoorrail voorbij, waarover een minuut later de trein binnen daverde. Op verzoek van den overwegwachter werden de beide meisjes door den stations chef als getuigen gehoord, om te verklaren, dat hij dén chauffeur van de bus toegeroe pen had te blijven wachten. Deze heeft ech ter later toen hij na een half uur weer met zijn bus van Muiden terugkwam, werd ook hij door den stationschef, den heer Legerstee, gehoord verklaard van het roepen niets gehoord te hebben. De chauf feur was door het gebeurde zóó overstuur, dat hij nauwelijks in staat was, duidelijk ant woord te geven op de hem gestelde vragen. De ondernemer van den autobusdienst liet hem dien avond geen dienst meer doen. Dat de passagiers in de autobus, zoowel als de beide meisjes op den overweg, zeer ang stige oogenblikken hebben doorgemaakt, be hoeft wel geen betoog. Toen trein 1675 j.l. Zaterdagavond het station Weesp om 19.32 verlaten had, open de, naar de „Gooi- en Eemlander meldt, de overwegwachter den afsluitboom aan de zijde van den Korte Muiderweg, om een tweetal meisjes te latten passeeren, die met de fiets aan de hand stonden te wachten. Daarop trok hij jook den anderen afsluitboom omhoog, met de bedoeling echter dien on middellijk weer te sluiten, zoodra de beide meisjes gepasseerd zouden zijn, aangezien het signaal voor trein 1670, welke om 19.38 van Bussum komende, het station te Weesp binnenrijdt reeds veilig getrokken was. Op hetzelfde oogenblik kwam echter van de zijde van den Muiderbinnenweg de auto bus naar Muiden aanrijden, welke de over wegwachter niet had zien aankomen, daar het uitzicht ter plaatse belemmerd wordt door de houten noodwoning van een ran geerder. Toen de overwegwachter de auto bus bemerkte, welks chauffeur juist onder den opgetrokken afsluitboom passeerde, riep hij luidkeels„Wachten I Wachten De chauffeur zag toen dat de trein van Bussum in aantocht was, werd begrijpelijkerwijze zenuwachtig en gaf vol gas, zoodat de wagen waarin zich zes passagiers bevonden, naar den tegenoverliggenden afsluitboom in volle vaart reed, welke boom juist weer in dalen de richting was. De beide meisjes, in de war gebracht door het roepen van den overweg- wachter en de slingerende beweging van den autobus, gingen weer terug, doch zagen zich op een gegeven oogenblik tusschen afsluit- boomen en autobus geplaatst; konden zij niet zoo 'auw uit den weg komen, zoodat van een der meisjes de mantel door den zijkant Toen dr. O V. uit Zevenbergschenhoek met zijn echtgenoote en drie kinderen voor het huis van zijn schoonouders te Terhey- den in z'n auto stapte kwam 'n vrachtwagen met groote snelheid uit de richting Breda en vloog, ia de zeer gevaarlijke bocht daar tegen een boom. Het rechtervoorwiel werd afgerukt en dwars over den weg zwenkte de auto, nu geheel naar links met nog steeds groote vaart in de richting van den auto van de familie O.V. Hoewel in de vier rem men staande werd die wagen enkele meters voortgeschoven. Een klein meisje, dat reeds had plaats genomen, werd op de sloep van het huis geslingerd en kwam terecht over het portier dat was losgeslagen legen een pilaar. Behoudens wat schrammetjes mankeerde de kleine, wonderlijk, niets. Me vrouw O.V. die juist wilde instappen kreeg zeer diepe snijwonden in 't gelaat en was geruimen tijd bewusteloos. Haar toestand is nog wel zorgwekkend, doch er bestaat geen levensgevaar. Van het gezelschap bekwam verder niemand letseL De auto }verd zoo goed als vernield. De vracht wagen-bestuur-^ der is in verzekerde bewaring genomen. Thans is wederom bij den Rijkswaterstaat een verzoek binnengekomen, om de „Kin- fauns Castle" het groote Engelsche stoom schip, dat naar Hendrik-Ido-Ambacht moet gesleept worden om bij de Rijsdijk's Indus- tfieele Ondernemingen gesloopt te worden, onder de Willemsbrug te Rotterdam door te sleepen. In verband echter met de aan varing van de Willemsbrug op 24 November j.l. heeft men geen toestemming kunnen geven. Eerstens is de brug nog lang niet ge repareerd en vervolgens acht men het uit gesloten het schip een grooteren diepgang, dcor middel van ballast, te geven. Het eenige wat zal gedaan moeten wor den, is de „Kinfauns Castle" nog verder af te branden. Want ook van omvaren kan geen sprake zijn, daar de boot te breed iaj Gisteren heeft de Alkmaarsche rechtbank, uitspraak doende in de zaak tegen ees chauffeur uit Bergen aan Zee, die in Sept. als bestuurder van een auto op den Kenne- mersingel te Alkmaar een oude juffrouw aangereden heeft, welke kort hierop over leed, bekl. vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, daar gebleken is, dat de aan rijding niet aan roekeloos en onvoorzichtig rijden te wijten is geweest, doch aan een droeve samenloop van omstandigheden. Vr. Ik ben werkster voor één dag in dn week en heb in mijn werktijd een ongeval ge had, waardoor ik mijn werkzaamheden niet kan verrichten. Hoelang is mevrouw verplicht mij te betalen? Zij plakte niet voor mij. Antw. Bij ziekte gaat het loon gedurende korten tijd door. Vr. Ik heb een licht overhemd met zijden, streep. Dat is doorgeloopen van een voetbal shirt met gele strepen. Hoe kan ik die vlek ken verwijderen? Antw. U doet het beste, het overhemd aan een chemische wasscherij ter bewerking te geven. Vr. Ik heb een kanarievogel. Zijn kopje is bovenop geheel kaal. Wat kan daar de reden van zijn. Hij mankeert niets. Kan het ook ko men van stooten tegen de tralies? Antw: Het is uit de verte moeilijk dokte ren. U verstrekt te weinig gegevens, om er een oordeel over te vellen. Vr. Ik ben voor halve dagen in betrekking en verdien 6 per week. Ik geniet niet an ders dan eens per dag broodkost. Nu moet ik 11.25 inkomstenbelasting betalen. Is dit juist? Antw.: Reclameer eens tegen uw aanslag, dan kunt gij uw bezwaren voordragen bij den inspecteur der belastingen. Zie voor reclames den achterkant van uw aanslagbiljet. 1L In de December-aflevering van „Het Schild", apologetisch tijdschrift, zegt prof. J. P. Verhaar van het seminarie Warmond in het verdere gedeelte van zijn artike' over moderne Theo-sophia het volgende* Rest nog een korte beschouwing, waar om wij deze pantheïstische opvatting der theosophen onmogelijk kunnen aanvaarden. Ofschoon de Godsleer der theosophen zuiver pantheïsme is, kunnen we toch tnoeielijk zegen, dat dit vantheïsme dui delijk tot een der bovengenoemde pan theïstische groepeeringen behoort. Het pantheïsme der moderne theo-sophia :s een samenraapsel van verschillende elementen uit het emanatistisch, realistisch en idea listisch pantheïsme, aangevuld met eigen fantasie. Daardoor is bet verklaarbaar, dat er in dit systeem zoo we'nig logischen samenhang te vinden is en meerdere tegen strijdigheden zijn aan te wijzen. Daardoor ook missen we in dit systeem het aan trekkelijke van een logisch geheel, maa worden we veeleer door den wirwar van allerlei tegenstrijdige beweringen, welke onder, een geheimzinnige terminolog e woi- den verborgen, afgestooten. Wetenschap pelijk gesproken, is dit systeem een wijs- geerige mislukking. Maar afgezien van dezen onlogjschen samenhang, meenen wij bovendien dit sys teem niet te kunnen aanvaarden om de fundamenteele fout, waaraan elke soor van pantheïsme, wijsgeerig gesproken, noodzakelijk ten onder gaat. Immers ie dere vorm van pantheïsme heft het reeeie onderscheid op tusschen God en de we" reld. De wereld wordt op de een of andere wijze beschouwd als een evolutie van het goddelijk Wezen. Dit nu leidt noodzakelijk tot zuivere contradictie Immers het go" delijk Wezen moet noodzakelijk onein dig, onbegrensd, onveranderlijk, ondeelbaar zijn gelijk de theosophen zelf eerlijk toegeven daar een eindige, begrensde, veranderlijke, deelbare godheid noodwen- d'g een afhankelijk Wezen zijn moet; en een Wezen dat afhankelijkheid als wezens kenmerk heeft, kan onmogelijk de laatste verklaringsgrond van al het bestaande zijn. Welnu: volgens de pantheïsten is de ein dige, begrensde, veranderlijke en deelbare kosmos hetzelfde als, identiek met het god delijke Wezen, dat niet eindig, niet be grensd, n'et veranderlijk, niet deelbaar is. Welnu, een Wezen, dat tegelijk eindig en niet eindig, begrensd en niet begrensd, veranderlijk en niet veranderlijk, ^eelbaar en niet deelbaar is, is contradictie, is in zich onmogelijk, en derhalve onwaar. Met deze fundamenteele contradictie valt de geheele Godsleer van pantheïsme en theo- sophia. Tenslotte kunnen wij hieraan nog toe voegen, dat de pantheïstische Godsleer klaar en duidelijk wordt u'tgesloten door de Godsopenbaring. Uit tai van Bijbeltek sten blijkt, dat God niet hetzelfde is als de kosmos. Herhaaldelijk wordt het reëele onderscheid tusschen God en de wereld zéér scherp geaccentueerd, gelijk o.a. blijk' uit Gen. 1:1; UI Kon. 8:27; Job. 11:8 en Ps. 101:26 ®nz.; Is, 40:10 enz. Vandaar is het te begrijpen, dat het onfeilbaar Leer gezag der Kerk op het Vaticaansch Con- cile het pantheïsme in al zijn vormen als een dwaalleer heeft veroordeeld. Ofschoon wij met deze korte beschouwing kunnen volstaan, willen wij toch nog een kleine aanteekening hieraan toevoegen. Wij hebben in den loop der jaren 4e er varing opgedaan, dat de meeste theoso phen al bitter weinig afweten van hun eigen wijsgeerig systeem over het „godde lijk Princiep. Het schijnt, dat shchts een klein ge.al „,ntellectueele" theosophen daarvan op de hoogte is. En dit verwon dert ons geenszins a]s je verwarde en ingewikkelde- beschouwingen daarover le" zen in de theosoph sche standaardwerken. Onwillekeurig komt foij ons gedachte op: hoe kan een dergelijke Godsleer van prac- tische waarde zijn voor het religieuze le ven? Naar 0"ze beschenen meening is 'n dergelijk systeem religieus Vr„ waardeloos, gelijk ook door Mevr. Blavatsky en andere theosopbische leiders erkend wordt, wan neer zij 4e moderne the0-sophia meer een wijsbegeerte dan een godsdienst noemen Zoo lezen we o.a. in B,avatsky's „Geheime Leer" I (bladz. 24): „is de Theosophie een nieuwe godsdienst?.... Geenszins, zij is geen godsdienst Toch kunnen we aan vele theosophen en aan de theosophische beweging een religi- euse men*alite t en zelfs een hang naar het mystieke geenszins ontzeggen. Wan neer wij naar de verklar ng daarvan Zoe- ken, dan meenen wij bi) de theosophen onderscheid te moeten maken tusschen een wiisgeering en een religieus pantheïsme. Wij meenen, dat de meeste theosophen veel meer religieus dan wijsgeerig pantheïst zijn, d.w.z. voor het wijsgeerig pantheïs tisch stelsel hebb enmaar weinigen bijzon dere belangstell ng, maar wel gaan velen Op in een zoeken'naar voldoening hunner religieuze en mystieke zielsbehoeften in de moderne theo-sophia. Wat dan onder dat religieus pantheïsme moet verstaan wor den? 't Is door zijn vaagheid al zeer moei lijk met 'n paar woorden te omschrijven. Naar onze meening, raakt het bedenkelijk dicht het modernisme, maar dan vermengd met buddhistische elementen Als wij het goed zien gaan de meeste theosophen uit van de gedachte, dat het goddelijk „Prin ciep" immanent is in den mensch, m.a.w. dat de mensch een soort incarnatie van God is. En het is de grootste levensroeping voor ieder individu, om dat goddelijk ele ment, dat god-zijn, hetwelk in ieders diep ste binnenste in t onderbewuste sluimert, tot bewustzijn te brengen. Wie zich tot dat bewustzijn weet op te voeren, is daardoor gelukkig, want hij „voelt" zich een hooger Wezen, weet zich God, verzinkt in het goddelijk Zijn. Welnu, zoo meenen velen, de Theosophie wijst den weg en de m'd- delen, om tot die ongekende hoogte, om tot dat bewuste één-worden met God op te stijgen: gelijk wij dit reeds vroeger hebben uiteengezet, D.t nu zouden we willen noe men: het religieuse pantheïsme of de pan theïstische mystiek der meeste theosophen. Is daardoor missch en ook het typisch ver schijnsel eenigszins verklaarbaar, dat de theosophen ervan overtuigd zijn, dat zij alléén de goddelijke wijsheid bezitten en weigeren aandacht te schenken aan ande- rer levensbeschouwingen? In elk geval kunnen wij op die wijze eenigszins begrijpen, dat sommigen aldus verwachten in de moderne theo-sophia voldoening te vinden voor hun smachtend begeeren naar goddelijke vereeniging. Slechts dan, wanneer zij tot bewustzijn zullen komen, dat hun geheele mystiek op 'n wankele basis berust, dat hun begeerend zoeken naar het goddelijke onvoldaan blijft, dat zij fragiele raenschenk'nderen zijn en blijven, is er hoop, dat zij hun geestelijk pogen naar andere regionen ver leggen. De onhoudbaarheid der pantheïstische mystiek is na bet bovenstaande niet moeie- lijk aan te toonen. Immers, ook dit reli gieuze pantheïsme berust op de fundamen teele misvatting, dat de mensch identiek is met God, welke misvatting wij boven reeds uitvoerig weersproken hebben. Deze ge heele mystiek berust niet op real'teit, maar op 'n zuivere fictie. En een fictie kan bij een ernstig en nadenkend mensch op den duur geen voldoening brengen, maar moet op bittere teleurstelling uitloopen. Wel is er practisch een schijn van toe nadering tot de christelijke mystiek, omdat ook deze aan den mensch leert, tot de innige vereeniging met God te komen, en, door de he'ligmakende genade, Gods eigen kind te worden, en aldus door goddelijke hulpmiddelen op te sliigen tot het hoogste zielegeluk. Maar het groote wezenlijke verschil tusschen beide is dit: dat de chris telijke mystiek den mensch hoe^ intiem hij z'ch ook met God moie vereenigen blijft onderscheiden van het goddelijk We zen; dat christelijke mystiek den mensch opheft in de goddelijke orde, terwijl de theosophische mystiek het goddelijke neer haalt naar het menschelijke, identificeert met het menschelijke; dat de christelijke mystiek inderdaad den reëelen weg en de geschikte middelen wijst naar de vereeni ging met God, terwijl de theosophie slechts' middelen aanwijst, die in zich ontoereikend zijn; kortom: dat de theosooh'sche mys tiek op een fictie berust, terwijl de chris telijke mystiek gebouwd staat op realiteit, waarvan we. door de goddelijke Openba ring volkomen en onwankelbare zekerheid bezitten. En zoo komen wij vanzelf tot deze con clusie*. dat noch het wijsgeer'g pantheïsme der moderne theo-sophia, noch het reli gieus of mystiek pantheïsme van vele theosophen ons voldoening kan schenken, maar juist om zijn fundamenteele misvat ting omtrent het goddelijk Opperwezen en om zijn felle botsing met Gods eigen Openbar'ng door ons moet afgewezen en veroordeeld worden. Daardaar echter en ik vestig hier bijzonder den nadruk op wordt echter het gansche gebouw der mo derne theo-sophia volkomen ondermijnd en wordt deze beweging tot een jammerlijke mislukking en een onhoudbare levensbe schouwing. Onwillekeurig denken wij hier aan het woord van Paulus (Rom. 1:21—23): „Dezul ken, ofschoon zij inderdaad God kennen, verheerlijken Hem niet als God of danken Hem niet, maar afgedoold zijn rif in hunne bespiegelingen, en hun onverstand g hart »s verduisterd geworden. Zij gaven zichzelf uit voor wijzen, en zij zi'n dwaas gewor den, en zij ruilden den glans van den on- sterfelilken God tegen een beeld van ees sterfelijken mensch." - J. P. VERHAAR.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9