Binnenlandsch Nieuws,
Gemengd Nieuws.
STATEN GENERAAL.
Eerste Kamer.
DE WIJZIGING DER DIENST-
PLICHTWET.
De loting één jaar vervroegd.
Vrijstelling.
De nieuwe Belgische gezant.
De commissarissen van den
Haagschen Dierentuin.
Twee opiumjagers voor Indië.
De nieuwe torperdohootjagers.
Het onderwijs aan schippers
kinderen.
Een ontwerp-^ edrijvenwet
ingediend.
De gemeentelijke indeeling
van het Zuiderzee gebied.
LUCHTVERKEER.
De vereischten waaraan een
goed vlieger moet
voldoen.
HET VERGAAN VAN DE
„PRINCIPESSA MAFALDA".
Het eerste volledige verslag
dezer ontzettende scheepsramp.
Te water geraakt en
verdronken.
Uit wraak gehandeld?
Het ging in de actetasch.
Een trap van een paard.
De moedige redding
in volle zee.
Hij had groote waarden aan den
boedel onttrokken.
Tengevolge van de sneeuw.
Voor eenige duizenden gulden»
aan huiden en vellen
ontvreemd.
Lucratieve bunsingjacht.
De poging tot vergiftiging
te Nieuwesloot.
De wieken afgewaaid.
Het nieuwe Croydon.
RECHTSZAKEN.
Hoe de „Monte Piana" tegen
de Hembrug botste.
Gisteravond te half ne£en vergaderde de
Eerste Kamer onder voorzitterschap van den
heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst.
De VOORZITTER deelde mede dal de
Centrale commissie besloten heeft eenige
wetsontwerpen hedenavond in de afdeelin-
gen te onderzoeken, doch niet dat inzake
behoud van natuurschoon, dat Dinsdag 10
Januari des avonds te half 9 zal worden on
derzocht.
Heden 11 uur zullen een aantal wetsont
werpen in openbare vergadering worden be
handeld
De Kamer begaf zich daarop in de afdee-
Iingen en de vergadering werd verdaagd tot
heden 11 uur.
Memorie van antwoord op het Voorloopig
verslag der Tweede Kamer.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot wijzi
ging van de Dienstplichtwet. Daaraan is
het volgende ontleend:
Met de voorgenomen vervroeging van de
loting wordt uitsluitend beoogd de voor-
deelen te verkrijgen, welke in de M. van
T. zijn uiteengezet. Bepeik'ng van het ge
tal voorgeoefenden ligt niet aan de be
staande plannen ten grondslag. Wel zal
de vervroeging van de loting er toe leiden,
dat yn het algemeen degenen, die tot dus
ver na de loting afvallen, niet meer tot de
vooroefeningen toetreden, maar tevens mag
worden verwacht, dat de toetreding van
anderen zal toenemen, omdat de zekerheid,
te zijner tijd tot gewoon dienstoTchtige te
zullen worden bestemd, een sterke prik
kel voor deelneming zal worden Het ver
plicht stellen van de deelneming kan niet
in overweging worden genomen, omdat
daarin een onnoodige dwangmaatregel zou
liggen.
Het ligt in het voornemen de loting te
doen plaats vinden in het midden van het
jaar, voorafgaande aan dat van inschrij
ving voor den dienstplicht, alzóó dc lo'ng
ruim één jaar te vervroeger. Het in de wet
vastleggen van dit tijdstip komt de re
geering niet noodig en ook minder ge-
wenscht voor, omdat eenige vrijheid in het
bepalen daarvan niet kan worden gemist.
Aangezien de Dienstplicht uitsluitend
den verplichten krijgsdienst iegelt, kan de
positieregeling en de sterktebepaling van
de marechaussée, de politietroepen der vrij
willige landstorm, die uit vrijwillig dienen
den bestaan, daarin geen plaats vinden
Evenmin is er aanleiding om de rechten
en verpl:chtin<te.n van het reservepersoneel
in de Dienstplichtwet op te nemen De
plaatselijke burgerwachten zijn als burger-
liike org?n:salies betemd om de plaatse
lijke politie te versterken.
Hoezeer het ten'gbr°ngen van de ver
korting van den duur der eerste oefening,
waarop ket bewijs van voorgeoefendheid
?iafVJnr*'P V .""■'11 jto t
kostenverhoogtng. moet niet over het hoofd
worden gezien, dat zeer vele jongelieden
zich thans niet aanmelden voor de voor
oefeningen, omdat een gelukkig lotings
nummer hen geheel kan vrijstellen en an
deren thans wel aan de voor-oefeningen
deelnem, die later, als de uitslag van de
loting gunstig voor hen uitvalt, weer afval
len. Rij het ontworpen stelsel van ver
vroegde loting weet het gros der toekom
stige dienstplichtigen al geruimen tijd te
voren of zii tot gewoon ,.f tot buitenge
woon dienstplicht'ge bestemd zullen wor
den en zullen zij in het eerste geval eer
der tot deelneming aan de vooroefeningen
besluiten, in het laatste geval daarentegen
zich van aanmelding onthouden. Het laat
•zich aanzien, dat daardoor de verhouding
lusschen de uitgaven aan de voor-oefenin
gen verbonden en bet getal voorgeoefen
den veel gunstiger zal worden.
De eerste oèfeningsduur.
De voorgestelde vermindering van de
verkorting van den duur der eerste oefe
ning is noodzakelijk, omdat het thans niet
mogelijk is de voorgeoefenden na aankoms
in den t-oc -{-„n.!---!"!, i -> P
een verkorting van den duur der eerste
oefening voor de voorgeoefenden met drie
maanden, zullen zij over het algemeen de
oefeningen der niet-voorgeoefenden kun
nen volgen en zijn bij hun opkomst als
dienstnbrhtige de oefeningen nog in zoo
danig klein verband, dat aan hen de bijzon
dere aandacht kan worden geschonken.
Het beoordeelen van het recht op vrij
stelling wegens hroederdienst wordt onder
de nieuwe regeling een zoo eenvoudige
zaak, dat tegen overgang an deze beslis
sing van Ged. Staten op den Commissaris
der Koningin geen bezwaar kan beslaan.
Vrijstelling wegens koslwinnerchap en
persoonlijke onmisbaarheid wordt al regel
slechts verleend aan economisch zwakken.
Nu echter de bechikking kan worden er
langd over anderen, die onder minder
moeilijke omstandigheden door het leven
gaan, is de vraag gewettigd, ol het wel
billijk is te achten, hen, die reeds on jeug
digen leeftijd zware zorgen h-dden te dra-
g-n, enkele jaren na hun 20e jaar alsnog
in dienst te doen treden.
Evenals te dezen aanzien is in het Voor
loopig Verslag gewag gemaakt van te groote
vri'gevigheid bij art. 16, waarbij gewezen
werd op de mogelijkheid, dat een tot ge
woon dienstplichtige bestemd pe-soon, die
een broeder heeft vrijgemaakt, daarna zelf
ook vrüstelling verkrijgt. Inderdaad zal dit
zich wel eens kunnen voordoen, maar het
is de vraag of dit te vermijden is zonder
een ander stelsel te aanvaarden, dat weer
andere bezwaren met zich brengt en ook
of bedoeld bezwaar wel zoo groot is.
Een voorbeeld van de loting.
Ten slotte een voorbeeld van de loting.
Men stelle zich den gang van zaken
aldus voor:
In Juni 1928 wordt de loting gehouden
voor de lichting 1930, voor welke lichtmg
de inschrijving plaats heeft in Januari 19z9.
Er wordt geloot uit een getal nummers,
overeenkomende met het getal ingeschre
venen der gemeente Amsterdam voor de
lichting 1929 of voor een vroegere lichting.
Dit geschiedt slechts om een lijst met een
groote verscheidenheid van namen als grond
slag te nemen. Ware het niet dat de loting
moet geschieden aan de hand van een regis
ter, waarin ock geboortedatums vermeld
zijn, dan zou men evengoed een lijst van
namen kunnen nemen van personen, die
niets met den dienstplicht te maken heb
ben, een telefoongids en adresboek of we'.ke
andere verzameling van namen ook. Er
wordt een nummer getrokken, dat in hel
gekozen register het volgnummer is van
Jacobus Visser. Dan kan bet zeer goed ge
beuren, dat voor de lichting, waarvoor ge
loot is. noch te Amsterdam, noch in een
ander gemeente de naam Jacob Visser
voorkomt. Doch dan zal de ingesche-
vene, wiens naam lexicograpisch op dien
van Jacobus Visser volgt, de per
soon zijn, door de loting aangewe
zen als de eerste, die voor bestem
ming tot gewoon dienstplichtige in aanmer
king komt. Dit zal in de eene gemeente zijn
Jan Visser, in de andere Evert de Vries, in
weer andere Gerard Vissering enz.
Gistermiddag beeft H. M. de Koningin
ten paleize in het Noordeinde te 's-Gra-
venhage ontvangen den heer Charles Mas-
kens, ter overhandiging van zijn geloofs
brief als buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van den koning der Bel
gen bij ons Hof.
De nieuwbenoemde gezant werd door den
kamerheer jhr. A. G. Sickinghe, waarnemend
ceremoniemeester, op de gebruikeliike
plechtige wijze, in een galakoets, naar het
paleis geleid en daar op ceremonieele wijze
ontvangen.
In een tweede rijtuig volgde de heer
Léon Nemry, die tot aan de in functie-tre
ding van den heer Maskens als Belgisch
zaakgelastigde hier te lande optrad.
Na afloop dezer audiëntie werd de heer
Maskens door den Prins in bijzondere
audiëntie ontvangen.
Gisteren hebben de commissarissen van
het Kon. Zoöl. Genootschap te 's-Graven-
hage besloten collectief ontslag te nemen.
Bij een gehouden aanbesteding voor den
bouw van twee opiumjagers voor Nederl.-
Indië was het laagst ingeschreven door de
Maatschappij voor Scheeps- en Werktuig
bouw Feijenoord te Rotterdam voor den
eersten jager voor 878 000, voor den
tweeden jager voor 816.000.
De hoogste inschrijving was van P. Smit
te Rotterdam, en wel: 1.19.400 voor den
eersten en 1.178.000 voor den tweeden
jager.
De gunning van den tweeden opiumjager
zal nog niet kunnen geschieden, in afwach
ting van nadere berichten uit Ned.-Indië,
of de aanbouw van dien tweeden jager noo
dig bevonden wordt.
De bouw van de twee torpedobootjagers,
bestemd voor Nederlandsch-Indië, voor welk
werk het laagst was ingeschreven door Bur-
gerhouts Werf en Machinefabriek te Rot
terdam, voor 4.934.000 is Ihans aan die
firma gegund.
Als resultaat van verschillende te Amster
dam gehouden besprekingen tusschen ver
schillende schippers inzake het onderwijs aan
de schipperskinderen, is de volgende motie
aangenomen:
De vergadering van schippers, gehouden op
Vrijdag 23 December en Dinsdag 27 Decem
ber, bijeengeroepen door een comité uit hun
midden,
gehoord de mededeelingen van den heer G.
de Jong, directeur van het Onderwijsfonds
voor de Binnenvaart, over het lager onder
wijs voor schipperskinderen, de inleiding van
mej. Mr. C. Frieda Katz en de besprekingen
over dit onderwerp,
protesteert met klem tegen het feit, dat in
ons land aan het einde van het jaar 1927 nog
geen regeling is tot stand gekomen voor het
lager onderwijs aan schipperskinderen,
overwegende:
le. dat de schippers als Nederlandschc
staatsburgers evenveel recht op lager onder
wijs voor hun kinderen hebben als zij, die
aan den vasten wal wonen;
2e. dat volgens het uniforme leerplan,
ontworpen door de vertegenwoordigers van
alle onderwiizersorganisaties in overlég met
het onderwijsfonds voor de Binnenvaart en
goedgekeurd door nagenoeg alle organisaties
van werkgevers en werknemers in de Bin
nenvaart, de schipperskinderen in drie jaar
voldoende lager onderwijs kunnen ont
vangen;
3e. dat wanneer alle schipperskinderen
gedurende drie jaar aan den wal worden gc-
olaatst met voldoenden steun van het rijk, de
kosten per schipoerskind voor den slaat niet
hooger zullen zijn dan voor elk ander k<nd.
dal aan den vasten wal woont en zes jaar
onderwits ontvangt;
4e. dat door het samenstellen van een re
gister van schipperskinderen door het Onder
wijsfonds voor de Binnenvaart binnenkort
nauwkeurig het aantal schipnerskinderen be
kend zal zijn, dat lager onderwijs moet ont
vangen.
eischt van de rCeering h"t onmiddellijk
nemen van de noodEe wettelüke maatrerfe-
'en om, zood-a het register van sehipnerskin-
'eren gereed zal zijn, al deze kinderen in
staat te stellen voldoende lager onderwijs te
ontvangen,
en verzoekt de reiJeering in afwachting van
Aeze regeling, te willen bepalen dat de reeds
bestaande schippersscbo'en 4e''urende het
'eheele jaar geooend zullen zijn".
Deze motie zal ter l"=nni* van de regeerinrt
en var de leden der Tweede Kamer worden
gebracht.
Thans is ingediend een ontwerp-Bedrij-
venwet.
In de Memorie van Toelichting wordt er
aan herinnerd, dat de erkenning van de
noodzakeliikheid om voor sommige takken
van staatsdienst een beter inzicht te ver-
kriigen in de geldelijke uitkomsten van het
beheer dan mogelijk was, indien de inkom
sten en uitgaven ter zake van die onderdee-
len in de algemeene staatsbegrooting bleven
opgenomen, de oorzaak geweest is van de
totstandkoming van de Bed-'jvenwet 1912.
De ervaring heeft geleerd, dat deze wet een
stap in de goede richt'ng was. Het was echter
slechts een eerste stap, Thans nu de wet
een 14-tal jaren beeft gewerkt en voor de
algemeene begreoting een comptabiüteits-
wei 's Jpt stand gekomen, acht de minister "t
oogenblik gekomen cm. met gebruikmalring
van de opgedanen ervaring het aan de Be-
d-ijvenwet 1912 ten grondslag gelegde be
ginsel verder uit te werken.
Het doel, met het thans ingediend ontwerp
beoogd, is in hoofdzaak tweeledig. Voor de
bestaande bedrijven wenscht het de inrich
ting der begrootings-adm'nistratie meer in
overeenstemming te brengen met de begin
selen, die aan het bedrijfsbeheer ten grond
slag liggen, anderzijds schept het de moge
lijkheid voor een grooter aantal takken van
's Rijks dienst te komen tot een juist in
zicht in de werkelijke kosten en tot een zui
verder verdeelirj' van lasten en komt het
dus tegemoet aan de wenschen, geuit door
de Bijzondere Commissie tot onderzoek van
het ontwerp-Comptabiliteitswet.
Ten einde het laatstgenoemde deel te ver
wezenlijken, is het noodig het bedrijf zoo
volledig mogelijk te maken tot een admini
stratieve eenheid. Daarvoor is in de eerste
plaats vereischt, dat ten aanzien van elk be
drijf wordt vastgesteld het kapitaal dat in
het bedrijf wordt vastgelegd. Dit kapitaal
krijgt het bedrijf uitsluitend van hst Rijk en
aan de bedrijfsbegrooting moet 'n afzonder
lijke atdeeling werden toegevoegd waarin
de kapitaalsontvangsten en uitgaven tot uit
drukking worden gebracht.
Voorts moet het bedrijf alle verplichtin
gen overnemen en ten laste zijner exploita
tie brengen, welke door 't Rijk te zijnen be
hoeve worden vervuld, alsmede alle diensten
vergoeden tem door andere bedrijven oi
door het PJ\ bewezen.
Een derde consequentie is het hebben van
een eigen Dedrijfskas, al zal deze dan ook
in den regel administratief van 's Rijks kas
afgescheiden zijn.
Intusschen mag niet uit '/et oog worden
verloren dat de zelfstandigheid der bedrij
ven een zuiver administratieve is welke niet
verder strekt dan tot het verkrijgen van
een juist inzicht in de werkelijke kosten
noodzakeik is Het bedrijf voert geen onaf
hankelijk beheer en is geen zelfstandig
rechtspersoon Aan de eenheid van 's Rijks
dienst mag de Bedrijvenwet gesn afbreuk
doen. Vandaar de beperking, dat het bedrijf
zijn kapitaal uitsluitend krijgt van het Rijk.
Om dezelfde reden moet cok in het alge
meen het vormen van afzonderlijke reserves
voor de bedrijven worden vermeden.
Ten eindt- voorts de beperlringen op te
heffen, welke de Bedrijfswet aan een
volledige doorvoering van een zuiver com
mercieel bedrijfsbeheer in den weg staat,
zal aan dit behei een begrooting ten grond
slag gelegd moeten worden, welke zich aan
de bedrijfsadministratie geheel aanpast en
die derhalve, voor zooveel de exploitatie-
afdeeling betreft, zal moeten zijn een be
grooting van baten en lasten.
Ingedeeld is bij 4e Tweede Kamer een
wetsontwerp tot gemeentelijke indeeling van
het Zuiderzeegebied.
In de memorie van toelichting wordt op
gemerkt, dat bij de wet yan 30 Juli 1926 on
der meer het gedeelte van de Zuiderzee,
waarbinnen de afsluitdijken tusschen de
gemeente Wieringen en de Noord-Holland-
sche en Friesche kust liggen of zullen komen
te liggen gemeentelijk is ingedeeld, in af
wachting van nadere gemeentelijke indee
ling, welke het gevolg zal moeten zijn van
de afsluiting en droogmaking van die zee.
Toegezegd was, dat zco spoedig mogelijk
een verdere gemeentelijke indeeling van
Zuiderzeegebied, waardoor ook de uitvoe
ring der werken tct indijking en droogmaken
van de Wieringermeer zoude plaats hebben
binnen ingedeeld gebied.
Tct deze verdere indeeling strekt het
onderhevige ontwerp van wet.
Voorgesteld wordt, het gedeelte van de
Zuiderzee, waarbinnen de bedoelde werken
zullen worden uitgevoerd, toe te voegen
aan de gemeente Medemblik, voor zoover
dit gedeelte niet reeds bij de genoemde wet
bij de gemeenten Wieringen en Anna Pau-
lowna is ingedeeld Een uitzondering worde
slechts gemaakt voor een strcok van 300 M.
langs de buitenzijde der bestaande zeedijken
van Nieuwesluis tot Aartswoud, welke
strook ware in te doelen onderscheidenlijk
bij Barsingerborn en Winkel, voor zoover
gelegen langs de kust van beide gemeenten.
De gemeentebesturen van Medemblik,
Barsingerhorn en Winkel, hebben medege
deeld geen bezwaar te hebben tegen dit
plan van voo-loopige indeeling, waarmede
niet wordt vcoruitgeloopen op de definitie
ve indeeling van de afgesloten en droogge
legde Zuiderzee.
De „Lancet" bevat een artikel over
gezondheidscertificaten voor vliegers, waar
bij wordt opgemerkt, dat de „Imperial Air
ways in de laatste 2'A jaar meer dan 52.000
passagiers heeft vervoerd, zonder dat eenig
ernstig ongeval een van hen gedurende den
vliegtocht is overkomen. Zoodat vliegen
tegenwoordig ongeveer even veilig is als
andere wijzen om zich te verplaatsen. Dit
succes kon alleen bereikt worden door
nauwlettend toezicht op de lichamelijke en
geestelijke gesteldheid van de vliegei's-be-
stuurders. Op internationale overeenkomsten
worden regelm-tig de eischen besproken,
waaraan de vliegers bij keuring moeten
voldoen; de laatste (13e) zitting had in Oc
tober te Rome plaats. Bij deze laatste be
spreking heeft men de eischen zoodanig
veranderd, dat ock vrouwen als vliegtuig
bestuurder kunnen worden toegelaten.
Een vlieger behoeft geen hepl bijzondere
gezondheid te bezitten; de gemiddelde
jenge man of jonge vrouw kon aan de
eischen, die gesteld worden, voldoen Dat
wil nu niet zeggen, dat ieder, die voor vlie
ger ongeschikt wordt bevonden, ook wer
kelijk ziekeiijke afwijkingen bezit; het is toch
duidelijk, dat iemand, die b.v. matig bijzien
de is, heel goed kan voldoen aan de ge
wone eischen van het leven op den grend,
maai als vlieger te kort schiet.
De voornaamste eischen, waaraan een
vlieger moet voldoen, zijn;
le. een zeer goede gezichtscherpte, waar
door hij ook bij moeilijke landingen goed
kan waarnemen, waar hij neer moet komen.
2e. Afwezigheid van „luchtziekte".
3e. Goede longen, en een goed hart en
vaatstelsel, zoodat hij niet spoedig last krijgt
van koude en van verdunde lucht.
4e. Een goed zenuwgestel, waardoor hij
ook in moeilijke omstandigheden, na uren
lang vliegen, zelfs op groote hoogten, zijn
geschiktheid behoudt om snel te handelen
en juist te oordeelen.
5e. Afwezigheid van alle afwijkingen, die
de oorzaak kunnen zijn van een plotseling
onwel worden', zoodat hij zi;n machine nie'
meer zou kunnen besturen.
Tot voor kort werden de bestuurders
ieder half jaar of na iedere 250 uur vliegen
opnieuw onderzocht en gekeurd. Men heeft
deze laatste bepaling nu verscherpt en eischt1
ook herkeuring, als de bestuurder in de"-
tig opeenvolgende dagen 125 uren heeft
gevlogen.
Ongeveer gelijke eischen worden gesteld
aan amateur-vüegluigbestuurders. Alleen is
voor hen de bepaling gemaakt, dat zij als
zij door een klein gebrek volgens de ge
wone bepalingen zouden afgekeurd werden,
toch nog toegelaten kunnen worden, als zij
op hun eigen vliegtuig bewijzen van be
kwaamheid hebben afgelegd.
Hoe gunstig steken deze bepalingen niet
af bij de hier te lande thans geëischte me
dische keuring voor automobilist, waarbij
de regeering geen bepaalde keuringseisohen
heeft uitgevaardigd en deze keuring dien
tengevolge niets beduidt.
Versch ligt nog in het geheugen de ramp
welke op 25 October j 1. een der voornaam
ste passagiersschepen de- Italiaansche vloot
de Principessa Mafalda", getroffen heeft.
Op dien datum nl is het trctsche sch:p
onder de Braziliaansche kust verloren ge
gaan en kwamen honderden passagiers en
opvarenden om het leven.
Een der eerste schepen, welke hulo ver
leenden, was het vrachtstoomschip „Aihena"
der firma „Van Nievelt Goudriaan en Co."
te Rotterdam Dit schip dat thans op we'
is van Zuid-Amerika naar Rotterdam heeft,
naar men weet, 536 geredden te Rio de
Janeiro aan wal gebracht.
Het Persbureau Vaz Dias, dat den officie
ren van de „Alhena" verzocht had, dit bu
reau een verslag van hun belevenissen te
doen toekomen mocht heden uit Rio de
Janeiro een verbaal ontvangen, bij de sa
menstelling waarvan, teneinde het zoo
volledig mogelijk te doen zijn, elk Pd van
den état-major bet zijne heeft bijg dragen.
Het is hef eerste volledige en samenhangen
de velmal van deze ontzettende gebeurte
nis, Wij laten thans den état-major der
„Alhena" aan het woord.
Toen de ..Alhena" den 25sten October
onder de Braziliaansche kust stoomde, tus
schen Bahia en Rio de Janeiro, op ongeveer
90 mijlen benoorden de Abrolhos-eilanden
kwam te ongeveer 13.30 uur (scheepstijd)
een opkopend passagiersschip in zicht, het
welk later de „Principessa Mafalda" bleek
te zijn Ongeveer 15.30 uur passeerde dit
mailschip de „Alhena" op een afstand van
ongeveer drie kwart ipiin. Met zijn grootere
snelheid was het de „Alhena" spoedig voor
bij en vervolgde bet zijn weg. Omstreeks
17.00 uur ving de marconist van bet Hol-
landsche schip draadlooze noodsignalen van
de „Principessa Mafalda" op, welke om
oogcnbPkkelijk assistentie vroeg. Het even
te voren gepasseerde Engelsche vrachtschip
.Empire Star", dat opmerkzaam was ge
maakt dcor de ongewone manoeuvre van dc
„Principessa Mafalda", welke plotseling
dwars op haar kocrslijn ging liggen, keerde
terug en arriveerde even later nabij het
Italiaansche zeekasteel, dat in zinkend in
toestand bleek te zijn. Direct na ontvangst
der noodseinen stoomde de „Alhena naar
de „Pr'ncipessa Mafalda" en werden intus
schen reddingsbooten gereed gemaakt om
dadelijk gestreken te kunnen worden. On
geveer 17 40 uur waren wij langszij het zin
kende schip, op een afstand van ongeveer
180 meter. Onmiddellijk werden twee der
reddingsboeien in zee gelhten, elk bemand
met vijf man, officieren en matrozen. Reeds
waren van de „Principessa Mafalda" vele
met menschen volgepropte booten gestre
ken, waarvan echter de meeste na korten
tijd wegzonken en slechts drie de „Alhena"
konden bereiken. Weldra bevond de „Alhe
na" zich temidden van ontelbare drenkelin
gen. De machine moest worden gestopt,
daar de wentelende schroefbladen deze on-
gelukkigen in stukken dreigden te slaan.
De eenige bcot van de „Empire Star",
bemand met officieren en de twee booten
van de „Alhena" waren intusschen het red
dingswerk begonnen. Nadat vele schipbreu
kelingen waren opgepikt werd snel naar de
„Alhena" teruggeroeid, waar men met lij
nen klaar stond om de reeds half bewuste-
loozen aan boord te trekken. Kalm en snel
werd gewerkt. Aanhoudend voeren de boo
ten af en aan. Midderwijl was de derde boot
gestreken, die langszij van de „Alhena" de
uitgeputte drenkelingen uit het water haal
de. Met touwen om het lijf werden deze
menschen aan boord van het Nederla:vlsche
schip getrokken. Deels wisten enkelen,
zwemmend de touwen en de touwladders
te bereiken, een ander gedeelte werd mei
drie reddingsbooten van het zinkende schip
naar de „Alhena" gebracht. Verschrikke
lijk was de aanblik van zoovele mannen,
vrouwen en kinderen in het water; uitgeput
en niet mee' :n staat zijnde zich drijvende
te houden, om hen dan voor goed te zien
verdwijnen Men kon hen niet bereiken,
daar er handen te kort waren om hen te
redden.
Intusschen was de avond ingetreden en
daar er geen maan was heerschte er vol
komen duisternis, hetgeen het zoeken naar
drenkelingen met de booten zeer bemoei
lijkte; daarbij dreven de „Alhena" en „Prin
cipessa Mafalda" steeds verder van elkaar
door de zee en den wind en mocht de ma
chine nog niet draaien, zoodat de reddings-
booten steeds grooter afstand moesten af
leggen. De cndertusschen opgehangen re
Rectoren en electrische zaklampen, welke
in de booten brandden, bewezen uitsteken
de diensten Middelerwijl was ook de derde
reddingsboot vertrokken en waren weld-a
alle drenkelingen opgepikt Nadat de red
dingsbooten elkaar gevonden hadden en
weer aan boord van de Alhena" waren ge-
neschen, werd onmiddellijk opgestoomd
naar het zinkende schip, dat zich onderwijl
°P grooten afstand bevond.
Eerst nu. dus omstreeks 20.35 kwam het
Fransche passagiersschip „Formosa" op
het tconeel van de ramp. De „Principessa
Mafalda" lag reeds lang geheel in het don
ker en was moeilijk te onderscheiden;
reeds was het schip tamelijk over bakboord
hellend en lag het achterschip diep in het
water. Van achteren opstoomend kwam de
„Alhena" te ongeveer 20.50 uur dwars van
de „Principessa Mafalda", op een afstand
van cr.geveer 15 meter, hare bakboordzijde
verlichtend met de reflectoren.
Iïet voortdurend gehoorde hulpgeroep en
angstgeschrei aan boord van het thans
snel zinkende schip verstomde op het mo
ment, dat het Nederlandsche sch'p zoo nabij
was. Bij velen herleefde toen de hoop op
redding. Helaas, de positie werd te gevaar
lijk, de „Alhena" mocht daar niet langer
blijven en moest doorstoomen. Aan hel ge
roep van de „Alhena" om over boord le
springen werd ongelukkigerwijs geen gevolg
gegeven. Het Hollanósche schip ging toen
op zoo kort mogclijken afstand van het zin
kende gevaarte liggen de afstand bedroeg
ongeveer 30 a 40 meter waarna onmid
dellijk twee der reddingsbccten terugvoe
ren, langszij den valreep van dc „Principessa
Mafalda
Daar stond een der Italiaansche officieren
tot aan zijn knieën in het water en hield
met groote moeite de dringende menschen-
massa tegen. Met de revolver in de vuist
liet men vrouwen en kinderen voorgaan:
echter Heten vele schipbreukelingen zich
van de verschansing der „Principessa Ma
falda" in de booten vallen en moesten enke
len er uitgeslagen werden om .de booten niet
te overladen. Met groote moeite konden
de reddingsbootcn van het steeds sneller
zinkende schip wegkomen, want slechts
twee van de vijf roeiers waren door de
compacte menschenmassa in staat hun rie-
men te gebruiken; de anderen zaten be
kneld. De laatste overgenomen passagier
was een zieke vrouw, die enkele uren later
bezweek.
Intusschen waren meerdere schepen als
de „Mosella", de „Rossetti" en andere ter
plaatse gekomen, doch alle bleven op niet
geringen afstand van de „Principessa Mafal
da" liggen. De „Formosa" had onderw*!
vier van haar booten gestreken en deelge
nomen aan de redding. Helaas, een der
vreeseliikste momenten was toen nabij.
De laatste reddingsboot der „Alh°na" was
nauwelijks vrij van den boeg van de „Prin
cipessa Mafalda", toen men het angstge-
schrei hoorde toenemen en de commandant
van dit schip, die met neg enkele andere of-
'icieren tot het laatst op zijn post bleef, drie
stooten op de stoomfluit gaf als laatste sa
luut. Langzaam verhief zich het voorschip
"it hel watei een doordringende gil weer
klonk en men zag, zich flauw afteekenend
'n den st'kdonkeren nacht de „Principessa
Mafalda" loodrecht en een kwart slag draai
end, wegschieten. Het groote passagiers
schip was met nog ongeveer 300 personen
aan boord voor altijd in de diepte verdwe
nen.
Voor enkele oogenblikken volgde een
dcodsche stilte, dan weerklonk weer hulp
geroep over het water Onmiddellijk ging
men er, in de weer inmiddels gestreken red
dingsbooten cp uit om de met zwemvesten
gewapende drenkelingen op te pikken. On
geveer een 15-tal booten waren toen op die
plek aanwezig behoorende aan tezamen 7
zeeschepen. Het resultaat van het reddings
werk was helaas gering; ongeveer 25 men
schen wist men nog te redden. Haaien wer
den niet gezien Daarna stoomde de .Alhe
na" zeer langzaam rond de plek. waar de
„Principessa Mafalda" was gezonken. Er
werd scherpe uitkijk naar overlevenden ge
houden, doch men ontdekte slechts wrak
hout, boeien en zwemvesten. Nog werd te
ongeveer één uur langzaam opgestoomd om
dan volle kracht vooruit koers te zetten
naar Rio de Janeiro, met 536 geredden aan
boord. De andere schepen zouden blijven
liggen tot het aanbreken van den dag ten
einde de geredden aan de „Formosa" over
te geven
De verschillende tafereelen, die wij mee
maakten, waren onvergetelijk. Treurig was
de aanblik der schipbreukelingen, semmigen
hadden tot zelfs bun kleeren verloren en
vreeselijk was bet, het verdriet aan te zien
van de velen, die hunne echtgenooten, kin
deren of alles verleren hadden. Daar naast
zag men de gelukkige gezichten van hen.
die elkaar hier aan boord teruggevonden
hadden. De vrouwen en kinderen werden
zooveel mogelijk in diverse passagiers- en
officiersbutten ondergebracht en verzorgd.
Groote tenten werden gespannen, waaron
der men des nachts verbleef, Tweemaal
per dag werd warm eten verstrekt, als ma-
caroniesoep, gekookte rijst, worst, koffie
en thee; voor babies en kinderen was vol
doende melk voorhanden. Groote hoeveel
heden brood werden gebakken en de vier
beschikbare stewards waren dan ook voort
durend in de weer om die vele menschen
van voedsel te voorzien, dat steeds, zoo
mede drinkwater, in voldoende mate voor
handen was.
De uitdeeling van de rantsoenen verliep
regelmatig; de geredde officieren van de
.Principessa Malalda" maakten zich met
een en ander zeer verdienstelijk. Ongeveer
48 uren later, in den nacht van Donderdag
op Vrijdag, arriveerde de „Alhena" be
houden te Rio de Janeiro, enkele uren later
gevolgd door de „Formosa" met 353 gered
den. waarvan ongeveer 200 van de „Empi
re Star" en van nog enkele andere schepen
overgenomen waren. De schipbreukelingen
werden dadelijk aan wal gebracht en voor
velen volgde een gelukkig weerzien, terwijl
ook echter voor velen alle hoop op weder
zien vervloog.
Hartelijk, en welgemeend en ontroerend
was de dank van hen, die door de opvaren
den der „Alhena" van een wissen dood ge
red werden.
Te Drachten is een bejaard man nabij zijn
woning gestruikeld. Hij geraakte te watei
en is verdronken.
Te Smilde is, naar de „Tel." meldt, een
ernstige mishandeling gepleegd. Eenige tot
dusver onbekend gebleven personen heb
ben den 18-jarigen L. P. aangevallen en
ernstig aan hoofd en lichaam verwond. De
getroffene is, na geruimen tijd aan den weg
te hebben gelegen, door voorbijgangers op
gemerkt, die onmiddellijk hulp van een dok
ter inriepen. Deze liet het slachtoffer over
brengen naar het ziekenhuis alhier. Het
bleek, dat hij in zijn zijde een diepe snij-
wond had. Men vermoedt, dat het motie
tot de mishandeling wraak is.
Te Amsterdam is een 24-jarige vrouw
-ongehouden, die in een magazijn in dc
Kalverstraat op heeterdaad was betrapt bij
het ontvreemden van een pull-over. In een
actetasch had zij verschillende voorwer-
oen, welke zij verklaarde te hebben ont
vreemd in een magazijn in de Reguliers-
Veestraat en in een ander magazijn in de
ICalverstraat.
Te Ede heeft een milicien een slag van
•'en paard teg-n het achterhoofd gekregen.
Ernstig gewond werd hij opgenomen.
Te Vlaardingen is binnengeloopen de
motorlogger Sch. 266, schipper A. den Duik,
van welk schip op 17 Dec, j.l. in volle zee
een lichtmatroos over boord w?s gevallen,
en die op zulk een moedige wijze is ge *ed
Joor den matroos A. K. Groen, beiden be
hoorende tot de bemanning van genoemd
schip.
Schipper den Duik vertelde aan het
„Vad. nog enkele bijzonderheden over deze
redding.
Toen de jongen over boord was geslagen,
stoomden wij langzaam achteruit en tracht
ten door roepen en schreeuwen verbinding
met den drenkeling te krijgen, doch alles te
vergeefs. Ook lijnen waren klaar gemaakt
om den drenkeling toe te wenen, zoodra
wij hem gewaar werden. Ik zelf stond aan
het roer, toen ik plotseling vóór op het
schip hoorde roepen: „Daar, daar" en een
<-econde Inter sprong er iemand over boord.
Later bleek dit Groen te zijn.
De vader van Groen, die ook aan boord
van het schip was, had om hot middel vrn
zijn zoon een touw gebonden. De jongen had
iets van een hond. Onrustig liep hij heen en
weer, aldoor maar turend over het donkere
water om maar iets te ontdekken van den
drenkeling. Nruweliiks had hij dezen dan
ook gezien, of in het water was hij. Het
schip lag op dat oogenblik stil.
Wegens het donker zagen wij noch den
drenkeling, noch den redder, doch plotse
ling hoorden wij Groen roepen: „Halen,
maar, ik heb hem" en spoedig la^en zij
beiden naast het schip. Ik liep van het roer
en bukte mij over de verschansing om den
drenkeling te pakken en hoorde Groen
zeggen: „Alles in orde, schipper".
Aan boord halen was het werk van een
oogenblik. Beiden een flinke warme groc en
onder de wol. Een halven dag later was het
geheele gebeurde vergeten. Groen vertelde
mij nog, dat toen hij in het water sprontf en
zijn lichaam in aanraking kwam met het
ijskoude water, hij eerst terug wilde kee-
ren, daar de kou zoo hevig was, dat hij een
gevoel kreeg, alsof zijn hart stil bleel staan.
Gelukkig ging dit weldra over en zwom hij
met forsche slagen den drenkeling tegemoet.
Het is mijn vaste overtuiging, dat ware A-
Groen niet over boord gesprongen, de dren
keling wis en zeker, ondanks al onze po
gingen aan boord, een prooi der golven was
geworden.
Dezer dagen werd een failliete koopman
uit Venlo, die voortvluchtig was naar
Duitschland, bij zijn terugkeer in het vader
land aangehouden en naar de gevangenis te
Roermond overgebracht als verdacht groo
te waarden aan den boedel onttrokken te
hebben.
Een Duitscher, verdacht van medeplich
tigheid, werd reeds voer veertien dagen ge
arresteerd.
Gisterenmorgen is de locomotief van de
stoomtram BreskensMaldegem, nabij Oost
burg, tengevolge van de sneeuw, uit de rails
geloopen en omgeslagen. De machinist is
gewond.
Te Doetinchem is in een pakhuis inge
broken. Een partij huiden en vellen, ter
waarde van eenige duizenden guldens,
wordt vermist. Elk spoor van de dader
ontbreekt.
In Friesland wordt tegenwoordig, aldus
het „Hbld." met honden"veel jacht gemaakt
op bunsings; de sneeuw helpt vaak de
schuilhoeken van deze kippendieven vinden.
Ook worden ze op boerenerven in vallen
gevangen.
Lukt de jacht wat, dan geeft ze een goed
daggeld, want de velleties zijn tegenwoor
dig zéér duur. Van bunsings is de prijs 8 a
12 gld. per stuk; voor een hazenvel is de
prijs 1, voor een kattenhuidje betaalt
men graag 1.50 a 2.
Dat er tegenwoordig nog al eens een
poesje verdwijnt op geheimzinnige manier, tf
te begrijpen.
Nog een arrestatie.
Gisteren is nog in verband met de poging
tot vergiftiging van de vrouw te Nieuwe
sloot haar, schoonvader, een ruim 70-jarige
man uit Heerenveen, gearresteerd en ter
beschikking van de justitie gesteld. Hi»
heeft arsenicum te Heerenveen gekocht.
Tijdens den storm van Maandagavond zijn
de wieken van den watermolen in den
Stommeerpolder, die een paar jaar geleden
is opgebouwd, afgewaaid.
Volgende week zal het Engelsche Iucht-
vaartpersoneel een aanvang maken met de
verhuizing naar het nieuwe station Croy
don, heivyelk een bedrag van 267.000 pond
sterling kost en voor het best geoutilleer
de ter wereld zal doorgaan. De schake
laars in den controletoren zullen het
nachtverlichtingstelsel, waaronder een
schijnwerper van 750.000 kaars doen func-
tionneeren. De twee nieuwe hangers kun
nen 35 passagiersvliegtuigen van het
grootste type bergen.
Naar men zich wellicht herinnert is het
Italiaansche motorschip „Monte Piana" op
14 November j.l. legen een pijler van de
Hembrug gevaren Naar de oorzaak van dit
ongeval heelt de Raad voor de Scheep
vaart thans een onderzoek ingesteld.
De loods, die tijdens het gebeurde dienst
deed aan boord van het Italiaansche schip,
deelde, als getuige gehoord, het volgende
mede.
Te 10 uur 15 v.m. werd de sluis van
IJmuiden verlaten en de reis naar Amster
dam voortgezet. Het reer werd gedurende
de gansche vaart bediend door een vletter-
man; bet sch;p werd geassisteerd door een
sleepboot Het zicht was goed, de wind,
welke Z.Z.O. was. had kracht 3 Te 10.35
uur werd zonde, ongevallen de Velser-
brug gepasseerd en de reis naar de Hem
brug vervolgd. Tijdens de vaart waren geen
schepen vóór het schip, dat goed stuurde
en zoo werd met langzaam werkende
machine het nieuwe Zaandammexgal ge
naderd. Inmiddels draaide de brug open
en werd „halve kracht vooruit" gegeven.
Het roer van de „Monte Piana" werd
stuurboord aan boord gedraaid; toen het
voorschip stuurboordkant uitging trok de
sleepboot naar bakboord. De sleepboot
eindigde met trekken toen het schip bak
boord uitkwam; niettegenstaande het roer
stuurboord a-n 'boord lag bleef het schip
bakboord uitloopen, de sleepboo* lag in
middels weer aan stuurboordzijde en trok
krachtig om het voorschip stuurboord uit
te krijgen. Het schip wilde echtei niet ko
men en get. liet de machine een oogen
blik „volle krach: vooruit" werken; ook
dit hielp niet en get., dit gevaar zag, com
mandeerde daarop dbect „volle kracht ach
teruit" en liet het stuurboordankei vallen.
Het voorschip was op da', oogenb'-k onge
veer 25 meter vpr de Noordelijke pijler
verwijderd. Trots alles liep het schip recht
op de pijler toe. 1 e 12 uur had de botsing
recht op de voorsteven plaats. Tot op het
moment der aanvaring heeft de machine
steeds „volle kracht achteruit" gedraaid.
Het voorschip liec ernstige averij op. ook
de pijler werd ernst.g beschadigd. Dc kapi
tein en een det off,cieien z;jp gedurende
de reis door het Kanaal en het
ongeval steeds op de brug geweest
De nieuwe hoofdinspecteur voor de
scheepvaart, vice-adwiraa b d. Fock die
voor da eerste m-ai ae zitting bijwoonde,
merkte op, dat, indien een schip u;t zijn
roer loopt, het niet wenschelijk is, meer
vaart in het schip te brengen. Integendeel
moet dan de vaart er uit worden gehaald,
teneinde het schip weer ondei controle t*
kunnen krijgen
De Raad zal later uitspraak doen.