Brieven uit Belgie. Wil "nmsrW Haarlem LÜStHANDEL NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Donderdag 29 Dec. 1927" RONDOM DE ZIEKTEWET. GEMEENTERAAD VAN HAARLEM JMEDESTRAAT13 TELEFOON 12072 Wenscheüjkheid van wefte'ijke maatregelen tegen een bepaalde huidziekte bij het rund. DAMMEN. HEEMSTEde. ZANDVOORT. SANTPOORT. HAARLEMMERMEER. VOGELENZANG. VIJFHUIZEN. Gesprongen Handen EEN MANKE RECHTZETTING. De zoo lang aangekondigde en nog langer verwachte perequatie der wedden en loonen van de Staatsambtenaren, beambten en ar beiders, is eindelijk een feit geworden, door hare bekendmaking in het Belgisch Staats blad. Reeds in 1926 werd er van gewag ge maakt, zoowel door de tienduizenden be langhebbenden, die waarlijk op al te be krompen wijze bezoldigd werden in verhou ding met den steeds stijgenden levens standaard, als door den Eersten Minister Jaspar, die haar invoeren in 't vooruitzicht «telde, doch zich tot niets bepaalds wilde verbinden,, noch aangaande het bedrag der avedde-aanpassing. noch aangaande den da- tam harer invoering. Zulks verwekte en handhaafde dan ook een niet ongegronde misnoegdheid bij de be langhebbenden, te meer, daar zij een groot aantal hunner collega's zagen overgaan tot werkelijk ruimere bestaansvoorwaarden. Immers, door het omzetten in Naamlooze Vennootschap van de Belgische Spoorwegen, waren alle bij dien uitgebreiden dient be trokken ambtenaren en arbeiders, van den voornaamsten hoofdingenieur tot den gering- sten sjouwer, uit Staatsdienst overgegaan naar die private Vennootschap, welke dade lijk de bureau's van haar personeel zóó gun stig wijzigde, dat het aanzienlijk meer won van 15 tot 25 dan dit der andere ministeries. Zonder daarom afgunstig te zijn op hun beter bedeelde makkers van het ge wezen ministerie van Spoorwegen, Poste rijen, Telegrafie en Zeewezen, mokten en morden de anderen toch, om de onverdiende en, watr meer is, kommervolle minderwaar digheid, waarin zij aldus geplaatst werden, terwijl anderzijds het indexnummer nog aan houdend klom, en zij met een wedde, welke vaak slechts ('l iemaal die van vóór den oor log bedroeg, toch zich moesten heenslaan door een dagelijksch leven, dat acht- tot tienmaal duurder was. Met den dag werd het aandringen bij de Regeering, om toch een definitieve regeling te treffen, sterker. Dat een gewichtige, en vooral ontzaglijke sommen vergende, hervor ming niet zoo maar voetstoots kon toege staan en toegepast, begreep eenieder. Wat echter niet door eenieder begrepen werd, was het maanden- en maandenlange aan slenteren van die nochtans zoo logische, zoo rechtvaardige, zoo onontwijkbare hervor ming. Zij, die 't fijne van de zaak kennen, of meenen te kennen, beweren, dat het een handige op-de-langebaan-schuiverij is ge weest vanwege Minister Jaspar, die, om be- grooö'ngsredenen, tot heden getalmd heeft met het afkondigen der perequatie, om ze aldus slechts vanaf 1 Januari 1928 toepas selijk te kunnen stellen, terwijl hij integen deel. bij vroeger bekendmaken, ze ook onvermijdelijk vroeger in voege hadden moeten brengen. Dit liet een besparing van tientallen millioenen toe. Doch zoo dit wer kelijk de bedoeling geweest is van den Eer sten Minister, kan hij -wel op financieel suc ces, niet echter op bewijsgeven van bezorgd heid voor het Rijkspersoneel bogen. Want dan heeft hij dit Rijkspersoneel gedurende ettelijke maanden een deel der wedde ont houden, waarop het recht had. Het is, nochtans, ook maar al te waar, dat goede wil zijnerzijds niet op zichzelf voldoende was, om de hervorming vroeger door te voeren, en dat hij rekening diende te houden met de geldelijke mogelijkheden in verband met die hervorming. Nu, de steeds stijgende opbrengst der belastingen heeft duidelijk uitgewezen, dat die geldelijke mogelijkheden ruimschoots volstaan tot het invoeren der hervorming. Enthans komt ze op 1 Januari aanstaande in voege. Weer anderen hebben verklaard, dat het lange uitblijven veroorzaakt werd door de 'drukking door de vertegenwoordigers van handel, nijverheid en bankwezen uitgeoefend op de regeering. Naar het heette, zouden die vertegenwoordigers haar voorgehouden heb ben, dat het doorvoeren der hervorming waarvan, wegens de onbescheidenheid van sommige er mede vertrouwde ambtenaren, de groote lijnen voorbarig in enkele kranten waren medegedeeld ernstige moeilijk heden zou berokkenen aan handel, nijver heid en bankwezen, waarvan het personeel zich beroepen zou op de door den Staat ver leende weddeverbetering, om deze insge lijks van hun werkgevers te eischen. Wanneer men nu weet, dat inderdaad in vele private ondernemingen de bezoldigin gen, vooral van het ondergeschikte perso neel, nog heel wat heneden het peil van de huidige levensduurte staan, komt die achter docht van de voormelde organismen nog al verklaarbaar voor. Iets gansch anders is het, evenwel, of hun bezorgdheid voor het vrij waren van eigen belangen eenig gewicht in de schaal zou kunnen leggen, om de regee ring te verhinderen haren sinds lang zich op- dringenden en aangekondigden maatregel eindelijk ten uitvoer te brengen. En nog iets gansch anders is het, of de geringheid van de door die organismen verleende loonen als reden zou kunnen gelden, om ook honderd duizenden Rijksambtenaren, beambten en arbeiders, de billijke bezoldigingsverhooging te ontzeggen. Wat er ook waars zij van al die geruchten, de perequatie of aanpassing der loonen is thans een feit. Of ze algemeene voldoening verwekt,, valt echter sterk te betwijfelen. Bijzonder de ondergeschikte bedienden zijn er slecht over te spreken. Immers, het woord heeft, voor het niet beter wetend publiek althans, een klank en een beteekenis, alsof daardoor ieder Staatsbeambte van af 1 Januari 1928 het moderne manna, de bank noten, zoo maar op te rapen had. In werke lijkheid brengt het voor heel wat menschep niet de minste verbetering, daar zij sinds geruimen tijd het wedde-peil bereikt hebben, dat door het geperequateerde barema (de Koninklijke Vlaamsche Academie dondere niet te geweldig, bij het lezen van die nieuwe woordfabricatie!) hun toegewezen wordt. Integendeel: deze ten goede bedoelde rege ling zal voor duizenden, zoowel hoogere als ondergeschikte bedienden, een uiterst scha delijken terugslag hebben. Want terzelfder tijd als de perequatie-wet, is ook de kader wet verschenen. Bij die kader-wet wordt het personeel van 't Hoofdbeheef (Administra tion Centrale) der ministeries op gevoelige wijze besnoeid. De verworven rechten blijven wel behouden. Niemand wordt de deur uit gewezen. Doch waar er, voor elke plaats of iederen titel, bij die kader-wet een niet te overschrijden getal is vastgesteld-, en er overal veel meer personeel is dan dit vast gesteld getal aangeeft, vloeit noodzakelijk hieruit voort, dat er in tientallen van jaren geen bevorderingen meer zullen kunnen verleend worden, daar eerst al de thans overtolige volgens voormeld getal) ambte naren gepensionneerd of overleden zullen moeten zijn. eer er, bij verdwijnen van een volgenden titularis, eindelijk een plaats vrij komt, waarin een der wachtende minderen kan overgaan. Voor de meeste ambtenaren en beambten is de huidige reputatie dan ook niet veel meer dan een onmiddellijke, matige verbete ring, met, ten gevolge van de kader-wet, een alles behalve bemoedigend vooruitzicht voor de toekomst. Talrijk zijn degenen die, na twintig, dertig jaar dienst, zich opeens alle kans zelfs alle hoop op verdere en nochtans verdiende bevordering zien afge sneden. En naast zijn onrechtvaardigheid, houdt zoo'n toestand in zich de kern van niet te onderschatten gevaar. Want het zal verlammend inwerken op den ijver, den werklust, den ondernemingsgeest van de getroffenen. Immers: koel-zakelijk redenee- rend: Hoe zouden dezen zich nog inspan nen nog meer doen dan het strikt noodige, als er toch geen gelegenheid bestaat, om door het blijk geven van meer dan ge wone bekwaamheid zich een sport hooger op te werken? Wanneer ze zich toch voor gansch hun loopbaan op dezelfde plaats ge blokkeerd weten, is er geen de minste stof felijke prikkel meer, om ze door inspan ning te doen stijgen boven de banale medio criteit van de suffige bureaucra'rie. Dat er ingegaan wordt tegen het welig woekerend parasitisme in de ministeriebu- reelen, moet en. zal door iedereen goedge keurd. Zaak is het echter, zulks te doen op 'n wijze welke geen te eerbiedigen, wijl rechtvaardige belangen in 't gedrang brengt en bij 't willen wegnemen van de eene kwaal, de kiemen niet inent van de andere. En daar valt, bij deze nieuwe regeling, ernstig voor te vreezen. E. (Ingezonden.) Wie zich nog herinnert, wat ik de vorige week onder bovenstaand opschrift heb ge schreven, zal moeten erkennen, dat ik goed gezien had, toen ik als mijn meening aangaf, dat de strijd wel hoofdzakelijk zou gaan, over de al of niet erkenning van de onder- nemerskassen als uitvoeringsorganen bij de nieuwe Ziektewet. De heer Beynes heeft althans aanleiding gevonden om aan hetgeen door mij daarover is geschreven, eenige critische beschouwin gen te wijden, waarbij hij het goed recht van de ondernemingskas bepleit. Het zal wel niet gemakkelijk zijn, om over dat onderdeel het met elkaar ééns te wor den, maar toch wil ik een poging wagen, te meer waar uit het stukje van den heer B. duidelijk blijkt, dat hij de stichting van wat 'k schreef, niet in alle opzichten begrepen heeft. Zonder wie ter wereld ook als een barbaar te willen voorstellen, heb ik het feit besproken, dat tienduizenden arbeiders bij ziekte geen uitkeering ontvangen en voor een nog grooter aantal een onvoldoende regeling geldend is. Zóó en niet anders zijn de toestanden en de heer B. zal daarmede evengoed als ondergeteekende rekening moeten houden. Maar ik heb niet de minste behoefte gevoeld om deze toestanden, aan wie dan ook, persoonlijk te wijten. En nog minder heb ik daarbij gedacht aan de rege ling, welke voor de onderneming van den heer B. geldig is. Van die regeling weet ik niets af. Het kost mij dan ook niet de minste moeite, om op gezag van den heer B. aan te nemen, dat die regeling perfect in orde is want uit de aanduiding dat 80 wordt uit gekeerd, is dat moeliijk af te leiden. De uit- keeringsduur en yooral de vraag, of slechte risico's geweerd worden, zijn van evenveel beteekenis. Maar nog eens, het kan mijn bedoeling niet zijn, om aan den goeden wil van zeer veel ondernemers te twijfelen. Daar gaat het dan'ook niet over. Het gaat slechts over de vraag, of de ondernemerskassen in hun tegenwoordigen vorm moeten behouden blijven en als erkende kassen moeten dienst doen. Ik meen van niet. De Ziektewet is er op de eerste plaats om de arbeiders bij ziekte een uitkeering te waarborgen. En nu kost het mij alweer niet de minste mceite, om aar te nemen, dat verschillende groot-werk gevers op voortreffelijke wijze aan de uit- voering van de Wet zullen willen raedewer-i ken, maar omgekeerd, kan het toch den heer B. niet al te zwaar vallen, om de mogelijk heid te veronderstellen, dat er ook groot- industrieelen kunnen zijn met minder goede gevoelens jegens hun arbeiders, die er niet tegen op zien, om hen, die een te groot risico opleveren, zoo stillekens aan weg te werken Al zou het geheele bestuur van zoo'n ondernemerskas uit arbeiders bestaan, dan kan hef daartegen toch niets verrichten. Doch ik kan er in komen, dat onderne mers, die een goed werkende ziekenkas aan hun onderneming verbonden hebben, zullen vragen, of dan hun goede instelling moet verdwijnen, omdat er anderen zijn, die op minder loyale wijze handelen. Men doet evenwel verstandig door dat niet al te som ber in te zien. Indien een onderneming zich aansluit bij een bedrijfsvereeniging, kan veel van wat nu bestaat, behouden blijven. Alleen: het risico wordt verlegd van de onderneming naar de geheele Bedrijfsver eeniging, die in samenwerking met de geor ganiseerde arbeiders voor een richtige uit voering van de Wet moet zorg dragen en geen enkel belang heeft om de ondernemin gen te bemoeilijken, noch om zwakke risico s aan den kant te zetten. En nu die samenwerking met de georgani seerde arbeiders. Ik kan het volkomen eens zijn met het aangehaalde citaat uit het proefschrift van Dr. J. v. d. Tempel, waarin dan gezegd wordt, dat de machts uitingen van de arbeiders niet in staat waren om den afstand tusschen de maat schappelijke groepen te verkleinen, maar daarop past toch stellig niet de conclusie, dat we maar scherp tegenover elkaar moe ten blijven staan. Ook onze solidaristische opvatting verzet zich daartegen. Inderdaad, niet door machtsuitingen van welke zijde dan ook maar door samenwerking kunnen we tot betere verhoudingen komen en daarom acht ik het onjuist, wanneer de Overheid allerhande staketsels plaatst op den weg, welke naar betere verhoudingen leiden kan. En dat doet zij, volgens mijn vaste overtuiging, wan.ieer zij de onderne merskassen wettelijk zou erkennen als uit voeringsorganen. Sedert de inwerkingtreding van de Land- en Tuinbouw-Ongevallenwet, heb ik het genoegen gehad, om met de ver tegenwoordigers van de werkgevers te mogen samenwerken in de Bedrijfsvereeni- gingen en ik acht mij verplicht te zeggen, dat die samenwerking niet slechts heeft geleid tot een deugdelijke uitvoering van de wet, maar ook op veel ander terrein een gunstige uitwerking had. Het kan toch moeilijk worden ontkend dat het gemis aan vertrouwen wederzijds veel misverstand oproept. Het met elkaar omgaan, zij het dan nog op beperkt terrein, is een uiterst geschikt middel, om een sfeer te scheppen, waarin dat vertrouwen groeien en zich ontwikkelen kan. Gaarne erken ik, dat ook de onderlinge verhouding in de groote ondernemingen van zeer veel belang is en het zou verkeerd zijn zulks uit het oog te verliezen. Maar even verkeerd is het en m.i. veel te èng gedacht, om de onderneming te zien als een wereld op zichzelf. Hoe belangrijk de onderlinge ver houding in de onderneming ook moge zijn, de algemeene sociale verhoudigen zijn even zeer van belang en drukken tot zekere hoogte hun stempel op de verhoudingen en toestanden in de afzonderlijke ondernemin gen. Van die sociale verhoudingen in het alge meen kan dat is duidelijk zonder orga nisatie niets terecht komen. Erkent men de noodzakelijkheid van organisatie en de heer B., die zich op Rerum Novarum be roept, zal dat1 gaarne doen dan moet men ook de consequenties aanvaarden en met die organisaties, waar mogelijk, willen samenwerken. Dit-als uitgangspunt nemend, kan het den heer B. niet zoo moeilijk vallen, om, nu zich een goede gelegenheid voordoet, met de arbeidersorganisaties samen te werken tot uitvoering van de Ziektewet. De arbeiders, die in de Bedrijfsvereeniging worden aange wezen, hebben er heusch geen belang bij, om instellingen van bepaalde ondernemingen en voor zoover deze goed functionneeren, ondersteboven te gooien. Integendeel. Maar alleen noodgedwongen kunnen zij er in berusten, wanneer men van zulke instel- ligen zou maken sta-in-den-weg's bij hun constant streven om te komen tot georgani seerde samenwerking in het bedrijfsleven. Wanneer wij aannemen, dat het daartoe toch eenmaal zal moeten komen, niet alleen tusschen den ondernemer en zijn personeel, maar evenzeer tusschen de organisaties van de verschillende bedrijfsgroepen, dan kan er m.i. geen groot bezwaar bestaan om alvast te beginnen op een terrein, waar die samenwerking zeer gemakkelijk is en waar het noodige vertrouwen en meerdere waar deering wederzijds kan gekweekt worden. Het zou te veeleischend zijn, wanneer !k verwachtte, dat de heer B. nu wel tot andere gedachten zou gebracht zijn, nv.ar wel vertrouw ik, dat het mij gelukt is hem te overtuigen, dat in het streven van de arbei ders tot wering van de ondernemingskassen, iets anders moet gezien worden dan een plompe verdachtmaking van de wergevers. A. J. L. (Vervolg.) Eervol ontslag. Mej. A. Brinkman, leerares in de lichame lijke oefeningen aan school 24 wordt als zoodanig eervol ontslag met ingang van 1 Januari 1928 verleend. Goedkeuring balansen. B. en W. bieden ter goedkeuring aan de balansen met verlies- en winstrekeningen over het jaar 1926, betreffende de com plexen van 9, 32 en 108 arbeiderswoningen van de Coöperatieve Woningvereeniging „Eigen Woning." Goedgekeurd. Begrootingen Woning- bouw-vereenigingen. B. en W. stellen voor, goed te keuren de begrootingen voor 1928 van verschillen de Woningbouwvereenigingen (stichtingen). Goedgekeurd. Ontheffing Bouwveror dening. B. en W. stellen voor, aan de N.V. Mij. tot Exploitatie van Onroerende Goederen „Door Eendracht Sterk" ten behoeve van den bouw van een loods aan de Ceramstraat vrijstelling te verleenen van het bepaalde bij art. 10 der Bouwverordening van de voormalige gemeente Schoten. Aldus besloten. Instructie bacterioloog. B. en W. stellen voor vast te stellen een gewijzigde instructie voor den Bacterioloog- seroloog-patholoog-anatoom te Haarlem. Aldus vastgesteld. Loonregeling werklieden. B. en W. bieden ter vaststelling aan een wijziging van art. 1 der Verordening, rege lende de positie en de bezoldiging van werk lieden, op wie het Werkliedenreglement van toepassing is. Aldus vastgesteld. Inrichting bijzondere scho len. B. en W. stellen voor, het crediet, aan de school in de Cruquiusstraat, verleend voor het inrichten eener parallel le klasse te verhoogen van f 480 tot f 572.08 en het crediet, verleend aan de school Jansstraat 83, voor verandering der trappen aldaar, te verhoogen van f 1.060 tot f 1.141.88. Aldus besloten. Vereischten openbare weg. B. en W. stellen voor eenige straten ten Oosten van de Kruistochtstraat te beschou wen als te voldoen aan de vereischten voor openbaren weg. De Jaeer VAN KESSEL zou den weg niet willenfaten bestraten met klinkers, maar met asphalt. Dat mag misschien in aanleg wat duurder zijn, maar spr. gelooft, dat een der gelijke aanleg op den duur goedkooper blijkt. Spr. dient een voorstel in, de straat te be dekken met een 3 c.M. topeca-laag. Wethouder REINALDA meent, dat dit voorstel niet aanvaard moet worden. In 1924 is tot een systematische asphalteering der straten besloten, waarvan men nu niet moet afwijken. Verder kan men in de polders, vooral in de Slachthuisbuurt, nog niet tot asphalteering overgaan, omdat in den be ginne nog verzakkingen zullen voorkomen, daar de veenlaag nog steeds werkt. Daarom zal herstrating noodig blijken. De heer MIEZéRUS onderschrijft het gesprokene van wethouder Reinalda voor wat deze opgemerkt heeft over de technische zijde van het vraagstuk. De heer VAN KESSEL trekt zijn voor stel in. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. Verkoop grond. B. en W. stellen voor aan J. G. Klein, tegen den prijs van f 13.per M2. te ver- kocpen, grond, gelegen aan de Zuidzijde van de Van Nesstraat, groot pl.m. 120 M2. Aldus besloten. B. en W. stellen voor aan J. A. Jonker 434 M2. grond, gelegen aan de Noordzijde van de Burgemeester Sandbergstraat, te verkccpen tegen den prijs van f 24.per M2. Aldus besloten. B. en W. stellen voor aan C. Hart pl.m. 138 M2. grond te verkoopen tegen den prijs van f 15 per M2., welke grond gelegen ïs aan de Byzantiumstraat. Mevr. MAARSCHALL vraagt, of deze grond niet officieus aan een woningbouwver- eemging is toegezegd. Wethouder REINALDA ontkent dit. Het voorstel wordt goedgekeurd B en W. vragen machtiging aan Tj. de Hoop, tegen den prijs van f 4, per M2. en f 4.50 per M2. in koop af te staan, grond, Iclf®x?->aan ÜioCxr^er Tuindorplaan, groot 555 M2. en 468 M2. De heer MIEZéRUS vraagt aanhouding van dit voorstel. Bloentendaal heeft f 7 per M2. voor dezen grond gevraagd en nu vindt spr. het te gek, den grond voor f 4 en f 4.50 per M2. te verkoopen. Wethouder REINALDA antwoordt, dat Blcemendaal wel een rekening ingediend heeft, maar het gaat met om de rekening, I maar om wat Haarlem ten slotte te betalen heeft. De heer VAN KESSEL heeft zich ook over den prijs verwonderd. Spr. acht het het wijste, den prijs van Bloemendaal te hand haven. Men moet z.i. voorlocpig niet te veel verwachten van den door Ged. Staten vast te stellen prijs. Het voorstel wordt aangehouden. B. en W. vragen machtiging te verkoopen aan D. A. Appelboom pl.m. 232 M2. grond, gelegen aan de Zuidzijde van de Engelszstraat tegen den prijs van f 15 per M2. De machtiging wordt verleend. B. en W. stellen voor aan G. v. d. Boo gaard te verkoopen tegen den prijs van f 8 er M2., 90 M2. grond, gelegen aan de iuidzijde van de Kleverlaan. Aldus besloten. Grond in erfpacht. B. en W. vragen machtiging, aan P. G. J. Sernee in voortdurende erfpacht uit te ge ven 304 M2. grond, gelegen aan de Zonne bloemstraat, tegen een erfpachtscanon van f 0.77 per M2. per jaar. Aangehouden. Verleening 2e hypotheek. B. en W. stellen voor, aan de N. V. Aan nemingsmaatschappij voorheen J. Roze- straten te Amsterdam, voor den bouw van 203 arbeiderswoningen aan de Maasstraat en omgeving, of aan de eerste koopers dier perceelen, een bedrag van ten hoogste f 121.800 of ten hoogste f 600 per woning te verstrekken, onder waarborg van 2e hy potheek. Nadat op vragen van den heer WOLFF wethouder REINALDA enkele inlichtingen gegeven heeft, wordt het voorstel goedge keurd. Hierna gaat de raad in geheime vergade ring. Na heropening der vergadering kwamen aan d« orde de benoemingen. Benoemd worden: tot lid der Commissie voor de lichamelijke opvoeding G. Adrian; tot bacterioloog-seroloog-patholoog- .na- toom O. H. Dijkstra, te Groningen; tot tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taal en Geschiedenis aan het Gymnasium drs. A. C. de Jong, te Amsterdam; tot hoofd van school 29 aan de Bakkerstraat W. R. Jansen; tot hoofd van school 31 aan het Klein Heiligland D. Leguit; tot hoofd van school 35 aan de Overton- straat O. de Wit; tot hoofd van school 37 aan de Soenda- straat G. C. van Leeuwen, no. 2 der voor dracht (no. 1 was A. H. W. Croonen, thans op wachtgeld te Oldenzaal); als hoofd van school 33 in de Slachthuis- buurt wordt naar school 40 in de Overton- straat overgeplaatst E. Marema; als hoofd van school 31 aan het Klein Heiligland wordt naar school 33 in de Slach- huisbuurt ovérgeplaatst D. Peereboom. Postbestellingen. De heer DE BREUK vraagt inlichtingen over de postbestellingen in Overveen en wel over het feit, dat de postbestelling, in het geannexeerde gebied van Bloemendaal nog steeds vanuit Overveen geschiedt, hetgeen schade en ongerief "veroorzaakt. B. en W. zullen dit nader onderzoeken en Zien, of verbetering te verkrijgen is. Collectieve arbeidsover eenkomsten. De heer KLEIN vraagt, of bij de aanbe- etsding voor levering van kleeding voor de politie in het bestek ook opgenomen kunnen worden de bepalingen der collectieve arbeids- overeenkomst in de kleedingindustrie. De VOORZITTER antwoordt, dat daar toe reeds besloten is. Sneeuwrufming. De heer VAN KESSEL wijst er op, dat in het geannexeerde gebied van Bloemendaal geen sneeuwruiming is geschied. Men is daarmede gekomen tot aan de viaduct op den Zijlweg en verder niet. Hij vraagt voor ziening daarin. Verder vraagt spr,, hoe B. en W. zich he herstelling van den Zijlweg denken. Nabij det R.K. Lyceum is de straat opgebroken geweest en daar is nu een rommelige toe stand ontstaan. Wethouder HEERKENS THIJSSEN ant woordt dat hij zich ter zake van de kla :ht óver de sneeuwruiming met den dienst der gemeentereiniging zal verstaan. De heer PEPER klaagt er over, dat op verschillende punten der stad nog veel sneeuw ligt. Er is voor genoeg arbeiders werk, wat ook het aanzien der stad ten goede komt. Wethouder REINALDA antwoordt op de tweede vraag van den heer Van Kessel, dat de toestand onderzocht zal worden. Retourcommissie's. De heer CASTRICUM vraagt inlichtingen over de rondgezonden circulaire aan de ambtenaren, of zij zich schuldig gemaakt hebben aan zgn. retourcommissie's. Deze vraag zal in een volgende vergadering behandeld worden. De heer CVERSTEEGEN vraagt, of de gelden voor 't sneeuwruimen als iets extra's gerekend worden. Wethouder HEERKENS .THIJSSEN merkt op, dat het Burgerlijk Armbestuur nooit iets extra's uitkeert. De heer VAN DE KAMP zegt, dat klei nigheden nooit afeetrokken worden. De heer OVERSTEEGEN vraagt verder, of B. en W. zelf ook de rondgezonden cir culaire geteekend hebben. Ook zij kunnen corruptie gepleegd hebben en ook de politie, aan wie geen circulaire rondgezonden is. De directeuren hebben in een vloek en een zucht de circulaire geteekend, misschien ter wille van hun baantje. Sneeuwruiming. De h.eeren PEPER, VAN KESSEL en KLEIN SCHIPHORST dringen op spoe diger sneeuwruiming aan. Wethouder HEERKENS THIJSSEN er kent, dat vlug ingegrepen moet worden bij sneeuwval en dat zal ook gebeuren. Hij be treurt het, dat nog niet ten spoedigste ge ruimd is op die plaatsen, waar dit het meest noodig is, maar. wijst er op, dat een sneeuw ruiming veel geld kost. Op nadere vragen van den heer OVER STEEGEN, zet wethouder HEERKENS THIJSSEN uiteen, dat kleinigheden niet van den steun aan werkloozen afgetrokken worden, maar dat men toch voorzichtig daar mede moet zijn, omdat geen onbillijke toe standen geschapen mogen1 worden. In- tusschen kan de zaak nog eens nader in het Burgerlijk Armbestuur ter sprake worden gebracht. Raadsvergaderingen. De heer OVERSTEEGEN is van oor- deel, dat de vorige agenda en deze het hou- den van een vergadering niet wettigden. Die puntenlijsten hadden z.i. best bij elkaar ge voegd kunnen worden. Belegt men voor dergelijke agenda's vergaderingen, dan wordt het volgens spr. een kostbare geschiedenis. Kindervoeding. Wethouder BRUCH deelt nog mede, dat de kinderen, wonende aan de Jan Gijsen- vaart, voortaan per autobus vervoerd zullen worden naar de plaats, waar voedsel verstrekt wordt. Dat kost wel eenig geld en een contract is afgesloten, maar B. en W. ver trouwen, dat de raad hiertegen geen bezwaar maakt. Hierna sluiting. Mededeelingen aan den raad d.d. 28 De cember 1927. Gesteld worden in handen van B. en W. om prae-advies. Een verzoekschrift van S. L. Blom en Tj. de Vries om aan hen te verkoopen een per ceel bouwterrein aan de Molijnstraat voor den bouw van 7 woonhuizen. Een adres van G. J. A. van Asch e.a, allen bewoners van de Ramplaan en omgeving, houdende mededeeling, dat zij de voorgeno men levering van duinwater door de gemeen telijke Duinwaterleiding van Haarlem niet er kennen als een levering volgens het Burger lijk Recht en dat zij hun aanvragen tot leve ring van duinwater intrekken en vooralsnog niet bereid zijn een waarborgsom van 3.60 te storten. Adhaesie-betuigingen van den Haarlem- lemschen Kunstkring en van den Bond Heem schut met het adres der Maatschappij tot bevordering van de Bouwkunst, Bond van Nederlandsche Architecten, waarbij deze in overweging geeft zoodanige maatrege len te treffen, dat ieder onnoodige vermin king van de oude stad zooveel mogelijk wordt voorkomen en dat de nieuwbouw buiten dit centrum aan redelijke eischen van schoonheid zal voldoen. Een verzoekschrift van de Afdeelingen Haarlem van den Algemeenen Nederland- schen Bouwarbeidersbond, Nederlandschen R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en Nederlandschen Christelijken Bouwvak arbeidersbond om een bouwcontroleur aan te stellen, die voor naleving der bouwver ordening (bouwveiligheid) moet zorgen en m in de bouwverordening bepalingen be treffende het schaftlokaal op te nemen. In het laatst verschenen nummer van bet Tijdschrift voor Diergeneeskunde, is een artikel opgenomen van de hand van den dierenarts J. Flohil te Haarlem over dit onderwerp. Herhaaldelijk werd in de allerlaatste ja ren ook in de omgeving van Haarlem deze huidziekte, de z.g. Sarcoptes-schurft, ge constateerd bij het rundvee, en ook voor de gezondheid van den mensch heeft deze ziekte zeer onaangename gevolgen. In de wet van 20 Juli 1870, tot regeling van het Veeartsenijkundig Staatstoezicht en de Veeartsenijkundige politie, evenals in de Veewet van 1920, werden maatre gelen voorgeschreven tegen de sarcopte: - schurft bij schapen en éénhoevige dieren, in de laatstgenoemde wet, die de eerst genoemde heeft vervangen, ook maatrege len tegen deze ziekte bij de geiten. Doch over het rund werd immer gezwe gen, daar het voorkomen dezer ziekte in ons land, zoo niet geheel, dan toch zoo goed als onbekend was en eerst in lateren tijd werd een speciale variëteit voor het rund aangenomen. Deze z.g. sarcoptesschurft treft men ge woonlijk in een sterke verspreiding over het grootste gedeelte van het lichaam aan in schilferige huidaandoeningen, terwijl de patiënt door 'n ondragelijken jeuk gekweld wordt. Aanvankelijk werd aan deze ge vallen niet de vereischte aandacht ge schonken. Men verkeert dan ook in de meening door het herhaaldeliik zich voor doen van deze ziekte, die meerdere malen geconstateerd werd, dat de ziekte veel meer voorkomt, dan men denken zou, om dat er lang niet altijd hulp wordt inge roepen en dat men omtrent de besmeting bij den mensch ook niet alles te weten komt, omdat men het vaak geheim houdt. Daar deze ziekte in drie opeenvolgende stalperioden op verscheidene stallen, voor namelijk in het voorjaar geconstateerd werd bij rundvee, wordt gevreesd, dat het op treden van deze vuile en schadelijke ziek te geen voorbijgaand verschijnsel is en dat het gevaar bestaat dat onze rundveestapel hoe langer hoe meer door deze plaag ge teisterd zal worden. Om de ziekte met succes te bestrijden, is wijziging van de Veewet noodig, in dier voege, dat in art. 7 sub f, Titel III ook toepasselijk wordt verklaard oo schurft bij runderen en doordat men deze schurft vroeger niet kende, is ze in de wet niet opgenomen. Daardoor is het wenschelijk gebleken, nu zij hier vasten voet heeft ?n haar econo mische en hygiënische beteekcnis niet on derdoet voor die van dezelfde ziekte eigen aan paard of schaap, dat bestrijding door we'telijke maatregelen gesteund wordt. Dit laatste is een leemte in de wet, waarin hoe eer hoe beter dient te worden voorzien. Competitie 2de klasse van den Nederl. Dambond. Gisteravond speelden voor do 2de klasse comoe van den Nederlandschen Dam bond Jeeling Noord) de „Haarlemsche Damclub II" tegen de Damvereenisins „D.S.T.O." I uit Amsterdam. De Haarlem sche Damclub won met 119. District H. en O. v. d. Ned. R.K. Dam bond. De jaarvergadering van bovengenoemd district, zal Vrijdag 13 Januari 1928 plaats hebben in het R. K. Vereenigingsgebouw trJ1 Taart. Op deze vergadering treedt het meerendeel van het bestuur perio diek af. Het is thans zeker, dat de heer Jos. Opdam zich met meer herkiesbaar stelt, zoodat reeds ééne vacature ontstaan is. I °°5^ 2a' °°h het comoetitierooster be handeld worden. Deze belangrijke aganda- punten, zullen ongetwijfeld de belang stelling van de verschillende vereenigingen wekken. De St. Bavo-bekerwedstrijden. De finale voor deze wedstrijden, welke eerst op 23 Dec. zou gespeeld worden, werd vrij plotseling uitgesteld. Thans is de datum op 3 Jan. '28 vastgesteld, en zal in het R.K. Vereenigingsgebouw te Heemstede plaats hebben. Belangstellenden zijn welkom. Vergadering Tuinlieden. Woensdag avond hield de tuinliedenvereeniging Aer- denhout en Omstreken haar 18e jaarvergade ring in Lokaal voor Christelijke belangen. In zijn openingswoord memoreerde de Voorz. het moeilijke van het veelal versmade vak van tuinman, waarvoor zooveel kennis nocdig is, en waarvoor ook in den winter geen rustperiode mogelijk is, daar ook in den winter veel geëischt wordt, wat te aanschouwen is in den bloemenwinkel, die ook tijdens den strengsten winter een lusthof is. Met genoegen kunnen wij terugzien, vervolgt de Voorz., op het afgeloopen jaar, ook al had dit nog beter gekund, zoowel in het vak als in het vereenigingsleven. Uit het jaarverslag van den secretaris blijkt, dat het ledental tot ruim 50 is geste gen, en dat het aantal punten voor ingezonden ter keuring was gestegen van 459 in 1926 tot 612 in 1927. Hiervan behaalde de heer W. v. d. Ham er 178% met 8 tienen en de heer B. Nieu- wenhuis 166 met 14 tienen. Uit het verslag v.d. penningmeester bleek, dat in 1926 er een batig saldo was van f 57.98, de inkomsten waren f 246.08, en de uitgaven f 255.22. Als verificatie-commissie werden benoemd de heeren J. v. Donselaar en K. Heere, die den penningmeester onder dankzegging voor zijn beheer edecharge verleende. Uit het verslag der bibliothecaris bleek dat de liefhebberij voor studie uit de werke lijke leerzame boeken te klein was, waarom hij enkele woorden van aansporing deed hooren. Als bestuursleden waren aan de beurtvan aftreden de heeren M. Bloemendaal en W. v. d. Ham, die beiden herkozen werden. Wederom werd een nieuw lid onder eenige toepasselijke woorden geinstalleerd. Hierna had de uitreiking plaats van den wisselbeker, een geschenk van den heer B. Nieuwenhuis voor het hoogste aantal tienen, behaald voor het in gezondene ter keuring in het afgeloopen jaar. Daar den heer Nieuwenhuis hieraan zelf niet deelnam, werd deze beker voor het eerst I behaald door den heer W. v. d. Ham, met 8 tienen. De Voorzitter overhandigt onder applaus den beker, er den wensch aan toevoegend, dat den heer v. d. Ham het volgende jaar dit kleinood zal verdedigen, en dat de concur rentie zóó groot zal zijn, dat de beker den heer v. d. Ham zal ontnomen worden, wat de inzendingen zeker ten goede zal komen. Koewei het plan bestond in de winter maanden eene excursie naar Aalsmeer te maken, werd deze uitgesteld tot April, daar dien tijd een nieuw veilingsgebouw zal geopend worden, waaraan een groote ten toonstelling is verbonden, uitsluitend van Aalsme^rsche producten. Medegedeeld werd dat in Januari een lichtbeeldenavond zal gehouden worden, waarbij den heer Radstoke een inleiding zal houden over beschadiging van oogstgewassen en diens bestrijding. Als slot eene rondvraag., welke uitvoerige besprekingen uitlokte over het bevriezen van planten. Daarna sluiting R. K. Vrouwenbond. Organiseert de R. K. Vrouwenbond zoo nu en dan een feest- avondje voor de leden, om zoodoende het me deleven met de Vereeniging te bevorderen, voor dezen keer was eens van die gewoonte afgeweken en er was Woensdagmiddag een feestje georganiseerd voor de kinderen der leden. Daarvoor had men zich de medewer king verzekerd van den bekenden Professor Antonini en waar deze komt, kan op belang stelling gerekend worden. Om half 3 waren een 200 kinderen met hun ne ouders in het R. K. Vereenigingsgebouw bijeen. Prof. Antonini had zijn programma in 3 deelen verdeeld. Eerst goochelen, dan buik spreken en als slot de poppenkast. Vol be langstelling werd de goochelkunst bewon derd de gesprekken tusschen Antonini en August wekten daverend gelach, en in de ge schiedenis van Jan en Cathrijn Klaassen leefde het jonge volkje mee, wat bleek uit de antwoorden op de verschillende vragen van Jan Klaassen. Tijdens de pauzen werden de kinderen onthaald op versnaperingen. Ket was voor de kinderen zoowei als voor de ouders een middag van genot. Z. P. V. „Pleines." Bij de tentoonstelling door de postduivenvereniging „Pleines" met di beide Kerstdagen gehouden, werden door de volgende heeren eerste prijzen behaald met hun vogels: W. Keur 1, A. Schuiten 2, J. J. Keur 3. W. Draaijer 3, Jan Schaap 5, E. Koning 3, W. Dorsman 1, Fikkert 1, J. Dorsman 1 en W. Keur 1. Een eereprijs voor de twee schoonste vogels kreeg de heer W. Draaijer, een eereprijs voor het schoonste vliegtype J. J. Keur. R. K. Leesbibliotheek. Door B. en W. van Velsen is aan het bestuur der biblio theek vergunning verleend tot het aanleg gen en houden van een loterij. De prijzen bestaan uit huishoudelijke ar tikelen. Gezien bet nut en de noodzakelijkheid dezer instelling is het overbodig elk paro chiaan aan te sporen zich van een lot te voorzien. Gevonden en verloren voorwerpen. Ter secretarie van deze gemeente is aan gifte gedaan dat is: Gevonden: een achterlamp van een auto mobiel; een heerenportemonnaie met in houd; een wagenkrat; een reserve-band met velg van een auto; een kinderslede. Komen aanloopen: een Duitsche herders hond en een krielhaan. Verloren: een zilveren polshorloge met zwart r-enbd ban-Le; een zilveren horloge met mkkelen ketting; een grijslichtbruine sjaal; een rechter-dameshandschoen met n?«, U uku- .$hn"eT van een een nieuw bankb.Ijet van f 10; een hoog* zwarte damesschoen; een lorgnet. den C|mt,0|j ~7 *>r°ote gezinnen had- „l 5' Sloegen een aardige surprise te hnvan 1.-1 n vangen' bestaande uit onder- en DovenkJeeren. Deze kleeren zijn vervaardigd door de 6 Va> naaikrans, die hiermede een r groo.e weldaad doen. In menig huis gezin kwam deze verrassing goed te pas. Bazar. Na enkele dagen zal de bazar, die gehouden wordt ten bate van het zwakke kind, worden geopend. De openingsdag is vastgesteld op 6 Januari des namiddags om 4 uur voor de genoodigden en om half zes voor het publiek. Het comité verzoekt ons te vermelden dat het een zelfstandige vereeniging is, die de kinderen uitzendt naar de inrichtingen, welke overeenstem men met de levensbeginselen der ouders. Er is al veel ingekomen, maar toch kon het nog beter. Gaarne worden giften of 1 gaven alsnog in ontvangst genomen door het comité. De adressen der comitéledea zijn genoegzaam bekend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9