ONZE VROUWENRUBRIEK KIM GK i 1 1 AaMT) m s ZAKELIJKHEID. SMOCKWERK. Patronen naar Maat. MANTELCOSTUUMPJES. IJDELHEID DER IJDELHEDEN. KINDEREN EN MUZIEK. ZIEKENVERPLEGING IN HUIS. RECEPTEN. HANSOPJE VOOR JONGENS VAN 5—6 JAAR. ■'HM'-HiiiÊÊti ui... _-// Overname ail deze rubriek zonde' schriftelijke toestemming verboden. Waneer we er precies den smaak van hebben beetgekregsn, is niet met zeker heid te zeggen. Misschien in den eersten opgewonden voorvechterstijd van harts tochtelijke verontwaardiging over de mannelijke minachting voor ons gebrek aan consequentie en redeneerkunst. We zouden toen eens even laten zien, wat we op dat gebied toch maar wisten te pres- teeren, wanneer we werkelijk onverzet telijk wilden. En diegenen onder ons, die daar 't best in slaagden, maakten zich met hun uitgedroogde wetenschap pelijkheid of kattige handelskennis tot akelige caricaturen van hun imposant ideaal. Ik voor mij heb de gedachte nooit van me af kunnen zetten, dat aan al dat gedoe van zulke zoogenaamde mannenhaatsters onbewust 'n naïeve en niet al te snuggere poging tot behagen ten grondslag lag, en dat heel de hoog bejubelde vrijheidsoorlog en ontworste ling aan de voogdij van het tyrannieke sterke geslacht voor 'n goed deel ge leid werd door den onvervalscht-vrou- welijken wensch, op 'n heel nieuwe en nooit vertoonde manier de aandacht te trekken, indruk te maken en bewonde ring af te dwingenl Zooals ik al zei, 'n beetje naïef en niet al te menschkun- dig. Want 't vertwijfeld zuchten van de heeren der schepping over onze onbruik baarheid in zaken is van oudsher altijd erg goedaardig geweest, en deze leemte in onzen aanleg is hun eer een bron van gemoedelijk vermaak dan 'n ernstig beletsel voor waardeering. Wat hen in ons aantrekt en verteedert, is niet de overeenkomst met hen zelf, maar juist de tegenstellingen (en we kunnen 't rustig aan hen overlaten, alle zwakheid- jes reeds als zoodanig bij de tegenstel lingen in te deelen!) 't Is dan ook een fiasco geworden, al die gewichtig-doenerij. De beminne lijke mannelijke inconsequentie bleek er allesbehalve van gecharmeerd, nog min der dan van het vroegere gansjes-ge slacht. En we waren oprecht en pijnlijk verbaasd. Zelfs ons verbeten, aan haat grenzend streven naar zelfbestuur bracht de „onmenschen" niet 't minst in be roering, en dat was wel de ergste tegen valler. We waren zelf door alle eeuwen heen gewend, vrouwenhaters met alle blijken van verrukking en heftige be langstelling tegemoet te komen, maar omgekeerd bleek de ontvangst veel min der enthousiast te zijn. Een mannen- haatster laat men met 'n soort van meesmuilend ontzag aan 'r lot overl Nu vinden wij zelf de vogelverschrik- sters uit deze periode belachelijker dan den meest sarcastischen mannelijken tijd genoot. Maar de gerijpte vrucht van al dat gekrijt en oogengebliksem, geëisch en gedemonstreer: de meerdere zelf standigheid en "t hooger aanzien van de vrouw in wetenschappelijke en zaken- kringen, plukken we met al de beza digde behaaglijkheid van menschen, die ergens eerlijk, maar zonder moeite aan komen. Dit is er toch wel uit dien tijd overgebleven, en zóó zijn de vooruit strevende en conservatieve denkwijzen tegenwoordig in evenwicht gekomen, dat ons modern ideaal is: zakelijk en vlot, en toch vrouwelijk te zijn. Het prijs geven van onze innerlijke en uiterlijke vrouwelijkheid hebben we als een fout leeren inzien, maar over 'n gebrek aan helder inzicht en redeneerkunst zouden we ons nu toch bijna even diep scha men als over 'n vormlooze jurk vol vlekken of 'n paar afgetrapte schoenen. Zooveel is er toch wel blijven hangen van de vrouwelijke eerzuaht-epidemie. En de mannen hebben zich óók aan gepast aan de eenmaal tot rust geko men nieuwe opvattingen, die in hun tegenwoordigen vorm wel blijvend be loven te zijn. De lieve, domme vrouw is voor eeuwig en altijd uit de mode ge werkt, en zal er nooit meer inkomen, ook zelfs niet al» reactie op een tijd perk van savantes! En de woorden van waardeering, die ze nu gewillig en zelfs geestdriftig overhebben voor de knap pe, vlotte, succesvolle studentjes en veelzijdig actieve jonge vrouwen, knoo- pen we ijverig in onze ooren en ver geten daarbij soms wéér de eenig nood zakelijke voorwaarde voor die waar deering: een onverwrongen vrouwelijk heid; vergeten, hoe belachelijk en on sympathiek onze voorgangsters waren in dat korte tijdperk, toen haar dat ééne ontbrak. En zoo zou soms hier en daar één van ons nog weer eens dezelfde fout begaan, die onze tantes en oud tantes indertijd „gezamenlijk en in ver- eeniging" begingen. Uiterlijk is er weinig gevaar voor. Iedere pientere vrouw, zelfs al heeft ze nog zoo'n druk leven,_ strijkt genoeg op uit tijdschriften, foto's en gesprekken, om het steeds scherper omlijnd vrouwe lijk ideaal van den nieuwsten tijd te leeren kennen: een uitstekend ver zorgd uiterlijk, smaakvolle, beschaafde harmonie in kleeding, en dat niet alleen buiten, maar ook tijdens haar werktijd. Afet de zeldzame energie, die het aan genaam bewustzijn van eigen veelzijdig heid haar kan bijbrengen, verwisselt ze haar practische, aantrekkelijke werk plunje, om 'n vermoeienden dag met onverminderd goed humeur te gaan beëindigen in schouwburg of dancing altijd even vlot en verzorgd. Neen, 't gevaar voor fouten ligt meer innerlijk! 'n Man stelt er een eer in, in zijn werkuren zooveel mogelijk te prestee- ren en zich met uitsluiting van al 't andere te concentreeren op zijn bezig heden; maar met evenveel animo schudt hij ze krachtig van zich af, begeerig alle problemen te vergeten, 'n gewoon hui selijk mensch te zijn en over allerlei onderwerpen te praten behalve juist z'n zaken. De geleerdste mannen en ijve rigste werkers zijn in hun vrijen tijd dik wijls 't kinderlijkst-onbevangen en uit gelaten, en doen 't minst vermoeden, welk zwaar werk van vérstrekkende beteekenis ze enkele uren geleden te verrichten hadden. Maar met typisch vrouwelijke overdrij ving meenen wij, dat onze gewichtige persoonlijkheid van werkende, vooruit strevende vrouw niet voldoende tot haar recht komt, wanneer we er niet op alle tijden en plaatsen de aandacht op ves tigen, discreet, maar toch doelbewust. Ernst en zakelijkheid worden bij 'n vrouw maar al te licht een blijvende pose, die ze niet weet af te leggen met haar werkpakje, en die smakeloos con trasteert met haar teere, fleurige uit- gaansverschijning. We zijn maar al te gauw bereid, onze arbeidsuren in ons privaat-leven te brengen. Wanneer we ons werk verstaan en beheerschen, heb ben we er behoefte aan, dat door ieder een te doen opmerken, en vergeten, dat anderen, en mannen in 't bijzonder, dat heel goed zien, zonder dat we 't hun in stampen. Ze weten ons in onze rede lijkheid en doorzicht uitstekend te on derscheiden van de vrouwen waar-niet- mee-te-praten-valt en die géén man in den tegenwoordigen tijd nog voor oogen zien kan, .Onverschillig hoe'n lieftalligen aanblik zé overigens ook biedt. Maar wat hij in gezamenlijke ontspannings uren 't meest in ons blijft waardeeren, is onze vrouwelijkheid. En deze eigen schap doet niet af aan zijn appreciatie van onze capaciteiten of talenten. In tegendeel, het overtuigt hem steeds meer van het gewichtig feit, dat een vrouw hersens en karakter kan hebben en toch een echte vrouw blijven! Veel bonter maken 't echter dikwijls nog de jonge moderne huisvrouwen, al klinkt dat misschien in 't eerst onge loof elijk! Maar sinds huishouding en alle aanverwante kundigheden als 'n re actie op 't overdreven meisjes-gestu- deer meer dan ooit in de mode zijn ge komen, maar nu op geheel nieuwe, meer wetenschappelijke leest geschoeid (met voedingsleer, paedagogie en heel den verderen nasleep), is er ook 'n heel nieuw type van huisvrouwen opgestaan. Deze vervelen eeuwig en altijd iedereen met hun hoogst belangwekkend model huishouden. Ze sleuren dit als 't ware overal rond, maar niet op de zeurige linnenkast- en kersenjam-manier van de vroegere sloofjes, die toch nog haar charme had, neen, ze spreken er over, of 't een fabriek is, met de scherpe oogen en de koudie, zakelijke stem van den organisator van 't grootbedrijf. Ze snerpen over vitamines en koolhydra ten, dragen witte operateurs-jassen, die je onpasselijk maken van vlekkeloos heid, hebben nooit schilderachtige pech- jes en humoristische complicaties, alles van puur overleg en zakelijk inzicht en.... zijn zóó onverwoestbaar en on geneeslijk prozaïsch, dat ik geloof, dat 'n man 't eer met ieder ander denk baar soort vrouw zou uithouden dan met dit type! Practisch doorzicht en rustig organi satie-talent zijn van onschatbare waar de in 't huishoudelijk bestuur, maar laat ze in 's hemelsnaam niet in ons ge zicht gebeten en gekerfd staan. Laat onzen glimlach en onzen zachten blik er niet onder lijden! Laten we zakelijk werken, maar nooit of te nimmer zake lijk kijken! 't Is nergens voor noodig en 't staat ons niet; ons gezicht is er niet op gemaakt. En de eigenschap zakelijk heid wordt heusch wel in ons ontdekt en geapprecieerd, zonder dat we er ons als 't ware mee behoeven te beschilde ren, en ons zelf tot een leeliike, in één expressie versteende karakterpop be hoeven te maken! MACHTELD Smockwerk fs en blijft 'n aardige gar neering. Vooral op eenvoudige kinder jurkjes voldoet zij bijzonder goed. On ze illustratie geeft U er een voorbeeld van. Wij dachten dit aardige jurkje in blauwe wollen stof. Het smockwerk ter hoogte van de armsgaten en aan de pols met licht grijs borduurkatoen aan gebracht, Een rond kraagje, versierd Fig- I geeft aan hoe het te smocken gedeelte der stof in vakjes moet wor den verdeeld en ingerimpeld. i' -li het voorbeeld van twee verschillende smocksteken. De bovenste steek is wel de eenvou digste, de onderste, welke een ietsje bewerkelijker is, zal echter beter vol doen. l»i&X met een smal grijs lintje en een bijbe- hoorend broekje voltooien het geheel. Voor lezeressen, die de smocktech- nlek niet kennen of wel haar vergeten zijn, teekenden wij Fig. I en Fig. II. Voor smockwerk gebruike men vrij dik borduurkatoen en een naald van gemiddeld* grootte. MARGUERITE. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het numrner van bet gewenschte model duidelijk op te geven aan: „Het Patronen-Kantoor" Post bus 10, 1. Haarlem, onder bijvoeging van bet bepaalde bedrag in postzegels. Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van het patroon. PRIJZEN A 9 11.25. A 8 f 1.25 A 7 I 1.25 DER PATRONEN: anemoon* No. 7 A. Mantelpakje van fantasiestof, gegarneerd met bont; de mantel heeft 'n opgezet schouderstukje. Aan den voor kant loopen vanaf het schouderstukje, twee biais, die opgestikt zijn tot aan «ie ceintuur. Het onderste lipje wordt op den zak vastgemaakt met knoop en knoopsgat. De ceintuur kan dan door het open gedeelte gehaald worden. On de mou wen komt eveneens 'n los linie, met 'n knoop vastgemaakt. De rok heeft recht onder de biais van den mantel 'n platte plooi. Dit costuum- pje, hoog gesloten, staat bijzonder goed. No. 8. A. Is gemaakt van velours de laine. De kleur beige, gegarneerd met don kerbruin bont, voldoet hiervoor zeer. De mantel valt nauw. Aan den onderkant komen twee apart tusschengezette biais van dezelfde stof, aan den voorkant loopen de lipjes over het bont. en vor men zoo de sluiting. De mouwen zijn op dezelfde manier gegarneerd. De rok is recht en nauw. Wil men de mantelcostuumpies lang in het voorjaai blijven doordragen, dan kunnen ze ook zonder bontgarneering gemaakt worden. No. 9. A. Is gemaakt van fantasiestof. De mantel is eenigszins oo zij geslo ten met een rij knoopen. De kraag kan hoog gesloten worden; ook de rok wordt gesloten met een rij knoopen, recht onder de sluiting van den mantel, zoodat het één geheel vormt. De stukjes aan de mouwen ziin aange knipt. Metalen knoopen voor garneering is zeer nieuw, en voor dit costuumpje ook bijzonder geschikt. ANEMOON. Er is geen ding, waar de heel ouder- wetsche, ietwat al te degelijke vrouwen vinniger tegen gekant warén en zijn, dan tegen poeder, dat ze nooit erg best wisten te onderscheiden van „blanket sel" en dat ze veroordeelden als 't top punt van ijdelheid en wereldschen geest! En toch 'n matig gebruik van poe der is onontbeerlijk, niet alleen voor een bekoorlijk, maar zelfs voor 'n goed verzorgd uiterlijk, 'n Glimmende huid, veroorzaakt door zeep, warmte of vet tigheid, is erg onaesthetisch «n dan ook werkelijk onvergeeflijk, daar het zoo gemakkelijk te verhelpen is. Met deze onontbeerlijke poeders moe ten we echter erg voorzichtig zijn. Niet tegenstaande 't nauwe verband, dat sommigen willen zien tusschen poeder en ijdele leeghoofdigheid, is er juist 'n flinke mate verstand noodig, om goed met poeder te kunnen omgaan! Onverbeterlijke nufjes kunnen er zich hopeloos belachelijk mee maken, door 's morgens om 'n uur of tien rond te wandelen met 'n kalkwitten neus (die soms paarsig doorschemert van de kou), terwijl vrouwen met 'n beetje meer hersens en schoonheidsgevoel er voor tachtig procent haar onveranderlijk ver zorgd voorkomen aan danken. Bij 't ochtendtoilet dadelijk poeder aan te brengen, is onzinnig, en voor ver reweg de meeste vrouwen overbodig. Er kunnen soms heele dagen komen, dat we er in 't geheel geen gebruik van hoeven te maken. Vergeten we het niet: poeder dient uitsluitend ter oogenblik- klijke verfraaiing, niet ter blijvende ver zorging van de teint, en is in zich eer schadelijk dan weldadig, zoodat we er geen ruimer gebruik van moeten maken, dan strikt noodig is. Wanneer we een bezoek gaan afleggen, of naar 'n concert of schouwburg moeten, is 't tijd genoeg om ons eens zorgvuldig te gaan poede ren; in den huiselijken kring is 'n enkel vleugje langs neus en kin voldoende, om er altijd frisch en aantrekkelijk uit te zien. Het soort poeder, dat wij kiezen, en de wijze, waarop wij het aanbrengen, is van veel belang, wanneer we de geva ren, die aan 't goedje verbonden kun nen zijn, in aanmerking nemen. Daar over een volgende maal! EVA. Onlangs hoorde ik iemand zeggen'. „Och jullie met die muziek voor kin deren altijd, kinderen hebben immers geen begrip van muziek." En ik dacht: „Stellig heeft die iemand geen gevoel voor muziek of hij heeft nooit gezien de stralende gezichtjes van onze kleinen, wanneer zij tonen ontlok ken aan piano of orgel en heeft hij hen ooit goed aangekeken, wanneer zij lui steren naar werkelijk goede muziek? En ontgaat hem ook de gevoelvolle uitdruk king van het kindergelaat, wanneer het kind een liedje zingt, dat hem lief is? Over 't algemeen vergeet men, hoeveel muzikaal gevoel zelfs een klein kind in zich heeft. Ik ben geneigd te zeggen, dat de muzikale opvoeding van een kind reeds kan beginnen in de wieg. Trouwens onbewust geschiedt dit reeds, want welke moeder heeft niet aan het wiegje gezeten, een slaapliedje voor haar lieveling gezongen? Wat heeft Fröbel, toen hij zijn bekende Mutter- und Kosenlieder dichtte, toch goed be grepen, dat een kind van nature muzikaal is! En let eens op een kind, dat in pret tige stemming is, begint te zingen, het geen vooral dikwijls gebeurt, wanneer het 's avonds te bed is. In zich zelf begint het dan te neuriën, of tracht bekende liedjes te zingen. Is het kind wat ouder (dit hangt na tuurlijk heelemaal af van zijn bevatte lijkheid op dit gebied, maar als maatr staf is wel aan te nemen de drie-jarige leeftijd), dan neemt moeder of vader het naast zich bij de piano en speelt een liedje, dat al gauw door het kind wordt medegezongen. En zoo oud behoeft het kind nog niet te zijn geworden: als het reeds aan zijn innigen wensch heeft ge volg gegeven om ook eens met zijn handje op de toetsen te slaan, zooals bij het heeft zien doen. Want het is niet alleen de beweging, die hem aantrekt, maar ook de gevolgen van deze bewe ging. „Het kind maakt muziek." Naast de vreugde aan de muziek, ge niet het kind ook van rythme. Met ge voel hiervoor gaat fn den regel vooral. Kinderen doen niets liever, dan op de maat der muzielc marcheeren. Maar ook het rythme van een dansje heeft voor hen een eigenaardige bekoring. Natuurlijk zijn er kinderen, die weinig maatgevoel hebben, doch er zullen er slechts zeer weinigen zijn, bij wie bij eenige oefening, niets te bereiken valt. Wij moeten geen gelegenheid laten voorbijgaan, om bij onze kinderen den bodem voor te bereiden, waarop later zonde muziek gedijen kan: „Muziek ontsluit voor ons de kinderziel ©n ver- wekt een sterk gemeenschapsgevoel. Laten wij dus van haar hooge roeping doordrongen zijn." Een groote bekoring met een gevoel van êemeenschap gaat uit, van het te zamen niet kinderen muziek maken, waarbij dan eenvoudige muziekinstrumen ten gebezigd kunnen worden. Het spelen op kinderinstrumenten is niet nieuw. Joseph Haydn, de groote kindervriend, wiens muziek ons dikwijls kinderlijk.biijde in de ooren klinkt, heeft eens een symphonie met gebruik van kin- derinstrumenten geschreven. In deze symphonie worden talrijke instrumenten bespeeld, die weliswaar den kindleren veel vreugde verschaffen, maar die overigens van weinig invloed zijn op de ontwikkeling van het muzikaal gevoel. Hiervoor kunnen vooral dienen: trom mels, bekkens, tambourijn, triangel, klok kenspel en castagnetten. Deze instrumenten te laten bespelen ter begeleiding van goede pianomuziek, leert de kinderen maatgevoel niet alleen, doch bij eenige oefening ontdekken zij vanzelf, Wanneer hun instrument het best meeklinkt. Aan ons de keuze van het muziek stuk; wij moeten den kinderen slechts de middelen geven, waardoor hun aanleg zich in de juiste richting kan ontwikke len. Men bedenke, dat alleen het beste voor onze kinderen goed genoeg is, ook in de muziek. JACOBS. VII. DE VERZORGING VAN DEN MOND. Vooral bij ernstige zieken is de ver zorging van den mond een belangrijke factor. Iedereen, die wel eens met koorts te bed heeft gelegen, weet dus uit on dervinding (is zij niet de beste leer meesteres?), hoe onaangenaam en afmat tend 't is, dat gevoel van droogte in den mond. Door te snelle ademhaling en door de verhoogde temperatuur hebben zij voortdurend dat zeer onaangename gevoel en is 't dus te begrijpen, welk een ontspanning het geeft, wanneer de mond niet alleen frisch, maar goed ver zorgd wordt gehouden. Wanneer 't rei nigen van den mond wordt verwaarloosd, wordt de tong hard en houtig en kan 't voedsel niet verwerkt worden en wordt 't slikken bemoeilijkt. De mond zal dan tevens slijm af gaan scheiden de droge lippen krijgen „korsten" en „kloven" en kunnen bij lange yer- waarloozing zelfs „bloederig" worden. Dan kan zich op tong, lippen en tan den een beslag vormen, dat er roest kleurig uitziet, waardoor zweertjes kunnen ontstaan. En zelfs in de erge gevallen (laat 't nooit zoover komen!) kan er een ontsteking van de oorspeek selklieren ontstaan. Ja, zelfs midden oorontsteking. Ook kan zich op 't wangslijmvlies en het verhemelte een witte laag vormen (spruw d.i. een schimmel, die zich hecht in 't slijmvlies). Ook deze spruw geeft vaak aanleiding tot zweren en maakt 't opnemen van voedsel tot iets zeer pijn lijks. Voor 't schoonhouden van den mond bestaan allerlei middeltjes; b.v. borax (1 theelepel op een glas water), glyceri- ne met water, boorwater ,een slappe op lossing van permanganas kalicus, en tot besluit gewoon lauw water (gekookt). Voor gebarsten lippen kan men ge bruiken: cacaoboter of ongezouten boter (smelt een stukje boter in water) Is de boter weder gestold, dan is 't zout in 't water aanwezig. En deze ongezouten bo ter is een eenvoudig goedkoop middel. Maar al deze middeltjes moeten niet noodig zijn, en men kan dit bereiken, door den mond van af 't begin der ziek te goed te onderhouden: Laat den patiënt wanneer bij er zelf toe in staat is, tan- denborstelen (geen maagpatiënten) en voor en na voedselgebruik en voor 't slapen gaan nog éénmaal poetsen en spoelen Kan dé zieke 't niet zelf, kom dan te hulp, borstel héél voorzichtig en zacht, steun 't hoofd bij 't spoelen. Be veilig dekens en laken door onder de kin den badhanddoek te leggen en ge bruik een oud bakje van steen of ge ëmailleerd „nierbekkentje" (bij den dro gist verkrijgbaar), om 't water na 't spoe len uit te spuwen. Is de patiënt te ziek of te lusteloos, veeg dan met een schoon gaasje, gedraaid om den tanden borstel; pincet, in 't uiterste geval om een uiterst goed schoon geborstelden vinger, de mondholte voorzichtig uit. Heeft uw patiënt neiging tot bijten, ge bruik dan nooit uw vinger! Ook wordt gemakkelijk „spruw" ver wijderd door de mondholte flink uit te vegen en veel te laten naspoelen met lauw water. U ziet uit bovenstaande, dat, els we er gauw bij ziin, er veel onaangenaam» kan voorkomen worden èn voor U èn vooral voor den u toevertrouwden zie- kc CORMA v. T LAM-TEEPE. EENIGE RECEPTEN VOOR KOUDE WINTERDAGEN. De maand Januari is in het land! We weten maar al te goed, dat het dan koud kan zijn. Maar hoe verschil lend kan die koude nog zijn: door een vriezende lucht met een vriendelijke zon, die iedereen naar buiten lokt, om een wandeling te maken, om, zooals men het uitdrukt ,,'n frisschen neus te halen", ol ook door een vochtige, intens kille lucht, waarachter de zon zich voortdurend verscholen houdt. De menschen weren zich tegen deze koude door dikke kleeding, dikke hand schoenen, slobkousen of sokjes en dikke dassen, waar men tot aan den neus in zit. En al deze verweermiddelen helpen nog niets, als men geen voeding kiest, waarvan we innerlijk veel warmte krijgen! Een paar van onze „echte winter- gerechten" zijn wel de erwten- en boonen soepen, bruine boonen met spek en uien! Dezen keer wil ik mij speciaal bepalen tot de „boonen-gerechten". Velen beseffen niet, welk een groote en rijke waarde boonen en erwten in onze voeding vertegenwoordigen! Niet alleen bevatten ze veel meelstoffen, de voedingsstof, die ons onze werkkracht geeft, ook bevatten ze veel eiwit en celstof. Eiwit is die stof in onze levens middelen, die het duurste is. De ver schillende vleeschsoorten en visschen geven veel eiwit, maar we weten ook allen, dat juist die levensmiddelen het duurste zijn! De boonen en erwten be vatten minstens evenveel eiwit. En als we dan den prijs van laatst genoemde levensmiddelen vergelijken met vleesch of visch de meeste visschen dan kunnen we ze niet genoeg waardeeren. Zelfs de schilletjes van boonen en erwten zijn nuttig voor het bevorderen van de spijsvertering. Bedenken we daarbij, dat we de onontbeerlijke vitaminen niet behoeven te missen, dan zijn deze levens middelen niet hoog genoeg te prijzen! Boonen en erwten worden meest klaar gemaakt in combinatie met spek of vet varkensvleesch. Dit vet geeft veel warmte aan het lichaam. Daarom zijn deze gerechten zoo bijzonder aan te bevelen voor koude winterdagen. In verband hiermee laat ik een paar recepten volgen: ERWTENSOEP (6 k 8 personen). 1 Pond groene erwten of spliterwten of parelerwten. 4 L. water. 1 Varkensknie of -poot. 250 Gram versche worst. 2 Preien. Selderij-groen 1 Selderij-knol Peterselie Zout Bereiding: Wasch de erwten en laat ze een nacht in water weeken. Breng ze den vol genden dag met het weekwater aan de kook, onder af en toe roeren. Maak de prei schoon en snijd ze in dunne plak jes; snijd den selderij-knol in plakken, schil ze dik en snijd ze tot dobbel steentjes; wasch het selderij-groen en snijd of hak dit fijn. Voeg dit alles bij de erwten. Wasch het varkensvleesch, zout het en kook het mee Laat de soep eenige uren zachtjes koken .Roer voor al af en tos in de soep, omdat de zwaardere erwten en het vleesch op den bodem der pan zakken en gemak kelijk kunnen aanbranden. Wasch en prik de worstjes en laat deze de laatste drie-kwart uur meekoken. Voeg, zoo noodig, nog zout toe en maak de »oep af met de gewasschen en fijn gesneden pieterselie. N. B. In plaats van varkensvleesch kan men ook spek nemen, dit in dobbel, steentjes snijden en in de soep gaar laten koken. BRUINE-BOONENSOEP (3 4 pers.) 4 kopjes gekookte bruine boonen, dat zijn 2 kopjes rauwe 1)4 Liter boonennat 35 Gram bloem 40 Gram vet van jus of margarine. 1 Ui Een restje bruin van jut )4 Pond vet spek. Bereiding: Snipper de ui niet te grof; fruit ze met die bloem in 't vet mooi goud-bruin van kleur, zonder ze te branden. Voeg dan roerende de boonen met het nat toe; eveneens het gewasschen en in dobbel steentjes gesneden spek. Laat de soep 'n half uur doorkoken. Druk de boonen tegen den kant der pan stuk en maak de soep op smaak af met bruin van jus en zoo noodig zout, CATHARINA. ^***w*it***Y** 01 N Benoodigd 3)4 el gestreept flanel van 70 c.M. breed, 8 parelmoeren knoopen. Alvorens dit hansopje te knippen, meet ge eerst even of uw kleine jongen een heupwijdte heeft van pl.m. 72 c.M., terwijl de lengte vanaf den schouder tot den enkel gi.meten pl.m. 90 c.M. moet bedragen. Hebt ge het patroon volgens de aan gegeven maten gekuipt. dan legt ge het zóó op de stof, dat de mouwtjes naast elkaar, de groote broekpanden onder elkaar, en dan naast het voorpand de rug geknipt kan worden. Onder aan den rug wordt een 3 c.M, breede zoom inge maakt, zoo ook de overslag aan de beide kanten midden-voor. Dan kunt ge de zij- en schoudernaadjes met een platten naad verbinden. Vervolgens maakt ge de broeksplitten in, waartoe ge aan den achterkant een stukje tegen-, en aan den voorkant een stukje aanstikt, terwijl beide, na afwerking, 2 c.M. breed moeten zijn. Nu kunt ge ook den achternaad en het stukje van den voornaad tot aan den overslag met een platten naad dichtstikken. Op gelijke wijze werkt ge ook den kruisnaad af, er voor zorgend, dat voor- en achternaad in elkaar over gaan. De pijpjes, onderaan, werkt ge af met een breede bies, welke men 36 c. M. lang. en 12 c.M. breed knipt De bies wordt aan- en overgestikt, waarna deze, naar den bovenkant toe, om wordt geslagen. Achter tegen den bovenkant van de broek wordt een rechte bies ge stikt, welke, na afwerking, 3 c.M. breed is, en waarin men 4 knoopsgaten maakt. I Het kraagje knipt men 32 c.M. lang en 18 c.M. breed; de zijkantjes naait men dicht, waarna het manchetje opgezet moet worden. Hiertoe wordt de mouw onderaan iets ingerimpeld. Het man chetje knipt men 22 c. M. lang en 10 c.M. breed. Men stikt bet dicht; de naad van 't manchetje komt op den naad van het mouwtje, terwijl het manchetje dan opgestikt en overgezoomd wordt. Voor het inzetten der mouwtjes neemt ge dien naad van het mouwtje pl.m. 3 c.M. meer naar voren, dan de zijnaad van het han sopje let goed op rechter- en linker mouw! waarna ge het instikt, en het mouwtje op het hansopje wordt over gestikt. In den rechterkant van het split, midden-voor, worden de knoopsgaten gewerkt, terwijl links de knoopen wor den aangezet Voorzeker een heel werk het maken van zoo'n hansopje, maar dat hebt ge toch wel over voor uw kleinen boy?, DINXs Ai.'Sfti&kSSlï*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 8