Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Landbouw en Visscherij
Een diner ten Hove.
Groot bezoek verwacht.
De uitvoerverboden voor
huiden en beenderen.
Het spoorwegongeluk
bij Rijswijk.
Bijeenkomst der R. K.
Indischgasten.
Gevangcnisarbeid.
De Nederlandsche nijverheid
ten achter gesteld?
DE BRUTALE INBRAAK
WAS MET DE UITERSTE
ZORGEN VOORBEREID.
Wat aan den diefstal van
40.000 vooraf moet zijn
gegaan.
FINANCIËN.
De 6 pCt. Staatsleening 1923 B.
De herdenking van den 2Ssten
verjaardag van het overlijden
van Mgr. Dr. Schaepman.
Hoeveel vee en landbouw
producten voerde Nederland
uit in 1927?
He land bouwtractor gebruikers
en de motor- en rijwielwet.
Een prestatie.
EEN MOORD
OP KLAARLICHTEN DAG
OP HET KONINGSPLEIN
TE AMSTERDAM.
Een Italiaan schiet een meisje
neer en poogt zich daarna
te zelfmoorden.
Hij had drie millioen drachmen
ten nadeele van de Grieksche
regeering verduisterd.
Zij ranselden hun eigen
vriend af.
Door een olifant verpletterd.
Omdat het portier openstond.
Sensationeele bevrijding van
een arrestant.
In verband met de opleiding van Prinses
Juliana aan 's Rijks Universiteit te Leiden.
Gisterenavond werd ten Hovc een feest-
disch gegeven, die verband hield met de
opleiding van Prinses Juliana aan 's Rijks
Universiteit te Leiden.
Met H. M. de Koningin, Z. K. H. de
Prins en H. K. H. Prinses Juliana namen
hieraan een 45-tal genoodigden uit Harer
Majesteit's Hofhouding, hoogleeraren en da
mes en heeren uit de kringen der Leidsche
Studentenvereenigingen deel.
Het diner had plaats in de Groote Zaal
en de bloemversiering der tafel vertoonde
de kleuren der Leidsche Universiteit, blauw
en wit, door een rangschikking, in verguld
zilveren bloembakjes, van witte seringen en
blauw lint.
De Kon. Militaire Kapel voerde, onder
leiding van haren directeur, len luitenant
Boer, een muziekprogramma uit en be
geleidde eenige tafelzangen.
De vostelijke personen begaven zich aan
lafel onder de tonen van den marsch der
l.eidsche Studentenvereeniging tot vrijwillige
oefening in den wapenhandel ,,Pro Patria
welke marsch destijds gecomponeerd werd
door den heer A. Grentzius. kapelmeester
van het 4e regiment infanterie te Leiden.
O.a.namen aan den maaltijd deel jhr. mr.
dr. de Gyselaar, voorzitter van het college
van curatoren der Rijksuniversiteit te Lei
den; prof. dr. Wensinck, rector-magnificus
dier Universiteit; prof. dr. Muller, oud-
lioogleeraar der Leidsche Universiteit; de
professoren dr. Kristensen, mr. Van Vollen
hoven, jhr. mr. dr. van Kysinga, mr. de Blé-
court, dr. Huizinga, dr. Verwey, allen hoog-
Iceraren aan de Rijksuniversiteit te Leiden;
prof. dr. Verrijn Stuart, hoogleeraar aan de
Nederlandsche Handelshoogeschool te Rot
terdam; mej. dr, Serrurier, privaat-docente
aan de Rijksuniversiteit te Leiden (bij deze
hoogleeraren en genoemde privaat-docente
volgt prinses Juliana de colleges of heeft ze
gevolgd).
Voorts: het bestuur van de Vereeniging
van Vrouwelijke Studenten te Leiden: mej.
Bosman, praeses; mej. Benthem Sypkens,
quaetrik; mej. A. O. James, ab-actis I en
mej. Merens, assessor; de noviaatscommissie
van de Ver. van Vrouwelijke Studenten te
Leiden: mej. Tjeenk Willink, praeses; mej.
van den Brandhof, ab-actis; mej. de Graeff,
quaestrix; mej. A. M. James, assessor en
mej. Heerkens Thyssen, assessor.
Verder waren genoodigd mej. Michelin,
jönkvrouwe de Brauw en mej. Rooseboom,
studie-vriendinnen van de Prinses en ten
slotte het Collegium Civitatis Academicae
I.ugduni Batavorum Supremum, bestaande
uit de heeren jhr. de Ranitz, praeses; Bier
man, ab-actis; Van der Valk, quaestor; Van
Marle, assessor I en Dresselhuys, assessor II.
Tijdens den maaltijd werd door een der
gasten het „lo Vivat" gezongen. En voorts
werd aan tafel nog gezongen het Corpslied
van de Vereeniging voor Vrouwelijke Stu
denten te Leiden.
Al» een aardige bijzonderheid zij nog ver
meldt, dat ijs werd opgediend in nougat-
bakje», naar het model van het bekende
kookpotje of keteltje, dat na het opbreken
van het beleg van Leiden achtergelaten ge
vonden werd in het kamp der Spanjaarden
en dat zich thans bevindt in het Museum
de Lakenhal te Leiden.
Na tafel begaven de vorstelijke perso
nen en hun gevolg zich naar een andere
zaal en daar werden door den heer Cor
van der Lutft Melsert en mevrouw van der
Lugt Melsertvan Ees eenige voordrachten
gehouden en wel van „de Gewichtige Rol",
"Het Vrouwelijk Studentje" en „Vrede
Thuis".
Gedurende de soirée, die dezer dagen te
Paleize plaats had, hebben zoowel de Ko
ningin als de Koningin-Moeder, Prinses Ju
liana en Prins Hendrik, met het dagelijksch
bestuur van den Nederlandschen Journa
listenkring gesproken over het te verwach
ten bezoek van zeer vele buitenlandse!'e
journalisten aan ons land, gedurende de
Olympische Spelen.
De vorstelijke personen bleken er ten
hoogste prijs op te stellen, dat de bui
tenlandsche pers een zoo goed mogelijken
indruk van land en volk zou krijgen.
De Koningin informeerde naar de stap
pen, die daaromtrent reeds waren gedaan
en de bestuursleden van den Kring kon
den de verzekering geven, dat verschil
lende gemeentebesturen (Amsterdam, Den
Haag, Rotterdam, Utrecht) benevens tal
van bekende vereenigingen en personen,
zich bereid hebben verklaard de buiten-
landsche journalisten te ontvangen en met
verschillende deelen van het Nederlandsche
volksleven in aanraking te brengen.
,,Het Vad." verneemt in verband hier
mede nog, dat de regeering zeer vermoe
delijk aan den Ned. Journalistenkring een
bescheiden subsidie voor de ontvangst zal
toekennen en ook op andere wijze van haar
belangstelling voor het bezoek der bui-
tcnlandsche pers zal doen blijken.
Ministerieel antwoord op de vragen van
mr. Kortenhorst.
Op de vragen van den heer Kortenhorst
betreflende mededeeling van de resultaten
van de 23ste zitting van het Economisch Vol
kenbondscomité te Genève ter zake van de
uitvoerverboden voor huiden en beenderen
en mededeeling van de instructie, waarvan
de deskundige der Nederlandsche Regeering
in die vergadering was voorzien, heeft de
heer Beelaerts van Blokland, Minister van
Buitenlandsche Zaken, het Volgende geant
woord:
1. Ter griffie van de tweede Kamer is
neergelegd een exemplaar van het rapport
van het Economisch Comité van den Volken
bond over zijn 23ste zitting, waarin op pag. 5
verslag wordt gedaan omtrent de bespreking
nopens den uitvoer van huiden en beenderen.
Tevens is ter griffie neergelegd het proces
verbaal van bedoelde bespreking en het door
den Nederlandschen deskundige r. Posthu-
ma aan den Minister van Buitenlandsche
Zaken uitgebrachte rapport. _weli] uit de
overgelegde stukken moge blijken, is het de
bedoeling dat de gehouden bespreking zal
■worden voortgezet in een bijeenkomst in
Maart a.s. te Genève van vertegenwoordi
gers van de betrokken Regeeringen.
2. Aangezien dr. Posthuma de bedoelde
besprekingen heeft bijgewoond als deskundi
ge van bet Economisch Comité en met als
vertegenwoordiger der Regeering, 'a.g het
niet op den weg van de Regeering bem van
instructies te voorzien. De RegeeruiR heeft
evenwel den heer Posthuma doen blijken van
haar wensch, dat hij zou bevorderen, dat aan
de geldende verboden en belemmeringen ten
spoedigste een einde zou komen, of z°° dit
niet mogelijk mocht blijken, er naar zou
streven, dat die belemmeringen binnen kor
ten termijn tot zoo gering mogelijke propor
ties zouden worden teruggebracht.
In hooger beroep tegen de straffen.
De directie van de Ned. Spoorwegen
heeft, zooals men weet, naar aanleiding
van het spoorwegongeluk bij Rijswijk de
volgende straffen opgelegd: De wagen
voerder die dienst deed op den electri-
schen trein Den HaagDelft, is terugge
steld tot wagenlichter te Leidschendam; de
seinhuiswachter, die dienst deed op het
seinhuis aan de Vaillantlaan en vergat den
wissel om te leggen, werd teruggesteld tot
arbeider, en van den dienstdoenden chef,
die lastgeving tot voorbijrijden van onvei
lig sein gaf, werd een halve maand salaris
ingehouden.
Naar de „N.R.C." verneemt zijn zij alle
drie in hooger beroep gegaan bij 't scheids
gerecht der Ned. Spoorwegen.
Men verzoekt ons te willen mededeelen,
dat de eerstvolgende bijeenkomst van R. K.
Indischgasten, Oud Indischgasten en hen,
die zich binnenkort in Indië denken te ves
tigen, zal plaats hebben op Woensdag 25
Januari a.s, in „Huize Voorhout" aan het
Lange Voorhout No. 19 te den Haag, des
avonds om 8 uur. Zij, die deze bijeenkomst
wenschen bij te wonen, kunnen zich in ver
binding stellen met het „Katholiek Indisch
Bureau" de Carpentierstraat 153 te den
Haag.
Een inter-departementale commissie,
commissie.
Naar het „Hbld." verneemt zal een inter
departementale commissie worden ingesteld,
welke zal hebben "a te éaan< het rende
ment van den gevangenisarbeid, in verband
met de reclasseering en de economie, wel
zoo hoog mogelijk is. De instelling dezer
commissie, werd reeds voorbereid, voordat
het Kamerlid dr. Möller zijn schriftelijke
vragen over dit onderwerp had ingediend.
Door het Eerste Kamerlid Polak zijn de
volgende vragen gericht tot den minister van
Oorlog en van Marine a. i.
Heeft de minister kennis genomen van het
verslag eener redevoering, te Amsterdam ge
houden door den heer A. Fokker, voorko
mende in het „Handelsblad" van 18 Januari
j.l. waarin de volgende passage voorkomt:
„Wij willen ons bepalen tot de opmerking, die
hij (d.i. de heer Fokker) maakte over de
kortzichtigheid van de politiek, die liever
enorme bedragen voor licenties betaalt aan
het buitenland dan Nederlandsche vliegtuig
bouwers in de gelegenheid te stellen nieuwe,
aan speciale defensie-eischen voldoende ty
pen te bouwen, die ook buiten Nederland en
Indië een markt zouden vinden."
Kan de minister mededeelen, wat precies
de heer Fokker bedoelde, bijzonderlijk, of
inderdaad in het buitenland voor het ge
noemde doel aanzienlijke bedragen worden
besteed, die aan de Nederlandsche nijverheid
ten goede hadden kunnen komen?
aan het werk der Katholieke emancipatie
in Nederland.
Wij eeren de mannen en vrouwen, <8e met
de hun toevertrouwde genade gewerkt en
gewoekerd hebben ter eere Gods, ten dien
ste van Zijn Kerk.
Geen hunner willen wij buiten onze bede
sluiten, maar het oogenblik der geschiedenis
vraagt van ons een stonde van eerbied voor
de nagedachtenis van Dr. Schaepman,
De Aartsbisschop van Utrecht bracht hem
in naam van Katholiek Nederland de laatste
daad der christelijke naastenliefde in de
Heilige Mis der overledenen. Met deze ge
beden vereenigd, vouwen ook wij de han
den en smeeken voor dezen dienaar God's:
Pie Jesu Domine, dona ei requiem.
Vervolgens sprak mr. dr. van der Grin
ten, die mgr. Schaepman herdacht als
staatkundig leider.
Voor onze Katholieken, aldus spr., is
Schaepman nog iets meer dan een politicus
in grooten stijl. Hij heeft, zooals Kolkman
het uitdrukt, de Katholieken „ontbolsterd
Hij beeft politiek besef gewekt en de Katho
lieken gemaakt tot een politieke persoon
lijkheid. Hij was een forsch figuur de stu
wende kracht, geroepen om de baan vrij te
maken voor de werkers, die na hem zou
den komen.
De man, die noodig was, kwam, toen de
tijden rijp waren, als een gave Gods.
Wat Schaepman eens van Nuyens zei:
„Niet voor de wetenschap heeft hij gear
beid, maar voor de schare geldt niet min
der voor Schaepman zelf.
Het nageslacht, dat de vruchten plukt
van Schaepman's staatkundigen arbeid, past
het dank en hulde te brengen voor hetgeen
hij heeft tot stand gebracht.
Dr. J. Hoogveld besprak herinneringen
aan Januari 1903, den dood van mgr.
Schaepman.
Na deze zitting van den senaat der Uni
versiteit werd een vergadering belegd door
de R. K. Kiesvereeniging „Recht voor
Allen".
Daar hield prof. dr. J. A. J. Barge een
rede over de cultureele beteekems der
R. K. Staatspartij.
in het eerste gedeelte zijner rede schet
ste spr. de groote cultureele beteekems der
R. K. beteekenis der R. K, Staatspartij en
vervolgde dan aldus:
Indien waarlijk onze Katholieke Staats
partij voor ons en naar onze vaste en heilige
overtuiging ook voor onze niet-kathölieke
landgenooter groote cultureele^ beteekenis
heeft, wat moet dan de houding van ons,
Katholieken, jegens deze Staatspartij zijn?
Ik wil, aldus spr, niet probeeren hier alles
op te sommen wat als antwoord op deze
vraag te zeggen ware. Ik wil mij beperken
en mij hiertoe bepalen: Wij moeten haar
schenken wij haar ook onzen steun, den
Schenken wij haar ons vertrouwen, maar
schenken wij haar ook ozen steun, den
steun van onze belangstelling, den steun
van onze geestdrift, den steun van onze per
soonlijke activiteit, den steun van onze cri-
tiek als het moet wezen, maar bovenal ge
ven wij haar den steun waarom zij in het
bijzonder vraagt. En zij vraagt thans, met
luide stem.
En als ik, aldus spreker getracht heb in
deze toespraak in groote en grove trekken
voor u uiteen te zetten wat onze Katholieke
Staatspartij voor ons beteekent, wanneer
ik gepoogd heb uwe liefde en uwe geestdrift
aan te wakkeren, dan heb ik dit bovenal
gedaan om u thans des te overtuigender te
kunnen opwekken tot het schenken van uw
steun aan het Partijbureau, dat gesticht gaat
worden, van welk bureau spr. het groot nut
aantoonde.
Spr. eindigde met een in memoriam dr.
Schaepman.
Verzorgen, koesteren, voeden wij vooral
de R. K. Staatspartij en laat elk van ons op
de plaats, waar hij gesteld is naar de mate
van zijn gaven en zijn krachten daaraan
medewerken.
Doen wij, aldus eindigde spreker, dit in
den waarachtig cultureelen geest van
Schaepman, door onzen arbeid op het ter
rein der politiek, maar ook daar buiten,
zoodat eenmaal óók van ons getuigd mag
worden dat wij de beteekenis van ons leven
hebben gezocht in de verwezenlijking van
één zaak die wij hooger achtten dan ons-
zelve, in het beleven van een heilig onaan
tastbaar beginsel.
De Minister van Financiën maakt bekend,
dat op 1 April 1928 worden aflosbaar ge
steld alle niet-uitgelote schuldbekentenissen
der 6 pet, Staatsleening 1923 B.
Deze schuldbekentenissen zijn van 1 April
1928 af betaalbaar: te Amsterdam: ten kan
tore van de Nederlandsche Bank; te Rotter
dam: bij de Bijbank van de Nederlandsche
Bank en te 's-Gravenhage: bij het agent
schap van de Nederlandsche Bank.
De inlevering dezer stukken moet ge-
schieden op nummerlijsten, waarvan formu
lieren bij de genoemde kantoren kosteloos
verkrijgbaar worden gesteld.
Tentoonstelling en een bijeenkomst
te Nijmegen.
Te Nijmegen is ter gelegenheid van de
herdenking van den 25sten verjaardag van
het overlijden van mgr. dr. Schaepman, in
een der zalen van de Openbare Leeszaal
op R. K. grondslag een tentoonstelling ge
opend1, die een goeden indruk geeft van den
omvangrijken arbeid, welken mgr. Schaep
man verricht heeft.
In tegenwoordigheid van vele genoodig
den is deze tentoonstelling gistermiddag
geopend met een inleidende rede van den
voorzitter der leeszaal, prof. mr. v. dl Hey-
den.
De tentoonstelling zal gedurende 14 dagen
geopend blijven.
Een herdenkingsavond.
In de kleine concertzaal van „De Ver
eeniging" heeft de Keizer Karei Universiteit
gisteravond een academische herdenkings
zitting gehouden.
Ze werd] bijgewoond door den bisschop
van 's Hertogenbosch, mgr. Diepen, Verder
waren aanwezig de burgemeester van Nij
megen en de geheele senaat.
De zaal was tot de uiterste hoeken met
eeP_ voornaam gezelschap bezet.
Na een inleidend woord van den rector-
magnificus dr. Jac. van Ginneken S. J.
werd het woord verleend aan de sprekers.
Dr. Huijbers schilderdie in een gloed
volle rede de kracht die van mgr. Schaep
man is uitgegaan voor de emancipatie van
Nederlands Katholieken. Spr. beschouwde
dit in velerlei opzicht.
Schaepman is op alle terreinen een stu
wende macht geweest, hij heeft daarvan de
heerlijke vruchten nog mogen zien.
Schaepman's arbeid voor de Katholieke
universiteit moest echter, aldus spr., nog
beperkt blijven tot de geduldige, verbeiden
de voorbereiding.
Hij heeft alleen het Beloofde Land ge
zien: Het daghet in den Oosten; anders
spreken, kon hij nog niet.
Voor ons is het dag geworden: wij hebben
onze vrije universiteit.
Nog niet de dag van de stralende zon
weliswaar, ons Beloofde Land is nog niet
een land van melk en honig, de honig blijft
nog schaarsch, wij moeten het dikwijls nog
doen met de degelijke melk alleen, maar het
is dag geworden.
Vergeleken bij het begin van de negen
tiende eeuw overstemt onze dankbaarheid
alles in deze ure van herdenking.
Wij danken de Goddelijke Voorzienigheid
voor de talenten en karakters geschonken
PUZZLE.AFORUKKEM gratis op aanvrage
iHZEnDlMGVOORJ5FEQR.A.s. mmn
kon.zeepfabrieken de duif,
v.n.CHR.PLEIHES.Afo.PuzzL£s dehdolder
zeeppoepep/vetlooomeel- duifzeep
Een overzicht.
Traditiegetrouw publiceert het Centraal
Bureau voor de Statistiek ook thans weer de
totaalcijfers van den uitvoer van Neder-
landsch vee- en landbouwproducten in 1927,
Voor wie deze cijfers aandachtig beziet, be
vat de publicatie belangrijke mededeelingen.
Wat betreft den uitvoer van paarden valt
voor het algeloopen jaar op te merken, dat
het aantal oudere paarden aanmerkelijk
grooter is geweest dan in het voorafgaande.
Deze dieren gingen in hoofdzaak naar
Duitschland, n.l. van totaal 6700 stuks, 4200
stuks, zoodat de uitvoer naar dat land weer
naar omstandigheden redelijk mag worden
genoemd.
Ook was een ander goede afnemer Zwit
serland met 1188 stuks. Veel minder bevre
digend was de export van jongere paarden.
Deze bedroeg toch in totaal slechts 4900
stuks of ongeveer 2000 stuks minder dan in
1926.
In 1927 is de uitvoer van runderen zeer
belangrijk geweest, zoowel wat betreft het
totaal aantal, als het aantal landen waar
afzet werd gevonden. In totaal toch werden
39.600 stuks uitgevoerd naar 24 landen. De
voornaamste afnemers hiervan echter waren
België, Spanje, Italië en Frankrijk met resp.
22.000, 8800, 4200 en 1800 stuks.
Varkens hadden ook belangrijk grooteren
buitenlandschen afzet dan het jaar tevoren
en bedroeg het totaal nu 89.400 stuks, waar
van Frankrijk ongeveer de helft betrok, n.l.
44.800 stuks.
Wel was de uitvoer van schapen aanmer
kelijk grooter dan in 1926, maar daartegen
over was die van lammeren veel geringer,
zoodat het totaal dezer groep bij dat van
het vorige jaar ten achter bleef. Nu toch
was de export 10.000 schapen en 300 lam
meren, tegen 1926 resp. 7000 en 7000.
Levend pluimvee had veel" grooteren uit
voer dan het jaar tevoren en bedroeg
2.830.000 stuks tegen 1.940.000 stuks in 1926.
Ook van dit grootere aantal bleef Duitsch
land verreweg de grootste afnemer en be
trok 2.650.000 stuks, terwijl naar Engeland
minder gingen dan het jaar tevoren.
Eveneens hadden geslachte hoenders
grooteren buitenlandschen afzet. Hiervan be
trok Engeland 100 ton en Duitschland 500
ton meer dan in 1926, zoodat de totale ex
port ruim 600 ton meer bedroeg, n.l. 2276
ton tegen 1633 ton; onze Oostelijke buren
namen 1435 ton en Engeland 800 ton af.
In het afgeloopen jaar was de uitvoer van
boter naar vrijwel alle landen ongeveer even
groot als het vorig jaar, zoodat de meerdere
export van ruim 2 mill. K.G. geheel naar
Duitschland plaats vond. De totaal uitge
voerde hoeveelheid bedroeg bijna 48 mill.
K.G., waarvan onze Oostelijke buren 35/4
K.G. betrokken, terwijl verder Engeland 8/4
mill. K.G. afnam en de overige 4 mill. K.G.
in 57 landen voor meer of minder groote
hoeveelheden een afzetgebied vond.
De export van kaas heeft dit jaar den toch
reeds zeer grooten uitvoer van het vorige
jaar belangrijk overschreden. In totaal toch
uerd ru'™ 97 mill. K.G. geëxporteerd,
waarvan Duitschland, België, Engeland en
Frankrijk resp. 4554, 1454, 11 en 10 mill.
K..G. betrokken.
Van deze totale hoeveelheid was 39 mill.
K.G. Goudsche, 4154 mill. K.G. Edammer, 10
mill. K.G. behoorende tot de groep andere
harde kaas en 6 mill. K.G. tot de zachte
kaas.
De uitvoer van versche eieren neemt elk
jaar toe. Wel is Duitschland. verreweg dc
grootste afnemer en is naar dat land de
grootere export het grootst, maar ook an
dere landen nemen toch langzamerhand
reeds belangrijke hoeveelheden af.
Dit jaar zijn totaal 64 mill, kg. eieren uit
gevoerd, W)arX?;n 4514 mill, naar Duitsch
land en 1654 mill, kg. naar Engeland.
Van de zaaigranen hadden tarwe en have**
geringeren, rogge en gerst grooteren uitvoer
dan in 1926, terwijl van de niet-zaaigranen
gerst en haver grooteren en tarwe en rogge
minder grooten export hebben.
Dit jaar bleef van erwten de export weer
iets bij dien van het vorige jaar ten achter,
terwijl die van boonen een weinig grooter
was.
Van de handelszaden vond slechts karwij-
zaad iets grooteren buitenlandschen afzet
dan in 1926, alhoewel toch de Vereenigde
Staten iets minder betrokken.
In de maand December is de export van
aardappelen weer vrij minimaal geweest.
Ook voor het jaar 1927 was hij minder
groot dan in 1926, n.l. totaal 445 mill. kg.
tegen 492 mill. kg. in het jaar tevoren.
Duitschland nam ongeveer 25.000 ton meer
af, maar Engeland, België, en Frankrijk ble
ven resp. 42.000, 20.000 en 6000 ton bij de
afneming van 1926 ten achter. Bovendien
bleven nog enkele andere landen beneden
den invoer uit ons land van het jaar tevoren.
Pootaardappelen daartegen wezen een
grooteren export van bijna 9 mill, kg. aan,
zoodat bijna 17 mill. kg. ons land verlieten,
voornamelijk naar onze Zuidelijke en Oos
telijke buren, resp. 10 en 454 mill. kg.
Van de suikerbieten waren de totale uit-
voercijfers ongeveer even groot als het jaar
te voren; eigenlijk was de eenige verande
ring te bespeuren in den uitvoer naar België
en Frankrijk, daar nl. eerstgenoemd land iets
minder en laatstgenoemd iets meer betrok.
Suiker, waarvan in het voorafgaande jaar
ruim 315 mill, kg werd geëxporteerd, vond
dit jaar evenals stroocarton in bijna
alle landen minder grooten afzet.
Een adres aan den Minister
van Waterstaat,
De vereeniging van (landbouw-) tractor-
^furuikers in Nederland, heeft naar het
"Hold." verneemt, aan den Minister van
Waterstaat een adres gezonden, waaraan
"et volgende ontleend is:
"De op 1 November j.l. in werking ge-
'reden Motor- en Rijwielwet bevat geheel
nieuwe bepalingen omtrent het rijbewijs.
ar onze tractors ook motorrijtuigen zijn,
ln den zin der wet, zullen onze arbeiders,
wanneer zij op den openbaren weg een
"actor besturen, ook voorzien moeten zijn
van een voor de wet geldig rijbewijs. Om
uit te verkrijgen moet men de in de wet
kenocmJe voorschriften opvolgen, zooals
1° s. doktersonderzoek en rijproef. Dit
zal voor den landbouwer moeilijkheden met
tuch brengen, b. v, het afleggen van een
langen afstand vóór men op de plaats is,
waar de rijproef moet plaats vinden. Ook
e .foto's en het doktersonderzoek zal
moeilijkheden voor ons opleveren, speciaal
Wa' betreft het financieel gedeelte.
Al deze bezwaren zouden zijn vervallen,
wanneer onze arbeiders-tractorbestuurders,
vrijtfesteld waren van het verplichte rijbe
wijs. De geringe snelheid van onze tractors
is oorzaak, dat wij over vrijstelling durven
spreken. Met deze vrijstelling zouaen twee
umgen bereikt worden, en wel de volgende:
Wij landbouwers zouden ontslagen
Ijl Lau veel ongemak. i
tt- De veiligheid van het verkeer zou er
pr gebaat zijn.
j,^_efreffende punt II de volgende toelich-
Het verplichte rijbewijs met zijne bepa-
jmgen betreffende de verkrijging er van is
bedoeld voor het besturen van snelrijdende
motorrijtuigen, en zal zeer zeker de veilig.
n T.an hef verkeer vergrooten.
Ue rijbewijzen afgegeven aan onze knechts,
oa een proef met hun tractor, kunnen het
gevaar op de wegen vergrooten, want het
wn ons voorkomen, dat een landarbeider-
tractorbestuurder dus in het bezit van
flet voorgeschreven rijbewijs óók ge-
rf.f t,fid zal zijn, op grond van datzelfde
r>) ®Wijs( een snelrijdend motorrijtuig te
D "uren. In vrijwel alle gevallen zal hij
J*a*jIn geen voldoende vaardigheid bezitten,
?us een gevaar kunnen zijn voor andere
webgebruikers.
°°r het besturen van onze tractors, met
un geringe snelheid van maximaal 6 K. M.
F r u.Ur, 2UUen onze arbeiders voldoende
v ardigkeij bezitten, daar er van hun rij-
v aardigheid op het land véél meer gevraagd
wprdt, <Jan op den weg en zijn zij, wanneer
Z1J op Jen openbaren weg den tractor be-
s "ren, ruimschoots voor hun taak be
rekend.
~e snelheid van onze machine is zóó g«-
r-ywat o.i. een rijbewijs, zooals dit voor
"esturen van het snelrijdende motorrij-
Ht ^evraagd wordt, geheel overbodig
llet bovenstaande is voor ons aanleiding,
te verzoeken, uwe medewerking te ver
menen, om voor onze landarbeiders-trac-
jorbestuurders vrijstelling van het verplich"
y rijbewijs te verkrijgen, of wel het Y°'"
oende te doen zijn, een diploma of iets
uergelijks, afgegeven door een landbouw-
maatschappij of onze vereeniging, in hun
taezij- te hebben Het zal dan voor onze ar
beiders onmogelijk zijn om zonder vol
doende vaardigheid doch me een a'£Y"
meen rijbewijs een snelrijdend motorrijtuig
te besturen,
De plundering van den juwelierswinkel
te Rotterdam,
Omtrent den brutalen inbraak in den
juwelierswinkel van den heer A. Siebel
Jr. aan den Binnenweg te Rotterdam hebben
wij reed's enkele mededeelingen gedaan.
Bijzonder brutale individuen schijnen aan
het werk te zijn geweest, immers de ge
raffineerde voorbereiding van den slag, dien
zij sloegen, getuigt er van.
Zondagmiddag omstreeks vier uur 's mid
dags is de filiaalhouder met zijn vrouw en
zijn kind de stad in gegaan en toen te half
zes een oude dame, die op de tweede étage
boven den winkel woont, zich naar de kerk
wilde begeven, ontdekte zij zij moet om
op straat te kunnen komen, den winkel
door dat in den winkel alles was over
hoop gehaald. Op den grond lage platgetrap
te ringen en sieraden, de vitrines en de
étalage waren totaal leeggehaald. De vrouw
waarschuwde onmiddellijk de politie en
het dlaarop ingestelde onderzoek wees uit,
dat men hier te doen had met een zoo
zorgvuldig voorbereide inbraak, als men
weinig of nooit aantreft. In het kantoor
achter den winkel werd een groot gat ont
dekt, dat in een 30 c.M. dikke muur was
gebeiteld en waardoor de dader van een
opslagplaats van balen meel van den naast
aangelegen bakkerij uit in het winkelpand
van den juwelier zijn gekomen. In den op
slag van balen hebben de inbrekers een
ruimte vrij gemaakt, zoodat zij daar rustig
en beschut konden werken. Ook hebben ze
een gat gemaakt in een een-steens muur,
waardoor zij bij een trap kwamen, welke
naar een sigarenmakerij leidt.
Zondagmiddag hebben ze hun laatste
werk verricht en zij zijn in den juweliers
winkel gekomen, waar zij voor een waarde
van 40.000 hebben gestolen.
Uit de kassa is een bedrag van 300
aan geldstukken ontvreemd. Tusschen vier
uur en half zes moet zich alles hebben af
gespeeld, want toen de oude dame door
den winkel kwam, was van de daders geen
spoor meer te bekennen.
Uit de sigarenmakerij is niets gestolen.
Vermoed wordt, dat de inbrekers zich ln
de bakkerij hebben laten insluiten en dat
zij verscheiden Zaterdagavonden achtereen
daar geweest zijn, teneinde hun voorbe
reidingen te treffen, totdat gistermiddag
de groote slag geslagen werd. Zij hebben
den winkel weer verlaten door het gat in
het kantoor en de bakkerij door een met
een Lipsslot gesloten achterdeur.
Een uitgebreid onderzoek naar cDe daders
wordt ingesteld.
Ter reede van Soerabaja is aangekomen
het motorschoenertje „Kalapa", van de
Handelmij. „Kalapa" te Merauke, Het
scheepje meet 12 ton en is bemand door
den 3den stuurman van de Mij. „Nederland",
V aiboer en eenige inlandsche matrozen
meldt de „N. S. Ct."
De „Kalapa" is een motorbootje, dat
door de eigenaars bedoeld was voor de
kustvaart in NieuwGuinea, doch voor het
doel te klein blijkt, daar het slechts een
laadvermogen heelt van 100 ton.
Het scheepje is 15 meter lang cn foopt
slechts drie mijl per uur. Erg prettig is de
reis van Merauke niet geweest; o. a. ont
stond in volle zee, gedurende den nacht
een lek dat eerst den volgenden morgen
ontdekt werd.
Het scheepje ligt thans in de Kalimas,
vanwaar het over drie of vier dagen, na
het innemen van olie en water, en na
eenige kleine» reparaties, weer vertrekt.
Op klaarlichten dag, gistermiddag om
streeks half vier, heeft zich de brug van
het Koningsplein te Amsterdam tegenover
den Heiligeweg in enkele oogenblikken een
vreeselijk drama afgespeeld.
Naar verschillende personen verklaren
stonden op dat oogenblik een jongeman en
een twintigjarig meisje op de brug te praten.
Daar hun woordenwisseling in 't geheel niet
heftig was en niets er op duidde dat de
jongeman en het meisje twist hadden, sloe
gen de voorbijgangers geen aandacht op het
gevaar.
Plotseling echter haalde de man uit zijn
jaszak een revolver te voorschijn en loste
daarmee twee schoten op het meisje, dat
zich omwendde en blijkbaar vluchten wilde,
in den rechter bovenarm. Onmiddellijk
daarop, nog vóór omstanders dit hadden
kunnen verhinderen, loste de man een
tweede schot, dat ditmaal beter doel trof
en het meisje deed ineenzakken.
Daarna keerde de dader het wapen tegen
zich zelf. Een derde schot klonk en de man
stortte eveneens neer. IJlings toegeschoten
politieagenten hielden de groote menigte
die zich onmiddellijk op de plek des onheils
had verzamed, op een afstand en belastten
zich met het transport van de beide licha
men naar het Politiebureau aan den Singel,
dat zich in de onmiddellijke nabijheid be
vindt.
Toen zij er binnengedragen werd, leefde
het meisje nog. De tweede kogel bleek
haar in den rug, vlak onder het rechter
schouderblad te zijn gedrongen en den long
top te hebben doorboord. Zij gaf eenig bloed
op en overleed na enkele minuten, zonder
nog tot het bewustzijn te zijn teruggekeerd.
De naam van het vermoorde meisje, dat in
De Nes woonde en zonder beroep was, luid
de Truus Glabbeek.
De dader, een vier- en twintigjarige Itali-
aansche beeldenmaker, genaamd Nardi Do-
menico die eveneenns in De Nes woonde,
bleek geen letsel bekomen, maar door de
hevige emotie het bewustzijn verloren te
hebben.
Men moest er voorloopig van af zien hem
aan een verhoor te onderwerpen.
Omtrent de motieven, die de man voor
zijn daad heeft gehad, tast men nog in het
duister. De op hem bevonden papieren
geven daaromtrent geen opheldering. Ver
moed wordt echter, dat men hier met een
liefdes-historie te doen heeft.
De politie heeft de zaak verder in onder
zoek.
Bij zijn arrestatie was er nog over de
som van.28.
Reeds deelden wij het een en ander
mede aangaande de arrestatie van een
Grieksch zeeofficier, die ten nadeele van
de Grieksche regeering geld had verduis
terd. Nader wordt thans nog gemeld, dat
de aangehoudene in zijn functie o.a. belast
was me# het uitbetalen van soldij aan
manschappen tffer Grieksche vloot. Voor
dit doel stelde de Regeering van zijn land
hem geregeld sommen gelds ter hand.
Eenige weken geleden was dat ook ge
schied. Het bedrag was toen 3.000.000
drachmen groot (de laatste niet-officieele
noteering van 31 December is 100 drach
men 3.30), zoodat de som in Neder-
landsch geld een kleine 100.000 verte
genwoordigt.
Dit geld heeft de zee-officier echter niet
aan de manschappen uitgekeerd, doch hij
heeft er het land mede verlaten.
Nu vermoedde de Atheensche politie,
dat de vluchteling naar Nederland was uit
geweken. Zij nam in verband daarmee
haar maatregelen. Zij zond een inspecteur
van haar corps naar ons land. De Griek
'begon zijn onderzoek in Den Haag en hij
ontdekte, dat de officier inderdaad in de
residentie verblijf had gehouden, maar de
gezochte was, vóór de politie tot arresta
tie kon overgaan, naar Rotterdam vertrok
ken. Hij is daar waarschijnlijk maar heel
De boerenknecht G. G. uit de buurtschap
Esveld te Barneveld heeft verkeering met
een meisje uit de buurtschap Essen, hetgeen
bij de jongelingschap in laatstgenoemd
buurtschap blijkbaar in hevige mate de ja-
louzie heeft opgewekt. Dezer dagen toen
G. zijn meisje wilde thuis brengen, sprong
eensklaps een van een knuppel voorziene
jongen uit de struiken te voorschijn en
sloeg G. hiermede op het hoofd. De aan- kort geweest. Na Rotterdam vestigde hij
gevallene liet zich niet ongestraft mishan- zich in de hoofdstad. De Grieksche in
specteur die inmiddels de medewerking
had verkregen van een Rotterdamsche re
chercheur, reisde den vluchteling achterna.
In de hoofdstad stelden de Grieksche en
de Rotterdamsche politiemannen zich in
verbinding met den vreemdelingendienst
van de Centrale recherche. Zaterdagavond
dus vond men den officier in de kamer,
welke hij'sinds kort had gehuurd. De po
litie geleidde hem naar het hoofdbureau,
waar het onderzoek is voortgezet.
De Grieksche rechercheur herkende ln
den aangehoudene den vluchteling, die
trouwens een volledige bekentenis aflegde.
De officier bleek in het bezit te zijn van
nog slechts 28. Hij zeide het overige
geld te hebben gebruikt om oude schul
den af te lossen.
Hij zal worden vastgehouden totdat een
verzoek tot uitlevering is ontvangen.
Mocht dat niet spoedig afkomen, dan zal
hij over de grens worden gezet als vreem
deling zonder behoorlijke papieren. Hij is
in het bezit van een valsche pas.
De aangehoudene te ongeveer 30 jaar
oud. De Grieksche politie vermoedde, dat
hij van plan was om van Nederland uit
naar Zuid-Amerika te vertrekken.
In verband daarmee was groote spoed
achter het opsporingswerk gezet.
delen, sloeg op. den aanvaller toe, ontrukte
hem den knuppel en sloeg hem er mede
tegen den grond: Deze begon nu erbarme
lijk te gillen, waarop plotseling een aantal,
eveneens met knuppels gewapende jongelui
uit de struiken sprongen om hun vriend
(den aanvaller) te hulp te komen, Iemand op
den grond ziende liggen, meenden zij allen
dat het de boerenknecht G. was en
sloegen hem bont en blauw. Eindelijk be-
u10/ f.n z'' z'' kun eigen vriend aan
het afranselen waren. G. had inmiddels de
plaat gepoetst met het meisj'e.
In de buurt van Takengon (in de Alaslan-
den), klaagde de bevolking er over, dat een
eenzame mannetjes olifant, waarschijnlijk
een uitgestootene, zich in den omtrek op
hield en buitengewoon woest was.
Een officier en drie maréchaussees trok
ken er op uit en na lang zoeken werd het
spoor van den olifant gevonden. Toen het
dier zelf ontdekt was, zag men met welk
een groot exemplaar van het mannelijk ge
slacht te doen te hebben met één slagtand.
Voorzichtig werd toen het dier met een
grooten boog omsingeld.
Een van de militairen, den Ambonees
Kollewai, waagde zich op enkele meters
achter het beest en zocht juist een goede
kwetsbare plek, om zijn doodelijk schot té
lossen, toen de olifant zich omkeerde, op
den militair afvloog en voordat deze' tijd
had om te vluchten ol te schieten werd hij
door den kolossus verpletterd. Zijn kame
raden snelden toe en vonden slechts het
opengescheurde, ontzielde lichaam van den
soldaat.
defender*1
Gisteren hebben de inzittenden van den
forenzentrein, welke te 8.34 aan het C. S. te
Amsterdam uit het Gooi aankomt, gecon
stateerd, dat de trein bij de brug over het
Merwedekanaal plotseling remde. De oor
zaak hiervan was, dat de blokhuiswachter
liet sein gaf tot stoppen, daar bij het vorige
blok was waargenomen, dat een portier
openstond. Het is gebleken, dat er geen
ongeluk is gebeurd,
Te Sneek werd Zaterdagavond, naar de
„Tel." meldt, de 62-jarige D. O. ter
van openbare dronkenschap door de politie
aangehouden, waartegen hij zich met ge
weld verzette. In den nacht d. a. v. dron
gen vier personen o.w. twee zoons van O.,
het politiebureau binnen, waar toen slechts
één agent aanwezig was. Men viel dezen
aan en verwondde hem vrij ernstig. Tijdens
de worsteling begaf een der zoons zich naar
3e cel, waar zijn vader zat en bevrijdde
dezen. De agent trok daarop zijn revolver
en loste twee schoten, wat niet verhinderde,
dat de aanvallers verdwenen. Op weg naar
huis ontmotten zij twee agenten per rij
wiel. Er ontstond een gevecht, waarbij we
der verschillende revolverschoten vielen.
Opnieuw wisten de mannen echter te ont
komen. Zondagmorgen zijn de vier mannen
echter door de politie aangehouden en ge
vankelijk naar Leeuwarden overgebracht; j