Binnenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. Landbouw en Visscherij Een diner ten Hove. Groot bezoek verwacht. De uitvoerverboden voor huiden en beenderen. Het spoorwegongeluk bij Rijswijk. Bijeenkomst der R. K. Indischgasten. Gevangcnisarbeid. De Nederlandsche nijverheid ten achter gesteld? DE BRUTALE INBRAAK WAS MET DE UITERSTE ZORGEN VOORBEREID. Wat aan den diefstal van 40.000 vooraf moet zijn gegaan. FINANCIËN. De 6 pCt. Staatsleening 1923 B. De herdenking van den 2Ssten verjaardag van het overlijden van Mgr. Dr. Schaepman. Hoeveel vee en landbouw producten voerde Nederland uit in 1927? He land bouwtractor gebruikers en de motor- en rijwielwet. Een prestatie. EEN MOORD OP KLAARLICHTEN DAG OP HET KONINGSPLEIN TE AMSTERDAM. Een Italiaan schiet een meisje neer en poogt zich daarna te zelfmoorden. Hij had drie millioen drachmen ten nadeele van de Grieksche regeering verduisterd. Zij ranselden hun eigen vriend af. Door een olifant verpletterd. Omdat het portier openstond. Sensationeele bevrijding van een arrestant. In verband met de opleiding van Prinses Juliana aan 's Rijks Universiteit te Leiden. Gisterenavond werd ten Hovc een feest- disch gegeven, die verband hield met de opleiding van Prinses Juliana aan 's Rijks Universiteit te Leiden. Met H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en H. K. H. Prinses Juliana namen hieraan een 45-tal genoodigden uit Harer Majesteit's Hofhouding, hoogleeraren en da mes en heeren uit de kringen der Leidsche Studentenvereenigingen deel. Het diner had plaats in de Groote Zaal en de bloemversiering der tafel vertoonde de kleuren der Leidsche Universiteit, blauw en wit, door een rangschikking, in verguld zilveren bloembakjes, van witte seringen en blauw lint. De Kon. Militaire Kapel voerde, onder leiding van haren directeur, len luitenant Boer, een muziekprogramma uit en be geleidde eenige tafelzangen. De vostelijke personen begaven zich aan lafel onder de tonen van den marsch der l.eidsche Studentenvereeniging tot vrijwillige oefening in den wapenhandel ,,Pro Patria welke marsch destijds gecomponeerd werd door den heer A. Grentzius. kapelmeester van het 4e regiment infanterie te Leiden. O.a.namen aan den maaltijd deel jhr. mr. dr. de Gyselaar, voorzitter van het college van curatoren der Rijksuniversiteit te Lei den; prof. dr. Wensinck, rector-magnificus dier Universiteit; prof. dr. Muller, oud- lioogleeraar der Leidsche Universiteit; de professoren dr. Kristensen, mr. Van Vollen hoven, jhr. mr. dr. van Kysinga, mr. de Blé- court, dr. Huizinga, dr. Verwey, allen hoog- Iceraren aan de Rijksuniversiteit te Leiden; prof. dr. Verrijn Stuart, hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rot terdam; mej. dr, Serrurier, privaat-docente aan de Rijksuniversiteit te Leiden (bij deze hoogleeraren en genoemde privaat-docente volgt prinses Juliana de colleges of heeft ze gevolgd). Voorts: het bestuur van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden: mej. Bosman, praeses; mej. Benthem Sypkens, quaetrik; mej. A. O. James, ab-actis I en mej. Merens, assessor; de noviaatscommissie van de Ver. van Vrouwelijke Studenten te Leiden: mej. Tjeenk Willink, praeses; mej. van den Brandhof, ab-actis; mej. de Graeff, quaestrix; mej. A. M. James, assessor en mej. Heerkens Thyssen, assessor. Verder waren genoodigd mej. Michelin, jönkvrouwe de Brauw en mej. Rooseboom, studie-vriendinnen van de Prinses en ten slotte het Collegium Civitatis Academicae I.ugduni Batavorum Supremum, bestaande uit de heeren jhr. de Ranitz, praeses; Bier man, ab-actis; Van der Valk, quaestor; Van Marle, assessor I en Dresselhuys, assessor II. Tijdens den maaltijd werd door een der gasten het „lo Vivat" gezongen. En voorts werd aan tafel nog gezongen het Corpslied van de Vereeniging voor Vrouwelijke Stu denten te Leiden. Al» een aardige bijzonderheid zij nog ver meldt, dat ijs werd opgediend in nougat- bakje», naar het model van het bekende kookpotje of keteltje, dat na het opbreken van het beleg van Leiden achtergelaten ge vonden werd in het kamp der Spanjaarden en dat zich thans bevindt in het Museum de Lakenhal te Leiden. Na tafel begaven de vorstelijke perso nen en hun gevolg zich naar een andere zaal en daar werden door den heer Cor van der Lutft Melsert en mevrouw van der Lugt Melsertvan Ees eenige voordrachten gehouden en wel van „de Gewichtige Rol", "Het Vrouwelijk Studentje" en „Vrede Thuis". Gedurende de soirée, die dezer dagen te Paleize plaats had, hebben zoowel de Ko ningin als de Koningin-Moeder, Prinses Ju liana en Prins Hendrik, met het dagelijksch bestuur van den Nederlandschen Journa listenkring gesproken over het te verwach ten bezoek van zeer vele buitenlandse!'e journalisten aan ons land, gedurende de Olympische Spelen. De vorstelijke personen bleken er ten hoogste prijs op te stellen, dat de bui tenlandsche pers een zoo goed mogelijken indruk van land en volk zou krijgen. De Koningin informeerde naar de stap pen, die daaromtrent reeds waren gedaan en de bestuursleden van den Kring kon den de verzekering geven, dat verschil lende gemeentebesturen (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht) benevens tal van bekende vereenigingen en personen, zich bereid hebben verklaard de buiten- landsche journalisten te ontvangen en met verschillende deelen van het Nederlandsche volksleven in aanraking te brengen. ,,Het Vad." verneemt in verband hier mede nog, dat de regeering zeer vermoe delijk aan den Ned. Journalistenkring een bescheiden subsidie voor de ontvangst zal toekennen en ook op andere wijze van haar belangstelling voor het bezoek der bui- tcnlandsche pers zal doen blijken. Ministerieel antwoord op de vragen van mr. Kortenhorst. Op de vragen van den heer Kortenhorst betreflende mededeeling van de resultaten van de 23ste zitting van het Economisch Vol kenbondscomité te Genève ter zake van de uitvoerverboden voor huiden en beenderen en mededeeling van de instructie, waarvan de deskundige der Nederlandsche Regeering in die vergadering was voorzien, heeft de heer Beelaerts van Blokland, Minister van Buitenlandsche Zaken, het Volgende geant woord: 1. Ter griffie van de tweede Kamer is neergelegd een exemplaar van het rapport van het Economisch Comité van den Volken bond over zijn 23ste zitting, waarin op pag. 5 verslag wordt gedaan omtrent de bespreking nopens den uitvoer van huiden en beenderen. Tevens is ter griffie neergelegd het proces verbaal van bedoelde bespreking en het door den Nederlandschen deskundige r. Posthu- ma aan den Minister van Buitenlandsche Zaken uitgebrachte rapport. _weli] uit de overgelegde stukken moge blijken, is het de bedoeling dat de gehouden bespreking zal ■worden voortgezet in een bijeenkomst in Maart a.s. te Genève van vertegenwoordi gers van de betrokken Regeeringen. 2. Aangezien dr. Posthuma de bedoelde besprekingen heeft bijgewoond als deskundi ge van bet Economisch Comité en met als vertegenwoordiger der Regeering, 'a.g het niet op den weg van de Regeering bem van instructies te voorzien. De RegeeruiR heeft evenwel den heer Posthuma doen blijken van haar wensch, dat hij zou bevorderen, dat aan de geldende verboden en belemmeringen ten spoedigste een einde zou komen, of z°° dit niet mogelijk mocht blijken, er naar zou streven, dat die belemmeringen binnen kor ten termijn tot zoo gering mogelijke propor ties zouden worden teruggebracht. In hooger beroep tegen de straffen. De directie van de Ned. Spoorwegen heeft, zooals men weet, naar aanleiding van het spoorwegongeluk bij Rijswijk de volgende straffen opgelegd: De wagen voerder die dienst deed op den electri- schen trein Den HaagDelft, is terugge steld tot wagenlichter te Leidschendam; de seinhuiswachter, die dienst deed op het seinhuis aan de Vaillantlaan en vergat den wissel om te leggen, werd teruggesteld tot arbeider, en van den dienstdoenden chef, die lastgeving tot voorbijrijden van onvei lig sein gaf, werd een halve maand salaris ingehouden. Naar de „N.R.C." verneemt zijn zij alle drie in hooger beroep gegaan bij 't scheids gerecht der Ned. Spoorwegen. Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat de eerstvolgende bijeenkomst van R. K. Indischgasten, Oud Indischgasten en hen, die zich binnenkort in Indië denken te ves tigen, zal plaats hebben op Woensdag 25 Januari a.s, in „Huize Voorhout" aan het Lange Voorhout No. 19 te den Haag, des avonds om 8 uur. Zij, die deze bijeenkomst wenschen bij te wonen, kunnen zich in ver binding stellen met het „Katholiek Indisch Bureau" de Carpentierstraat 153 te den Haag. Een inter-departementale commissie, commissie. Naar het „Hbld." verneemt zal een inter departementale commissie worden ingesteld, welke zal hebben "a te éaan< het rende ment van den gevangenisarbeid, in verband met de reclasseering en de economie, wel zoo hoog mogelijk is. De instelling dezer commissie, werd reeds voorbereid, voordat het Kamerlid dr. Möller zijn schriftelijke vragen over dit onderwerp had ingediend. Door het Eerste Kamerlid Polak zijn de volgende vragen gericht tot den minister van Oorlog en van Marine a. i. Heeft de minister kennis genomen van het verslag eener redevoering, te Amsterdam ge houden door den heer A. Fokker, voorko mende in het „Handelsblad" van 18 Januari j.l. waarin de volgende passage voorkomt: „Wij willen ons bepalen tot de opmerking, die hij (d.i. de heer Fokker) maakte over de kortzichtigheid van de politiek, die liever enorme bedragen voor licenties betaalt aan het buitenland dan Nederlandsche vliegtuig bouwers in de gelegenheid te stellen nieuwe, aan speciale defensie-eischen voldoende ty pen te bouwen, die ook buiten Nederland en Indië een markt zouden vinden." Kan de minister mededeelen, wat precies de heer Fokker bedoelde, bijzonderlijk, of inderdaad in het buitenland voor het ge noemde doel aanzienlijke bedragen worden besteed, die aan de Nederlandsche nijverheid ten goede hadden kunnen komen? aan het werk der Katholieke emancipatie in Nederland. Wij eeren de mannen en vrouwen, <8e met de hun toevertrouwde genade gewerkt en gewoekerd hebben ter eere Gods, ten dien ste van Zijn Kerk. Geen hunner willen wij buiten onze bede sluiten, maar het oogenblik der geschiedenis vraagt van ons een stonde van eerbied voor de nagedachtenis van Dr. Schaepman, De Aartsbisschop van Utrecht bracht hem in naam van Katholiek Nederland de laatste daad der christelijke naastenliefde in de Heilige Mis der overledenen. Met deze ge beden vereenigd, vouwen ook wij de han den en smeeken voor dezen dienaar God's: Pie Jesu Domine, dona ei requiem. Vervolgens sprak mr. dr. van der Grin ten, die mgr. Schaepman herdacht als staatkundig leider. Voor onze Katholieken, aldus spr., is Schaepman nog iets meer dan een politicus in grooten stijl. Hij heeft, zooals Kolkman het uitdrukt, de Katholieken „ontbolsterd Hij beeft politiek besef gewekt en de Katho lieken gemaakt tot een politieke persoon lijkheid. Hij was een forsch figuur de stu wende kracht, geroepen om de baan vrij te maken voor de werkers, die na hem zou den komen. De man, die noodig was, kwam, toen de tijden rijp waren, als een gave Gods. Wat Schaepman eens van Nuyens zei: „Niet voor de wetenschap heeft hij gear beid, maar voor de schare geldt niet min der voor Schaepman zelf. Het nageslacht, dat de vruchten plukt van Schaepman's staatkundigen arbeid, past het dank en hulde te brengen voor hetgeen hij heeft tot stand gebracht. Dr. J. Hoogveld besprak herinneringen aan Januari 1903, den dood van mgr. Schaepman. Na deze zitting van den senaat der Uni versiteit werd een vergadering belegd door de R. K. Kiesvereeniging „Recht voor Allen". Daar hield prof. dr. J. A. J. Barge een rede over de cultureele beteekems der R. K. Staatspartij. in het eerste gedeelte zijner rede schet ste spr. de groote cultureele beteekems der R. K. beteekenis der R. K, Staatspartij en vervolgde dan aldus: Indien waarlijk onze Katholieke Staats partij voor ons en naar onze vaste en heilige overtuiging ook voor onze niet-kathölieke landgenooter groote cultureele^ beteekenis heeft, wat moet dan de houding van ons, Katholieken, jegens deze Staatspartij zijn? Ik wil, aldus spr, niet probeeren hier alles op te sommen wat als antwoord op deze vraag te zeggen ware. Ik wil mij beperken en mij hiertoe bepalen: Wij moeten haar schenken wij haar ook onzen steun, den Schenken wij haar ons vertrouwen, maar schenken wij haar ook ozen steun, den steun van onze belangstelling, den steun van onze geestdrift, den steun van onze per soonlijke activiteit, den steun van onze cri- tiek als het moet wezen, maar bovenal ge ven wij haar den steun waarom zij in het bijzonder vraagt. En zij vraagt thans, met luide stem. En als ik, aldus spreker getracht heb in deze toespraak in groote en grove trekken voor u uiteen te zetten wat onze Katholieke Staatspartij voor ons beteekent, wanneer ik gepoogd heb uwe liefde en uwe geestdrift aan te wakkeren, dan heb ik dit bovenal gedaan om u thans des te overtuigender te kunnen opwekken tot het schenken van uw steun aan het Partijbureau, dat gesticht gaat worden, van welk bureau spr. het groot nut aantoonde. Spr. eindigde met een in memoriam dr. Schaepman. Verzorgen, koesteren, voeden wij vooral de R. K. Staatspartij en laat elk van ons op de plaats, waar hij gesteld is naar de mate van zijn gaven en zijn krachten daaraan medewerken. Doen wij, aldus eindigde spreker, dit in den waarachtig cultureelen geest van Schaepman, door onzen arbeid op het ter rein der politiek, maar ook daar buiten, zoodat eenmaal óók van ons getuigd mag worden dat wij de beteekenis van ons leven hebben gezocht in de verwezenlijking van één zaak die wij hooger achtten dan ons- zelve, in het beleven van een heilig onaan tastbaar beginsel. De Minister van Financiën maakt bekend, dat op 1 April 1928 worden aflosbaar ge steld alle niet-uitgelote schuldbekentenissen der 6 pet, Staatsleening 1923 B. Deze schuldbekentenissen zijn van 1 April 1928 af betaalbaar: te Amsterdam: ten kan tore van de Nederlandsche Bank; te Rotter dam: bij de Bijbank van de Nederlandsche Bank en te 's-Gravenhage: bij het agent schap van de Nederlandsche Bank. De inlevering dezer stukken moet ge- schieden op nummerlijsten, waarvan formu lieren bij de genoemde kantoren kosteloos verkrijgbaar worden gesteld. Tentoonstelling en een bijeenkomst te Nijmegen. Te Nijmegen is ter gelegenheid van de herdenking van den 25sten verjaardag van het overlijden van mgr. dr. Schaepman, in een der zalen van de Openbare Leeszaal op R. K. grondslag een tentoonstelling ge opend1, die een goeden indruk geeft van den omvangrijken arbeid, welken mgr. Schaep man verricht heeft. In tegenwoordigheid van vele genoodig den is deze tentoonstelling gistermiddag geopend met een inleidende rede van den voorzitter der leeszaal, prof. mr. v. dl Hey- den. De tentoonstelling zal gedurende 14 dagen geopend blijven. Een herdenkingsavond. In de kleine concertzaal van „De Ver eeniging" heeft de Keizer Karei Universiteit gisteravond een academische herdenkings zitting gehouden. Ze werd] bijgewoond door den bisschop van 's Hertogenbosch, mgr. Diepen, Verder waren aanwezig de burgemeester van Nij megen en de geheele senaat. De zaal was tot de uiterste hoeken met eeP_ voornaam gezelschap bezet. Na een inleidend woord van den rector- magnificus dr. Jac. van Ginneken S. J. werd het woord verleend aan de sprekers. Dr. Huijbers schilderdie in een gloed volle rede de kracht die van mgr. Schaep man is uitgegaan voor de emancipatie van Nederlands Katholieken. Spr. beschouwde dit in velerlei opzicht. Schaepman is op alle terreinen een stu wende macht geweest, hij heeft daarvan de heerlijke vruchten nog mogen zien. Schaepman's arbeid voor de Katholieke universiteit moest echter, aldus spr., nog beperkt blijven tot de geduldige, verbeiden de voorbereiding. Hij heeft alleen het Beloofde Land ge zien: Het daghet in den Oosten; anders spreken, kon hij nog niet. Voor ons is het dag geworden: wij hebben onze vrije universiteit. Nog niet de dag van de stralende zon weliswaar, ons Beloofde Land is nog niet een land van melk en honig, de honig blijft nog schaarsch, wij moeten het dikwijls nog doen met de degelijke melk alleen, maar het is dag geworden. Vergeleken bij het begin van de negen tiende eeuw overstemt onze dankbaarheid alles in deze ure van herdenking. Wij danken de Goddelijke Voorzienigheid voor de talenten en karakters geschonken PUZZLE.AFORUKKEM gratis op aanvrage iHZEnDlMGVOORJ5FEQR.A.s. mmn kon.zeepfabrieken de duif, v.n.CHR.PLEIHES.Afo.PuzzL£s dehdolder zeeppoepep/vetlooomeel- duifzeep Een overzicht. Traditiegetrouw publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek ook thans weer de totaalcijfers van den uitvoer van Neder- landsch vee- en landbouwproducten in 1927, Voor wie deze cijfers aandachtig beziet, be vat de publicatie belangrijke mededeelingen. Wat betreft den uitvoer van paarden valt voor het algeloopen jaar op te merken, dat het aantal oudere paarden aanmerkelijk grooter is geweest dan in het voorafgaande. Deze dieren gingen in hoofdzaak naar Duitschland, n.l. van totaal 6700 stuks, 4200 stuks, zoodat de uitvoer naar dat land weer naar omstandigheden redelijk mag worden genoemd. Ook was een ander goede afnemer Zwit serland met 1188 stuks. Veel minder bevre digend was de export van jongere paarden. Deze bedroeg toch in totaal slechts 4900 stuks of ongeveer 2000 stuks minder dan in 1926. In 1927 is de uitvoer van runderen zeer belangrijk geweest, zoowel wat betreft het totaal aantal, als het aantal landen waar afzet werd gevonden. In totaal toch werden 39.600 stuks uitgevoerd naar 24 landen. De voornaamste afnemers hiervan echter waren België, Spanje, Italië en Frankrijk met resp. 22.000, 8800, 4200 en 1800 stuks. Varkens hadden ook belangrijk grooteren buitenlandschen afzet dan het jaar tevoren en bedroeg het totaal nu 89.400 stuks, waar van Frankrijk ongeveer de helft betrok, n.l. 44.800 stuks. Wel was de uitvoer van schapen aanmer kelijk grooter dan in 1926, maar daartegen over was die van lammeren veel geringer, zoodat het totaal dezer groep bij dat van het vorige jaar ten achter bleef. Nu toch was de export 10.000 schapen en 300 lam meren, tegen 1926 resp. 7000 en 7000. Levend pluimvee had veel" grooteren uit voer dan het jaar tevoren en bedroeg 2.830.000 stuks tegen 1.940.000 stuks in 1926. Ook van dit grootere aantal bleef Duitsch land verreweg de grootste afnemer en be trok 2.650.000 stuks, terwijl naar Engeland minder gingen dan het jaar tevoren. Eveneens hadden geslachte hoenders grooteren buitenlandschen afzet. Hiervan be trok Engeland 100 ton en Duitschland 500 ton meer dan in 1926, zoodat de totale ex port ruim 600 ton meer bedroeg, n.l. 2276 ton tegen 1633 ton; onze Oostelijke buren namen 1435 ton en Engeland 800 ton af. In het afgeloopen jaar was de uitvoer van boter naar vrijwel alle landen ongeveer even groot als het vorig jaar, zoodat de meerdere export van ruim 2 mill. K.G. geheel naar Duitschland plaats vond. De totaal uitge voerde hoeveelheid bedroeg bijna 48 mill. K.G., waarvan onze Oostelijke buren 35/4 K.G. betrokken, terwijl verder Engeland 8/4 mill. K.G. afnam en de overige 4 mill. K.G. in 57 landen voor meer of minder groote hoeveelheden een afzetgebied vond. De export van kaas heeft dit jaar den toch reeds zeer grooten uitvoer van het vorige jaar belangrijk overschreden. In totaal toch uerd ru'™ 97 mill. K.G. geëxporteerd, waarvan Duitschland, België, Engeland en Frankrijk resp. 4554, 1454, 11 en 10 mill. K..G. betrokken. Van deze totale hoeveelheid was 39 mill. K.G. Goudsche, 4154 mill. K.G. Edammer, 10 mill. K.G. behoorende tot de groep andere harde kaas en 6 mill. K.G. tot de zachte kaas. De uitvoer van versche eieren neemt elk jaar toe. Wel is Duitschland. verreweg dc grootste afnemer en is naar dat land de grootere export het grootst, maar ook an dere landen nemen toch langzamerhand reeds belangrijke hoeveelheden af. Dit jaar zijn totaal 64 mill, kg. eieren uit gevoerd, W)arX?;n 4514 mill, naar Duitsch land en 1654 mill, kg. naar Engeland. Van de zaaigranen hadden tarwe en have** geringeren, rogge en gerst grooteren uitvoer dan in 1926, terwijl van de niet-zaaigranen gerst en haver grooteren en tarwe en rogge minder grooten export hebben. Dit jaar bleef van erwten de export weer iets bij dien van het vorige jaar ten achter, terwijl die van boonen een weinig grooter was. Van de handelszaden vond slechts karwij- zaad iets grooteren buitenlandschen afzet dan in 1926, alhoewel toch de Vereenigde Staten iets minder betrokken. In de maand December is de export van aardappelen weer vrij minimaal geweest. Ook voor het jaar 1927 was hij minder groot dan in 1926, n.l. totaal 445 mill. kg. tegen 492 mill. kg. in het jaar tevoren. Duitschland nam ongeveer 25.000 ton meer af, maar Engeland, België, en Frankrijk ble ven resp. 42.000, 20.000 en 6000 ton bij de afneming van 1926 ten achter. Bovendien bleven nog enkele andere landen beneden den invoer uit ons land van het jaar tevoren. Pootaardappelen daartegen wezen een grooteren export van bijna 9 mill, kg. aan, zoodat bijna 17 mill. kg. ons land verlieten, voornamelijk naar onze Zuidelijke en Oos telijke buren, resp. 10 en 454 mill. kg. Van de suikerbieten waren de totale uit- voercijfers ongeveer even groot als het jaar te voren; eigenlijk was de eenige verande ring te bespeuren in den uitvoer naar België en Frankrijk, daar nl. eerstgenoemd land iets minder en laatstgenoemd iets meer betrok. Suiker, waarvan in het voorafgaande jaar ruim 315 mill, kg werd geëxporteerd, vond dit jaar evenals stroocarton in bijna alle landen minder grooten afzet. Een adres aan den Minister van Waterstaat, De vereeniging van (landbouw-) tractor- ^furuikers in Nederland, heeft naar het "Hold." verneemt, aan den Minister van Waterstaat een adres gezonden, waaraan "et volgende ontleend is: "De op 1 November j.l. in werking ge- 'reden Motor- en Rijwielwet bevat geheel nieuwe bepalingen omtrent het rijbewijs. ar onze tractors ook motorrijtuigen zijn, ln den zin der wet, zullen onze arbeiders, wanneer zij op den openbaren weg een "actor besturen, ook voorzien moeten zijn van een voor de wet geldig rijbewijs. Om uit te verkrijgen moet men de in de wet kenocmJe voorschriften opvolgen, zooals 1° s. doktersonderzoek en rijproef. Dit zal voor den landbouwer moeilijkheden met tuch brengen, b. v, het afleggen van een langen afstand vóór men op de plaats is, waar de rijproef moet plaats vinden. Ook e .foto's en het doktersonderzoek zal moeilijkheden voor ons opleveren, speciaal Wa' betreft het financieel gedeelte. Al deze bezwaren zouden zijn vervallen, wanneer onze arbeiders-tractorbestuurders, vrijtfesteld waren van het verplichte rijbe wijs. De geringe snelheid van onze tractors is oorzaak, dat wij over vrijstelling durven spreken. Met deze vrijstelling zouaen twee umgen bereikt worden, en wel de volgende: Wij landbouwers zouden ontslagen Ijl Lau veel ongemak. i tt- De veiligheid van het verkeer zou er pr gebaat zijn. j,^_efreffende punt II de volgende toelich- Het verplichte rijbewijs met zijne bepa- jmgen betreffende de verkrijging er van is bedoeld voor het besturen van snelrijdende motorrijtuigen, en zal zeer zeker de veilig. n T.an hef verkeer vergrooten. Ue rijbewijzen afgegeven aan onze knechts, oa een proef met hun tractor, kunnen het gevaar op de wegen vergrooten, want het wn ons voorkomen, dat een landarbeider- tractorbestuurder dus in het bezit van flet voorgeschreven rijbewijs óók ge- rf.f t,fid zal zijn, op grond van datzelfde r>) ®Wijs( een snelrijdend motorrijtuig te D "uren. In vrijwel alle gevallen zal hij J*a*jIn geen voldoende vaardigheid bezitten, ?us een gevaar kunnen zijn voor andere webgebruikers. °°r het besturen van onze tractors, met un geringe snelheid van maximaal 6 K. M. F r u.Ur, 2UUen onze arbeiders voldoende v ardigkeij bezitten, daar er van hun rij- v aardigheid op het land véél meer gevraagd wprdt, <Jan op den weg en zijn zij, wanneer Z1J op Jen openbaren weg den tractor be- s "ren, ruimschoots voor hun taak be rekend. ~e snelheid van onze machine is zóó g«- r-ywat o.i. een rijbewijs, zooals dit voor "esturen van het snelrijdende motorrij- Ht ^evraagd wordt, geheel overbodig llet bovenstaande is voor ons aanleiding, te verzoeken, uwe medewerking te ver menen, om voor onze landarbeiders-trac- jorbestuurders vrijstelling van het verplich" y rijbewijs te verkrijgen, of wel het Y°'" oende te doen zijn, een diploma of iets uergelijks, afgegeven door een landbouw- maatschappij of onze vereeniging, in hun taezij- te hebben Het zal dan voor onze ar beiders onmogelijk zijn om zonder vol doende vaardigheid doch me een a'£Y" meen rijbewijs een snelrijdend motorrijtuig te besturen, De plundering van den juwelierswinkel te Rotterdam, Omtrent den brutalen inbraak in den juwelierswinkel van den heer A. Siebel Jr. aan den Binnenweg te Rotterdam hebben wij reed's enkele mededeelingen gedaan. Bijzonder brutale individuen schijnen aan het werk te zijn geweest, immers de ge raffineerde voorbereiding van den slag, dien zij sloegen, getuigt er van. Zondagmiddag omstreeks vier uur 's mid dags is de filiaalhouder met zijn vrouw en zijn kind de stad in gegaan en toen te half zes een oude dame, die op de tweede étage boven den winkel woont, zich naar de kerk wilde begeven, ontdekte zij zij moet om op straat te kunnen komen, den winkel door dat in den winkel alles was over hoop gehaald. Op den grond lage platgetrap te ringen en sieraden, de vitrines en de étalage waren totaal leeggehaald. De vrouw waarschuwde onmiddellijk de politie en het dlaarop ingestelde onderzoek wees uit, dat men hier te doen had met een zoo zorgvuldig voorbereide inbraak, als men weinig of nooit aantreft. In het kantoor achter den winkel werd een groot gat ont dekt, dat in een 30 c.M. dikke muur was gebeiteld en waardoor de dader van een opslagplaats van balen meel van den naast aangelegen bakkerij uit in het winkelpand van den juwelier zijn gekomen. In den op slag van balen hebben de inbrekers een ruimte vrij gemaakt, zoodat zij daar rustig en beschut konden werken. Ook hebben ze een gat gemaakt in een een-steens muur, waardoor zij bij een trap kwamen, welke naar een sigarenmakerij leidt. Zondagmiddag hebben ze hun laatste werk verricht en zij zijn in den juweliers winkel gekomen, waar zij voor een waarde van 40.000 hebben gestolen. Uit de kassa is een bedrag van 300 aan geldstukken ontvreemd. Tusschen vier uur en half zes moet zich alles hebben af gespeeld, want toen de oude dame door den winkel kwam, was van de daders geen spoor meer te bekennen. Uit de sigarenmakerij is niets gestolen. Vermoed wordt, dat de inbrekers zich ln de bakkerij hebben laten insluiten en dat zij verscheiden Zaterdagavonden achtereen daar geweest zijn, teneinde hun voorbe reidingen te treffen, totdat gistermiddag de groote slag geslagen werd. Zij hebben den winkel weer verlaten door het gat in het kantoor en de bakkerij door een met een Lipsslot gesloten achterdeur. Een uitgebreid onderzoek naar cDe daders wordt ingesteld. Ter reede van Soerabaja is aangekomen het motorschoenertje „Kalapa", van de Handelmij. „Kalapa" te Merauke, Het scheepje meet 12 ton en is bemand door den 3den stuurman van de Mij. „Nederland", V aiboer en eenige inlandsche matrozen meldt de „N. S. Ct." De „Kalapa" is een motorbootje, dat door de eigenaars bedoeld was voor de kustvaart in NieuwGuinea, doch voor het doel te klein blijkt, daar het slechts een laadvermogen heelt van 100 ton. Het scheepje is 15 meter lang cn foopt slechts drie mijl per uur. Erg prettig is de reis van Merauke niet geweest; o. a. ont stond in volle zee, gedurende den nacht een lek dat eerst den volgenden morgen ontdekt werd. Het scheepje ligt thans in de Kalimas, vanwaar het over drie of vier dagen, na het innemen van olie en water, en na eenige kleine» reparaties, weer vertrekt. Op klaarlichten dag, gistermiddag om streeks half vier, heeft zich de brug van het Koningsplein te Amsterdam tegenover den Heiligeweg in enkele oogenblikken een vreeselijk drama afgespeeld. Naar verschillende personen verklaren stonden op dat oogenblik een jongeman en een twintigjarig meisje op de brug te praten. Daar hun woordenwisseling in 't geheel niet heftig was en niets er op duidde dat de jongeman en het meisje twist hadden, sloe gen de voorbijgangers geen aandacht op het gevaar. Plotseling echter haalde de man uit zijn jaszak een revolver te voorschijn en loste daarmee twee schoten op het meisje, dat zich omwendde en blijkbaar vluchten wilde, in den rechter bovenarm. Onmiddellijk daarop, nog vóór omstanders dit hadden kunnen verhinderen, loste de man een tweede schot, dat ditmaal beter doel trof en het meisje deed ineenzakken. Daarna keerde de dader het wapen tegen zich zelf. Een derde schot klonk en de man stortte eveneens neer. IJlings toegeschoten politieagenten hielden de groote menigte die zich onmiddellijk op de plek des onheils had verzamed, op een afstand en belastten zich met het transport van de beide licha men naar het Politiebureau aan den Singel, dat zich in de onmiddellijke nabijheid be vindt. Toen zij er binnengedragen werd, leefde het meisje nog. De tweede kogel bleek haar in den rug, vlak onder het rechter schouderblad te zijn gedrongen en den long top te hebben doorboord. Zij gaf eenig bloed op en overleed na enkele minuten, zonder nog tot het bewustzijn te zijn teruggekeerd. De naam van het vermoorde meisje, dat in De Nes woonde en zonder beroep was, luid de Truus Glabbeek. De dader, een vier- en twintigjarige Itali- aansche beeldenmaker, genaamd Nardi Do- menico die eveneenns in De Nes woonde, bleek geen letsel bekomen, maar door de hevige emotie het bewustzijn verloren te hebben. Men moest er voorloopig van af zien hem aan een verhoor te onderwerpen. Omtrent de motieven, die de man voor zijn daad heeft gehad, tast men nog in het duister. De op hem bevonden papieren geven daaromtrent geen opheldering. Ver moed wordt echter, dat men hier met een liefdes-historie te doen heeft. De politie heeft de zaak verder in onder zoek. Bij zijn arrestatie was er nog over de som van.28. Reeds deelden wij het een en ander mede aangaande de arrestatie van een Grieksch zeeofficier, die ten nadeele van de Grieksche regeering geld had verduis terd. Nader wordt thans nog gemeld, dat de aangehoudene in zijn functie o.a. belast was me# het uitbetalen van soldij aan manschappen tffer Grieksche vloot. Voor dit doel stelde de Regeering van zijn land hem geregeld sommen gelds ter hand. Eenige weken geleden was dat ook ge schied. Het bedrag was toen 3.000.000 drachmen groot (de laatste niet-officieele noteering van 31 December is 100 drach men 3.30), zoodat de som in Neder- landsch geld een kleine 100.000 verte genwoordigt. Dit geld heeft de zee-officier echter niet aan de manschappen uitgekeerd, doch hij heeft er het land mede verlaten. Nu vermoedde de Atheensche politie, dat de vluchteling naar Nederland was uit geweken. Zij nam in verband daarmee haar maatregelen. Zij zond een inspecteur van haar corps naar ons land. De Griek 'begon zijn onderzoek in Den Haag en hij ontdekte, dat de officier inderdaad in de residentie verblijf had gehouden, maar de gezochte was, vóór de politie tot arresta tie kon overgaan, naar Rotterdam vertrok ken. Hij is daar waarschijnlijk maar heel De boerenknecht G. G. uit de buurtschap Esveld te Barneveld heeft verkeering met een meisje uit de buurtschap Essen, hetgeen bij de jongelingschap in laatstgenoemd buurtschap blijkbaar in hevige mate de ja- louzie heeft opgewekt. Dezer dagen toen G. zijn meisje wilde thuis brengen, sprong eensklaps een van een knuppel voorziene jongen uit de struiken te voorschijn en sloeg G. hiermede op het hoofd. De aan- kort geweest. Na Rotterdam vestigde hij gevallene liet zich niet ongestraft mishan- zich in de hoofdstad. De Grieksche in specteur die inmiddels de medewerking had verkregen van een Rotterdamsche re chercheur, reisde den vluchteling achterna. In de hoofdstad stelden de Grieksche en de Rotterdamsche politiemannen zich in verbinding met den vreemdelingendienst van de Centrale recherche. Zaterdagavond dus vond men den officier in de kamer, welke hij'sinds kort had gehuurd. De po litie geleidde hem naar het hoofdbureau, waar het onderzoek is voortgezet. De Grieksche rechercheur herkende ln den aangehoudene den vluchteling, die trouwens een volledige bekentenis aflegde. De officier bleek in het bezit te zijn van nog slechts 28. Hij zeide het overige geld te hebben gebruikt om oude schul den af te lossen. Hij zal worden vastgehouden totdat een verzoek tot uitlevering is ontvangen. Mocht dat niet spoedig afkomen, dan zal hij over de grens worden gezet als vreem deling zonder behoorlijke papieren. Hij is in het bezit van een valsche pas. De aangehoudene te ongeveer 30 jaar oud. De Grieksche politie vermoedde, dat hij van plan was om van Nederland uit naar Zuid-Amerika te vertrekken. In verband daarmee was groote spoed achter het opsporingswerk gezet. delen, sloeg op. den aanvaller toe, ontrukte hem den knuppel en sloeg hem er mede tegen den grond: Deze begon nu erbarme lijk te gillen, waarop plotseling een aantal, eveneens met knuppels gewapende jongelui uit de struiken sprongen om hun vriend (den aanvaller) te hulp te komen, Iemand op den grond ziende liggen, meenden zij allen dat het de boerenknecht G. was en sloegen hem bont en blauw. Eindelijk be- u10/ f.n z'' z'' kun eigen vriend aan het afranselen waren. G. had inmiddels de plaat gepoetst met het meisj'e. In de buurt van Takengon (in de Alaslan- den), klaagde de bevolking er over, dat een eenzame mannetjes olifant, waarschijnlijk een uitgestootene, zich in den omtrek op hield en buitengewoon woest was. Een officier en drie maréchaussees trok ken er op uit en na lang zoeken werd het spoor van den olifant gevonden. Toen het dier zelf ontdekt was, zag men met welk een groot exemplaar van het mannelijk ge slacht te doen te hebben met één slagtand. Voorzichtig werd toen het dier met een grooten boog omsingeld. Een van de militairen, den Ambonees Kollewai, waagde zich op enkele meters achter het beest en zocht juist een goede kwetsbare plek, om zijn doodelijk schot té lossen, toen de olifant zich omkeerde, op den militair afvloog en voordat deze' tijd had om te vluchten ol te schieten werd hij door den kolossus verpletterd. Zijn kame raden snelden toe en vonden slechts het opengescheurde, ontzielde lichaam van den soldaat. defender*1 Gisteren hebben de inzittenden van den forenzentrein, welke te 8.34 aan het C. S. te Amsterdam uit het Gooi aankomt, gecon stateerd, dat de trein bij de brug over het Merwedekanaal plotseling remde. De oor zaak hiervan was, dat de blokhuiswachter liet sein gaf tot stoppen, daar bij het vorige blok was waargenomen, dat een portier openstond. Het is gebleken, dat er geen ongeluk is gebeurd, Te Sneek werd Zaterdagavond, naar de „Tel." meldt, de 62-jarige D. O. ter van openbare dronkenschap door de politie aangehouden, waartegen hij zich met ge weld verzette. In den nacht d. a. v. dron gen vier personen o.w. twee zoons van O., het politiebureau binnen, waar toen slechts één agent aanwezig was. Men viel dezen aan en verwondde hem vrij ernstig. Tijdens de worsteling begaf een der zoons zich naar 3e cel, waar zijn vader zat en bevrijdde dezen. De agent trok daarop zijn revolver en loste twee schoten, wat niet verhinderde, dat de aanvallers verdwenen. Op weg naar huis ontmotten zij twee agenten per rij wiel. Er ontstond een gevecht, waarbij we der verschillende revolverschoten vielen. Opnieuw wisten de mannen echter te ont komen. Zondagmorgen zijn de vier mannen echter door de politie aangehouden en ge vankelijk naar Leeuwarden overgebracht; j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7