Gemengd Nieuws, DE ZWARTE KRONIEK. D kan Uw tanden geen grooter DE BISAM-RAT. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Dinsdag 24 Januari 1928 LUCHTVERKEER. De vlucht van Cobhatn. Voorzichtig op den onbewaakten overweg. Een aanrijding op den Haagweg. Een stelling ingestort. De oude truc. De aardstorting bij Padang Pandjang. Brand aan boord van de „Commewijne". „Was machen sie hier?" weldaad bewijzen, dan wanneer U zich aan een geregelde ver zorging der tanden met O d o 1 gewent, Italië heeft ook een pers. Een breed uit gegroeide pers zelfs. Natuurlijk niet zoo als Holland, dat met zijn 450 heusch, le zer, het zijn er vier-honderd-vijflig! dag-, •week- en maandbladen den indruk vestigt dat men er twee redacteuren heelt op één lezer, maar toch een pers die er wezen mag. Quantitatief dan! Want qualitatief ont breekt er heel wat aan. Er zijn collega's hier, journalisten; correspondenten van bui- tenlandsche bladen, die in princiep nooit een Italiaansche krant lezen..,, om niet in de war te raken. Vroeger is het anders geweest, maar sinds bet Fascisme aan het journalistieken sloeg, bleef daar weinig van over. Zooals er in de partij maar één Mussolini is, zoo zijn ook in de journalistiek de Mussolini s zeldzaam. Arnaldo Mussolini, de broer van den Duce, hoofdredacteur van de Popoio O'Italia, en nog enkelen die voornamelijk voor tijdschriften werken, daarmee houdt alles op. Waar de Fascio doende is een nieuwe kunst in het leven te roepen, den- ke hij ook eens aan onze arme kranten, het geestelijk voedsel van zijn miljoenen- volk! Voor iemand, die een beetje verstand heeft van het krantenvak, is er weinig zoo vreemd als een Italiaansch dagblad. Zonde ren we de milaneesche Corriere Delia Sera en de Romeinsche Messagero is het misschien teekenend dat beiden van huis uit liberaal zijn? even uit, en bepalen wij ons tot de doorsnee Italiaansche krant, dan vinden wij bladen die alle slechts één maal per dag verschijnen, zes pagina's tel len, zelden of nooit meer dan honderd re gels advertenties hebben en die aftrelc- seltjes van de buitenlandsche pers, voor zoover ze goeds vertelt van het Fascisme: strikt genomen meer revue's zijn dan nieuwsbladen. „De" man aan zoo'n krant is de direttore responsabile. de verantwoordelijke direc teur, die de betreffende onderneming krijgt toegestuurd van de regeering. Hij blijft zoo lang dte regeering het goed vindt, en wordt vervangen zoodra er twijfel begint te be staan aan zijn fascistische overtuiging. Die directeur ploetert uit alle macht mee aan de krant en bemoeit zich gewoonweg niet met het administratieve gedeelte van de onderneming, waarvoor men in Holland en ook elders een directeur uitsluitend aan t hoofd van een krantenfabriek stelt. Op den directeur volgt de hoofdredac teur die tegelijk redacteur Stad, Binnenland, Buitenland en.... jongste bediende van de redactie is, en die doet wat de d'irecteur vergeet of niet doen wil. Men spreekt dan ook niet van hoofdredacteur, maar van cronista. Er zijn nog enkele bladen die er een di recteur, een hoofd-redacteur èn een cronista op nahouden, maar hun aantal wordt verre overtroffen doordat de bladen bij wie alle drie die waardigheden in één en denzelf den persoon besloten zijn. Nu moet de krant „gemaakt" worden. Is er nu niets aan de hand en gewoon lijk is er niets aan de hand, dan begint men met een artikeltje op te nemen van één der free-lancers (losse, journalistieke medewerkers) die speciaal van de regeering verlof moeten hebben om die functie uit te oefenen; laat de kas het niet toe,.... dan steelt men zoo'n artikeltje en bant alle ge dachte aan plagiaat verre door er tien re gels commentaar op te geven. Daarna komt er ander-halve pagina buitenlandsch over zicht met een klein beetje politiek en veel lof-van-over-de-grenzen op het Fascisme; daarna een zeer minutieus rechtbank- nieuws en de derde pagina: een mengeling van literatuur en kunst, waarop ik bij ge legenheid nog eens nader zal terugkomen. De vierde pagina is aan het stadsnieuws Gewijd en deels ook aan de Zwarte Kro niek,' die aan dezen brief zijn titel gaf. Op de vijfde pagina gaat die Zwarte Kroniek voort en dan beginnen de mededeelingen van den Ufficio Stampa del Partito Nazio- nale Fascista, het regeerings-persbureau, die in de beter gesitueerde bladen hier en daar onderbrokn door de misselijke „nieuw tjes" van het Amerikaansche International News Service; voortduren tot er, op de zesde en laatste pagina, heelemaal onder aan, nog precies een hoekje overblijft voor enkele erg goedkoope advertenties Zoo gaat dat, dag in dag uit, V Zondags en in de week. Die mededeelingen van den Ufficio Stam pa krijgen natuurlijk alle bladen woordelijk gelijk, met de verplichting tot opname. Het heele binnenlandische en deels ook buiten landsche nieuws zit er met fascistische geuren en kleuren in verwerkt. Het offi- cieele buitenlandsche nieuws veelal pers stemmen, is ik heb er langen tijd aan getwijfeld, maar het blijkt tóch waarheid te zijn óók woordelijk het zelfde, zoo dat de afkomst al evenmin weinig twijfel overlaat. Rest nog slechts het stadsnieuws. Ook hier zijn stapels officieele mededeelin gen, die alleen maar hoeven worden af gedrukt en dan zijn er de programma s van kerkelijke en wereldlijke plechtigheden die op aanvrage afdrukkings-fiihig worden ver strekt. Zooals u ziet, hoeft de man, die bij toeval directeur, hoofd-redacteur, redac teur en jongste bediende tegelijk is, daarbij zijn middagdutje niet te missen. Het zou me te ver voeren, wanneer ik U wilde uiteenzetten waarom ik, ofschoon zelf journalist en Hollander en dus a priori tegen eiken dwang en vóór de absolute vrij heid der pers voor Italië van harte hoopt dat de regeeringscensuur op de kranten nog langen tijd zal blijven voortbestaan. Dat verdient een afzonderlijke beschouwing. En ik keer dus terug naar het eenige brokje originaliteit dat op alle zesde pagina's van een Italiaansch dagblad te vinden is, naar het Stadsnieuws, dat tevens_ één der be wijzen vormt, dat het regeeringstoezicht op de pers niet alleen voor de partij, maar ook en vooral voor het volk zijn nut heeft. Dat Stadsnieuws dan, of, zoowel het of ficieel heet, de Cronaca waaraan de redacteur zijn naam van cronista ontleent; bevat, behalve het officieele en de rest die gratis op de redactie-tafel terecht komt, ook iets origineels dat gewoonlijk twee, soms meer kolommen beslaat: het is de Zwarte Kroniek of, in de gebruikelijke term stanchi della vita de levensmoeden. Wij weten allemaal wel dat het bloed in het zuiden heel wat warmer stroomt dan in het hooge noorden. En dat mist zijn gevolgen niet. Nemen wij daarbij aan, dat een Italiaan in drift, en hij is altijd in drift een messentrekker, een revolver- held is, dan kan het weinig verbazing wek ken dat er in Rome en Napels en het land daartusschen zoo een moordje of twaalf per dag gebeurd. Roofmoorden zijn uiterst zeldzaam. Het gaat steeds om wat hier voor liefde d!oor- gaat. Achterdochtige mannen, jaloersche vrouwen, ge-exalteerde kinderen zijn de daders, terwijl jonge meisjes die op een hu welijk meenden te mogen rekenen, en daar in teleur worden gesteld, het record hebben in de allertreurigste statistiek. En dan zijn er vooral de zelfmoorden. Om te beginnen pogen zeker 80 pCt. der moordenaars en moordenaressen zich na hun daad van het leven te berooven. Daarbij komen degenen die om andere redenen levensmoede zijn. Omcflat „hij" het heeft afgemaakt, omdat „zij" er van af zag, om een ruzie met den echtgenoot of echtgenoote, om werkloos heid en ook al te dikwijls louter, omdat het hier zoo vervelend werd ziedaar een bloemlezing uit de zeer gewichtige redenen, waarom dagelijks zoo vele schoten knallen, zoo talrijken zich van de hooge bruggen in den Tiber storten. En dan dient nog opgemerkt te worden, dlat bij het onmogelijk hooge cijfer van dood door ge weld, natuurlijk niet het veel grootere aan tal is gerekend van degenen, die mis schie ten of uit den Tiber worden gehaald door de carabinieri, die zich in dit soort van reddingen reeds een zeer bizondere handig heid hebben eigen gemaakt. Al die drama's vallen des morgens, in den vorm van eenige korte, zakelijke, door de politie verschafte aanduidingen op de schrijftafel van den cronista en hij begint. Met het oog van een kenner scheidt hii het kaf van het koren. Met de handigheid' van een vakman, met de geraffineerdheid van een dramaturg rangschikt hij de „ge vallen" zóó, dat zij van het begin tot het einde, een volgehouden, geen moment ver zwakten climax vormen. En dan begint hij te werken. Met een élan, een heilig vuur, een betere zaak waardig, werkt hij de gevallen uit, vlecht er een passioneelen roman om heen giet een stroom van woorden uit dlie zijn collega's niet-Italianen verstomt, en bouwt zoo een drama op, dat door fijnheid van taal, prachtige woordenkeus en kunstigen stijl verraadt, welk een ras-artist in den waren zin des woord9 hier anoniem met feilen wil en bruten bravour zijn eenige gaven door de modder sleurt. Want kunste naars zijn het, die onbekenden, en wan neer je soms, bij toeval, door den muur der onbekendheid heendringt, dan schrik je er even van dat zoo n man zich voor zulke nietswaardigheden leenen wilde. En het volk geniet! De kranten worden gekocht, uitgespeld en daarna door anderen vervangen. Dat drie, vier kranten.,drie, vier lezingen geven van het „geval interes seert den doorsnee-Italiaan niet. Hij zoekt verhaaltjes, pikante verhaaltjes, zonder den lust om in de ellende der personus dra matis door te dringen, en hij krijgt waar voor zijn geld. En dat is het voornaamste! En de kranten gaan vlug. Dat is ook het voornaamste! En de cronista ziet zijn posi tie sterker worden, Wat alweer het voor naamste is! En als een donderslag bij helderen hemel, of, om actueel te zijn: als een aardbeving op tweeden Kerstdag, is nu plots het woord' gevallen van Arnaldo Mussolini, den broêr van den Duce, hoofd-redacteur van de Po- polo d'Italia, den besten journalist van het Fascisme, in zijn artikel: Fascisme en Journalisme! Hij heeft niet recht-uit, maar toch dui delijk genoeg te kennen gegeven, dat de zwarte kroniek een leugenwinkel is en een schande; een langzaam vergift voor het volk en een profanatie voor het kranten vak dat opbouwend is; hij heeft er ook aan herinnerd dat de plicht der bladen ^ten op zichte van den Fascio een andere is; doch dat geeft allemaal nog niets: het is al oud! Wat alleen telt is het slot van zijn artikel dat vierkant het wachtwoord dte Italiaansche wereld! insmijt de Zwarte Kroniek moet worden opgeheven! Als een schok ging het door den lande. Alle bladen commenteerden. En zeldzaam feit er waren er bij, die een beetje rammelden in de kluisters. Want zoo n woord! van Arnaldo Mussolini komt alleen na een zeer ernstige gedachtenwisseling en een meeningsovereenkomst met zijn broêr Benito, den DuceEn de Italianen we ten niet waarvoor zij één en vooral twee kranten zouden koopen, wanneer er geen Zwarte Kroniek is. En de ondernemers rekenen reeds na hoe hun oplage zal ver minderen. En de krantenventers er zijn er tien-duizenden iu Italië.. klagen al zoo lang, dat het niets meer gedaan is sinds er in dte Kamer en in den Senaat met meer gevochten wordt; sinds er geen smeuïge schandaaltjes mec-r worden ont dekt; sinds de censuur al te groote jour nalistiek frivoliteiten onmogelijk maakt Het ziet er donker uit. En nu blijkt ook nog de laatste hoop in rook te vervliegen, want er wordt aan het gebod uitvoering gegeven: iets wat in Italië lang niet van-zelf spreekt en zeker nooit vanzelf sprak. Een der bladen, dat ik niet met name noemen zal en dat het zij ter loops opgemerkt eens de beste Zwarte Kroniek bezat, breekt deze al met de vol gende ontboezeming: „Door bemiddeling van de Prefectuur, werden wij vereerd met de volgende medte- deeling: De dagbladen worden verzocht om do rubriek der zoogenaamde stanchi JelJa vita langzaam-aan in te krimpen en ten slotte geheel te doen verdwijnen, omdlat de opgesmukte en romantische openbaarma king er van een gevaarlijke suggestie blijft voor zwakke en onevenwichtige geesten. Ook vermijde men de passioneele tragediën tusschen echtparen. Kortom verwijdere men de heele Zwarte Kroniek. Noot van de redactie: Dit verzoek vindt ons op onze plaats van goede Fascisten!" Het moge wat rethorisch klinken, de eerste stap is in elk geval gezet: tot heil van het volk en daardoor van dien Fascio. Maar laten wij nu ook hopen, dat het vol gehouden worde en niet, zooals in talrijke andere gevallen, over eenigen tijd) weer in den doofpot gestopt. En dan vooral gewaakt, dat er niet iets anders voor in de plaats komt, dat misschien erger blijkt te zijn, dlan de kwaal zelf. Want een krant is een on derneming, die winst moet opbrengen, en er zijn nog maar al te veel bladen, die o! zoo honing-zoet fascistisch zijn,...- wan neer het geen geld kost! J. H. Naar Reuter uit Kairo meldt, is Cobham, uit Malta te Benghazi aangekomen en van daar verder gevlogen naar Abukir. EEN DREIGEND GEVAAR. Alvorens over het gevaar, dat ons land bedreigt door een invasie van de Bisam-rat, te spreken, zal het noodig zijn, een korte be schrijving van dezen vijand te geven. De Bisam-rat, Fiber zibethicus, L„ behoort tot de knaagdieren. Het zijn in hun soort zeer groote dieren, die 55 a 60 centimeter lang zijn, gemeten van den neus tot het eind van den staart. De staart is 25 k 27 centimeter lang. Het lichaam heeft dus de afmeting van een wild konijn. De kop is breed, rond en stomp, de neus 'dik en kort, de bovenlip is gespleten en laat de eenigszins oranje gekleurde snijtanden in de bovenkaak zien. Snorharen zeer lang en stijf. De oogen zijn naar verhouding klein. De ooren klein en bijna geheel onder de haren van den kop verborgen. De wangen zijn dik en evenals de geheele kop met uitzondering van het gedeelte rond den neus, zwaar be haard. De hals is kort, waardoor het dier een meer of minder gedrongen model heeft. De voorpooten zijn kort, voorzien van vier teenen, die alle normaal zijn en een klein eenigszins misvormd teentje. De achterpooten hebben vijf normale teenen, die gedeeltelijk door een zwemhuid verbonden zijn. Alle teenen zijn voorzien van krachtige kromme scherpe nagels, die aan de achterpooten het grootst zijn. De staart is zijdelings afgeplat en aan den boven- en onderrand voorzien van sterke haren, overigens is de staart vrij wel kaal en geschubd. Bij het mannetje bevinden zich onder aan het achterlijf een paar klieren, die onder de huid liggen- Uit deze klieren, die een naar buiten tredende opening hebben, kan het dier een wit, vetachtig vocht afscheiden, dat sterk naar muskus riek'; De kleur van de huid is op den rug bruin achtig tot bruingeel, onderkant en zijden overgaand in grijs, staart zwart. Het vaderland van de Bisam-rat is Noord- Amerika en Canada. Zij leeft daar vrijwel overal waar water is. Haa( voedsel bestaat uit wortels van waterplanten, schelpdieren, doch zij schijnt ook visch, eieren, kleine vo gels X.U zoogdieren niet te versmaden. De luid van de Amerikaansche Bisam-rat is een gezocht artikel en vormt na bereiding e- ta'l van verdere bewerkingen het zooge naamde Bisam-bont, maar ook oabelbisam, E' unkbsam, Seal-bisam, enz. In de uitgestrekte wildernissen van Noord - Ameriki en Canada, schijnt het dier weinig of geen schade aan te richten, en niettegen staande de jacht, die er op wordt gemaakt, niet aaimerkelijk in aantal te verminderen, dank xüziin vruchtbaarheid. Het wufie werpt namelijk twee k drie keer per jaar 810 jon gen. Deze jongen blijven geruimen tijd on der de hoede der ouders. De dieren passen zich, wat betreft den bouw van hun nesten, geheel aan'de om standigheden aan. Zijn de oevers hoog, dan graven zij een hol op vrij grooten afstand van den oever, welk hol verbonden is door een hoofdingang, die onder den waterspiegel uitmondt. Be halve deze gang zijn er nog andere, die dik wijls blind zijn en ver weg loopen. Het hol wordt gevormd door een vrij ruime kamer, die bekleed is met bladeren, riet enz. en tevens dient als voorraadkamer voor den winter. Op plaatsen intusschen, waar de water spiegel ongeveer gelijk met de landopper vlakte ligt, maken zij half-bolvormige heuvel tjes van takken, riet en gras, verbonden met slijk en klei. Deze heuveltjes bevatten een kamer van 40 k 60 centimeter middellijn, welke kamer als eenige uitgang heeft een lange gang, die ook onder den waterspiegel uitmondt. Boven in den koepel van de woning be vindt zich een opening voor de luchtverver- sching die listig aan het oog onttrokken is door riet, bladeren en takjes Deze woningen worden zoo mogelijk gebouwd aan water dat niet aan groote niveau-verschillen is bloot gesteld, dit teneinde onderloopen van het hol te voorkomen. Tegen den winter vertoont de Bisam-rat neiging tot trekken, waarschijnlijk om plaat sen op te zoeken die rijk zijn aan voedsel, s eenmaal een geschikte plaats gevonden, dan worden nieuwe woningen aangelegd. Voor zoeken van voedsel is bevroren water geen bezwaar, omdat zij geruimen tijd onder water kunnen vertoeven en blijkbaar steeds den weg naar hun gangopening onder water we ten te vinden. ..oewel de Bisam-rat in hoofdzaak nacht dier is, kan men ze toch zeer dikwijls over dag waarnemen. Het zijn gezellige dieren, die steeds in vrij groot aantal bij elkander wonen. Op stille avonden kan men ze op het land en in het water n.et elkander zien spelen. Bij het min ste onraad intusschen, wordt een waarschu wingssignaal gegeven, door een harden klap met den platten staart op het water, welke klap dikwijls op grooten afstand hoorbaar is. Bij dit signaal heerscht plotseling groote ver warring. Alles spoedt zich naar het water, om bliksemsnel onder te duiken. Zonder twijfel zal de lezer vragen: en waar is nu dat gevaar dat ons land bedreigt? Vol komen juist, wanneer onze Noord-Ameri- kaansche Bisam-rat in haar vaderland geble ven was. Dit nu is helaas niet het geval. In 1906 na melijk, hebben een paar adellijke personen uit Bohemen, het noodig geoordeeld, eenige levende Bisam-ratten uit Canada te iinpor- teeren, in de hoop, dat de dieren zich m Bo hemen flink zouden vermenigvuldigen en daar ook een bron van inkomsten ?°"rien vormen voor hen, die zich van de hui en meester maakten, om dan op de bontfflarkt te worden gebracht. Deze hoop is gedeeltelijk in vervullmë ge gaan. De Bisam-rat heeft zich, dank zl' e( zachte klimaat en overvloed van voecsel ontzettend vermenigvuldigd, maar. e' bleek d«t de pels van de in Europa geu°ren dieren vrijwel waardeloos was, tenfli'ns e niet in de schaduw kon staan van die van zijn Amerikaansche neefjes. Intusschen, het kwaad was nu eenmaa ge schied en de dieren verspreidden zich 8S de verschillende waterwegen langzaaffli v. r" namelijk in Westelijk en Noordwestc JI e richting, met het resultaat, dat zij en*e weken geleden aan de oevers van den jn zijn gesignaleerd. Zondagavond heeft de avondsneltrein, die oni 10 uur uit het Zuiden te Steenwijk moet aankomen, tusschen Meppel en Steanwr.K op esn onbew.aakten overweg een wielrijder doodgereden. Gisternacht is op den Haagweg n„bij Delft zekere militair V.. uit Riiswijk, aan. gereden door een Z.H.S.M.-bus. De man liep een bekkenfractuur op en werd door de Delftsche politie per auto naar het militair hospitaal in Den Haag overgebracht. Vier arbeiders gewond. Bij Burgerhout's Machinefabriek en Scheepswerf, aan den Kreekweg, te Rotter dam, is door onbekende oorzaak een stel- 'ing in een aldaar ter reparatie liggend s'oomschip „Edward Halmgebroken. De vier zich daarop bevindende werklieden uit Rotterdam, zijn naar beneden gestort. Een werd zeer ernstig gewond, de drie anderen licht. Sedert eenige dagen trachten te Amers foort vrouwen uit z.g. Zigeunerwagens haar slag te slaan in winkels, vooral banket zaken. Zij koopen wat, betalen met een rijksdaalder en vragen dan dubbeltjes met het beeld van de Koningin terug. Terwijl ze die oprapen, trachten ze meteen den rijksdaalder weer mede te nemen. Ook loe ren de dames er op, om van schaaltjes benbons of andere lekkernijen mee te ne men. In de stad worden ze goed- door de oolitie in de gaten gehouden, maar in het Soesterkwartier, waar weinig politie is, vin den de „handige" klanten een vruchtbaar operatieterrein. In 'n tweetal winkels werd, aldus de „Tel.", de t.uc met den rijks daalder met goed gevolg toegepast, terwijl bij een kruidenier de lade gelicht werd. Omtrent de spoorstremming nabij Padang Pandjang. waarvan Aneta reeds melding maakte, vernam de „Sumatra Bode van een passagier, dat een gedeelte van den bergwand langs de baan tengevolge der zware regens naar beneden kwam op het moment, dat de kolentrein welke na den eersten passagierstrein uit Padang Pand jang naar Padang in dezelfde richting reed, zou passeeren. Een paar rotsblokken, gevolgd door een aardmassa stortten omlaag en werden in den verderen loop door de machine gestuit, waardoor de trein niet meer vooruit kon. De baan had ter plaatse een ynj sterke helling, zoodat 't aan de stabiliteit der ma chine te danken is, dat deze, ondanks den krachtigen druk, niet kantelde en zelfs niet Het machinepersoneel kwam met den schrik vrij, doch is zeker aan een gevaar ontsnapt aangezien de steenen en aard- massa voor het grootste deel naast den ingang van de machinekamer neerkwam, 't Was half twee 's middags, toen de beide aaneengekoppelde ochtendpassagierstreinen van Padang te Padang Pandjang aan- kwamen.^kn^id geraaj{tc locomotief werd kort daarop uit haar positie bevrijd en ver volgens" door twee andere machines naar Padang Pandjang teruggesleept. Een der zijwanden daarvan vertoonde ter hoogte van de machinekamer een be hoorlijke deuk. Van bevoegde zijde werd aan het blad nog medegedeeld, dat op de plaats van de aardstorting nog geregeld aarde naar bene den komt. Er werd dag en nacht gewerkt om de stremming zoo spoedig mogelijk te kunnen opheffen. De stremming bevindt zich ter hoogte van km 72 900, ongeveer 2km van Padang Pandjang. Hbt is een merkwaardig feit, dat diere11 die naar andere werelddeelen worden overge bracht om daar voort te telen, dikwerf som mige eigenschappen hunner ouders verüezeri en andere daarvoor in de plaats krijgen, ("et het resultaat dat de verandering van vader land niet altijd een gunstigen invloed schijnt uit te oefenen. Een paar voorbeelden: Jaren geleden heeft iemand onze nuia_ muscb in Amerika geïmporteerd. Sedert is cht dier daar een ontzaglijke plaag geworden. Hetzelfde geldt van de konijnen die naar Australië werden gebracht. Nog steeds zucht dit land onder die plaag, die millioeflen e" millioenen verslindt. De verandering van ^a- derland bracht de dieren in een voor hen zelve betere conditie, erfelijke ziekten die hen daar dikwijls decimeerden, hebben hen nog niet bereikt en waarschijnlijk zijn ook hun natuurlijke dierlijke vijanden minder Jn aantal. De mensch heeft dus feitelijk al dien last aan zich zelf te wijten. Het evenwicht in de natuur laat zich niet ongestraft door men- schenhand verstoren. Overal waar de mensch ondoordacht ingreep, volgde de straf onher roepelijk. Vogelmoord op groote schaal, wreekt zich zelf de insecten krijgen de overhand. Roofvogels dooden wreekt zich; Brandwachls zwart als negers. Het stoomschip .Commewijne" van de Kon. W. I. M„ dat momenteel voor survey in een der bassins van de Amsterdamsche Droogdokmaatschappij aan de Meeuwen laan aan de Overzijde van het IJ, te Am sterdam ligt, heeft gisteravond brand aan boord gehad. Om even over zevenen ontdekte perso neel van het dok dat een dichte rook uit de machinekamer opsteek. In afwachting van de komst van de brand weer werd met 'n straal op de waterleiding gewerkt en deze omstandigheid is van in vloed geweest op het verloop van den brand. Deze toch was in het begin fel. De olie- korsten in de machinekamer, hout van stel lages, dat op de ketels die koud waren gelegd was, benevens smeerolie uit een kleine tank, hadden vlam gevat en dat alles te zamen ontwikkelde zulk een zwaren rook dat de aanrukkende brandweer aan vankelijk dacht, dat de groote olietanks van A. G. Förch en J' M, Hartdorff werd uit- Er werd tweemaal alarm gegeven en onder bevel van de hoofdbrandmeesters de „Commewijn." in lichtelaaie stonden, gerukt met de drijvende stoomspuit Jason", twee motorspuiten en een manschappen- wagen Krachtig ingrijpen bleek meer dan nood zakelijk. De huid van de „Commewijne", aan bakboord stond, evenals de uitlaten van de groote olietanks witgloeiend. Er werden van de „Jason", die aan bakboord van het stoomschip meerde, twee stralen uitgelegd en deze werden in de machine kamer gebracht, waar een vette zware walm de actie der brandweer ten zeerste belemmerde. Met het waterkanon van de „Jason" werd de huid van het schip afge koeld. Na een half uur was het ernstigste gevaar geweken. Achteraf bleek, dat de inhoud van de kleine smeerolietank door het vuur aan het koken was geraakt en dat de bor relende olie in de machinekamer was ge- loopen. Er verbrandde behalve olie nogal hout en wat poetskatoen doch aan het schip zelf bracht dit weinig schade toe. Na twee uur kon de laatste ploeg brand- wachts, wier voorkomen bedriegelijk veel op dat van negers geleek, inrukken. De oorzaak is niet met zekerheid vast te stellen. Vermoedelijk is, naar de Tel." ver neemt, des middags bij de werkzaamheden, een vonk op het poetskatoen terecht gekomen; een andere suppositie is, dat het poetskatoen vanzelf tot ontbranding is ge bracht De havenmeester, de heer W. N. van der Pol, was bij het blusschingswerk tegen woordig De gentleman-dief in de hotelkamer. Inbrekersromantiek is de wereld nog ni-1 uit. De verhalen van den grooten Onbe kende, Lord Lister, ziin zoo onwaarschijn lijk nog niet, als ze on het eerste gezicht misschien liiken. Dit bewiist wel het avontuur dat twee vooraanstaand,, Rotterdamsche ZKtkenmen- schen verleden Woensdag te Berlijn be leefden. Deze twee heeren, die geregeld voor zaken naar Berlijn reizen, hadden, aldus vertelt de „Msb.", zooals gewoonlijk hun intrek genomen in een der grootste hotels In het Westen der stad. Dien Woensdag hadden zii des ochtends buitenshuis doorgebracht. Toen zij des avonds tegen zeven uur te rugkwamen, begaf de oudste der twee zich onmiddellijk naar ziin kamer. Reeds had hij zijn sleutel voor den dag gehaald, om de kamer, die steeds afgesloten wordt, te openen, toen hii tot ziin groote verwonde ring bemerkte dat de deur op een kier stond. Zeer benieuwd wat daarvan de oorzaak kon zijn. trad hii de kamer binnen waar hij een hem onbekenden man aantrof, die bij zijn binnentreden onmiddellijk opstond. 1 De man was uiterst correct gekleed, ver heugde zich in het bezit van een paar glim-* mende lakschoenen, waarover een paar smetteloos witte slobkousen getrokken wa ren en droeg onberispelijke handschoenen. „Was machen Sie hier?" informeerde de Rotterdammer be'angstellend. De onberispelijk gekleede meneer ver telde dat hii al een half uur op een zeke ren meneer Smith uit Londen wachtte. Kamer 215 had men hem gewezen. Toen hem gezegd werd dot hii zich dan blijkbaar vergist had. wilde de relatie van mr. Smith zich met een ..Entschuldigen Sie" uit de voeten maken. Onge'ukkig voor hem verscheen op dat oogenbük juist de neef van den eersten Rotterdammer in de deur opening. Deze overzag de situatie al gauw. Speciaal viel hem op. dat ziin koffers blijk baar verschoven waren. Niet heelemaal overtuigd van dP eerliike bedoeling van den vreemden bezoeker, verzocht hij dezen nog even in de kamer te b'iiven, terwijl hij ondertusschen om het personeel belde. Dat een en ander wel degeli'k zijn ge vaarlijke zijde had, b'iikt wel uit het feit, dat de keurige meneer zijn handen voort durend op een in het oog loopende wijze in zijn buitenzakken verborgen hield. De beida Rotterdammers waren dan ook in de stellige overtuiging, dat in een dier zakken een of ander vuurwapen verborgen was. Het inmiddels gearriveerde kamermeisje kon zich niet herinneren, dat zii iemand in de kamer had toegelaten. Ook de rest van het personeel scheen hem niet te kennen. Aanwi'zingen genoeg om de politie te roepen, die al gauw verscheen in de figuur van een robusten Schupo, die. zonder veel complimenten te maken, ziin revolver voor den dag haalde en „Handen omhoog" com mandeerde. Het bevel werd onmiddellijk opgevolgd. De bruine glacétjes rezen ver wonderlijk vlug in de lucht, waarna uit de ter talriike zakken van het keurig gesne den colbertje een zeer uitgebreide collectie inbrekerswerktuigen te voorschijn kwam eaverschillende sieraden van de beidc Rotterdammers, zooals een dasspeld, een gouden potlood, een horloge en een looper. die tot alle kamers van het hotel toegang gaf. Het kamermeisje wist nog te vertellen, dat de man even te voren op de gang aan de veters van ziin molières had staan peu teren. Een oneffenheid onder de gangloo- scr verried de aanwezigheid van daar niet thuis hoorende voorwerpen. Bij nader on derzoek b'eek daar een 60 cM. lang breek ijzer verborgen te ziin. De 'betreffende nclitie-autoriteit, dr. Bern, dorff, die den volgenden dag de beide Rotterdammers voor hun koen 'optreden kwam bedanken, bleek zeer in zijn nopjes te zijn, waartoe ook we! reden was. De gearresteerde dief was gebleken het hoofd van een beruchte inbrekersbende te zijn, een man, naar wien men tot nog toe vruch teloos had gezocht. De polilie-commissaris wist nog mede te deelen. dat de man een zeer gevaarlijk sujet is. die. als de jongste der beide Rotterdammers niet verschenen was. zeker niet zou geaarzeld hebben zich op krachtdadige manier een uitweg te ven schaffen. Nadat d<? beide Rotterdammers een be- eedigde verklaring van hun bevindingen hadden afgelegd, konden zii met hun sen sationeel nieuws naar Holland vertrekken. juist de roofvogels vormen een soort gezond- heidspolitie, die zorg draagt dat zieke en zwakke dieren worden opgeruimd en daar door een gezonde bevolking onder die die ren aanwezig blijft. Om nu op onze Bisam-rat terug te komen, ook hier heeft men een dier dat in zijn va derland betrekkelijk weinig schade aanricht te, overgebracht naar een werelddeel, dat door zijn climatologische gesteldheid, blijk baar de voortplanting van dit dier in de hand werkt, maar ook tevens hem eigenrchappen geeft, die zijn voorvaderen niet, of in veel geringer mate hadden. De Bisam-rat heeft zich nu geworpen op onze ku'ltuurgewassen, als graan, groenten, voederplanten, aardappel-n, bieten enz. Maar ook visch, tot zelfs groote karpers worden niet versmaad, ook eieren, watervo gels, kikvorschen enz. vormen een welkome afwisseling in haar menu. Het ergste is intusschen haar vernielzucht. Van weilanden wordt de bodem onderga- vee, zoodanig dat het vee er in verzinkt en dreigt de pooten te breken. Bouwland wordt doorgraven, de wortels afgeknaagd en de planten geheel uitgetrokken. Boomen worden a.^eknaagd enz. Maar het allerergste is, zijn graafwoede in de dijken. Waterkeeringen, dijken, spoor- wegdammen, worden aangetast en doorgegra ven met al de vreeselijke gevolgen daaraan verbonden. Men gelieve niet uit het oog te verliezen, wat het beteekent een gang van 15 h 20 centimeter middellijn, dwars door de' voet van een dijk. Het gevolg is natuurlijk dat het water er door stroomt, naar het lager gelegen land. Het water spoelt vrij snel zand en klei uit dit gat, waardoor het -nel grooter wordt. Hoe meer water er door gaat, hoe meer materiaal wordt weggespoeld, met het gevolg, dat in uiterst korten tijd een dijk breuk volgt. Wat een dijkbreuk beteekent, weten wij hier te lande maar al te goed. Het zal nu duidelijk worden, waarom wij spraken van een dreigend gevaar. Door de intensieve kuituur, waardoor in onze polders geen hoekje ongezien of onbe bouwd blijft, zal de Bisam-rat niet veel ge legenheid vinden haar hierboven beschreven nest aan de oppervlakte te bouwen en is dus de aangewezen plaats de dijk. Voor de ster ke dieren met hun krachtige P"ot"? en scherpe tanden is geen dijk te hard. waar schijnlijk zal de dijk aan de polderzijde ,wor_ den aangevallen en het nest, ongevc?( 'n,,® kern van den dijk worden gemaakt, riet lei nu, dat de toegang naar het nest ""(J61" (va* ter is, doet de werkzaamheden van net gra ven van gang en hol meestal aan het ooi. ontsnappen. De dijk wordt dus geattaqueerd van uit de sloot dit er langs *s "ct nest gereed, dan zal de aanwezigheid van water aan de andere zijde van den dijk het dier doen besluiten ook naar dat water een pijp te graven. Is deze pijp eenmaal aanwe zig, dan zijn de poppen aan het dansen en stroomt het water den polder binnen. Wordt dit tijdig ontdekt, dan kan het doorstroomen nog belet worden, door een zeil voor de doorstroomings-opening te trekken. Het gat moet dan worden afgedamd en zoo goed mo gelijk opgevuld. Geschiedt het laatste deel der doorgra ving des nachts, dan is het mogelijk dat het euvel niet meer te verhelpen is en men voor een echte dijkbreuk staat. Men ziet, dat betrekkelijk kleine oorzaken ontzettend groote gevolgen kunnen hebben. Zooals wij hierboven zeiden is de Bisam- rat, nu reeds aan de oevers van den Rijn waargenomen. De Rijn is lang, dus is bet niet onmoge lijk dat er nog eenigen tijd zal verstrijken voordat de vijand over onze grenzen komt. Het is daarom nu tijd, dat maatregelen worden genomen. Het is dus noodig dat ons Gouvernement zich in verbinding stelt me de verschillende oeverstaten aan den K,!n' teneinde zich regelmatig op de hoog e e houden van den voortgang yan den vijana. Intusschen moet hier te lande de bei o 1 Goed en grondig op de hoogte wor en g - steld van den aard en eigenschappen van 1 dlNiet alleen dijkbesturen, maar ook jagers en vooral de jeugd moet we en wie en wat de Bisam-rat Ls. Op de scholen, m publieke lokalen, postkantoren enz. moet nu reeds een goede afbeelding met korte beschrijving h an Gen. Een flinke premie moet worden ge steld op het ontdekken van het dier en een nog grooter premie op het dooden ervan. Het voorttrekken van den vijand moet overal worden gesignaleerd en worde in deze de hulp van de Pers ingeroepen. En nu ten slotte de bestrijding zelve. Met een goed jachtgeweer kan in som mige gevallen, voor een enkel exemplaar, veel worden bereikt, maar met het oog op het buitengewoon snelle duiken van het dier, zal het gebruik van een kogel-geweer meer aanbeveling verdienen, omdat een ko gel uit een modern geweer geschoten, veel sneller loopt dan hagel ui teen jachtgeweer. Intusschen is een moderne karabijn geen ge reedschap, dat veilig is in veler handen en moet dus de jager een prima schutter zijn en tevens goed jager, hetgeen niet altijd sa men gaat. Klemmen kunnen misschien worden toege past, doch zoodanig, dat deze te water val len als het dier er in zit. Dit om snel ver drinken te bevorderen. Weliswaar loont men de kans, dat het doode dier door zijn kame raden wordt opGegeten, maar allicht zal ^er nog genoeg overblijven, om den vanger zijn premie te doen verdienen. Het werken met gift is steeds gevaarlijk en alleen vrij veilig in geoefende banden. Met fretten en gedresseerde honden heeft men in Duitschland dikwijls goede resultaten bereikt. Het is dus ook hier te probeeren. Rest dus nog het vangen met fuiken, ver vaardigd van sterk ijzergaas, welke fuiken men plaatst voor de opening van de pijp onder water. Niet onmogelijk is het ook nog, dat men de dieren in hun hol zal kunnen dooden door het gebruik van cyanamide. Dit is een poeder- of korrelachtige stof, die ir, een vochtige atmosfeer het daarin ge bonden cyaan (blauwzuur gas) loslaat. Het wordt in Amerika toegepast tot het dooden van alle mogelijke ongedierte als schildluis cn andere insecten, ratten, koniinen, krab ben, schildpadden enz. De moeilijkheid in tusschen is, dit poeder in de pijp of gang, boven den waterspiegel in te spuiten. Heeft men de gang eenmaal ontdekt, en is men in staat deze gedeeltelijk bloot te leggen, dan kan men met een soort blaasbalg het poeder in dien gang blazen. De vochtigheid van do wanden doet het ontbinden, het giftige gas komt vrij en de dieren zijn na inademing daarvan in enkele seconden dood. Intusschen mag dit cyanamide alleen door Geoefende menschen worden toegepast, üvenals het cyaangas voor de dieren abso luut doodelijk is, zoo is het dat ook voor den mensch. Over deze manier van uitroeiing van de Bisam-rat is schriiver dezes nog in corres pondentie met de fabrikanten van dit ge- vaarlüke goedje. Is omtrent de toepassing zekerheid verkregen, dan zal het rseultaat op passende wijze worden gepubliceerd. In het kort saamgevat komt de inhoud van bovenstaande regelen op het volgende neer: Zorg dat het geheele publiek zoo spoedig mogelijk op de hoogte zij van den vijand die op komst is, want zoowel voor den landbou wer als de stedeling staan hier groote be langen op het spel. Voor den eerste groot gevaar voor directe schade, voor den laatste, zeer groote kans op belastingverhooging ter tegemoetkoming in de schade door den land bouwer geleden. Laat het gouvernement niet zeggen, het is nog niet zoo ver, want, komt de nood aan den man, dan is het allicht ^te laat, „Gouverner, c'est prévoir- J. H. JURRIAANSE. Rotterdam, December 1927.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9