Gemengd Nieuws,
DE ZWARTE KRONIEK.
D kan Uw tanden geen grooter
DE BISAM-RAT.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad Dinsdag 24 Januari 1928
LUCHTVERKEER.
De vlucht van Cobhatn.
Voorzichtig op den
onbewaakten overweg.
Een aanrijding op den
Haagweg.
Een stelling ingestort.
De oude truc.
De aardstorting bij Padang
Pandjang.
Brand aan boord van de
„Commewijne".
„Was machen sie hier?"
weldaad bewijzen, dan wanneer
U zich aan een geregelde ver
zorging der tanden met O d o 1
gewent,
Italië heeft ook een pers. Een breed uit
gegroeide pers zelfs. Natuurlijk niet zoo
als Holland, dat met zijn 450 heusch, le
zer, het zijn er vier-honderd-vijflig! dag-,
•week- en maandbladen den indruk vestigt
dat men er twee redacteuren heelt op één
lezer, maar toch een pers die er wezen
mag. Quantitatief dan! Want qualitatief ont
breekt er heel wat aan. Er zijn collega's
hier, journalisten; correspondenten van bui-
tenlandsche bladen, die in princiep nooit
een Italiaansche krant lezen..,, om niet in
de war te raken.
Vroeger is het anders geweest, maar
sinds bet Fascisme aan het journalistieken
sloeg, bleef daar weinig van over. Zooals
er in de partij maar één Mussolini is, zoo
zijn ook in de journalistiek de Mussolini s
zeldzaam. Arnaldo Mussolini, de broer van
den Duce, hoofdredacteur van de Popoio
O'Italia, en nog enkelen die voornamelijk
voor tijdschriften werken, daarmee houdt
alles op. Waar de Fascio doende is een
nieuwe kunst in het leven te roepen, den-
ke hij ook eens aan onze arme kranten,
het geestelijk voedsel van zijn miljoenen-
volk!
Voor iemand, die een beetje verstand
heeft van het krantenvak, is er weinig zoo
vreemd als een Italiaansch dagblad. Zonde
ren we de milaneesche Corriere Delia Sera
en de Romeinsche Messagero is het
misschien teekenend dat beiden van huis
uit liberaal zijn? even uit, en bepalen
wij ons tot de doorsnee Italiaansche krant,
dan vinden wij bladen die alle slechts één
maal per dag verschijnen, zes pagina's tel
len, zelden of nooit meer dan honderd re
gels advertenties hebben en die aftrelc-
seltjes van de buitenlandsche pers, voor
zoover ze goeds vertelt van het Fascisme:
strikt genomen meer revue's zijn dan
nieuwsbladen.
„De" man aan zoo'n krant is de direttore
responsabile. de verantwoordelijke direc
teur, die de betreffende onderneming krijgt
toegestuurd van de regeering. Hij blijft zoo
lang dte regeering het goed vindt, en wordt
vervangen zoodra er twijfel begint te be
staan aan zijn fascistische overtuiging. Die
directeur ploetert uit alle macht mee aan
de krant en bemoeit zich gewoonweg niet
met het administratieve gedeelte van de
onderneming, waarvoor men in Holland en
ook elders een directeur uitsluitend aan t
hoofd van een krantenfabriek stelt.
Op den directeur volgt de hoofdredac
teur die tegelijk redacteur Stad, Binnenland,
Buitenland en.... jongste bediende van de
redactie is, en die doet wat de d'irecteur
vergeet of niet doen wil. Men spreekt dan
ook niet van hoofdredacteur, maar van
cronista.
Er zijn nog enkele bladen die er een di
recteur, een hoofd-redacteur èn een cronista
op nahouden, maar hun aantal wordt verre
overtroffen doordat de bladen bij wie alle
drie die waardigheden in één en denzelf
den persoon besloten zijn.
Nu moet de krant „gemaakt" worden.
Is er nu niets aan de hand en gewoon
lijk is er niets aan de hand, dan begint
men met een artikeltje op te nemen van
één der free-lancers (losse, journalistieke
medewerkers) die speciaal van de regeering
verlof moeten hebben om die functie uit te
oefenen; laat de kas het niet toe,.... dan
steelt men zoo'n artikeltje en bant alle ge
dachte aan plagiaat verre door er tien re
gels commentaar op te geven. Daarna komt
er ander-halve pagina buitenlandsch over
zicht met een klein beetje politiek en veel
lof-van-over-de-grenzen op het Fascisme;
daarna een zeer minutieus rechtbank-
nieuws en de derde pagina: een mengeling
van literatuur en kunst, waarop ik bij ge
legenheid nog eens nader zal terugkomen.
De vierde pagina is aan het stadsnieuws
Gewijd en deels ook aan de Zwarte Kro
niek,' die aan dezen brief zijn titel gaf. Op
de vijfde pagina gaat die Zwarte Kroniek
voort en dan beginnen de mededeelingen
van den Ufficio Stampa del Partito Nazio-
nale Fascista, het regeerings-persbureau, die
in de beter gesitueerde bladen hier en
daar onderbrokn door de misselijke „nieuw
tjes" van het Amerikaansche International
News Service; voortduren tot er, op de
zesde en laatste pagina, heelemaal onder
aan, nog precies een hoekje overblijft voor
enkele erg goedkoope advertenties
Zoo gaat dat, dag in dag uit, V Zondags en
in de week.
Die mededeelingen van den Ufficio Stam
pa krijgen natuurlijk alle bladen woordelijk
gelijk, met de verplichting tot opname. Het
heele binnenlandische en deels ook buiten
landsche nieuws zit er met fascistische
geuren en kleuren in verwerkt. Het offi-
cieele buitenlandsche nieuws veelal pers
stemmen, is ik heb er langen tijd aan
getwijfeld, maar het blijkt tóch waarheid
te zijn óók woordelijk het zelfde, zoo
dat de afkomst al evenmin weinig twijfel
overlaat. Rest nog slechts het stadsnieuws.
Ook hier zijn stapels officieele mededeelin
gen, die alleen maar hoeven worden af
gedrukt en dan zijn er de programma s van
kerkelijke en wereldlijke plechtigheden die
op aanvrage afdrukkings-fiihig worden ver
strekt. Zooals u ziet, hoeft de man, die
bij toeval directeur, hoofd-redacteur, redac
teur en jongste bediende tegelijk is, daarbij
zijn middagdutje niet te missen.
Het zou me te ver voeren, wanneer ik U
wilde uiteenzetten waarom ik, ofschoon zelf
journalist en Hollander en dus a priori
tegen eiken dwang en vóór de absolute vrij
heid der pers voor Italië van harte hoopt
dat de regeeringscensuur op de kranten
nog langen tijd zal blijven voortbestaan. Dat
verdient een afzonderlijke beschouwing. En
ik keer dus terug naar het eenige brokje
originaliteit dat op alle zesde pagina's van
een Italiaansch dagblad te vinden is, naar
het Stadsnieuws, dat tevens_ één der be
wijzen vormt, dat het regeeringstoezicht op
de pers niet alleen voor de partij, maar ook
en vooral voor het volk zijn nut heeft.
Dat Stadsnieuws dan, of, zoowel het of
ficieel heet, de Cronaca waaraan de
redacteur zijn naam van cronista ontleent;
bevat, behalve het officieele en de rest
die gratis op de redactie-tafel terecht komt,
ook iets origineels dat gewoonlijk twee,
soms meer kolommen beslaat: het is de
Zwarte Kroniek of, in de gebruikelijke term
stanchi della vita de levensmoeden.
Wij weten allemaal wel dat het bloed in
het zuiden heel wat warmer stroomt dan
in het hooge noorden. En dat mist zijn
gevolgen niet. Nemen wij daarbij aan, dat
een Italiaan in drift, en hij is altijd in
drift een messentrekker, een revolver-
held is, dan kan het weinig verbazing wek
ken dat er in Rome en Napels en het land
daartusschen zoo een moordje of twaalf
per dag gebeurd.
Roofmoorden zijn uiterst zeldzaam. Het
gaat steeds om wat hier voor liefde d!oor-
gaat. Achterdochtige mannen, jaloersche
vrouwen, ge-exalteerde kinderen zijn de
daders, terwijl jonge meisjes die op een hu
welijk meenden te mogen rekenen, en daar
in teleur worden gesteld, het record hebben
in de allertreurigste statistiek. En dan zijn
er vooral de zelfmoorden. Om te beginnen
pogen zeker 80 pCt. der moordenaars en
moordenaressen zich na hun daad van het
leven te berooven. Daarbij komen degenen
die om andere redenen levensmoede zijn.
Omcflat „hij" het heeft afgemaakt, omdat
„zij" er van af zag, om een ruzie met den
echtgenoot of echtgenoote, om werkloos
heid en ook al te dikwijls louter, omdat
het hier zoo vervelend werd ziedaar
een bloemlezing uit de zeer gewichtige
redenen, waarom dagelijks zoo vele schoten
knallen, zoo talrijken zich van de hooge
bruggen in den Tiber storten. En dan dient
nog opgemerkt te worden, dlat bij het
onmogelijk hooge cijfer van dood door ge
weld, natuurlijk niet het veel grootere aan
tal is gerekend van degenen, die mis schie
ten of uit den Tiber worden gehaald door
de carabinieri, die zich in dit soort van
reddingen reeds een zeer bizondere handig
heid hebben eigen gemaakt.
Al die drama's vallen des morgens, in
den vorm van eenige korte, zakelijke, door
de politie verschafte aanduidingen op de
schrijftafel van den cronista en hij begint.
Met het oog van een kenner scheidt hii
het kaf van het koren. Met de handigheid'
van een vakman, met de geraffineerdheid
van een dramaturg rangschikt hij de „ge
vallen" zóó, dat zij van het begin tot het
einde, een volgehouden, geen moment ver
zwakten climax vormen. En dan begint hij
te werken.
Met een élan, een heilig vuur, een betere
zaak waardig, werkt hij de gevallen uit,
vlecht er een passioneelen roman om heen
giet een stroom van woorden uit dlie zijn
collega's niet-Italianen verstomt, en bouwt
zoo een drama op, dat door fijnheid van
taal, prachtige woordenkeus en kunstigen
stijl verraadt, welk een ras-artist in den
waren zin des woord9 hier anoniem met
feilen wil en bruten bravour zijn eenige
gaven door de modder sleurt. Want kunste
naars zijn het, die onbekenden, en wan
neer je soms, bij toeval, door den muur
der onbekendheid heendringt, dan schrik
je er even van dat zoo n man zich voor
zulke nietswaardigheden leenen wilde.
En het volk geniet! De kranten worden
gekocht, uitgespeld en daarna door anderen
vervangen. Dat drie, vier kranten.,drie, vier
lezingen geven van het „geval interes
seert den doorsnee-Italiaan niet. Hij zoekt
verhaaltjes, pikante verhaaltjes, zonder den
lust om in de ellende der personus dra
matis door te dringen, en hij krijgt waar
voor zijn geld. En dat is het voornaamste!
En de kranten gaan vlug. Dat is ook het
voornaamste! En de cronista ziet zijn posi
tie sterker worden, Wat alweer het voor
naamste is!
En als een donderslag bij helderen hemel,
of, om actueel te zijn: als een aardbeving
op tweeden Kerstdag, is nu plots het woord'
gevallen van Arnaldo Mussolini, den broêr
van den Duce, hoofd-redacteur van de Po-
polo d'Italia, den besten journalist van het
Fascisme, in zijn artikel: Fascisme en
Journalisme!
Hij heeft niet recht-uit, maar toch dui
delijk genoeg te kennen gegeven, dat de
zwarte kroniek een leugenwinkel is en een
schande; een langzaam vergift voor het
volk en een profanatie voor het kranten
vak dat opbouwend is; hij heeft er ook aan
herinnerd dat de plicht der bladen ^ten op
zichte van den Fascio een andere is; doch
dat geeft allemaal nog niets: het is al oud!
Wat alleen telt is het slot van zijn artikel
dat vierkant het wachtwoord dte Italiaansche
wereld! insmijt de Zwarte Kroniek moet
worden opgeheven!
Als een schok ging het door den lande.
Alle bladen commenteerden. En zeldzaam
feit er waren er bij, die een beetje
rammelden in de kluisters. Want zoo n
woord! van Arnaldo Mussolini komt alleen
na een zeer ernstige gedachtenwisseling en
een meeningsovereenkomst met zijn broêr
Benito, den DuceEn de Italianen we
ten niet waarvoor zij één en vooral twee
kranten zouden koopen, wanneer er geen
Zwarte Kroniek is. En de ondernemers
rekenen reeds na hoe hun oplage zal ver
minderen. En de krantenventers er zijn
er tien-duizenden iu Italië.. klagen al
zoo lang, dat het niets meer gedaan is
sinds er in dte Kamer en in den Senaat met
meer gevochten wordt; sinds er geen
smeuïge schandaaltjes mec-r worden ont
dekt; sinds de censuur al te groote jour
nalistiek frivoliteiten onmogelijk maakt
Het ziet er donker uit.
En nu blijkt ook nog de laatste hoop in
rook te vervliegen, want er wordt aan het
gebod uitvoering gegeven: iets wat in Italië
lang niet van-zelf spreekt en zeker nooit
vanzelf sprak. Een der bladen, dat ik niet
met name noemen zal en dat het zij ter
loops opgemerkt eens de beste Zwarte
Kroniek bezat, breekt deze al met de vol
gende ontboezeming:
„Door bemiddeling van de Prefectuur,
werden wij vereerd met de volgende medte-
deeling: De dagbladen worden verzocht om
do rubriek der zoogenaamde stanchi JelJa
vita langzaam-aan in te krimpen en ten
slotte geheel te doen verdwijnen, omdlat de
opgesmukte en romantische openbaarma
king er van een gevaarlijke suggestie blijft
voor zwakke en onevenwichtige geesten.
Ook vermijde men de passioneele tragediën
tusschen echtparen. Kortom verwijdere men
de heele Zwarte Kroniek.
Noot van de redactie: Dit verzoek vindt
ons op onze plaats van goede Fascisten!"
Het moge wat rethorisch klinken, de
eerste stap is in elk geval gezet: tot heil
van het volk en daardoor van dien Fascio.
Maar laten wij nu ook hopen, dat het vol
gehouden worde en niet, zooals in talrijke
andere gevallen, over eenigen tijd) weer in
den doofpot gestopt. En dan vooral gewaakt,
dat er niet iets anders voor in de plaats
komt, dat misschien erger blijkt te zijn, dlan
de kwaal zelf. Want een krant is een on
derneming, die winst moet opbrengen, en
er zijn nog maar al te veel bladen, die o!
zoo honing-zoet fascistisch zijn,...- wan
neer het geen geld kost!
J. H.
Naar Reuter uit Kairo meldt, is Cobham,
uit Malta te Benghazi aangekomen en van
daar verder gevlogen naar Abukir.
EEN DREIGEND GEVAAR.
Alvorens over het gevaar, dat ons land
bedreigt door een invasie van de Bisam-rat,
te spreken, zal het noodig zijn, een korte be
schrijving van dezen vijand te geven.
De Bisam-rat, Fiber zibethicus, L„ behoort
tot de knaagdieren. Het zijn in hun soort zeer
groote dieren, die 55 a 60 centimeter lang
zijn, gemeten van den neus tot het eind van
den staart. De staart is 25 k 27 centimeter
lang. Het lichaam heeft dus de afmeting van
een wild konijn.
De kop is breed, rond en stomp, de neus
'dik en kort, de bovenlip is gespleten en laat
de eenigszins oranje gekleurde snijtanden in
de bovenkaak zien. Snorharen zeer lang en
stijf. De oogen zijn naar verhouding klein. De
ooren klein en bijna geheel onder de haren
van den kop verborgen. De wangen zijn dik
en evenals de geheele kop met uitzondering
van het gedeelte rond den neus, zwaar be
haard. De hals is kort, waardoor het dier
een meer of minder gedrongen model heeft.
De voorpooten zijn kort, voorzien van vier
teenen, die alle normaal zijn en een klein
eenigszins misvormd teentje. De achterpooten
hebben vijf normale teenen, die gedeeltelijk
door een zwemhuid verbonden zijn. Alle
teenen zijn voorzien van krachtige kromme
scherpe nagels, die aan de achterpooten het
grootst zijn. De staart is zijdelings afgeplat
en aan den boven- en onderrand voorzien
van sterke haren, overigens is de staart vrij
wel kaal en geschubd.
Bij het mannetje bevinden zich onder aan
het achterlijf een paar klieren, die onder de
huid liggen- Uit deze klieren, die een naar
buiten tredende opening hebben, kan het
dier een wit, vetachtig vocht afscheiden, dat
sterk naar muskus riek';
De kleur van de huid is op den rug bruin
achtig tot bruingeel, onderkant en zijden
overgaand in grijs, staart zwart.
Het vaderland van de Bisam-rat is Noord-
Amerika en Canada. Zij leeft daar vrijwel
overal waar water is. Haa( voedsel bestaat
uit wortels van waterplanten, schelpdieren,
doch zij schijnt ook visch, eieren, kleine vo
gels X.U zoogdieren niet te versmaden.
De luid van de Amerikaansche Bisam-rat
is een gezocht artikel en vormt na bereiding
e- ta'l van verdere bewerkingen het zooge
naamde Bisam-bont, maar ook oabelbisam,
E' unkbsam, Seal-bisam, enz.
In de uitgestrekte wildernissen van Noord -
Ameriki en Canada, schijnt het dier weinig
of geen schade aan te richten, en niettegen
staande de jacht, die er op wordt gemaakt,
niet aaimerkelijk in aantal te verminderen,
dank xüziin vruchtbaarheid. Het wufie werpt
namelijk twee k drie keer per jaar 810 jon
gen. Deze jongen blijven geruimen tijd on
der de hoede der ouders.
De dieren passen zich, wat betreft den
bouw van hun nesten, geheel aan'de om
standigheden aan.
Zijn de oevers hoog, dan graven zij een
hol op vrij grooten afstand van den oever,
welk hol verbonden is door een hoofdingang,
die onder den waterspiegel uitmondt. Be
halve deze gang zijn er nog andere, die dik
wijls blind zijn en ver weg loopen.
Het hol wordt gevormd door een vrij ruime
kamer, die bekleed is met bladeren, riet enz.
en tevens dient als voorraadkamer voor den
winter.
Op plaatsen intusschen, waar de water
spiegel ongeveer gelijk met de landopper
vlakte ligt, maken zij half-bolvormige heuvel
tjes van takken, riet en gras, verbonden met
slijk en klei. Deze heuveltjes bevatten een
kamer van 40 k 60 centimeter middellijn,
welke kamer als eenige uitgang heeft een
lange gang, die ook onder den waterspiegel
uitmondt.
Boven in den koepel van de woning be
vindt zich een opening voor de luchtverver-
sching die listig aan het oog onttrokken is
door riet, bladeren en takjes Deze woningen
worden zoo mogelijk gebouwd aan water dat
niet aan groote niveau-verschillen is bloot
gesteld, dit teneinde onderloopen van het hol
te voorkomen.
Tegen den winter vertoont de Bisam-rat
neiging tot trekken, waarschijnlijk om plaat
sen op te zoeken die rijk zijn aan voedsel, s
eenmaal een geschikte plaats gevonden, dan
worden nieuwe woningen aangelegd. Voor
zoeken van voedsel is bevroren water geen
bezwaar, omdat zij geruimen tijd onder water
kunnen vertoeven en blijkbaar steeds den
weg naar hun gangopening onder water we
ten te vinden.
..oewel de Bisam-rat in hoofdzaak nacht
dier is, kan men ze toch zeer dikwijls over
dag waarnemen.
Het zijn gezellige dieren, die steeds in vrij
groot aantal bij elkander wonen. Op stille
avonden kan men ze op het land en in het
water n.et elkander zien spelen. Bij het min
ste onraad intusschen, wordt een waarschu
wingssignaal gegeven, door een harden klap
met den platten staart op het water, welke
klap dikwijls op grooten afstand hoorbaar is.
Bij dit signaal heerscht plotseling groote ver
warring. Alles spoedt zich naar het water,
om bliksemsnel onder te duiken.
Zonder twijfel zal de lezer vragen: en waar
is nu dat gevaar dat ons land bedreigt? Vol
komen juist, wanneer onze Noord-Ameri-
kaansche Bisam-rat in haar vaderland geble
ven was.
Dit nu is helaas niet het geval. In 1906 na
melijk, hebben een paar adellijke personen
uit Bohemen, het noodig geoordeeld, eenige
levende Bisam-ratten uit Canada te iinpor-
teeren, in de hoop, dat de dieren zich m Bo
hemen flink zouden vermenigvuldigen en
daar ook een bron van inkomsten ?°"rien
vormen voor hen, die zich van de hui en
meester maakten, om dan op de bontfflarkt
te worden gebracht.
Deze hoop is gedeeltelijk in vervullmë ge
gaan. De Bisam-rat heeft zich, dank zl' e(
zachte klimaat en overvloed van voecsel
ontzettend vermenigvuldigd, maar. e'
bleek d«t de pels van de in Europa geu°ren
dieren vrijwel waardeloos was, tenfli'ns e
niet in de schaduw kon staan van die van
zijn Amerikaansche neefjes.
Intusschen, het kwaad was nu eenmaa ge
schied en de dieren verspreidden zich 8S
de verschillende waterwegen langzaaffli v. r"
namelijk in Westelijk en Noordwestc JI e
richting, met het resultaat, dat zij en*e
weken geleden aan de oevers van den jn
zijn gesignaleerd.
Zondagavond heeft de avondsneltrein, die
oni 10 uur uit het Zuiden te Steenwijk moet
aankomen, tusschen Meppel en Steanwr.K
op esn onbew.aakten overweg een wielrijder
doodgereden.
Gisternacht is op den Haagweg n„bij
Delft zekere militair V.. uit Riiswijk, aan.
gereden door een Z.H.S.M.-bus. De man liep
een bekkenfractuur op en werd door de
Delftsche politie per auto naar het militair
hospitaal in Den Haag overgebracht.
Vier arbeiders gewond.
Bij Burgerhout's Machinefabriek en
Scheepswerf, aan den Kreekweg, te Rotter
dam, is door onbekende oorzaak een stel-
'ing in een aldaar ter reparatie liggend
s'oomschip „Edward Halmgebroken. De
vier zich daarop bevindende werklieden uit
Rotterdam, zijn naar beneden gestort. Een
werd zeer ernstig gewond, de drie anderen
licht.
Sedert eenige dagen trachten te Amers
foort vrouwen uit z.g. Zigeunerwagens haar
slag te slaan in winkels, vooral banket
zaken. Zij koopen wat, betalen met een
rijksdaalder en vragen dan dubbeltjes met
het beeld van de Koningin terug. Terwijl
ze die oprapen, trachten ze meteen den
rijksdaalder weer mede te nemen. Ook loe
ren de dames er op, om van schaaltjes
benbons of andere lekkernijen mee te ne
men. In de stad worden ze goed- door de
oolitie in de gaten gehouden, maar in het
Soesterkwartier, waar weinig politie is, vin
den de „handige" klanten een vruchtbaar
operatieterrein. In 'n tweetal winkels werd,
aldus de „Tel.", de t.uc met den rijks
daalder met goed gevolg toegepast, terwijl
bij een kruidenier de lade gelicht werd.
Omtrent de spoorstremming nabij Padang
Pandjang. waarvan Aneta reeds melding
maakte, vernam de „Sumatra Bode van
een passagier, dat een gedeelte van den
bergwand langs de baan tengevolge der
zware regens naar beneden kwam op het
moment, dat de kolentrein welke na den
eersten passagierstrein uit Padang Pand
jang naar Padang in dezelfde richting reed,
zou passeeren.
Een paar rotsblokken, gevolgd door een
aardmassa stortten omlaag en werden in den
verderen loop door de machine gestuit,
waardoor de trein niet meer vooruit kon.
De baan had ter plaatse een ynj sterke
helling, zoodat 't aan de stabiliteit der ma
chine te danken is, dat deze, ondanks den
krachtigen druk, niet kantelde en zelfs niet
Het machinepersoneel kwam met den
schrik vrij, doch is zeker aan een gevaar
ontsnapt aangezien de steenen en aard-
massa voor het grootste deel naast den
ingang van de machinekamer neerkwam,
't Was half twee 's middags, toen de beide
aaneengekoppelde ochtendpassagierstreinen
van Padang te Padang Pandjang aan-
kwamen.^kn^id geraaj{tc locomotief werd
kort daarop uit haar positie bevrijd en ver
volgens" door twee andere machines naar
Padang Pandjang teruggesleept.
Een der zijwanden daarvan vertoonde
ter hoogte van de machinekamer een be
hoorlijke deuk.
Van bevoegde zijde werd aan het blad
nog medegedeeld, dat op de plaats van de
aardstorting nog geregeld aarde naar bene
den komt. Er werd dag en nacht gewerkt
om de stremming zoo spoedig mogelijk
te kunnen opheffen.
De stremming bevindt zich ter hoogte van
km 72 900, ongeveer 2km van Padang
Pandjang.
Hbt is een merkwaardig feit, dat diere11 die
naar andere werelddeelen worden overge
bracht om daar voort te telen, dikwerf som
mige eigenschappen hunner ouders verüezeri
en andere daarvoor in de plaats krijgen, ("et
het resultaat dat de verandering van vader
land niet altijd een gunstigen invloed schijnt
uit te oefenen.
Een paar voorbeelden:
Jaren geleden heeft iemand onze nuia_
muscb in Amerika geïmporteerd. Sedert is cht
dier daar een ontzaglijke plaag geworden.
Hetzelfde geldt van de konijnen die naar
Australië werden gebracht. Nog steeds zucht
dit land onder die plaag, die millioeflen e"
millioenen verslindt. De verandering van ^a-
derland bracht de dieren in een voor hen
zelve betere conditie, erfelijke ziekten die
hen daar dikwijls decimeerden, hebben hen
nog niet bereikt en waarschijnlijk zijn ook
hun natuurlijke dierlijke vijanden minder Jn
aantal.
De mensch heeft dus feitelijk al dien last
aan zich zelf te wijten. Het evenwicht in de
natuur laat zich niet ongestraft door men-
schenhand verstoren. Overal waar de mensch
ondoordacht ingreep, volgde de straf onher
roepelijk. Vogelmoord op groote schaal,
wreekt zich zelf de insecten krijgen de
overhand. Roofvogels dooden wreekt zich;
Brandwachls zwart als negers.
Het stoomschip .Commewijne" van de
Kon. W. I. M„ dat momenteel voor survey
in een der bassins van de Amsterdamsche
Droogdokmaatschappij aan de Meeuwen
laan aan de Overzijde van het IJ, te Am
sterdam ligt, heeft gisteravond brand aan
boord gehad.
Om even over zevenen ontdekte perso
neel van het dok dat een dichte rook uit
de machinekamer opsteek.
In afwachting van de komst van de brand
weer werd met 'n straal op de waterleiding
gewerkt en deze omstandigheid is van in
vloed geweest op het verloop van den
brand.
Deze toch was in het begin fel. De olie-
korsten in de machinekamer, hout van stel
lages, dat op de ketels die koud waren
gelegd was, benevens smeerolie uit een
kleine tank, hadden vlam gevat en dat alles
te zamen ontwikkelde zulk een zwaren
rook dat de aanrukkende brandweer aan
vankelijk dacht, dat de groote olietanks van
A. G. Förch en J' M, Hartdorff werd uit-
Er werd tweemaal alarm gegeven en
onder bevel van de hoofdbrandmeesters
de „Commewijn." in lichtelaaie stonden,
gerukt met de drijvende stoomspuit Jason",
twee motorspuiten en een manschappen-
wagen
Krachtig ingrijpen bleek meer dan nood
zakelijk. De huid van de „Commewijne",
aan bakboord stond, evenals de uitlaten
van de groote olietanks witgloeiend. Er
werden van de „Jason", die aan bakboord
van het stoomschip meerde, twee stralen
uitgelegd en deze werden in de machine
kamer gebracht, waar een vette zware
walm de actie der brandweer ten zeerste
belemmerde. Met het waterkanon van de
„Jason" werd de huid van het schip afge
koeld.
Na een half uur was het ernstigste gevaar
geweken. Achteraf bleek, dat de inhoud
van de kleine smeerolietank door het vuur
aan het koken was geraakt en dat de bor
relende olie in de machinekamer was ge-
loopen. Er verbrandde behalve olie nogal
hout en wat poetskatoen doch aan het
schip zelf bracht dit weinig schade toe.
Na twee uur kon de laatste ploeg brand-
wachts, wier voorkomen bedriegelijk veel
op dat van negers geleek, inrukken.
De oorzaak is niet met zekerheid vast te
stellen. Vermoedelijk is, naar de Tel." ver
neemt, des middags bij de werkzaamheden,
een vonk op het poetskatoen terecht
gekomen; een andere suppositie is, dat het
poetskatoen vanzelf tot ontbranding is ge
bracht
De havenmeester, de heer W. N. van der
Pol, was bij het blusschingswerk tegen
woordig
De gentleman-dief in de hotelkamer.
Inbrekersromantiek is de wereld nog ni-1
uit. De verhalen van den grooten Onbe
kende, Lord Lister, ziin zoo onwaarschijn
lijk nog niet, als ze on het eerste gezicht
misschien liiken.
Dit bewiist wel het avontuur dat twee
vooraanstaand,, Rotterdamsche ZKtkenmen-
schen verleden Woensdag te Berlijn be
leefden.
Deze twee heeren, die geregeld voor
zaken naar Berlijn reizen, hadden, aldus
vertelt de „Msb.", zooals gewoonlijk hun
intrek genomen in een der grootste hotels
In het Westen der stad.
Dien Woensdag hadden zii des ochtends
buitenshuis doorgebracht.
Toen zij des avonds tegen zeven uur te
rugkwamen, begaf de oudste der twee zich
onmiddellijk naar ziin kamer. Reeds had hij
zijn sleutel voor den dag gehaald, om de
kamer, die steeds afgesloten wordt, te
openen, toen hii tot ziin groote verwonde
ring bemerkte dat de deur op een kier
stond.
Zeer benieuwd wat daarvan de oorzaak
kon zijn. trad hii de kamer binnen waar
hij een hem onbekenden man aantrof, die
bij zijn binnentreden onmiddellijk opstond.
1 De man was uiterst correct gekleed, ver
heugde zich in het bezit van een paar glim-*
mende lakschoenen, waarover een paar
smetteloos witte slobkousen getrokken wa
ren en droeg onberispelijke handschoenen.
„Was machen Sie hier?" informeerde de
Rotterdammer be'angstellend.
De onberispelijk gekleede meneer ver
telde dat hii al een half uur op een zeke
ren meneer Smith uit Londen wachtte.
Kamer 215 had men hem gewezen.
Toen hem gezegd werd dot hii zich dan
blijkbaar vergist had. wilde de relatie van
mr. Smith zich met een ..Entschuldigen Sie"
uit de voeten maken. Onge'ukkig voor hem
verscheen op dat oogenbük juist de neef
van den eersten Rotterdammer in de deur
opening. Deze overzag de situatie al gauw.
Speciaal viel hem op. dat ziin koffers blijk
baar verschoven waren. Niet heelemaal
overtuigd van dP eerliike bedoeling van den
vreemden bezoeker, verzocht hij dezen nog
even in de kamer te b'iiven, terwijl hij
ondertusschen om het personeel belde.
Dat een en ander wel degeli'k zijn ge
vaarlijke zijde had, b'iikt wel uit het feit,
dat de keurige meneer zijn handen voort
durend op een in het oog loopende wijze
in zijn buitenzakken verborgen hield. De
beida Rotterdammers waren dan ook in de
stellige overtuiging, dat in een dier zakken
een of ander vuurwapen verborgen was.
Het inmiddels gearriveerde kamermeisje
kon zich niet herinneren, dat zii iemand in
de kamer had toegelaten. Ook de rest van
het personeel scheen hem niet te kennen.
Aanwi'zingen genoeg om de politie te
roepen, die al gauw verscheen in de figuur
van een robusten Schupo, die. zonder veel
complimenten te maken, ziin revolver voor
den dag haalde en „Handen omhoog" com
mandeerde. Het bevel werd onmiddellijk
opgevolgd. De bruine glacétjes rezen ver
wonderlijk vlug in de lucht, waarna uit de
ter talriike zakken van het keurig gesne
den colbertje een zeer uitgebreide collectie
inbrekerswerktuigen te voorschijn kwam
eaverschillende sieraden van de
beidc Rotterdammers, zooals een dasspeld,
een gouden potlood, een horloge en een
looper. die tot alle kamers van het hotel
toegang gaf.
Het kamermeisje wist nog te vertellen,
dat de man even te voren op de gang aan
de veters van ziin molières had staan peu
teren. Een oneffenheid onder de gangloo-
scr verried de aanwezigheid van daar niet
thuis hoorende voorwerpen. Bij nader on
derzoek b'eek daar een 60 cM. lang breek
ijzer verborgen te ziin.
De 'betreffende nclitie-autoriteit, dr. Bern,
dorff, die den volgenden dag de beide
Rotterdammers voor hun koen 'optreden
kwam bedanken, bleek zeer in zijn nopjes
te zijn, waartoe ook we! reden was. De
gearresteerde dief was gebleken het hoofd
van een beruchte inbrekersbende te zijn,
een man, naar wien men tot nog toe vruch
teloos had gezocht. De polilie-commissaris
wist nog mede te deelen. dat de man een
zeer gevaarlijk sujet is. die. als de jongste
der beide Rotterdammers niet verschenen
was. zeker niet zou geaarzeld hebben zich
op krachtdadige manier een uitweg te ven
schaffen.
Nadat d<? beide Rotterdammers een be-
eedigde verklaring van hun bevindingen
hadden afgelegd, konden zii met hun sen
sationeel nieuws naar Holland vertrekken.
juist de roofvogels vormen een soort gezond-
heidspolitie, die zorg draagt dat zieke en
zwakke dieren worden opgeruimd en daar
door een gezonde bevolking onder die die
ren aanwezig blijft.
Om nu op onze Bisam-rat terug te komen,
ook hier heeft men een dier dat in zijn va
derland betrekkelijk weinig schade aanricht
te, overgebracht naar een werelddeel, dat
door zijn climatologische gesteldheid, blijk
baar de voortplanting van dit dier in de hand
werkt, maar ook tevens hem eigenrchappen
geeft, die zijn voorvaderen niet, of in veel
geringer mate hadden.
De Bisam-rat heeft zich nu geworpen op
onze ku'ltuurgewassen, als graan, groenten,
voederplanten, aardappel-n, bieten enz.
Maar ook visch, tot zelfs groote karpers
worden niet versmaad, ook eieren, watervo
gels, kikvorschen enz. vormen een welkome
afwisseling in haar menu.
Het ergste is intusschen haar vernielzucht.
Van weilanden wordt de bodem onderga-
vee, zoodanig dat het vee er in verzinkt en
dreigt de pooten te breken. Bouwland wordt
doorgraven, de wortels afgeknaagd en de
planten geheel uitgetrokken. Boomen worden
a.^eknaagd enz.
Maar het allerergste is, zijn graafwoede in
de dijken. Waterkeeringen, dijken, spoor-
wegdammen, worden aangetast en doorgegra
ven met al de vreeselijke gevolgen daaraan
verbonden. Men gelieve niet uit het oog te
verliezen, wat het beteekent een gang van 15
h 20 centimeter middellijn, dwars door de'
voet van een dijk. Het gevolg is natuurlijk
dat het water er door stroomt, naar het lager
gelegen land. Het water spoelt vrij snel zand
en klei uit dit gat, waardoor het -nel grooter
wordt. Hoe meer water er door gaat, hoe
meer materiaal wordt weggespoeld, met het
gevolg, dat in uiterst korten tijd een dijk
breuk volgt.
Wat een dijkbreuk beteekent, weten wij
hier te lande maar al te goed.
Het zal nu duidelijk worden, waarom wij
spraken van een dreigend gevaar.
Door de intensieve kuituur, waardoor in
onze polders geen hoekje ongezien of onbe
bouwd blijft, zal de Bisam-rat niet veel ge
legenheid vinden haar hierboven beschreven
nest aan de oppervlakte te bouwen en is dus
de aangewezen plaats de dijk. Voor de ster
ke dieren met hun krachtige P"ot"? en
scherpe tanden is geen dijk te hard. waar
schijnlijk zal de dijk aan de polderzijde ,wor_
den aangevallen en het nest, ongevc?( 'n,,®
kern van den dijk worden gemaakt, riet lei
nu, dat de toegang naar het nest ""(J61" (va*
ter is, doet de werkzaamheden van net gra
ven van gang en hol meestal aan het ooi.
ontsnappen. De dijk wordt dus geattaqueerd
van uit de sloot dit er langs *s "ct
nest gereed, dan zal de aanwezigheid van
water aan de andere zijde van den dijk het
dier doen besluiten ook naar dat water een
pijp te graven. Is deze pijp eenmaal aanwe
zig, dan zijn de poppen aan het dansen en
stroomt het water den polder binnen. Wordt
dit tijdig ontdekt, dan kan het doorstroomen
nog belet worden, door een zeil voor de
doorstroomings-opening te trekken. Het gat
moet dan worden afgedamd en zoo goed mo
gelijk opgevuld.
Geschiedt het laatste deel der doorgra
ving des nachts, dan is het mogelijk dat het
euvel niet meer te verhelpen is en men
voor een echte dijkbreuk staat. Men ziet,
dat betrekkelijk kleine oorzaken ontzettend
groote gevolgen kunnen hebben.
Zooals wij hierboven zeiden is de Bisam-
rat, nu reeds aan de oevers van den Rijn
waargenomen.
De Rijn is lang, dus is bet niet onmoge
lijk dat er nog eenigen tijd zal verstrijken
voordat de vijand over onze grenzen komt.
Het is daarom nu tijd, dat maatregelen
worden genomen. Het is dus noodig dat ons
Gouvernement zich in verbinding stelt me
de verschillende oeverstaten aan den K,!n'
teneinde zich regelmatig op de hoog e e
houden van den voortgang yan den vijana.
Intusschen moet hier te lande de bei o 1
Goed en grondig op de hoogte wor en g -
steld van den aard en eigenschappen van 1
dlNiet alleen dijkbesturen, maar ook jagers
en vooral de jeugd moet we en wie en wat
de Bisam-rat Ls. Op de scholen, m publieke
lokalen, postkantoren enz. moet nu reeds
een goede afbeelding met korte beschrijving
h an Gen. Een flinke premie moet worden ge
steld op het ontdekken van het dier en een
nog grooter premie op het dooden ervan.
Het voorttrekken van den vijand moet
overal worden gesignaleerd en worde in
deze de hulp van de Pers ingeroepen.
En nu ten slotte de bestrijding zelve.
Met een goed jachtgeweer kan in som
mige gevallen, voor een enkel exemplaar,
veel worden bereikt, maar met het oog op
het buitengewoon snelle duiken van het
dier, zal het gebruik van een kogel-geweer
meer aanbeveling verdienen, omdat een ko
gel uit een modern geweer geschoten, veel
sneller loopt dan hagel ui teen jachtgeweer.
Intusschen is een moderne karabijn geen ge
reedschap, dat veilig is in veler handen en
moet dus de jager een prima schutter zijn
en tevens goed jager, hetgeen niet altijd sa
men gaat.
Klemmen kunnen misschien worden toege
past, doch zoodanig, dat deze te water val
len als het dier er in zit. Dit om snel ver
drinken te bevorderen. Weliswaar loont men
de kans, dat het doode dier door zijn kame
raden wordt opGegeten, maar allicht zal ^er
nog genoeg overblijven, om den vanger zijn
premie te doen verdienen.
Het werken met gift is steeds gevaarlijk
en alleen vrij veilig in geoefende banden.
Met fretten en gedresseerde honden heeft
men in Duitschland dikwijls goede resultaten
bereikt. Het is dus ook hier te probeeren.
Rest dus nog het vangen met fuiken, ver
vaardigd van sterk ijzergaas, welke fuiken
men plaatst voor de opening van de pijp
onder water.
Niet onmogelijk is het ook nog, dat men
de dieren in hun hol zal kunnen dooden
door het gebruik van cyanamide.
Dit is een poeder- of korrelachtige stof,
die ir, een vochtige atmosfeer het daarin ge
bonden cyaan (blauwzuur gas) loslaat. Het
wordt in Amerika toegepast tot het dooden
van alle mogelijke ongedierte als schildluis
cn andere insecten, ratten, koniinen, krab
ben, schildpadden enz. De moeilijkheid in
tusschen is, dit poeder in de pijp of gang,
boven den waterspiegel in te spuiten. Heeft
men de gang eenmaal ontdekt, en is men in
staat deze gedeeltelijk bloot te leggen, dan
kan men met een soort blaasbalg het poeder
in dien gang blazen. De vochtigheid van do
wanden doet het ontbinden, het giftige gas
komt vrij en de dieren zijn na inademing
daarvan in enkele seconden dood.
Intusschen mag dit cyanamide alleen door
Geoefende menschen worden toegepast,
üvenals het cyaangas voor de dieren abso
luut doodelijk is, zoo is het dat ook voor
den mensch.
Over deze manier van uitroeiing van de
Bisam-rat is schriiver dezes nog in corres
pondentie met de fabrikanten van dit ge-
vaarlüke goedje. Is omtrent de toepassing
zekerheid verkregen, dan zal het rseultaat
op passende wijze worden gepubliceerd.
In het kort saamgevat komt de inhoud
van bovenstaande regelen op het volgende
neer:
Zorg dat het geheele publiek zoo spoedig
mogelijk op de hoogte zij van den vijand die
op komst is, want zoowel voor den landbou
wer als de stedeling staan hier groote be
langen op het spel. Voor den eerste groot
gevaar voor directe schade, voor den laatste,
zeer groote kans op belastingverhooging ter
tegemoetkoming in de schade door den land
bouwer geleden.
Laat het gouvernement niet zeggen, het is
nog niet zoo ver, want, komt de nood aan
den man, dan is het allicht ^te laat,
„Gouverner, c'est prévoir-
J. H. JURRIAANSE.
Rotterdam, December 1927.