d«
Kk.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Oerde Blad Donderdag 26 Jan. 1928
BEHANDELING DER HAARLEMSCHE
GEMEENTEBEGROOTING VOOR 1928.
Een vlot begin met hoofdstuk „Onderwijs" met een traag einde.
Schoolbouw in de Amsterdamsche buurt.
De subsidieering van de H. O. V. Een voorstel-Loosjes, om
over 1928 f 5.000.meer te geven, tenzij de provincie 5.000.
geeft, naar B. en W. om prae-advies. Een voorstel-Keesen, om een
instantie van georganiseerd overleg bij de H. O. V. in het leven
te roepen, met 306 stemmen aangenomen. De exploitatie van
het Gemeentelijk Concertgebouw.
Het Werkloosheidsvraagstuk. Critiek hierover op B. en W.
De H. O. V.
JUBILEUM PROF. LOREN1
DE TOESTAND VAN
PROF. LORENTZ.
De Theosophie en de Orde van
de Ster in het Oosten.
Tentoonstelling Belgische Kuns
Boskamp, Overveen.
De heer SCHOLL bespreekt de inrichting spoedig mogelijk de beslissing valt over de
ven de scholen 11 en 12, waarvoor hij het gionden in HaarlemNoord. Daar dit ech-
-i«.A.i.rina tionloit ter niet bekend is, overwegen B. en W.
de stichting van een dubbele school ten
westen van den Rijksstraatweg. Spr. wijst
er verder op, d,at er ruimte is op de school
aan de Tempeliersstraat.Voor kinderen, wo
nende aan de Pijlslaan, acht spr. daarom
scholenbouw niet zoo klemmend.
Evenmin is direct noodzakelijk school
bouw in de Slachthuisstraat. De voorberei
dende maatregelen zullen bestaan in het
opdracht geven aan den directeur van
O. W. tot het uitkiezen van een terrein
en het maken van een plan. Spr. acht
daarom het nemen van een beginselbesluit
niet noodzakelijk.
De bouw van een school in Tuindorp is
iets, om er van terug te schrikken. Het
aantal kinderen is te gering, om een school
te bouwen. De schoolgeldregeling v,an Bloe-
mendaal is inderdaad ongunstiger dan die
van Haarlem. Maar de geannexeerde be
woners van Bfoemendaal zijn er niet beter
op geworden, ook niet slechter, want zij
betalen hetzelfde als voor de annexatie.
Spr. bespreekt een eventueele toeslag-
regeling. Dit zou' geen bezwaar zijn, wat
afstanden betreft, als deze maar meer dan
4 K. M. zijn. In dit geval behoeven de kin
deren geen 4 K. M. af te leggen. Als de
ouders minder schoolgeld willen betalen,
kunnen de kinderen Haarlemsche scholen
bezoeken, binnen den 4 K.M.-afstand ge
legen.
Spr. komt nu tot de kwestie van al of
niet Fransch leeren. Aan de Fransche cur
sussen geven B. en W. weinig faciliteiten.
Zij vonden echter geen aanleiding hun de scho
len te weigeren. Er is dus geen sprake van
voorkeur bij B. en W. voor het leeren der
Fransche taal, maar de vereeniging voor
Fransche cursussen wordt op gelijken voet
behandeld als andere vereenigingen in zake
verstrekking van lokalen.
Spr. verdedigt de splitsing der leerlingen.
Het is in strijd met de moderne opvoedkun
de, de kinderen met ongelijke feitelijke
kennis op gelijken voet te behandelen. Dat
zou ook in strijd zijn met het belang der
leerlingen zelf.
Spr. weet niet, of de raad wenscht, dat
de verschillende onderwijs-commissies en
-organisaties hierover nog gehoord moeten
worden. Het inzicht van B. en W. staat
vast; Wil de raad dit advies vragen, dan
zullen B. en W. dit doen namens den raad,
Zij laten de beslissing aan den raad over.
Als de H. B. S. er uitgaat, zijn de plan
ner. voor de buitengewone school voor
L. O. no. 1 klaar. In zake de tijdelijke
leerkrachten geeft spr. aan, dat deze ver
vangen moeten worden door wachtgelders.
B. en W. zijn te dien opzichte niet vrij. Om
niet al te veel te moeten geven, anders
kost het. te veel, moet de gemeente wel
eens wat nemen.
Het niet-hebben van concierges aan
scholen heeft den toestand der schoolge
bouwen niet verslechterd. Het instituut
van concierges is wel gemakkelijk voor
schoolhoofden, maar moet de gemeenteraad
daarvoor vlak vallen en de gemeente tien
duizenden laten offeren?
In zake de kwestie in zake de leeraren
an de Nijverheids- en Handelsavondscholen
aanbrengen van verbetering bepleit.
De heer BOES bespreekt den stand van
het scholenvraagstuk. Hij is van meening,
dat het aantal scholen in de buitenwijken
uitgebreid moet worden, maar dat er
kans is op niet goedkeuring van een daar
toe strekkend besluit in verband met het
groot aantal scholen in de binnenstad. Spr.
meent daarom, dat deze laatste het aller
eerst voor opheffing in aanmerking komen.
Spr. meent, dat de splitsing der leerlin
gen in hen, die Fransch leeren en hen, die
het niet leeren, niet deugt. Zouden de
Fransche cursussen de oorzaak daarvan
zijn, dan moeten die z. i. verdwijnen.
Het gemeentelijk Lyceum besprekende,
vraagt spr, een overzicht v,an het aantal
leerlingen in de klassieke klassen. Is dat
aantal zeer gering, dan meent hij, dat de
stichting van het Lyceum niet is geslaagd.
Wat denken B. en W. te doen met het
adres der leeraren aan de Handels- en Nij
verheidsavondschool?
Hebben B. en W. alles gedaan, om de
invoering te bevorderen van de nieuwe
schoolgeldregeling voor het M. O.? Een
spoedige invoering acht spr. gewenscht.
Spr. vraagt, of het noodzakelijk is, tijde
lijke leerkrachten te vervangen door wacht
gelders. In ieder geval moeten die leer
krachten, naar spr, meent, niet op staanden
voet ontslagen worden.
Spr. geeft als zijn meening te kennen,
dat het beter is, dat elke school een con
cierge heeft. Spr. acht dat op den duur be
ter voor de scholen en financieel voordeeli-
ger voor de gemeente.
Evenals beide vorige spreker» uit de heer
VISSER zijn waardeering jegens het beleid
van B. en W. in onderwijszaken.
Toch zijn er enkele wenschen. Zoo dringt
spr. aan op het terug verkrijgen van het
rijkssubsidie voor het M. O. Verder dringt
hij aan op wat aangenamer bouw der scho-
len.
Hij spoort aan tot 't betrachten van bil
lijkheid bij het toekennen van subsidies,
ook aan de H. O, V.
De heer PEPER constateert een tragen
gang van zaken bij het onderwijs en klaagt
over de niet juiste beantwoording der ge
stelde vragen in de memorie van antwoord.
De kwestie van de buitenschool bespre
kende, wijst spr. er op, dat deze zaak al
heel lang loopende is. Hij meent, dat de
liefde voor de stichting dier school bij B.
cn W. verdwenen is. De goede wil is ver
dwenen, van ernstigen wil tot uitvoering
van het raadsbesluit is bij den wethouder
v en onderwijs niets te bespeuren. Spr. pro
testeert er ernstig tegen, dat aldus gehan
deld wordt met een raadsbesluit.
De heer OVERSTEEGEN bespreekt de
moeilijkheden der H. O. V. en bepleit aan
merkelijke verhooging van de subsidie der
H. O. V. Hij stelt voor, de subsidie met
30.000 per jaar te verhoogen.
Dit voorstel wordt niet voldoende onder
steund
De beer VAN KESSEL bespreekt de
overbelasting van de openbare school te
Overveen, welke school bezocht wordt
docr kinderen uit het geannexeerde gebied
van Haarlem. Hij vraagt maatregelen te
van Haarlem, nij vraagt micnancg'51'.'** \0n ue inijvkiiiv-ivx»- «n un«»v.^-v
heffen dat ook die kinderen goed onder- heeft de Minister afwijzend beschikt
v.iis kunnen volgen. Verder vestigt hij de B. en W. achten geen termen aanwezig,
aandacht op de ongunstiger schoolgeldre- om pogingen ie doen tot verkrijging van
gtling van Bloemendaal, vergeleken bij die jief; rijkssubsidie voor het M. O.^ Indien de
n Haarlem, waarbij de geannexeerde
L
W
B
Overveners in het nadeel zijn.
Wethouder BRUCH beantwoordt de spre
kers, allereerst den heer Peper. Diens
voorbeelden nagaande, als zouden B. enW.
raadsbesluiten niet goed uitvoeren, meent
>:pr. dat deze niet juist zijn. Zoo is o.m. in
zake voorbereidenden schoolbouw in het
Lcidschekwartier groote spoed door B. en
W. betracht. Niet vergeten mag worden,
dat veler adviezen gevraagd moesten wor
den en vele teekeningen gemaakt. Ook den
scholenbouw in Haarlem-Noord bespreekt
spr waarbij hij er eveneens op wijst, dat
voor den bouw hiertoe vele voorbereidin
gen getroffen moeten worden. Openbare
Werken g,a.f een ander plan, nadat een plan
gemaakt was en nu moet dit plan ook weer
onderzocht worden. Dat is een gangvar
zaken, welke men in alle gemeen
Voor den scholenbouw op het Leidschc-
plein heeft ook de commissie voor het
O. inzage van de plannen gevraagd.
Met de buitenschool is „niets aan e
handje." Er was 30.000 M2 grond beschik
baar, zooals de schoolarts medegedeeld
had. Maar zij wist d enprijs niet. Aan B.. en
werd medegedeeld, dat de grond wei
koop was, als men 1.per M2 bood.
d. en W. konden 10 Januari 1927 echter
toch dien grond niet' koopen. Het aanbod
werd gedaan met een termijn van 6 weker,
en dip termiin was onvoldoende. Getracht
is Bloemendaal te overtuigen van de nood
zakelijkheid van steun. Mr. Thiel raadde
aan te wachten tot na de verkiezingen. En
daarom is gewacht, of de pogingen der
vereeniging zouden slagen. Maar toen deze
niet vorderde, stelde spr, in B. en W. voor,
een openbare school te stichten. Toen
kwam 'de vraag op, of Haarlem in Bloe
mendaal een openbare school mocht explo1-
teeren Die vraag is 11 October om, advies
gegaan en zij is reeds het heele land door
gegaan. Waai* zij thans is, mag spr. niet
zeggen.
Nagegaan is, wat het beste was voor de
kinderen. Spr. acht het t beste, dat met
de vereeniging in zee kan gegaan worden
tot stichting van een bijzondere buiten
school, Dit alles constateerende, gelooll
spr., dat van sabotage van raadsbesluiten
door B. en W. geen sprake is.
Wat den schoolbioscoop betreft, een
voorstel ligt sinds 31 October 1927 klaar.
Maar eerst moest formeel advies gevraagd
worden aan den inspecteur van het L. O.
Deze wilde de zaak nog eens onderzoeken
n* ,OT^.2^n. advies wordt nu nog gewacht.
o hieruit blijkt, dat het adviezen vragen
tijdroovend is. Daarom is spr. als de dood
minister komt met een voorstel, dat het
onderwijs niet schaadt en verkregen rech
ten der leeraren niet deert, zullen B. en
W dit ernstig overwegen.
Wat de "zweminrichting te Spaarndam be
treft, deze is als zoodanig niet geschikt en
het geschikt maken er v,an kost veel te
duur.
Het Lyceum telt in de 3e klasse 4 leer
lingen en in de 4e klasse 7 leerlingen.
Slechts kan hieruit geconcludeerd worden,
dat het gymnasiale onderwijs ongerept is.
Bij de replieken trekt de heer SCHOLL
zijn voorstél tot stichting van een school in
het Slachthuiskwartier in. Zijn voorstel
over de splitsing der al of niet Fransch-
leerende leerlingen adviezen te vragen
handhaaft spr.
De heer VISSER vraagt, alsnog maatre
gelen te treffen tot behoud van bet zwem
bassin te Spaarndam.
Na beantwoording door wethouder
BRUCH worden de algemeene beschouwin
gen gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders in z'a'ke het treffen van
voorbereidende maatregelen voor school
bouw in de Amsterdamsche buurt wordt
aangenomen. Eveneens wordt aangenomen
niet-Fransch-leerenden wordt
WBijOVpostC447 Tt'elt de heer SCHOLL voor,
de kosten van de oudercommissies
f 300 tot f 600 te verhoogen.
Wethouder BRUCH bestrijdt dit, op
grond van het feit, dat de ouders voldoende
vertegenwoordigd zijn en geen nieuw in
stituut noodig is,
De heer CASTRICUM wijst er op, dat
de rekening over 1926 een bedrag van
188 aanwijst; 30" zal dus ruim voldoen-
dc blijken. Waarom zou deze post dan nog
300 verhoogd moeten worden?
De heer SCHOLL wil de verhooging van
300 ter beschikking stellen van B. en W.,
opdat deze ze gebruiken, om te doen, wat
voor de oudercommissies noodig is.
De heer KLEIN heeft de ervaring, dat een
oudercommissie opgericht wordt, als het
hoofd van de school deze noodig oor
deelt.
Wethouder SLINGENBERG is tegen
verdubbeling van dezen post op dit oogen-
b'ik. Mocht grooter crediet noodig zijn, dan
zullen B. en W. voorstellen indienen.
De heer SCHOLL trekt zijn voorstel in,
- --„.„in is spr. a.s uc uuuu Bij post 547 dient mej. VAN VLIET een
voor een commissie van bijstand voör het voorstel in, om het gemeentebestuur door
onderwijs en voor een Centrale Ouderraad, gedelegeerden vertegenwoordigd te laten zijn
D. en W» stellen er prijs op, dat zoo in het bestuur van „Kindervoeding"
Dit voorstel wordt, na bespreking, verwor
pen met 2214 stemmen.
Bij post 585 vaagt mej. BERDENIS VAN
BERLEKQM met de regeling van de adjunct
klerken bij de openbare leeszaal en biblio
theek en hun bevordering tot klerk niet te
wachten tot de personeelsformatie aan de
orde komt.
Wethouder BRUCH merkt als voorzitter
der Commissie van Toezicht op, dat een
goede opleiding noodig is, om als assistent
geplaatst te kunnen worden in een openbare
leeszaal en bibliotheek. Men moet ook iets
gevoelen voor het leeszaalwerk. De assis
tenten kunnen als voorlichters van het pu
bliek nuttig sociaal werk verrichten.
Een salarieering van 1.390 a 1.900 is
te weinig. Spr. hoopt, dat deze zaak apart
zal behandeld worden. Spr. geeft als zijn
meening te kennen, dat hier van onrecht ge
sproken kan werden.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
de bedoelde kwestie apart zal behandeld
worden, vóór de personeels-formatie.
Bij post 589 bespreekt de heer LOOSJES
de aangevraagde verhooging der subsidie
van de H. O. V. met 10,000,Spr. meent,
dat in deze omstandigheden wel voor uit
zondering te pleiten is Er is een nieuwe
directeur gekomen, die zich nog moet in
werken.
Daarenboven is er kans, dat de Prov. Sta
ten subsidie ge\en.
Spr. gelooit, dat de H.O.V. in deze over
gangsperiode geholpen moet worden.
Spr dient daarom een voorstel in, om voor
1928 35.000 subsidie te geven. De extra
subsidie zou dus 5.000 bedragen.
De heer VAN LIEMT mist toch iets in de
toelichting van den heer Loosjes en wel de
voor de H.O.V. gunstige veranderingen in
het contract tusschen de H.O.V. en de ge
meente. Die wijziging is vanf groot financieel
belang voor de H.O.V, Daarom is spr, tegen
verhooging in dit stadium. Laat men bet
resultaat afwachten van de gunstige ver
anderingen.
Dit oogenblik acht spr. het meest onge
schikte oogenblik voor verhooging.
De heer GROENENDAAL is voor het
voorstel tot verhooing, maar hij meent,
dat Prov. Staten wel spoedig een subsidie
moeten verleenen, om de H. O. V. blijvend
te kunnen helpen.
De door den heer Van Liemt genoemde
wijzigingen in het contract, zijn nog slechts
in een voorstel van B. en W. belichaamd.
De H. O. V. krijgt dan van 10 van de 40 te
geven uilvoeringen ontheffing, maar zij
moet dan nog trachten, dien tijd bezet te
kunnen krijgen, om in andere plaatsen te
kunnen musiceeren
Spr. acht het ook niet zoo'n groote
gunst voor de H. O. V., dat zij ook de con
certen in het Concertgebouw kan geven
in plaats van in den Hout, want door slecht
weer is het toch dikwijls gebeurd, dat uit
voeringen in den Hout niet kunaen door
gaan.
De heer KEESEN meent, dat de gemeen
te eenige zeggenschap moet hebben in zake
de arbeidsvoorwaarden en de rechtsp «iris
van de orkestleden der H, O. V,
Spreker dient daarom een voorstel in,
waarbij in de bepalingen der overeenkomst
opgenomen wordt, dat een instantie van
Georganiseerd Overleg ingevoerd wordt bij
de H. O. V.
De heer VISSER wil voor dit jaar wel
500extra subsidie verleenen.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN heeft
het altijd jammer gevonden, dat hij voorstel
len tot subsidieverhooging der sympa
thieke H. O. V. heeft moeten bestrijden.
Zij lijdt aan chronisch geldgebrek.
Voor meer verleening van subsidie wil
men verschillende verbeteringen. maar al
geeft men meer, dan zullen die wenschen
toch niet bevredigd worden. Dat leert de
ervaring ook in andere plaatsen. De laat
ste jaren heeft de raad zich op het stand
punt gesteld, dat zoo goed als niet méér
subsidie verleend moest worden.
Nu zijn B. en W. tegemoet gekomen aan
de klachten van Het bestuur en van de
orkestleden en de voorwaarden der over
eenkomst gewijzigd. Dat is in algeheele
overeenstemming geschied. Met een zwaar
hart is de H. O. V. 1928 ingegaan. Nu is
er de kwestie van een provinciaal subsidie.
Daarover moet nog beslist worden. Maar
die prov subsidie van 5000zal dan
gelden voor 1928. Spr. vraagt zch af of ook
de gemeente nog 5000.extra moet
geven.
Er is geen symptoom, dat de prov. geen
subsidie zal geven en moet nu de gemeente
toch 5000 geven? Spr. gelooft van niet.
De vereeniging kan wel aantoonen, dat nog
meer geld noodig is, maar spr. gelooft, dat
niet boven de subsidie van 30.000 uit
gegaan moet worden
Spr is verder van oordeel, dat niet di
rect ingegaan moet worden op de idee van
den Ned Tookunstenaarsbond om de ar
beidsvoorwaarden en rechtspositie van de
orkestleden bij overeenkomst te regelen. Zelf
verlangen die orkestleden en het bestuur
der H. O. V. dit niet. Spr. kan dit te meer
zeggen, omdat er een goede verstand
houding bestaat tusschen den nieuwen
directeur en de leden.
Wethouder SLINGENBERG ontraadt aan
neming van het voorstel-Loosjes. Spr. acht
het te naïef, voor te stellen, alsof slechts
voor dit jaar de 5000extra zullen
gelden. Als die extra subsidie verleend
wordt, zullen wij er blijvend aan vast
zitten.
Daarenboven kan spreker verzekeren,
dat. als de provincie subsidie verleent, deze
zal gelden voor 1928.
De heer BIJVOET dient een amendement
in op het voorstel-Loosjes, om de extra
subsidie van 5000.te verleenen tenzij
de provincie over 1928 5000.verleent.
De heer KEESEN bepleit nogmaals aan
neming van zijn voorstel.
De heer GROENENDAAL bepleit aan
neming van het voorstel-Loosjes. Bij een
kleine verhooging van salarissen der H. O. V.-
orkestleden is reeds 5000.noodig-
De VOORZITTER deelt mede, dat de
heer Loosjes het amendement-Bijvoet over
neemt.
De heer LOERAKKER acht het amende
ment-Bijvoet een verslechtering van de be
doeling van het voorstel-Loosjes en ver
klaart zich daarom tegeh het amendement.
De vergadering wordt geschorst tot des
avonds.
AV OND VERG ADERING.
De H. O. V.
Te kwart over acht wordt de vergadering
heropend.
Voortgezet worden de besprekingen over
de
subsidieering van de H. O, V.
De heer LOOSJES zegt, het amendement-
Bijvoet te hebben willen aanvaarden, om te
voorkomen, dat de provincie geen subsidie
zou geven, omdat de gemeente Haarlem toch
geeft. Spr. wenscht echter zijn voorstel te
handhaven, omdat het mogelijk is, dat de
vreugde over het gewijzide contract niet zoo
groot is. Er moet van die extra 5-C00
veel af.
1 November 1927 had de H.O.V. een batig
saldo van 3.000; er is dus geen tekort van
11.000. Men zegt allerlei dingen van de
H.O.V., welke niet juist zijn.
De heer KLEIN heeft zich verbaasd over
het voorstel-Loosjes, omdat juist, hij en zijn
medestanders onlangs gezegd hebben, dat
hetnu de allerlaatste keer was,
meer hulp moest verleend worden.
Spr. heeft zich ook verbaasd over de
woorden van den heer v. d. Kamp, die zei.
dat, wat de Toonkunstenaarsbond vroeg,
reeds bij de H.O.V. was. Als er iets is, dan
zou het niet gevraagd behoeven te worden
Ten slotte heeft spr. zich verbaasd over
wat de heer Heerkens Thijssen zeide, zelfs
zóó erg, dat spr. er maar het zwijgen toe
doet.
De heer WOLZAK is van oordeel, dat
eerst maar rustig afgewacht moet worden,
wat de provincie doen zal.
De heer VAN LIEMT meent, dat de
H.O.V, door het gewijzigde contract, o.m.
door den vrijdom van zaalhuur bij volks
concerten, in veel betere conditie zal ko
men en blijven.
De heer VAN DE KAMP wijst er op, dat
er indertijd overleg gepleegd is tusschen de
H.O.V. en een Commissie van Arbitrage
e.a.; waarbij de orkestleden wel het een en
ander bereikt hebben, al is het niet de volle
100 pCt. Spr. acht het niet tactisch, nu ver
betering der arbeidsvoorwaarden te vragen.
Spr. wijst er op, dat er een „heel aardig"
concert gegeven moet worden, wil men 'n
honderd daalders overhouden.
De begrooting voor 1928 wijst een tekort
aan van 8500. De H. O. V. rekent op een
provinciale bijdrage, maar dan is er nog
een tekort. Er zit dus muziek in. De sub
sidie is eens verhoogd van 15.000 tot
30.000, maar de salarissen van 32.000
tot 65.000. Van de subsidie komt 8000 in
de gemeentekas terug.
Wethouder SLINGENBERG; „Ook een
argument- Er komt nog wel wat anders in
de concertzaal."
De heer VAN DE KAMP: Het loopt
er nogal druk."
Wethouder SLINGENBERG; „Drukker
dan bij de H. O. V."
De heer MIEZéRUS is wel van meening,
dat er een goed orkest moet zijn, maar het
is slechts de vraag, wat men onder goed
verstaat, Spr. meent, dat het laatste na
jaar de raad genoeg heeft gedaan voor de
H O. V.
De heer JOOSTEN noemt het onjuist
dat de raad een vorige maal gezegd zou
hebben, dat de verhooging nu voor het
laatst moest toegekend worden. De raad
heeft toen verklaard, vrij te hebben willen
staan tegenover elke verdere subsidie
verhooging.
De heer KLEIN blijft er bij, dat een
vorige maal wel gezegd is, door verschil
lende leden, dat de subsidie nu voor het
laatst moest toegekend worden.
De heer LOERAKKER gelooft, dat, wan
neer de verhooging toegekend wordi op
deze begrooting dit z.i. een onjuist stand
punt is. Indien het grootere bedrag noodig
blijkt te zijn, kan de aanvrage later be
sproken worden.
Wethouder REINALDA merkt op, dat bij
verhooging van de subsidie, het bedrag van
35.000 voorgoed in de begrooting vast
gelegd wordt. Spr. wijst op de onlangs
gehouden steunactie, welke ten slotte een
batig saldo van 3895 gaf.
De H. O. V. raamt voor 1928 een na-
deelig saldo van 8100. Op die begroo
ting wordt echter het batig saldo van
3895 gemist. Nu kan men wel voor de
begrooting de subsidie verhoogen, maar dan
neemt men weg 't geraamde tekort, anders
niets. Als de H. O. V. echter 5000 krijgt
van de provincie, zal zij dat geld ook wel
uitgeverf? omdat dan een provinciale tour-
née gemaakt moet worden
Op grond van de gestie der commercieele
leiding der H. O. V. ontraadt spr. verhoo
ging van de subsidie, omdat men niet weet,
waar het blijft. Aan het einde van bet
boekjaar kan overleg omtrent verderen
steun verleend worden. Spr. zou het voor
stel-Loosjes naar B. en W. willen zenden
om prae-advies, opdat daaromtrent overleg
gepleegd kan worden met de H. O. V., ter
wijl de gemeente ook toezicht moet houden
op het commercieel beleid.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN geu
looft, dat de kleinere gemeenten in de
provincie, waar de H. O. V. moet gaan
spelen, wel zullen bijdragen zoodat dus de
prov. subsidie niet geheel mag genegeerd
worden.
De 30.000 zijn contractueel vastgelegd
in het contract, als gemeentelijke subsidie.
Een vorige maal werd een bijdrage in het
tekort gevraagd. Dat is wal anders dan
verhooging van subsidie. En spr. vreest,
met mr. Slingenberg, dat die verhooging
het begin is van bestendige verhooging.
De heer LOOSJES gaat er mede accoord,
dat zijn voorstel naar B. en W. om prae-
advies gaat.
Wethouder REINALDA heeft persoonlijk
gesproken en niet namens B. en W.
Wethouder SLINGENBERG merkt op,
dat B. en W. zich op geen enkele wijze
vastgelegd hebben tegenover het voorstel
Loosjes.
De heer GERRITSZ meent dat de ge
meente niets gedaan heeft in zake de fi-
nancieele gestie der H.O.V. Spr. meent,
dat in elk geval prae-advies uitgebracht
moet worden.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN ant
woordt, dat de commissie meermalen de
financieele gestie der vereeniging onder
zocht heeft.
Het voorstel-Loosjes gaat naar B. en W.
om prae-advies.
Het contract met de H.O.V. wordt goed
gekeurd.
Het voorstel-Keesen wordt aangenomen
met 306 stemmen.
Tegen de leden Wolzak, Klein Schiphorst,
Bartels, Loosjes, De Breuk en Bijvoet.
Bij post 590 spreekt de heer PEPER als
zijn meening uit, dat de vreemde toestand
aan het gemeentelijk concertgebouw niet
bestendigd mag blijven. De beheerder is in
gemeentedienst en tevens particulier on
dernemer.
De heer VAN LIEMT bespreekt den niet
goeden toestand van het schilderwerk. Er
zijn beschadigingen welke noodzakelijk in
orde gebracht moeien worden.
De heer VAN DE KAMP vraagt, voort
aan een duidelijke rekening van de ex
ploitatie over te leggen.
Wethouder REINALDA antwoordt op dit
laatste, dat dit bijna onmogelijk is, tenzij
men er een afzonderlijk bedrijf van maakt.
I er voldoening aan de rekeningsvoorschrif
ten van Ged. Staten, moeten de bedragen
bij verschillende posten ondergebracht
worden.
De concertzaal zal indertijd eens nage
keken moeten worden voor het verrichten
van nieuw schilderwerk.
Wat de vraag van den heer Peper be
treft, de zalen worden feitelijk gemeente
lijk geëxploiteerd. Er is echter nog de ex
ploitatie van het buffet. Men heeft den ex
ploitant der vroegere sociëteit „Vereeni
ging" zijn broodwinning niet willen ontne
men De zaak van exploitatie van het buf
fet heeft dfe voortdurende aandacht van
B. en W.
De exploitant heeft een inkomen uit zijn
buffet, dat niet te controleeren is. De
eenigste manier, daaraan te ontkomen, i®.
hem zijn exploitatie van het buffet te ont
nemen en deze te verpachten.
Dan kan een ander het pachten, waarbij
de exploitant slechts 1.200 salaris heeft
plus provisie van de zaalhuur. Ook is °*er-
wogen de exploitatie der zalen ®P "ra
gen aan den directeur van den Stads
schouwburg, maar dan maakt men den ex
ploitant broodeloos. Dat willen B. en W.
niet.
Bij post 591 stelt de heer Visser voor, de
orgelbuur in het gemeentelijk Concertge-
dat bouw van 40 tot 25 per avond te ver
lagen.
Wethouder BRUCH deelt mede, dat B.
en W. niet vasthouden aan het bedrag van
40 als het orgel niet den geheelen avond
gebruikt wordt of wanneer het niet het
hoofddoel van den avond is, of wanneer een
vereeniging waar kan maken, dat zij een
bedrag van 40 niet kan dragen. Spr.
ontraadt aanneming van het voorstel-Visser.
Het voorstel-Visser wordt verworpen met
289 stemmen.
Post 591 wordt met 200 verhoogd voor
bureaukosten der blindencommissie.
Bij posten 593 en 594 verklaart mej, BFR-
DENIS VAN BERLEKOM zich tegen de
subsidie-verleening aan het St. Franciscus
Liefdewerk en het Francisca Romana Lief
dewerk. Die vereenigingen verrichten vol
gens haar geen werk, dat voor gemeente
lijke subsidieverleening in aanmerking
komt. Dat werk vertegenwoordigt een be
paald godsdienstige richting, maar dat deen
h.i, meer kerkelijke kringen. Zij doen ook
wel maatschappelijk werk, maar dat be
hoeft niet vanwege de gemeente gesteund
te worden. De kinderen krijgen brood en
koffie, maar daarvoor hoeft de gemeente
geen geld te geven.
Wethouder BRUCH deelt mede dat B.
en W. van oordeel zijn, dat, als de belang
stellende vereenigingen zelf offers bijdra
gen, en door de vereenigingen serieus werk
wordt verricht, ook de gemeente steun
moet verleenen.
Dan heeft de gemeente de taak, de hel
pende hand te bieden.
De stem ven Mej. Berdenis van Berle-
kom was er een uit het verleden, toen men
wel meende, dat een bepaalde richting
vertegenwoordigd moest zijn. Dat is nu een
overwonnen standpunt.
Wordt het werk serieus verricht, dan is
het een gemeentebelang.
De posten worden goedgekeurd.
Een voorstel-Visser, om B. en W. uit te
noodigen in overleg met de aid. Spaarndam
van „Het Witte Kruis" te overwegen, hoe
voorzien kan worden in het gebrek aan 'n
zwemgelegenheid, wordt door wethouder
BRUCH bestreden.
De heer VISSER trekt zijn motie in.
Geopend worden de algemeene beschou
wingen over hoofdstuk IX,
„ondersteuning aan behoefti-
gen en werkloozen.
De heer GERRITSZ wijst op het groot
aantal (1600) werkloozen. Reeds jaren zijn
velen aangewezen op gemeentelijken steun.
In 1902 en 1903 stond Haarlem aan de
spits met het aanpakken van het vraag
stuk der werkloosheidsbestrijding; hoe
Haarlem een der eerste gemeenten was,
om de werkloosheidsverzekering te steu
nen; hoe in 1907 Haarlem het initiatie!
nam tot onderzoek; hoe in de oorlogsjaren
nog het werk van den Zeeweg aangepakt
werd.
Thans neemt Haarlem geen initiatief
meer. In de Arbeidsbeurs is na 1917 niets
veranderd.
Inzake de werkverruiming is thans een
klein aantal werkloozen te werk gesteld.
Er wordt niet nagegaan, hoe groot het
aantal geoefende werkloozen is, hoe de te
werkstelling kan zijn, of er bijv. in de me
taalbedrijven meer arbeiders werken dan
vroeger. Voorheen waren daarover gege
vens bekend. Z, i, moet een indrutief on
derzoek ingesteld wrden naar de industrie,
naar verandering van den toestand bij de
industrieën. Nagegaan moet worden, wat
een belemmering kan zijn voor het ver
keer. Zijn de haven- en kaaigelden te
hoog, dan moeten zij verlaagd worden.
Een goed gefundeerd onderzoek, waaruit
conclusies getrokken kan worden voor de
industrie, missen wij,
Spr. heeft steeds getracht de gemeente
in die richting op te stuwen. Een groot deel
der werk'oozen behoort tot de ongeschool
den, die voor alle werk op te leiden zijn.
In 1923 heeft daarom de S.D.A.P. reeds
voorstellen ingediend voor dadelijke en la
tere uitvoering door werkloozen.
Spr. heeft voorgesteld, te beginnen met
de voorbereidende werken voor den zoo
te noemen Noorderhout. Nu is er wel een
uitbreidingsplan, maar wannéér kan met
die werken worden begonnen? Spr. heeft
er niet veel vertrouwen in. Een jaar gele
den heeft spr. gesproken over de bebos-
sching der duinen Nog steeds is er geen
prae-advies over verschenen. Is er bij B. en
W. nu van onwil of onkunde sprake? De
zaak is toch vrij eenvoudig. Maar er is ge
vraagd, of het rijk een bijdrage wilde ver
leenen. Als het rijk weigert, wordt er dan
niets gedaan? Men had toch reeds met de
ontwikkeling der plannen kunnen begin
nen. Spr. betoogt, dat de Onteigeningswet
aan deze zaak geen afbreuk kan doen.
In andere provincies zijn vereenigingen
oogezocht, welke werk doen, wat spr. ook
hier wil laten verrichten. Waarom kan dat
niet hier. De gemeenten Amsterdam, Haar.
lem, Zandvoort en Bloemendaal zouden 'n
groote vereeniging voor exploitatie hebben
kunnen vormen. Daarin zou ook de provin
cie betrokken kunnen worden. Haarlem had
het initiatief kunnen nemen, want spr. wil
niet wachten op hetgeen de provincie mis
schien wil doen. Als B. en W. bezield wa
ren geweest met den drang, om wat te
doen en geen kapstok hadden gezocht, was
er ook wat gebeurd.
Bij werkloosheid doen zich materieele en
moreel nadeelige gevolgen voor, welke in
latere geslachten zullen voortleven. Naast
deze werkverruiming bespreekt spr. de door
hem indertijd gerichte waarschuwing inza
ke de opleving der industrie. Als een Haar
lemsche firma onlangs een opdracht van
de gemeente zou gekregen hebben, zou zij
niet eens de noodige werkkrachten hebben
kunnen kriigen, boewei er werkloozen ge
noeg zijn. Men heeft nagelaten, een aantal
arbeiders de geschiktheid voor hun arbeid
te doen behouden of verder te ontwikke
len. En nu zijn het halve krukken op de
arbeidsmarkt. Er is geen enkele poging ge
daan, dat kwaad tegen te gaan. Al zou
den de maatregelen slechts tientallen ge
holpen hebben, zij hadden toch getroffen
moeten worden.
Men had moeten zorgen voor vakbemid
delaars.
Men had moeten zorgen voor vakbemid
delaars.
Spr. kan niet anders doen, dan zijn leed
wezen er over te uiten, dat de werkloos
heidsbestrijding niet meer op het hooge
plan van vroeger staat. Spr. kan een mo
tie voorstellen, maar wat moet bij er in
zetten? Wat moet hij met het voorstel der
S.D.A.P. doen?
Spr. begrijp niet. dat het college van B.
en w.. zooals het samengesteld is, niets
gedaan heeft bet laatste jaar. Dient hij 'n
motie van afkeuring aan, dan wordt zij
verworpen en dan is spr, nog verder van
buis,
Spr protesteert daarom tegen de houding
van B. en W, en doet een beroep op het
sentiment van B. en W„ om meer te doen
dan voorheen.
Spr. vraagt spoedig prae-advies op de
door de S.D.A.P. in Maart ingediende
voorstellen.
De heer VAN KESSEL vraagt een nade
re regeling voor het ziekenhuisfonds „Voor-
ZOrê-" Spr. stelt voor, voor 1928 aan dit
fonds een bijdrage van f 0.80 per lid per jaar
te verleenen, berekend naar bet aantal
Haarlemsche leden op 1 Juli a-s.
Spr. komt dan tot de werkloosheidsbe
strijding. Hij vindt bet ondersteuningsbe
drag door het B. A. van f500.000 groot.
Daarenboven wordt er veel fraude me»
de gepleegd. De menschen blijven maaf
leunen op den arm der overheid, 700 men»
schen worden door het B. Ai gesteund
en als men nu in den raad moet smeeken
om sneeuwopruimers, dan mankeert er iets
aan. Waarom draagt men den werkloozen
geen werk op? Daarmede is de gemeente
gebaat.
Wat de heer Gerritsz opmerkt over hei-
de-ontginning is heel wat anders dan be»
bossching der duinen. Afzanding der dui»
nen is goed, omdat men dan vruchtbaren
bloembollengrond krijgt. Bebosaching det-
duinen maakt echter den grond niet pro<
ductiever. Spr. is wel van oordeel met den
heer Gerritsz, dat het gemeentebestuur
niet actief genoeg is inzake Oe werkloos
heidsbestrijding, Over de wijze van bestrij
ding verschilt spr. met den heer Gerritsz. j
Spr. hoopt, dat B', en W, aan het bet jog
van den heer Gerritsz alle aandacht schen
ken en maatregelen nemen tot werkver
ruiming en werkloosheidsbestrijding.
Spr. vindt ook, dat te werk stelling van
100 werkloozen op het groote aantal vat
12C0 a 1300 wel wat weinig is. Er kunnen
wel meer te werk gesteld worden.
De heer LOERAKKER vindt het bedrag
van 500,000 uit te keeren door bet B. A.,
wel wat groot.
De critiek van den heer Gerritsz kan
spr. niet aanvaarden, maar wel aanvaardt
hij de grondgedachte van diens betoog Spr.
onderschrijft het zakelijk deel van het be
toog van den heer Gerritsz. Er moet meer
gedaan worden aan werkverruiming.
Spr. vraagt verder, of niet zooveel mo
gelijk producten van de Nederlandsche in-
dustrie betrokken kunnen worden mede
ter werkverruiming in Nederland.
De heer OVERSTEEGEN acht den uit-|
gekeerden steun te laag. Spr. gelooft, drt
die te weinige steun de menschen demorah- I
seert. Spr. wil den steun gelijk stellen met
het loon van een middelmatigen arbeiL-r.
Spr. gelooft, dat een gezonde revolutie aar
den bestaanden toestand een einde 1
maken.
Spr. dient een voorstel in, om de onder
steuning gelijk te maken met het loon van
een middelmatigen irbejder.
Dit voorstel wordt niet voldoende ge
steund.
Dan dient spr. een voorstel in, de onder
steuning aan valide arbeiders geheel stop
te zetten.
Ook dit voorstel wordt niet voldoende
gesteund.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdagmiddag.
MEDEDEELINGEN AAN DEN RAAD. 4
a. Ingekomen zijn;
een adbaesie-betuiging van de Afdeeling g
Haarlem en Omstreken van de Vereeniging
„Volksonderwijs" met het verzoek der Af
deeling Haarlem van den Bond van Neder
landsche Onderwijzers inzake het stichten
van een school voor U.L.O. in het Noorde
lijk stadsgedeelte;
verzoekschriften van G. Schoone, direc
teur der N. V. Autobus Exploitatie „Storm
vogels", om in aanmerking te komen als ex
ploitant van autobuslijnen;
een verzoekschrift van den Nederland-
schen Toonkunstenaarsbond om het door de
Haarlemsche Orkest Vereeniging gedaan
verzoek om verhooging van het jaarlijksch
subsidie in te willigen en om in de ont
werp overeenkomst eenige wijzigingen aan
te brengen. Te behandelen bij het desbetref
fende punt der agenda).
b. Gesteld wordt in banden van Burge
meester en Wethouders om prae-advie?
een verzoekschrift van de R. K. School-
yereeniging om medewerking te verleenen
voor het aanschaffen van een aantal voer-
werpen ten dienste van het onderwijs in d«
Natuurkunde in de school aan de Cruquius-
straat 2.
c. Besloten wordt om ter voldoening aan
een verzoek van den Pensioenraad eene ver
klaring af te geven als bedoeld bij art. 133,
3e lid der Pensioen wet 1922, ten aanzien
van;
a. P. C. van Arkel als tijdelijk leeraar
aan de Hoogere Burgerschool met 3-jarigea
cursus, enz, voor het tijdvak van 18 Febrn-
ari 1918 tot met 15 Maart 1918; en
b. Mej. Mr. F. H. B. Nolthenius als tijde
lijk leerares aan de Meisjesschool voot
Middelbaar Onderwijs met 5-jarigen curstn
voor het tijdvak van 1 April 1916 tot en
met 14 Juli 1916.
Bij de herdenking van prof. Lore r'
hoogleraarschap waren gisteren onder u
vele blijken van belangstelling telegr n-
men van H. M, de Koningin, Z. K. H. n
Prins, van den Minister van Onden
Kunsten en Wetenschappen a.i., van t
vertegenwoordigers der Leidsche Un:
siteit en van de Technische Hoogesch
van e Kon. Academie van Wetenschap] i„
het Kon. Instituut van Ingenieurs, er.
scheidene andere autoriteiten, geleerd :.i,
genootschappen en particulieren.
Onder de bloemstukken viel een fraai
stuk op van de diricteur van Teyler's
Stichting.
Hoewel de koorts van den patiënt ""g
aanhoudt, is de algemeene toestand ia
prof. Lorentz bevredigend.
Wij herinneren eraan, dat dezen avonc 'n
den Janswegschouwburg de weibeker e
Dominicanerpater fr. Felix Otten v-
Geloof en Wetenschap zijne voordra rit
houdt over bovengenoemd actueel en be
langwekkend onderwerp.
In de oorlogsjaren bezocht ik eens in Den
Haag 'n tentoonstelling van moderne kur.
meer vreemd dan modern. Destijds werd
over deze soort kunst, een zinlooze con
structie van vlakken en kleuren in kunst
kringen, zwaar geboomd. Het behoorde tot
den goeden toon over deze buitenissige uitin
gen met dikke, nietszeggende phrases te
spreken. Een dame, die op de tentoonstel
ling het publiek moest voorlichten, vroeg
me, hoe ik 't vond. En toen niet ving ge
noeg het antwoord kwam, zeide ze; Eens
zal het tot ons moeten doordring Die
profetie is niet bewaarheid. Thant
soort kunst hier in Holland achter ons. Het
was voor dien tijd een misschien wel eerlijk
zoeken naar een richting, die eens komen
zou. En die nieuwe richting is gekomen.
Daarom doet het vreemd aan, thans nog in
de zalen van Boskamp een tentoonstelling
te vinden van vier Belgische schilder»,
werk, dal als nabloei kan beschouwd wor
den van de richting, die wij reeds achter
ons hebben en die de onzen indertijd nog
wel zoo pittig wisten te behandelen.