ONZE VROUWENRUBRIEK
i
M
.1
n
DE BUREN!
EEN SPEELKAMERTJE.
wmmmmt
KINDERKLEEDING
SPROETEN.
OPVOEDING TOT DE GEZINSTAAK.
RECEPTEN.
HANDSCHOENTJES-MISERE.
PEIGNOIRS VOOR DAMES.
kBmtfmÊ
■PP j
f#" il* pi
tmm
'•y.X'
wÊÊmm
B
AAN MN
(jW/ri-
JUL
Overname uit deze rubriek zonde» schriftelijke toestemming verboden.
Er zijn twee soorten van menschen:
menschen die leven en wonen en huis
houden voor hun eigen genoegen, en
menschen, die zulks doen tot genoegen
en stichting van hun buren er althans
met zenuwachligen ijver naar streven.
Op 't eerste gehoor klinkt zooiets erg
altruïstisch en sympathiek! En toch is
in aangelegenheden als deze een dik
huidige en onmeédoogende zelfzucht de
•enig gezonde zielsgesteltenis!
De burerf! Met de tegenwoordige ma
aier van Wonen in risten kleine, gelijk
soortige, gehoorige huizen met allemaal
dezelfde voordeuren, ramen en hekjes,
de heele buurt door, schijnen ze nog veel
dichterbij geschoven te zijn dan ooit.
Ze lijken dén heelen dag met hun ooren
of heel hun luisterend-gebogen lichaam
tegen de dunne muren te liggen, ze
lijken voortdurend over de popnige haag
jes vóór te hangen, of door het raster
werk In den achtertuin te loeren; ze
weien wannéér je uitgaat, een hoestbui
hebt of /t. licht uitdoet z-; leven niet
meer naaat, maar half bovenop je, de
buren van tegenwoordig.
Daar komt dan nog bij, dat iedereen,
letterlijk iedereen, er in onzen tijd naar
streeft, jaug^ en jakkert alweer met
dezelfde overspannen bezorgdheid een.
beschaafden- indruk te maken, en dat
niet zoekt te bereiken met werkelijke
veredeling van denken en voelen, maar
met "t gegeneerd achterwege laten en
verstopoen van allerlei onvermij:' eli'ke
karweitjes, die zijn bescheiden f;nan-
eieele omstandigheden hem dwingen,
zelf op te knappen!
Burenvrees is een kwaal, die bij som
mige menschen de wonderlijkste vormer,
kan aannemen .Ze schijnen er een eigen
catechismus 00 na te houden, waarin 't
antwoord op de eerste vraag luidt) „Wij
zijn op aarde om onze buren te dienen
en er daardoor „in" te komen." Bij ieder
besluit, dat genomen, iedere verandering
die ingevoerd dient te worden, wordt
aan de afgoden van „hiernaast" of „hier
schuin tegenover" de verschuldigde
schatting gebracht in den vorm van
angstige gissingen naar hun sneciale
voorkeur of mogelijk misprijzen. Ik durf
wedden, dat ze, wanneer er van een
nieuw plan sprake is, niet eens meer
zuiver en onmiddellijk reageeren met 'n
gewaarwording van eigen genoegen of
afkeuring, maar dat het buren-visioen
zich er tusschen dringt en vóórgaat en
den doorslag geeft! Hun eerste natuur
lijke opwelling is niet; wat vind ik er
van? maar: hoe zullen zij er over
denken? Wel een van de koddigste vor
men van menschelijk opzicht!
Momenteel verheug ik me in *t bezit
van buren in den gebruikelijken zin des
woords, maar wanneer ik er later nog
eens mee mocht gezegend worden, ben
ik niet van plan, eenige rekening met
bun gevoelens te houden, hoe onmen-
schelijk dat ook moge klinkenl
Wat kan 't je fn vredesnaam allemaal
schelen, of ze je smaak in gordijnen bij
vallen èn hun goedkeuring hechten aan
de mani<sr waarop je je werkzaamheden
indeelt?! Ze zijn gewoonlijk, door 't feit
alleen van hun buren-roeping, bedeeld
«net zéö'n breed-gewiekten geest van
critiek, dat 't bekrompen zou zijn, dien
aan banden te willen leggen of hem 't
onontbeerl'ike voedsel te onthouden!
Als tjf zèjf van je gordijnen houdt, en
je man! houdt van je huiselijk bestier,
zie ik niét in, waarom iets ter wereld
verder gewicht in de schaal zou leggen!
Je hebt de gordijnen niet gekocht voor
de menschen hiernaast (misschien eer
tégen hen) en evenmin houd je voor hun
pleizier.je huishouden in orde. Wat kan
er dan bedorven zijn, wanneer ze er
géén pleizier in hebben?
Ik werd tot deze overpeinzingen be
wogen door 't verblijf bij een pas-ge
trouwde'. vriendin, en zou nu, na afloop
van dit bezoek, een boekdeel kunnen
vullen piet waarschuwingen voor jongge
huwden bij hun eerste optreden voor
't eritisqh baron-publiek!
Elly behoorde tot hen, die 't zonder
dienstbode klaar wenschen te spelen.
Dat is al erg genoeg, wanneer je alleen
aan jezelf te denken hebt! Maar wan
neer je daarbij nog denken moet aan De
Buren, laad je jezelf werkelijk al te
zware lasten op!
Het probleem, waarom bij Elly heel het
huiselijk leven draaide, was: hoe de
stoep schoon te maken, zonder daarbij
door De Buren gezien te worden!
Nadat we ponden grijs „droog-schuur-
sel" hadden verknoeid en kilo's energie,
werd 't vraagstuk opgelost, door Henk op
Zaterdagavond om elf uur naar buiten
te duwen met een boender en een em
mer! En door hem vanuit de donkere
vestibule sissend-gefluisterde inlichtin
gen toe te stieren betreffende 't juiste
gebruik van een en ander!
Dan was er nog het vraagstuk van het
buitenbrengen der vuilnisbakken, het
vraagstuk van de groentenkar buiten het
hek en het vraagstuk van het halen van
melk!
Alles werd heimelijk-sluipend en
schuw-geniepig volvoerd, als een lang-
beraamd moordplan.
Toen ik 's Maandagsmorgens wegging,
liet ik Elly achter, worstelend met het
vraagstuk, hóe de thee- en stofdoeken
onzichtbaar buiten te hangenl En hoe
de bel na te loopen, zonder betrapt te
worden bij 't zelf-openen van de voor
deur!
't Wil me toeschijnen, dat 't al een
knap inspannend werkje is, 'n huishou
den en 'n man met 't gewenschte ge
volg te besturen! En je zoudt zoo den
ken, dat ieder verstandig mensch zou
trachten, zich dat baantje zooveel moge
lijk te vergemakkelijken inplaats van 't
nog ingewikkelder te maken!
Waarom kun je in vredesnaam je stoep
niet schoonmaken bij eerzaam daglicht,
als je er lust in hebt? Wat steekt er
voor menschonteerends in, een vuilnis
bak te omarmen en naar buiten te til
len? En zou de waarde van je persoon
lijkheid er iets door verminderen, wan
neer je gesignaleerd wordt met een
melkkan in de hand, of confereerend
met een groentenboer? Als we de kin
derachtige schaamte, die ons daarvan
terughoudt, verslijten voor zelfrespect,
dan vergissen we ons deerlijk in den
aard van die goede eigenschap! De ware
bezitters ervan zijn juist overtuigd, dat
ze altijd zichzelf blijven, welk werk ze
ook doen, en dat geen enkele uiterlijke
verrichting, hoe nederig ock, iets kan
afdoen aan hun werkelijke waarde, of
hun „ik" kan veranderen of verlagen
daarom doen ze alles zoo bedaard en
onbevangen. Maar menschen, die zelf
voelen, dat hun waarde rijst en daalt met
't soort bezigheid, waarbij anderen hen
aantreffen, van auto-rijden af tot stoep
jes-schrobben toe die de kern van
hun wezen bedreigd voelen door 'n wap
perenden theedoek die hebben 't peil
van hun persoonlijkheid niet al ie se
cuur vastliggen'.
Ze hebben trouwens nauwelijks 'n
eigen bewustzijn: ze zien en taxeeren
zichzelf met de oogen van hun buren en
kennissen. Prijzen die hen, dan voelen
ze zich opgeheven en geridderd, spQtten
ze daarentegen, dan schamen ze zich diep
over hun eigen minderwaardigheid 1
Toch doen we bijna allemaal tot op
zekere hoogte af en toe zoo dwaas: Dat
is juist 't raadsel! We houden niet bij
zonder van de Burenl We bewónderen
ze niét! We verfoeien hun smaak in
stoffeering én de maniér,. waarop ze hun
vreemde woorden verhaspelen! We ver
kondigen dikwijls,, dat we ons zouden
verdrinken, als we niet beter konden
koken, dan Mevrouw van Wijk, of zulke
kleuren-combinaties moesten aantrekken
als Mevrouw van Dijk, of zoo idioot de
den in gezelschap als Mevrouw van Eik!
En toch hechten we ontzaglijke waarde
aan 't oordeel van die menschen zonder
smaak of beschaving!)
Neen, laten we liever leeren, onze
bezittingen en gedragingen alleen door
eigen oogen te zien! Laten we zelfver
getelheid beoefenen tegenover èlle an
dere schepselen maar zoo egocentrisch
mogelijk zijn, waar 't gaat om De Buren!
MACHTELD.
In de meeste gevallen komen we in
buis ruimte te kort, dus is er van een
speelkamertje voor onze kinderen geen
sprake.
Doch oek komt het veel voor, dat
Moeder hog zoo'n klein kamertje vóór of
achter heeft, ja.... waar ze eigenlijk
maar Wat rommel opbergt, omdat het
anders heelemaal geen dienst doet.
Zoo'n kamertje nu zouden we beter
als speelhokje kunnen inrichten.
Kinderen vinden het heerlijk een
eigen kamertje te hebben, waar ze zoo
echt vrij "kunnen spel.-n. Dezen keer wil
ik nu in 't kort vertellen, hoe we zoo'n
vertrekje leuk kunnen maken.
Op de teékening zien we een vierkant
kamertje met één raam.
De muren worden beplakt met een
aardig, maar goedkoop behangetje, licht
met kleine bloempjes. In het midden
plakken - we een randje behang, waar
op allerlei grappige voorstellingen of
met verschillende dieren. We kunnen
ook de muren met waterverf in twee ver
schillende kleuren verven. Aan de mu
ren konlen hier en daar leuke platen
of kleine schilderijtjes te hangen.
Voor het raam maken we, van ge
bloemde cretonne, gordijntjes, schuin op
genomen;
Is er rin het venster een breede nis,
dan zettefj we er een paar van die groe
ne bloempotten in. Daar laten we onze
kinderen dan zelf iets in planten dat
ze dan geheel zelf mogen verzorgen.
Moeder vertelt, hoe ze het moeten
doen.
Ze leeren daardoor reeds heel jong,
bloemen en planten liefhebben. En dan
vooral niet te vergeten in de venster-
nis een glazen flesch of aquarium, met
levende vischjes en plantjes, het groot
ste genoegen van de jongens._
Hebben we geen vensternis, dan wil
Vader misschien wel, voor het raam, 'n
breede gladgeschaafde plank timmeren
en deze een verfje geven, en als Vader
tijd heeft, dan kan hij ook van een ste
vige kist een boekenkastje maken.
Voor het kastje komt een gordijntje,
gemaakt van hetzelfde cretonne als voor
het raam.
Ook de zitbank tegen den zijmuur kan
van een groote stevige kist gemaakt
worden, het deksel hééft aan den achter
kant scharnieren, zoodat deze kan wor
den opgeklapt.
Op de zitting komt een los kussen, ook
weer van het gebloemde cretonne.
De bank en het kastje kunnen bijv.
lichtgrijs geverld worden.
We laten de kinderen 's avonds al
het speelgoed in de kist bergen, de
boeken netjes in het kastje, want al
hebben ze een eigen hoekje, ze mogen
het toch niet rommelig achterlaten; ze
moeten leeren alles zelf netjes op te
ruimen.
Werkelijk een gezellig kamertie, waar
voor men niet veel geld behoeft uit te
geven. DÏNA.
«Wh»)*-
SMrjln
#5
V v-'4
fp,
©11
A 14. Jongensjasje, leelt.
4 tot 7 jaar ven wollen
stof cf ratiné.
Het modelletje is eenvou
dig recht, maar staat al
lerliefst. De revers zijn
tamelijk breed, het kraag
je kan ook van fluweel
in een afstekende kleur
gemaakt worden. De
zakjes Zijn aan den bin
nenkant en hebben aan
den buitenkant over-
slagjes.
Het jasje is gesloten met
twee rijen knoopen. De
broek moet nog even
zichtbaar zijn.
A 15, Jongenspakje, leef
tijd 3 tot 5 jaar.
Het is aardig dit pakje té
maken van donker bruin"
of donker lila rib-fluweel.
Het hesje is lang, zoodat
het broekje er maar even onder uitkomt.
Langs den geheelen voorkant loopt een
belegstukje, daarvoor nemen we de stof
dubbel.
Het ceintuurtje is op het lijfje gestikt.
Vóór- en rugpand zijn door schouderstuk
jes verbonden. Het broekje is recht zon
der zakjes en .:an met knoopen en
knoopsgaten aan een voeringlijfje of
draagbandjes bevestigd worden.
Thans volgen, op verzoelj, twee modellen
van een jumperjurk, met geplisseerden
rok, voor een meisje van 10 tot 12 jaar.
7Ct n&J/y finj
men v
schuin, voor de rok
recht.
Het directoirtje is van
de effen stof, ruim
met om het been
sluitend bandje.
Door den bovenkant
wordt elastiek ge
haald. Voor den leef
tijd van tien jaar ech
ter, worden meestal
geen bijpassende di
rectoires gemaakt
ANEMOON.
A 16, Is gemaakt van
effen wollen crêpe Viyel-
la, Kasha of andere stof.
Het lijfje heeft ruime in
gezette mouwen met
smalle manchetjes, en is
langs den geheelen voor
kant .eenigszins opzij ge
sloten met knoopen en
lussen, van dezelfde stof
gemaakt
Het platte kraagje, het
welk ook eenigszins naar
•links valt, kunnen we af
zetten met een smal roes
je van zijde in de kleur
.der jurk. De manchetjes
eveneens.
Het rokje kan aan een
voeringlijfje gezet wor
den, doch het bovenstuk
kan ook op den rok ge
stikt wórden.
A 17. Jumper-jurk, leef
tijd 10 tot 17 jaar,
van effen en geruite stof met bijpas-
directoirtie. Het hious'e heeft een in
gezette Yi mouw. Om de heupen komt 'n
breede nauwsluitende band; het model
wordt daardoor overbloueend.
Het kraagje is van dezelfde ruit van den
rok en loopt achter precies als voor.
De breede bies lóópt van-f den schouder
naad, en wordt van voren door twee ope
ningen door het lijfje gehaald.
Hét kraagje is van voren met twee knoo
pen op de biais vast.
Voor kraagje, biais en mouwgarneering ne-
de ruit
KNIPPATRONEN
Van al deze modellen
zijn a 0.75 patronen
naar maat verkrijg
baar aan „Het Patro-
nenkantoor", Postbus
No. 1, Haarlem.
Nauwkeurig maat op
geven s.v.p. en het
bedrag aan postzegels
insluiten, waarna om
gaande toezending
volgt.
Lijkt 't u misschien misplaatst in dezen
tijd van het jaar? Dan behoort u zeker
niet tot de ongelukkigen, wier zonuq-
vlekjes doodleuk op htm aanschijn- blijven
overwinteren, wel 'n ietsje verbleekt,
maar toch nog duidelijk zichtbaar) En
dan weet u zeker óók niet, dat de win
ter en later het heel vroege voorjaar,
de beste tijd is om zomersproeten te
behandelen, door ze te voorkomen!
Zelfs wanneer uw sproeten met de
zomerzon komen en verdwijnen, zult
u toch opmerken, dat, jvanneer u ge
durende deze wintermaanden uw ge
zicht behandeld hebt, verstandig en
geregeld, uw huid in de komende
lente veel minder gevoelig zal blijken.
Er zijn enkele uitstekende zomer
sproeten-crèmes in den handel, die
werkelijk doen wat de gebruiksaan
wijzing belooft, en ook daarmee moet
in den winter begonnen worden. Maar
een sproetige Imid is tegelijk ook een
heel teere huid, en de eenigszins
straffe praeparaten worden niet altijd
even goed verdragen. Daarom volgt
hier een eenvoudig hmsrecepf, dat u
zelf kunt klaarmaken en zonder vrees
voor schadelijke gevolgen gebruiken.
In een halven liter water mqngt u het
sap van een citroen, voegt er een niet
al te zuinige dosis peroxyde en een paar
lepels borax aan toe. Dit alles kunt u
eenige dagen bewaren. Wasch hiermee
vóór 't slapen gaan royaal uw gezicht,
overal waar de sproeten zich gewoon
lijk vertoonen, en zoo noodig ook uw
handen. Desgewenscht probeert u 't
voor alle veiligheid in 't begin om den
anderen avond. Houd dit gedurende
cle wintermaanden vol, en verdubbel uw
nauwgezetheid, zoodra de zon meer
kracht begint te krijgen. Het resultaat
zal u bevredigen.
Ook eenvoudig citroensap is al heel
nuttig, maar 't moet altijd met water
verdund worden. EVA.
Hoe ook getracht wordt door sommige
menschengroepen het bestaansrecht van
het normale gezinsleven aan te randen,
toch is er gelukkig nog een overgroots
meerderheid, die het gezin beschouwt als
een middelpunt in onze maatschappij, van
waaruit zeer veel opvoedende kracht kan
uitgaan. En dat niet elleen, maar die
meerderheid ziet ook een hoogstaand ge
zin, als de plaats waar krachtige, goede
en groote karakters worden gevormd.
Al worden .kinderen in een opvoedings
huis, in een kinderhuis, in een, kolonie,
ook nog zoo liefderijk en goed verzorgd,
toch ontbreekt hun altijd dat „iets", dat
in een gezin beleefd wordt, dat dcelen
in alle lief en leed van de huisgénóotet)
onderling,
Hoe sterker het gezin bedreigd wordt,
hoe meer de voorstanders van het nor
male gezinsleven worden wakker geschud
Dat is een gelukkig en gewoon verschijn
sel. Heel sterk kwam dat onlangs tot
uiting in een bijeenkomst, die te Utrecht
op initiatief van de Ned. Unie voor Vrou-
weabelangen gehóuden werd. Vele rich
tingen en partijen waren daar vertegen
woordigd om tiefzelfde belang tq behar
tigen, nl. den' opbouw en de versterking
van het gezinsleven.
Uitgaande van de gedachte, dat we
via het kind van heden het gezin van de
toekomst kunnen beïnvloeden en dat de
leerplichtwet ons in staat stelt, bijna aile
kinderen te bereiken, is de a.s. weder
invoering van het 7e leerjaar dankbaar
aangegrepen om het doel te benederen.
Wat wordt er eigenlijk gedaan om onze
jongeren voor te bereiden voor hun taak
als Vader en Moeder? Och ja, een groep
meisjes* ontvangt goed onderwijs in huis
houden, koken, wasschen, strijken en
naaien, op huishoud- en industriescholen
of vakscholen, enkelen ontvangen onder
wijs in kinderverzorging en opvoeding-
In enkele plaatsen van ons land zijn er
zoogenaamde „Huizen voor Ouders", in
Rotterdam is een museum voor Ouders
en Opvoeders; hier en daar geven lee-
raressen in kinderverzorging en opvoe
ding cursussen, of houden lezingen, bet
landbouw-huishoudondcrwijs bereikt een
groep en daarbij blijft het zoo ongeveer.
Maar denkt u nu eens in een toestapdy
waarbij alle leerplichtige kinderen iri
een 7de leerjaar, jongens zoowel ais
meisjes iets zullen meekrijgen voor huri
tater leven. Natuurlijk met het 7de leer
jaar bereiken we niet allen, want wie
vanuit een 6de leerjaar naar Lyceum,
II. B. S., of Gymnasium gaat, wie naar
een Nijverheids- of Ambachtsschool gaat,
wie naar een Vakschool voor meisjes
gaat, valt er buiten. Maar dat percen
tage is gering in vergelijking met de groo
te massa, die in het 7de leerjaar eind
onderwijs zal ontvangen.
En waarin dat onderwijs zal moeten
bestaan? En of qr Wat van zal blijven
hangen? Allerlei vragen zullen bij u op
komen in dit verband.
Het onderwijs zal zoowel de jongens
als dc meisjes moeten bereiken, want met
de verandering van de positie van de
vrouw in de laatste tientallen jaren, zijn
de toestanden ook in het huisgezin ge
wijzigd. Vroeger stond het ongeveer zoo;
Vader de zorg voor het geld, moeder
die voor huishouding en kinderen. Nu
wordt het zoo
Vader èn moeder samen de zorgen
dragende voor het gezin, samen de be
langen van dq huishouding behartigend,
samen hun kinderen opvoedend.
En den is noodig, dat de jongens, die
later Vaders zullen zijn, als het noodig
is, de handen in huis uit de mouw moeten
steken, dat ze iets leeren begrijpen van
goede en verkeerde invloeden, die bij
kinderen kunnen inwerken op lichaam
en geest, dat ze eenvoudige eischen van
hygiene voor woning en lic.haara kennen.
En is de algemeene klaqbl. dat er van
°?.?f '£ger onderwijs zoo bitter weinig
blijft aangen, niet gedeeltelijk een bewijs,
dat de leerstof niet juist gekozen is? l^n
z°u Cr j'et vee' rneer blijven hangen van
onderwijs, dat in de praktijk van bet
dafe,i;ksch leven staat?
Natuurlijk, oqJj de meisjes zullen rijke
lijk pr0liteeren van dit onderwijs,
Net buitenland is ons al ver voor in
dit opzicht. Waar er in ons land nog
slechts, voor zoover mij bekend is, twee
scholen zijn, waar iets in deze richting
gedaan wordt, zijn er in Zweden, Noor
wegen, Zwitserland, België, Duitschland,
Amerika, o.a. al lang proeven mee ge
nomen en met succes.
Een uitvloeisel van de vergadering in
Utrecht is, dat er geheel los van de Uni3
voor Vrouwenbelangen een commissie
gevormd is, die deze belangrijke zaak
verder ter hand zal nemen. Uit deze
commissie, die uiteraard groot is, zal
eon studie-commissie benoemd worden,
die grondig onder de oogen zal zien, hoe
het onderwijs het meest doeltreffend ge
geven zal kunnen worden en die er rap
port over zal uitbrengen aan de autori
teiten.
Voorwaar een mooie en belangrijke
taak, die veler belangstelling zal hebben,
het gaat immers om de verheffing van
het gezinsleven; dat ligt ons na aan het
hart!
EENIGE RECEPTEN MET CITROENEN.
HET BEWAREN VAN
CITROENSCHILLEN.
Meermalen komt het voor. dat citroen
sap in spijzen, voor kwast e.d„ gebruikt
wordt en dat de gave schillen overblij
ven. Ook het omgekeerde komt voor,
n.l, dat voor 't een of andere doel al
leen citroenschil noodig is. Wat is er nu
eenvoudiger, dan citroenschil te bewa
ren: er behoeft dan geen enkel stukje
schil weggegooid te worden. De schil
len worden voor dit doel goed gewas-
schen en zóó dun afgeschild, dat er
vooral geen wit aan blijft. Deze schille
tjes doet men in een stopflesch'e of
jampotje en giet er een heel dik suiker-
stroopje over, zóó, dat ze onderstaan, óf
men doet er gewone suiker bij, dat ze
onderstaan. Het vocht van de schille
tjes doet dleze suiker langzamerhand
.smelten en zoo niet, dan kan men er
altijd nog een druppeltje water bijvoe
gen. Niet alleen zijn deze schilletjes, oin
't aftrekken, heel geurig, ook de suiker
oplossing is zoo heerlijk van smaak en
geur, dat ik zelf dikwijls deze oplossing
gebruikte en steeds nieuwe suiker toe
voegde.
CITROENMELK-
2 L. melk
Schil van 1H citroen
80 gram suiker
20 gram maïzena.
Bereiding:
Wasch de citroenen goed afj schil ze
zoo dun af, dat er geen wit aan de
schil blijft zitten. Doe deze in de melk
en laat ze een tijdje trekken. Neem er
dan de schil uit, voeg de suiker toe en
de dun aangemengde maïzena bij en laat
ze roerende 5 minuten doorkoken.
CITROENSAUS (zoete).
4 d.L. water
Sap van 2 citroenen
Schil van 1 citroen
Pl.m. 75 gram suiker,
Pl.m. 20 gram sago of aardappelmeel.
Bereiding:
Rasp de goedl afgewasschen schil vaa
één citroen 00 een geëmailleerde of gla
zen rasp af. Breng het water met de sui
ker, de citroenschil en het uitgeperste
citroensap aan de kook. Giet er de met
koud water aangemengde sago in ea
laat de saus roerende' even doorkoken.
Presenteer ze bij griesmeel-, maizena-
pudding, enz.
GESOUFFLEERD
CITROENSCHOTELTJE.
50 gram suikerklontjes.
5 eieren
2 citroenen
50 gram boter
65 gram aardappelmeel,
Bereiding:
Wasch de citroenen; rasp de sehii
af met de suikerklontjes. Maak daarnaj
de suikerklontjes fijn. Roer de boter
tot room, voeg één voor één de eidooier»
tpe en de suiker. Roer deze massa lang
en luchtig. Voeg vérvolgens het uitge
perste citroensap toe en vlutf het aard
appelmeel. Sla het eiwit zeer stijf en
vermeng dit luchtig met de massa. Doe
alles vlug in een met boter inrfesmeerd
vuurvaSt-schoteltje én bak dit in een
matig warmen oven Hebt bruin en gaar.
Dit gerecht moet dadeliik uit den oven
opgediend worden.
N.B. Daar de massa in den oven rijst,
mag het schoteltje niet geheel gevuld
worden.
CITROENLIMONADE.
2 K.G. suiker
2 ctLL. water
58 gram citroenzuur
30 gram citroenessenee.;
Bereiding:
Breng het water aan de kook en te»
er de suiker en het citroenzuur in op.
Roer er na bekoeling de essence doof
en giet de limonade in de goed gewas-
schen en uitgekookte fles&qhen. Sluit deze
met een uitgekookte kurk en lak ze
desgewenscht.
Verdun de limonade bij het gebruik
met drie deelen water.
NB. Desverkiezende kan men door
deze hoeveelheid eitroenlimonade 30
gram oranjebloesemwater roeren.
CATHARINA.
Winterweer, kinderen en hand schee
tjes behooren bij elkaar. Maar helaas,
de kinderen en de handschoentjes ra
ken elkaar telkens en telkens weer
kwijt. En dat geeft aanleiding tot veel
gebrom van de ouders en veel verdriet
van de kinderen. De ouder» zijn natuur
lijk ontdaan, omdat er nu alweer één
handschoentje verloren is van een paar
tje, en wat heb je nu aan het tweede?
En de kinderen huilen van de koude
handjes, want werkelijk, 't is niet om uit
te houden, als je daar last van hebt.
Al die misère kunnen we voorkomen
door de handschoentjes met het boord
aan een eind band te naaien, dat even
lang is als de breedte van den rug, met
de gestrekte armen tot aan de polsen.
*3$
De handschoenen steken we nu in de
mouwen van de jas of het manteltje, dat
ons kleine klantje geregeld draagt, en
laten het heele stelletie er rustig inzit
ten als het jasje aan en uit gedaan wordt
De band blijft dus altijd tegen den rug
van de jas zitten en we voorkomen, dat
de handschoentjes, die niet dieo genoog
in de zakken opgeborgen worden, door
de gang slingeren en vuil worden.
Hebben de kinderen buiten hun hand*
schoentjes op deze wijze aan, en willen
zij ze even uittrekken om een sneeuwbal
te maken of om herten te voeren, of
katjes te plukken, dan trekken ze hun
hand uit den handschoen terug en blijft
het leege handschoentje uit bun mouw
bengelen, inplaats van de kans te loopen
verloren te worden.
Velen uwer zullen zeggen, wat een
oud recept, handschoentjes aan een
band naaien, en ik geef U gelijk, het ia
een oud recept: maar waarom zie ik
dan toch nog telkens handschoentjes-mi»
sère? Overal, in de tram, in den trein,
bij school, in de kinderbewaarplaats?.
Waarom moet ik dan nog telkens laten
zien, boe mijn kinderen nooit hun hand
schoenen verliezen kunnen?
Er is een groep opvoedster», die
zeggen, dat het onzin is "t onzen kinde
ren zóó gemakkelijk te maken. Neen,
hoor, dat mag niet. Kinderen moeten
leeren verantwoordelijkheid te voelen
voor wat hun is toevertrouwd. Ze moe
ten leeren zich te bepalen bij hun eigen
dommen en er zorg voor te dragen,
Schoone theorieën, beste onvoedsters,
maar de practijk in het huisgezin i»
dikwijls eenigszins anders. In een gezin
met vijf kinderen voorkomen we maar lie
ver, dan telkens weer te" moeten gene
zen, Zoowel terwille van de b 'Urs al»
ter wille van 't vervelende, vermoeien
de gedoe van verdriet of straf!
J, F. JACOBS—ARRIëNS,
Benoodigd; 6 el gewerkt mousseline,
I el effen mouseline.
Bovenstaande peignoir is zeer gemak
kelijk te maken, de moeilijkheid is slechts
het knippen.Maakt men bem van mousse
line, dan heeft men een breedte van 70
c,M, Eerst knipt men den achterkant, en
hieronder de beide voorkanten uit. De
lengte van dqn peignoir bedraagt 115 c.M
terwijl men nog 6 c.M. extra voor zoom
aanrekent. Nu knipt men de mouwstuk
ken apart aan weerszijden bij dqn zelf
kant weg. Men krijgt 4 van deze stukken,
zoodat men ze twee aan twee onder
elkaar legt. Vervolgens stikt men de
mouwstukken aan het voor- en achter
pand vast, zoodat ge het patroon krijgt
als de teekening u aangeeft.
Hierna wordt tegen de beide voorkan
ten een reep mousseline gestikt, die na
afwerking 10 c.M. breed is. De zijnaden
en de beide schoudernaden kunt ge met
een Engelschen naad dichtstikken, waarna
ge ean den onderkant den 6 c.M. breeder,
zoom in kunt maken.
De onderkant ven de mouw wordt af
gewerkt met een bies, die men 8 c.M.
breed knipt en welke aan- en over wordt
gestikt.
Nu de knoopsgaten, waardoor de cein
tuur wordt gehaald. Hiervoor knipt men
eerst 8 lapjes, welk? 10 c.M. lang en 5 j
c.M. breed zijn. Het lapje legt men op de
A*t L,
pla_ats, waar het knoopsgat komt, bet
midden op het midden, waarna men de
lengte van het knoopsgat (7 <5 Md even
op het lapie doorrijgt. Nu stikt men deze
7 c.M met een Vi c,M. naad om 0aaj
wordt het knoopsgat in het midden door-
geknipt, het lapje door het knoopsgat
naar den anderen kant gehaald» en daar
op^ezoomd,
kraagje, dat men 42 c.M, lang en
20 c.M. breed knipt, wordt opgestikt
midden voor en aan den verkeerden kant
overgezoomd. Het overige gedeelte van
den overslag wordt tegen elkaar ingesla
gen.
De zakken knipt mem 15 c.M. lang en
breed. Aan den bovenkant zet men van
de effen mouseline een klepje op, terwijl
men daarna de zakken op de daarvoor
bestemde plaats opstikt. Zooal» het
plaatje u toont, sluit de peignoir met e®?
strik. Voor bovenaan knipt ge de strik
ken 7 c.M breed en 70 c,M. lang, waarna
ge de kanten afwerkt met een smai
zoompje, en den onderkant eenigszirji
schuin af laat loopen, waarna ge de strik
ken onder het kraagje vastzet. Voor dt
ceintuur knipt ge de «trooken 10 s.M,
breed, terwijl de lengte in 't geheel pl.m.
2 c.M. moet bedragen. Be afwerking ge
schiedt op dezelfde manier als boven.
DINY.
J. F. JACOBS—ARRIËNS,
I
'y**
föjr*