Sport en Wedstrijden,
Uit het Roomsche Voetbalkamp.
PIETER TEYLER VAN DER HULST.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
l)»rde Blad Donderdag 2 Febr. 1928
Cenige geschiedkundige herinneringen.
R. K. F.
Een dag van verrassingen. V-
V. Z. geklopt. H. B. C. wint
van Beverwijk. T. Y. B.
B. zet zijn zegetocht voort.
Beverwij k-
D. H. L.-
Overgang C.
-H. B. C.
-Excelsior
2e Klasse G.
Alw. ForwardT. Y. B. B.
\Xilskracht II—D. O. S. S.
V. V. A.Zwaluwen
E. D. O. H.-
2e Klasse H.
-D. O. N. K.
3-1
BILJARTEN.
DAMMEN.
Clubcompetitie le Klas van het
District H. en O. van den
Ned. R. K. Damhorrd.
St. BavoT. E. P.
D. J. D.Gez. Samenzijn.
De Competitie van den Haarl.
Districtsbond.
HET ONTZETTEND DRAMA
IN DE MIJN SAWARASO
TE SAWA-LOENTO.
De grootste ramp, welke ooit de
Ombilinmijnen trof.
EENVOUDIGE DINGEN.
Den 8sten Anrïl zal het anderhalve eeuw
geleden zim, dat Pieter Teyler van der
Hulst te Haarlem stierf. De naam van' de
zen man heeft door de vele stichtingen, die
Zrn raam dragen en door erfeniskwesties
die met zi'n na'atenschap in verband staan
een bijna legendarischen klank gekreg-n.
In Haa-l'm en ver daarbuiten is hij bij
naam bekend.
Het moet daarom voor onze lezers 'vel
be'angwekkend wezen het een en ander
over hem te vernemen.
Behalve dit eeuwfeest is het dit jaar ook
50 jaar geleden dot de eerste steen werd
gelegd van het Teylermuseum aan he!
Spa-rne. Dat gebeurde op 25 November
1678.
Teyler moet een wetenschappelijk ont
wikkeld man zi'n geweest en in ale geval
was hii een groot bewonderaar en be
schermer van kunst en wetenschap. Te
vens een vriend van de armen, wat kan
blijken uit de vele giften en donatiën, die
voor dit doel zijn naam dragen.
Ziehier iets over zijn geschiedenis.
In het jaar 1580 kwam te Haarlem uit
Engeland een achttienjarige jongeman var
adel'iiken huize, genaamd Thomas Teyler.
Behalve een luttel gelcLommetje was een
Bijbel zijn eenigste bezitting, vertelt
Allan, waarmede hii nog even wil onder-
streepen, dat deze Teyler om des geloofs
wille uit Engeland was uitgeweken.
In Tri'ntje van de Kerkhoven, eene
Vlaamsche van geboorte, vond Thomas
Teyler een goede levensgezellin, aldus nog
steeds dezelfde geschiedschrijver.
Ondernemingsgeest en voorspoed in za
ken bracht den doortastenden en energie
ken fabrikant een aanzienliik vermogen.
Zijn vaderland echter vergat hij niet en na
zijn dood wisten zim kleinkinderen nog te
vertellen, van de Engelsche schillings, die
zij in menigte hadden gekregen uit den
voorraad, dien grootvader altijd bij zich
had.
Bit zijn dood in 1655 liet hij drie zoons
en drie dochters achter, welke a.llen waren
gehuwd en met een talrijk kroost waren
gezegend.
Pieter Teyler van der Hulst, de grond-
legger van de fundatie van dien naam,
was de achterkleinzoon van Thomas twee
den zoon Izaak; zijn moeder heette Maria
van der Hulst en werd den 25sten Maart
1702 hier ter slede geboren.
Beoef aar van de wetenschap, die hem
beven a> ies dierbaar was en al zijn aan
dacht had verworven, had hij reeds tijdens
zijn leven, daartoe in staat gesteld door
zün aanzienlijk vermogen, een niet onaan
zienlijke verzameling van wetenschappelijke
werken gekocht, alsmede een schat van
natuurkundige werktuigen, naturaliën, mun
ten penningen, enz. Zooals te begri'pen
vali, was dit grootc bezit, vooral voor Tev-
lers tijd, een sprekend bewijs van de lief
de van dezen man voor de wetenschap en
besteedde hij aan de vermeerdering van
dit kostbaar bezit zijn beste krachten en
financiën. In 1728 huwde Pieter Teyler van
der Hulst met Helena Wynands Verschaven
te Amsterdam. De aanziznli'ke en rijke
Teyler vermeerderde nog zijn bezit door
eene bloeiende fabriek, die groote winsten
opleverde en ook door de erfenis van een
groot vermogen. Niet'emin leefde hij zeer
eenvoudig, zelfs sprak men geheel ten on
rechte. dat hij gierig was. Voor zich zei
ven weliswaar had hij weinig behoeften,
zijn levenswijze droeg den stempel van be
scheidenheid en ingetogenheid, maar ijverig
om den nood te lenigen van armen Hi
bouwde gedurende zijn leven op het K-ein-
Heiligland een ruim en niet onaanzienlijk
Hof'e, dat door de execu'euren van Tey-
lers' na'atanschap, in 1786 aan de Pegenter
van het Vrouwe en St. Antonie-Gasthuis
ten geschenke werd gegeven, toen he!
nieuwe gesticht aan den Koudenhorn was
gereed gekomen
Doordat zijn vrouw en beide kinderer
hem door den dood on'vielcn, trad voor
Teyler een tijdperk in van afgetrokkenheid
Maar gaarne vereenigde hij zich met een
auntal vrienden ten zijnen huize tot be
handeling van onderwerpen en vraagstuk
ken on het gehied van godsdienst, godge
leerdheid en wüsbegee'te, van geschiedenis
letteren en kuns', zelfs van natuurkunde
waarvoor hij een bijzondere voor'iefde had
Die liefde voor velerlei wetenschap er
dien trek naar geze'lig en tevens nutti'
samenzi'n, had hij met velen zijner tüd
genooten gemeen. Zon eeuw en zijn ti'd
was de eeuw van het onts'aan van ge
nootschappen, van dichtlievende gezelschap
pen, von wet°nschanpe'i:ke bijeenkomsten
in kleinen kring, niet zoozeer van soeciaa!
vakgeleerden, maar meer van liefhebbers
leeken en dilettanten. Uit dien tird di
teert de stichting van de Holl. Maatschappi
van Wet en scha,on ~n en van de Maatschap-
pi! van Nijverheid en Fande'.
Bij hem rijpte van lieverlede het plan
om eene Maatschapoii, Vereeniging of^ Ge
nootschap op te richten voor die takker
van wetenschappelijke kennis, welke bo-
ver-al ziin zucht tot onderhoek en zijne
belanrtstel'ing hadden gewekt Zoo nam h
in 1756 de noodige schikkingen, dien hii
hiertoe in staat gesteld door zijn aanzien
liik vermogen, gevolg te kunnen geven aan
zi'n gevormde r'a.nn'n. Pie'er overleed don
8sten April 1778. Uit zi:n testament bleek,
dat zrn zeer a.anzienb'-'ke nalatenschap,
-net uitzondering van eenige ziirer bezi't'n-
?en, waarover hii anders had beschikt,
ten eeuwigen dage moest H':ven onder
'oezicht, bewind, a.arleg en beheer van vijf
'aartoe door hem benoemde persenen en
eenen door hem aangewezen boekhouder
•n hunne opvolgers in den tod". In ziin
'aatsten wil beval hij verder, dat züne na-
atenschap zonde dienen tot oprichting en
onderhoud van twee eeuwigdurende genoo'-
-chappen, ieder onder het bestuur van zes
-ersoneo staande en die op bepaa'dp tij-
len in het woonhuis van Teyler in de Dam
straat zouden moeten vergaderen. Het
eerste genootschap hect'e „Tevlers Godge-
eerd Genootschap" en verhandelde onder
werpen op godsdienstig gehied. Het tweede
werd geroemd „Teylers Natuurkundig Ge
nootschap", en moest, volgens wilsbeschik
king van den overledene, onderwerpen in
behandeling nemen van Natuurkunde, Dicht
kunde, Historiekunde, Teelten- en Penning
kunde.
Wii zouden niet graag met Tev'ers na
komelingen in conflict komen en hier even
uitmaken of hun aanspraken al of niet ge
grond ziin en citeeren hier alleen getrouw
ten geschiedschrijver AHan. De nakomelin
gen van Teyler toch betwisten de juistheid
van deze c'ausule en betoogen, dat de
lirec'euren van Tevler zich ton onrechte
jhet bewind aanmatigen over de stichting.
Vele en langdurige processen zijn daarvan
et gevolg geweest en nog zijn er eenige
hangende, terwijl het te voorzien is. dat
wij het laatste proces nog niet hebben
jehad.
Keeren wij terug tot Teylers stichting.
Beide genootschappen moesten jaarlijks
een onderwerp in behandeling nemen of
eene vraag ter beantwoording uitschrijven
ever zoodanige s'of, a's overeenkwam met
en aard en het doel van het Genootschap,
len geud~n medaille, ter innerlüke waarde
van vier honderd gulden, geslagen op den
stempel van het Genootschap, was de be-
ooning voor d"n schrijver e-ner goedge
keurde verhandeling, die door de leden van
heide Genootschappen met a'gemeene stem
men werd toegekend of ook bestemd werd
-laar- gelang voor het bes'e antwoord op
ene uitgeschreven prijsvraag. Aan de uit
voerders van d°n laatsten wil van den
overleden Pieter Tevler van het Godgeleerd
Genootschap was a'léén de beoordeelin-g
onderworpen va.n de ingekomen verhande-
'ingen en antwoorden op het gehied van
odsdienst; aan het t.veede Genoo'schap
echter, waarvoor ook het grootste deel dei
rijsvragen gewoonlük bestemd was, was de
medezeggenschap noodig van het Bestuur
van beide Genootschappen.
Door Pieter Tevler v. d. Hulst was in zijn
'estament aan elk lid van het Bestuur en
ook aan den boekhouder een jaargeld toe
gezegd van 1000, elk lid van beide Ge
nootschappen daarenboven ontving een som
van 100, In het testament stond voorts
hepnald, dat het woonhuis in de Damstraat
nimmer mocht worden verkocht, maar steeds
gebruikt moest worden tót vergaderplaats
van Directeuren en leden der beide Ge
nootschappen. De bibliotheek, alsmede de
prent- en penningverzamelingen moesten
voortdurend b'iiv-n dienen t~n gebruike van
'e leden der beide genootschappen. Aan de
Directeuren werd de mach'i^ing toegestaan,
die verzameling-n der aankoop steeds te
vermeerderen door alles, wat tof nut en
sieraad in het algemeen kon strekken en
on bijdragen voor uitbreiding der weten
schap.
Het woonhuis in de Damstraat werd
eenigszins verfraaid, te-rwrl een Museum
werd gesticht, dat wel niet machtig is in
omvang, maar toch immer dp bewondering,
•ooral v.n,n den wetenschanoeli'k ontwikkel-
'en bezoeker heeft weggedragen.
In het jaar 1878. op het eeuwget!Vde van
'-et sterven van Tey'er en de stirhting der
'undatie, werd beslo'-n tof uitbreiding, die
oor de toekomst blijvend worden zou en
werd overgegaan, in ovc-e"nstemming me'
'e dringende noodzakelijkheid. een geheel
rierw en vergroot Museum te bouwn, het
welk in .Tanunri 1885 Geheel vo'to-rid is ge
worden. Dit nieuwe gebouw gr"Psde aan de
woning v,a,n Teyler in de Damstraat en
'neeg een gevel aan het Spaarne. Na het
■itschrijven van een pri'svraag voor den
<evcl van dit nievwe Museum, werd het
-m'werp van den Weenschen architect Ch.
Tlrich uitgekozen. Aar dm Haarlemschen
architect A. v. d. Steur Jr. werd opgedragen
'n overeenstemming daarmede de verdere
plannen van den bouw te ontwerpen en uit
'e voeren.
De gevel aan het Spaarne is opgetrokken
'n Ita'iaanschen renaissance-stijl en wordt
bekroond door een bronzen beeldengroep,
voorstellende de faam, die kunst en weten
schap kroont. Deze beeldengroep is de
cheeping van Bart van Hove.
Uit Teylers nalatenschap is tevens ook
een niet onbelangrijke bibliotheek bij laat
ste wi'sbeschikkicg aan de fundatie verval-
den. Teyler was «n zï?n leven een groot
liefhebber van lezen en een pastelportret
geeft hem dan ook bii ziin boekenkast te
aanschouwen. Konden de boeken ten goede
komen aan de leden der beide Genootschap
pen, voor de studies der leden waren zij
echter niet vo'doende meer, om met den
tijd mede te kunnen gaan. Overeenkomstig
de verlangens der leden en c'oor toedoen
van den eersten bibliothecaris der stichting,
den heer van Marum, werd de verzarre'ing
belanrtrijk uitgebreid. O. m. werden als be
langrijke werken aangekocht de schriften
der Kerkvaders uit de vier eers'e eeuwen
en der klassieke Grieksche en Latunsche
schrijvers. Voorts werden aangeschaft wer
ken on het gebied van natuurkunde, reis
beschrijvingen en dergelijke, die a'reeds door
hun platen konden doorgaan als een kost
baar bezit voor musea. Belangrijk zijn ook
irrmer geweest de portefeuilles met teeke-
ningen, gravuren en e'sen, waarbij in het
bijzonder de aquarellen groote waarde heb
ben en interessant zijn om te bewonderen.
Fet Teylerhcfje is één der ve'e hofjes,
welke de gemeente Haarlem heeft. Uit de
nalatenschap van Pieter Teyler. door diens
laatste wi'sbeschikking gebouwd, is het :n
Mei 1787 gereed gekomen en dezelfde maand
reeds werden de woningen be'irokkm.
Teylers hofje was ingericht voor behoor-
'iike plaatsing van vier en twintig weduwen
oi ongehuwde vrouwen. Bii het betrekker
van één deir woningen op het Hof e moest
door den betrokkene een klein kapitaaltje
gestort worden, dat evenwel immer 't eigen
dom bleef v,ap den persoon, die deze som
stortte. De gevel van dit hof:e, in Ionischen
nf Griekschen stiil opgetrokken, aan den
Koudenhorn, trekt reeds op een afstand de
aandacht van tien wandelaar. Een colonnade,
^edekt door een vrij s'erk vooruitspringend
frontispice, vormt het eigenlijke middenstuk
van het gebouw. Het bestuur van dit Hofje
"ernst bij de Directeuren van Teylers na
latenschap. die eT tegelijkertijd de Regenten
van zijn Een der typische gebruiken in dit
Tey'er Hofje vvas, dat aan ieder der be
woonsters bij gelegenheid van het z.g. Tey
lers jaarfeest op 25 Maart een krenten
brood en een flesch wijn werd uitgereikt.
Daarenboven ontvingen zijn, zooals Teylet
bepaald had, in die dagen, jaarlijks 25 ton
turf, veertig pond vleesch, veertig pond
boter en een zak aardappelen, benevens
'edere week een tarwebrood en een klein
bedrag aan grutterswaren. Genees- en heel
kundige hulp, alsmede de benoodigde ge
neesmiddelen, kwamen ook ten laste van
de kas der Stichting, die daarbij bij over
rijden van één der bewoonsters van het
Hofje 100 schork voor de begrafeniskos-
en. De na'otenschap van degenen, die op
het Hofje overleden waren, werd geheel en
al ter beschikking gesteld voor de erfgena
men der overleden bewoonsters. In den
loop der tijden zijn meermalen eenige klei
ne veranderingen of wijzigingen in deze be-
oa'ingen gekomen.
Een der jaarlijksche gewoonten was het
z.g. „jaarlijksche Teylersfeest' op 25 Maart,
den geboortedag van Teyler in het Stads-
Armen- en Ziekenhuis, waartoe speciaal een
aan'al euderwctsche bierkannen, schotels en
ander vaatwerk gebezigd werden. Eveneens
'n de enkele Haarlemsche Weeshuizen vond
de viering p'aats van het bekende „Teylers
feest" en was een bijzondere maalti'd de
hoofdschotel van het programma, alsmede
het vertoonen van een of andere vermake
lijkheid.
De Teylerstichting staat heden ten dage
nog onder het bestuur van vijf Directeuren
en elk genootschap bestaat, gelijk weleer,
uit zes leden. De Stichting heeft in haar
gebouw aan het Spaarne eene geo'ogische,
minccalogische en paleontologische verza
meling, een physisch kabinet en laborato
rium, een kunstverzameling, een bibliotheek
en een penningkabinet.
Duiven
6
0
2
12
29—10
1.50
L. en S.
8
5
1
2
11
22—10
00
CD
E. D. O. H.
8
4
0
4
8
21—25
1.—
D. O. N. K.
8
3
1
4
7
17—18
0.88
Gr. Vtillem II
8
1
3
4
5
9—25
0.63
Leiden
6
1
1
4
3
12—22
0.50
De laatste voetbal Zondag heeft weer eens
duidelijk bewezen, dat bij voetbal alles mo
gelijk is. Voorspellingen doen is en blijft nog
steeds een gewaagde onderneming. Men zie
slechts even naar onderstaande
UITSLAGEN.
Overgang B.
R. K. A. V.Fortitudo
P. V. C.—E. M. M.
V. V. Z.—De Meer
testamentair vastlegde, om na zijn dood, len en voor het nageslacht bewaard gewor-
Overgang B.
Werden we de vorige week verrast door de
onverwachte nederlaag van Wilskracht, nu
krijgen we uit Zaandam een verrassende
tijding. V. V. Z. door De Meer geslagen is
cngetwi.'feld een gebeurtenis, welke niemand
voorzien had. De Zaankanters, die in langen
tijd niet getrapt hadden, bleken ongeoefend
en moerten met 32 de winst aan De Meer
laten, waardoor de leiding van deze afdeeling
weer in Amsterdamsche handen is overge
gaan.
Fortitudo boekje Zondag j.l. zijn eerste
overwinning en daar dit ten koste van R- K.
A. V. geschiedde, zijn de Culemborgers
voorloop ig buiten gevaar.
Een fraaie kamp werd gestreden tusschen
P. V. C. en E. M. M. De Stichtenaren toon
den weer eens hun kracht door met niet
minder dan 41 de club van v. Velzen te
slaan.
De stand luidt na de laatste resultaten
vestigen het vermoeden, dat de Wijkenaren
niet zoo'n geweldige ploeg bezitten als
menigeen misschien denkt. Thans moest
Beverwijk tegen het zich keurig herstellende
H. B. C. met 21 het onderspit delven.
Het was een buitengewoon spannende
strijd, waarbij de thuisclub voor een groot
deel in de meerderheid was. Dank zij echter
schitterend werk van den Haarlemschen
doelman Nelis, wist H. B. C. de overwinning
uit het vuur te sleepen.
Moet deze uitslag als een verrassing be
schouwd worden, nog grooter verwondering
wekt de 31 zege van de hekkensluiters op
De Hollandsche Leeuw", en dat nog wel in
Delft.
De hoop herleeft nu weer bij de Schiedam
mers, die er tevens voor zorgden, dat Bever
wijk, zij het met geringen voorsprong, de
leiding behield.
De stand luidt
Dinsdagavond vond de wedstrijd Excelsior-
Vriendenkring voor den Haarlemschen Bil
jartbond klasse E plaats te Velsen.
De eerste parrij TaffijnWarmerdam
V. K.) was voor den Haarlemmer die een
^oede partij speelde terwijl Toffijn een off
day had. Deze speler kon het met zijn min
der tactvol spel niet verder brengen als 30
carb.
De partij ElleKruijswijk (V. K.) had een
zelfde verloop als de vorige partij, doch hier
werd meer spel te zien gegeven daar beide
spelers zich geheel voor den strijd gaven.
Kruijswijk wist tenslotte met een vrij groo-
ten voorstand van 20 carb. te winnen.
V. d. Aar.Fillippo bracht een overwin
ning voor den Velsenaar, die zich van den
goeden kant liet zien en Fillipo, allang geen
slechte speler, heeft het dan ook niet kunnen
bolwerken. Het spel gjng over en weer.
Tenslotte won van der Aar met 6 carb.
De beste partij speelde Kempen van de
Velsenaren. Direct na het begin nam hij de
leiding en behield deze tot het einde, terwijl
de heer Zwart (V. K.) het niet verder kon
brengen dan 33 carb.
De eindstand is dus
1. TaffijnWarmerdam
2. ElleKruijswiik
3. v. d. AarFillipo
4.. KempeZwart
ExcelsiorVriendenkring
carb.
30—60
40—60
60—54
60—33
190—207
Beverwijk
8
5
0
3 10 29—15 1.25
G. D. A.
9
4
3
2 11 23—14 1.22
Lisse
9
5
1
3 11 24—21 1.22
H. B. C.
11
5
2
4 12 18—17 1.09
D, H. L.
5
2
1
2 5 7—10 1.—
Gr. Willem
7
2
0
5 4 14—23 0.57
Excelsior
9
2
1
6 5 16—30 0.56
2e Klasse G.
Het gaat T.
Y.
B.
B.
prachtig voor den
V il? kracht
9
7
0
V. V. Z.
8
6
0
P. V. C.
11
6
2
De Meer
11
6
2
Limvio
11
4
3
E. M. M.
13
5
3
F. M. S.
10
2
4
Foititudo
9
1
3
R. K. A. V.
10
0
1
14 25—7 1-55
12 24—14 1-50
14 28—12 1-27
14 32—27 1-27
11 26—25 L—
13 53—31 L—
8 12—39 0.80
5 9—23 O-56
1 13—35 0.10
Overgang C.
Het verloop in de C. afdeeling is dit scizcen
al zeer eigenaardig. Bepaalde uitblinkers
zijn er niet. Vel startte Beveiwijk buiten
gewoon goed, doch de laatste resultaten be
wind. Niet alleen wisten onze stadgenooten
een zeer gevaarlijke klip te omzeilen en daar
door een serieuzen concurrent vrijwel uit te
schakelen, ook de andere pretendenten kwa
men er niet zonder kleerscheuren af.
V. V. A. b.v. werd door Zwaluwen met
51 verslagen en D. O. S. S. verspeelde een
kostbaar puntje tegen Wilskracht II.
Twee niet verwachte uitslaeen en ook de
20 zege van de Yellow Black Boys op
Alw. Forward is een resultaat, dat ons eerlijk
gezegd, meevaalt.
Wij hebben T. Y. B. B. wel wat licht ge
schat, maar het behoeft nu geen betoog, dat
de club van Slenders verreweg de sterkste
is in déze afdeeling. Met een bewonderens
waardig enthouriasme trekken de Yellows
momenteel ten strijde en wij durven er wel
alles op te zetten, dat de kampioenstitel
onzen Geel-Zwarten niet ontgaat.
De wil is er zeer zeker en de capaciteiten.
daar getuigen de fraaie resultaten van.
De stand is s
T. Y. B. B.
V. I. C.
Zwaluwen
V. V. A.
Alw. Forward
D. O. S. S.
Volendam
Wilskracht II
2e Klasse H.
In deze afdeeling gebeurt al zeer weinig,
slechts één uitslag noteerden we. E. D. O. H.
won met 31 van D. O. N. K., waardoor de
stand is geworden.
Dinsdagavond had bovengenoemde ont
moeting plaats in het R.K. Verenigingsge
bouw te Heemstede. T. E. P. kwam volle-
dics uit, terwijl St. Bavo eenige invallers
telde.
T. E. P. speelde een goeden wedstrijd, en
wist den kampioen een nederlaag te bezor
gen. De gedetailleerde ubslag is als volgt:
St. Bavo T. E. P.
B. H. StevensN. v .d. Berg 11
P. VeenP. Hollenberg 02
DraayerJ. Handgracj 11
J. StevensA. Mrsteling xx
E. StolvoortF. Knape 02
F. BroekmanC. Stynman 20
J. WarmerdamJ. Brandsma 02
J. PrinsC. Pot 02
H. v. d. ErfC. Hoogland 02
J. SamsonJ. v. d. Kamp 20
Voorloopige uitslag.612.
De vermoedelijke uitslag zal een 137
overwinning voor T.E.P. zijn.
Deze wedstrijd, welke aanslaande Don
derdag zou plaats hebben, is tot nader aan
te kondigen datum uitgesteld.
Voor bovengenoemde competitie speelden
in het clublokaal der „Haarlemsche Dam
club":
Haarl. Damclub UT Damclub Haarlem II
1. J. WielengaJ. van Berkum 20
2. C. GastelaarsJ. Singe'ing 20
3. J. OtterD. A. van Abs 02
4. W. J. A. Ma!laA. M. Berghuis C2
5. J. MeirtsR. C. Broekmeijer 2—0
6. „Schijf"H. A. van Abs 0—2
7. G. A. OttoliniJ. P. Exel Jr. 20
8 J. BalkP. Hopman 20
9. J. H. ReedijkJ. P. Exel Sr. 20
10. J. R. KuijkD. J. Zitman 20
Totaal 146
voor de Haarlemsche Damclub III.
11
8
2
1
18 42—20 1.64
8
4
1
3
9 15—12 1.13
10
5
0.
5
10 25—25 1.—
7
3
1
3
7 19—24 1.—
9
4
0
5
8 17—19 0.89
9
3
2
4
8 20—23 0.89
6
2
0
4
4 19—22 0.67
10
2
2
6
6 20—29 0.60
Brandstichting?
Dezer dagen meldden wij het drama, dat
zich heeft afgespeeld in de mi.n Sawaraso
te Sawa Loento, waarbij 35 personzn door
verstikking om het leven zijn gekomen.
Naar aanleiding van dit tragisch ongeluk
licht ir. H. van Hettinga Tromp, oud-hoofd
ingenieur bij den mijnbouw in Ned.-In ië
dit Aneta-bericht nrder toe en hij schrijft
in het „Vad." o.m. het volgende:
Een Aneta-telegram meldde de vreese-
lijke ramp, welke c'e Ombilin-mijnen heeft
getroffen en, ofschoon temidden van dc
vele berichten van rampen, waarven dc
bladen tegenwoordig melding maken, heef!
de lijding, waarop hier bedoeld wor 't waar
schijnli.k velen niet eens zoo bijzon 'e-
getroffen, verstompt als zij langza
merhand geworden zijn voor al het leed
waarover men haast dagelijks leest, voel il
mij toch gedrongen aan deze ramp speciaal
eenige woorden te wijden, niet alleen, om
dat zij mij, die gedurende vele jaren op
de Ombiiinmijnen weikzaam was, diep heef.
getroffen, maar vooral wegens de zeer
speciale omstandigheden, welke waarschijn
lijk een rarrp van dergelijken omvang heb
ben mogelijk gemaakt.
De noodlottige brand, welke zoo talrijke
slachtoffers heeft gemaakt, is volgens 't
Aneta-bericht uitgebroken in de mijn Sawa-
Rasr.u, een mijnafdeeling, waa-in de afbouw
plaats vindt van de dikste der drie kolen-
lagen, welke in de Ombilinmünen worden
ontgonnen, de zoogenaamde C-la-g, van ge
middeld 7 Meter dikte, aan we ker afbouw
speciaal met het oog op het gevaar voor
zelfontbranding, waaraan onze In-'ische
koolsoorten in groote mate onderhevig zijn,
speciale eischcn worden gesteld. Nadat dé
in deze laag toegepaste methode v n het
spoelend opvullen tot goede ontwikkeling
was (tekomen, behoorden echter de mi'n-
branc'en, welke gedurende vele jaren in de
Ombilinmrnen aan de orde van den dag
waren, vrijwel tot het verleden, al moest
men steeds op het gevaar van een plotse
ling optredenden mi'nbrand bedacht zijn.
Nu is de brand, welke thans in de Om-
bilinmi'nen zulke fat-le gevolgen heeft ge
had, hoogstwaarschiinli'k in een munveld
uitgebroken, welke slechts twee uitgangen
had en dan nog uitgangen, welke misschien
op het oogenblik van de grootste conster-
natie niet eens beide geheel toegankelijk
waren, d.w.z. welke vrije uitgang verleen
den naar builen. Het staat m.i. namelijk
vrijwel vast, dat deze noodlottige brmd il
uitgebroken in de zoogenaamde strafmijn,
d.w.z. de mijnafdeeling. waarin de speciaal
gestrafte contractanten (degenen die zich
aan voortdurende deserties schuldig maak
ten) en ook de dwangarbeiders, die special*
bewaking noodig hadden, waren tewerk ge
steld. Dez mijmafdeeling is op verzoek
van den Dienst van het Gevangeniswezen
een paar jaren geleden voor de tewerkstel
ling van de slechtste elementen onder de
gestrafte mrnarbeiders ingericht, mede naaf
aarleiding van de zoogenaamde schandalen,
welke bij de afstraffing der koelies bij de
Ombilinmijnen waren voorgevallen.
De hoofduitgang (vermoedelijk ook de
uitgang, waardoor de venlilatiestroom naar
buiten trad en gedurende den brand de
gassen werden afgevoerd) was door een
afgerasterden toegangsweg direct met de
kwartieren der gestraften verbonden, ter
wijl de andere uitgang van het mijnveld,
waardoor de versche lucht werd ingeblazen,
wellicht door een getraliede deur (vanwe
ge de betere bewaking) was afgesloten.
Ik kom tot deze gevolgtrekking, omdat
in het telegram van Aneta melding wordt
gemaakt van 5 politie-oppassers, cie bij de
ramp zouden ziin omgekomen, want op geen
andere plaats dan juist in deze strafmijn is
het anders te verklaren, dat politie-oppas
sers ten tijde van den brand in de mijn aan-
wezig waren. Deze oppassers werc'en vroe
ger bij de uitgangen der mijn op post ge
steld, om toezicht te houden op de ge
straften. die zich om de een of andere re
den gedurende het werk uit de mi:n moes
ten begeven. Thans waren zij blijkbaar die
per in de mim op post en juist het feit, dat
onder deze lieden, die met het ei-»enli:ke
mijnwerk niets te maken hebben, zoovele
slachtoffers zijn gevallen, maakt het voor
mij waa-sch!'nlijk, dat de uifgang, waar
door zij dagelrks de mijn verlieten vanwege
de brandgassen voor han niet meer toegan
kelijk was en de andere uitgang niet open
te krijgen was. misschien, ornaat het slot
der getraliede deur niet tiidig kon worden
opengemaakt. In ieder geval staat voor mij
vast, dat ten tijde van den brand een der
uitg-ngen ontoegankelijk was voor de vluch
tende arbeiders door omstandigheden, wel
ke niols met de brandgassen te maken had
den: hierdoor is dan vermoedelijk ook het
aantal slachtoffers zoo hoog.
Verder staat n.m.m. vast. dat deze brand
niet door broeiing der kool. dus door zelf
ontbranding is ontstaan, maar dat hier
brandstichting fal of niet moedwilli*) in het
spel is geweest, aangezien, zooals boven
reeds werd opgemerkt, de miinb-an-'en,
welke op de eerstgenoemde wi'ze ontston
den, in de Ombilinmrnen steeds e^n veel
Ian''.1 anjer verloop hebben hadden da« nu
blijk-ns het bericht moet wore'en •-ge
maakt. Een mijnbrand, welke aan brand
stichting moet worden toegeschreven,
breidt zich, zooals wel haast van zelf
spreekt, veel en veel sneller uit en verrast
het toezichthoudend personeel dan ook
veel eerder dan een brand door broeiing
ontst-an, welke laatste zich reeds daor den
doordringenden reuk van de broei'ngsgas-
sen, meestal geruio-en tijd tevoren mani
festeert. Bij dezen b-and echter moet alles
zóó snel in zijn werk ziin gei*aan, dat vele
arbeiders door de gassen zijn ver-ast en
zii, doordat de hoofd"Ugang niet moor tij
dig kon worden bereikt in de verstikkende
gassen zi'n omgekomen.
Een dergelijke, snel zich uitbreidende
brand in mi'ncn met slechts één ingang
voo rde versche lucht en één uitgang voor
de afrfewe-kte lucht heeft reeds dikwijls in
de schachtmi'nen tot vreeselijke rampen ge
leid. omdat de brandgassen door den ven-
tilatiestroom door dc geheele mijn wordëe
geleid en er voor de werklieden, die riet
tiidig den frisschen luchtweg weten te be
reiken, geen ontkomen is aan den ver-
st'kkingsdood. Aangezien het veld Sawa-
Pasau thans, fvermoedelijk met het oog cp
de betere bswrkirg), slechts over twee
toegangen beschikte, moesten ook hier de
arbeiders, die door de brandga-sen werdan
verrast, iamrre-li'-k omkomen. Is mijn ver
onderstelling juist, dan zou aan de hetere
bewaking dus de meerdere veiligheid van
het mi'nveld zijn opgeofferd!
Men kan zich de trrgedie, welke zich
daar ondergronds onder den radeloozen
troep arbeiders heeft afgespeeld, toen zij
zich den uitweg naar buiten versperd za-
gan en gedoemd waren te verstikken, bijna
niet in al haar vreeseüjkheid voorstellen en
wanneer inderdaad mijn veronde-stelling,
dat een der uitgangen niet dadelfk toe
gankelijk was, juist blijkt te zijn, dan is
de ramp er nog des te treuriger om.
Het is de grootste ramp, welke ooit de
Ombilinmijnen gedurende hun ruim 34-ja-
rige ontginning heeft getroffen!
„Ja, ja." zei Karei, „een Katholiek moet
nogal eens dikwij s iels hooren dat veel op
spotternij gelijkt. En menigeen spreekt van
ons op een t~o.n, waaruit heel duidelijk een
zeker medelijden klinkt. Zoo iets van: „die
onnooze e slumperds. zij welen niet heler!
De meeste ongcloov .gen hebben, ge oof ik,
een boeg idee van hun eigen welenschap
en kernis, van hun liberaliteit van hun ver
lichting en onbevooroordeeldheid."
„Ja ze de ik, ,,en onder dezu ken vindt
men de grootste bijgeloovigheid. Ean mas
cotte of gelukspopje behoedt hun auto Op
'n ongeluksdatum ondernemen zij geen be
langrijke zaken. Zij hebban ean bijgeloovige
vrees voor het getal 13. Zij nech en aan
de uitspraken en voorspellingen van allerlei
obscure personen, die uit de bend ijnan le
zen, of werken me! koff edik of 'n ei, oi in
hvpnose zijn gebracht, of zco al meer
Maar alia! V/a' is er met je gebeurd. Heb
je on de ean of arde-e manier last gehad?
„Niet van bati ekenis," lachle Karei, „en
bovendien, ik kan er tegen! Maar je kent
Dasn'je we! hé? Nu, die hr.'I het zoo ove-
de Katholieke theologen, de o/'r a lerlei
dingen schrijven waar volgens hem geen
mensch wat van weet. en d'e ons van allrs
wil en doen geloovsn, terwijl zij zelf kib
belen over wat waar en niet waar is En
hij sprak cok over onze mystieken, die hij
se tvrisch met sprookjesvertel.ers verge
leek. En na'uurlik heme'de hij de weten—
scha", vooral de moderne, hemelhoog
op. Die bemoeit zich alleen met feiten en
beweegt zich uits'uitend op vasten grond
Nu heb ik Daantje wel op al er ei m'svat-
tingen gewezen, maar toch zou ik over
een en E.nder wel wat meer willen hooren!"
„Komaan," zei ik. „de zaak is tame ijk
eenvoudig. Natuurlijk woct er in de ee.ste
plaats op gewezen worden, dat er in de
katholieke kerk evengoed vrije quaesties be
staan als overal elders en de theo ogen
gerust mogen redetwis'en over allerlei za
ken, waarover het hoogste leergezag Éec;"
ui'spraak heeft gedaan. Wat dan ook rltijd
gebeurd is! De geïce-de heeran ziui rlkaar
wel in het haar gevlogen over de Pause
lijke onfei'baerheid b.v., voordat die in hel
Vat'cannsch Corcil'e als dogma is vastge
steld. Evanzoo ging het met de Onbevlek'e
Ontvangenis en meerdere waarheden, die
nu voor iedere-n vaststaan. En de oage-
loovige wetenschap is in deze geen haar
beter. Weet je wat, laten wij een een paar
concrete geva len t ij den kop pakken en die
met elkaar vergelijken. Dat is eenvoudig
begrijpelijk en afdoerd. Laat ik ze noemen
„een katholieke gissing" en „een profaan
wetenschappe ijk spro-k!e".
Voor dc eerste neem ik een beschouwing
een fa^'asm om z~o te zeg'jen, van e?n be
roemd Katholiek bebeeri'pg uit het m dden
der 19e eeuw, 'n geesteliike, die door zijn
werken machtig veel goeds heeft gedaan
en door zijn mystieke hese'omvingen vele
ziel-n nader tot God heeft gebracht. Ik
bedoel pater Faber, een tijdgenoot en even
knie van kard'naai Newman en andere
hooge geestelijken, die de Anglicaan,rch?
Kerk verlieten om in de Katholieke Kerk
de ware vrede te vinden.
In een van zijn werken geeft hij een be
schouwing van de hemelsche heer'ijkheid
en spreekt dus feitelijk over iels, „dat geeIj
oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord
en waarvan de schoonheid door niemand js
te bevatten! Alle voorstellingen of afbee -
dingen blijven oneindig ver beneden de wer
kelijkheid! En niemand behoeft van dit -
les meer te gelooven dan hem goed du-kt!
Maar dit neemt niet weg, dat de beschrij
ving van pater Faber, deze hypothese °m
zoo te zegóen, zooveel schoons bevat, dat
een Katholiek ge ust m< g zeggan: „Ja. zoo
ongeveer moet het er in den Hemel uit
zien!"
A's pater Faber in gedachte den Hen"-'
binnentreedt, ontmoet hij eerst de z'el;n
van ben die alleen dorr het Doopsel zijn
gezuiverd De kleine kinde'en, die gestor
ven zijn, voor zij tnt de jaren vrn ve stand
waren gekomen, zijn geluk geworden aan
mannen van 33 jarr, zooa's Jezus zelf was
Hun verstand en begrip over'reff-m die van
de- grootste gelee-den der wereld en hun
hun geluk is onuitsprekelijk.
Na deze eers'elingen ontmoet de mys
tieke schrijver het groo'e heer de.- uitver-
kororen, waarin alle volken, alle stammen,
a le talen, a»!e seksen en leeftijden in on-
'elbare menigte ver'egenworrdigd z''n-
Dasr zijn de opper-rieste's en leeraren der
H. Kerk; de martelaren, de belijders en
maagden, de geestelijken en de leeken. En
'edere ziel schittert in haar glo ie en de
H. Sacramenten, die zij op aarde ontvan'
gen hebben en die c-n onuitwirchbaar
merkteeken op haar hebben gedruk', stra
len als een edelgesteente van wonderbar
schoonheid: de diamant van het H. Doopse
de robijn van het H. Vormsel, de eroera.d
van het Priesterschap. Ieder uur van den
dag voert nieuwe hemelbewoners aan. De
Engelen geleiden de zielen naar don LI.
Petrus; deze voert ze naar de H. Maagd en
de Mooder Gods ste't de gelukzaligen voor
aan Haar Zoon. En iedere reine ziel, die de
Glorierijke Eeuwigheid binnent eedt doet
a le hemelgeesten trillen van vreugde en
geluk.
Al verder dringt de ziener binnen in het
Koninkrijk der Heme'en. Hij ziet nu in ge
dachten de negen koren der Engelen, ge
rangschikt om eenzelfde middelpunt. Eeni
ge van hun tronan worden ingenorren door
enkele der meesi vi'.b'inkende aardsche
heiligen, die door God daarop verheven
•rijn, om de led'ge plaatsen aan te vu len
der geva len Engelen, die door Lucifer in zijn
hel'evaart werden meegesleept.
De negen koren worden gevormd door
drie Hiërarchieën, die elk weer uit drie
kringen van dezelfde natuur bestaan.
De hoogste troon, eenmaal ingenomen
door Lucifer, den schitterenden vice-kooing
der Enge en, is nu, volgens sommige lee
raren, bezet dror den LI. Michaëk volgens
anderen door den ff. Jozef, als belooning
voor zijn zorgen, hier op aarde voor het
Vleeschgeworden woord. Nog boven deze
eereplaa!s brink on de zetels der zeven En
gelen, „d'e zonder onderbreking voor Gods
Aangezicht s'aan".
Daar is de H. Michaël, de strijder Gods
de behoeder der H. Kerk. Velen meenen,
dat Hij de Engelbewaarder is geweest van
r'e Menschelijke Natuur van onzen Godde-
iiken Verlosser hier op aarde, en c at Hij
ook de Engelbewaarder is van eiken re
deerenden Paus.
Dilar is ook de H. Gabriël, de Engel der
Vleeschwo-ding, de Bahoeder der H.
Maagd, de bode van Gods barmrariighe'd.
Verder de H. Raphael, d'e as het ware
het meest den mensch nabij komt: de af
beelding der Goddelijke Voorzienigheid, de
beschermer der reizigers, de geneesheer
der zieken, de metgezel der aardsche zwer
velingen. De H. Michaël is u's het ware de
afschaduwing van God den Vader, de H.
Gabriël van God dan Zoon en de H. Raphaël
die van den H. Geest.
Deze drie Hemelsche gloriën zijn a'ge-
meen bekend. De andere zes zijn, volgens
sommige tradities en openbaringen: Ur'ël,
de sterke gezel; Sealtië', de geest des. ge-
beds; Jehudicl de belzoner of vergelder en
eindelijk Barach'ë', de helpei.
Lloe hoog heeft onze geleider ons nu al
opgevoerd!
Macm nog heeft hij ons niet de volle he
melsche lieerrijkheid getoond!
Wij naderen nu de illustere hiërarchie
der vleeschwording, die e3n geheel eigen
glorie bezit. Llier zetelen de e'f Anöstelan,
die Jezus na Zijn verrijzenis rm Zich ver
zamelde, benevens de H. Matthias, dien de
H. Geest zelf uitverkoos om de plaats van
Judas in te nemen En dit doorluch'ig. ge
zelschap wordt aangevuld door den H. Pau-
lus en den H. Barrabas, die het Apostolisch
college vol'edig maken. Verder zetelen
daar de twee Evangelis'en St. Marcus en
St. Lucas, die niet tot de Apostelen be
hoorden en eveneens de H.H. Simeon en
Anna, Elisabeth en Zacharias, Joachim en
Anna, Magda'ena, Martha en Lazarus. Si
mon van Cyrene en Jozef van Arimathea,
Nicodemus en Slephanus, Malchus en Ve
ronica, Longinus en Dimas met de zeventig
leerlingen en andere heiligen, die volgens
het Evangel'e een hoofdrol hebben ges eeld
in het aardsche leven en lijden van onzen
Godde.ijken Ve-lasser. Daar einde ijk ze
telen in het volle gloricicht de Onnooze e
Kinderen, die de eerste mar'.el.-rzn waren,
welke hun bloed stortter voor Hun Heiland
en Zaligmaker. Volgens eenige openba in-
gen ontvingen deze kinderen van Bethle
hem op het oogenblik van hun dood het
vol e gebruik van hun ve-stand en rede en
een onmetelijke geschiktheid om verdien
sten te verwerven. Dientengevolge bezit
ten zij in den Hemel ean zeer bijzondere
macht als Patroon der Steiverden.
En hooger rog stijgen wij opl O.o het top
punt van dezen berg van licht en g'orle be
vinden zich dc beide getrouwe wachters
van den trcon der H. Maagd: St. Jan de
Docper en de H. Joseph. De Vooriooper,
wien® leven één groot mi.akel was en de
Voedstervader van onzen Heer en Hei
land, die een -verborgen en versto ven le
ven leidde naar de plannen der Voorzie-
nighc'dl
Totdat wij eindelijk naderen aan de
ui'erste grens!"
Karei legde de hand op mijn arm,
„Laten wij de volgende maal verder gaan,"
zeide hij. ,,'t Is prachtig, ma„r over al, wal
ik nu gehoord heb, wil ik wel een tijdje
nadenken."
„Doe dat!" zei ik. „Tot zien® dan!"
J. F. NUYENS.