Sport en Wedstrijden, Uit het Roomsche Voetbalkamp. PIETER TEYLER VAN DER HULST. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. l)»rde Blad Donderdag 2 Febr. 1928 Cenige geschiedkundige herinneringen. R. K. F. Een dag van verrassingen. V- V. Z. geklopt. H. B. C. wint van Beverwijk. T. Y. B. B. zet zijn zegetocht voort. Beverwij k- D. H. L.- Overgang C. -H. B. C. -Excelsior 2e Klasse G. Alw. ForwardT. Y. B. B. \Xilskracht II—D. O. S. S. V. V. A.Zwaluwen E. D. O. H.- 2e Klasse H. -D. O. N. K. 3-1 BILJARTEN. DAMMEN. Clubcompetitie le Klas van het District H. en O. van den Ned. R. K. Damhorrd. St. BavoT. E. P. D. J. D.Gez. Samenzijn. De Competitie van den Haarl. Districtsbond. HET ONTZETTEND DRAMA IN DE MIJN SAWARASO TE SAWA-LOENTO. De grootste ramp, welke ooit de Ombilinmijnen trof. EENVOUDIGE DINGEN. Den 8sten Anrïl zal het anderhalve eeuw geleden zim, dat Pieter Teyler van der Hulst te Haarlem stierf. De naam van' de zen man heeft door de vele stichtingen, die Zrn raam dragen en door erfeniskwesties die met zi'n na'atenschap in verband staan een bijna legendarischen klank gekreg-n. In Haa-l'm en ver daarbuiten is hij bij naam bekend. Het moet daarom voor onze lezers 'vel be'angwekkend wezen het een en ander over hem te vernemen. Behalve dit eeuwfeest is het dit jaar ook 50 jaar geleden dot de eerste steen werd gelegd van het Teylermuseum aan he! Spa-rne. Dat gebeurde op 25 November 1678. Teyler moet een wetenschappelijk ont wikkeld man zi'n geweest en in ale geval was hii een groot bewonderaar en be schermer van kunst en wetenschap. Te vens een vriend van de armen, wat kan blijken uit de vele giften en donatiën, die voor dit doel zijn naam dragen. Ziehier iets over zijn geschiedenis. In het jaar 1580 kwam te Haarlem uit Engeland een achttienjarige jongeman var adel'iiken huize, genaamd Thomas Teyler. Behalve een luttel gelcLommetje was een Bijbel zijn eenigste bezitting, vertelt Allan, waarmede hii nog even wil onder- streepen, dat deze Teyler om des geloofs wille uit Engeland was uitgeweken. In Tri'ntje van de Kerkhoven, eene Vlaamsche van geboorte, vond Thomas Teyler een goede levensgezellin, aldus nog steeds dezelfde geschiedschrijver. Ondernemingsgeest en voorspoed in za ken bracht den doortastenden en energie ken fabrikant een aanzienliik vermogen. Zijn vaderland echter vergat hij niet en na zijn dood wisten zim kleinkinderen nog te vertellen, van de Engelsche schillings, die zij in menigte hadden gekregen uit den voorraad, dien grootvader altijd bij zich had. Bit zijn dood in 1655 liet hij drie zoons en drie dochters achter, welke a.llen waren gehuwd en met een talrijk kroost waren gezegend. Pieter Teyler van der Hulst, de grond- legger van de fundatie van dien naam, was de achterkleinzoon van Thomas twee den zoon Izaak; zijn moeder heette Maria van der Hulst en werd den 25sten Maart 1702 hier ter slede geboren. Beoef aar van de wetenschap, die hem beven a> ies dierbaar was en al zijn aan dacht had verworven, had hij reeds tijdens zijn leven, daartoe in staat gesteld door zün aanzienlijk vermogen, een niet onaan zienlijke verzameling van wetenschappelijke werken gekocht, alsmede een schat van natuurkundige werktuigen, naturaliën, mun ten penningen, enz. Zooals te begri'pen vali, was dit grootc bezit, vooral voor Tev- lers tijd, een sprekend bewijs van de lief de van dezen man voor de wetenschap en besteedde hij aan de vermeerdering van dit kostbaar bezit zijn beste krachten en financiën. In 1728 huwde Pieter Teyler van der Hulst met Helena Wynands Verschaven te Amsterdam. De aanziznli'ke en rijke Teyler vermeerderde nog zijn bezit door eene bloeiende fabriek, die groote winsten opleverde en ook door de erfenis van een groot vermogen. Niet'emin leefde hij zeer eenvoudig, zelfs sprak men geheel ten on rechte. dat hij gierig was. Voor zich zei ven weliswaar had hij weinig behoeften, zijn levenswijze droeg den stempel van be scheidenheid en ingetogenheid, maar ijverig om den nood te lenigen van armen Hi bouwde gedurende zijn leven op het K-ein- Heiligland een ruim en niet onaanzienlijk Hof'e, dat door de execu'euren van Tey- lers' na'atanschap, in 1786 aan de Pegenter van het Vrouwe en St. Antonie-Gasthuis ten geschenke werd gegeven, toen he! nieuwe gesticht aan den Koudenhorn was gereed gekomen Doordat zijn vrouw en beide kinderer hem door den dood on'vielcn, trad voor Teyler een tijdperk in van afgetrokkenheid Maar gaarne vereenigde hij zich met een auntal vrienden ten zijnen huize tot be handeling van onderwerpen en vraagstuk ken on het gehied van godsdienst, godge leerdheid en wüsbegee'te, van geschiedenis letteren en kuns', zelfs van natuurkunde waarvoor hij een bijzondere voor'iefde had Die liefde voor velerlei wetenschap er dien trek naar geze'lig en tevens nutti' samenzi'n, had hij met velen zijner tüd genooten gemeen. Zon eeuw en zijn ti'd was de eeuw van het onts'aan van ge nootschappen, van dichtlievende gezelschap pen, von wet°nschanpe'i:ke bijeenkomsten in kleinen kring, niet zoozeer van soeciaa! vakgeleerden, maar meer van liefhebbers leeken en dilettanten. Uit dien tird di teert de stichting van de Holl. Maatschappi van Wet en scha,on ~n en van de Maatschap- pi! van Nijverheid en Fande'. Bij hem rijpte van lieverlede het plan om eene Maatschapoii, Vereeniging of^ Ge nootschap op te richten voor die takker van wetenschappelijke kennis, welke bo- ver-al ziin zucht tot onderhoek en zijne belanrtstel'ing hadden gewekt Zoo nam h in 1756 de noodige schikkingen, dien hii hiertoe in staat gesteld door zijn aanzien liik vermogen, gevolg te kunnen geven aan zi'n gevormde r'a.nn'n. Pie'er overleed don 8sten April 1778. Uit zi:n testament bleek, dat zrn zeer a.anzienb'-'ke nalatenschap, -net uitzondering van eenige ziirer bezi't'n- ?en, waarover hii anders had beschikt, ten eeuwigen dage moest H':ven onder 'oezicht, bewind, a.arleg en beheer van vijf 'aartoe door hem benoemde persenen en eenen door hem aangewezen boekhouder •n hunne opvolgers in den tod". In ziin 'aatsten wil beval hij verder, dat züne na- atenschap zonde dienen tot oprichting en onderhoud van twee eeuwigdurende genoo'- -chappen, ieder onder het bestuur van zes -ersoneo staande en die op bepaa'dp tij- len in het woonhuis van Teyler in de Dam straat zouden moeten vergaderen. Het eerste genootschap hect'e „Tevlers Godge- eerd Genootschap" en verhandelde onder werpen op godsdienstig gehied. Het tweede werd geroemd „Teylers Natuurkundig Ge nootschap", en moest, volgens wilsbeschik king van den overledene, onderwerpen in behandeling nemen van Natuurkunde, Dicht kunde, Historiekunde, Teelten- en Penning kunde. Wii zouden niet graag met Tev'ers na komelingen in conflict komen en hier even uitmaken of hun aanspraken al of niet ge grond ziin en citeeren hier alleen getrouw ten geschiedschrijver AHan. De nakomelin gen van Teyler toch betwisten de juistheid van deze c'ausule en betoogen, dat de lirec'euren van Tevler zich ton onrechte jhet bewind aanmatigen over de stichting. Vele en langdurige processen zijn daarvan et gevolg geweest en nog zijn er eenige hangende, terwijl het te voorzien is. dat wij het laatste proces nog niet hebben jehad. Keeren wij terug tot Teylers stichting. Beide genootschappen moesten jaarlijks een onderwerp in behandeling nemen of eene vraag ter beantwoording uitschrijven ever zoodanige s'of, a's overeenkwam met en aard en het doel van het Genootschap, len geud~n medaille, ter innerlüke waarde van vier honderd gulden, geslagen op den stempel van het Genootschap, was de be- ooning voor d"n schrijver e-ner goedge keurde verhandeling, die door de leden van heide Genootschappen met a'gemeene stem men werd toegekend of ook bestemd werd -laar- gelang voor het bes'e antwoord op ene uitgeschreven prijsvraag. Aan de uit voerders van d°n laatsten wil van den overleden Pieter Tevler van het Godgeleerd Genootschap was a'léén de beoordeelin-g onderworpen va.n de ingekomen verhande- 'ingen en antwoorden op het gehied van odsdienst; aan het t.veede Genoo'schap echter, waarvoor ook het grootste deel dei rijsvragen gewoonlük bestemd was, was de medezeggenschap noodig van het Bestuur van beide Genootschappen. Door Pieter Tevler v. d. Hulst was in zijn 'estament aan elk lid van het Bestuur en ook aan den boekhouder een jaargeld toe gezegd van 1000, elk lid van beide Ge nootschappen daarenboven ontving een som van 100, In het testament stond voorts hepnald, dat het woonhuis in de Damstraat nimmer mocht worden verkocht, maar steeds gebruikt moest worden tót vergaderplaats van Directeuren en leden der beide Ge nootschappen. De bibliotheek, alsmede de prent- en penningverzamelingen moesten voortdurend b'iiv-n dienen t~n gebruike van 'e leden der beide genootschappen. Aan de Directeuren werd de mach'i^ing toegestaan, die verzameling-n der aankoop steeds te vermeerderen door alles, wat tof nut en sieraad in het algemeen kon strekken en on bijdragen voor uitbreiding der weten schap. Het woonhuis in de Damstraat werd eenigszins verfraaid, te-rwrl een Museum werd gesticht, dat wel niet machtig is in omvang, maar toch immer dp bewondering, •ooral v.n,n den wetenschanoeli'k ontwikkel- 'en bezoeker heeft weggedragen. In het jaar 1878. op het eeuwget!Vde van '-et sterven van Tey'er en de stirhting der 'undatie, werd beslo'-n tof uitbreiding, die oor de toekomst blijvend worden zou en werd overgegaan, in ovc-e"nstemming me' 'e dringende noodzakelijkheid. een geheel rierw en vergroot Museum te bouwn, het welk in .Tanunri 1885 Geheel vo'to-rid is ge worden. Dit nieuwe gebouw gr"Psde aan de woning v,a,n Teyler in de Damstraat en 'neeg een gevel aan het Spaarne. Na het ■itschrijven van een pri'svraag voor den <evcl van dit nievwe Museum, werd het -m'werp van den Weenschen architect Ch. Tlrich uitgekozen. Aar dm Haarlemschen architect A. v. d. Steur Jr. werd opgedragen 'n overeenstemming daarmede de verdere plannen van den bouw te ontwerpen en uit 'e voeren. De gevel aan het Spaarne is opgetrokken 'n Ita'iaanschen renaissance-stijl en wordt bekroond door een bronzen beeldengroep, voorstellende de faam, die kunst en weten schap kroont. Deze beeldengroep is de cheeping van Bart van Hove. Uit Teylers nalatenschap is tevens ook een niet onbelangrijke bibliotheek bij laat ste wi'sbeschikkicg aan de fundatie verval- den. Teyler was «n zï?n leven een groot liefhebber van lezen en een pastelportret geeft hem dan ook bii ziin boekenkast te aanschouwen. Konden de boeken ten goede komen aan de leden der beide Genootschap pen, voor de studies der leden waren zij echter niet vo'doende meer, om met den tijd mede te kunnen gaan. Overeenkomstig de verlangens der leden en c'oor toedoen van den eersten bibliothecaris der stichting, den heer van Marum, werd de verzarre'ing belanrtrijk uitgebreid. O. m. werden als be langrijke werken aangekocht de schriften der Kerkvaders uit de vier eers'e eeuwen en der klassieke Grieksche en Latunsche schrijvers. Voorts werden aangeschaft wer ken on het gebied van natuurkunde, reis beschrijvingen en dergelijke, die a'reeds door hun platen konden doorgaan als een kost baar bezit voor musea. Belangrijk zijn ook irrmer geweest de portefeuilles met teeke- ningen, gravuren en e'sen, waarbij in het bijzonder de aquarellen groote waarde heb ben en interessant zijn om te bewonderen. Fet Teylerhcfje is één der ve'e hofjes, welke de gemeente Haarlem heeft. Uit de nalatenschap van Pieter Teyler. door diens laatste wi'sbeschikking gebouwd, is het :n Mei 1787 gereed gekomen en dezelfde maand reeds werden de woningen be'irokkm. Teylers hofje was ingericht voor behoor- 'iike plaatsing van vier en twintig weduwen oi ongehuwde vrouwen. Bii het betrekker van één deir woningen op het Hof e moest door den betrokkene een klein kapitaaltje gestort worden, dat evenwel immer 't eigen dom bleef v,ap den persoon, die deze som stortte. De gevel van dit hof:e, in Ionischen nf Griekschen stiil opgetrokken, aan den Koudenhorn, trekt reeds op een afstand de aandacht van tien wandelaar. Een colonnade, ^edekt door een vrij s'erk vooruitspringend frontispice, vormt het eigenlijke middenstuk van het gebouw. Het bestuur van dit Hofje "ernst bij de Directeuren van Teylers na latenschap. die eT tegelijkertijd de Regenten van zijn Een der typische gebruiken in dit Tey'er Hofje vvas, dat aan ieder der be woonsters bij gelegenheid van het z.g. Tey lers jaarfeest op 25 Maart een krenten brood en een flesch wijn werd uitgereikt. Daarenboven ontvingen zijn, zooals Teylet bepaald had, in die dagen, jaarlijks 25 ton turf, veertig pond vleesch, veertig pond boter en een zak aardappelen, benevens 'edere week een tarwebrood en een klein bedrag aan grutterswaren. Genees- en heel kundige hulp, alsmede de benoodigde ge neesmiddelen, kwamen ook ten laste van de kas der Stichting, die daarbij bij over rijden van één der bewoonsters van het Hofje 100 schork voor de begrafeniskos- en. De na'otenschap van degenen, die op het Hofje overleden waren, werd geheel en al ter beschikking gesteld voor de erfgena men der overleden bewoonsters. In den loop der tijden zijn meermalen eenige klei ne veranderingen of wijzigingen in deze be- oa'ingen gekomen. Een der jaarlijksche gewoonten was het z.g. „jaarlijksche Teylersfeest' op 25 Maart, den geboortedag van Teyler in het Stads- Armen- en Ziekenhuis, waartoe speciaal een aan'al euderwctsche bierkannen, schotels en ander vaatwerk gebezigd werden. Eveneens 'n de enkele Haarlemsche Weeshuizen vond de viering p'aats van het bekende „Teylers feest" en was een bijzondere maalti'd de hoofdschotel van het programma, alsmede het vertoonen van een of andere vermake lijkheid. De Teylerstichting staat heden ten dage nog onder het bestuur van vijf Directeuren en elk genootschap bestaat, gelijk weleer, uit zes leden. De Stichting heeft in haar gebouw aan het Spaarne eene geo'ogische, minccalogische en paleontologische verza meling, een physisch kabinet en laborato rium, een kunstverzameling, een bibliotheek en een penningkabinet. Duiven 6 0 2 12 29—10 1.50 L. en S. 8 5 1 2 11 22—10 00 CD E. D. O. H. 8 4 0 4 8 21—25 1.— D. O. N. K. 8 3 1 4 7 17—18 0.88 Gr. Vtillem II 8 1 3 4 5 9—25 0.63 Leiden 6 1 1 4 3 12—22 0.50 De laatste voetbal Zondag heeft weer eens duidelijk bewezen, dat bij voetbal alles mo gelijk is. Voorspellingen doen is en blijft nog steeds een gewaagde onderneming. Men zie slechts even naar onderstaande UITSLAGEN. Overgang B. R. K. A. V.Fortitudo P. V. C.—E. M. M. V. V. Z.—De Meer testamentair vastlegde, om na zijn dood, len en voor het nageslacht bewaard gewor- Overgang B. Werden we de vorige week verrast door de onverwachte nederlaag van Wilskracht, nu krijgen we uit Zaandam een verrassende tijding. V. V. Z. door De Meer geslagen is cngetwi.'feld een gebeurtenis, welke niemand voorzien had. De Zaankanters, die in langen tijd niet getrapt hadden, bleken ongeoefend en moerten met 32 de winst aan De Meer laten, waardoor de leiding van deze afdeeling weer in Amsterdamsche handen is overge gaan. Fortitudo boekje Zondag j.l. zijn eerste overwinning en daar dit ten koste van R- K. A. V. geschiedde, zijn de Culemborgers voorloop ig buiten gevaar. Een fraaie kamp werd gestreden tusschen P. V. C. en E. M. M. De Stichtenaren toon den weer eens hun kracht door met niet minder dan 41 de club van v. Velzen te slaan. De stand luidt na de laatste resultaten vestigen het vermoeden, dat de Wijkenaren niet zoo'n geweldige ploeg bezitten als menigeen misschien denkt. Thans moest Beverwijk tegen het zich keurig herstellende H. B. C. met 21 het onderspit delven. Het was een buitengewoon spannende strijd, waarbij de thuisclub voor een groot deel in de meerderheid was. Dank zij echter schitterend werk van den Haarlemschen doelman Nelis, wist H. B. C. de overwinning uit het vuur te sleepen. Moet deze uitslag als een verrassing be schouwd worden, nog grooter verwondering wekt de 31 zege van de hekkensluiters op De Hollandsche Leeuw", en dat nog wel in Delft. De hoop herleeft nu weer bij de Schiedam mers, die er tevens voor zorgden, dat Bever wijk, zij het met geringen voorsprong, de leiding behield. De stand luidt Dinsdagavond vond de wedstrijd Excelsior- Vriendenkring voor den Haarlemschen Bil jartbond klasse E plaats te Velsen. De eerste parrij TaffijnWarmerdam V. K.) was voor den Haarlemmer die een ^oede partij speelde terwijl Toffijn een off day had. Deze speler kon het met zijn min der tactvol spel niet verder brengen als 30 carb. De partij ElleKruijswijk (V. K.) had een zelfde verloop als de vorige partij, doch hier werd meer spel te zien gegeven daar beide spelers zich geheel voor den strijd gaven. Kruijswijk wist tenslotte met een vrij groo- ten voorstand van 20 carb. te winnen. V. d. Aar.Fillippo bracht een overwin ning voor den Velsenaar, die zich van den goeden kant liet zien en Fillipo, allang geen slechte speler, heeft het dan ook niet kunnen bolwerken. Het spel gjng over en weer. Tenslotte won van der Aar met 6 carb. De beste partij speelde Kempen van de Velsenaren. Direct na het begin nam hij de leiding en behield deze tot het einde, terwijl de heer Zwart (V. K.) het niet verder kon brengen dan 33 carb. De eindstand is dus 1. TaffijnWarmerdam 2. ElleKruijswiik 3. v. d. AarFillipo 4.. KempeZwart ExcelsiorVriendenkring carb. 30—60 40—60 60—54 60—33 190—207 Beverwijk 8 5 0 3 10 29—15 1.25 G. D. A. 9 4 3 2 11 23—14 1.22 Lisse 9 5 1 3 11 24—21 1.22 H. B. C. 11 5 2 4 12 18—17 1.09 D, H. L. 5 2 1 2 5 7—10 1.— Gr. Willem 7 2 0 5 4 14—23 0.57 Excelsior 9 2 1 6 5 16—30 0.56 2e Klasse G. Het gaat T. Y. B. B. prachtig voor den V il? kracht 9 7 0 V. V. Z. 8 6 0 P. V. C. 11 6 2 De Meer 11 6 2 Limvio 11 4 3 E. M. M. 13 5 3 F. M. S. 10 2 4 Foititudo 9 1 3 R. K. A. V. 10 0 1 14 25—7 1-55 12 24—14 1-50 14 28—12 1-27 14 32—27 1-27 11 26—25 L— 13 53—31 L— 8 12—39 0.80 5 9—23 O-56 1 13—35 0.10 Overgang C. Het verloop in de C. afdeeling is dit scizcen al zeer eigenaardig. Bepaalde uitblinkers zijn er niet. Vel startte Beveiwijk buiten gewoon goed, doch de laatste resultaten be wind. Niet alleen wisten onze stadgenooten een zeer gevaarlijke klip te omzeilen en daar door een serieuzen concurrent vrijwel uit te schakelen, ook de andere pretendenten kwa men er niet zonder kleerscheuren af. V. V. A. b.v. werd door Zwaluwen met 51 verslagen en D. O. S. S. verspeelde een kostbaar puntje tegen Wilskracht II. Twee niet verwachte uitslaeen en ook de 20 zege van de Yellow Black Boys op Alw. Forward is een resultaat, dat ons eerlijk gezegd, meevaalt. Wij hebben T. Y. B. B. wel wat licht ge schat, maar het behoeft nu geen betoog, dat de club van Slenders verreweg de sterkste is in déze afdeeling. Met een bewonderens waardig enthouriasme trekken de Yellows momenteel ten strijde en wij durven er wel alles op te zetten, dat de kampioenstitel onzen Geel-Zwarten niet ontgaat. De wil is er zeer zeker en de capaciteiten. daar getuigen de fraaie resultaten van. De stand is s T. Y. B. B. V. I. C. Zwaluwen V. V. A. Alw. Forward D. O. S. S. Volendam Wilskracht II 2e Klasse H. In deze afdeeling gebeurt al zeer weinig, slechts één uitslag noteerden we. E. D. O. H. won met 31 van D. O. N. K., waardoor de stand is geworden. Dinsdagavond had bovengenoemde ont moeting plaats in het R.K. Verenigingsge bouw te Heemstede. T. E. P. kwam volle- dics uit, terwijl St. Bavo eenige invallers telde. T. E. P. speelde een goeden wedstrijd, en wist den kampioen een nederlaag te bezor gen. De gedetailleerde ubslag is als volgt: St. Bavo T. E. P. B. H. StevensN. v .d. Berg 11 P. VeenP. Hollenberg 02 DraayerJ. Handgracj 11 J. StevensA. Mrsteling xx E. StolvoortF. Knape 02 F. BroekmanC. Stynman 20 J. WarmerdamJ. Brandsma 02 J. PrinsC. Pot 02 H. v. d. ErfC. Hoogland 02 J. SamsonJ. v. d. Kamp 20 Voorloopige uitslag.612. De vermoedelijke uitslag zal een 137 overwinning voor T.E.P. zijn. Deze wedstrijd, welke aanslaande Don derdag zou plaats hebben, is tot nader aan te kondigen datum uitgesteld. Voor bovengenoemde competitie speelden in het clublokaal der „Haarlemsche Dam club": Haarl. Damclub UT Damclub Haarlem II 1. J. WielengaJ. van Berkum 20 2. C. GastelaarsJ. Singe'ing 20 3. J. OtterD. A. van Abs 02 4. W. J. A. Ma!laA. M. Berghuis C2 5. J. MeirtsR. C. Broekmeijer 2—0 6. „Schijf"H. A. van Abs 0—2 7. G. A. OttoliniJ. P. Exel Jr. 20 8 J. BalkP. Hopman 20 9. J. H. ReedijkJ. P. Exel Sr. 20 10. J. R. KuijkD. J. Zitman 20 Totaal 146 voor de Haarlemsche Damclub III. 11 8 2 1 18 42—20 1.64 8 4 1 3 9 15—12 1.13 10 5 0. 5 10 25—25 1.— 7 3 1 3 7 19—24 1.— 9 4 0 5 8 17—19 0.89 9 3 2 4 8 20—23 0.89 6 2 0 4 4 19—22 0.67 10 2 2 6 6 20—29 0.60 Brandstichting? Dezer dagen meldden wij het drama, dat zich heeft afgespeeld in de mi.n Sawaraso te Sawa Loento, waarbij 35 personzn door verstikking om het leven zijn gekomen. Naar aanleiding van dit tragisch ongeluk licht ir. H. van Hettinga Tromp, oud-hoofd ingenieur bij den mijnbouw in Ned.-In ië dit Aneta-bericht nrder toe en hij schrijft in het „Vad." o.m. het volgende: Een Aneta-telegram meldde de vreese- lijke ramp, welke c'e Ombilin-mijnen heeft getroffen en, ofschoon temidden van dc vele berichten van rampen, waarven dc bladen tegenwoordig melding maken, heef! de lijding, waarop hier bedoeld wor 't waar schijnli.k velen niet eens zoo bijzon 'e- getroffen, verstompt als zij langza merhand geworden zijn voor al het leed waarover men haast dagelijks leest, voel il mij toch gedrongen aan deze ramp speciaal eenige woorden te wijden, niet alleen, om dat zij mij, die gedurende vele jaren op de Ombiiinmijnen weikzaam was, diep heef. getroffen, maar vooral wegens de zeer speciale omstandigheden, welke waarschijn lijk een rarrp van dergelijken omvang heb ben mogelijk gemaakt. De noodlottige brand, welke zoo talrijke slachtoffers heeft gemaakt, is volgens 't Aneta-bericht uitgebroken in de mijn Sawa- Rasr.u, een mijnafdeeling, waa-in de afbouw plaats vindt van de dikste der drie kolen- lagen, welke in de Ombilinmünen worden ontgonnen, de zoogenaamde C-la-g, van ge middeld 7 Meter dikte, aan we ker afbouw speciaal met het oog op het gevaar voor zelfontbranding, waaraan onze In-'ische koolsoorten in groote mate onderhevig zijn, speciale eischcn worden gesteld. Nadat dé in deze laag toegepaste methode v n het spoelend opvullen tot goede ontwikkeling was (tekomen, behoorden echter de mi'n- branc'en, welke gedurende vele jaren in de Ombilinmrnen aan de orde van den dag waren, vrijwel tot het verleden, al moest men steeds op het gevaar van een plotse ling optredenden mi'nbrand bedacht zijn. Nu is de brand, welke thans in de Om- bilinmi'nen zulke fat-le gevolgen heeft ge had, hoogstwaarschiinli'k in een munveld uitgebroken, welke slechts twee uitgangen had en dan nog uitgangen, welke misschien op het oogenblik van de grootste conster- natie niet eens beide geheel toegankelijk waren, d.w.z. welke vrije uitgang verleen den naar builen. Het staat m.i. namelijk vrijwel vast, dat deze noodlottige brmd il uitgebroken in de zoogenaamde strafmijn, d.w.z. de mijnafdeeling. waarin de speciaal gestrafte contractanten (degenen die zich aan voortdurende deserties schuldig maak ten) en ook de dwangarbeiders, die special* bewaking noodig hadden, waren tewerk ge steld. Dez mijmafdeeling is op verzoek van den Dienst van het Gevangeniswezen een paar jaren geleden voor de tewerkstel ling van de slechtste elementen onder de gestrafte mrnarbeiders ingericht, mede naaf aarleiding van de zoogenaamde schandalen, welke bij de afstraffing der koelies bij de Ombilinmijnen waren voorgevallen. De hoofduitgang (vermoedelijk ook de uitgang, waardoor de venlilatiestroom naar buiten trad en gedurende den brand de gassen werden afgevoerd) was door een afgerasterden toegangsweg direct met de kwartieren der gestraften verbonden, ter wijl de andere uitgang van het mijnveld, waardoor de versche lucht werd ingeblazen, wellicht door een getraliede deur (vanwe ge de betere bewaking) was afgesloten. Ik kom tot deze gevolgtrekking, omdat in het telegram van Aneta melding wordt gemaakt van 5 politie-oppassers, cie bij de ramp zouden ziin omgekomen, want op geen andere plaats dan juist in deze strafmijn is het anders te verklaren, dat politie-oppas sers ten tijde van den brand in de mijn aan- wezig waren. Deze oppassers werc'en vroe ger bij de uitgangen der mijn op post ge steld, om toezicht te houden op de ge straften. die zich om de een of andere re den gedurende het werk uit de mi:n moes ten begeven. Thans waren zij blijkbaar die per in de mim op post en juist het feit, dat onder deze lieden, die met het ei-»enli:ke mijnwerk niets te maken hebben, zoovele slachtoffers zijn gevallen, maakt het voor mij waa-sch!'nlijk, dat de uifgang, waar door zij dagelrks de mijn verlieten vanwege de brandgassen voor han niet meer toegan kelijk was en de andere uitgang niet open te krijgen was. misschien, ornaat het slot der getraliede deur niet tiidig kon worden opengemaakt. In ieder geval staat voor mij vast, dat ten tijde van den brand een der uitg-ngen ontoegankelijk was voor de vluch tende arbeiders door omstandigheden, wel ke niols met de brandgassen te maken had den: hierdoor is dan vermoedelijk ook het aantal slachtoffers zoo hoog. Verder staat n.m.m. vast. dat deze brand niet door broeiing der kool. dus door zelf ontbranding is ontstaan, maar dat hier brandstichting fal of niet moedwilli*) in het spel is geweest, aangezien, zooals boven reeds werd opgemerkt, de miinb-an-'en, welke op de eerstgenoemde wi'ze ontston den, in de Ombilinmrnen steeds e^n veel Ian''.1 anjer verloop hebben hadden da« nu blijk-ns het bericht moet wore'en •-ge maakt. Een mijnbrand, welke aan brand stichting moet worden toegeschreven, breidt zich, zooals wel haast van zelf spreekt, veel en veel sneller uit en verrast het toezichthoudend personeel dan ook veel eerder dan een brand door broeiing ontst-an, welke laatste zich reeds daor den doordringenden reuk van de broei'ngsgas- sen, meestal geruio-en tijd tevoren mani festeert. Bij dezen b-and echter moet alles zóó snel in zijn werk ziin gei*aan, dat vele arbeiders door de gassen zijn ver-ast en zii, doordat de hoofd"Ugang niet moor tij dig kon worden bereikt in de verstikkende gassen zi'n omgekomen. Een dergelijke, snel zich uitbreidende brand in mi'ncn met slechts één ingang voo rde versche lucht en één uitgang voor de afrfewe-kte lucht heeft reeds dikwijls in de schachtmi'nen tot vreeselijke rampen ge leid. omdat de brandgassen door den ven- tilatiestroom door dc geheele mijn wordëe geleid en er voor de werklieden, die riet tiidig den frisschen luchtweg weten te be reiken, geen ontkomen is aan den ver- st'kkingsdood. Aangezien het veld Sawa- Pasau thans, fvermoedelijk met het oog cp de betere bswrkirg), slechts over twee toegangen beschikte, moesten ook hier de arbeiders, die door de brandga-sen werdan verrast, iamrre-li'-k omkomen. Is mijn ver onderstelling juist, dan zou aan de hetere bewaking dus de meerdere veiligheid van het mi'nveld zijn opgeofferd! Men kan zich de trrgedie, welke zich daar ondergronds onder den radeloozen troep arbeiders heeft afgespeeld, toen zij zich den uitweg naar buiten versperd za- gan en gedoemd waren te verstikken, bijna niet in al haar vreeseüjkheid voorstellen en wanneer inderdaad mijn veronde-stelling, dat een der uitgangen niet dadelfk toe gankelijk was, juist blijkt te zijn, dan is de ramp er nog des te treuriger om. Het is de grootste ramp, welke ooit de Ombilinmijnen gedurende hun ruim 34-ja- rige ontginning heeft getroffen! „Ja, ja." zei Karei, „een Katholiek moet nogal eens dikwij s iels hooren dat veel op spotternij gelijkt. En menigeen spreekt van ons op een t~o.n, waaruit heel duidelijk een zeker medelijden klinkt. Zoo iets van: „die onnooze e slumperds. zij welen niet heler! De meeste ongcloov .gen hebben, ge oof ik, een boeg idee van hun eigen welenschap en kernis, van hun liberaliteit van hun ver lichting en onbevooroordeeldheid." „Ja ze de ik, ,,en onder dezu ken vindt men de grootste bijgeloovigheid. Ean mas cotte of gelukspopje behoedt hun auto Op 'n ongeluksdatum ondernemen zij geen be langrijke zaken. Zij hebban ean bijgeloovige vrees voor het getal 13. Zij nech en aan de uitspraken en voorspellingen van allerlei obscure personen, die uit de bend ijnan le zen, of werken me! koff edik of 'n ei, oi in hvpnose zijn gebracht, of zco al meer Maar alia! V/a' is er met je gebeurd. Heb je on de ean of arde-e manier last gehad? „Niet van bati ekenis," lachle Karei, „en bovendien, ik kan er tegen! Maar je kent Dasn'je we! hé? Nu, die hr.'I het zoo ove- de Katholieke theologen, de o/'r a lerlei dingen schrijven waar volgens hem geen mensch wat van weet. en d'e ons van allrs wil en doen geloovsn, terwijl zij zelf kib belen over wat waar en niet waar is En hij sprak cok over onze mystieken, die hij se tvrisch met sprookjesvertel.ers verge leek. En na'uurlik heme'de hij de weten— scha", vooral de moderne, hemelhoog op. Die bemoeit zich alleen met feiten en beweegt zich uits'uitend op vasten grond Nu heb ik Daantje wel op al er ei m'svat- tingen gewezen, maar toch zou ik over een en E.nder wel wat meer willen hooren!" „Komaan," zei ik. „de zaak is tame ijk eenvoudig. Natuurlijk woct er in de ee.ste plaats op gewezen worden, dat er in de katholieke kerk evengoed vrije quaesties be staan als overal elders en de theo ogen gerust mogen redetwis'en over allerlei za ken, waarover het hoogste leergezag Éec;" ui'spraak heeft gedaan. Wat dan ook rltijd gebeurd is! De geïce-de heeran ziui rlkaar wel in het haar gevlogen over de Pause lijke onfei'baerheid b.v., voordat die in hel Vat'cannsch Corcil'e als dogma is vastge steld. Evanzoo ging het met de Onbevlek'e Ontvangenis en meerdere waarheden, die nu voor iedere-n vaststaan. En de oage- loovige wetenschap is in deze geen haar beter. Weet je wat, laten wij een een paar concrete geva len t ij den kop pakken en die met elkaar vergelijken. Dat is eenvoudig begrijpelijk en afdoerd. Laat ik ze noemen „een katholieke gissing" en „een profaan wetenschappe ijk spro-k!e". Voor dc eerste neem ik een beschouwing een fa^'asm om z~o te zeg'jen, van e?n be roemd Katholiek bebeeri'pg uit het m dden der 19e eeuw, 'n geesteliike, die door zijn werken machtig veel goeds heeft gedaan en door zijn mystieke hese'omvingen vele ziel-n nader tot God heeft gebracht. Ik bedoel pater Faber, een tijdgenoot en even knie van kard'naai Newman en andere hooge geestelijken, die de Anglicaan,rch? Kerk verlieten om in de Katholieke Kerk de ware vrede te vinden. In een van zijn werken geeft hij een be schouwing van de hemelsche heer'ijkheid en spreekt dus feitelijk over iels, „dat geeIj oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en waarvan de schoonheid door niemand js te bevatten! Alle voorstellingen of afbee - dingen blijven oneindig ver beneden de wer kelijkheid! En niemand behoeft van dit - les meer te gelooven dan hem goed du-kt! Maar dit neemt niet weg, dat de beschrij ving van pater Faber, deze hypothese °m zoo te zegóen, zooveel schoons bevat, dat een Katholiek ge ust m< g zeggan: „Ja. zoo ongeveer moet het er in den Hemel uit zien!" A's pater Faber in gedachte den Hen"-' binnentreedt, ontmoet hij eerst de z'el;n van ben die alleen dorr het Doopsel zijn gezuiverd De kleine kinde'en, die gestor ven zijn, voor zij tnt de jaren vrn ve stand waren gekomen, zijn geluk geworden aan mannen van 33 jarr, zooa's Jezus zelf was Hun verstand en begrip over'reff-m die van de- grootste gelee-den der wereld en hun hun geluk is onuitsprekelijk. Na deze eers'elingen ontmoet de mys tieke schrijver het groo'e heer de.- uitver- kororen, waarin alle volken, alle stammen, a le talen, a»!e seksen en leeftijden in on- 'elbare menigte ver'egenworrdigd z''n- Dasr zijn de opper-rieste's en leeraren der H. Kerk; de martelaren, de belijders en maagden, de geestelijken en de leeken. En 'edere ziel schittert in haar glo ie en de H. Sacramenten, die zij op aarde ontvan' gen hebben en die c-n onuitwirchbaar merkteeken op haar hebben gedruk', stra len als een edelgesteente van wonderbar schoonheid: de diamant van het H. Doopse de robijn van het H. Vormsel, de eroera.d van het Priesterschap. Ieder uur van den dag voert nieuwe hemelbewoners aan. De Engelen geleiden de zielen naar don LI. Petrus; deze voert ze naar de H. Maagd en de Mooder Gods ste't de gelukzaligen voor aan Haar Zoon. En iedere reine ziel, die de Glorierijke Eeuwigheid binnent eedt doet a le hemelgeesten trillen van vreugde en geluk. Al verder dringt de ziener binnen in het Koninkrijk der Heme'en. Hij ziet nu in ge dachten de negen koren der Engelen, ge rangschikt om eenzelfde middelpunt. Eeni ge van hun tronan worden ingenorren door enkele der meesi vi'.b'inkende aardsche heiligen, die door God daarop verheven •rijn, om de led'ge plaatsen aan te vu len der geva len Engelen, die door Lucifer in zijn hel'evaart werden meegesleept. De negen koren worden gevormd door drie Hiërarchieën, die elk weer uit drie kringen van dezelfde natuur bestaan. De hoogste troon, eenmaal ingenomen door Lucifer, den schitterenden vice-kooing der Enge en, is nu, volgens sommige lee raren, bezet dror den LI. Michaëk volgens anderen door den ff. Jozef, als belooning voor zijn zorgen, hier op aarde voor het Vleeschgeworden woord. Nog boven deze eereplaa!s brink on de zetels der zeven En gelen, „d'e zonder onderbreking voor Gods Aangezicht s'aan". Daar is de H. Michaël, de strijder Gods de behoeder der H. Kerk. Velen meenen, dat Hij de Engelbewaarder is geweest van r'e Menschelijke Natuur van onzen Godde- iiken Verlosser hier op aarde, en c at Hij ook de Engelbewaarder is van eiken re deerenden Paus. Dilar is ook de H. Gabriël, de Engel der Vleeschwo-ding, de Bahoeder der H. Maagd, de bode van Gods barmrariighe'd. Verder de H. Raphael, d'e as het ware het meest den mensch nabij komt: de af beelding der Goddelijke Voorzienigheid, de beschermer der reizigers, de geneesheer der zieken, de metgezel der aardsche zwer velingen. De H. Michaël is u's het ware de afschaduwing van God den Vader, de H. Gabriël van God dan Zoon en de H. Raphaël die van den H. Geest. Deze drie Hemelsche gloriën zijn a'ge- meen bekend. De andere zes zijn, volgens sommige tradities en openbaringen: Ur'ël, de sterke gezel; Sealtië', de geest des. ge- beds; Jehudicl de belzoner of vergelder en eindelijk Barach'ë', de helpei. Lloe hoog heeft onze geleider ons nu al opgevoerd! Macm nog heeft hij ons niet de volle he melsche lieerrijkheid getoond! Wij naderen nu de illustere hiërarchie der vleeschwording, die e3n geheel eigen glorie bezit. Llier zetelen de e'f Anöstelan, die Jezus na Zijn verrijzenis rm Zich ver zamelde, benevens de H. Matthias, dien de H. Geest zelf uitverkoos om de plaats van Judas in te nemen En dit doorluch'ig. ge zelschap wordt aangevuld door den H. Pau- lus en den H. Barrabas, die het Apostolisch college vol'edig maken. Verder zetelen daar de twee Evangelis'en St. Marcus en St. Lucas, die niet tot de Apostelen be hoorden en eveneens de H.H. Simeon en Anna, Elisabeth en Zacharias, Joachim en Anna, Magda'ena, Martha en Lazarus. Si mon van Cyrene en Jozef van Arimathea, Nicodemus en Slephanus, Malchus en Ve ronica, Longinus en Dimas met de zeventig leerlingen en andere heiligen, die volgens het Evangel'e een hoofdrol hebben ges eeld in het aardsche leven en lijden van onzen Godde.ijken Ve-lasser. Daar einde ijk ze telen in het volle gloricicht de Onnooze e Kinderen, die de eerste mar'.el.-rzn waren, welke hun bloed stortter voor Hun Heiland en Zaligmaker. Volgens eenige openba in- gen ontvingen deze kinderen van Bethle hem op het oogenblik van hun dood het vol e gebruik van hun ve-stand en rede en een onmetelijke geschiktheid om verdien sten te verwerven. Dientengevolge bezit ten zij in den Hemel ean zeer bijzondere macht als Patroon der Steiverden. En hooger rog stijgen wij opl O.o het top punt van dezen berg van licht en g'orle be vinden zich dc beide getrouwe wachters van den trcon der H. Maagd: St. Jan de Docper en de H. Joseph. De Vooriooper, wien® leven één groot mi.akel was en de Voedstervader van onzen Heer en Hei land, die een -verborgen en versto ven le ven leidde naar de plannen der Voorzie- nighc'dl Totdat wij eindelijk naderen aan de ui'erste grens!" Karei legde de hand op mijn arm, „Laten wij de volgende maal verder gaan," zeide hij. ,,'t Is prachtig, ma„r over al, wal ik nu gehoord heb, wil ik wel een tijdje nadenken." „Doe dat!" zei ik. „Tot zien® dan!" J. F. NUYENS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9