Stadsnieuws 8 VERONTRUSTENDE SCHISMATIEKE PROVOCATIES IN PALESTINA NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde blad. Vrijdag 10 Februari 1928 Beethovencyclus MUZIEK. Ledenconcert H. O. V. Capetkwartet Liederenavond Concert. Voor den Politierechter. product Suniight Fabrieken Haatiemsche Bachvereeniging Leerlingenavond Muziekschool Filmliga Jacht. Kindervoorstelling „Jantje in Moederstad" P. Wijn. t De geldinzameling voor het Haar- lemsch Lighaifonds Personalia Gewetensgeld Vermist Jubileum-J. Verkruisen EENVOUDIGE DINGEN Dato 31 Jan schrijft men uit Jeruzalem aan ..de Corr'ere d' Italia: „De smartelijke echo van het bloedig in i dent te Betlehem waarover wij al eerde.- berichtten, Red. N.H.Crt. is nog niet ver stomd en 'n groote onrust heerscht onder de Christenen van Jeruzalem, in afwachtirg der maatregelen van den hoogen commissa ris. Broeder Abel Correia, de Portugeesche religieus, die het zwaarst werd verwond door de Grieksch-Schismatieke gewelde naars: broeder Jozef Consiglio en broe der Lucas Pacelli, beiden Italianen, zijn dank de trouwe en nauwgezette verzorging, op weg naar een langzaam herstel. De ge wonden verbeiden den dag waarop zij weer hun plicht zullen vervullen als bewakers van de Heilige Grot der Geboorte, zoo dikwijls al gedrenkt door het bloed der Franciscaansche martelaren, en zij hebben van dit, hun levendig verlangen uitdrukking gegeven aan de consuls van Spanje en Italië. Z E. Horatius Pedrazzi, „de waardige ver tegenwoordiger van fascis'isch Italië in Palestina', heeft zich dadelijk, nadat hij van het voorgevallene in kennis was ge steld, van Jeruzalem naar Betlehem bege ven, om aan de gewonden een bezoek te brengen en van zijn levendigste belangstel ling blijk te geven aan zijn landgenooten; eveneens kwam de Spaansche consul die te gelijk de Portugeesche belangen in Palesti na dient, naar Eetlehem.'De vertegenwoor digers van beide katholieke landen hebben een onderhoud gehad met den pater Custo de. Deze bezoeken werden voorafgegaan en gevolgd door meerdere officieele stappen; de broeders Pacelli en Consiglio hebben of ficieel hun beklag gedaan bij den consul van Italië en om zijn hulp verzocht; met een zelfde verzoek heeft zich broeder Correia tot den consul van Spanje gericht. De Cus- todie van het Heilig Land heeft een protest ingediend bij den Hoogen Commissaris te gen de aanhoudende verkrachtingen door de Griesch-scnismatieken voor wie, zooals gebleken is, geen middel te onwaardig is, van de al-oude rechten der Katholieken in de Heilige piaatsen. De (Engelsche) Gouverneur van Betle hem heeft zich naar het klooster begeven om zijn leedwezen over het voorgevallene te betuigen. Naar men meent te weten, zou hij verzekerd hebben dat de Grieksche Pa triarch pyniyk getroffen is door het inci dent, en bereid zou zijn om genoegdoening te geven (hoeveel honderden malen hebben de Grieksch-schismatieken al voldoening gegeven om daarna weer van vooraf aan te beginnen?) en de schuldigen uit Betlehem te verwijderen. Wat dan hierop neer zou ko men, dat twee de Grieksche monniken, die zich niet ontzagen bloed te doen vloeien in den Tempel der Goddelijke Liefde-zelve, aan *n alleszins verdiende straf zouden wor den onttrokken. Zal de sluwheid der afgescheidenen ook thans weer zegevieren? Van harte hopen wij van niet, maar in een land als Palestina, on der een regeering van status quo is nu een maal alles mogelijk. Om den ernst te kunnen vatten van wat er zich op 6 Januari in de Grot der Geboorte afspeelde, is het goed nog even terug te denken aan het bloedig geweld, dat in 1873 en in 1893 door de Grieksch-Schismatieken werd geprovoceerd en dat heel de Katholieke wereid m beroe ring bracht, den 25 April 1873 drong een bende van 300 Grieken, geestelijken en lee- ken, tot de tanden gewapend, in de Grot, mishandelden en verwondden de vijf religi euzen, die er lagen te bidden. Daarna plun derden zij den tempel en namen alles meê, wat maar eenige waarde had. De Fransche consul van dien tijd wist voor de Franciscanen de weder-in-bezit-stelling te verkrijgen, alsmede de nieuwe erkenning, van al hun oude rechten; maar in werke lijkheid bleef alles onveranderd en van het gestolene is nooit iets terug gezien. Twintig jaar later, in 1893, was het een Janitsaar (turksch soldaat), Croaat van geboorte en schismatiek van godsdienst, die eveneens in de Grot met revolverschoten den broeder koster vermoordde en midden in de processie die juist door de kerk trok. een ouden pater zwaar verwondde De moordenaar werd gear resteerd, maar...slaagde er in de gevange nis te ontvluchten. Het gevaar is niet buiten gesloten, dat mochten de heiligschenners van Drie Konin gen 1.1. ongestraft blijven, de Grieksch-schis matieken zich op grond van hun „gewoonte" gerechtigd zullen gaan achten om de Fran ciscanen eenvoudig te vermoorden. En de gunstige omstandigheden, waarin zij ten op zichte van de Katholieken verkeeren, zul len het hun niet moeilijk maken van dit „recht" te profiteeren! Versoken van de bescherming van het Heilige Rusland gaan de schismatieken er groot op, machtige bondgenooten te hebben in de Engelsche protestanten, die sinds zeven jaren hard werken in Palestina. Het mag als bekend worden verondersteld, dat de protestanten steeds een air van superiori teit hebben hoog te houden tegenover den strijd der Katholieken en Grieksche schis matieken; Armeniërs en Kopten, om het bezit der Heilige Plaatsen. Momenteel echter zamelen zij belangrijke sommen in voor een Jeruzalemsche Kathe draal van St George en pogen zij op alle wijzen het werk van het protestant hosni- tium, tot ontwikkeling te brengen; de Heili ge Plaatsen verheugen zich in hun talrijk bezoek en zij toonen een groote hartelijkheid tegenover de Grieksch-schismatieken. De sporen zijn er van een wel doordachte actie der sluwe, schismatieke geestelijkheid die er „in verhouwen" groot op gaat den steun van het (Engelsch) Gouvernement achter zich te hebben; om zich langzaam aan in de „gemeenschappelijke" heiligdom men het Heilig Graf en Betlehem, in te dringen En bepaald verdacht is bet ver schijnsel, dat de Grieken in een ui stekende verhouding staan m tegenstelling met de Latijnen; tot de Encelsche autoriteiten die misschien beïnvloed worden door de hoogwaardigheidsbekleeders in de Ang i- caansche kerk welke in het oriënt haar aanhangers heeft. „Waneer een zoodanig plan werkelijk be staat en de Grieken werkelijk bereid zijn een beetje plaats in te ruimen ten gunste van de Anglicanen, zullen de Katholieken dus nog eens staan Voor 'n monsterver irag van afgescheidenen, vereenigd, nist uit broe derlijke liefde of in 'n gemeenschappelijken droom van christelijken vrede, maar in haat tegen de Katholieke kerk. Maar het zij dan niét, het zij dan zónder de instemming der Grieken, de Anglicanen zijn zoo ver nog niet, want, ongeacht zijn •persoonlijke meening, is er steeds nog de Hooge Commissaris van het Britsche Rijk, die tegenover de groote wereld een status quo heeft te handhaven, welke alleen kan worden gewijzigd, door een internationale conferentie, waarin de Anglicanen, althans officieel, weinig zeggenschap zullen hebben." Dat wij daarnaar met niet minder groote belangstelling uitzien is zeker wel begrij pelijk. j. s. We kwamen juist even te laat om het eerste deel der Ouverture van Boridine te hooren, „Le Prince Igor". Doch, moeten we ons oordeel richten naar het tweede gedeelte deze ouverture, dan gelooven we wel, dat deze tot het zwakste gedeelte van den avond behoorde. Alle schuring ontbrak hier, en slechts zeer sporadisch kwam er even iets van een temperament van een levende orgineele muzikaliteit om 'n hoekje gluren, wat dan wel het beste bleek uit het trüb- sinnig gespeelde solotrekje der bas-strijkers. Door het jagen bij het opzetten van het marschtempo aan het slot der Ouverture, werden we bü herhaling ook verder in den avond nog 'n paar maal onaangenaam ver rast, en de heer v. Beinum had moeite z'n mannetjes in toom te houden. Waarmee we de critiek dan verder maar zullen sluiten, we vergeten het koper niet, dat enkele minder fraaie momenten had om onze groote voldoening uit te spreken over de uitvoering der beide andere compo sities; n.l. 't Pianoconcert bes kl. terts van Tschaïkowsky en de 5e Symphonie, in e kl. terts van Dvorék. Het uiterst gecompliceerde, pianistisch zeer groote eischen stellende werk van Tschaïkowsky had in Elsa Nolthenius 'n uit muntende vertolkster, en het orkest stond haar waardig en enthousiast ter zijde. We hebben het temperamentvolle spel dezer pia niste bewonderd, waartoe haar, vooral in het Andante maestoso en in het Allegro de ge legenheid werd geboden. Welk een fraaie be lichting vooral in het eerste gedeelte van het Andante, met z'n rake tegenstellingen; welk 'n gespierde rhythmisch sterk en affirmatief aangevoelde voordracht en daarna welk 'n gave en parelend gespeelde passages in het Andantino-simplice. Hier troffen weer de droomerig mediteerende thema's, het meer 'dyllisch beschouwende, het tot inkeer ko men van den wilden hartstocht, welken de groote Rus in het con fuoco-slot dan weer plotseling uit laat slaan als in een laaien brand. Geen wonder dat het auditorium enthou siast was geworden door dit geestdriftige, temperamentvolle spel, en haar, met bloe men van hulde overladen, tot driemaal toe terugriep. Gaarne hadden we dan ook na de pauze Elsa Nolthenius nóg eens gehoord. Maar... we willen gaarne wachten! Na de pauzo, duurde deze niet wat erg lang, en werd hiermede niet afgeweken van een goede gewoonte? een der oeuvres van Dvorak. Een oeuvre, waarop geb'okt is, en waarvan de weergave miss:hien joist daar door 'n tikje moest inboeten van z'n orig'na- liteit, z'n echten zigeuner-aavd. die, cn- danks den misleidenden ondertitel „Aus der neuen Welt" overal z'n haren laat zien. 'n Werk vol reminiscenties, Wagneriaansche, WÜ denken aan het Largo en Eeethovensche, in 't slot-Allegro men herin.iere zich het slotkoor der onvolprezen Negende Sympho nie! Van deze vertoling leek het middenge deelte, het Largo met het verdroomde, stille tempo, waarin zelfs de rus'en sterk muzi kaal spraken, en het slot wel 't beste. Den heer van Beinum en zijn musici onzen dank voor dezen mooien avond, waar van het concert der volgende week in zeke ren zin een voortzetting belooft te worden. Vierde concert Den klank der snaarinstrumenten kon Beethoven niet meer hooren, als hij aan wezig was toen een der beroemde Ween- sche kwartetensembles voor het eerst in een proef-uitvoering het prachtige kwartet in Es speelde, dat thans door de Capets als laatst uit te voeren werk werd genomen Maar zijn oog volgde de geringste beweging, die dreigde, de intentie zijner muziek geweld aan te doen. Had hij hen niet schriftelijk laten beloven, hun taak breed te zullen op vatten? Wie meer intiem is met Beethoven s leven in deze dagen dat in zijn ooren no; slechts weerhalden de mystieke geluiden van den nacht; wie wel eens zijn Konver sationshefte opsloeg, de bladzijden, waarin zijn vrienden hem opschreven wat zij hem wilden vragen, die kan in zulke momenten geen vreugd meer hebben aan lectuur, die met dit levensdrama geen verband houdt: hij slaat de partituren op van een opus 127 waaraan de reeds moeizaam te besturen pen toevertrouwde, wat geen Kon versa,- tionshefte kon opnemen; wat geen vriend ooit in woorden ervoer uit Beethovens mond. Hoe hij leed, na zulk een primi tieve uitvoering, die slechts een duister ver moeden gaf van de grootschheid dezer schepping. Rellstab, die hem in die dagen bezocht, vertelt het als hij bemerkte na zulk een uitvoering ,den schmerzlichen Aus- druck in Beethovens Antlitz". Een geschreven belofte, hun taak breed tc zullen opvatten. Sinds hoevele jaren heeft Lucien Capet en mot hem Maurice Hewith, Henri Benei en Camille Delobelle (om den te vroeg ver scheiden Casedesus niet te vergeten) one getoond, welk een breede opvatting de kun stenaar heeft van zijn taak, nu honderd jaar nadien. Wij hebben dan ingetogen te lui steren naar wat er uit hun violen op klinkt als zjj het Adagio cantabile aan stemmen. Aangaande de materiëele zijde der uitvoering wisselden zij sinds éven zoo vele jaren hun belofte volledig in en deze boven alle kritiek verheven techniek is dc eerste schrede tot dat hoogere, dat, zoo wc 't ééns meeleefden, nooit meer verlaat. Is hier nog spel? Is hier muziek? Zijn dat mensahen, die dat hemelsch Man-ha tot ons brengen? En wij zelf, zijn wij in de werke lijkheid? Wij moeten het ervaren, als deze zang van eindeloozen adem zich oplost in harmonie van hemelsche reinheid. Wat zich daar omheen groepeert: het Scherzando, het finale, 't eerste Allegro, het is alles niet te denken zonder dit Adagio. Zij gedrieën zjjn de ledematen; hier is de ziel. Zoo mogen wij ook wijzen naar het mid dendeel van het andere kwartet (opus 95), waar deze plaats wordt ingenomen door het mezza voce te spelen Allegretto, dat dooi de diatonisch dalende cellotonen zijn ka rakter krijgt. Hier gevoelen wij hoe Beet hoven het hem opgedragen apostolaat aan vaardt, hier is ook zijn eigenhandig ge schreven belofte, zijn taak te zullen opvat ten, zóó, dat zij voor eeuwen zal gelden. Dit opus 95, nog in Beethovens tweede werk wijze, mogen wij met W. de Lenz aanzien voor den overgang naar die aëra, welke hem aan het hoofd stelt van allen, die in tonen zongen en dichten. G- J. K. gaan met de overtuiging dat het niet aan de muziekschool zal liggen als jonge talen ten niet tot rijpheid komen. Het Concertbureau Vemout deelt ons mede, dat op Maandag 20 Februari a.s. Mia Peltenburg en Hendrik Andriessen een liederenavond zullen geven in den Stads schouwburg, alhier. Op Dinsdag 28 Februari a.s., zal mej. Dite Blooker, een concert geven in den Schouw burg Jansweg, alhier. Bedriegelijke bankbreuk De boedel van A. J. v. d. H., te Zaandam, was wegens belastingschuld in beslag geno men; door den deurwaarder was hem gelast te zorgen, dat er niets aan het beslag werd onttrokken. Op den dag der verkooping bleek echter, dat een jas en hoed verdwenen waren. Deze kleedingstukken waren eigen dom van zijn broer, verklaarde v. d. H. De politierechter zeide echter, dat hij dergelijke verhaaltjes op de juiste waarde wist te schatten, verdachte had bovendien vroeger zelf gezegd, dat hij jas en hoed had verdonkeremaand, terwijl hij wist, dat zij onder de beslagneming vielen. De Officier van Justitie vroeg 1 maand gevangenisstraf, wegens overtreding van art. 198 W. v. S.; het vonnis luidde 4 weken ge vangenisstraf. Verdachte verklaarde onmiddellijk hooger beroep te zullen aanteekenen. „Dan moet u voor het Hof te Amsterdam schijnen," vertelde de Politierechter. „Des te beter", vond v. d. H., „dat is dichter bij Zaandam." Op Dinsdag 14 Februari a.s. zal voor de Haarlemsche Bachvereeniging, in de Ge meentelijke Concertzaal, des avonds om 8 uur, het orkest van het Concertgebouw te Amsterdam, het zesde concert in dit sei zoen uitvoeren, onder leiding van Dr. Wil lem Mengelberg. Symphonie No. 2 D. gr. A. op 26 van Beethoven. Adagio molto, allegro con brio. Larghetto. Scherzo. Allegro. Trio Scherzo da capo. Allegro molto. Na de pauze: Symphonie No. 6, „Pathétlque" op 74 van Tschaïkowsky. Adagio. Allegro non troppo. Andante. Allegro con grazia. Allegro molto vivace. Finale: Adagio lamentoso. Een der attracties van een leerlingen avond van de muziekschool van de Mij. tot Bevordering der Toonkunst is wel de allergenoeglijkste sfeer, die den schouwburg tot in de bovenste rangen vervult. Woensdagavond was deze sfeer vanzelf sprekend aanwezig, nog versterkt door de glimlachjes der leeraren, die met genoegen de equilibristische toeren van hun pupillen volgden, en met een aanmoedigend knip oogje de plankenvrees van him leerlingen op een afstand hielden. Vroolijke toiletjes zorgden, dat de jeug dige debutanten zouden schitteren, al was het misschien nog niét door sprankelende muzikaliteit. Achter de eerste gereserveerde rijen wa re V de vele voldane gezichten verzameld van de talrijke familieleden en belangstel lenden die met een zekere lekkere angst het oogenblik afwachtten, waarop het steeds voldane publiek aan de enthousiasme lucht gaf. Daar tusschen door kon men genieten van de scherpe hatelijkheidjes van scholieren als een der collega's een beetje onhandig eigenwijs zijn cello stemde of als het applaus hier of daar wat luidruchtig uitviel dan dat bij hen het geval was geweest. Maar een beetje jaloezie, dat bij iedere gelegenheid om den hoek komt kijken Is gelukkig niet in staat de algemeene stem ming te verstoren. Over het algemeen werd er aardig ge werkt, hier en daar hoorden we een viool- of pianonummer, dat wel zóó goed werd uit gevoerd, dat we tot aandachtig luisteren en genieten gedwongen worden en we heenge- S. M. EisensteinStaking. In het programma stelt het hoofdbestuur der Liga er prijs op te verklaren, dat het deze film alleen heeft aangekocht om haar kunstwaarde en onafhankelijk van haar politieke strekking. De sterke Sovjet-excuus-tendenz, welke er in schuilt kunnen we dus gevoeglijk bui ten bespreking laten. Afgezien hiervan dus, kunnen we ons be perken tot de gesignaleerde kunstwaarde. Nu is het begrip „kunst" in den modernen tijd een zeer relatief iets geworden. Behou dens enkele uitzonderingen wordt al het bar- exotische wat op de markt gebracht wordt en waartegenover de doorsneemensch zich 'n beetje onbeholpen gevoelt, vanwege de ge heel bijzondere sfeer, welke het omringt, als zoodanig gequalificecrd en aanvaard. Een heel typisch poppetje dat door de Russische boeren op de lange winteravonden wordt vervaardigd, wordt hier geëxposeerd en gewaardeerd, omdat de boer dat ding met zjjn primitief ontwikkelde geestvermogens, heeft samengesteld, zonder dat hij zich bij de vervaardiging daarvan heeft laten leiden, door de theoretische regels, welke wij ken nen. Toch beeldde die zelfde boer niets an ders uit dan een van zijn collega's of mis schien wel zich zelf. De kunstwaarde van het voorwerp wordt nog verhoogd, wanneer de goede man een plotselingen indruk kreeg en deze tegelijkertijd in het onder handen zijnde voorwerp aanbracht. Een Volendamsche of gewone boer hier in Nederland door een zelfde provinciaal, van hout gesneden, misschien even primitief maar onder meer beschaafden geest ge maakt, heet geen kunst, maar huisvlijt. De film „Streik", vervaardigd onder de regie van Eisenstein is zonder twijfel knap werk. Het geheel geeft practisch gesproken weer een verfraaiing van de menschelijke U arts tocht en bij een van nature wilde en ten deele ongeciviliseerde volksmassa en leiders. De Burgemeester van Haarlem brengt ter openbare kennis, dat de Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, nader heeft bepaald, dat in het geheele rijk het vangen van smienten, pijlstaarten, talingen en slobeenden, door middel van eenden kooien, alsnog zal zijn toegestaan tot 4 Maart 1928. Waltham-horloge met dunnen, gouden scha- kelketting en aanhangsel, een gouden pot lood, een paar antiek gouden manchet- lcnoopen in den vorm van een Zeeuwsche broche en eenig geld. Een belooning van één duizend gulden wordt gegeven aan hem of haar, die hem, hetzij levend, hetzij dood, vindt, welke be looning zal worden verdeeld, bijgeval meer personen bij het vinden zjjn betrokken. Het vermoeden bestaat, dat meergenoem- de heer te water is geraakt of wel in een Ned. R. K. Bond vrtl I rensport- bosch is achtergebleven en door uitputting arbeiders Sl ro*dfaciuS" is overleden. Bovengenoemde bond viert a.s. Zondag De commissaris van Politie te Haarlem zijn tienjarig bestaan, alzoo, een 2e lustrum, verzoekt, namens zijn ambtgenoot te Nij- Alle Roomsch-Katholieke arbeiders, in het megen, opsporing van den vermiste, transportbedrijf, georganiseerd, of ongeor ganiseerd, worden hierop attent gemaakt en er nogmaals aan herinnerd, dat de gezamen- Ned. R. K. Bond van BouwpatrOOIlS. i:.:lTT A i v. /In Dnfnv"_ lijke H. Communie, om 9 uur in de Paters kerk, aan de Groenmarkt, plaats heeft, waar na een gezamenlijk ontbijt in het gebouw „St. Bavo". Des avonds heeft de groote feestavond plaats. Ieder R. K. transportarbeider wordt aan gespoord hier heen te gaan en te hooren wat er door organisatie bereikt kan worden. Wij twij'c'en er niet aan, of deze avond zal schitterend slagen. Aan de zaal zijn des avonds de programma's verkrijgbaar. Wederopvoering op 15 Februari. Men schrijft ons: Naar aanleiding van het groote succes Zondag 5 Fcbr. behaald met de kindervoor stelling van „Jantje in Modderstraat", on der leiding van Mevr. R. van Eden—v. Eden ten bate van Maatschappelijk werk, in den Schouwburg aan den Jansweg, heeft de commissie besloten een wederopvoering te geven op Woensdag 15 Febr. in genoemden Schouwburg. Ook deze voorstelling is ge heel ten bate van „Maatschappelijk Werk". De persbeoordeelingen over de eerste op voering waren unaniem schitterend. Wij la ten hieronder een paar korte uittreksels volgen Opr. Haarl. Crt. schrijft: Het is een mid- Hiertoe zet men eerst een onrechtvaardige dag geworden van jolijt en beschaafd amu daad voorop, als aanleidende oorzaak. Dan wordt met een verrassende snelheid uitge beeld, hoe de staking groeit, zich uitbreidt, en tenslotte door de overmacht op zeer onbe schaafde wijze wordt gesmoord. Dat de staking werd opgezet om de on rechtvaardige daad en weer zou worden neergelegd na 30 pet. loonsverhooging en den 8-urigen werkdag in een. zekere Sovjet-con sequentie, die hier inconsequentie heet. Het eenige wat werkelijk verdienste heeft is de geweldige „gang" welke er achter zit en de uitstekende opnamen, al maakt het wel den indruk, dat eenige goede vondsten om het effect soms werden uitgebuit. Verder begrijpen we niet, misschien beter gezegd: wel, vanwege het geboorteland, hoe men in het z.g. afgeronde logische verloop sement voor groot en klein. De opvoering is een triomf geworden. De zang klonk over het geheel zeer welluidend. De dansen had den niet beter uitgevoerd kunnen worden en ook het acteeren van de jeugdige exe cutanten mocht gezien worden. Ook de aan kleeding mocht er zijn. Aan het daverend handgeklap kwam bijna geen einde. Het succes was dan ook wel heel groot. Haarlem's Dagblad: Het werd een model uitvoering, zoowel keurige onverbeterlijke costuums, vlot, geestig spel, als muzikale, beschaafde zang, maakten de zoo serieus verzorgde voorstelling tot een geweldig succes. Nieuwe Haarl. Courant: Jantje in Mod- derstad is in alle opzichten een zang- en speelsucces geworden voor de kleinen, voor absoluut mist een krachtige uitbeelding van de koorleidstor en voor den regissèur. De het werk der arbeiders. De opname van de j kinderen waren rol- en speelvast, en zon- drijvende en roteerenae machines en raderen gen en dansten bijzonder aardig. Het was geven allerminst een indruk van geweldige arbeidsprestatie, evenmin als de rustige ge noeglijkheid, waarmede tientallen werklieden tijdens de werkuren, op een stellage naar het hijschen kijken. Dat men een schrille tegenstelling krijgt door dien kijk in de fabriek, te stellen tegen over het privékantoor van een vadsigen di recteur is logisch, maar zooiets is toch niets minder dan effectbejag van bedenkelijke kwaliteit. Hetzelfde geldt het kind. dat tusschen de paardenpooten gaat zitten. Hierbij weet men reeds van te voren, dat dit gedaan wordt om de moeder het wicht terug te laten halen, welke daad dan door de ko zakken, natuurlijk verkeerd, wordt opgevat, daar het als motief moet gelden voor een aframmeling. De enorme snelheid, waarmede dit alles, en nog veel meer elkaar op volgt, maakt het geheel tot een rustelooze film, samengesteld uit dito details, die wij absoluut mooi vin den vanwege de bijzondere viste van den regisseur en de tot exces groeiende overdrij ving van iets, wat we met een Russisch oog zouden moeten bekijken en dan nog wan neer we dat van Eisenstein te leen konden krijgen. Hans de Bock illustreerde zeer verdien stelijk met eigen en ten deele samengestelde Russische composities. voor de leiders en voor het zangkoor een succesvolle middag. Vanaf heden zijn reeds kaarten verkrijg baar bij den heer Joh. Schmidt, Barteljo- risstraat 21. De jaarvergadering van den Ned. R. K. Bond van Bouwpatroons, afd. Haarlem en Omstreken, zal op Dinsdag 14 Februari as, gehouden worden, in een der za'en van café Brinkmann, des namiddags te 2 uur, waar o.m. bestuursverkiezing van penningmeester en 2den secretaris. Op den morgen van de jaarvergadering, zal in de Parochiekerk aan het Spaame, te 6% uur een H. Mis worden opgedragen tot intentie van de Vereeniging. Alhier is op 63-jarigen leeftijd overleden de heer P. Wijn, oud-geneesheer-directeur van het Koningin Wilhelmina ooglijdersgast- huis te Bandoeng. Door het Gemeentebestuur van Bloemen- daal is thans, evenals door de gemeentebe sturen van Haarlem en Heemstede, toestem ming verleend aan den heer Meyerlnk tot het houden van een geldinzameling ten bate van het Haarlemsche Lighaifonds. De volgende gediplomeerden van de afdee- ling Werktuigbouwkunde der Middelbare Technische School te Haarlem zijn benoemd in de navolgende betrekkingen: De heer S. E. van der Hardt Aberson tot employé op één der suikerfabrieken der firma Kooy en Co. op Java; de heer H. de Wit tot constructeur-teekenaar en de heer A. Hill tot bedrijfsassistent by de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Ingekomen is bij den inspecteur der directs belastingén te Haarlem, 1ste afd., 215.05 gewetensgeld; den inspecteur der directe belastingen, lste afd., te Haarlem, 5.25 gewetensgeld; den ontvanger der registratie en domeinen te Haarlem, 96 voor te min betaalde ver mogensbelasting en verdedigingsbelasting lb; den ontvanger der registratie en domeinen te Haarlem, 82.15 voor te min betaalde vermogensbelasting en verdedigingsbelasting. Sedert 26 December 1927, des namiddags, 5 ure, is te Nijmegen, alwaar hy in ver pleging was, vermist de heer Mr. H. J. Bun schoten, oud 49 jaar, Griffier by het Kanton gerecht te Schagen. Voordien werd hy eenigen tijd te Wiesbaden verpleegd. Hy was ca. 1.70 lang, normaal gebouwd, had gladgeschoren gezicht, donkerblond haar, In het midden gescheiden, van voren iets dun nen en gryzend en was gekleed met bruin grijs costuum, lichtbruine loden overjas, grijzen slappen hoed en vérmoedeiyk zwarte, hooge schoenen. Hy droeg een antieken das speld, bezet met diamanten, een gouden pinkring bezet met een robyn, een gouden ketting aangeboden. De heer J. Verkruisen vierde heden zyn zilveren jubileum in dienst van de N. Z. H. T. M„ bij welke maatschappy hy als wagen maker is werkzaam geweest in de remise aan de Leldschevaart. De jubilaris werd hedenmorgen 10 uur met zijn kinderen per auto van zyn woning gehaald en naar de feesteiyk versierde werk plaats geleid. Daar werd hy namens de directie toege sproken door den chef der werkplaats, den heer H. Meyer, die hem een enveloppe met inhoud aanbood. Namens het personeel werd onder een waardeerende toespraak een gouden horloge» schiedcnis, dan krygt hy op zyn rapport een allerslechts cijfer. Ik wil gaarne toegeven, dat demythologie veel waarde heeft in de wereld der ideeën, maar 't zou toch onzinnig zyn, om te twisten over de kleur van het haar van Juno! En dan verwyt gy ons, dat wy sprook- de mythologie veel waarde heeft In de wereld willen laten doorgaan! 't Is waar, wy Katho lieken gelooven aan de gemeenschap der hei» lip-en De dnnrien ziin voor ons niet afeestor- „Ziezoo," zei Karei, „een beroemd schrij ver heeft eens een boek geschreven, getiteld; „Voyage autour de ma chambre". Wy maken in gedachten een „Voyage au ciel". En ik ben benieuwd, wat ik verder van je zal hooren, als wy ons eindpunt bereikt hebben! Begin maar! Ik zal nog maar geen sigaar opsteken, want die gaat toch maar uit, als ik zoo zit te luisteren!" „Komaan," zei ik. „Pater Faber heeft ons by ons vorig praatje gevoerd tot in den hoog- sten hemel, waar de verheven Hiërarchie van het Menschgeworden Woord het Goddelyk licht verspreidt. Dé&r, verheven boven alle gelukzaligen en Engelen, in de onmiddellijke nabyheid van het H. Hart van Jezus, glanst de troon van onze Middelares en Voorspreekster, van de H. Maagd en Moedergods Maria. Geen woor den kunnen de heerlykheid uitdrukken van haar glorie, noch ook maar in de verte haar macht benaderen, of een flauwe besehryving geven van haar goedheid, barmhartigheid en moederlijke liefde. Jesus heeft haar, als het ware, zyn Koninklyken scepter ter hand ge steld en laat haar met Hem Zyn Goddeiyke macht deelen. zy is ten volle de Koningin des Hemels in alle drie Ryken; in dat der natuur, der genade en der heerlykheid. Het zou ons te vervoeren, als wy in onze korte beschouwing de schoone woorden van Pater Faber zouden navertellen, waarmee hy uitdrukking geeft aan zijn kinderlyke liefde voor ons aller Moeder, of zyn ridderiyke toe wijding aan onze Koningin. Wij volstaan met hem te volgen tot den allerhoogsten troon, waar de heilige, Mensch- heid van Jesus is gezeteld, de Zoon des rnen- schen, de Koning der Koningen en de Heer der heerscharen, de Koning Christus in al zyn glorie en heerlykheid. Hier is de vaart van den ziener ten einde, waar de geluk zaligen „God zien van aangezicht tot aange zicht, zooals Hy is", zonder verblind te wor den door het Goddelijk licht. Hier geniet de ziel de eeuwige zaligheid, zonder ooit ver zadigd te worden door de zalige aanschouwing van Gods heerlijkheid. „Dat is het eind," zei Karei, „hooger kan de menschelyke geest niet stygen!" „Precies," antwoordde ik, „en 't is eigenlyk jammer, dat wy nu weer op den beganen grond terug moeten dalen, en ons weer met de platst-menschelyke zaken moeten bemoei en, om onze vergelijking door te zetten en on,ze conclusies te kunnen trekken. Want, wat moeten wy nu dikwyls hooren? „Och." zeggen de spotters, de heel- en half-ongeloo- vigen, „dat zyn allemaal heel mooie fanta- siën! Moeten de Katholieken dat nu alles maar aannemen? Sprookjes, meneer! De eenvoudige zieltjes slikken zoo iets voor zoete koek, maar een mensch, die zijn verstand gebruikt en niet behept is met vooroordeelen,-haalt zyn schou ders eens op en stelt al deze beschouwingen op één lijn met allerlei andere mythische ver halen en wondervertellingen! 't Is alles my thologie, meneer, de moeite niet waard, om er over te redeneeren!" En nu de feiten!Een Katholiek behoeft van dit alles niets te gelooven, namely k van de bijzonderheden, waarvan in de beschou wing van pater Faber sprake is! Is werke- lyk de H Michaël de Engelbewaarder der pau sen? Wie zal het zeggen?Maar is het idee zelf niet schoon en zinryk?Zetelen de onnoozele kinderen werkelyk zoo hoog in den hemel?Niemand weet het zeker, maar is het niet zeer wel aan te nemen, dat God hun martelaarschap op deze wyze neeft willen beloonen? En zoo kan men ook oor- deelen over alle anderehypathesen, l®3' ik maar zeggen. Maar nu tappen we eens uit een ander vaatje. Kort geleden was ik in gezelschap van twee knappe lui! Om alle vergissingen te voorko men, zeg ik liever; van twee knappe koppen! De een was Leeraar M. O. in de geschiedenis, de ander was zelfs doctorandus in de let teren. De heeren zaten te kibbelen! En wel over een zeer gewichtige feit! zy hadden, figuurlyk gesproken, de oude goden by den kop! Zooals je weet, of misschien ook niet weet, voltooide de laatste Koning van Rome den tempel van Jupiter, den oppersten God der Romeinen. Om die tempel te kunnen bouwen, moesten verschillende tempels van andere goden worden afgebroken en ver plaatst. Allen gaven hun toestemming, be halve Juventas, de godin der Jeugd, en Ter minus, de god der grenzen. Die twee schenen nog ai te durven. Myn beide geleerde bollen zaten nu te twisten over de redenen en de gevolgen van deze weigering. De eene beweerde, dat Juven tas met alle geweld haar plaats binnen den tempel van Jupiter wou hebben. De hoofd god zou dit dan ook hebben toegestaan, maar tevens bepaald hebben, dat de oproe rige goden als straf voor hun ongehoorzaam heid voor altyd aan een zuil van haar tempel zou worden vas'.gekluisterd. Terminus zou alleen gehandeld hebben uit pure vry'heids- üefde, daar hy, als god-der grenzen, zich door niemand grenzen wilde laten stellen. Hy werd voor straf veranderd in den grenspaal midden in Rome, vanwaar de Romeinen de afstanden van de bekende wereld in mylen aangaven De doctorandus hield staande, dat in het eerste geval van straf geen sprake was ge weest. Integendeel, Jupiter zou Juist met de kleine Juventas een liefdeshistorie hebben op gezet, wapt dit lag geheel in den aard van den zinnelyken oppergod! En Terminus had later zijn verzet opgegeven en dientengevolge werd hij ook beloond en niet gestraft door een aanstelling als grenswachter van den Olympus. Over deze kwestie stonden de heeren nu als kemphanen tegenover elkaar. Laat ik er by voegen, dat beiden tot de allermodernste ongeloovige behoorden, die, als het zoo uit kwam, vooral ons Katholiek geloof met spot en schimp overlaaddenGeen van tweeën gaf toe, en ieder verdedigde zyn stelling met hand en tand en met aanhalingen uit allerlei historische en mythologische werken. Eindelyk zei ik zoo; „Heeren, mag ik u wat vragen?Wie was toch die Jupiter Een minachtend lachje was het eenige antwoord op zulk een domme vraag, die dan toch ook wei blyk gaf van ergste onwetend heid. Ik lachte even en zei; „U snapt myn be doeling niet! Ik weet wel, dat Jupiter door gaat voor de opperste god der Romeinen! ik wou alleen maar weten, of u gelooft, dat Jupiter en Juventas en Termini s en al die anderen werkelyk bestaan of best ran hebben! Heeft die Jupiter geleefd en geheerscht als god, zoo ja, waar is hij dan gebleven? Een sterfeiyke god lijkt my wei wat onzinnig! Hoe zit dat? „Wel," zei de doctorandus, „er is natuurlyk geen sprake van, dat Jupiter een werkelijk bestaand wezen is geweest! Hoe kom je daarby „Maar hoe heb ik het nu?" vroeg ik. „Dan zit gy beiden dus te twisten over personen neen over fichés die nooit bestaan heb ben! Dat noem ik nu schermen in dë lucht! Water drinken uit een leeg glas! De kachel gloeiend stoken met denkbeeldigen kolen! „Nu kunt gy my wel praten van de cultuur historische waarde der mythologie en andere geleerde termen gebruiken, maar dat veran derd niet aan de hoofdzaak, 't Bbjft by u altijd; 0 en 0 is 0 U rekent met niemendal en doet alsof u met millioenen werkt! Als een uwer leerlingen Clio de muse voor den dans noemt en Melpomene die van de ge- wuvicu «"ja* »w* «mv/v ven! Wij spreken met hen, wy verzoeken om hun voorspraak en wederkeerig bidden wij voor hen, ja, verwerven voor hen nog ver diensten, waartoe zy zelf niet in staat zyn! Maar al verwerpt gy nu ons geloof als onzin, dat neemt niet weg, dat wy toch niet spre ken over hersenschimmen. De H. Petrus heeft werkelyk bestaan: de Onnoozele kinde ren hebben geleefd en zyn gemarteld: de Engelen zyn in waarheid geesten en schep selen Gods, al zijn ze voor U en ons niet tastbaar: de hemel is geen fictie en als een of andere mystieke geest dus een beschrij ving tracht ts geven van de hemelsche ge lukzaligheid, dan kan de grootste ongeloo vige hem niet bewyzen, dat hij praat over iets, dat niet bestaat. En dit is wel het ge val met al uw goden en godinnen en nym- phen en satyrs en heldenfiguren! 't Is zoo eenvoudig mogelyk, zooals de Waarheid al tyd eenvoud is!" „En wat zeiden de heeren?" vroeg Ka- rel. „zy keken op hun neus," antwoordde ik, „en misschien doen zy dat nog wel!" F. NUIJEN3,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 5