Stadsnieuws
8
VERONTRUSTENDE SCHISMATIEKE
PROVOCATIES IN PALESTINA
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde blad. Vrijdag 10 Februari 1928
Beethovencyclus
MUZIEK.
Ledenconcert H. O. V.
Capetkwartet
Liederenavond
Concert.
Voor den Politierechter.
product
Suniight
Fabrieken
Haatiemsche Bachvereeniging
Leerlingenavond Muziekschool
Filmliga
Jacht.
Kindervoorstelling
„Jantje in Moederstad"
P. Wijn. t
De geldinzameling voor het Haar-
lemsch Lighaifonds
Personalia
Gewetensgeld
Vermist
Jubileum-J. Verkruisen
EENVOUDIGE DINGEN
Dato 31 Jan schrijft men uit Jeruzalem
aan ..de Corr'ere d' Italia:
„De smartelijke echo van het bloedig in i
dent te Betlehem waarover wij al eerde.-
berichtten, Red. N.H.Crt. is nog niet ver
stomd en 'n groote onrust heerscht onder de
Christenen van Jeruzalem, in afwachtirg
der maatregelen van den hoogen commissa
ris.
Broeder Abel Correia, de Portugeesche
religieus, die het zwaarst werd verwond
door de Grieksch-Schismatieke gewelde
naars: broeder Jozef Consiglio en broe
der Lucas Pacelli, beiden Italianen, zijn
dank de trouwe en nauwgezette verzorging,
op weg naar een langzaam herstel. De ge
wonden verbeiden den dag waarop zij weer
hun plicht zullen vervullen als bewakers
van de Heilige Grot der Geboorte, zoo
dikwijls al gedrenkt door het bloed der
Franciscaansche martelaren, en zij hebben
van dit, hun levendig verlangen uitdrukking
gegeven aan de consuls van Spanje en Italië.
Z E. Horatius Pedrazzi, „de waardige ver
tegenwoordiger van fascis'isch Italië in
Palestina', heeft zich dadelijk, nadat hij
van het voorgevallene in kennis was ge
steld, van Jeruzalem naar Betlehem bege
ven, om aan de gewonden een bezoek te
brengen en van zijn levendigste belangstel
ling blijk te geven aan zijn landgenooten;
eveneens kwam de Spaansche consul die te
gelijk de Portugeesche belangen in Palesti
na dient, naar Eetlehem.'De vertegenwoor
digers van beide katholieke landen hebben
een onderhoud gehad met den pater Custo
de.
Deze bezoeken werden voorafgegaan en
gevolgd door meerdere officieele stappen;
de broeders Pacelli en Consiglio hebben of
ficieel hun beklag gedaan bij den consul van
Italië en om zijn hulp verzocht; met een
zelfde verzoek heeft zich broeder Correia
tot den consul van Spanje gericht. De Cus-
todie van het Heilig Land heeft een protest
ingediend bij den Hoogen Commissaris te
gen de aanhoudende verkrachtingen door de
Griesch-scnismatieken voor wie, zooals
gebleken is, geen middel te onwaardig is,
van de al-oude rechten der Katholieken in
de Heilige piaatsen.
De (Engelsche) Gouverneur van Betle
hem heeft zich naar het klooster begeven
om zijn leedwezen over het voorgevallene
te betuigen. Naar men meent te weten, zou
hij verzekerd hebben dat de Grieksche Pa
triarch pyniyk getroffen is door het inci
dent, en bereid zou zijn om genoegdoening
te geven (hoeveel honderden malen hebben
de Grieksch-schismatieken al voldoening
gegeven om daarna weer van vooraf aan te
beginnen?) en de schuldigen uit Betlehem
te verwijderen. Wat dan hierop neer zou ko
men, dat twee de Grieksche monniken, die
zich niet ontzagen bloed te doen vloeien in
den Tempel der Goddelijke Liefde-zelve,
aan *n alleszins verdiende straf zouden wor
den onttrokken.
Zal de sluwheid der afgescheidenen ook
thans weer zegevieren? Van harte hopen wij
van niet, maar in een land als Palestina, on
der een regeering van status quo is nu een
maal alles mogelijk.
Om den ernst te kunnen vatten van
wat er zich op 6 Januari in de
Grot der Geboorte afspeelde, is het goed
nog even terug te denken aan het bloedig
geweld, dat in 1873 en in 1893 door de
Grieksch-Schismatieken werd geprovoceerd
en dat heel de Katholieke wereid m beroe
ring bracht, den 25 April 1873 drong een
bende van 300 Grieken, geestelijken en lee-
ken, tot de tanden gewapend, in de Grot,
mishandelden en verwondden de vijf religi
euzen, die er lagen te bidden. Daarna plun
derden zij den tempel en namen alles meê,
wat maar eenige waarde had.
De Fransche consul van dien tijd wist voor
de Franciscanen de weder-in-bezit-stelling te
verkrijgen, alsmede de nieuwe erkenning,
van al hun oude rechten; maar in werke
lijkheid bleef alles onveranderd en van het
gestolene is nooit iets terug gezien. Twintig
jaar later, in 1893, was het een Janitsaar
(turksch soldaat), Croaat van geboorte en
schismatiek van godsdienst, die eveneens in
de Grot met revolverschoten den broeder
koster vermoordde en midden in de processie
die juist door de kerk trok. een ouden pater
zwaar verwondde De moordenaar werd gear
resteerd, maar...slaagde er in de gevange
nis te ontvluchten.
Het gevaar is niet buiten gesloten, dat
mochten de heiligschenners van Drie Konin
gen 1.1. ongestraft blijven, de Grieksch-schis
matieken zich op grond van hun „gewoonte"
gerechtigd zullen gaan achten om de Fran
ciscanen eenvoudig te vermoorden. En de
gunstige omstandigheden, waarin zij ten op
zichte van de Katholieken verkeeren, zul
len het hun niet moeilijk maken van dit
„recht" te profiteeren!
Versoken van de bescherming van het
Heilige Rusland gaan de schismatieken er
groot op, machtige bondgenooten te hebben
in de Engelsche protestanten, die sinds
zeven jaren hard werken in Palestina. Het
mag als bekend worden verondersteld, dat
de protestanten steeds een air van superiori
teit hebben hoog te houden tegenover den
strijd der Katholieken en Grieksche schis
matieken; Armeniërs en Kopten, om het
bezit der Heilige Plaatsen.
Momenteel echter zamelen zij belangrijke
sommen in voor een Jeruzalemsche Kathe
draal van St George en pogen zij op alle
wijzen het werk van het protestant hosni-
tium, tot ontwikkeling te brengen; de Heili
ge Plaatsen verheugen zich in hun talrijk
bezoek en zij toonen een groote hartelijkheid
tegenover de Grieksch-schismatieken.
De sporen zijn er van een wel doordachte
actie der sluwe, schismatieke geestelijkheid
die er „in verhouwen" groot op gaat den
steun van het (Engelsch) Gouvernement
achter zich te hebben; om zich langzaam
aan in de „gemeenschappelijke" heiligdom
men het Heilig Graf en Betlehem, in
te dringen En bepaald verdacht is bet ver
schijnsel, dat de Grieken in een ui stekende
verhouding staan m tegenstelling met de
Latijnen; tot de Encelsche autoriteiten
die misschien beïnvloed worden door de
hoogwaardigheidsbekleeders in de Ang i-
caansche kerk welke in het oriënt haar
aanhangers heeft.
„Waneer een zoodanig plan werkelijk be
staat en de Grieken werkelijk bereid zijn
een beetje plaats in te ruimen ten gunste
van de Anglicanen, zullen de Katholieken
dus nog eens staan Voor 'n monsterver irag
van afgescheidenen, vereenigd, nist uit broe
derlijke liefde of in 'n gemeenschappelijken
droom van christelijken vrede, maar in haat
tegen de Katholieke kerk.
Maar het zij dan niét, het zij dan zónder
de instemming der Grieken, de Anglicanen
zijn zoo ver nog niet, want, ongeacht zijn
•persoonlijke meening, is er steeds nog de
Hooge Commissaris van het Britsche Rijk,
die tegenover de groote wereld een status
quo heeft te handhaven, welke alleen kan
worden gewijzigd, door een internationale
conferentie, waarin de Anglicanen, althans
officieel, weinig zeggenschap zullen hebben."
Dat wij daarnaar met niet minder groote
belangstelling uitzien is zeker wel begrij
pelijk. j. s.
We kwamen juist even te laat om het
eerste deel der Ouverture van Boridine te
hooren, „Le Prince Igor". Doch, moeten we
ons oordeel richten naar het tweede gedeelte
deze ouverture, dan gelooven we wel, dat
deze tot het zwakste gedeelte van den avond
behoorde. Alle schuring ontbrak hier, en
slechts zeer sporadisch kwam er even iets
van een temperament van een levende
orgineele muzikaliteit om 'n hoekje gluren,
wat dan wel het beste bleek uit het trüb-
sinnig gespeelde solotrekje der bas-strijkers.
Door het jagen bij het opzetten van het
marschtempo aan het slot der Ouverture,
werden we bü herhaling ook verder in den
avond nog 'n paar maal onaangenaam ver
rast, en de heer v. Beinum had moeite z'n
mannetjes in toom te houden.
Waarmee we de critiek dan verder maar
zullen sluiten, we vergeten het koper niet,
dat enkele minder fraaie momenten had
om onze groote voldoening uit te spreken
over de uitvoering der beide andere compo
sities; n.l. 't Pianoconcert bes kl. terts van
Tschaïkowsky en de 5e Symphonie, in e kl.
terts van Dvorék.
Het uiterst gecompliceerde, pianistisch
zeer groote eischen stellende werk van
Tschaïkowsky had in Elsa Nolthenius 'n uit
muntende vertolkster, en het orkest stond
haar waardig en enthousiast ter zijde. We
hebben het temperamentvolle spel dezer pia
niste bewonderd, waartoe haar, vooral in het
Andante maestoso en in het Allegro de ge
legenheid werd geboden. Welk een fraaie be
lichting vooral in het eerste gedeelte van het
Andante, met z'n rake tegenstellingen; welk
'n gespierde rhythmisch sterk en affirmatief
aangevoelde voordracht en daarna welk 'n
gave en parelend gespeelde passages in het
Andantino-simplice. Hier troffen weer de
droomerig mediteerende thema's, het meer
'dyllisch beschouwende, het tot inkeer ko
men van den wilden hartstocht, welken de
groote Rus in het con fuoco-slot dan weer
plotseling uit laat slaan als in een laaien
brand.
Geen wonder dat het auditorium enthou
siast was geworden door dit geestdriftige,
temperamentvolle spel, en haar, met bloe
men van hulde overladen, tot driemaal toe
terugriep. Gaarne hadden we dan ook na de
pauze Elsa Nolthenius nóg eens gehoord.
Maar... we willen gaarne wachten!
Na de pauzo, duurde deze niet wat erg
lang, en werd hiermede niet afgeweken van
een goede gewoonte? een der oeuvres van
Dvorak. Een oeuvre, waarop geb'okt is, en
waarvan de weergave miss:hien joist daar
door 'n tikje moest inboeten van z'n orig'na-
liteit, z'n echten zigeuner-aavd. die, cn-
danks den misleidenden ondertitel „Aus der
neuen Welt" overal z'n haren laat zien.
'n Werk vol reminiscenties, Wagneriaansche,
WÜ denken aan het Largo en Eeethovensche,
in 't slot-Allegro men herin.iere zich het
slotkoor der onvolprezen Negende Sympho
nie!
Van deze vertoling leek het middenge
deelte, het Largo met het verdroomde, stille
tempo, waarin zelfs de rus'en sterk muzi
kaal spraken, en het slot wel 't beste.
Den heer van Beinum en zijn musici
onzen dank voor dezen mooien avond, waar
van het concert der volgende week in zeke
ren zin een voortzetting belooft te worden.
Vierde concert
Den klank der snaarinstrumenten kon
Beethoven niet meer hooren, als hij aan
wezig was toen een der beroemde Ween-
sche kwartetensembles voor het eerst in een
proef-uitvoering het prachtige kwartet in
Es speelde, dat thans door de Capets als
laatst uit te voeren werk werd genomen
Maar zijn oog volgde de geringste beweging,
die dreigde, de intentie zijner muziek geweld
aan te doen. Had hij hen niet schriftelijk
laten beloven, hun taak breed te zullen op
vatten? Wie meer intiem is met Beethoven s
leven in deze dagen dat in zijn ooren no;
slechts weerhalden de mystieke geluiden
van den nacht; wie wel eens zijn Konver
sationshefte opsloeg, de bladzijden, waarin
zijn vrienden hem opschreven wat zij hem
wilden vragen, die kan in zulke momenten
geen vreugd meer hebben aan lectuur, die
met dit levensdrama geen verband houdt:
hij slaat de partituren op van een opus 127
waaraan de reeds moeizaam te besturen
pen toevertrouwde, wat geen Kon versa,-
tionshefte kon opnemen; wat geen vriend
ooit in woorden ervoer uit Beethovens
mond. Hoe hij leed, na zulk een primi
tieve uitvoering, die slechts een duister ver
moeden gaf van de grootschheid dezer
schepping. Rellstab, die hem in die dagen
bezocht, vertelt het als hij bemerkte na zulk
een uitvoering ,den schmerzlichen Aus-
druck in Beethovens Antlitz".
Een geschreven belofte, hun taak breed tc
zullen opvatten.
Sinds hoevele jaren heeft Lucien Capet
en mot hem Maurice Hewith, Henri Benei
en Camille Delobelle (om den te vroeg ver
scheiden Casedesus niet te vergeten) one
getoond, welk een breede opvatting de kun
stenaar heeft van zijn taak, nu honderd jaar
nadien. Wij hebben dan ingetogen te lui
steren naar wat er uit hun violen op
klinkt als zjj het Adagio cantabile aan
stemmen. Aangaande de materiëele zijde
der uitvoering wisselden zij sinds éven zoo
vele jaren hun belofte volledig in en deze
boven alle kritiek verheven techniek is dc
eerste schrede tot dat hoogere, dat, zoo wc
't ééns meeleefden, nooit meer verlaat. Is
hier nog spel? Is hier muziek? Zijn dat
mensahen, die dat hemelsch Man-ha tot ons
brengen? En wij zelf, zijn wij in de werke
lijkheid? Wij moeten het ervaren, als deze
zang van eindeloozen adem zich oplost in
harmonie van hemelsche reinheid. Wat zich
daar omheen groepeert: het Scherzando, het
finale, 't eerste Allegro, het is alles niet te
denken zonder dit Adagio. Zij gedrieën zjjn
de ledematen; hier is de ziel.
Zoo mogen wij ook wijzen naar het mid
dendeel van het andere kwartet (opus 95),
waar deze plaats wordt ingenomen door het
mezza voce te spelen Allegretto, dat dooi
de diatonisch dalende cellotonen zijn ka
rakter krijgt. Hier gevoelen wij hoe Beet
hoven het hem opgedragen apostolaat aan
vaardt, hier is ook zijn eigenhandig ge
schreven belofte, zijn taak te zullen opvat
ten, zóó, dat zij voor eeuwen zal gelden. Dit
opus 95, nog in Beethovens tweede werk
wijze, mogen wij met W. de Lenz aanzien
voor den overgang naar die aëra, welke hem
aan het hoofd stelt van allen, die in tonen
zongen en dichten.
G- J. K.
gaan met de overtuiging dat het niet aan
de muziekschool zal liggen als jonge talen
ten niet tot rijpheid komen.
Het Concertbureau Vemout deelt ons
mede, dat op Maandag 20 Februari a.s. Mia
Peltenburg en Hendrik Andriessen een
liederenavond zullen geven in den Stads
schouwburg, alhier.
Op Dinsdag 28 Februari a.s., zal mej. Dite
Blooker, een concert geven in den Schouw
burg Jansweg, alhier.
Bedriegelijke bankbreuk
De boedel van A. J. v. d. H., te Zaandam,
was wegens belastingschuld in beslag geno
men; door den deurwaarder was hem gelast
te zorgen, dat er niets aan het beslag werd
onttrokken. Op den dag der verkooping
bleek echter, dat een jas en hoed verdwenen
waren. Deze kleedingstukken waren eigen
dom van zijn broer, verklaarde v. d. H.
De politierechter zeide echter, dat hij
dergelijke verhaaltjes op de juiste waarde
wist te schatten, verdachte had bovendien
vroeger zelf gezegd, dat hij jas en hoed
had verdonkeremaand, terwijl hij wist, dat
zij onder de beslagneming vielen.
De Officier van Justitie vroeg 1 maand
gevangenisstraf, wegens overtreding van art.
198 W. v. S.; het vonnis luidde 4 weken ge
vangenisstraf.
Verdachte verklaarde onmiddellijk hooger
beroep te zullen aanteekenen.
„Dan moet u voor het Hof te Amsterdam
schijnen," vertelde de Politierechter.
„Des te beter", vond v. d. H., „dat is
dichter bij Zaandam."
Op Dinsdag 14 Februari a.s. zal voor de
Haarlemsche Bachvereeniging, in de Ge
meentelijke Concertzaal, des avonds om 8
uur, het orkest van het Concertgebouw te
Amsterdam, het zesde concert in dit sei
zoen uitvoeren, onder leiding van Dr. Wil
lem Mengelberg.
Symphonie No. 2 D. gr. A. op 26 van
Beethoven.
Adagio molto, allegro con brio.
Larghetto.
Scherzo. Allegro. Trio Scherzo da capo.
Allegro molto.
Na de pauze:
Symphonie No. 6, „Pathétlque" op 74
van Tschaïkowsky.
Adagio. Allegro non troppo. Andante.
Allegro con grazia.
Allegro molto vivace.
Finale: Adagio lamentoso.
Een der attracties van een leerlingen
avond van de muziekschool van de Mij.
tot Bevordering der Toonkunst is wel de
allergenoeglijkste sfeer, die den schouwburg
tot in de bovenste rangen vervult.
Woensdagavond was deze sfeer vanzelf
sprekend aanwezig, nog versterkt door de
glimlachjes der leeraren, die met genoegen
de equilibristische toeren van hun pupillen
volgden, en met een aanmoedigend knip
oogje de plankenvrees van him leerlingen
op een afstand hielden.
Vroolijke toiletjes zorgden, dat de jeug
dige debutanten zouden schitteren, al was
het misschien nog niét door sprankelende
muzikaliteit.
Achter de eerste gereserveerde rijen wa
re V de vele voldane gezichten verzameld
van de talrijke familieleden en belangstel
lenden die met een zekere lekkere angst
het oogenblik afwachtten, waarop het steeds
voldane publiek aan de enthousiasme lucht
gaf.
Daar tusschen door kon men genieten van
de scherpe hatelijkheidjes van scholieren als
een der collega's een beetje onhandig
eigenwijs zijn cello stemde of als het applaus
hier of daar wat luidruchtig uitviel dan dat
bij hen het geval was geweest.
Maar een beetje jaloezie, dat bij iedere
gelegenheid om den hoek komt kijken Is
gelukkig niet in staat de algemeene stem
ming te verstoren.
Over het algemeen werd er aardig ge
werkt, hier en daar hoorden we een viool-
of pianonummer, dat wel zóó goed werd uit
gevoerd, dat we tot aandachtig luisteren en
genieten gedwongen worden en we heenge-
S. M. EisensteinStaking.
In het programma stelt het hoofdbestuur
der Liga er prijs op te verklaren, dat het
deze film alleen heeft aangekocht om haar
kunstwaarde en onafhankelijk van haar
politieke strekking.
De sterke Sovjet-excuus-tendenz, welke
er in schuilt kunnen we dus gevoeglijk bui
ten bespreking laten.
Afgezien hiervan dus, kunnen we ons be
perken tot de gesignaleerde kunstwaarde.
Nu is het begrip „kunst" in den modernen
tijd een zeer relatief iets geworden. Behou
dens enkele uitzonderingen wordt al het bar-
exotische wat op de markt gebracht wordt
en waartegenover de doorsneemensch zich 'n
beetje onbeholpen gevoelt, vanwege de ge
heel bijzondere sfeer, welke het omringt, als
zoodanig gequalificecrd en aanvaard.
Een heel typisch poppetje dat door de
Russische boeren op de lange winteravonden
wordt vervaardigd, wordt hier geëxposeerd
en gewaardeerd, omdat de boer dat ding met
zjjn primitief ontwikkelde geestvermogens,
heeft samengesteld, zonder dat hij zich bij
de vervaardiging daarvan heeft laten leiden,
door de theoretische regels, welke wij ken
nen. Toch beeldde die zelfde boer niets an
ders uit dan een van zijn collega's of mis
schien wel zich zelf. De kunstwaarde van
het voorwerp wordt nog verhoogd, wanneer
de goede man een plotselingen indruk
kreeg en deze tegelijkertijd in het onder
handen zijnde voorwerp aanbracht.
Een Volendamsche of gewone boer hier
in Nederland door een zelfde provinciaal,
van hout gesneden, misschien even primitief
maar onder meer beschaafden geest ge
maakt, heet geen kunst, maar huisvlijt.
De film „Streik", vervaardigd onder de
regie van Eisenstein is zonder twijfel knap
werk. Het geheel geeft practisch gesproken
weer een verfraaiing van de menschelijke
U arts tocht en bij een van nature wilde en ten
deele ongeciviliseerde volksmassa en leiders.
De Burgemeester van Haarlem brengt ter
openbare kennis, dat de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, nader
heeft bepaald, dat in het geheele rijk het
vangen van smienten, pijlstaarten, talingen
en slobeenden, door middel van eenden
kooien, alsnog zal zijn toegestaan tot 4 Maart
1928.
Waltham-horloge met dunnen, gouden scha-
kelketting en aanhangsel, een gouden pot
lood, een paar antiek gouden manchet-
lcnoopen in den vorm van een Zeeuwsche
broche en eenig geld.
Een belooning van één duizend gulden
wordt gegeven aan hem of haar, die hem,
hetzij levend, hetzij dood, vindt, welke be
looning zal worden verdeeld, bijgeval meer
personen bij het vinden zjjn betrokken.
Het vermoeden bestaat, dat meergenoem-
de heer te water is geraakt of wel in een
Ned. R. K. Bond vrtl I rensport- bosch is achtergebleven en door uitputting
arbeiders Sl ro*dfaciuS" is overleden.
Bovengenoemde bond viert a.s. Zondag De commissaris van Politie te Haarlem
zijn tienjarig bestaan, alzoo, een 2e lustrum, verzoekt, namens zijn ambtgenoot te Nij-
Alle Roomsch-Katholieke arbeiders, in het megen, opsporing van den vermiste,
transportbedrijf, georganiseerd, of ongeor
ganiseerd, worden hierop attent gemaakt en
er nogmaals aan herinnerd, dat de gezamen- Ned. R. K. Bond van BouwpatrOOIlS.
i:.:lTT A i v. /In Dnfnv"_
lijke H. Communie, om 9 uur in de Paters
kerk, aan de Groenmarkt, plaats heeft, waar
na een gezamenlijk ontbijt in het gebouw
„St. Bavo".
Des avonds heeft de groote feestavond
plaats.
Ieder R. K. transportarbeider wordt aan
gespoord hier heen te gaan en te hooren
wat er door organisatie bereikt kan worden.
Wij twij'c'en er niet aan, of deze avond
zal schitterend slagen. Aan de zaal zijn des
avonds de programma's verkrijgbaar.
Wederopvoering op 15 Februari.
Men schrijft ons:
Naar aanleiding van het groote succes
Zondag 5 Fcbr. behaald met de kindervoor
stelling van „Jantje in Modderstraat", on
der leiding van Mevr. R. van Eden—v. Eden
ten bate van Maatschappelijk werk, in den
Schouwburg aan den Jansweg, heeft de
commissie besloten een wederopvoering te
geven op Woensdag 15 Febr. in genoemden
Schouwburg. Ook deze voorstelling is ge
heel ten bate van „Maatschappelijk Werk".
De persbeoordeelingen over de eerste op
voering waren unaniem schitterend. Wij la
ten hieronder een paar korte uittreksels
volgen
Opr. Haarl. Crt. schrijft: Het is een mid-
Hiertoe zet men eerst een onrechtvaardige dag geworden van jolijt en beschaafd amu
daad voorop, als aanleidende oorzaak. Dan
wordt met een verrassende snelheid uitge
beeld, hoe de staking groeit, zich uitbreidt, en
tenslotte door de overmacht op zeer onbe
schaafde wijze wordt gesmoord.
Dat de staking werd opgezet om de on
rechtvaardige daad en weer zou worden
neergelegd na 30 pet. loonsverhooging en den
8-urigen werkdag in een. zekere Sovjet-con
sequentie, die hier inconsequentie heet.
Het eenige wat werkelijk verdienste heeft
is de geweldige „gang" welke er achter zit
en de uitstekende opnamen, al maakt het
wel den indruk, dat eenige goede vondsten
om het effect soms werden uitgebuit.
Verder begrijpen we niet, misschien beter
gezegd: wel, vanwege het geboorteland, hoe
men in het z.g. afgeronde logische verloop
sement voor groot en klein. De opvoering
is een triomf geworden. De zang klonk over
het geheel zeer welluidend. De dansen had
den niet beter uitgevoerd kunnen worden
en ook het acteeren van de jeugdige exe
cutanten mocht gezien worden. Ook de aan
kleeding mocht er zijn. Aan het daverend
handgeklap kwam bijna geen einde. Het
succes was dan ook wel heel groot.
Haarlem's Dagblad: Het werd een model
uitvoering, zoowel keurige onverbeterlijke
costuums, vlot, geestig spel, als muzikale,
beschaafde zang, maakten de zoo serieus
verzorgde voorstelling tot een geweldig
succes.
Nieuwe Haarl. Courant: Jantje in Mod-
derstad is in alle opzichten een zang- en
speelsucces geworden voor de kleinen, voor
absoluut mist een krachtige uitbeelding van de koorleidstor en voor den regissèur. De
het werk der arbeiders. De opname van de j kinderen waren rol- en speelvast, en zon-
drijvende en roteerenae machines en raderen gen en dansten bijzonder aardig. Het was
geven allerminst een indruk van geweldige
arbeidsprestatie, evenmin als de rustige ge
noeglijkheid, waarmede tientallen werklieden
tijdens de werkuren, op een stellage naar
het hijschen kijken.
Dat men een schrille tegenstelling krijgt
door dien kijk in de fabriek, te stellen tegen
over het privékantoor van een vadsigen di
recteur is logisch, maar zooiets is toch niets
minder dan effectbejag van bedenkelijke
kwaliteit.
Hetzelfde geldt het kind. dat tusschen
de paardenpooten gaat zitten. Hierbij weet
men reeds van te voren, dat dit gedaan
wordt om de moeder het wicht terug te
laten halen, welke daad dan door de ko
zakken, natuurlijk verkeerd, wordt opgevat,
daar het als motief moet gelden voor een
aframmeling.
De enorme snelheid, waarmede dit alles,
en nog veel meer elkaar op volgt, maakt het
geheel tot een rustelooze film, samengesteld
uit dito details, die wij absoluut mooi vin
den vanwege de bijzondere viste van den
regisseur en de tot exces groeiende overdrij
ving van iets, wat we met een Russisch oog
zouden moeten bekijken en dan nog wan
neer we dat van Eisenstein te leen konden
krijgen.
Hans de Bock illustreerde zeer verdien
stelijk met eigen en ten deele samengestelde
Russische composities.
voor de leiders en voor het zangkoor een
succesvolle middag.
Vanaf heden zijn reeds kaarten verkrijg
baar bij den heer Joh. Schmidt, Barteljo-
risstraat 21.
De jaarvergadering van den Ned. R. K.
Bond van Bouwpatroons, afd. Haarlem en
Omstreken, zal op Dinsdag 14 Februari as,
gehouden worden, in een der za'en van café
Brinkmann, des namiddags te 2 uur, waar
o.m. bestuursverkiezing van penningmeester
en 2den secretaris.
Op den morgen van de jaarvergadering,
zal in de Parochiekerk aan het Spaame, te
6% uur een H. Mis worden opgedragen tot
intentie van de Vereeniging.
Alhier is op 63-jarigen leeftijd overleden
de heer P. Wijn, oud-geneesheer-directeur
van het Koningin Wilhelmina ooglijdersgast-
huis te Bandoeng.
Door het Gemeentebestuur van Bloemen-
daal is thans, evenals door de gemeentebe
sturen van Haarlem en Heemstede, toestem
ming verleend aan den heer Meyerlnk tot
het houden van een geldinzameling ten bate
van het Haarlemsche Lighaifonds.
De volgende gediplomeerden van de afdee-
ling Werktuigbouwkunde der Middelbare
Technische School te Haarlem zijn benoemd
in de navolgende betrekkingen:
De heer S. E. van der Hardt Aberson tot
employé op één der suikerfabrieken der
firma Kooy en Co. op Java; de heer H. de
Wit tot constructeur-teekenaar en de heer
A. Hill tot bedrijfsassistent by de N.V.
Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Ingekomen is bij den inspecteur der directs
belastingén te Haarlem, 1ste afd., 215.05
gewetensgeld;
den inspecteur der directe belastingen, lste
afd., te Haarlem, 5.25 gewetensgeld;
den ontvanger der registratie en domeinen
te Haarlem, 96 voor te min betaalde ver
mogensbelasting en verdedigingsbelasting lb;
den ontvanger der registratie en domeinen
te Haarlem, 82.15 voor te min betaalde
vermogensbelasting en verdedigingsbelasting.
Sedert 26 December 1927, des namiddags,
5 ure, is te Nijmegen, alwaar hy in ver
pleging was, vermist de heer Mr. H. J. Bun
schoten, oud 49 jaar, Griffier by het Kanton
gerecht te Schagen. Voordien werd hy
eenigen tijd te Wiesbaden verpleegd.
Hy was ca. 1.70 lang, normaal gebouwd, had
gladgeschoren gezicht, donkerblond haar, In
het midden gescheiden, van voren iets dun
nen en gryzend en was gekleed met bruin
grijs costuum, lichtbruine loden overjas,
grijzen slappen hoed en vérmoedeiyk zwarte,
hooge schoenen. Hy droeg een antieken das
speld, bezet met diamanten, een gouden
pinkring bezet met een robyn, een gouden ketting aangeboden.
De heer J. Verkruisen vierde heden zyn
zilveren jubileum in dienst van de N. Z. H.
T. M„ bij welke maatschappy hy als wagen
maker is werkzaam geweest in de remise
aan de Leldschevaart.
De jubilaris werd hedenmorgen 10 uur
met zijn kinderen per auto van zyn woning
gehaald en naar de feesteiyk versierde werk
plaats geleid.
Daar werd hy namens de directie toege
sproken door den chef der werkplaats, den
heer H. Meyer, die hem een enveloppe met
inhoud aanbood.
Namens het personeel werd onder een
waardeerende toespraak een gouden horloge»
schiedcnis, dan krygt hy op zyn rapport een
allerslechts cijfer. Ik wil gaarne toegeven, dat
demythologie veel waarde heeft in de wereld
der ideeën, maar 't zou toch onzinnig zyn,
om te twisten over de kleur van het haar van
Juno! En dan verwyt gy ons, dat wy sprook-
de mythologie veel waarde heeft In de wereld
willen laten doorgaan! 't Is waar, wy Katho
lieken gelooven aan de gemeenschap der hei»
lip-en De dnnrien ziin voor ons niet afeestor-
„Ziezoo," zei Karei, „een beroemd schrij
ver heeft eens een boek geschreven, getiteld;
„Voyage autour de ma chambre". Wy maken
in gedachten een „Voyage au ciel". En ik ben
benieuwd, wat ik verder van je zal hooren,
als wy ons eindpunt bereikt hebben! Begin
maar! Ik zal nog maar geen sigaar opsteken,
want die gaat toch maar uit, als ik zoo zit
te luisteren!"
„Komaan," zei ik. „Pater Faber heeft ons
by ons vorig praatje gevoerd tot in den hoog-
sten hemel, waar de verheven Hiërarchie van
het Menschgeworden Woord het Goddelyk
licht verspreidt.
Dé&r, verheven boven alle gelukzaligen en
Engelen, in de onmiddellijke nabyheid van
het H. Hart van Jezus, glanst de troon van
onze Middelares en Voorspreekster, van de
H. Maagd en Moedergods Maria. Geen woor
den kunnen de heerlykheid uitdrukken van
haar glorie, noch ook maar in de verte haar
macht benaderen, of een flauwe besehryving
geven van haar goedheid, barmhartigheid en
moederlijke liefde. Jesus heeft haar, als het
ware, zyn Koninklyken scepter ter hand ge
steld en laat haar met Hem Zyn Goddeiyke
macht deelen. zy is ten volle de Koningin
des Hemels in alle drie Ryken; in dat der
natuur, der genade en der heerlykheid.
Het zou ons te vervoeren, als wy in onze
korte beschouwing de schoone woorden van
Pater Faber zouden navertellen, waarmee hy
uitdrukking geeft aan zijn kinderlyke liefde
voor ons aller Moeder, of zyn ridderiyke toe
wijding aan onze Koningin.
Wij volstaan met hem te volgen tot den
allerhoogsten troon, waar de heilige, Mensch-
heid van Jesus is gezeteld, de Zoon des rnen-
schen, de Koning der Koningen en de Heer
der heerscharen, de Koning Christus in al
zyn glorie en heerlykheid. Hier is de vaart
van den ziener ten einde, waar de geluk
zaligen „God zien van aangezicht tot aange
zicht, zooals Hy is", zonder verblind te wor
den door het Goddelijk licht. Hier geniet de
ziel de eeuwige zaligheid, zonder ooit ver
zadigd te worden door de zalige aanschouwing
van Gods heerlijkheid.
„Dat is het eind," zei Karei, „hooger kan
de menschelyke geest niet stygen!"
„Precies," antwoordde ik, „en 't is eigenlyk
jammer, dat wy nu weer op den beganen
grond terug moeten dalen, en ons weer met
de platst-menschelyke zaken moeten bemoei
en, om onze vergelijking door te zetten en
on,ze conclusies te kunnen trekken. Want,
wat moeten wy nu dikwyls hooren? „Och."
zeggen de spotters, de heel- en half-ongeloo-
vigen, „dat zyn allemaal heel mooie fanta-
siën! Moeten de Katholieken dat nu alles
maar aannemen?
Sprookjes, meneer! De eenvoudige zieltjes
slikken zoo iets voor zoete koek, maar een
mensch, die zijn verstand gebruikt en niet
behept is met vooroordeelen,-haalt zyn schou
ders eens op en stelt al deze beschouwingen
op één lijn met allerlei andere mythische ver
halen en wondervertellingen! 't Is alles my
thologie, meneer, de moeite niet waard, om
er over te redeneeren!"
En nu de feiten!Een Katholiek behoeft
van dit alles niets te gelooven, namely k van
de bijzonderheden, waarvan in de beschou
wing van pater Faber sprake is! Is werke-
lyk de H Michaël de Engelbewaarder der pau
sen? Wie zal het zeggen?Maar is het
idee zelf niet schoon en zinryk?Zetelen
de onnoozele kinderen werkelyk zoo hoog in
den hemel?Niemand weet het zeker,
maar is het niet zeer wel aan te nemen, dat
God hun martelaarschap op deze wyze neeft
willen beloonen? En zoo kan men ook oor-
deelen over alle anderehypathesen, l®3'
ik maar zeggen.
Maar nu tappen we eens uit een ander
vaatje.
Kort geleden was ik in gezelschap van twee
knappe lui! Om alle vergissingen te voorko
men, zeg ik liever; van twee knappe koppen!
De een was Leeraar M. O. in de geschiedenis,
de ander was zelfs doctorandus in de let
teren. De heeren zaten te kibbelen! En wel
over een zeer gewichtige feit! zy hadden,
figuurlyk gesproken, de oude goden by den
kop! Zooals je weet, of misschien ook niet
weet, voltooide de laatste Koning van Rome
den tempel van Jupiter, den oppersten God
der Romeinen. Om die tempel te kunnen
bouwen, moesten verschillende tempels van
andere goden worden afgebroken en ver
plaatst. Allen gaven hun toestemming, be
halve Juventas, de godin der Jeugd, en Ter
minus, de god der grenzen. Die twee schenen
nog ai te durven.
Myn beide geleerde bollen zaten nu te
twisten over de redenen en de gevolgen van
deze weigering. De eene beweerde, dat Juven
tas met alle geweld haar plaats binnen den
tempel van Jupiter wou hebben. De hoofd
god zou dit dan ook hebben toegestaan,
maar tevens bepaald hebben, dat de oproe
rige goden als straf voor hun ongehoorzaam
heid voor altyd aan een zuil van haar tempel
zou worden vas'.gekluisterd. Terminus zou
alleen gehandeld hebben uit pure vry'heids-
üefde, daar hy, als god-der grenzen, zich door
niemand grenzen wilde laten stellen. Hy
werd voor straf veranderd in den grenspaal
midden in Rome, vanwaar de Romeinen de
afstanden van de bekende wereld in mylen
aangaven
De doctorandus hield staande, dat in het
eerste geval van straf geen sprake was ge
weest. Integendeel, Jupiter zou Juist met de
kleine Juventas een liefdeshistorie hebben op
gezet, wapt dit lag geheel in den aard van
den zinnelyken oppergod! En Terminus had
later zijn verzet opgegeven en dientengevolge
werd hij ook beloond en niet gestraft
door een aanstelling als grenswachter van
den Olympus.
Over deze kwestie stonden de heeren nu
als kemphanen tegenover elkaar. Laat ik er
by voegen, dat beiden tot de allermodernste
ongeloovige behoorden, die, als het zoo uit
kwam, vooral ons Katholiek geloof met spot
en schimp overlaaddenGeen van tweeën
gaf toe, en ieder verdedigde zyn stelling met
hand en tand en met aanhalingen uit allerlei
historische en mythologische werken.
Eindelyk zei ik zoo; „Heeren, mag ik u wat
vragen?Wie was toch die Jupiter
Een minachtend lachje was het eenige
antwoord op zulk een domme vraag, die dan
toch ook wei blyk gaf van ergste onwetend
heid.
Ik lachte even en zei; „U snapt myn be
doeling niet! Ik weet wel, dat Jupiter door
gaat voor de opperste god der Romeinen! ik
wou alleen maar weten, of u gelooft, dat
Jupiter en Juventas en Termini s en al die
anderen werkelyk bestaan of best ran hebben!
Heeft die Jupiter geleefd en geheerscht als
god, zoo ja, waar is hij dan gebleven? Een
sterfeiyke god lijkt my wei wat onzinnig!
Hoe zit dat?
„Wel," zei de doctorandus, „er is natuurlyk
geen sprake van, dat Jupiter een werkelijk
bestaand wezen is geweest! Hoe kom je
daarby
„Maar hoe heb ik het nu?" vroeg ik. „Dan
zit gy beiden dus te twisten over personen
neen over fichés die nooit bestaan heb
ben! Dat noem ik nu schermen in dë lucht!
Water drinken uit een leeg glas! De kachel
gloeiend stoken met denkbeeldigen kolen! „Nu
kunt gy my wel praten van de cultuur
historische waarde der mythologie en andere
geleerde termen gebruiken, maar dat veran
derd niet aan de hoofdzaak, 't Bbjft by u
altijd; 0 en 0 is 0 U rekent met niemendal
en doet alsof u met millioenen werkt! Als
een uwer leerlingen Clio de muse voor den
dans noemt en Melpomene die van de ge-
wuvicu «"ja* »w* «mv/v
ven! Wij spreken met hen, wy verzoeken om
hun voorspraak en wederkeerig bidden wij
voor hen, ja, verwerven voor hen nog ver
diensten, waartoe zy zelf niet in staat zyn!
Maar al verwerpt gy nu ons geloof als onzin,
dat neemt niet weg, dat wy toch niet spre
ken over hersenschimmen. De H. Petrus
heeft werkelyk bestaan: de Onnoozele kinde
ren hebben geleefd en zyn gemarteld: de
Engelen zyn in waarheid geesten en schep
selen Gods, al zijn ze voor U en ons niet
tastbaar: de hemel is geen fictie en als een
of andere mystieke geest dus een beschrij
ving tracht ts geven van de hemelsche ge
lukzaligheid, dan kan de grootste ongeloo
vige hem niet bewyzen, dat hij praat over
iets, dat niet bestaat. En dit is wel het ge
val met al uw goden en godinnen en nym-
phen en satyrs en heldenfiguren! 't Is zoo
eenvoudig mogelyk, zooals de Waarheid al
tyd eenvoud is!"
„En wat zeiden de heeren?" vroeg Ka-
rel.
„zy keken op hun neus," antwoordde ik,
„en misschien doen zy dat nog wel!"
F. NUIJEN3,