Landbouw en Visscherij Varia uit het radio-laboratorium, i door JOH. SCHNABEL. UIT DE PERS. De Socialistische Katholieke Kerk De zesdaagsche te Breslau H. S. C. „Excelsior" Elfde Jaarvergadering van den R. K. Prov. Bond van Geitenfv. in Z.-Holland SPORT EN WEDSTRIJDEN Inrichting haan Olympische Roeiwedstrijden MODERNE THEO-SOPHIA. verzoeken dringend, rapporten betreffende De Politie-radio. „Hier gemeente-politie Hilversum" tweemaal per dag, in bijzondere gevallen nog wel eens meer. kunnen we het uit onze koptelefoon of luidspreker hooren. En hoe wel vele luisteraars vooral naar de avond- berichten luisteren, is het doel van die uit zendingen hen niet duidelijk; vandaar, dat wij er hier een en ander van willen ver tellen. *t Was op 1 April 1925, dat een 80-tai autoriteiten in Hilversum bij elkaar kwa men, om het nut te bespreken van de radio ten dienste van de justitie en politie. De Commissaris van Politie te Hilversum, de heer A. L. van Beusekom, was 't, die in ons land het initiatief nam. om ook hier te komen tot een z.g. politie-radio omroep. Zooals hij indertijd ook zelf heeft verklaard, was zijn idee niet geheel origineel, daar o. a. Amerika reeds langer een dergelijke spe ciale omroep kende. Na uitvoerige besprekin gen, woorbij vooral de Hoofdcommissaris van Den Haag zich als tegenstander van een politie-radio-omroep deed kennen, werd ten slotte overgegaan tot samenstelling van een „Politie-Radio-Commissie", waarin zitting kregen de heeren: A. L. van Beusekom, Comm. van Politie, te Hilversum: A. Dubois, Dir. N. S. F-, te Hilversum: P. Frima. Dir. Politie Vakschool, te Hilversum: E. J. Pa oer, Comm. van Politie, te Amsterdam en H. J. Versteeg, Comm. van Politie te Amsterdam. En dat deze commissie goed werk heeft geleverd, kunnen we dagelijksch hooren. Heeft een of andere politie-autoriteit een be richt om opsporing, aanhouding of iets der gelijks, dan behoeft hij dit slechts aan de Hilversumsche politie door te geven, om het bericht enkele uren later te hooren uitzen den via den Hilversumschen omroepzender. Is het bericht bijzonder belangrijk, dan kan dit ook direct worden uitgezonden en be hoeft niet gewacht te worden op de twee vaste politie-zendtijden. En het nut hiervan is duidelijk: voor en- jaren moest óf gewacht worden, totdat het Politieblad verscheen, öf er moest gebruik worden gemaakt van telegraaf en/of tele foon. Op de eerste plaats was dit een om slachtige, op de tweede plaats een kostbare manier, om berichten aan de resp. politie autoriteit endoor te geven. De politie radio heeft hierin nu veel ver andering gebracht. Slechts een bericht wordt er verzonden, en wel naar Hilversum, dat dan door een der inspecteurs wordt voorge lezen voor de microfoon. Fn op hetzelfde mo ment kunnen n groot aantal politie-ambte- naren het bericht opvang:n en... uitkijken! Natuurlijk zijn er ook bezwaren aan dit soort berichtgeving verbonden, maar de re sultaten op net afgeloopen jaar, bijv. geven een 80-tal goede resultaten, wat zeker niet weinig genoemd kan worden. Men moet nl. nu niet uit het ook verliezen, dat neg be trekkelijk weinig politie-ambtenaren een ra dio-ontvangtoestel bezitten. Talrijk zijn nog de plaatsen, waar het politie-bureau nog niet over een eenvoudig ontvangtoestel, als noodig is voor het opvangen der berichten, ter beschikking heeft. In het jongste verslag van de Commissie lezen we, dat momenteel in 68 Marechaus sees-kazernes, inrichtingen tot het opnemen van radio-berichten aanwezig zijn, terwijl bovendien ruim 100 Rijksveldwachters in het bezit van ontvangtoestellen zijn. De Com- mis-ie vestigd er echter de aandacht op, dat een groot aantal cntvangposten wel zeer ge- wenscht is. om het aantal resultaten nog hooger te kunnen opvoeren. In het tijdvak van 15 November'1926 tot 15 Nov. 1927 werd -H. niet minder dan 859 maal van„den omroep- zender gebruik gemaakt en werden 1572 be richten verzonden. De opsporing van misda digers werd 509 maal verzocht, 194 maal die van minderjarigen. 273 maal van vermiste personen. Verder van 196 rijwielen, 19 auto's, 42 honden, enz. Zooals gezegd, werden^ 83 successen geboekt, waaronder 28 misdadi gers, 16 minderjarigen. 27 vermiste cf ge zochte personen e.d. Niet steeds kreeg de Commissie de afloop van een of ander po litiebericht te hooren, zoodat het aantal ge vallen, waarin de politie-omroep hulp ver schafte, ongetwijfeld groo'er is. Citeeren wij nog. een en ander uit het eerste verslag: „Wanneer wij niet van radio gebruik maken, moeten wij m sommige gevallen 1100 lusten maken, om de politie op de hoogte te hou den van wat er gebeurd is. Dit is natuurlijk een heel werkje, terwijl met vijf minuten praten aan de microfoon, het bericht over het geheele land bekend kan worden ge maakt. Er is maar één velletje papier noo dig!" Inderdaad, het is o.i. van veel belang, dat de politie-radio die uitbreiding krijgt, welke er in het buitenland reeds lang aan gegeven is Zoo is het op de eerste plaats noodig, dat alle politieposten met e°n eenvoudig toestel worden uitgerust, om die daarna aan het plaatselijk corps bekend te maken. Mogelijk zal het ongetwijfeld ook zijn om de polltie- radio-dienst tot het buitenland uit te brei den. Daartoe zouden dan op bepaalde, van te voren internationaal vastgestelde tijden de daartoe bestemde berichten in bijv. En- gelsch om te roepen zijn. Herhaaldelijk wordt ons de vraag gesteld, wat beter Is: transformator- smoorspoel- of weerstandverstrekking. Ziet hier een „col lectief" antwoord: Toen indertijd de weergave, welke met be hulp van een transformator bereikt werd, niet zoo bijzonder fraai te noemen was, bo vendien meer dan eens zoo'n instrument „doorsloeg" cn daardoor zoo goed als waar deloos werd en met in 't minste, de prijs vrij hocg was, peinsde men op andere verster kingsmethoden. Eén hiervan is die, waarbij als koppelelement gebruik wordt gemaakt van een weerstand van enkele tienduizenden Ohms. De kosten hiervan bedroegen hiervan niet veel meer dan een paar gulden, terwijl bovendien da gereproduceerde muziek op merkelijk zuiver was. Een nadeel was echter, dat vrij hooge anodespanningen versiseht werden. Waar toentertijd vrijwel uitsluitend gebruik werd gemaakt van droge anodebat terijen, die een spanning van ca. 60 a 80 volt leverden, was dit voor velen een be zwaar, omdat men dan 2 batterijen moest aanschaffen, wat de mindere kosten van een weerstandskoppeling weer teniet deed. Eeij andere methode was die met behulp van een z.g. smoorspoel. De geluidsterkte welke hiermede bereikt werd was niet zoo overweldigend, doch bü eep overigens zui vere weergave behoefde de anodespanr.ing niet zoo hoog te worden opgevoerd. Van deze drie methoden tot laagfrequent- versterking geniet momenteel die, waarbij transformatoren toegepast worden, nog sterk de voorkeur. Daarnaast wordt door de pro pageering van verschillende firma's de weer standversterking ook meer en meer toege past. Telefunken bijv. wist keurige ontvan- gertjes (Arcolette's) samen te stellen, welke zijn uitgerust met weerstandsversterking. Compactheid, lagen prijs en groote zuiver heid van weergave worden hierbij gepaard aan groote bedrijfszekerheid van dergelijke ontvangers. Andere firma's propageeren de transformator versterking weer in het bij zonder. In de Philips' ontvangtoestellen bijv. zien we als koppeling tusschen detector en laagfrequentversterkeriamp een transforma tor toegepast. Juist in den laatsten tijd is men bij" het fabriceeren van transformatoren een enorm stuk vooruitgegaan. Zoo is het vrijwel uitgesloten, dat een transformator van goede kwaliteit doorslaat. Geen trans formateur wordt maar lukraak gewonden, maar eerst zorgvuldig uitgerekend en wel voor de meest gebruikelijke lampen. De firma R. S. Stokvis Zonen bijv. brengt transformatoren in den handel welke aan speciale lampen zijn aangepast, evenals de fa. Korting Mathiesen te Amsterdam. Hoewel een prima transfor mator altijd nog 8. a 12. kost, zijn er tegenwoordig zeer goede in den handel voor een gulden of zes. In vele gevallen, waar niet al te hooge (muzikale!) eischen aan de weergave gesteld worden, zijn dit soort transformatoren heel goed bruikbaar. Wat geluidsterkte betreft, wint in vele gevallen de transformator-versterking het van die met behulp van weerstanden, hoe wel deze laatste ook een krachtig geluid kunnen leveren in combinatie met de spe ciale weerstandversterker-lampen. Over het algemeen kan gezegd worden, dat men voor een krachtig geluid transformator-, voor een meer zuiver doch zachter geluid weerstand versterking moet nemen. We moeten er ech ter ernstig voor waarschuwen, om geen transformator noch weerstandkoppelingen, ja, eigenlijk heelemaal niets te koopen van minder goed fabrikaat. Men kruipe dus niet in vliegende e. d. winkeltjes, want bijna steeds zal men er bekocht uitkomen. Tot slot van dit „versterkings" praatje willen we nog opmerken, dat er tegenwoordig z.g. weerstands-eenheden (bijv. Lissen, Philips) in den handel zijn, welke het mogelijk ma ken, een transformator zonder verande ring van het ontvangtoestel te vervangen door zoo'n weerstandskoppeling, vice versa! De montage van transformatie- of weer standsversterking levert geen van beiden bij zondere bezwaren op, temeer, waar soldee- ren niet veréischt wordt. Ontvangst in Ned. Indië. Te Meyendell, het officieele Rijks radio ontvangstation, nabij den Haag, wordt te genwoordig eiken dag Batavia-Bandoeng ont vangen op een één lamps ontvangtoestel, waarachter één, dan wel twee trappen laag- frequent versterking wordt toegepast. Om het ook bij deze radio-telefonische verbin ding zeer hinderlijke sluier of „fading-effect op te heffen, althans te verminderen, maakt men gebruik van twee, op eenigen afstand van elkaar gelogen ontvangstations. Het geluld, wat beide ontvangen, wordt dan door gegeven naar één centrale luidspreker, en 't opmerkelijke is nu, dat als bij A sluier effect optreedt, B hiervan geen of minder last heeft. Waar beide geluktijdig gehoord worden, wordt een vrij regelmatige ont vangst verkregen, welke het gesproken woord uit Batavia zeer goed volgbaar maakt even als de muziek. Er moeten echter nog zeer veel moeilijkheden worden opgelost, voor dezen dienst voor het publiek kan worden opengesteld. HUIZEN OP DE KORTE GOLF. Wij vestigen er de aandacht op, dat op 13, 14 en 15 Februari a.s. overdag geen uitzendingen op de gebruikelijke golflengte l van 1840 meter zullen plaats vinden. Deze I golf wordt n.l. van 13 Februari af niet meer door Huizen gebruikt, daar overdag in het vervolg zal worden uitgezonden op een golflengte van 340.9 M. Proefuitzen- dtngen vinden op de drie hierboven ge noemde dagen plaats en wel tot 5.35. Des avonds wordt op een gewone golflengte van 1950 meter gewerkt. Vanaf 16 Februari wordt dus overdag gewerkt op een golf de korte golf-ontvangst van Huizen, in te zenden aan Joh. Schnabel, Regentesselaan 240, Den Haag. DE KATHOLIEKE RADIO-GIDS. Speciaal voor onze zelfoouwenden ama teur, bevat het nummer van deze week een zeer belangrijk artikel, n.l. „Een selectief en goedkoop toestel", door P. L. Hofmeijer. Aan de hand van een principe-schema en een boormal, wordt de geheele opbouw van dezen ontvanger beschreven op een zeer duidelijke wijze, terwijl een werkteekening, die een geheele (pagina beslaat, het geheel tot een betrouwbare handleiding maakt. Verder bevat dit nummer een interessant artikel genaamd: „Waarom geen radio-cen trales?" door R. v. d. Heyden, waarin o.m. wordt uiteengezet, dat de aansluiting op een radio-centrale voor ons dikwijls meer na- dan voordeelen biedt. De uitvoerige K. R. O.- programma's vermelden o.m. de uitzending van een kinder-operette: „De fee van de bron." De bekende zangeres Bella Palla te Sittard zal 14 Februari voor het laatst en voor den K. R. O. optreden, daar zij reeds den volgenden dag in de orde der Bene dictinessen zal intreden. Een pagina „Ra dio-kliniek" een muziek-overzicht, enz. ma ken tezamen weer een keurig nummer. Wij lezen ln „De Tijd"; Nu alle pogingen van de S. D. A. P. en haar propagandisten, om de katholieke ar beiders op de roode lijmtakken te vangen, over het algemeen zijn mislukt, verzint men in die kringen iets nieuws, om hen door misleiding tot de partij te trekken. In het jongste nummer van „Het Volk" wordt de socialistische Katholieke Kerk aange kondigd, een eigen stichting in de rangen van de klassesfcriiders, opgericht om het be kende bisschoppelijke verbod te ontgaan en aan Katholieke kameraden een soort „Ersatz" voor hun geloof te garandeeren. Behalve de geheele protestantsch-theolo- gisch getinte beweging van Ds. Banning en zijn Ned. Herv. geloofsgenooten" aldus schrijft A. H. Pilger, die als de wolf in de schaapskooi wil pelgrimeeren zijn er „duizenden Katholiek opgevoede en innerlijk katholiek voelende arbeiders", die „omdat zij gelooven in de alomvattende waarde van de sacramenten, deze sacramenten niet kun nen offeren voor hun strijd voor de sociale ontwikkeling der arbeidersklasse". Want de Kerk „onder dwang van het kapitalisme" kwelt hen. En dan volgt het: Verbittering en haat zijn het zaad, dat de Roomsche kerk in hun harten strooit. Ter wijl wij ook dikwijls onder partijgenooten zien, hoe velen na een leven van actieven strijd in de arbeidersbeweging op hun sterf bed toch nog verlangen, en toch nog ont vangen, de laatste sacramenten. Door dezen noodtoestand, door de Room sche Kerk zelf geschapen, hebben zich in de laatste jaren, in verschillende plaatsen van ons land vele partijgenooten aange sloten bij de vrij jonge katholieke, maar niet Roomsche, kerkelijke organisatie, die het katholiek ceremonieel en de katholieke sa cramenten ln haar dienst heeft opgenomen. Terwijl tevens iedereen, ook de niet tot deze kerk aangesloten personen, tijdens de Mis de Hostie kunnen ontvangen. Deze be weging is ontstaan uit de Katholieke Kerk zelf en heeft dan ook de voor den katholiek denkenden mensch zooveel beteekenende apos tolische successie bij de wijding harer prie sters bewaard. Door deze successie hebben alle ceremoniën die wijding, die daarvan door een katholiek verlangd wordt. Deze korte beschouwing over de waarde die de Vrijs Kath Kerk heeft voor de socia listische arbeidersbeweging, heb ik daarom hier gepubliceerd, omdat mijns inziens de bekendheid met deze kerk voor een groot deel onzer katholiek-opgevoede partijgenoo ten, maar vooral ook voor die kameraden die zich totnogtoe niet konden aansluiten, een oplossing kan geven voor de moeilijk heden op religieus gebied, die aansluiting tot onze party met zich brengen. Een vrije socialistische katholieke kerk, garantie van „sacramenten", zelfs niet- aangeslotenen kunnen &de hostie ontvan gen". En dit reine Ersatz-Katholicisme wordt in „Het Volk" gepropageerd, om van katholieke arbeiders bewuste klassestrijders te maken. Wij vestigen de aandacht op deze nieuwe manier, om den katholieken werkman af vallig te maken van zijn Kerk en hem over te halen tot de roode theosofie. De methode dezer sluwe propagandisten signaleeren zal voor het gezonde verstand voldoende zyn, om haar onschadelijk te maken. De Hollandsche renner Piet v. Kempen zal deelnemen aan den Zesdaagschen wed strijd te Breslau, waar hij een Koppel vormt met den Duitscher Knappe. De H. S. C. „Excelsior houdt a.s. Zon dag een clubrit. Bijeenkomst half negen in het clublokaal Tempeliersstraat. Bovenstaande Bond hield Woensdag zijn 11e jaarvergadering in een der zalen van „Zomerzorg" te Leiden. Van de 19 aangesloten afdeelingen waren 13 vertegenwoordigd. Behalve de meeste leden van het Dagelijksch Bestuur was ook aanwezig de Weleerw. Bondsadviseur, kape laan G. J. Morsch van Zaandam. Te ruim half twee opent de Bondsvoor zitter, de heer J. H. M. Balvers van Hille- gom, de vergadering met den Christelijken groet en een kort woord ter inleiding. Spr. heet allen hartelijk welkom, in het bijzon der den Bondsadviseur en den heer J. Th. Verkleij van Alphen aan den Rijn, spreker op deze vergadering. De voorzitter maakt tevens van de gelegenheid gebruik, om allen een gunstig jaar toe te wenschen voor zich zelf, hun gezin, hun afdeeling en den Bond. Bizonder wekt hij op, de a.s. verlo ting van den Bond krachtig te steunen ten einde door algeheele schulddelging de mooie instelling te houden in principieele banen. De Bondssecretafis leest nu de notulen der vorige jaarvergadering en die der bui tengewone vergadering van 19 October 1927, welke zonder op- of aanmerkingen onder dankzegging worden goedgekeurd en getee- kend. Hierna wordt het woord gegeven aan den heer J. Th. Verkleij, die een causerie houdt over de Onderl. Geitenverzekering „De Geit", instelling van den Bond, en waarvan spr. President-Commissaris is. De geachte inlei der begint met te moeten constateeren, dat de sterfte onder geiten in het algemeen aan zienlijk is: gemiddeld sneuvelen 12 a 13 pet. Bij het vaststellen der premie ter verzekering en hare uitkeeringen moet met dit feit ern stig rekening worden gehouden. Vervolgens gaat spr. na, op welke basis onze vee-assurantie is opgezet en dan blijkt uit een zesjarige ervaring, dat de opzet ge zond was. Een paar abnormale Jaren, wat de sterfte betreft hebben echter „De Geit" in financieele moeilijkheden gebracht en het was het Hoofdbestuur, dat steun verleende, zoodat de verzekering steeds aan haar ver plichtingen kon blijven voldoen. Wanneer het aantal deelnemers stijgt, zullen we den Bondssteun zelfs niet meer behoeven, omdat we dan in de jaren met weinig sterfte vol doende voor de kwade jaren kunnen reser veeren. De geachte spr. toont aan, dat men zelfs met geringe kosten aan de verzekering kan deelnemen en dan bij sterfgeval toch nog een vrij aanzienlijke uitkeering kan verwerven. Met een aansporing aan de af deelingen, om in de a.s. ledenvergaderingen aan de hand der tabellen de verzekering te propageeren, sluit de heer Verkleij zijn zake lijke en duidelijke propagandistische rede. Nadat nog eenige vragen tot tevredenheid zijn beantwoord, dankt de voorzitter den geachten inleider voor zijn opwekkend en leerzaam betoog. Onder de ingekomen stukken wordt mede- deeling gedaan van enkele verhinderingen tot bijwoning dezer vergadering, de ontslag name van den heer G. J. Schoonderwoerd te Hengelo wegens vertrek uit Oegstgeest als Dir. Admr. van „De Geit" enz. Hierna was aan de orde het jaarverslag van den Bondssecretaris. Hieraan ontleenen we; De keuringen verdienen nog beter be zocht te worden dan tot heden geschiedde, terwijl ook bij ernstig willen in de afdeelin gen en door haar meer werk kan worden gemaakt van de groote verlotingen, die uit sluitend dienen tot schulddelging. Een be roep wordt gedaan op steun aan de verze kering. welker bestaan een wezenlijk Bonds- bel^ng moet worden genoemd. Een eeresa- Vuut wordt gebracht aan den heer Schoon derwoerd, thans te Hengelo, voor alles wat deze pionier gedaan heeft voor den Bond, de verzekering en voor de Afd. Oegstgeest. Nu onze Bondsadviseur overgeplaatst ls naar Zaandam, is bijwoning der vergaderingen van het Dag. Bestuur voor Z.eerw. ondoen lijk: zijn tegenwoordigheid on deze jaar vergadering getuigt echter opnieuw van zijn belangstelling en meeleven met onze orga nisatie. Gewag wordt gemaakt van de pret tige samenwerking in de Prov. Regelings commissie met den heer K. Bosma den nieuwen Riiksveeteelteonsulent en met diens assistent, den heer Zuidam. Aan 2 afdeelin gen werd door den Bond een subsidie ver strekt, n.l. aan Hazerswoude-Groenendijk en aan Voorhout. Met leedwezen maakt het verslag melding van de houding van het Gemeentebestuur der laatstgenoemde ge meente, die ondanks haar R. K. burgemees ter en overgroote meerderheid van R. K. raadsleden aan de Afd. Voorhout een ge meentelijke subsidie weigerde. De gemeente vormt hierdoor een scherp contrast met HiHe»om Lisse en Sassenheim. Met genoe gen wordt er melding van gemaakt, dat geen enkele afdeeling afviel, dat het aantal gei- ten en leden iets stijgende is, dat het Rijk subsidieerde en de provincie Zuid-Holland het tekort uit hare fondsen zal dekken. De verhouding onderling ln de bestuursvergade ring was hoogst aangenaam. Er werden in het geëindigde boekjaar 16 bestuursverga deringen gehouden en 2 algem. vergaderin gen, ongeacht kleinere conferenties tusschen voorzitter en secretaris. De wilde bokken blijven een belemmerend euvel voor een super gezonden toestand; toch treedt reeds eenige verbetering in: zoo zijn ze te Llsse geheel weg. De geitenhouders hebben het geheele verdwijnen daarvan in de hand, in dien ze tot eiken prijs weigeren hun dieren bij de wildebokhouders te geleiden. Door ds Regelings-commissie werden we der mooie medailles voor de keuringen be schikbaar gesteld. De melkcontröle wordt beoefend, doch kan nog zeer veel worden uitgebreid; de Bond verleent hierbij zeer gaarne zijn steun en medewerking. De heer Borst te Hoogmade werkt tot groote tevre denheid van het Dag. Bestuur aan de ver zorging der mann. fokdieren, waarvoor het bestuur hem gaarne dank betuigt. Van den collega-Bond werd door ons het aanvullend fokmateriaal aangekocht, dat zeer goed ver zorgd was, keurig gebouwd en waarvan ds koopprijs billijk was: een der dieren bleek onvruchtbaar. Met een opwekkend woord sloot het verslag, dat met applaus werd be groet. De voorzitter dankte den Bondssecre taris voor zijn schitterend gestyleerd en hu moristisch getint stuk werk. De Bondspenningmeester sloot zijn boeken met een tekort van 521.43, hetgeen, bij accoordbevinding door de provincie wordt gerestitueerd. Een Controle-commissie zal ds bescheiden t. z. t. nazien en rapport uit brengen. Bij de verkiezing van een Dir. Adm. der Geitenverzekering zei de heer P. P. A. Cle mens toe, een rondgang te maken door de afdeelingen ter contröleering van de verze kerde dieren. Tot Directeur-Administrateur werd gekozen de heer L. de Haan te Ter Aar, dien de voorzitter met de benoeming harteiyk feliciteert en die toezegt, alles te doen, om den bloei der instelling te verhoo- gen. Tot Commissaris van „De Geit" werd her kozen de heer J. B. Borst te Hoogmade. Uit het verslag der gehouden verloting bleek, dat ditmaal slechts een batig saldo te boeken viel van 263.05. Besloten werd, een nieuwe verloting te houden, waarvoor nuttige en practische wenken werden ge geven. De begrooting voor 1928 werd vastgesteld conform het concept op 1456 in ontvang sten en uitgaven. De afd. Ter Aar zei bij deze vaststelling toe, te trachten de melk contröle voor Ter Aar ln te voeren, ook te Hoogmade en te Voorhout zal hiermee wor den begonnen. Het dekgeld werd vastgesteld op 30 cent per geit en de contributie op 25 cent per lid. Besloten werd, weder de bok ken, die we tekort mochten komen, bij den collega te koopen, terwijl van sommige eerste klas geiten door de leden een bok] am mag worden aangehouden, dat dan door den Bond zal worden gekocht. Vooral werd er op gewezen, dat de jonge bokken binnen 24 uur na de geboorte moeten worden gedood of gecastreerd. Rondvraag. Zoeterwoude bespreekt het zelfbokweiden In de afdeeling. Leimuiden informeert naar het ruilen der bokken. Voor hout deelt mee, dat te Noordwijkerhout de bok van den Bond ln hetzelfde schuurtje staat als een wilde. Het bestuur zal dit on derzoeken en spreekt zijn afkeuring uit, als dit feit juist is. De heer Van Noort beveelt aan, goede nota te nemen van de nieuwe Stamboeken en deze op de afdeelingsvergadering te be spreken. De voorzitter spreekt nu een passend dankwoord en sluit de vergadering. wy vernemen dat de Nederl. Roeibond dezer dagen bij het Comité 1928 zijn plan nen en de begrooting heeft ingediend en dat een en ander reeds het onderwerp van bespreking tusschen beide lichamen uit maakt. Zooals bekend geacht mag worden, is de baan nabij Sloten door de F. I. S. A. aan gewezen. Niet alleen ontbreekt daar alles wat noodig is om eenen eenigszins belang rijken wedstrijd te houden om nog maar niet te spreken van de algeheele afwezig heid van accomodatie voor het publiek maar ook de toegangswegen tot het wed strijdterrein zelf zijn in elk opzicht on voldoende. Doordat in de Commissie van Advies talryice experts op verschillend gebied zit ting namen, konden alle onderdeden reeds bij voorbaat worden behandeld. Het is dus uitgesloten, dat zij later nog onaangename verrassingen kunnen veroorzaken. Het wedstrijdterrein zélf ligt op de grens van Amsterdam. De noordelijke oever van de ringvaart ressorteert onder deze ge meente, de zuidelijke oever onder Haarlem mermeer, en het water zélf onder den Haarlemmermeerpolder, terwijl voorts de berm aan den noordeiyken oever eigendom is van den Akerpolder en tenslotte Ged. Staten van Noord-Holland en het water schap Rijnland te beslissen hebben over stremmen van de vaart en het opruimen van uitgroeiend riet en ander vuil, waartoe overigens de medewerking van het polder bestuur óók al weer onmisbaar ls. Tenslotte en zeker niet in de onbe langrijkste plaats komt de Gemeente Amsterdam wêlker organen „Publieke Werken" en „Verkeers-Politie" een zéér hartig woordje medespreken. Immers is men by het bouwen van berg plaatsen voor gieken en van kleedkamers en sanitaire-inrichtingen aangewezen op het éénige terrein dat op niet él te laag peil ligt en dat toebehoort aan Amsterdam. Bovendien stelt het verkeer zéér zware eischen, hetgeen te meer noodzakelijk is naarmate de ligging van en de toegangswe gen tot het wedstrijdterrein uit verkeers technisch oogpunt ongunstiger, resp. onbe vredigender zijn. De Sloterstraatweg is op zich zelf geheel onvoldoende voor snelverkeer in twee rich tingen. De Osdorperweg, die den Sloterweg midden in het dorp Sloten ontmoet, eindigt zóó smal dat eenigszins lange voertuigen den hoek van 90 graden niet kunnen ne men om op den Sloterstraatweg te komen. De brug over de ringvaart is zóó smal dat voertuigen elkander daarop niet kunnen passeeren en is bovendien uitgesloten voor het verkeer met voertuigen boven een zeker gewicht, zoodat in deze richting geen vei ligheidsklep kan worden gevonden. Het lag dus voor de hand om te den ken aan de mogelijkheid van een parkeer plaats op het aan de Gemeente Amster dam toebehoorende terrein. Dit dient daartoe goed voorzien te wor den, o.a. met eenen verharden weg die zoodanig op den Sloterweg (Akerweg) uit komt, dat het opkomende verkeer niet ge- gekruist behoeft te worden. Van veel be lang was het voorts dat dit parkeerterrein vry dicht by de toegangen tot het wed- strydterrein is gelegen, zoodat bezoekers niet eerst nog eenen vry langen weg te voet moeten afleggen. Voor middelen van vervoer van de zijde van Haarlem, Leiden. Den Haag, Rotter dam, kortom van de richting over de vaart, wordt in de eerste plaats gedacht aan parkeergelegenheid aan de zuidzyde van de ringvaart, zoodat de onvoldoende brug nabij Sloten niet gepasseerd behoeft te worden. De baan zelf vereischt eigeniyk de min ste zorgen, zy is vrijwel recht en, behalve inrichtingen aan start en finish, afstands borden en enkele lichte piketten aan de zuidzyde, ls er weinig noodig. Op het terrein, dat gedacht is als plaats, waar do bergplaatsen, kleedkamers, enz. sullen verrijzen, is in de eerste plaats een berg ruimte voor de vaartuigen ontworpen. Deze moet ongeveer 60 x 25 Meter beslaan en plaats bieden voor c.a. 100 gieken. Aan de z.g. loskade, die zich voor dit terrein bevindt, moet c.a. ICO Meter vlot ten worden aangebracht, opdat een groot aantal gieken tegelijkertijd te water ge bracht, resp. op het droge gebracht kan worden. Om bedoelde loskade te bereiken, is een overbrugging noodig van de sloot, die het terrein van die kade scheidt. Achter de bootenbergplaats is een kleed gelegenheid gedacht met pl.m. 20 kleed kamers, die alle uitkomen op het midden stuk, waarin wasch- en douchegelegenhe den, alsmede sanitaire-inrichtingen. Deze kleedgelegenheid moet dienen vooi1 min stens 350 personen, welke zich echter niet alle tegelijk verkleeden. Met het oog op een vlot verloop van de wedstrijden, is gedacht aan een schuil plaats voor de roeiers in het stoomgemaal ..De Lynden". Hierbij zouden dan nog c.a. 40 Meter vlotten moeten komen, opdat men gemakkelijk kan uit- en instappen. Teneinde te voorkomen, dat de ploegen elkander tijdens het oefenen zouden hinde ren, zijn twee oefenbanen gedacht, één vanaf de Lynden in de richting Halfweg en één ten Oosten van de brug over de ring vaart in de richting Schiphol. Deze banen worden eventueel op eenvoudige wyze voor zien van afstandsborden. De Noordelijke oever (d. i. de Amsterdam- sche zijde) is gedacht als gereserveerd ter rein. Op den hier c.a. 40 M. breeden berm is een overdekte, zoowel als een onover dekte tribune ontworden, te zafr.en plaatsbie- dende voor c.a. 4000 personen. Verder maken een restaurant, een muziektent, alsmede een flinke ruimte om te circuieeren, deel uit van dit bijzonder aantrekkelijke plan. De natuurlyke afscheiding van dit terrein in Westelijke richting wordt gevormd dooi den Zuiderweg, die van den Osdorperweg naar de ringvaart leidt. Voorbij dezen Zui derweg is een groote strook terrein langs de vaart gedacht als goedkoope rang, zon der installaties. Tegen een zeer geringe ver goeding zullen dus ook de minder goed ge situeerden de wedstrijden kunnen bijwonen De geheele Noordelijke oever zal, zoo noo dig, tijdens den duur der wedstrijden var. het verkeer uitgesloten kunnen worden, het geen natuurlyk in het belang, eencr goede financieele exploitatie is. De Zuidelijke oever is bestemd voor het volgen der wedstrijden in auto's door offi cials en pers. De weg kan door het ge meentebestuur van Haarlemmermeer uit het verkeer worden genomen, waarbij eene spe ciale regeling getroffen moet worden voor de bewoners der aan dien oever gelegen huizen. De jury en commissarissen van aan komst moeten aan den oever hunne plaats vinden, terwijl eveneens voor de pers dient gezorgd te worden. Dit zyn, in ruwe trekken, de voorstellen, die aan het Comité 1928 werden gedaan. De plannen dragen het kenmerk van ern stige en deskundige voorbereiding en, indien zy de goedkeuring van de Olympische auto riteiten kunnen verwerven, kan men ervan verzekerd zyn, dat althans dit onderdeel der roeiwedstrijden op de meest doeltreffen de wyze is verzorgd. De immer interessante artikelen over mo derne theo-sophia van de hand van prof^J. P. Verhaar te Warmond, worden in het Fe- bruari-nummer van het apologetisch tijd schrift „Het schild vervolgd. Professor Verhaar schrij.t aaarin als yo.gt. Anthropo'og'e: psychology. In onze vorige beschouwingen over de theosopische kosmogenese cn anthropoge- nese de leer -van den oorsprong en de ontwikkeling van kosmos (heelal) en rccnsch- dora heben we gezien, dat iedere kos mos uit een gematerialiseerden Logos en het mensebdom uit de kosmische materie vol gens een zeer gecompliceerd proces ont staan en zich ontwikkelen. En hiermede zijn we logisch gekomen aan dat deel der theo- «opische anthropologic, hetwelk handel! ever de samenstelling van den individuee- !en mensch en hetwelk vaak wordt aange duid met den oneigenlijken naam van thco- sophische psychologie. Het is niet gemak kelijk om dit gecompliceerde gedeelte dei thcosophische anthropologic, hetwelk boven dien aan voortdurende vaagheid en ondui delijkheid lijdt en door verschillende theo- «ophische schrijvers niet zelden verschillend wordt voorgesteld, in een kort tijdschrift artikel samen te vatten. Wij zullen ons daar- om tot het allervoornaamste moeten be palen. Gelijk we reeds vroeger gezien hebben, is naar theosophische opvatting alles god, is dus ook de mensch een deel van het Eene („Sat"): er is slechts één reëel Wezen, dat zich op allerlei wijzen naar buiten mani.es- teert en zich in sommige manifestaties be wust wordt. De bewuste manifestaties vin den plaats in den mensch. Individualiteit be staat er dus eigenlijk niet. Wat de mensch als zijn eigen „ego" of „ik" beschouwt, is niet 2ijn eigen „ik," maar het bewust gewor den „goddelijk zelf," het „goddelijke Eéne," hetwelk zich bewust wordt door 'n stof.'e- iiike begrenzing en afsluiting in een stoffelijk iichaam of „voertuig." M.a.w. de mensch is :een individu, geen eigen persoonlijkheid, heeft geen eigen „ik, geen eigen „zelf, maar is' tenslotte niets anders dan een ge materialiseerde bewustzijnskern van het al- gemecne ééne, goddelijk Princiep. Van een invividuccle m~nschenzicl kan alzoo niet ge- sproken worden. Wat wij de menschelyke ziel noemen, is voor de theosophen de eene goddelijke ziel, uitgestraald door den Logos fn de mcnschelijke monade of oerkism en daarin tot bewustzijn gekomen. De theoso phen trachten dit duidelijk te maken door vergelijkingen. Zoo spreken zij van een flesch, die, gevuld reet water uit den Oceaan, ronddrijft in den Oceaan: het water in ^d.c desch is weliswaar van zijn oorsprong afge sloten (door de wanden van de flesch), maar het is toch Oceaanwater, dus hetzelfde als de Oceaan. Zoo ook is het „goddelijke zelf in den mensch wel begrensd en afgescheiden door het stoffelijk voertuig (het menscheüjk lichaam) van zijn oorsprong, maar* is toch in wezen een en hetzelfde, (wij wijzen reeas hier op een innerlijke tegenspraak in het systeem. Immers, als alles „godis, dan is ook het menscheüjk lichaam een deel van het ééne „goddelijke" en kan dus niet dié nen als scheidsmuur, gelijk de wand van de flesch). Uit dit alles trekken de theosophen deze consequenties: ten eerste dat de algemeene opvatting van individualiteit onjuist is, een waanvoorstelling, welke voortkomt uit den onvolmaakten toestand onzer materiëele be grenzing; ten tweede dat het hooge vol maaktheid is, om het ik-gevoel in ons te dooden en zich bewust trachten te worden van het één-zijn met het goddelijk Princiep; ten derde dat het doel van den mensch uit eindelijk gelegen is in het terugkeeren tot het goddelijke Eéne of Sat. Dit alles echter kan slechts geschieden door te treden langs verschillende moeilijke „paden" en door ver schillende „inwijdingen" te ondergaan, ge lijk wij reeds eerder hebben uiteengezet. Hiervoor echter is het noodig, dat de mensch meerdere „reïncarnaties" doormaakt, waarop wij echter later uitvoerig terugkomen. Uit deze beschouwing hlijkt derhalve, dat er naar theosophische opvatting geen per soonlijke mcnschelijke ziel of psyche be staat. Het bezielend element is niets anders dan een uilstraling van den Logos in een begrensd stoffelijk „voertuig," dat wij ge woon zijn „menschelijk lichaam" te noemen. Over dat menschelijk lichaam of het voer tuig van het goddelijk „ego" willen wij thans nog een en ander zeggen. Eigenlijk bestaat de mensch („mikrokos- mos" genoemd), volgens theosophische op vatting, uit zeven verschillende lichamen, evenals het heelal of de makrokosmos zich op zeven gebieden beweegt (zie vorig ttlï- kelDie zeven lichamen zijn in wezen het zelfde, d.w.z. bestaan alle zeven uit materie; ze zijn van elkaar onderscheiaen door -.er- schillende graden van stoffelijke dichtheid cn daardoor tot verschillende functies ge schikt. Evenwel, ofschoon ze van eikaar on derscheiden zijn, vormen ze toch een een heid, omdat ze eikaar geneel doordringen, al wordt ons helaas niet mcegcdeeeld, op welke wijze dit geschiedt. Zeifs zijn niet alle theosophen het eens in de opsomming dej verschillende namen en functies dezer lichamen, zoodat het niet gemakkelijk is dt „zuivere" theosophische leer hieromtrent volledig te weten te komen. Wij zulien in hoofdzaak de indceüng en beschrijving vol gen, zooals die door Annie Besant in haar geschriften worden medegedeeld. In de eerste plaats wordt onderscheiden het z g. grofs loffelijk lichaam („stiila sha- rira), bestaande uit de meest dichte en grove materie, en wel uit vaste stoffen, vloeistof fen en gassen. Het is het „gewone" menscbe- üjke lichaam, zooals wij dit kennen, en dient 0m met de grof-stoffelijke elementen 'n con tact te treden. Bij den dood wordt het af geworpen en gaat het over tot ontbinding )n de bestaande stoffelijke wereld. Zeer nauw hiermee verbonden is een fij ner stoffelijk lichaam, hetwelk genoemd wordt het etherisch-dubbel (linga sharira). Het bestaat uit violet-grijze of blauw-grijzc ^etherische" stof en is een „dubbel"-ganger, een soort mal van het grof-stoifelijk lichaam, waarmede het door magnetische kracht is verbonden. Het dient, om de „electrische, magnetische en levengevende krachten," welke door de zon worden uitgestort, ovei te brengen op „zijn stoffelijke tegenhanger," het groi-stoffelijk lichaam. Annie Besant deelt nog deze bijzonderheid mede, dat het stoffelijk lichaam bij een goede gezondheid een deel der ontvangen magnetische en elec trische levenskrachten door middel van het etherisch-dubbel weer uitstraalt napr buiten. pie uitsfralings.sfeer („gezondheids-aura" genoemd) strekt zich„enkele centimeters bui ten de geheele oppervlakte van het lichaam" uit. Met deze gezondheids-aura kan de hyp notiseur levenskrachten overstorten op zie ken en zwakken Aldus A.B. in „Oude Wijs heid," bladz. 64—66, Als derde element in den mensch onder scheidt men het astrale lichaam, bestaande uit gecondenseerde „astrale stof," een mate rie, welke nog fijner en ijler is dan ether en al het bestaande doordringt. Het wordt ook genoemdgenoemd „begeertelichaam" of „ka- marüpa' (van karna begeerte, en rupa -a vorm), omdat het de zetel is der men- schelijke hartstochten en begeerten. Naar mate de gewaarwordingen verschillen, neemt dit lichaam ook verschillende kleuren aan. Het kan zich van den mensch losmaken [bijv. in den slaap) en uittrekken op onder zoekingen of zich met andere astrale licha men in verbinding stellen. Heel veel wonder lijke eigenschappen worden aan dit astrale lichaam toegeschreven. Op de vraag of dit lichaam door anderen is waar te nemen, wordt geantwoord, dat dit heel goed moge lijk is, mits ons waarnemingsvermogen vol doende is ontwikkeld: als een gekleurde sfeer of wolk omgeeft het t gewone men- schelijke lichaam. We komen later, bij de behandeling der Vrij-Katholieke Kerk daar op nog terug. Het vierde en vijfde voertuig, verstands- lichaam en oorzakelijk lichaam. (Dit lichaam is volgens A, B. de „stapelplaats van e^va" ring en herinnering van vroegere levens en daardoor, krachtens de we'van karma, „oorzaak" van een bepaalde reïncarnatie m een volgend leven,) behooren tot het gebied van manas of het verstandsgeoied. liet na- nas-gebicd wordt gevormd door mentale stof, door denkmaterie, welke nog ijler en dunner is dan de astrale stof. Die manas-stof (denk-stof) wordt verdeeld in een lagere en hoogere manas-stof, en van daar twee soorten van voertuigen of licha men, n.l. het verstandslichaam of lagere ma- nas en het oorzakelijk lichaam of hoogere manas (ook wel kortweg „manas" genoemd.) Nog een enkel woord over de samenstelling en functies van beide voertuigen in den mensch. Door manas is de mensch een „den kend" wezen geworden, want daardoor is de Logos in staat tot bewust-wordend den ken te evoleeren, daardoor ontstaat in den mensch het bewust-denkende „ik". Toch is er groot verschil tusschen de lagere manas (verstandslichaam) en de hoogere manas (oorzakelijk lichaam). Want vooreerst, of schoon beide uit fijne stofdeeltjes bestaan, en dus in wezen hetzelfde zijn, heeft het verstandslichaam, volgens A. Besant, de ge daante van een langwerpigsn, ovaalvornjigen omtrek, die grooter wordt en schooner van kleur, naarmate de verstandelijke groei van den mensch toeneemt („Oude Wijsheid", bladz. 162-171) terwijl het oorzakelijke lichaam eivormig is: „het is uiterst fijn, een vlies van de fijnste ijlheid; en naarmate het ontwikkelt, wordt het een schitterend voor werp van bovcnaardschen glans en.schoon heid" (t.a.p. bladz. 172). Vervolgens zijn ook heider functies verschillend. Wel is dit ver schil volgens A. B. niet zoo gemakkelijk aan te geven, maar zij tracht toch beider aard als volgt te bepalen. Het verstands- lichaanu is het lager denkvermogen, „het verstand, dat rede, oordeel, verbeelding, ver gelijking en de andere verstandelijke ver mogens omvat; zijn gedachten zijn konkreet en zijn stelsel is logika; het betoogt, het redeneert, het maakt gevolgtrekkingen" (t.a.p bladz. 179); het oorzakelijke lichaam daarentegen is het intellect, de zuivere rede, welker gedachten afgetrokken (ab- straktjzijn, welke wijze om kennis te ver krijgen intuïtie is; haar aard zelve is ken nis en zij herkent waarheid op het eerste gezicht als overeenstemmend met haar zelf" (t.a.p. bladz. 178). Kort samengevat: het verstandslichaam strekt zich uit over het concrete denken, het oorzakelijke lichaam over het abstracte denken. (De theosophen drukken zich ook aldus uit: dat het lager denkvermogen (met de drie eer- (ste lichamen) behoort tot het gebied rupa (en het hooger denkvermogen (met de twee nog volgende elementen) behoort tot het arupa-gebied. Rupa (is vorm) is bet gebied der concrete lagere vormen van begeeren en denken, het zinnelijke genoegen (kama); arupa (is zonder vorm) is he tgebied van het abstracte, niet-ccncrete. De arupa-ver- mogens trachten de lagere begeerten, die den mensch naar omlaag trekken, te be- heerschen.Arupa blijft na den dood, rupa verwisselt; daarover l»ter.) Ook na den dood is er volgens de theo sophen een belangrijk verschil, waarover echter later. (Wordt vervolgd.) 41

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 6