Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
jTATEN-GENERAAL
Tweede Kamer
De belasting van Nederlanders
in het buitenland
De Commissaris der Koningin
in Zuid-Holland
Stichting eener parochie voor
R. K. Nederlandsche boeren
in Canada
Jhr. Mr. A. F. A. M. van Nispen
tot Sevenaer
De corruptie in het gasbedrijf
Het herstel van de
leerlingenschaal
Het bezoek van Minister
Koningsberger aan de Heemaf
te Hengelo
De steun der regeering aan de
noodlijdende Keramische
industrie
De A. T. O. en Van Gend Loos
De verbinding Amsterdam
Boven Rijn
Spoedige oplossing van
het bruggenvraagstuk over de
groote riveren een
landsbelang
De wijziging der Arbeidswet
Op bezoek bij een Woorscben
v;alvischvaarder
Vergeten
Opsporing verzocht
Een doodelijke val
Een botsing met doodelijken
afloop
Een zwerftocht met een
verduisterde cheque
Aan de bekomen verwondingen
overleden
Zwaar gewond
Mr. Dr van Leeuwen
Een geheelen nacht in de modder
Men zij gewaarschuwd
Levensgevaarlijke brr.ndwonderi
Een ongelukh'ge val
In de vergadering der Tweede Kamer
werd gisteren voortgegaan met de behande-
Dng van het wetsontwerp houdende bepa
lingen betreffer.de de belasting van niet
binnen het rijk wonende Nederlanders en
van de nalatenschappen en schenkingen
van Nederlanders, die niet zijn ingezetenen
des rijks.
Bij den aanvang der vergadering deelde
de voorzitter mede, dat als regeeringscom-
missaris voor de verdediging van het ont
werp is aangewezen de directeur-generaal
der belastingen, Mr. Dr. J. H. R. Sinninghe
Damsté. De heer Sinninghe Damsté neemt
achter de ministertafel plaats.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.K.) wijst er op. dat Frankrijk. Enge
land en Dultschland het nationaliteitsbe
ginsel niet huldigen, doch belasting heffen
van alle ingezetenen met dien verstande,
dat de in het buitenland wonenden alleen
belasting betalen van het inkomen, dat zij
uit het land zelf trekken. Bil de regeling,
die hier thans wordt voorgesteld, trekt men
zich niets aan van de beginselen van in
ternationaal recht. Wij maken ons na het
opheffen van het gezantschap bij den Paus
ten tweede male belachelijk. Het ontwerp
gaat lijnrecht in tegen heteeen een der
grondslagen van internationale regeling zal
worden en bij den volkenbond reeds m
voorbereiding is en voorts tegen de practijk
in de groote landen. Het getuigt van zelf
overschatting. want de Nederlanders in den
vreemde genieten niet de bescherming van
Nederland.
Spr. betoogt voorts, dat het zeer moeilijk
zal zijn de belasting te innen, dat geen re
kening gehouden is met de indirecte belas
tingen en dat de moeilijkheden om belastin
gen te vergelijken zal leiden tot het heffen
van dubbele belasting. Van beteekenis is
ook, dat Nederlanders in 't bijzonder land
bouwers, die noodgedwongen emigreeren,
zwaarder belast zullen worden dan emi
granten van andere landen en met deze dus
moeilijker zullen kunnen concurreeren.
De heer DE WILDE (A.R.) heeft even
als de vorige sprekers bezwaren, al zal hij
niet gaarne alles onderschrijven, wat in
adressen aan de Kamer is geschreven.
Spr. erkent, dat het ontwerp theoretisch
is te rechtvaardigen. De belasting wordt
geheven van hen, die behooren tot de Ne-
derlandsche natie, dat is het principe, door
de anti-revolutionnaire partij steeds gehul?
dlgd. Doch daarnaast meent deze partij
dat men ook practisch moet zijn en onrecht
vermeden moet worden, en nu heeft de
overheid, volgens spr. zeer terecht, steeds
nagelaten de Nederlanders in het buiten
land te belasten, daar deze Nederlanders
zeer verspreid en c rv,or ppomstan
digheden le- en en or...er verschillende be-
lastingstelrcls, tengevolge waarvan bij hef
fing van een Nederlandsche belasting onbil
lijkheden niet te vermijden zijn.
Een andere grond voor de tot nu toe ge
volgde practijk is deze. dat de heffing zeer
bezwaarlik is en voorts is er geen middel
ter verstoring van de goede gezindheid der
in den vreemde wonenden jegens Nederland
zoo goed. als hen te betrekken in belasting-
proceduren.
De regeering, die het recht heeft, bijv.
ter achterhaling van belastingvluchtelingen,
belasting te heffen van Nederlanders in het
buitenland, toovert hier dit recht plotse
ling om in een plicht en dat is onjuist.
Een bezwaar tegen het ontwerp is voorts
dat de Minister zooveel uitzonderingen heeft
gemaakt, dat feitelijk alleen de renteniers
en de zieken overblijven. Een bron van
moeilijkheden ziet sur. ook in de wijziging
van het hoofdmiddel van bestaan in een
hoofdmiddel van bestaan.
Spr. critiseert vervolgens de onbekend
heid der opbrengst, voor hem een zeer
groot bezwaar is. In dit opzicht is spr. het
niet eens met den heer Van Gijn, wiens
theoretische knobbel al te zeer ontwikkeld
is en op wiens standpunt: vivant principia
pereat mundus spr. zich niet kan stellen,
spr. voelt er niets voor, de Nederlanders
in het buitenland noodeloos tegen ons in
het harnas te jagen.
De heer OUD (V. D.) deelt de bezwaren,
1,-ven het ontwerp in het midden gebracht.
Tpdien het de bedoeling was, de belasting-
- "chtigen te treffen, zou spr. naast den
- nister staan, thans kan hij dat niet. Hij
--cent, dat de uitvoering practisch op zeer
groote bezwaren zal stuiten.
Spr. ziet de belastingplicht als een
plicht, verbonden aan het deel uitmaken
van de volksgemeenschap en nu is het de
vraag of men de volksgemeenschap als een
nationale of economische eenheid moet op
vatten. Tot nog toe hebben wij gekozen
voor het laatste beginsel en naar spr.'s op
vatting is die keuze de juiste.
De Nederlandsche belastingwetgeving
heeft een volkomen logisch systeem opge
bouwd op het economisch beginsel. En nu
kan men wat spr. geen verbetering zou
achten wel tot een ander systeem over
gaan, maar wanneer men een afwijking
van het gevolgde systeem invoert, dan
gaat men hinken op twee gedachten en
maakt een internationale regeling, die zou
moeten dienen om onjuiste gevolgen van
het bestaan van verschillende stelsel in
verschillende landen weg te nemen, onmo
gelijk. De Nederlander in den vreemde valt
voor de successiebelasting altijd onder het
zwaarste tarief: de Minister moet Kiezen,
hij moet ze belasten of als Nederlanders of
als buitenlanders, maar niet naar beide Be
ginselen, dat is een ontoelaatbare inelegan-
Men hoort dikwijls beweren, dat de Ne
derlander zwaarder belast is dan ieder an
der, hetgeen nimmer met cijfers is aange
toond en hetwelk ook niet volgt uit de
gegevens van het comité van actie tegen
dit ontwerp. De belastingvlucht kan daar
uit niet verklaard worden. Wel werpt men
het op de hooge gemeentebelastingen, doch
daargelaten of dit juist is, meent spr., dat
mep het land niet behoeft te verlaten om
daaraan te ontkomen, daar er tal van ge
meenten zijn met lage belastingen, zooals
Bloemendaal, Heemstede e.a.
Verder wijst spr. erop, dat de consulaire
ambtenaren niet gaarne mee zullen werken
aan bet opsporen van belastingschuldigen.
De wet aal veel verbittering wekken.
Het is mogelijk, dat de Minister spr. over
tuigt oi dat het ontwerp zoo wordt ver
anderd, dat het toch nog aanvaard wordt,
maar op het oogenblik ziet spr. het nog
zoo, dat de Minister dankbaar zal mogen
zijn als de Kamer hem ervoor behoedt dat
zijn naam aan deze wet verbonden zal wor
den.
De heer BOON (v.-B.) verklaart, dat hij
zeer waarschürdü'c' en met hem zullen
velen zijner geestverwanten desgelijks doen
- tegen het ontwerp zai stemmen.
De heer V. D. TEMPEL, (S.D.A.P.),
Vraagt zich, naar aanleiding van de actie
tegen het ontwerp gevoerd, af, of zij steeds
gevoed is door de justitie mentaliteit en be
vorderlijk is aan de goede mentaliteit van
de Nederlanders in het buitenland. Spreker
staat niet zoo afwijzend tegenover dit ont
werp. De oorspronkelijke bedoeling van het
ontwerp is, de belastingvlucht tegen te
gaan; die bedoeling is op den achtergrond
gedrongen, maar spr. voelt geen enkele aan
leiding om daaraan mee te doen, hij is nog
van meening, dat de belastingvluchtelingon
gedwongen moeten worden in de belasting
bij te dragen. Deze menschen vestigen zich
in het buitenland om zich aan de belasting
te onttrekken en het hier verdiende geld te
verteren.
Men spreekt van gelegenheidswetgeving,
maar is het gelegenheidswetgeving een wet
te maken, die tot in de verre toekomst door
zal werken?
Spr. is intusschen niet in alle opzichten
bevredigd. Hij moet constateeren, dat de
regeering in gebreke is gebleven gegevens
te verschaffen over perceptiekosten en op
brengst.
Spr. zou van den Minister over de op
brengst en de perceptiekosten gegevens
wenschen te ontvangen. Totdat hij die kent
blijft hü gereserveerd tegenover het ontwerp
staan.
De heer VAN GIJN (V.B) meent, dat men
hen, die om de hooge belastingen het land
verlaten, eigenlijk geen ongelijk kan geven,
zoolang de staat ten hen zegt: vindt gil de
belastingen te hoog? Welnu verlaat het
land, gij behoeft niets te betalen en behoudt
alle rechten van uw nationaliteit! Zoo
wordt de belastingvlucht wel zeer verleide
lijk gemaakt.
Spr. meent, dat het nog lang zal duren
eer in de romaansche landen de financieele
toestand weer normaal is. En er mag geen
asyl zijn voor vermogende lieden, die zich
aan hun belastingplicht willen onttrekken.
Men spreekt van de psychologische wer
king op de Nederlanders in het buitenland,
maar zal het niet den naijver wekken van
hen, die niet buitenbands kunnen gaan, als
de uitwonende Nederlanders niets behoeven
te betalen en zal dit niet de neiging wakker
maken om zich op andere wijze aan den
fiscus te onttrekken?
Spr. stemt in met de aangebrachte wijzi
gingen in het ontwerp, doch zou de sancties
geschrapt willen zien, Men moet op de
loyaliteit der belastingplichtigen vertrou
wen en kan later, als het noodig blijkt, de
sancties invoeren met terugwerkende kracht
tot 1 Mei 1928.
Kan de Minister niet toezeggen, dat een
deel der belasting besteed zal worden ten
bate van Nederlandsche vereenigingen in
het buitenland? Spr. meent, dat de crltlek
sterk overdreven was en vreest bij verwer
ping van het ontwerp op den duur een
grooten uittocht uit ons land.
Vervolgens is het woord aan den Minister
van Financiën, den heer De Geer. Nadat
deze eenige oogenblikken het woord heeft
gevoerd breekt hij z'n rede af en wordt de
vergadering tot hedenmiddag 1 uur ver
daagd.
H. M. de Koningin heeft gistermiddag ten
Kon. Paleize te 's-Gravenhage den Minister
van Staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek,
ontvangen ter beëediging als Commissaris
in Zuid-Holland.
Op verlangen van den Aartsbisschop van
Winnipeg (Canada) Mgr. Alfred A. Sin-
nott heeft een Hollandsch priester, sinds
1 vele jaren reeds werkzaam als pastoor in
diens bisdom, zich bereid verklaard, in de
provincie Manitoha een parochie te stich-
ten voor katholieke Nederlanders, die zich
in Canada eerstdaags gaan vestigen.
Voor dat Nederlandsch Roomsch district
is uitgekozen een vruchtbare streek, waar
met steun en onder toezicht van de Cana-
deesehe regeering onder zeer gunstige voor
waarden goedkoope farms, waarop reeds
soliede gebouwen, worden aangeboden.
Waarom een Katholiek centrum voor
Nederlanders?
Omdat, wanneer de immigrant op eigen
risico zich in Canada gaat vestigen, hij te
veel is blootgesteld aan het gevaar om lang
zaam aan zijn geloof te verliezen. Hij be
vindt zich ofwel te ver van een katholieke
kerk, ofwel indien al in de nabijheid daar
van, verstaat hij weinig of niet de taal des
priesters.
Bovendien de immigrant vestigt zich in
Canada, om een toekomst te scheppen voor
zich en zijn kinderen.
Hij zal ongetwijfeld daarin slagen, indien
hem daartoe de goede weg wordt aange
wezen.
In den aanvang staat de immigrant
vreemd en huiverig tegenover nieuwe ge
bruiken en werkwijze. Gebrek aan onder
vinding is aanleiding vaak tot verlies en
teleurstelling en daardoor tot ontmoediging.
Hij heeft daarom den steun en de vinger
wijzing noodig van een man van ondervin
ding, die tevens onbaatzuchtig in alles, hem
ter wille is.
Hebben de Nederlanders zich eenmaal ge
vestigd, en is men over de eerste moeilijk
heden heen, dan moeten vaste wegen wor
den ingeslagen tot (onder Gods hulp) zeker
welslagen der onderneming.
Er moet worden opgericht een coöpera
tieve boter- en kaasfabriek, afzetgebied
moet worden aangewezen voor gevogelte,
vleeseh en eieren.
Daartoe is wederom noodig, dat hun
oordeelkundig en belangloos hulp wordt
geboden.
Om deze en nog meer redenen heeft de
Aartsbisschop van Winnipeg eindelijk ook
voor Roomsche Nederlanders een pracht-
district uitgezocht en een priester voor deze
eerste Nederlandsche parochie in Canada
aangewezen, een priester, die, sterk door
jarenlange ondervinding van het land, be
langloos zich geven zal aan het godsdienstig
en maatschappelijk heil dergenen, die bin
nenkort zich onder zijn leiding te Canada
komen vestigen.
Hoog houden de mooie godsdienstige ge
bruiken van het oude Moederland, de jeugd
opvoeden volgens de beproefde beginselen
hunner ouders, handhaven in hen de liefde
voor en den band met het land, dat zij ver
lieten, allen op te voeren naar de maat
schappelijke welvaart, zal zijn streven en
levensroeping zijn.
Eerstdaags komt hij naar Holland, om
zich in verbinding te stellen met de velen
die reeds hebben te kennen gegeven, of
nog te kennen zullen geven, zich in het
Hollandsch Katholiek centrum te Canada
te vestigen.
Het is vooral gewenscht, dat degenen,
die nadere inlichtingen van Z. Eerw. wen
schen te vernemen, nu reeds hun naam op
geven aan onderstaand adres, C. Cox,
Nieuwstraat 44, Den Bosch.
De nieuwbenoemde gezant van Nederland
te Brussel, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen
tot Sevenaer, is te 's-Gravenhage aangeko
men. De gezant is voornemens binnen en
kele dagen naar zijn post te vertrekken.
Te Heerenveen.
De directeur der gasfabriek te Heeren
veen is met 1 Maart met algemeene stem
men door den gemeenteraad oneervol ont
slagen.
Te Smallingerland.
Ged. Staten van Friesland hebben goed
keuring onthouden aan de begrooting 1928
der gemeente Smallingerland, nu de raad
van die gemeente niet heeft willen voldoen
aan den wensch van Gedep. Staten om
den directeur der gasfabriek, uit deze func
tie te ontslaan.
In hunne beslissing overwegen Ged. Sta
ten, dat de directeur heeft bekend over de
jaren 19131927 retourcommissies te heb
ben aangenomen tot een bedrag van
5451.20. Een bedrijfsleider, die dergelijke
gelden heeft aangenomen, heeft getoond
een niet betrouwbaar ambtenaar te zijn.
De directeur heef volgens Ged. Sta
ten ook tegenover zijn ondergeschikten
zijn prestige verloren, dara hij het moreele
recht heeft verbeurd om op te treden tegen
mogelijke misdragingen en vergrijpen van
zijn personeel.
Wat betreft de meening van het gemeen
tebestuur, dat Ged. Staten tot inmenging
niet bevoegd zouden zijn, overweegt de be
schikking, dat de Grondwet en de wet Ged.
Staten belasten met het toezicht op de ge-
moente-financiën in vollen omvang.
Door den heer Albarda zijn aan den mi
nister van Onderwijs. Kunsten en Weten
schappen de volgende vragen gesteld:
I. Heeft de globale becijfering, die blij
kens de Memorie van Antwoord nopens het
wetsvoorstel van den heer Zijlstra op ver
zoek van dezen door het Departement van
den minister is verricht en volgens welke
de invoering van de nieuwe leerlingenschaal
van dat wetsvoorstel 1.860.000 's jaars zou
kosten, betrekking op den toestand, die na
de wederinvoering van den zevenjarigen
leerplicht zal bestaan, of is daarbij met de
wederinvoering van dien leerplicht geen re
kening gehouden?
II. Indien bij de bedoelde becijfering met
de wederinvoering van den zevenjarigen
leerplicht wel rekening is gehouden, hoe
is die becijfering dan mogelijk geweest, ter
wijl toch volgens 's ministers antwoord op
de vraag van den ondergeteekende zoowel
de „gegevens" als „elke maatstaf voor glo
bale becijfering" ontbreken om de kosten
te schatten van het herstel van de leer
lingenschaal van 16 Februari 1923?
III. Indien bij de becijfering, op verzoek
van den heer Zijlstra verricht, geen reke
ning is gehouden met de wederinvoering
van den zevenjarigen leerplicht, wil de mi
nister dan mededeelen, tot welke uitkomst
een soortgelijke becijfering leidt voor het
herstel van de leerlingenschaal van 16 Fe
bruari 1923?
IV. Indien de cijfers, den heer Zijlstra
verstrekt, wel betrekking hebben op den
toestand na wederinvoering van den zeven-
Jarigen leerplicht, wil de minister dan als
nog mededeelen, op welk bedrag volgens een
gelijksoortige schatting de kosten van het
herstel van de leerlingenschaal van 16 Fe
bruari 1923 kunnen worden geraamd?
Gisteren bracht Z.Exc. Minister Konings
berger een bezoek aan de fabrieken van de
Heemaf te; Hengelo.
Z.Exc. arriveerde met den trein van 12.20
en was vergezeld van de heeren Jhr. Six,
administrateur van het departement van
Koloniën, Th. van Voorthuysen, gecommit
teerde voor Indische zaken en Ir. Inckel,
directeur vvn het technisch bureau bij het
departement van Koloniën. Bij aankomst in
het directie-kantoor waren daar o.m. aan
wezig de hoofdingenieurs van he technisch
bureau van Koloniën Ir. Sluiter, Ir. de Baas
en Ir. van Riessen. Verder de Burgemees
ter van Hengelo, Mr. Jansen, de Directeur
van Werkspoor, Ir. Muysken, de onder-di
recteur van Philips' Gloeilampenfabreiken
Ir. Otten en de heeren A. Kroeze en Joan
Gelderman, commissarissen van de Heemaf.
Na een begroetingswoord van Ir. Keus en
een inleidend woord van Ir. de Baas wer
den de beide laatste te leveren locomotie
ven bezichtigd en werden de proefritten met
een der locomotieven gehouden. Door d:n
minister werd op het terrein met behulp
van een Philips' korte golfzender de zesde
locomotief voor de Nederlandsch-Indische
spoorwegen in beweging gebracht, waarna
de minister zelf aan een der proefritten
deelnam. Bij de bezichtiging der fabriek
werden eenige speciale proeven met hoog
spanning gedaan. Z.Exc. vertrok om 5 uur
16 weer uit Hengelo.
Naar aanleiding van het adres van een
aantal groote industrieelen uit Twente. Am
sterdam, Zaandam en Rotterdam aan de
Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp be
treffende de keramische industrie, verzoekt
de Ned. Ver. van Aardewerkfabrikanten te
Amsterdam namens de Maastrichtsche indu
strieelen in die vereeniging georganiseerd,
mede te deelen, dat dit adres geenerlei be
teekenis heeft, omdat:
lo. De oorzaak der moeilijkheden in de
Maastrichtsche glas- en aardewerkindustrie
niet is gelegen in gebrek aan kapitaal, noch
in gemis aan commercieel inzicht, en even
min in achterlijkheid harer outillage;
2o. het tewerkstellen van werkloozen uit
Maastricht of elders, in de bedrijven van
adresseerende fabrikanten een zaak is, die
geheel buiten de Maastrichtsche industri-
eele moeilijkheden omgaat;
3e. er reeds besprekingen met de Twent-
sche industrieelen hebben plaats gehad, die
tot geen resultaat hebben geleid en waarbij
de onmogelijkheid om tot eenig resultaat te
komen duidelijk aan het licht is getreden,
alsmede reeds een ambtelijk onderzoek naar
den toestand der Maastrichtsche industrie
is ingesteld, zoodat het geen zin hebben kan
(en trouwens uitstel slechts schaden zou)
om die besprekingen te heropenen of een
nieuw onderzoek in te stellen.
4e. het hierom gaat; Öe oude Maastricht
sche glas- en aardewerkindustrie, die haar
bestaansrecht bewezen heeft, mede in het
belang van 't zwaar getroffen Zuid-Limburg
over enkele moeilijke jaren heen te helpen;
waarna zij weer zonder bijzondere hulp van
den staat in de gelegenheid zal zijn haar
ouden bloei te herkrijgen.
Door de hoofdinspectie van Van Gend en
Loos is eenige dagen geleden aan de organi
saties ven het personeel, n.l. den R.-K.
Bond van Transportarbeiders, den Centr.
Bond, den Alg. Bond van Handels- en Kan
toorbedienden en den R.-K. Bond van Han
dels-, Kantoor- en Winkelbedienden, mede
gedeeld, dat de geheele onderneming van
Van Gend en Loos met al haar personeel
enz., overgenomen wordt door de A. T. O.
In verband met deze personcelovername
heeft het comité, samengesteld uit boven
genoemde personeelbonden, te Rotterdam
vergaderd. Op deze bijeenkomst is, naar de
„Msb." verneemt, besloten, dat het comité
zich met bekwamen spoed tot de directie
der A. T. O. zal wenden wenden om te ver
nemen
1. of de bestaande loon- en arbeidsvoor
waarden voor het personeel van v. Gend
en Loos in haar geheel zullen gehandhaafd
blijven
2. hoe de A. T. O. denkt over de oude
ambtenaren en beambten van v. G. en L.,
die volgens de traditie binnen korten tijd
door de directie van v. G. en L. zouden
worden gepensionneerd.
3. hoe de directie der A. T. O. denkt
over den pensioenregeling van het thans
in haar dienst zijnde en vooral over het
van v. G. en L. over te nemen personeel.
Aangaande de conferentie over de verbe
tering der verbinding van Amsterdam met
den Bovenrijn, j.l. Maandag 's middags en
's avonds op het departement van Water
staat onder leiding van Minister Van der
Vegte gehouden, verneemt het „Hbld", dat
daar de Minister nog geen beslissing heeft
genomen.
De volgende conferentie, dan hoogstwaar
schijnlijk de laatste over dit onderwerp en
van dezen aard, zal waarschijnlijk eerst in
den loop van April worden bijeengeroepen.
Het s,P. C. W." Propaganda-Comité voor
Wegenverbetering, vesr.igt de aandacht op
het volgende:
De bouw van bruggen over de groote Ne
derlandsche rivieren is stellig even urgent
en belangrijk als de verbetering der wegen.
De oplossing van het vraagstuk der over
bruggingen is hoe langer hoe'1 dringender ge
worden, naarmate het verkeer met motorrij
tuigen grooter wordt en hoe dat verdeer
zich nog altijd uitbreidt, leeren de welspre
kende jaarlijksche invoercijfers van auto's
en chassis, die van 1922 tot 1926 gestegen
zijn van 5168 tot 16437 (die der vrachtauto's
van 2056 tot 4575).
Reeds in een van zijn eerste publicaties
heeft het P. C. W., kort na zijn oprichting
er de aandacht op gevestigd, dat het druk
ker verkeer en de toeneming van het ver
voer per auto van personen en goederen
over grooter afstanden vaste verbindingen
eischten over de groote rivieren en breede
stroomen, die ons land doorsnijden en in
twee helften verdeelen. De toen gemaakte
opmerking, dat de onvoldoende rivierover
gangen een scheiding vormen tusschen de
verschillende deelen des lands en de bewo
ners der zuidelijke provincies weerhouden
zich noordwaarts te richten, zoodat men b.v.
te Antwerpen meer auto's met de Bra-
bantsche provincieletter N ziet dan te Dordt
of Rotterdam, heeft nog niets van haar
actualiteit verloren.
Gerust mag gezegd worden, dat een spoe
dige oplossing van het bruggenvraag„.uk
in het algemeen landsbelang is en dat wie
deze bespoediging helpt bevorderen het land
een dienst bewijst.
Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer
De aansluiting bij de Nijverheids-onderwijs
wet in bet belang der vakopleiding
geacht
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer nopens het wetsontmerp lot wijziging
van artikel 88 der Arbeidswet 1919. Daar
aan is het volgende ontleend:
De Regeering blijft ook na kennisneming
van de in het Voorloopig Verslag aange
voerde argumenten van meening, dat er
zeer gewichtige gronden zijn, om de uitzon
deringen, welke de wet reeds thans in het
belang van vakopleiding toelaat, nog met de
uitzonderingsbepaling van het voorgestelde
tweede lid van art. 88 der Arbeidswet uit te
breiden. Zij betoogt, dat zij geheel de mee
ning deelt van dia leden, die er op wezen,
dat het bepaalde in het voorgestelde tweede
lid van artikel 88 feitelijk niet anders is dan
een aansluiting van de Arbeidswet op dit
punt aan de Nijverheidsonderwijswet en dat
dat bezwaren tegen dit deel van het wets
ontwerp zich dus niet zoozeer richten tegen
het ontwerp zelf als wel tegen Titel II der
Nijverheids-onderwijswet, welke behande
ling thans niet aan de orde is.
Meent de Regeering derhalve het voorstel
om aan artikel 83 een tweede lid toe te
voegen, te moeten handhaven, dat tot toe
voeging van een derde, vierde en vijfde lid
aan dit artikel wordt blijkens een bij deze
memorie gevoegde nota van wijziging door
haar teruggenomen omdat de toestand, ge
schapen door de wet van 30 Juni 1924, wel
ke de voornaamste reden was voor het doen
van dit laatste voorstel, na de totstandko
ming van de wettelijke voorziening, bedoeld
in de Koninklijke Boodschap van 12 Octo
ber 1927, een einde zal nemen.
Wat betreft de bezwaren van practischen
aard meent do regesring te moeten ontken
nen, dat b\1 toepassing van de voorgestelde
uitzonderingsbepaling van een eigenlijke
vakopleiding niets terecht zal komen en
dat deze bepaling een zeer speculatieven
bouw zou betreffen. Opgemerkt wordt nog,
dat, indien bedoelde bezwaren gegrond
waren, zij zich eveneens als tegen de thans
voorgestelde toelating van 13 jarigen tot de
opleiding volgens het leerlingstelsel zouden
keeren tegen het verleenen van subsidiSn uit
's Rijks kas voor de leerling-opleiding van
jeugdige personen van 14. jaar en ouder,
waartoe art. 39 der Nijverheidsonderwijswet
verplicht.
De opleiding aan de ambachtsscholen is
in vele opzichten te verkiezen boven een
vakopleiding in de werkplaats. Toch moet
erkend worden, dat de school nooit de echte
volledige practijk kan geven. Daarom geven
vele ouders, ook uit arbeiderskringen de
voorkeur aan een werkplaatsopleiding.
Voorts zijn er tal van ambachten, welke
niet aan een school kunnen worden onder
wezen in verband met net geringe aantal
leerlingen, dat een opleiding vraagt. Op
grond van een en ander is de regeenng van
meening, dat ook voor 13-jari re Jongens
aan de werkplaatsopleiding een plaats dient
ingeruimd te worden naast de vakschool-
opleiding en dat de vakop'e'ding in haar
geheel van den thans voorgestelden maatre
gel geen schade zal ondervinden.
Wat de stuurman van de „Lancing" vertelde
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Of we meegingen, den Noorschen walvisch-
vaarder bezichtigen, die in de Amsterdamsche
haven was gearriveerd, vroeg havenmeester
Van de Poll.
De snelle boot der Havenwerkers bracht
ons gisteren over het kleurige drukke IJ,
dat glansde en schitterde van een goedge
zind, hoewel niet warm zonnetje. Over het
doel van den tocht vernamen we reeds
enkele bijzonderheden. We zouden het
Noorsche stoomschip „Lanc.'ng" van de
Hyafanger A.G. „Globus", eigenaars Mel-
som en Meisom te zien krijgen. Dit schip,
dat in 1893 te Glasgow is gebouwd, 7991
bruto register ton meet en te Larvik thuis
hoort, zou hier een groote lading traan los
sen. Dat alles was nog heel gewoon; eerst
toen we de Zeeburgerkade bereikten, waai'
de „Lancing" gemeerd lag, bemerkten we al
dadelijk^ dat zij zich, tenminste wat het
achterschip betrof, ten zeerste van hare
vele zustcren onderscheidt. Men kreeg n.l.
den indruk of uit haar achtersteven een ge
weldig stuk was weggenomen. Schuin naar
boven liep, vanuit het water, een vlakke
ijzeren helling, aan de onderzijde afgesloten
door een stevige tralieraam, dat alles, wat
zich op die helling bevinden mocht, voor
afglijden behoeden zou.
Bij ontstentenis van den kapitein, werden
wij, in gemoedelijk Engelsch, vriendelijk
welkom geheeten door den eersten stuur
man, een korten, dikken Noor. Al dadelijk
troonde hij ons mede naar het achterschip,
dat één groot platform bleek te zijn, uitloo
pend op de bewuste helling. En in deze
voorname zóne was het, dat wij een merk
waardig voor onze ooren tenminste!
verhaal a&nhoorden, doorspekt met vele
technische verklaringen. Begin October, zoo
vertélde de stuurman, was de „Lancing"
naar het Zuidpoolgebied vertrokken. Daar
ontmoette het vier zgn. catchres, kleine op
trawlers gelijkende vaartuigen, die hun
standplaats in Montevideo hebben. Hun
taak is het om op walvisschen, blauwe wal-
vlsschen, te jagen, wat ze dan ook trouw en
met succes deden.
Want In een tijdverloop van drie maan
den maakten zij, nu en dan bij fraai weer,
maar ook in storm en sneeuwjacht en bij
'n voortdurende koude van 3 gr.10 gr.
Celsius niet minder dan 550 van die 7090
voet lange beestjes bult. En onafgebroken
kruiste de „Lancing" heen en weer om de
vangst aan boord te nemen en daar te ver
werken. Dat ging «co. Stond er een ruwe
zee, dan werden da gedoode walvisschen
aan den achterkant van het schip met be
hulp van een sterke winch over de helling
op het platform getrokken. Nijvere handen
mét de bemanning der catchers bestond
de „ekpeditie" uit 170 man hakten het
geweldige lichaam in stukken, welke, met
been en al, in zgn. boilers diepe ketels
werden geworpen. De zware, van bouten
voorziene ijzeren deksels dezer boilers, mon
den, 24 in getal, in het platform uit. Door
toevoer van stoom werd dan de speklaag
gesmolten en de traan in tanks, die zich in
den buik van het schip bevinden, ver
zameld. Het overschot beenderen en de
guano werd dan als onbruikbaar ovre-
boord geworpen. Bij fraai weer echter wer
den de gevangen walvisschen midscheeps
tegen het schip getrokken, om vervolgens
op het water in stukken te worden gesne
den. In een drietal aparte boilers werd dan
het vleeseh door een roteerend messenstel-
sel van bijzondere constructie tot brei gesla
gen, waaruit weer door stoomtoevoer de
traan verkregenwerd. Vervolgens weiden
de beenderen in de boilers op het achter
schip „nagekookt" en daarna weggeworpen
Op deze wijze werd tijdens de jongs'a reis,
8000 ton traan, ter waarde van bijna drie
en een half millioen gulden verzameld. Eu
dr»t in een recordtijd van drie maanden.
Want meestal blijven de schepen van dit
type een half jaar binnen den Zuidpool
cirkel kruisen. Over ongeveer zeven dagen
de stuurman zei het glunderend gaat
de „Lancing" huistoe. Te Larvik wordt zij
dan opgekalefaterd hoe noodig dit is be
wees de met een roestlaag bedekte huid,
waar haast geen verfje meer op te beken
nen was! om in Augustus ajs. opnieuw
ter walvischvangst uit te varen, naar het
troostelooze gebied van sneeuw en ijs, waar
alleen in het „warme" jaargetijde d.w.z.
bij 10 gr. vorst geopereerd kan worden.
Eet jagen op walvisschen is een gevaar
lijk bedrijf, zei de stuurman nog. Vanaf de
catchers wordt uit een klein model kanon,
waarop aan den voorkant een granaat Is
geschroefd, naar de dieren geschoten, het
geen op een woelige zee groote geoefendheid
vereischt. In het lichaam van den walvisch
komt de granaat tot ontploffing en doodt
het dier in een oogwenk, zoodat van een
langzaam sterven wat vroeger veelal ge
schiedde geen sprake is. Meermalen ge
beurt het, dat een niet getroffen walvisch
een catcher aanvalt; dan kan slechts een
koelbloedig optreden der bemann'ng een
ramp voorkomen. Tot heden toe oefenen
alleen de Engelschen en Noren de wal
vischvangst uit.
Het is voor de eerste maal, dat een als de
..Lancing" uitgerust schip de Amsterdam
sche haven bezoekt. Een tweede is ook
met een groote lading traan naar de
hoofdstad „op weg". „Mogen er nog vele
volgen; we kunnen ze gebruiken", was de
wensch van den heer Van de Poll, waarbij
we ons gaarne aansluiten.
stappen te hooren en riep om hulp. Met
groote moeite kon men den inmiddels bewus-
teloozen pastoor uit den drassigen grond krij
gen. Zijn toestand is een weinig vooruit
gaande.
De pastoor was gewend te voet dezen af
stand af te leggen. Door het vriezen der
laatste dagen was de grond daar ter plaatse
glad, hetgeen de oorzaak is geweest van dit
ongeluk.
(De Tijd)
Het gebeurde te Lage Zwaluwe op de be
waarschool, dat een kind ondeugend was ge
weest en in het speellokaal was opgesloten.
Teen de school uitging, vertrok ook de onder
wijzeres, zonder aan het kind. te denken. Bu
ren hoorden het kind huilen en hebben het
bevrijd.
Sedert eenige dagen wordt te Roosendaal
een 16-jarig meisje vermist, zekere P. A. v.
Eekeien, fabrieksarbeidster. Men vreest, dat
haar een ongeval is overkomen.
Te Opende (Groningen) waren eenige per
sonen op kipkarren aan 't spelen. Daarbij
viel de 18-jarige H. Jagersma zóó ongelukkig
op een kar, dat hij ernstige inwendige ver
wondingen in den buik bekwam. Gisteren is
hij aan de gevolgen overleden.
Te Apeldoorn heeft nabij de St. Joseph-
stichting aan den Deventerstraatweg een
motorongeluk plaats gevonden met doode
lijken afloop. De ongeveer 28-jarige Kruit-
bosch uit Twello reed op zijn motor in je
richting Deventer.
Vóór de St. Josephstichting stond op den
weg een met een paard bespannen groen-
tenwagen; op deze plaats wilde K. een In
volle vaart rijdenden auto passeeren, waarbtf
K. tegen den groentenwagen opreed. Na
eerst voorloopig door Dr. Mastrom in het
St. Josephgesticht te zijn verbonden, werd
K. naar het Apeidoornsche Ziekenhuis
overgebracht, waar hij kort na aankomst
overleed.
Door de Amhemsche recherche is, naar
de „Msb." verneemt, aangehouden de 23-
jarige loopknecht W., wonende te Arnhem,
die er met een leïnde chique van 103.
was vandoor gegaan.
Hij ontmoette ti_:< !4-jarig vriendinnetje
van hem, een meisje dat rich daags te
voren tevergeefs aan verduistering van een
rijwiel had trachten schuldig te maken.
Ze trokken samen naar Nijmegen, van
daar uit spoorden ze denzelfden dag naar
Utrecht, waar de 100.— werden opge
maakt; het meisje werd in een welgekle^-
de jongedame gemetamorphoseerd en ook
W. stak zich in nieuwe kleeren.
Ze togen toen weer haar Nijmegen en
uit vrees dat de politie hen zou aanhouden,
trokken ze het land in. Het geld was spoe
dig op, en het meisje keerde naar Am-
hem terug waar zij werd aangehouden. W.
meldde zich een dag later bij de politie aan.
Mevr. V., die Maandagochtend na het auto
ongeval te Velp in bewusteloozen toestand
naar het ziekenhuis te Velp werd vervoerd,
ls gisterenochtend aan de bekomen verwon
dingen overleden.
De vice-president van den Raad van
State, mr. dr. W. F. van Leeuwen, is van
zijn verblijf om gezondheidsredenenin het
buitenland te 's-Gravenhage teruggekeerd.
Op den rijksweg te Horst is de timmerman
M., uit Horst, die een motorfiets bereed, door
een vrachtauto aangereden. De motorrijder
werd zeer ernstig aan den arm en het oog
verwond en brak op twee plaatsen een been;
bovendien kreeg hij tal van ontvellingen en
kneuzingen. De verwonde werd naar het
Gasthuis „Sint Joseph" te Venlo overge
bracht. Zijn toestand i3 bedenkelijk. De
motorfiets werd geheel vernield.
Vorige week had te Valburg een ongeluk
plaats, dat gelukkig goed is afgeloopen.
Na de sluiting van het veertigurengebed
begaf de Pastoor van Valburg zich huis
waarts. Bij het oversteken van een vlonder
op een der binnenwegen, geraakte hij door
uitglijden in een sloot, waar hij bijna tot, de
schouders inzakte. Den geheelen nacht
bracht de pastoor in dezen benarden toestand
door. Tegen den morgen meende hij voet-
Het gebeurt de laatste weken herhaal
delijk dat per advertentie vanuit Rotter
dam schijnbaar goede betrekkingen worden
aangeboden waarop begrijpelijkerwijs tal
van werkzoekenden reageeren. In de laat
ste drie weken zijn niet minder dan drie
gevallen voorgekomen van aanbiedingen
van dienstbetrekkingen, welke goed be
schouwd, gerekend kunnen worden tot fles-
schentrekkerij.
Immers het is den „werkgevers" niet te
doen om personen, die ln hun dienst ko
men, loon naar werken te geven, doch
slechts om het geld, dat de reflectanten
als waarborgsom moeten storten.
De Centrale Recherche te Rotterdam
verzoekt te willen waarschuwen tegen dit
storten van waarborgsommen, tenzij het
een gevestigde, goed bekend staande zaak
betreft en het geld als bankgarantie ge
stort wordt.
Het volgende geval is om. thans aan het
licht gekomen:
Een handelsreiziger uit 'n dorp in Noord-
Brabant, de 25-jarige W. V., die voor eenige
weken in Rotterdam kwam en pensionhoud
sters voor den gek hield, door een tijd lang
kost en inwoning te genieten en dan, zon
der betalen te vertrekken, had per adver
tentie bekend gemaakt, dat hij een bemid
delingsbureau was begonnen, waarvoor hü
agenten noodig had.
Sollicitanten moesten, om te worden aan
genomen, een waarborgsom storten van on
geveer 250 gulden, doch, indien de a.s. agent
hem geschikt voorkwam, was hij ook wel
met een kleinere som tevreden. Op deze
wijze kreeg V. circa 800 gulden in handen,
welke hij voor eigen gebruik besteedde.
De agenten minvermogenden, die een tijd
werkloos geweest waren en met moeite de
200 of 250 gulden bij elkaar hadden ge
kregen, bemerkten na eenige weken, dat er
een luchtje aan de zaak was en waarschuw
den de politie, die den Brabander wist to
arresteeren op het station, juist toen hij van
plan was met de stille trom te verdwijnen.
Na zijn aanhouding heeft de man het
géld weten terug te geven door bemiddeling
van zijn familie, zoodat van eenig misdrijf
niet gesproken kan worden. Intusschen zijn
de agenten nu hun „levenspositie" kwijt en
was de kans,dat ook hun geld verdwenen
zou zijn, vrij groot.
Te Nyswiller is de 13-jarige Jongen A.
Bröcheler in brand geraakt, doordat een
hoeveelheid benzine, die in al op den
grond lag, in brand raakte. De jongen werd
met levensgevaarlijke bran- re den over
dekt naar het ziekenhuis te Heirlen .over
gebracht.
Te Waalwijk viel de ir.e'solaar Treffers,
werfcjaam aan dakhersteHingen bij het
bank'gebouw van de Oei-' .rsche C-'dietver-
eeniging van een ladder en kwant op de
steenen van een oprit terecht. toestand
van Tr wordt als zeer erruüg beschouwd,
temeer daar hij vrij 'bejaard