Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws jTATEN-GENERAAL Tweede Kamer De belasting van Nederlanders in het buitenland De Commissaris der Koningin in Zuid-Holland Stichting eener parochie voor R. K. Nederlandsche boeren in Canada Jhr. Mr. A. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer De corruptie in het gasbedrijf Het herstel van de leerlingenschaal Het bezoek van Minister Koningsberger aan de Heemaf te Hengelo De steun der regeering aan de noodlijdende Keramische industrie De A. T. O. en Van Gend Loos De verbinding Amsterdam Boven Rijn Spoedige oplossing van het bruggenvraagstuk over de groote riveren een landsbelang De wijziging der Arbeidswet Op bezoek bij een Woorscben v;alvischvaarder Vergeten Opsporing verzocht Een doodelijke val Een botsing met doodelijken afloop Een zwerftocht met een verduisterde cheque Aan de bekomen verwondingen overleden Zwaar gewond Mr. Dr van Leeuwen Een geheelen nacht in de modder Men zij gewaarschuwd Levensgevaarlijke brr.ndwonderi Een ongelukh'ge val In de vergadering der Tweede Kamer werd gisteren voortgegaan met de behande- Dng van het wetsontwerp houdende bepa lingen betreffer.de de belasting van niet binnen het rijk wonende Nederlanders en van de nalatenschappen en schenkingen van Nederlanders, die niet zijn ingezetenen des rijks. Bij den aanvang der vergadering deelde de voorzitter mede, dat als regeeringscom- missaris voor de verdediging van het ont werp is aangewezen de directeur-generaal der belastingen, Mr. Dr. J. H. R. Sinninghe Damsté. De heer Sinninghe Damsté neemt achter de ministertafel plaats. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.K.) wijst er op. dat Frankrijk. Enge land en Dultschland het nationaliteitsbe ginsel niet huldigen, doch belasting heffen van alle ingezetenen met dien verstande, dat de in het buitenland wonenden alleen belasting betalen van het inkomen, dat zij uit het land zelf trekken. Bil de regeling, die hier thans wordt voorgesteld, trekt men zich niets aan van de beginselen van in ternationaal recht. Wij maken ons na het opheffen van het gezantschap bij den Paus ten tweede male belachelijk. Het ontwerp gaat lijnrecht in tegen heteeen een der grondslagen van internationale regeling zal worden en bij den volkenbond reeds m voorbereiding is en voorts tegen de practijk in de groote landen. Het getuigt van zelf overschatting. want de Nederlanders in den vreemde genieten niet de bescherming van Nederland. Spr. betoogt voorts, dat het zeer moeilijk zal zijn de belasting te innen, dat geen re kening gehouden is met de indirecte belas tingen en dat de moeilijkheden om belastin gen te vergelijken zal leiden tot het heffen van dubbele belasting. Van beteekenis is ook, dat Nederlanders in 't bijzonder land bouwers, die noodgedwongen emigreeren, zwaarder belast zullen worden dan emi granten van andere landen en met deze dus moeilijker zullen kunnen concurreeren. De heer DE WILDE (A.R.) heeft even als de vorige sprekers bezwaren, al zal hij niet gaarne alles onderschrijven, wat in adressen aan de Kamer is geschreven. Spr. erkent, dat het ontwerp theoretisch is te rechtvaardigen. De belasting wordt geheven van hen, die behooren tot de Ne- derlandsche natie, dat is het principe, door de anti-revolutionnaire partij steeds gehul? dlgd. Doch daarnaast meent deze partij dat men ook practisch moet zijn en onrecht vermeden moet worden, en nu heeft de overheid, volgens spr. zeer terecht, steeds nagelaten de Nederlanders in het buiten land te belasten, daar deze Nederlanders zeer verspreid en c rv,or ppomstan digheden le- en en or...er verschillende be- lastingstelrcls, tengevolge waarvan bij hef fing van een Nederlandsche belasting onbil lijkheden niet te vermijden zijn. Een andere grond voor de tot nu toe ge volgde practijk is deze. dat de heffing zeer bezwaarlik is en voorts is er geen middel ter verstoring van de goede gezindheid der in den vreemde wonenden jegens Nederland zoo goed. als hen te betrekken in belasting- proceduren. De regeering, die het recht heeft, bijv. ter achterhaling van belastingvluchtelingen, belasting te heffen van Nederlanders in het buitenland, toovert hier dit recht plotse ling om in een plicht en dat is onjuist. Een bezwaar tegen het ontwerp is voorts dat de Minister zooveel uitzonderingen heeft gemaakt, dat feitelijk alleen de renteniers en de zieken overblijven. Een bron van moeilijkheden ziet sur. ook in de wijziging van het hoofdmiddel van bestaan in een hoofdmiddel van bestaan. Spr. critiseert vervolgens de onbekend heid der opbrengst, voor hem een zeer groot bezwaar is. In dit opzicht is spr. het niet eens met den heer Van Gijn, wiens theoretische knobbel al te zeer ontwikkeld is en op wiens standpunt: vivant principia pereat mundus spr. zich niet kan stellen, spr. voelt er niets voor, de Nederlanders in het buitenland noodeloos tegen ons in het harnas te jagen. De heer OUD (V. D.) deelt de bezwaren, 1,-ven het ontwerp in het midden gebracht. Tpdien het de bedoeling was, de belasting- - "chtigen te treffen, zou spr. naast den - nister staan, thans kan hij dat niet. Hij --cent, dat de uitvoering practisch op zeer groote bezwaren zal stuiten. Spr. ziet de belastingplicht als een plicht, verbonden aan het deel uitmaken van de volksgemeenschap en nu is het de vraag of men de volksgemeenschap als een nationale of economische eenheid moet op vatten. Tot nog toe hebben wij gekozen voor het laatste beginsel en naar spr.'s op vatting is die keuze de juiste. De Nederlandsche belastingwetgeving heeft een volkomen logisch systeem opge bouwd op het economisch beginsel. En nu kan men wat spr. geen verbetering zou achten wel tot een ander systeem over gaan, maar wanneer men een afwijking van het gevolgde systeem invoert, dan gaat men hinken op twee gedachten en maakt een internationale regeling, die zou moeten dienen om onjuiste gevolgen van het bestaan van verschillende stelsel in verschillende landen weg te nemen, onmo gelijk. De Nederlander in den vreemde valt voor de successiebelasting altijd onder het zwaarste tarief: de Minister moet Kiezen, hij moet ze belasten of als Nederlanders of als buitenlanders, maar niet naar beide Be ginselen, dat is een ontoelaatbare inelegan- Men hoort dikwijls beweren, dat de Ne derlander zwaarder belast is dan ieder an der, hetgeen nimmer met cijfers is aange toond en hetwelk ook niet volgt uit de gegevens van het comité van actie tegen dit ontwerp. De belastingvlucht kan daar uit niet verklaard worden. Wel werpt men het op de hooge gemeentebelastingen, doch daargelaten of dit juist is, meent spr., dat mep het land niet behoeft te verlaten om daaraan te ontkomen, daar er tal van ge meenten zijn met lage belastingen, zooals Bloemendaal, Heemstede e.a. Verder wijst spr. erop, dat de consulaire ambtenaren niet gaarne mee zullen werken aan bet opsporen van belastingschuldigen. De wet aal veel verbittering wekken. Het is mogelijk, dat de Minister spr. over tuigt oi dat het ontwerp zoo wordt ver anderd, dat het toch nog aanvaard wordt, maar op het oogenblik ziet spr. het nog zoo, dat de Minister dankbaar zal mogen zijn als de Kamer hem ervoor behoedt dat zijn naam aan deze wet verbonden zal wor den. De heer BOON (v.-B.) verklaart, dat hij zeer waarschürdü'c' en met hem zullen velen zijner geestverwanten desgelijks doen - tegen het ontwerp zai stemmen. De heer V. D. TEMPEL, (S.D.A.P.), Vraagt zich, naar aanleiding van de actie tegen het ontwerp gevoerd, af, of zij steeds gevoed is door de justitie mentaliteit en be vorderlijk is aan de goede mentaliteit van de Nederlanders in het buitenland. Spreker staat niet zoo afwijzend tegenover dit ont werp. De oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp is, de belastingvlucht tegen te gaan; die bedoeling is op den achtergrond gedrongen, maar spr. voelt geen enkele aan leiding om daaraan mee te doen, hij is nog van meening, dat de belastingvluchtelingon gedwongen moeten worden in de belasting bij te dragen. Deze menschen vestigen zich in het buitenland om zich aan de belasting te onttrekken en het hier verdiende geld te verteren. Men spreekt van gelegenheidswetgeving, maar is het gelegenheidswetgeving een wet te maken, die tot in de verre toekomst door zal werken? Spr. is intusschen niet in alle opzichten bevredigd. Hij moet constateeren, dat de regeering in gebreke is gebleven gegevens te verschaffen over perceptiekosten en op brengst. Spr. zou van den Minister over de op brengst en de perceptiekosten gegevens wenschen te ontvangen. Totdat hij die kent blijft hü gereserveerd tegenover het ontwerp staan. De heer VAN GIJN (V.B) meent, dat men hen, die om de hooge belastingen het land verlaten, eigenlijk geen ongelijk kan geven, zoolang de staat ten hen zegt: vindt gil de belastingen te hoog? Welnu verlaat het land, gij behoeft niets te betalen en behoudt alle rechten van uw nationaliteit! Zoo wordt de belastingvlucht wel zeer verleide lijk gemaakt. Spr. meent, dat het nog lang zal duren eer in de romaansche landen de financieele toestand weer normaal is. En er mag geen asyl zijn voor vermogende lieden, die zich aan hun belastingplicht willen onttrekken. Men spreekt van de psychologische wer king op de Nederlanders in het buitenland, maar zal het niet den naijver wekken van hen, die niet buitenbands kunnen gaan, als de uitwonende Nederlanders niets behoeven te betalen en zal dit niet de neiging wakker maken om zich op andere wijze aan den fiscus te onttrekken? Spr. stemt in met de aangebrachte wijzi gingen in het ontwerp, doch zou de sancties geschrapt willen zien, Men moet op de loyaliteit der belastingplichtigen vertrou wen en kan later, als het noodig blijkt, de sancties invoeren met terugwerkende kracht tot 1 Mei 1928. Kan de Minister niet toezeggen, dat een deel der belasting besteed zal worden ten bate van Nederlandsche vereenigingen in het buitenland? Spr. meent, dat de crltlek sterk overdreven was en vreest bij verwer ping van het ontwerp op den duur een grooten uittocht uit ons land. Vervolgens is het woord aan den Minister van Financiën, den heer De Geer. Nadat deze eenige oogenblikken het woord heeft gevoerd breekt hij z'n rede af en wordt de vergadering tot hedenmiddag 1 uur ver daagd. H. M. de Koningin heeft gistermiddag ten Kon. Paleize te 's-Gravenhage den Minister van Staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, ontvangen ter beëediging als Commissaris in Zuid-Holland. Op verlangen van den Aartsbisschop van Winnipeg (Canada) Mgr. Alfred A. Sin- nott heeft een Hollandsch priester, sinds 1 vele jaren reeds werkzaam als pastoor in diens bisdom, zich bereid verklaard, in de provincie Manitoha een parochie te stich- ten voor katholieke Nederlanders, die zich in Canada eerstdaags gaan vestigen. Voor dat Nederlandsch Roomsch district is uitgekozen een vruchtbare streek, waar met steun en onder toezicht van de Cana- deesehe regeering onder zeer gunstige voor waarden goedkoope farms, waarop reeds soliede gebouwen, worden aangeboden. Waarom een Katholiek centrum voor Nederlanders? Omdat, wanneer de immigrant op eigen risico zich in Canada gaat vestigen, hij te veel is blootgesteld aan het gevaar om lang zaam aan zijn geloof te verliezen. Hij be vindt zich ofwel te ver van een katholieke kerk, ofwel indien al in de nabijheid daar van, verstaat hij weinig of niet de taal des priesters. Bovendien de immigrant vestigt zich in Canada, om een toekomst te scheppen voor zich en zijn kinderen. Hij zal ongetwijfeld daarin slagen, indien hem daartoe de goede weg wordt aange wezen. In den aanvang staat de immigrant vreemd en huiverig tegenover nieuwe ge bruiken en werkwijze. Gebrek aan onder vinding is aanleiding vaak tot verlies en teleurstelling en daardoor tot ontmoediging. Hij heeft daarom den steun en de vinger wijzing noodig van een man van ondervin ding, die tevens onbaatzuchtig in alles, hem ter wille is. Hebben de Nederlanders zich eenmaal ge vestigd, en is men over de eerste moeilijk heden heen, dan moeten vaste wegen wor den ingeslagen tot (onder Gods hulp) zeker welslagen der onderneming. Er moet worden opgericht een coöpera tieve boter- en kaasfabriek, afzetgebied moet worden aangewezen voor gevogelte, vleeseh en eieren. Daartoe is wederom noodig, dat hun oordeelkundig en belangloos hulp wordt geboden. Om deze en nog meer redenen heeft de Aartsbisschop van Winnipeg eindelijk ook voor Roomsche Nederlanders een pracht- district uitgezocht en een priester voor deze eerste Nederlandsche parochie in Canada aangewezen, een priester, die, sterk door jarenlange ondervinding van het land, be langloos zich geven zal aan het godsdienstig en maatschappelijk heil dergenen, die bin nenkort zich onder zijn leiding te Canada komen vestigen. Hoog houden de mooie godsdienstige ge bruiken van het oude Moederland, de jeugd opvoeden volgens de beproefde beginselen hunner ouders, handhaven in hen de liefde voor en den band met het land, dat zij ver lieten, allen op te voeren naar de maat schappelijke welvaart, zal zijn streven en levensroeping zijn. Eerstdaags komt hij naar Holland, om zich in verbinding te stellen met de velen die reeds hebben te kennen gegeven, of nog te kennen zullen geven, zich in het Hollandsch Katholiek centrum te Canada te vestigen. Het is vooral gewenscht, dat degenen, die nadere inlichtingen van Z. Eerw. wen schen te vernemen, nu reeds hun naam op geven aan onderstaand adres, C. Cox, Nieuwstraat 44, Den Bosch. De nieuwbenoemde gezant van Nederland te Brussel, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, is te 's-Gravenhage aangeko men. De gezant is voornemens binnen en kele dagen naar zijn post te vertrekken. Te Heerenveen. De directeur der gasfabriek te Heeren veen is met 1 Maart met algemeene stem men door den gemeenteraad oneervol ont slagen. Te Smallingerland. Ged. Staten van Friesland hebben goed keuring onthouden aan de begrooting 1928 der gemeente Smallingerland, nu de raad van die gemeente niet heeft willen voldoen aan den wensch van Gedep. Staten om den directeur der gasfabriek, uit deze func tie te ontslaan. In hunne beslissing overwegen Ged. Sta ten, dat de directeur heeft bekend over de jaren 19131927 retourcommissies te heb ben aangenomen tot een bedrag van 5451.20. Een bedrijfsleider, die dergelijke gelden heeft aangenomen, heeft getoond een niet betrouwbaar ambtenaar te zijn. De directeur heef volgens Ged. Sta ten ook tegenover zijn ondergeschikten zijn prestige verloren, dara hij het moreele recht heeft verbeurd om op te treden tegen mogelijke misdragingen en vergrijpen van zijn personeel. Wat betreft de meening van het gemeen tebestuur, dat Ged. Staten tot inmenging niet bevoegd zouden zijn, overweegt de be schikking, dat de Grondwet en de wet Ged. Staten belasten met het toezicht op de ge- moente-financiën in vollen omvang. Door den heer Albarda zijn aan den mi nister van Onderwijs. Kunsten en Weten schappen de volgende vragen gesteld: I. Heeft de globale becijfering, die blij kens de Memorie van Antwoord nopens het wetsvoorstel van den heer Zijlstra op ver zoek van dezen door het Departement van den minister is verricht en volgens welke de invoering van de nieuwe leerlingenschaal van dat wetsvoorstel 1.860.000 's jaars zou kosten, betrekking op den toestand, die na de wederinvoering van den zevenjarigen leerplicht zal bestaan, of is daarbij met de wederinvoering van dien leerplicht geen re kening gehouden? II. Indien bij de bedoelde becijfering met de wederinvoering van den zevenjarigen leerplicht wel rekening is gehouden, hoe is die becijfering dan mogelijk geweest, ter wijl toch volgens 's ministers antwoord op de vraag van den ondergeteekende zoowel de „gegevens" als „elke maatstaf voor glo bale becijfering" ontbreken om de kosten te schatten van het herstel van de leer lingenschaal van 16 Februari 1923? III. Indien bij de becijfering, op verzoek van den heer Zijlstra verricht, geen reke ning is gehouden met de wederinvoering van den zevenjarigen leerplicht, wil de mi nister dan mededeelen, tot welke uitkomst een soortgelijke becijfering leidt voor het herstel van de leerlingenschaal van 16 Fe bruari 1923? IV. Indien de cijfers, den heer Zijlstra verstrekt, wel betrekking hebben op den toestand na wederinvoering van den zeven- Jarigen leerplicht, wil de minister dan als nog mededeelen, op welk bedrag volgens een gelijksoortige schatting de kosten van het herstel van de leerlingenschaal van 16 Fe bruari 1923 kunnen worden geraamd? Gisteren bracht Z.Exc. Minister Konings berger een bezoek aan de fabrieken van de Heemaf te; Hengelo. Z.Exc. arriveerde met den trein van 12.20 en was vergezeld van de heeren Jhr. Six, administrateur van het departement van Koloniën, Th. van Voorthuysen, gecommit teerde voor Indische zaken en Ir. Inckel, directeur vvn het technisch bureau bij het departement van Koloniën. Bij aankomst in het directie-kantoor waren daar o.m. aan wezig de hoofdingenieurs van he technisch bureau van Koloniën Ir. Sluiter, Ir. de Baas en Ir. van Riessen. Verder de Burgemees ter van Hengelo, Mr. Jansen, de Directeur van Werkspoor, Ir. Muysken, de onder-di recteur van Philips' Gloeilampenfabreiken Ir. Otten en de heeren A. Kroeze en Joan Gelderman, commissarissen van de Heemaf. Na een begroetingswoord van Ir. Keus en een inleidend woord van Ir. de Baas wer den de beide laatste te leveren locomotie ven bezichtigd en werden de proefritten met een der locomotieven gehouden. Door d:n minister werd op het terrein met behulp van een Philips' korte golfzender de zesde locomotief voor de Nederlandsch-Indische spoorwegen in beweging gebracht, waarna de minister zelf aan een der proefritten deelnam. Bij de bezichtiging der fabriek werden eenige speciale proeven met hoog spanning gedaan. Z.Exc. vertrok om 5 uur 16 weer uit Hengelo. Naar aanleiding van het adres van een aantal groote industrieelen uit Twente. Am sterdam, Zaandam en Rotterdam aan de Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp be treffende de keramische industrie, verzoekt de Ned. Ver. van Aardewerkfabrikanten te Amsterdam namens de Maastrichtsche indu strieelen in die vereeniging georganiseerd, mede te deelen, dat dit adres geenerlei be teekenis heeft, omdat: lo. De oorzaak der moeilijkheden in de Maastrichtsche glas- en aardewerkindustrie niet is gelegen in gebrek aan kapitaal, noch in gemis aan commercieel inzicht, en even min in achterlijkheid harer outillage; 2o. het tewerkstellen van werkloozen uit Maastricht of elders, in de bedrijven van adresseerende fabrikanten een zaak is, die geheel buiten de Maastrichtsche industri- eele moeilijkheden omgaat; 3e. er reeds besprekingen met de Twent- sche industrieelen hebben plaats gehad, die tot geen resultaat hebben geleid en waarbij de onmogelijkheid om tot eenig resultaat te komen duidelijk aan het licht is getreden, alsmede reeds een ambtelijk onderzoek naar den toestand der Maastrichtsche industrie is ingesteld, zoodat het geen zin hebben kan (en trouwens uitstel slechts schaden zou) om die besprekingen te heropenen of een nieuw onderzoek in te stellen. 4e. het hierom gaat; Öe oude Maastricht sche glas- en aardewerkindustrie, die haar bestaansrecht bewezen heeft, mede in het belang van 't zwaar getroffen Zuid-Limburg over enkele moeilijke jaren heen te helpen; waarna zij weer zonder bijzondere hulp van den staat in de gelegenheid zal zijn haar ouden bloei te herkrijgen. Door de hoofdinspectie van Van Gend en Loos is eenige dagen geleden aan de organi saties ven het personeel, n.l. den R.-K. Bond van Transportarbeiders, den Centr. Bond, den Alg. Bond van Handels- en Kan toorbedienden en den R.-K. Bond van Han dels-, Kantoor- en Winkelbedienden, mede gedeeld, dat de geheele onderneming van Van Gend en Loos met al haar personeel enz., overgenomen wordt door de A. T. O. In verband met deze personcelovername heeft het comité, samengesteld uit boven genoemde personeelbonden, te Rotterdam vergaderd. Op deze bijeenkomst is, naar de „Msb." verneemt, besloten, dat het comité zich met bekwamen spoed tot de directie der A. T. O. zal wenden wenden om te ver nemen 1. of de bestaande loon- en arbeidsvoor waarden voor het personeel van v. Gend en Loos in haar geheel zullen gehandhaafd blijven 2. hoe de A. T. O. denkt over de oude ambtenaren en beambten van v. G. en L., die volgens de traditie binnen korten tijd door de directie van v. G. en L. zouden worden gepensionneerd. 3. hoe de directie der A. T. O. denkt over den pensioenregeling van het thans in haar dienst zijnde en vooral over het van v. G. en L. over te nemen personeel. Aangaande de conferentie over de verbe tering der verbinding van Amsterdam met den Bovenrijn, j.l. Maandag 's middags en 's avonds op het departement van Water staat onder leiding van Minister Van der Vegte gehouden, verneemt het „Hbld", dat daar de Minister nog geen beslissing heeft genomen. De volgende conferentie, dan hoogstwaar schijnlijk de laatste over dit onderwerp en van dezen aard, zal waarschijnlijk eerst in den loop van April worden bijeengeroepen. Het s,P. C. W." Propaganda-Comité voor Wegenverbetering, vesr.igt de aandacht op het volgende: De bouw van bruggen over de groote Ne derlandsche rivieren is stellig even urgent en belangrijk als de verbetering der wegen. De oplossing van het vraagstuk der over bruggingen is hoe langer hoe'1 dringender ge worden, naarmate het verkeer met motorrij tuigen grooter wordt en hoe dat verdeer zich nog altijd uitbreidt, leeren de welspre kende jaarlijksche invoercijfers van auto's en chassis, die van 1922 tot 1926 gestegen zijn van 5168 tot 16437 (die der vrachtauto's van 2056 tot 4575). Reeds in een van zijn eerste publicaties heeft het P. C. W., kort na zijn oprichting er de aandacht op gevestigd, dat het druk ker verkeer en de toeneming van het ver voer per auto van personen en goederen over grooter afstanden vaste verbindingen eischten over de groote rivieren en breede stroomen, die ons land doorsnijden en in twee helften verdeelen. De toen gemaakte opmerking, dat de onvoldoende rivierover gangen een scheiding vormen tusschen de verschillende deelen des lands en de bewo ners der zuidelijke provincies weerhouden zich noordwaarts te richten, zoodat men b.v. te Antwerpen meer auto's met de Bra- bantsche provincieletter N ziet dan te Dordt of Rotterdam, heeft nog niets van haar actualiteit verloren. Gerust mag gezegd worden, dat een spoe dige oplossing van het bruggenvraag„.uk in het algemeen landsbelang is en dat wie deze bespoediging helpt bevorderen het land een dienst bewijst. Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer De aansluiting bij de Nijverheids-onderwijs wet in bet belang der vakopleiding geacht Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer nopens het wetsontmerp lot wijziging van artikel 88 der Arbeidswet 1919. Daar aan is het volgende ontleend: De Regeering blijft ook na kennisneming van de in het Voorloopig Verslag aange voerde argumenten van meening, dat er zeer gewichtige gronden zijn, om de uitzon deringen, welke de wet reeds thans in het belang van vakopleiding toelaat, nog met de uitzonderingsbepaling van het voorgestelde tweede lid van art. 88 der Arbeidswet uit te breiden. Zij betoogt, dat zij geheel de mee ning deelt van dia leden, die er op wezen, dat het bepaalde in het voorgestelde tweede lid van artikel 88 feitelijk niet anders is dan een aansluiting van de Arbeidswet op dit punt aan de Nijverheidsonderwijswet en dat dat bezwaren tegen dit deel van het wets ontwerp zich dus niet zoozeer richten tegen het ontwerp zelf als wel tegen Titel II der Nijverheids-onderwijswet, welke behande ling thans niet aan de orde is. Meent de Regeering derhalve het voorstel om aan artikel 83 een tweede lid toe te voegen, te moeten handhaven, dat tot toe voeging van een derde, vierde en vijfde lid aan dit artikel wordt blijkens een bij deze memorie gevoegde nota van wijziging door haar teruggenomen omdat de toestand, ge schapen door de wet van 30 Juni 1924, wel ke de voornaamste reden was voor het doen van dit laatste voorstel, na de totstandko ming van de wettelijke voorziening, bedoeld in de Koninklijke Boodschap van 12 Octo ber 1927, een einde zal nemen. Wat betreft de bezwaren van practischen aard meent do regesring te moeten ontken nen, dat b\1 toepassing van de voorgestelde uitzonderingsbepaling van een eigenlijke vakopleiding niets terecht zal komen en dat deze bepaling een zeer speculatieven bouw zou betreffen. Opgemerkt wordt nog, dat, indien bedoelde bezwaren gegrond waren, zij zich eveneens als tegen de thans voorgestelde toelating van 13 jarigen tot de opleiding volgens het leerlingstelsel zouden keeren tegen het verleenen van subsidiSn uit 's Rijks kas voor de leerling-opleiding van jeugdige personen van 14. jaar en ouder, waartoe art. 39 der Nijverheidsonderwijswet verplicht. De opleiding aan de ambachtsscholen is in vele opzichten te verkiezen boven een vakopleiding in de werkplaats. Toch moet erkend worden, dat de school nooit de echte volledige practijk kan geven. Daarom geven vele ouders, ook uit arbeiderskringen de voorkeur aan een werkplaatsopleiding. Voorts zijn er tal van ambachten, welke niet aan een school kunnen worden onder wezen in verband met net geringe aantal leerlingen, dat een opleiding vraagt. Op grond van een en ander is de regeenng van meening, dat ook voor 13-jari re Jongens aan de werkplaatsopleiding een plaats dient ingeruimd te worden naast de vakschool- opleiding en dat de vakop'e'ding in haar geheel van den thans voorgestelden maatre gel geen schade zal ondervinden. Wat de stuurman van de „Lancing" vertelde Men schrijft ons uit Amsterdam: Of we meegingen, den Noorschen walvisch- vaarder bezichtigen, die in de Amsterdamsche haven was gearriveerd, vroeg havenmeester Van de Poll. De snelle boot der Havenwerkers bracht ons gisteren over het kleurige drukke IJ, dat glansde en schitterde van een goedge zind, hoewel niet warm zonnetje. Over het doel van den tocht vernamen we reeds enkele bijzonderheden. We zouden het Noorsche stoomschip „Lanc.'ng" van de Hyafanger A.G. „Globus", eigenaars Mel- som en Meisom te zien krijgen. Dit schip, dat in 1893 te Glasgow is gebouwd, 7991 bruto register ton meet en te Larvik thuis hoort, zou hier een groote lading traan los sen. Dat alles was nog heel gewoon; eerst toen we de Zeeburgerkade bereikten, waai' de „Lancing" gemeerd lag, bemerkten we al dadelijk^ dat zij zich, tenminste wat het achterschip betrof, ten zeerste van hare vele zustcren onderscheidt. Men kreeg n.l. den indruk of uit haar achtersteven een ge weldig stuk was weggenomen. Schuin naar boven liep, vanuit het water, een vlakke ijzeren helling, aan de onderzijde afgesloten door een stevige tralieraam, dat alles, wat zich op die helling bevinden mocht, voor afglijden behoeden zou. Bij ontstentenis van den kapitein, werden wij, in gemoedelijk Engelsch, vriendelijk welkom geheeten door den eersten stuur man, een korten, dikken Noor. Al dadelijk troonde hij ons mede naar het achterschip, dat één groot platform bleek te zijn, uitloo pend op de bewuste helling. En in deze voorname zóne was het, dat wij een merk waardig voor onze ooren tenminste! verhaal a&nhoorden, doorspekt met vele technische verklaringen. Begin October, zoo vertélde de stuurman, was de „Lancing" naar het Zuidpoolgebied vertrokken. Daar ontmoette het vier zgn. catchres, kleine op trawlers gelijkende vaartuigen, die hun standplaats in Montevideo hebben. Hun taak is het om op walvisschen, blauwe wal- vlsschen, te jagen, wat ze dan ook trouw en met succes deden. Want In een tijdverloop van drie maan den maakten zij, nu en dan bij fraai weer, maar ook in storm en sneeuwjacht en bij 'n voortdurende koude van 3 gr.10 gr. Celsius niet minder dan 550 van die 7090 voet lange beestjes bult. En onafgebroken kruiste de „Lancing" heen en weer om de vangst aan boord te nemen en daar te ver werken. Dat ging «co. Stond er een ruwe zee, dan werden da gedoode walvisschen aan den achterkant van het schip met be hulp van een sterke winch over de helling op het platform getrokken. Nijvere handen mét de bemanning der catchers bestond de „ekpeditie" uit 170 man hakten het geweldige lichaam in stukken, welke, met been en al, in zgn. boilers diepe ketels werden geworpen. De zware, van bouten voorziene ijzeren deksels dezer boilers, mon den, 24 in getal, in het platform uit. Door toevoer van stoom werd dan de speklaag gesmolten en de traan in tanks, die zich in den buik van het schip bevinden, ver zameld. Het overschot beenderen en de guano werd dan als onbruikbaar ovre- boord geworpen. Bij fraai weer echter wer den de gevangen walvisschen midscheeps tegen het schip getrokken, om vervolgens op het water in stukken te worden gesne den. In een drietal aparte boilers werd dan het vleeseh door een roteerend messenstel- sel van bijzondere constructie tot brei gesla gen, waaruit weer door stoomtoevoer de traan verkregenwerd. Vervolgens weiden de beenderen in de boilers op het achter schip „nagekookt" en daarna weggeworpen Op deze wijze werd tijdens de jongs'a reis, 8000 ton traan, ter waarde van bijna drie en een half millioen gulden verzameld. Eu dr»t in een recordtijd van drie maanden. Want meestal blijven de schepen van dit type een half jaar binnen den Zuidpool cirkel kruisen. Over ongeveer zeven dagen de stuurman zei het glunderend gaat de „Lancing" huistoe. Te Larvik wordt zij dan opgekalefaterd hoe noodig dit is be wees de met een roestlaag bedekte huid, waar haast geen verfje meer op te beken nen was! om in Augustus ajs. opnieuw ter walvischvangst uit te varen, naar het troostelooze gebied van sneeuw en ijs, waar alleen in het „warme" jaargetijde d.w.z. bij 10 gr. vorst geopereerd kan worden. Eet jagen op walvisschen is een gevaar lijk bedrijf, zei de stuurman nog. Vanaf de catchers wordt uit een klein model kanon, waarop aan den voorkant een granaat Is geschroefd, naar de dieren geschoten, het geen op een woelige zee groote geoefendheid vereischt. In het lichaam van den walvisch komt de granaat tot ontploffing en doodt het dier in een oogwenk, zoodat van een langzaam sterven wat vroeger veelal ge schiedde geen sprake is. Meermalen ge beurt het, dat een niet getroffen walvisch een catcher aanvalt; dan kan slechts een koelbloedig optreden der bemann'ng een ramp voorkomen. Tot heden toe oefenen alleen de Engelschen en Noren de wal vischvangst uit. Het is voor de eerste maal, dat een als de ..Lancing" uitgerust schip de Amsterdam sche haven bezoekt. Een tweede is ook met een groote lading traan naar de hoofdstad „op weg". „Mogen er nog vele volgen; we kunnen ze gebruiken", was de wensch van den heer Van de Poll, waarbij we ons gaarne aansluiten. stappen te hooren en riep om hulp. Met groote moeite kon men den inmiddels bewus- teloozen pastoor uit den drassigen grond krij gen. Zijn toestand is een weinig vooruit gaande. De pastoor was gewend te voet dezen af stand af te leggen. Door het vriezen der laatste dagen was de grond daar ter plaatse glad, hetgeen de oorzaak is geweest van dit ongeluk. (De Tijd) Het gebeurde te Lage Zwaluwe op de be waarschool, dat een kind ondeugend was ge weest en in het speellokaal was opgesloten. Teen de school uitging, vertrok ook de onder wijzeres, zonder aan het kind. te denken. Bu ren hoorden het kind huilen en hebben het bevrijd. Sedert eenige dagen wordt te Roosendaal een 16-jarig meisje vermist, zekere P. A. v. Eekeien, fabrieksarbeidster. Men vreest, dat haar een ongeval is overkomen. Te Opende (Groningen) waren eenige per sonen op kipkarren aan 't spelen. Daarbij viel de 18-jarige H. Jagersma zóó ongelukkig op een kar, dat hij ernstige inwendige ver wondingen in den buik bekwam. Gisteren is hij aan de gevolgen overleden. Te Apeldoorn heeft nabij de St. Joseph- stichting aan den Deventerstraatweg een motorongeluk plaats gevonden met doode lijken afloop. De ongeveer 28-jarige Kruit- bosch uit Twello reed op zijn motor in je richting Deventer. Vóór de St. Josephstichting stond op den weg een met een paard bespannen groen- tenwagen; op deze plaats wilde K. een In volle vaart rijdenden auto passeeren, waarbtf K. tegen den groentenwagen opreed. Na eerst voorloopig door Dr. Mastrom in het St. Josephgesticht te zijn verbonden, werd K. naar het Apeidoornsche Ziekenhuis overgebracht, waar hij kort na aankomst overleed. Door de Amhemsche recherche is, naar de „Msb." verneemt, aangehouden de 23- jarige loopknecht W., wonende te Arnhem, die er met een leïnde chique van 103. was vandoor gegaan. Hij ontmoette ti_:< !4-jarig vriendinnetje van hem, een meisje dat rich daags te voren tevergeefs aan verduistering van een rijwiel had trachten schuldig te maken. Ze trokken samen naar Nijmegen, van daar uit spoorden ze denzelfden dag naar Utrecht, waar de 100.— werden opge maakt; het meisje werd in een welgekle^- de jongedame gemetamorphoseerd en ook W. stak zich in nieuwe kleeren. Ze togen toen weer haar Nijmegen en uit vrees dat de politie hen zou aanhouden, trokken ze het land in. Het geld was spoe dig op, en het meisje keerde naar Am- hem terug waar zij werd aangehouden. W. meldde zich een dag later bij de politie aan. Mevr. V., die Maandagochtend na het auto ongeval te Velp in bewusteloozen toestand naar het ziekenhuis te Velp werd vervoerd, ls gisterenochtend aan de bekomen verwon dingen overleden. De vice-president van den Raad van State, mr. dr. W. F. van Leeuwen, is van zijn verblijf om gezondheidsredenenin het buitenland te 's-Gravenhage teruggekeerd. Op den rijksweg te Horst is de timmerman M., uit Horst, die een motorfiets bereed, door een vrachtauto aangereden. De motorrijder werd zeer ernstig aan den arm en het oog verwond en brak op twee plaatsen een been; bovendien kreeg hij tal van ontvellingen en kneuzingen. De verwonde werd naar het Gasthuis „Sint Joseph" te Venlo overge bracht. Zijn toestand i3 bedenkelijk. De motorfiets werd geheel vernield. Vorige week had te Valburg een ongeluk plaats, dat gelukkig goed is afgeloopen. Na de sluiting van het veertigurengebed begaf de Pastoor van Valburg zich huis waarts. Bij het oversteken van een vlonder op een der binnenwegen, geraakte hij door uitglijden in een sloot, waar hij bijna tot, de schouders inzakte. Den geheelen nacht bracht de pastoor in dezen benarden toestand door. Tegen den morgen meende hij voet- Het gebeurt de laatste weken herhaal delijk dat per advertentie vanuit Rotter dam schijnbaar goede betrekkingen worden aangeboden waarop begrijpelijkerwijs tal van werkzoekenden reageeren. In de laat ste drie weken zijn niet minder dan drie gevallen voorgekomen van aanbiedingen van dienstbetrekkingen, welke goed be schouwd, gerekend kunnen worden tot fles- schentrekkerij. Immers het is den „werkgevers" niet te doen om personen, die ln hun dienst ko men, loon naar werken te geven, doch slechts om het geld, dat de reflectanten als waarborgsom moeten storten. De Centrale Recherche te Rotterdam verzoekt te willen waarschuwen tegen dit storten van waarborgsommen, tenzij het een gevestigde, goed bekend staande zaak betreft en het geld als bankgarantie ge stort wordt. Het volgende geval is om. thans aan het licht gekomen: Een handelsreiziger uit 'n dorp in Noord- Brabant, de 25-jarige W. V., die voor eenige weken in Rotterdam kwam en pensionhoud sters voor den gek hield, door een tijd lang kost en inwoning te genieten en dan, zon der betalen te vertrekken, had per adver tentie bekend gemaakt, dat hij een bemid delingsbureau was begonnen, waarvoor hü agenten noodig had. Sollicitanten moesten, om te worden aan genomen, een waarborgsom storten van on geveer 250 gulden, doch, indien de a.s. agent hem geschikt voorkwam, was hij ook wel met een kleinere som tevreden. Op deze wijze kreeg V. circa 800 gulden in handen, welke hij voor eigen gebruik besteedde. De agenten minvermogenden, die een tijd werkloos geweest waren en met moeite de 200 of 250 gulden bij elkaar hadden ge kregen, bemerkten na eenige weken, dat er een luchtje aan de zaak was en waarschuw den de politie, die den Brabander wist to arresteeren op het station, juist toen hij van plan was met de stille trom te verdwijnen. Na zijn aanhouding heeft de man het géld weten terug te geven door bemiddeling van zijn familie, zoodat van eenig misdrijf niet gesproken kan worden. Intusschen zijn de agenten nu hun „levenspositie" kwijt en was de kans,dat ook hun geld verdwenen zou zijn, vrij groot. Te Nyswiller is de 13-jarige Jongen A. Bröcheler in brand geraakt, doordat een hoeveelheid benzine, die in al op den grond lag, in brand raakte. De jongen werd met levensgevaarlijke bran- re den over dekt naar het ziekenhuis te Heirlen .over gebracht. Te Waalwijk viel de ir.e'solaar Treffers, werfcjaam aan dakhersteHingen bij het bank'gebouw van de Oei-' .rsche C-'dietver- eeniging van een ladder en kwant op de steenen van een oprit terecht. toestand van Tr wordt als zeer erruüg beschouwd, temeer daar hij vrij 'bejaard

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7