i i HEERENBAAI PAARS-MERK BERICHT Verkeersongevallen. Voornaamste Nieuws Probeert maarjeens van 50chper1/2 pond DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN MAANDAG 19 MAART 1928 EEN EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16809 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. INDIE DE HEILIGE NACHT kenmerkende eigenschappen Vdsialle V DEHeerenbadi merken Zacht-geurig- goedbrandend A vindt U ook veeeenigd in de y A DE Heerenbadi vanbOct.perVzpond f~~ N.V DOUWE EGBERTS TABAKSFABRIEKEN Een schadepost DOODELIJK TRAMONGELUK Man door de E S. M. gedood De bietenprijzen voor 1928 Knoeierijen bij herstelleveranties Luchtballon gedaald Een 10-jarig knaapje in een vijver verdronken Telegrafisch Weerbericht. Zij die zich met ingang van 1 April a-s. op de Nieuwe Haarlems che Courant abonnceren, ontvangen de nog te verschijnen nummers in Maart gratis De Directie. 1 BUREAUX: NASSAULAAN49 Teleioon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal i 3.25; per post, per kwartaal I 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARIEMSCHE COURANT ADVERTEIMTIEN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN. TIES, 14 regels 60 ct. p. plaatsing: elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusscben den tekst 60 ct. per regeL i v. ten Alle abonné'b op dit blad zijn, ingevolge de verzekermgsvoorwaarden f Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f HCO bij een ongeval met f OCH bij verlies van een hand, f IOC bij verlies van een f Cfl bij 'n breuk van f l fï bij verlies i tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen uüüü. verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; wü. doodelijken aflcop1 *nJU« een voet of een oog; 1 luUm" duim of wijsvinger; 1 been of arm; I 4U." andere vinger. Men kan niet met voldoenden grond be weren, dat de Katholieken zich niet bewust zouden zijn van de groote verantwoorde lijkheid, welke zij, op grond van hun getal in en buiten de volksvertegenwoordiging en op grond van allerlei andere omstan digheden, mede dragen voor den gang van zaken op staatkundig gebied hier te lande. Wel rijst bij ons nu en dan de vraag, of men wel ten volle hetzelfde kan zeggen ten aanzien van het staatsbeleid met be trekking tot Indië. In het stellen van deze laatste vraag schuilt niets oneervols, want laat ons aan stonds er aan toevoegen, dat de leemte, welke wij op dit gebied meenen te consta-' teeren, bij de andere politieke partijen in niet mindere mate wordt aangetroffen. Aangezien echter ieder geroepen is te zorgen, dat in de eerste plaats het stoepje voor de eigen deur schoon is, willen wij op dit oogenblik alleen over de eigen Katholieke Staatspartij spreken. Dat wij met deze beschouwingen niet al te zeer van het rechte pad dolen, blijkt wel hieruit, dat niemand minder dan Mgr. Nolens, de leider onzer practische Katholie ke staatkunde, bij de behandeling der staatsbegrooting voor 1928 de wenscheiyk- heid heeft uitgesproken, dat verschillende Kamerleden door eigen aanschouwing in staat zouden zijn onze overzeesche gewesten eens wat beter te leeren kennen. Ook de studie-reis van Staatsraad Kooien naar Indië wijst er toch wel op, dat deze wenschen koestert, welke in dezelfde richting gaan, terwijl beiden duidelijk gevoelen, welke groote belangen daar in Indië vallen te behartigen op allerlei gebied en hoe nauwere aanraking met die gewesten en dezer be volking, hoe kennismaking door eigen aan schouwing ook voor de Katholieke Staats partij onmisbaar is. Om maar iets aan te toonen: wie „Indië" zegt, zegt „petroleum, suiker, rubber, enz." en wie „petroleum, suiker en rubber" noemt, noemt „vraagstukken van wereldomvattende politieke beteekenis." Zoo zijn de waagstuk ken, welke in Indië aan de orde komen om nu nog maar te zwijgen van de missie en onze verhouding tot de inland- sche bevolking vraagstukken van den allereersten rang, waarbij allerlei kwestie tjes, waarover wij ons £ier in patria vaak druk maken, slechts kinderspel gelijken. Wij werden daaraan nog weer herinnerd, toen onlangs in de Eerste Kamer in behan deling kwam een regeerings voorstel tot belangrijke uitbreiding van petroleum- concessies in Indië. Laat ons nu maar rond uit zeggen, dat dergelijke ontzaglijk be langrijke materie haar beslag krijgt geheel buiten het Katholieke kiezerskorps en in zekeren zin buiten de Staatspartij om. De Kamerleden zullen in den regel om be grijpelijke redenen in deze soort zaken wei nig doorkneed zijn waarvoor hen geen enkel verwijt treft zoodat aan het spel van invloeden, dat nergens zich zoo krach tig roert als op dit gebied, noodzakelijker wijs ruimer baan wordt gelaten dan wen- schelijk is. Het standpunt der z.g. deskundigen, het welk zoo gemakkelijk verwant zal of althans kan zijn aan dat der belanghebbenden, krijgt op deze wijze al te licht een grooten voor sprong, met al de bezwaren, welke daaraan op den langen duur verbonden zijn. De Katholieke Staatspartij verkeert op dit oogenblik in dit opzicht al in zeer ongun stige conditie, omdat zij zelfs geen enkel lid in de Volksvertegenwoordiging bezit hetwelk voor koloniale specialiteit kan door gaan. Maar ook dat zou geen voldoende op lossing zijn, zooals de ervaringen met het voorstel-Peber inzake de Europeesche meer derheid in den Volksraad genoegzaam aan- toonen. Zoo meenen wij, dat ook het denkbeeld- Nolens wel aanbeveling verdient, maar geen afdoende oplossing geeft, omdat die ken nismaking van Kamerleden met Indië uiter aard te vluchtig zal zijn, zich slechts tot enkele hoofdzaken zal kunnen beperken en geen blijvend karakter draagt. Wij zouden er daarom wel iets voor ge voelen, aan onze Staatspartij een permanen te Commissie te verbinden van personen van allerlei denkrichting (economen, sociologen, intellectueelen, priesters enz) welke hare vertakkingen in Indië heeft en houdt en de beide fracties der Volksvertegenwoordi ging voortdurend van advies dient in al die belangrijke zaken, waarover die fracties telkens haar advies zullen inwinnen. Het lijkt ons toe, dat zulks voor de Ka tholieke Kamerclubs van zeer groot gewicht zou kunnen zijn, terwijl die belangrijke onderwerpen dan ook van zelf voor de Staaatspartij, d. w. z. voor het Katholieke kiezerskorps, meer zouden gaan leven. Bovendien werd onze aandacht in verband met Indië dezer dagen getrokken door be richten in de bladen over de a.s. benoe ming van den heer Bruineman, den Voorzit ter der Indische Katholieke Partij, tot poli tiek vertegenwoordiger van de liberaal-ka pitalistische groot-ondernemersgroep, welke Suiker-syndicaat heet. Deze bekwame Ka tholiek schijnt, wanneer hij in die nieuwe hoedanigheid in den Volksraad zitting zal hebben genomen, tevens in zich te zul len vereenigen het correspondentschap van „De Maasbode". Het komt ons voor, dat die combinatie (Voorzitter van Indische Katholieke Partij, Correspondent van „De Maasbode", lid van den Volksraad en vertegenwoordiger van het Suiker-syndicaat) zoowel voor den be trokkene zelf, als voor de Katholieke Partij minder gewenscht zijn. Op zich zelf vinden wij het al niet zonder bedenking, dat het liberaal-kapitalistische Suiker-syndicaat, een vertegenwoordiger zoe kende, daarvoor niemand beter meent te kunnen vinden dan den Voorzitter der Indische Katholieke Partij en dat deze Voorzitter, toen hem die uitnoodiging be reikte, ook meende daaraan te kunnen vol doen. Wij willen hierin niet nader treden hierin schuilt veel wat van internen aard is maar wel gelooven wij, de wensche- lijkheid te mogen betoogen, dat de heer Bruineman zich zal hebben te ontdoen van alles, wat hem bindt aan het openbare Katholieke leven, opdat iedereen wete, dat er geen misverstand kan bestaan, dat men uit sluitend te doen heeft met den vertegen woordiger van het Suiker-syndicaat. Een en ander bracht ons ook nog eens in herinnering die groote waarheid, welke Mgr. Nolens onlangs bij dezelfde gelegenheid signaleerde, dat wij bij het vormen van een oordeel over Indische belangen goed zouden doen, niet al te zeer het oor te leenen aan hen, die als vertegenwoordigers der groote kapitalistische belangen in die gewesten moeten doorgaan. In ieder geval lijkt het ons ten eeneri male onjuist, dat de Indische Katholieke Partij in een tijd, nu er stelling moet wor den genomen in het vraagstuk van onze verhouding tot den inlander, ook ter ver krijging van rust, blijvend zou worden gere presenteerd door iemand, wiens oordeel in economische en sociaal-politieke vraagstuk ken eenzijdig gebonden is aan een belang rijke positie! De stad is gevangen in een zwarten stoet van mannen. Waar overdag de ziedende jacht van het moderne leven zich het sterkst manifes teert in den snellen wedloop van het ver keer, waar de macht van het groot-bedrijf zich concentreert in massale kantoorgebou wen, waar het publiek der groot-stad van 's middags tot het nachtelijk uur zich tracht te amuseeren in modepaleizen, bioscopen en tearooms, waar in sterke burchten van hardsteen en massieve tralies de geheim zinnige macht van het kapitaal zetelt, daar is ver weg en dicht bij de rust van traditie en gebed, omsloten en beschermd door de huizen van het stille hofje. Daar is ook het begin van de stille demonstra tie, de oer-krachtige uiting van Geloof en Liefde die de Stille Omgang is. De schoonheid der Middeleeuwen, schoon heid van Katholiek leven, herleeft in dezen nacht. Nu komen uit nachtelijke straten kleine groepjes mannen, kouwelijk weggedoken in hun jaskragen, die naar het centrum der stad loopen; nu stappen op de buitenwegen mannen en jongens, rij na rij tot een lan gen stoet, zich richtend naar het centrum der stad; nu brandt achter neergelaten gordijnen licht in kamers, waar men zich in het vroegste morgenuur gereed maakt voor den tocht in het centrum der stad; nu daveren zwarte nachttreinen binnen de donkere overkapping van de stations en slingeren lange stoeten pelgrims zich vanaf den uitgang naar het centrum der stad. Voor enkelingen, groepjes en lange optoch ten, voor allen is het doel hetzelfde. Bij het Bagijnhof begint de omgang, Ge- DE BEGRAFENIS VAN WIJLEN DEKEN J. B. J. M. HÖPPENER TE DELFT. Het stoffelijk overschot wordt de kapel van het Kerkhof binnengedragen. 1 lach, gerook, gepraat houdt op; de bede vaartgangers voelen de plechtigheid van het oogenblik. In devote stilte en stipte orde slingert de stoet door de smalle straten. Er is geen gewijde muziek en gezang van hym nen; er zijn geen kleurige vaandels en gou den vlammen van kaarsen; er is geen geur van kringelende wierookwolken, geen goud borduursel van prachtige priestergewaden, geen luister van geestelijke en wereldlijke autoriteiten in de schittering van officieele kracht. Er is slechts een stoet van zwij gende mannen, er is slechts de cadans van hun zware stap op hetasphalt; er is slechts hun stil gebed. Maar de zwijgende ernst van den pelgrimstocht maakt mach tiger indruk dan de meest klaterende ma nifestatie. Een agent van politie kijkt ge ïnteresseerd naar de gezichten der mannen, een kellner vergeet zijn verlangen om zoo vlug mogelijk thuis te zijn en kijkt ver wonderd toe, slenterend nachtvolk laat een spotlach krijschen over een trouwhartigen pelgrim uit de provincie met zijden pet en een zakje boterhammen, maar spot en nieuwsgierigheid stuiten af op de stilte van het gebed. Het rythme van den voortschrij denden stoet overheerscht banale gezeg den van verwondering en het lallend ge blèr van idioten-onder-invloed; het rythme van de zware stappen beheerscht de stad en den nacht. De stoet op den weg, waar langs vroeger de schitterende sacraments processie trok, omvat de stad; het gebed der mannen stijgt omhoog, hun stappen weerklinken er en het wordt tot een machtig gezang, onweerstaanbaar, ontroe rend, schoon van krachtig, heerlijk geloofs leven der duizenden mannen, rij na ry, stoet na stoet, zonder einde, voorttrekkend den ganschen nacht tot het morgenlicht grys door de wolken breekt. Men trekt langs het Paleis der Vorstin en de gebeden stygen op voor Haar, haar be stuur, voor Gods zegen op haar arbeid; men trekt langs het water, van waar vroe ger de Indië-vaarders vertrokken en de vrouwen schreiend hun dierbaren vaarwel groetten, en de gebeden stygen voor hen die strijden tegen storm en golf of er reeds den dood vonden men trekt door de nauwe straten en de gebeden stijgen op voor allen die sti-yden en ïyden, voor dwa lende broeders, gebeden tot Aanbidding en Eerherstel. Men trekt om de plek waar vroeger de H. Stede stond gebouwd, en de gebeden stygen op, de devotie wordt inni ger, het gebed sterker; de stappen slaan het zware rythme, het machtige geluid van den eindeloozen stoet dringt door de mu ren, het geloof der duizenden mannen ziet door de huizen van geldmacht en mondaine weelde: achter die kantoren en achter die modepaleizen stond de H. Stede waar de H. Hostie van Amsterdams Mirakel in gouden reliekschrijn werd bewaard en on geschonden bewaard bleef in den verwoes tenden brand. Hier is de Stille Omgang het schoonst, het sterkst sprekend, het ont roerendst. Hier komt men het meest onder den indruk van den dreunenden cadans der stappen, hier voelt men het gebed der tien duizenden, stil, maar vurig. Hier is de Stille Omgang ten einde. De mannen trekken naar de verschillen de kerken in de stad, maar vanaf het Spui by het Begijnhof beginnen nieuwe drom men den nachtelijken bid-tocht. Mannen van eiken leeftijd en maatschappeiyke hoogte, loopen en bidden, mannen die ver moeid zijn door een tocht van vele uren, jonge menschen, ernstig en devoot, jongens die steun zoeken aan vaders arm, op van slaap en vermoeienis, maar gelukkig in het besef deel te nemen aan den Stillen Om gang. Loopen en bidden. Uur na uur trekt de stoet voort, man na man. Hun oog vindt geen bekoring, hun oor hoort geen geestdrift, maar deze afwe zigheid van luister en rijkdom is een waar borg, dat allen komen om de zaak zelve: het gebed van den Stillen Omgang, en maakt dezen tocht schooner en indrukwek kender dan alle openbare processies. De stoet omsluit de stad; de H. Stede en de Heilige Weg is omgeven door oen stoet van biddende mannen. Hun stappen slaan het zware rythme; het is muziek van traditie, eerbied en godsvrucht. De stad slaapt, de godsdienst leeft De Stille Omgang is schoon en goed. Andermaal zijn Zaterdagnacht de Haar- lemsche leden van het Genootschap van den Stillen Omgang naar Amsterdam getrokken, om daar een stille hulde te brengen aan het Mirakel van Amsterdam. De groote kerk aan de Amsterdamstraat was, toen om half twaalf het Lof begon, weer geheel gevuld en even over twaalven trokken de pelgrims naar buiten. De regeling der groep-vorming was ditmaal anders dan vo rige jaren maar naar het ons voorkomt niet beter. Stonden vroeger de leden in de kerk en trokken ze met de tot hun groep, waarvan het nummer op de banken stond, behoorenden gezamenlijk naar buiten, nu stonden alle groepsleiders op straat en liet men de kerk maar leegloopen; daar buiten moest men dan maar een der zich vormen de groepjes volgen. Wij weten dan ook tot nog toe niet, in welke groep wij meeliepen. Maar we troffen het, het was er tenminste een met een goeden leider, die er flink het tempo in wist te houden. Langs den gewonen weg Amsterdam- schestraatweg tot aan den Admiraal de Ruyterweg en vervolgens door de stad naar het Spui, werd de lange tocht voortgezet. Het was vinnig koud, een yzige wind woei den pelgrims in het gelaat, maar spoedig had men zich warm geloopen en voelde men van de koude niet veel meer. Om tien minuten over twaalven vertrok de stoet, 1400 man groot, uit de Amsterdam straat te Haarlem, om 4.20 kwam hy op het Spui te Amsterdam aan om den Stillen Om gang te beginnen en precies om 5.10, dus juist vijf uren na het vertrek uit de kerk te Haar lem, stonden allen weer voor de kerk in Am sterdam om daar de H. Mis by te wonen. Doordat dit jaar voor het eerst de Stille Omgang, om een geregelden voortgang mo gelijk te maken, niet door allen te gelijk, maar twee malen werd gedaan en nu alleen de Amsterdammers, de Haarlemmers en dis uit Kennemerland ter beevaart optrokken was de drukte lang niet zoo groot als vorige jaren en liep alles veel vlotter. Een abonné zendt ons deze indrukken van den Stillen Omgang. O, als een stomme, droeve klacht! Zoo hing de nacht! Zoo hing de nacht, Om ieder onzer henen, wy gingen door dien kouden nacht, En hebben aan Gods klacht gebracht, Vertroosting in heur steenen. In stoeten, stappend eendergang, Van veel gebeden en gezang. Zijn wij ter Heilige Stede Getogen, met een zuivere ziel, Waar Gods barmhartigheid in viel, Na vrome biechtgebeden. Heer Jezus zag ons groetend aan, Door kerkmuur héén, bij 't ommegaan, Stil zegenend ons pogen, Om Hem te brengen eerhelstel. Hoe bréndde 't hart in ons toen fél! Hoé werd de ziel bewogen Ach, 't leed, dat op ons allen zonk, Toen toch tot liefdevreugd verblonk! Déér, onder Jezus oogen Hoe licht werd ons de zware tocht! 't Was, of ons stappendruischen vocht Het éérst te zyn ter Woning, Waar Hij ons wachtte, teeder-stil Van tusschen 't offerlicht-getril Der kaarsen, onze Koning. En uit den nacht in lichtkerk-pracht Kwam Jezus in ons, half versmacht Van nooit-vermoed beminnen O! levend, lievend Koningshart! Wéér bleef toch onze zorg en smart? Toen Gij doorsloegt onze zinnen? O! voer onz' omgang uit den nacht, Naar d'eeuwige dageraden-pracht, Waar liefde en leven wonen, Waar 't driewerf Heilig Sanctus roert En onze liefdestoeten voert, (Wij hopen 't) rond Uw Trone! Autobus der Brockway Mij. in den slootkant. Zaterdagmiddag om circa kwart vóór 3 reed een autobus „de Koolmees" van de Brockwaybus Mij. en bestuurd door de chauffeur Reewijk uit Hillegom, met passa giers langs den Glipperweg tusschen den Glipperbrug en de buitenplaats Meer en Berg. Voor hem uit reden vier wagens be laden met zand. Op de signalen van den chauffeur haalden 3 der bestuurders wat uit, maar de 4e hield te veel den middenweg, die daar, naast de trambaan circa 3 M. breed is, met het nood lottig gevolg dat de autobus te veel in den kant raakte, en met de linkerwielen weg zakte ia den lossen weg naast den sloot. De chauffeur, voelende dat de wagen te veel overhelde, wilde nog trachten den wagen op den weg te brengen, doch van een dezen winter omgewaaiden boom was het ondereind nog in den grond, waardoor het voorwiel nog meer naar links uitweek, en vastliep. Gelukkig bleef nu de wagen op die stomp hout steunen, waardoor om vallen voorkomen werd. Nu konden de reizigers rustig uitstappen, zonder eenig letsel te bekomen. Door de firma P. v. Houten te Heemstede verd met den kraanwagen „de autobus" weer op den weg gebracht. Om ruim 6 uur was het verkeer, dat van half 5 af door Groenendaal geleid was, weer normaal. Over het ongeval, dat zoo zeld zaam goed is afgeloopen, nog het volgende: Nu de werkzaamheden aan den Heeren- weg bijna overal tegelijk zijn begonnen, moet bet geheele verkeer geschieden over den Glipperweg. Ter plaatse waar het onge luk gebeurde is de weg zeker niet meer dan 454 M. breed, waarbij is begrepen de tram baan. Aan de werkzijde van den weg ligt een slootje, waarlangs voorheen boompjes ston den, die er dezen winter zijn uitgehaald, maar waardoor de weg zeer zacht is, en een chauffeur van een zwaren wagen wel een halve M. van den kant af moet blijven. Over dit smallen wegje met dit enorme verkeer rijden ook dagelijks zandwagens heen en weer, bespannen met sleepers- paarden, en bestuurd door voerlieden, die veelal voor het verkeer gevaar opleveren. En van die groote bussen zijn zij geen vrien den, omdat zij teveel op hun werk moeten letten, en minder prettig kunnen conver-. seeren met elkander tijdens den rit,. Zoowel auto als wielrijders hebben dit meerdere malen ondervonden. Zoo ook Zaterdagmiddag. Drie der voer lieden maakten den weg eenigszins vrij, de 4e, die voorreed hield den middenweg. De chauffeur dacht er toch nog langs te kunnen, met het noodlottig-gevolg. Zooals vorengemeld, bleef het voorste deel van de autobus op het ondereind van een afgewaaiden boom hangen. Was dit niet gebeurd, dan was de wagen onherroe pelijk omgekanteld, en terecht gekomen in de aan den overkant van het slootje staande afgekapte haag, waardoor de reizigers be kneld zouden geraakt zijn tusschen pun tige stukken hout, het glas en de wanden der autobus. Onder leiding van den heer M. C. v. d. Wal was spoedig een groot aantal garage- personeel aanwezig, die zonder extra hulp niet veel uit kon richten. Daarna werd de firma P. G. M. v. Hou ten met haar kraanwagen ter hulp geroepen. Maar de smalle weg belemmerde al bij zonder de werkzaamheden. Daarom werd om circa half 5 door den Burgemeester, die spoedig ter plaatse was besloten het geheele verkeer door Groenendaal en over de Prin senlaan te leiden. Nu was het nog maar alleen de stoomtram, die om het kwartier passeeren moest, en waarvoor de kraanwagen moest wijken. Dit ongeval heeft een buitengewoon goeden afloop, maar zoolang het geheele ver keer over dezen smallen weg zal moeten gaan, zullen zeker nog meer ongelukken moeten komen, al:: ieder niet zijn uiterste best doet die te voorkomen. 1Gld per pond 20ct perons 10ct. per'/20ns fhansverkrygbaa Heeren priizen volgende pry zen door de C. S. M. vastgesteld: f 18.50 per 1000 K.G., franco schip of tram 19.75; levering aan spoorwegen op gehalte 17.75 basis 14 pet. per 1000 K.G. De prijs der pulp af fabriek is 3.75 per 1000 K.G. Door de coöperatieve suikerfabriek to Put- tershoek werden deze week in dn beneden- Tielerwaard contracten afgesloten voor leve ring van den bietenoogst 1928 tegen 18 per 1000 K.G. Aan leveringsdatums tegen bepaalde prij zen, zooals de laatste jaren gebruikeiyk is, Is men niet gebonden. De prijzen voor de suikerbieten zyn op Zuid-Beveland en Walcheren dit jaar 18.50 aan het water. De pulpprijzen zyn per schip 4.50 en per spoor 6 per 1000 K.G. De veehouder P. J. H. aan de Dominé'slaan te Halweg was bezig zijn koeien koek te voe ren, toen het geval hem trok, dat een der koeien, nog wel een beste kaifkoe, een stuk lijnkoek in de keel kreeg. Hoewel spoedig de veearts gehaald werd, en later op den dag nog eens, moest op advies van den. veearts het beest worden afgemaakt. Een niet onbe langrijk schadepostje voor den eigenaar, die het beest de vorige week pas had gekocht. Op den Rüksstraatweg, tusschen Halfweg en Amsterdam, is gisteravond omstreeks 11 uur, een doodeiyk ongeluk gebeurd, waarvan de heer Huis in 't Veld het slachtoffer is ge worden. De wagenvoerder van den tramtrein, die om 10.20 uur uit Haarlem vertrekt, zag naby de halte „De Bark", dat een man met den rug tegen dan haag stond, die zich tusschen de trambaan en den rijweg bevindt. Door tot nu toe onbekende oorzaak botste de man met het hoofd tegen de tram, waardoor hij een schedelbreuk bekwam. De dood trad büna onmiddellijk in. De politie van het bureau Adm. de Ruyter weg te Amsterdam en de Geneeskundige Dienst werden gewaarschuwd. Het lijk werd naar het Wilhelmïna-Gasthuis overgebracht. Daar bleek het slachtoffer te zijn de heer Huis in 't Veld, hoofdagent van politie te Zandvoort. Den wagenvoerder der tram treft geen schuld. Het tramverkeer ondervond door het onge luk een half uur vertraging. Te Nijmegen heeft gisteren de plechtige bisschopswijding plaats gehad van mgr. Jur- gens. Omtrent het lot van Hinchcliffe en miss Mackay is steeds nog niets met zekerheid be kend. De „Schuttevaer" vertrekt hedenmiddag van Engeland naar Amerika. Een uitsluiting in de steenlndnstrie zal vermoedelijk ingaan op 2 April as, De Amsterdamsche politie heeft zeven ar restaties gedaan in verband met een diefstal. Verontrustende uitbreiding van het com munisme in Duitschland. De parlementaire periode Kamer beëindigd. der Fransehe De verschillende suikerbietenpryzen voor dit jaar zijn thans vastgesteld en bekend gewor den. De Centrale suikermaatschappij voor Gel derland heeft de beetwortelpryzen vastgesteld als volgt: a. voor levering tot en met 17 No vember 18.—; b- voor levering na 18 No vember 15.—, prys van het zaad 0.50 per K.G.; pulpprijs voor bietenleveranciers tot 100 pet. van het bietengewicht, per kar af fabriek 3.25 per 1000 K.G.; per schip af fa briek 3; maximum voorschot 140 per be zaaide H.A. tegen een rente van 4 pet. Voor Zuidholland bezuiden den Rijn zyn de Een Franschman te 's-Gravenhage gearresteerd. Door de Haagsche politie is te Schevenin- gen aangehouden, Lucien Levy, wiens arres tatie verzocht wordt door de Fransehe Ju stitie, naar aanleiding van knoeierijen, welke hebben plaats gehad bij de herstelleveran ties. Op het land van den heer A. Griekspoor te Nieuw-Vennep daalde dezer dagen een luchtballon, welke afgezonden was door het Ministerie van Handel en Nyverheid te Pa rijs. Aan den ballon was een schrifteiyk ver zoek bevestigd om van de daling kennis te geven aan genoemd ministerie. Dit heeft ook plaats gehad. Zaterdagmiddag geraakten twee knaapjes in den zeer diepen vyver van het Witwater- bosch te Kollum! Toen spoedig daarop de beide jongens op het droge waren gebracht, bleken de levensgeesten by den 10-jarigen C. Hooghiem geweken. Toepassing van kunst matige ademhaling mocht niet meer ba,ten. De andere jongen kwam er met een nat pak af. Een gedeelte van het noodprogram den Duitschen Rijksdag aangenomen. Van de in Rusland gearresteerde Duitsebe Ingenieurs is één in vrijheid gesteld, een an der voorwaardeiyk. Het gebeurde op de „Royal Oaks". Een al- gemeene krijgsraad zal een onderzoek in stellen. Het Amerikaansche Represcnlantenhnfe keurt het viootprogram goed. Barometerstand 9 uur v.m.: 766, achteruit. Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 6.42 uur. Hoogste bar. stand 775.3 m. M. te MemeL Laagste bar. stand 740.8 m.M. te Valencia. Overwachting: Matige, tüdelijk toenemen de Z.O. tot Z.W. wind, zwaar bewolkt tot betrokken met tydelijke opklaring, waar- schynlijk regen vooral in het westen, Iet» zachter. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1