!P' m LEEKEPREEKEN. Voornaamste Nieuws Verkeersongevallen ZATERDAG 31 MAART 1928 3E Wel doordacht! Mussolini BUREAUX: NASSAULAAN49; DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD. EEN EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16ö20 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK PPIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA MET ONGEVAL. O KAPITAAL RESERVE f 2.000.000.- 420.000,- Het wetsontwerp inzake voorziening tegen besmettelijke ziekten Een ambtswoning yoor den minister van Buitenlandsche Zaken De heer Chris Jansen DE PLECHTIGE UITVAART EN BEGRAFENIS VAN DEN OVERLEDEN PORTUGEESCHEN GEZANT J. J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem Brand Een incident in het gerechts gebouw te Zutphen Sr Geen uitsluiting in de steenindustrie Een Frans Hals? Landgoederen, voor het publiel toegankelijk Een arbitrage-verdrag NederlandVer. Staten? Een verdrag tusschen Nederlan en Denemarken Afc, Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal i 3.58 bi} vooruitbetaling. NIEUWE HAARIfMSCHE COURANT AD VERTENT 1EN 35 ct. p. reg VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct.. 4>ij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusscbcn den tcksl 60 ct. per regel. Alle abonné's cp dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvcorwaarden f OOfin Levemlange geheele ongeschik theid tot werken door f TCf» bij een 'ongeval met f tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 uUHilS. verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; A «U.~ docdel'ij ken aflcop; ItoU." een roet of een oog; A ILxS." duim of wijsvinger bij verlies van een hand, f f Of» bij verlies van een f Cf| bij 'n breuk van f lf\ m bij verlies y een voet of een oog; A I Lv." duim of wijsvinger; A vu» been of arm; 1 TU. andere vi v. een vinger. 232 HET OFFER Den vungen keer hebben wij gaÉracht ons te verdiepen in de beteekenis van „Gods wil", Als vanzelf voert de komende week, waarin wij de gedachtenis van Christus' dood weer gaan herdenken er toe, om vandaag eenige oogenblikken stil te staan bij het offer, waar bij eenmaal Gods wil op de meest volkomen wijze vervuld werd. Het bloedige drama van Calvarië is zoo rijk aan stof tot meditatie, dat het onuitputtelijk lijkt aan lessen en vrome beschouwingen. Zoo gemakkelijk wordt onze beperkte geest, staan de voor overweldigende tafereel en, door bij komstigheden of onderdeelen afgeleid, zoodat de beteekenis van het geheel ons ontgaat. Dit gevaar loopen wij niet het minst bij de over weging van het geweldig probleem van den Godsmoord. In het hevig ontroerende dra ma van Calvarië zijn er zooveel tafereelen, welke ons afleiden van de ware beteekenis, van den diepen zin van het gebeuren op den kruisberg: het offer. Christus' dood was een zoenoffer. Een God, die ter wille van zijn gevallen schepse len mensch wordt en dan dat leven ten offer brengt in een gruwelijken dood om hen van hun schuld te verlossen! In dat offer ligt een eeuwigheid van gedachten opgesloten. En toch, met welk 'n schromelijke onverschillig heid gaat de wereld aan het kruis voorbij! Van alle kanten, ieder oogenblik, op alle plaatsen, in allerlei omstandigheden wordt zij aan het kruis herinnerd. In heel onze be schaving is het kruis doorgetrokken. Ge doopte en ongedoopte, christen, jood en mo derne heiden, zij spreken allen van een kruis, waaronder zij gebukt gaan, van kruisen, die hun leven veronaangenamen. Op kerkhoven en torenspitsen spreken de kruisen ons van allen kant aan. Ja, zelfs om aan de ijdelheid te voldoen spelt men met trots het ridder kruis op de borst, niet bedenkend, dat het kruis in de christelijke beschaving alleen tot roem- en eereteeken kon worden, omdat Christus' dood het smaadhout der Romeinen omzette in een teeken van een koninklijken overwinnaar. Zoo wordt de wereld voortdurend herin nerd aan het kruis als teeken van haar ver lossing. En hoe weinig dringt die les tot de menigte door. Hoewel het leven broos en kort is, hoewel het leven vol teleurstelling is en de dood voortdurend dreigt boven alle be zit en alle aardsche glorie, verdiepen zoo wei nigen zich in de groote, de alles beslissende vraag; en wat gebeurt er straks, na mijn dood? Stelden zij zich die vraag ernstig, het kruis zou hun het eenige afdoende en eenige troostende antwoord kunnen geven; wanneer gij Christus gevolgd zult hebben, zult gij na uw dood een geopenden hemel vinden. Geo pend door Zijn vrijwilligen marteldood! Maar dit sluitstuk van alle levensproblemen, deze oplossing van alle levensvragen is voor milli- oenen blijkbaar van minder waarde dan lut tele, onverschillige en vergankelijke aardsche dingen. Ja zelfs hebben verwaten schijngeleer den de laatste eeuwen van rationalisme en ongeloof herhaaldelijk gepoogd om Christus' godheid in naam der zoogenaamde weten schap te loochenen en met Zijn Godheid ons de troostende redding van Zijn Kruisdood te ontnemen. De onbarmhartige tijd is over die werken der duisternis heengegaan en wat als geschiedkundige waarheid werd opgedischt, is door de ware wetenschap als onhoudbaar ver worpen. De menschheid schijnt echter nooit wijzer te worden. In een Verlosser en een red denden zoendood van een menschgeworden God aarzelt zij te gelooven; wat den mensch tot troost en tot antwoord kan strekken op bange levensvragen, laat haar onverschillig. Maar nauwelijks komt zich bij het leger van vergane schijngeleerden een nieuwe voegen met een nieuw „bewijs" omtrent de onwaar heid van het Evangelie, of er ontstaat ver warring, er komt belangstelling, men spitst de ooren, alsof er een lang verwachte heil- boodschap wordt gebracht. De vorige maand maakte de geheele pers van Zweden met veel omhaal gewag van een nieuw boek, dat onder den titel; „Is Jezus aan het kruis gestorven?" verschenen was, een werk van een als „be kend geneesheer" genoemden schrijver, die luisterde naar den naam van dr. Hugo Toll Tot dan toe hadden alleen de historici, ro manschrijvers en de theologanten zich met de vraag van Christus' godheid bezig gehouden. Waarom zouden de medici het ook niet eens doen? De kwasi-geleerde durfde het aan om na negentien eeuwen een diagnose te stellen over het sterfgeval van den grooten lijder van Golgotha. Terwijl ernstige geneesheeren nu nog herhaaldelijk voor vragen staan en de raadselen niet kunnen peilen van het orga nisme, dat voor hen ligt, waagde deze medi cus het op een afstand van meer dan negen tienhonderd jaar vast te stellen, dat Jezus aan het doornagelen van zijn handen en het vastbinden van Zijn voeten alleen niet ge storven kan zijn. Ook het hangen aan het kruis gedurende vele uren is hem niet voldoen de; zelfs het doorboren van de zijde met een lans is voor hem een bewijs, dat het lichaam niet gestorven was. Bij de graflegging in den avond moet Jezus' lichaam in een toestand van verdooving hebben geleefd, welke 36 uren In het graf bleef voortduren. Toen moet er een aardbeving zijn gekomen, welke den grooten steen weg sloeg en Christus moet op de meest natuurlijke wijze „geheel gehoor gevend aan het instinct van zelfbehoud" zijn gevlucht! Dat dergelijke godslasterlijke onzin in het brein van een zich noemend geneesheer op komt, dat een medicus zijn reputatie weg werpt en dergelijke wartaal durft laten druk ken op zijn naam, mag op zich zelf al een staal van de groote geestesverbijstering en on evenwichtigheid zijn, waarin velen na den oorlog schijnen te zijn vervallen. Maar dat dergelijke dwaasheden nog als sensatie-nieuws ontvangen worden door een groot publiek; dat de wereld er zich aan vergaapt en dat zelfs Nederlandsche dagbladen van standing zulke beleedigingen van het gezond verstand zonder commentaar, als producten van men- sehelijk denken, aan hun lezers voorzetten en dat daarop geen protesten volgen, dat be hoort tot de allerdroevigste raadsels van on zen tijd. Wat moet voor ons hieruit de conclusie zijn? Dit, dat het christendom meer dan ooit te midden van deze zich noemende westersche beschaving een groote taak te vervullen heeft De blijde boodschap van het Evangelie moet nipt enkel door onae missionarissen gebracht worden naar de heidensche volkeren, die nog gevangen liggen in den ban van duivelsche vooroordeelen. Wij moeten het kruis ook plan ten in onze eigen omgeving en de lessen van het kruis leeren aan de moderne heidenen om ons heen. Want het kruis is der menschen eenige hoop, zonder het geloof in Jezus' zoen dood geen zaligheid, geen hemel, geen geluk kige eeuwigheid. En wat is het korte en brooze leven waard zonder de belofte van den kruistriomf? Maar nooit zullen wij er in slagen de we reld weer terug te brengen tot het reddende geloof in het kruis, wanneer wij haar niet op nieuw den geest van het offer leeren. Juist het offer is het, dat millioenen de oogen doet sluiten voor het drama van Calva rië. Instictmatig gevoelen zij, dat het geloof in den kruisdood van een God, tot mensch geworden, om voor Zijn schepselen te sterven, van die geredden zelf ook offers eischt, offers van zelfverloochening, van het richten van zijn leven naar het voorbeeld van den grooten lijder. En van die consequenties schrikt een geslacht terug, dat zich het liefst uitleeft in zingenot, in lichaamscultuur, in de meest bandelooze vrijheid. Terug naar het Kruis, Spes unica, onze eenige hoopDat moet de leus zijn van allen, die het wel meenen met hun medemenschen, dus van ons, christenen, die roemen in Jezus' Kruis. Maar om de we reld weer te trekken naar dat teeken van ons geloof en dat onderpand van onze hoop, moe ten wü zelf den offerberg beklimmen, het voorbeeld van een offervaardige liefde geven evenals de christenen der catacomben, wier gedrag de aandacht der Romeinen trok, wier voorbeeld het groote succes der Evangelie prediking werd. Ziedaar de moeilijkheid! Ook onder de christenen, ook uit het heiligdom zelf dreigt de offergeest te verdwijnen; ook in onze rij en is de wereldgeest van gemakzucht, zinnen- lust, van het jachten naar vermaak, van den heidenschen lichaamsdienst doorgedrongen. Hoe zullen wij dan die millioenen verdoolden trekken naar 't afschrikwekkend tafereel van den Godsmoord, wanneer wü zelf aan den voet van den offerberg blijven aarzelen? Het offer heeft van ouds de gedachten van de menschen bezig gehouden; maar eerst in het christendom is het door Christus' zoen dood tot zijn volle waarde gekomen. Chris tus heeft ons geleerd, dat aan God niet zoo zeer aangenaam is het offer van bokkeh en stieren, dat die uiterlijkheden slechts konden worden geduld, zoolang het groote offer van den Godmensch zelf nog niet was gebracht. Deze zou ons leeren, dat dit de hoogste offer dood is, dat iemand zich zelf geeft voor zijn broeder. Ziedaar den offergeeest van 't christendom. Hoe hebben wij dien verstaan? Ons leven wordt niet onvrijwillig gevraagd. Die hoogste daad van naastenliefde is slechts voorbehouden aan die weinige bevoorrechten, die naar onbe schaafde streken trekken om het Evangelie te brengen of zich begeven te midden der melaatschen met de zekerheid, dat de witte dood ook hen zal aantasten. Zulke offers van ons zelf worden, in navolging van den Groo ten voorganger, van Hem, Die Zijn leven voor ons allen gaf, niet gevraagd. Maar de gelegen heid tot offeren in den christelijken zin heb ben wij dagelijks'; de zuivere beoefening der plichten van naastenliefde is niets anders dan het brengen van offers: offers van zelfver loochening, van afstand doen van ons dier baar bezit; van verdragen van beleedigingen; van vergeven aan die ons krenken; van ge duld met onwetenden; van het intoomen onzer lusten, van ons verlangen om mee te doen met een pronkzieke, dansende, genot- zoekende wereld en een wulpsche mode, of fers, waardoor wij ergernis voorkomen en 'ichtzinnigen tot nadenken en inkeer brengen. Telken jare keert de stille week terug om ons te herinneren aan het groote Paasc'nfeest, de week met haar ontroerende plechtigheden in Christus' Kerk. Moge de komende Goede Vrijdag in de aanstaande week niet aan ons voorbijgaan, zonder opnieuw in ons te hebben verlevendigd de ware offergedachte. HOMO SAPIENS. Dinsdag schreven wij een artikel over de perscampagne, opgezet tegen mr. Boman' veelvuldig wegblijven uit de Tweede Kamer Daarin werd ook aan het adres van enkele met name genoemde katholieke bladen ge zegd, dat achter deze campagne een per soonlijke strijd werd vermoed en dat dit vermoeden niet geheel zonder grond scheen te zijn. Wij hebben den collega's eenige dagen den tijd gelaten om daarop zooals wij ver wachtten te reageeren. De Tijd deed het dadelijk met het groote gebaar van konink lijke verontwaardiging, passend aan een kasteelheer. De Residentiebode deed het Donderdag, gemoedelijker, en verzocht ons „het ondoordachte woord" terug te nemen Van de overigen hebben wij niets vernomen Laten wij dadelijk zeggen, dat hier van een ondoordachte beschuldiging natuurlijk geen sprake is. Noch het een, noch het an der is waar. Wij schrijven naar onze beste overtuiging nooit-ondoordachte en zeker niet zulke ernstige dingen neer. Verder is er aan onzen kant geen sprake van een beschul diging. Wij schreven, dat er achter de cri- tieken op mr. Bomans andere dan zakelijke motieven worden gezocht; gezocht niet door ons, maar door anderen. Wij schreven dus geen beschuldiging neer, maar deden een aanwijzing. De beschuldiging komt dus van anderen kant. Wij voor ons noemden die beschuldigingen, na ze gehoord te hebben. niet zonder grond." Ziedaar, waar het pra: Veel schérper komt echter het conflict tus- Cies om gaat. Wanneer de bladen, welke ons nu ter ver antwoording roepen, ons geheele artikel nu eens hadden overgenomen in plaats van een enkelen zin, dan zouden de lezers al vast een anderen kijk hebben gekregen. Wij heb ben de stelling verdedigd, dat, wanneer men een Kamerlid niet om daden of woorden in strijd met dé katholieke politieke beginse len, maar om persoonlijke misdragingen of handelingen tegen de partijdiscipline uit de Kamer wil verwijderen, men deze taak dan aan de daartoe bevoegde organen, kiesver eenigingen, kieskring-organisatie of partijbe stuur moet overlaten; dat hiervoor niet al lereerst is aangewezen de katholieke pers, Let wel, wij hebben geen bezwaar gemaakt tegen het plaatsen van een bericht omtrent het absenteïsme van Kamerleden; wij heb ben dat vroeger zelf ook wel meenen te moe ten doen. Ons bezwaar ging tegen het on miskenbare spel, tegen dit eene bedoelde Kamerlid opgezet, waarbij een viertal bladen elkaar de balletjes toewierpen. Wij meenden dit zoo goed te kunnen doen in dit geval omdat niemand ons kan verdenken, het hier betrokken Kamerlid extra welwillend gezind te zijn. Uit het eene voorbeeld wilden wij komen tot een algemeene waarschuwing. Nu zeggen onze collega's van de genoemde bladen: leg ons de gronden van de kwade vermoedens bloot, want persoonlijke motie ven zijn verre van ons! Zij weten wel, dat zij onvervulbare wenschen uiten. Wanneer dominé Lingbeek in de Kamer een voorstel indient om de salarissen der religieuze on derwijzers te verlagen, dan begint hij te zeggen, dat zijn voorstel niet door anti papisme, maar door zuiver zakelijke over wegingen wordt ingegeven. Het is onparle mentair te zeggen: gü liegt het. Men zegt dan: ik vermoed achter uw actie andere mo tieven, dan gij voorgeeft. Wanneer enkele bladen, met uitzondering van alle andere, eenige jaren stelselmatig op een bepaald Ka merlid hakken en zij zetten juist een half jaartje, voordat de stemlijsten worden op gemaakt, nog eens zonder directe aan leiding tegen dat zelfde lid een frissche campagne op, dan zeggen ingewijden, die bovendien nog iets «eer weten van conflic ten achter.de schermen van zulk een politi cus met journalisten, die toevallig aan de zelfde bladen verbonden zijn: „niet zonder grond worden er"enz. Nu mogen onze collega's met gebaren van verontwaardiging of speculatie op ons fat soen nog meer van ons eischen. Wij passen verder. De eerste de beste politieke propa gandist in Haarlem en mr. Bomans zelf kun nen hun nadere inlichtingen verstrekken om trent de aanwijzing, welke wij hun in eigen belang, maar vooral in dat van goede pers manieren, deden. Die inlichtingen zullen hun zeker op hun verzoek worden verstrekt. Van de publicatie gunnen wü hun de primeur. Zij die onze bijzondere correspondenties van den laatsten tijd, uit Rome, gevolgd hebben, zullen wel begrepen hebben, dat wij niet tot de bijzondere bewonderaars van Mussolini kunnen worden gerekend. Zeker, men kan respect hebben voor zijn geestelijke krachtsontwikkeling, zooals men ook vroeger op de Kermis wel eens verbaasd kon staan voor de praestaties van een zeker soort worstelaars. Meer nog, men kon waardeering koesteren voor de wijze waarop hij den Katholieken godsdienst tegemoet trad en de vrijmetselarij in het hart greep, daarbij echter steeds be denkende, dat 's man persoonlijke levensprac- tijk daarmee niet in overeenstemming was en dat evenmin zijn verleden genoegzame waar borgen aangaande zijn goede meening bood. Wij waren dus nimmer naief genoeg om achter de slippen van dezen arrivist te gaan wandelen. Dat wij, en de vele katholieken, die met ons eensluitend dachten, niet misgezien heb ben, blijkt steeds meer en het is niet onwaar schijnlijk, dat zulks nog wel duidelijker zal blijken, wanneer wij nog een weinig geduld oefenen. Sinds jaar en dag immers trad 't regiem- Mussolini vijandelijk op tegenover die Itali aansche geestelijken, die den moed toonden om niet ou alles wat Mussolini deed of be- wëerde en amen te zeggen. De Paus heeft zich daarover reeds meer dan eens ernstig bekla'.j;d. schen het Vaticaan en Mussolini naar voren, nu deze laatste zijn handen uitstrekt naar de onvervreembare rechten, welke Kerk en ou ders hebben ten aanzien van de opvoeding der jeugd. Hier kon de Paus niet langer lijdelijk toezien en moest aan den opportunist een gebiedend halt worden toegeroepen; hier was voor schipperen, toegeven en dulden geen plaats. En wat blijkt nu? Weg is in eens de vriend schappelijke gezindheid tegenover het Vati caan, nu de Paus hem plichtmatig den voet dwars zet! Weg is in eens de toenadering en met één slag toont hij den Paus zijn vijandigheid door de bijzondere attentie, welke hij nu bewijst aan een telg uit het Fransche Koningshuis de Guise, zoo nauw verwant aan de Action Fran- caise, welke den H. Vader zooveel verdriet bezorgt. En nu het decreet, waarbij alle niet- fascistische, dus zuiver Katholieke jeugdorga nisaties worden verboden 't Zou ons niet al te zeer verwonderen, in dien Mussolini ten slotte de keuze zou aan vaarden: indien niet met het Vaticaan, dan daartegen! Men kan alles verwachten. De Ita- liaansche hemel schijnt verre van helder. Nochtans mogen wy gerust zijn. Er zijn in Rome wachters bij de bron! De Tweede Kamer heeft gistermiddag, op voorstel van den voorzitter, „gezien de iet wat overhaaste behandeling van dit ontwerp ip de vergadering van den vorigen dag", be sloten, de verdere behandeling van het wets ontwerp, houdende voorzieningen tegen be smettelijke ziekten, uit te stellen tot na het Paaschreeès. De Tweede Kamer heèft zonder stemming, goedgekeurd het wetsontewrp tot beschik baarstelling van gelden voor een ambts woning voor den Minister van Buiten landsche Zaken. De heer Chris Jansen, directeur van het Centraal Hanzebureau te Amsterdam, die, zooals wij dezer dagen meldden, lijdende is aan longontsteking, is hedenmorgen op eigen verzoek voorzien van de H. H. Sacra menten der Stervenden. Onder zeer groote belangstelling, in tegen woordigheid van vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en het corps diplomatique heeft hedenmorgen te 's-Gravenhage de plechtige uitvaart en begrafenis plaats ge had van den overleden gezant van Porta gal bij het Nederlandsche Hof, graaf de Martens Ferrao. Gedurende de laatste dagen was het stoffe lijk omhulsel in een chapelle ardente ten sterfhuize aan de Prins Mauritslaan ge plaatst. Aan den voet van het praalbed was neer gelegd een groote krans van de Koningin. Ter rechterzijde was geplaatst een prachtig bloemstuk van het Portugeesche gouverne- nement, door den zaakgelastigde, dr. Rodrigo de Magelhaes, op last van zijn regeering neer gelegd, als blijk van erkentelijkheid voor de vele gewichtige diensten door den thans overledene tijdens zijn lange, diplomatieke loopbaan, aan zijn land bewezen. Aan de andere zijde van het praalbed lag een groote krans van de Nederlandsche re geering. Onder de verdere bloemstukken waren die van den Minister van Buitenl. Zaken, van vele gezanten in Den Haag en in de vroegere standplaatsen van graaf de Martens Ferrao, van de weduwe, van de dochter en van de kleinkinderen van den overledene, van de drie legatie-secretarissen en van den consul- generaal van Portugal te Amsterdam en voorts van vele vrienden uit binnen- en bui tenland. Talloos waren de betuigingen van deelne ming, welke de familie mocht ontvangen. Vele gezanten en personen aan de verschil lende legaties te 's-Gravenhage verbonden, uit de kringen der hofhouding, verschillende militaire autoriteiten, de Minister-Presi dent, vele Ministers en enkele oud-Ministers, geestelijken, de president en leden van het Permanente Hof van Internationale Justitie legden bezoek van rouwbeklag af of deden hun deelneming betuigen. Gisteren is zonder eenig ceremonieel het lijk naar de R. K. Kerk aan de Parkstraat overgebracht. De plechtige uitvaartdiensten hadden heden plaats in de St. Jacobuskerk in de Paik- straat te 's-Gravenhage, waar te half elf Z. Exc. Mgr. L. Schioppa, Pauselijk inter nuntius bij het Nederlandsche Hof, de Pon tificale requiemmis opdroeg voor de ziele- rust van den overledene. Het kerkgebouw was stampvol. In de voorste rijen hadden de offieieele vertegenwoordigers plaats genomen, onder wie de opperceremoniemeester en groot meester van het huls van H. M. de Konin gin, graaf Du Monceau, als vertegenwoordi ger van H. M. de Koningin en majoor jhr. S. M. Storm van 's-Gravezande, als ver tegenwoordiger van H. M. de Koningin- Moeder was aanwezig jhr. mr. A. G. Sehim- melpenninck. Z. K. H. Prins Hendrik was vertegenwoor digd door zijn adjudant, luitenant ter zee lste krasse J. W. Termeytelen. Verder waren aanwezig de minister, het corps diplomatique, de Commissaris der Koningin in Zuid-Hol land, jhr. K. A. van Kamebeek, de gouver neur van de Residentie, generaal Insinger, de secretaris-generaal van het Hof van Arbi trage en een deputatie van het gemeente bestuur van 's-Gravenhage. Na de Pontificale Requiemmis, had de plechtige absoute plaats, waarna onmid dellijk de begrafenis plaats vond op het R. K. Kerkhof. Bij het uitdragen van het lijk uit de kerk fungeerden als slippendragers Z.Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken en de drie hoogst in rang en oudste leden van het corps diplomatique. De naaste familie van den overledene had goedgevonden, dat de begrafenis met militair eerbetoon, verbonden aan den rang, dien de overledene bekleedde, zou geschieden. Langs den weg, waarlangs de stoet zich naar het kerkhof bewoog, stond een groote menigte, die den overledene een laatsten groet bracht. De Koninklijke Militaire Kapel speelde treurmuziek. Aan den stoet namen deel één detache ment grenadiers en jagers en drie detache menten mariniers, elk 50 man sterk met een regimentsvaandel2 detachementen cavale rie (bereden), elk van 50 man en 1 detache ment artillerie met 4 stukken geschut. De helft dier troepen ging voor den stoet uit, terwijl de tweede helft den stoet besloot. Zoo ging het van de Parkstraat, langs Alexanderstraat, Plein 1813, Alexander- straat 2de gedeelte, Javastraat, Ouden Scheveningschen weg en Kerkhoflaan, naar het kerkhof. De onbereden troepen van eere-escorte betraden het kerkhof, terwijl de bereden manschappen, ook de artillerie, zich, toen de stoet op het kerkhof was aangekomen, op het voorplein opstelde en de honneurs bewees, toen de kist met het stoffelijk over schot uit den rouwwagen binnen het kerk hof werd gedragen. Nadat de lijkkist in de groeve was neer gelaten, waar ze voorloopig zal worden bij gezet, had de beaarding plaats door den Hoogeerw. Heer H. A. Th. van Dam, deken van 's-Gravenhage. De Tweede Kamer heeft de motie Lingbeek inzake de regeling van snbsidie voor het salaris van kloosterlingen-onderwijzers ver worpen met 73 tegen 3 stemmen. Te 's-Gravenhage heeft hedenmorgen on der groote belangstelling de plechtige uitvaart en begrafenis plaats gehad van wijlen graaf de Martens Terrao, Portugeesch gezant bij het Nederlandsche Hof. Voor de Bossche rechtbank is behandeld de steekpartij op den Vughteröijk te 's-Her- togenbosch op den laatsten avond van het Carnaval. Geen uitsluiting in de steenindustrie. Voor de Zutphensche rechtbank zijn giste ren behandeld de zaken tegen de directeuren van het gasbedrijf te Winterswijk en Zutphen inzake corruptie. De PoolschLiausche conferentie gis teren te Koningsbergen geopend. De gebroeders Barmat gaan tegen hun vonnis in hooger beroep. De Italiaansche ministerraad neemt het voorstel van Mussolinie aan tot ontbinding van alle niet-fascistische jeugd-organisa- ties. Barometerstand 9 uur v.m. 742. Vooruit. Licht op. De lantaarns moeten morgen wor den opgestoken om 7.02 en Maandag om 7.04. Bij den bekenden hoenderfokker P. Haan aan den Bennebroekerweg, geraakte 'n toe stel der broedmachine in brand. Doordat du spoedig werd ontdekt, kon de brand nog intijds worden gebluscht. De eieren en de machine hadden niet noemenswaard gele den. Gelijk elders in dit blad gemeld wordt, is gisteren voor de Zutphensche rechtbank be handeld de strafzaak tegen den directeur der gasfabriek te Winterswijk en den direc teur der gasfabriek te Zutphen, verdacht van corruptie. Tijdens de behandeling der zaak had in een der gangen van het gerechtsgebouw een incident plaats. Aan den l\eer van der Stel, den ex-directeur der Schotensche gasfa briek, was bekend geworden dat wethouder Wagener uit Zutphen hem in een openbare vergadering had uitgescholden voor „ploert". De heer van der Stel verzocht den wethou der deze beleediging in te trekken. Toen de heer Wagener dat weigerde, gaf de heer van der Stel hem een slag in het gezicht. Rijkspolitie heeft daarop den heer van der Stel uit het gerechtsgebouw verwijderd en aldus een einde aan dit onverkwikkelijk ge beuren gemaakt. Auto in de wegsloot Door het afloopen van een achterwiel, ge raakte de auto G 35688, bestuurd door den eigenaar, langs den Venneperweg te Nieuw- Vennep in de wegsloot. De besuurder be kwam geen letsel. Door de firma Van Kalmt- hout en van Niel te Hoofddorp, werd de auto (een Renault) uit de sloot gehaald. Hij bleek er goed afgekomen te zijn. Naar van offieieele zijde gemeldt wordt, is op de vergadering der steenfabrikanten, gisterenmiddag in Arnhem gehouden, be sloten om te trachten het dreigend conflict in de steenindustrie tot een minnelijke op lossing te brengen, zoodat in geen geval tot uitsluiting zal worden overgegaan. Verkocht voor 1800 pond sterling Naar uit Londen gemeld wordt is daar op een veiling een mansportret, dat aan Frans Hals wordt toegeschreven, voor 1800 pond sterling verkocht. De Minister van Binnenl. Zaken en Land bouw heeft aan de burgemeesters verzocht op landgoederen, die door de eigenaren voor het publiek zijn opengesteld, zooveel moge lijk politietoezicht te doen uitoefenen. De minister heeft een beroep gedaan op zijn ambtgenoot van Justitie om te bevorderen, dat ook de rijkspolitie op alle bovenbedoelde landgoederen zooveel mogelijk toezicht zal uitoefenen. Naar Reuter uit Washington meldt, heeft het departement van buitenlandsche zaken der Vereenigde Staten aan de Nederland sche legatie een ontwerp-arbitrageverdrag aangeboden, overeenkomende met het ver drag, hetwelk tusschen de Vereenigde Staten en Frankrijk gesloten is. De weg is aldus geopend voor soortgelijke onderhandelingen tusschen de Vereenigde Staten en Nederland. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken maakt bekend, dat op 28 Maart te Kopen hagen de uitwisseling heeft plaats gehad van de akten van bekrachtiging van het tus schen Nederland en Denemarken op 23 Oc tober 1926 gesloten verdrag betreffende Ongevallenverzekering. Ingevolge art. 12 van genoemd verdrag is het op 29 Maart 1928 in werking getreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1