luchtverkeer
HET XlIIe GROOT NEDERLANDSCHE
STUDENTENCONGRES
NEDERLAND
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Dioc. Haarl. Voetbalbond.
BILJARTEN
Verbinding, heen* u/eer, met:
£oOcto/2 per dag 4 X
jhrys 2 x
förujsel. 2 x
Ctntwerpen J X
jdcLZet'duricb (/aureaee
-geaevejj X
7/ar?t2oven!dekyn J X
fine men- X
flo/vturg 3 X
7/amb-;icpe/3bTf12a//ztó2. X
Woergeb.-Zd.Puifschl 2 X
Jfc/ssel-Marter/bad -
MARKTNIEUWS
toestand der 16e eeuw, toen het nationall-
j teitsgeval heel anders was. De gemiddelde
I Nederlander vergeet, dat de staat vaak een
uitdrukking Is van onzuivere nationale as
piraties, de Nederlandsche en Belgische sta
ten zijn 't beiden zeer onvolledig, ondanks
de grenzen van 300 jaar terug, 't Is eigen
aardig, dat vele Hollandsche geschiedschrij
vers zich, ook wat de vroegere geschiedenis
betreft, laten leiden door de huidige gren
zen. Ook prof. Blok volgde de blauwoogige,
blondharige kinderen tot aan de grenzen van
Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen.
Al deze geleerden scheiden dus Brabant en
Limburg van Vlaanderen af, waarmee zij
nochthans een onverbreekbare architectoni
sche eenheid vormen.
Tusschen Klein-Nederlandsch staatsgevoel
en geschiedbeschrijving is een groote wissel
werking geweest en de politieke beteekenis er
uit volgend is enorm. Hollandsche school
boeken beschouwen de scheuring als een nor
maal iets, betrachten de hereeniging van 1815
met een schouderophalen en vinden de schei
ding van 1830 heel logisch. Men vergeet al
weer, dat de hoogere stand in Vlaanderen
ook in 1830 al verfranscht was en de Vlaam-
sche volksmassa politiek lang niet zoo noodig
v/as als nu. Het is een Hollander in het al
gemeen erg moeilijk aan zfjn verstand te
brengen dat de Vlamingen even goed Neder
landsche staatsburgers hadden kunnen zijn
als de Hollanders. Voor den Nederlander ln 't
algemeen is een Belg een Belg en dat som
mige Vlamingen er op tegen hebben Belg ge
noemd te worden, begrijpt hij niet. 't Is moei
lijk voor een Hollander om de Belgische toe
standen te begrijpen. Dat 't verlies van 't
land van Ruusbrouc en Stadewyck en Maes-
iant heel erg is, beseft hij niet.
De schuld ligt voor een groot deel bij de
Noord-Nederlandsche historici, die 't volk
erg slecht hebben voorgelicht.
Spr. geeft dan aan, wat er in de toekomst
zooal kan gedaan worden om verbetering te
brengen.
Vooreerst worden er nu Jaarlijks door J.
Elias uitgaven gepubliceerd, waarin Groot-
Nederlandsche vraagstukken van vroeger én
nu belicht worden.
De vakhistoricus van vroeger bepaalde zijn
inzichten tot Noord en Zuid. In de 16e en 17e
eeuw was er nog heel wat wisselwerking tus
schen Noord en Zuid. Men leze hierover
Maurits Labbe in zijn beschrijving van de
betrekkingen van Vondel, Huygens en de
Groot. Verder de pogingen tot toenadering
van den Vlaming van der Sloot op 't einde
der 18e eeuw.
De Groot-Nederlandsche bedoelingen van
Koning Willem I zijn nog te veel in 't don
ker, vooral in betrekking met de houding
zijner medewerkers als Hogendorp, Van
Maanen e.a.
Er moeten proefschriften verschijnen over
1830, over de verhouding tusschen Alber-
dinck Thym en Vlaanderen, enz.
Dan zullen de tot nu toe verwaarloosde
relaties ook wel in de Nederlandsche school
boeken afzakken.
Vanuit het Groot-Nederlandsche stand
punt zien we dingen die we anders niet zien;
spr. voorziet veel winst in die verjonging
onzer geschiedenisschrijving.
In een gedachtenwisseling die nu volgde,
zei prof. Geyl nog, dat het Groot-Neder-
landsch standpunt gelooft in 't belang der
stameenheid van Holland en Vlaanderen, een
belang grooter dan de permanentie van den
Belgischen en Hollandschen staat. De Bel
gischs en Klein-Hollandsche geschiedschrij
vers schakelen het begrip stambewustaajn
uit. Zij sporen alle twisten en misverstanden
op, ze geven die verdeeldheden een veel groo-
tere waarde dan hem toekomt, verwaarloozen
de verdeeldheden tusschen Utrecht en Hol
land b.v. Zij gaan uit van de huidige staten
en projecteeren deze terug als werkzame
factor in 't verleden.
Een groot aantal studenten stelde prof.
Geyl vragen en trad met hem in gedachten-
Wisseling.
De proef met de sectievergaderingen mag
als uitstekend geslaagd beschouwd worden
en de gesprekken, die prof. Geyl met enkele
historische studenten had, zullen hun uit
werking niet missen.
Maandagmiddag vond de tweede congres-
vergadering plaats.
De vertegenwoordiger van het Vlaamsch
Economisch Verbond zette het doel en de
werking van dit lichaam uiteen.
Doel is 't bevorderen der Vlaamsch-econo-
mische belangen, de uitbreiding der betrek
kingen met de Nederlandsch sprekende
zakenwereld, 't bevorderen van 't gebruik der
Nederlandsche taal in 't zakenleven, inrich
ten van tentoonstellingen enz. Elf Vlaamsche
banken en tal van groepen van handeldrtj-
venden hebben zich bij het Vlaamsch Econo
misch Verbond aangesloten, o.a. de machtige
Boerenbond met meer dan 180.000 leden. De
studie der economische nooden van Vlaande
ren, vooral het penvraagstuk, waar de
Waalsche Industrie zich steeds steviger ves
tigt, vormt een belangrijk werk van het
V. E. V.
Daarna sprak prof. Dievoet (Leuven) over
Vlaamsche Economie. Spreker zet uiteen dat
in de economische leven van toekomstig
Vlaanderen drie lichtpunten zijn, de Vlaam
sche Landbouw, de haven van Antwerpen en
het Limburgsch kolenbekken.
De tijd dat duizenden Vlaamsche arbeiders
ln Walenland en Frankrijk hun brood moe
ten verdienen, waarover Streuvels zoo aan
grijpend in „De Oogst" schreef, hoeft niet
altijd'te duren.
Dat de Franschen de Vlaamsche mijnen
in handen kregen ligt vooral in 't feit, dat er
te weinig Vlaamsch kapitaal was. Met alle
macht moet gewerkt worden om te beletten
dat het pogen der Franskiljons in Limburg
gelukt en de bevolking daar verfranscht
wordt.
De rede van prof. Van Dievoet droeg een
onbetwistbaren stempel van oppervlakkigheid
en algemeenheid.
De congresvoorzitter Custers werd langdu
rig toegejuicht toen hij als zijn meening uit
sprak dat de Vlaamsche economie in het
teeken der Groot-Nederlandsche gedachte
zou moeten staan.
Na de rede van dr. H. Vos over „Kuituur
beweging en Economie" sprak prof. Gongrijp
(Rotterdam) een vooral voor de Vlamingen
belangwekkende rede uit over „t Westersch
Groot-bedrijf en de inlandsche samenleving
in Nederlandsch-Indië."
UITSLAGEN 1 APRIL
Ie klasse
A Amsterdam: Zwaluwen 2R.K.A.V.
B Amsterdam: IndiaGeel wit
Beverwijk: Beverwijk 2D.E.M.
Santpoort: SantpoortConcordja
C Rotterdam: SpartaanGr. Floris V
POOK DE SMALLE STRATEN VAN HET EEUWENOUDE LEUVEN
SCHALDEN DIETSCHE STRIJDLIEDEREN
4e klasse
A Alkmaar: A.R.C. 3Vitesse 3
B Amsterdam: P.V.C.B. 2—St. Louis 2
C Amsterdam: Constantius 2Amstel-
dijk 2
D Amsterdam: St. Louis 3D.O.S.S. 4
Amsterdam: RK.A.V. 4R.O.D.A. 2
Amsterdam: S.V.P. 2Z.P.C. 2
F Haarlem: D.S.S. 2Onze Gezellen 2
B Leiden: Leiden 3S.J.C. 3
H Den Haag: L. en S. 3D.H.L. 3
Veur: A.V.V. 2Blauw Zwart 2
J Naaldwijk: Westl&ndia 2RI.A. 3
Den Haag: Graaf Floris 3V.A.P. 2
K Rotterdam: Celer 4Duiven 3
Rotterdam: V.G.M. 2-St. Lcdewtjk 3
Excelsior
(Lisse) ongeslagen kampioen
der 2de klasse
ARTHUR TERVOOREN.
t/ar j9 e*3 r3crar>
Zo/nertftensi f928.
%f-7B eigen expJoilaiit
geeombtneerde m
Tbutlenlorx/jcbe
Vopenkmgan
772a lm 6
flam bur
Een tocht naar de gevangenis
van Borms
Men seint ons uit Leuven:
Tijdens het alhier gehouden Groot-Neder-
landsch Studentencongres zijn gisteren 400
congressisten in een ernstigen stillen omme
gang naar de gevangenis van Dr. Borms ge
trokken. Allen knielden voor de poorten neer.
waarna voor Vlaanderen een gemeenschap
pelijk gebed gehouden werd. Daarna zongen
allen de „Vlaamsche Leeuw" en het „Wilhel
mus" en „Vliegt de Blauwvoet". Kreten wer
den gehoord als: „Wij eischen Borms uit het
gevang!"
Er was voor de gendarmerie geen reden om
in te grijpen. Later vielen in de stad kleine
opstootjes voor.
Het congres verloopt rustig en waardig.
^PraagrWeene/i J X
Jari/S,- jCyon-fflosw/Xcf X
Otfenc/e.
WOERDEN, 4 April 1928 Kaas aange
voerd 130 p. Eerste kwaliteit 45-48: Twee
de kwaliteit 43—46: met riiksmerk 1 50—
53, Handel matig.