IL01TGERING DE ONTWIKKELING VAN GROOT- HAARLEM EEN ENQUETE ONDER VOORAANSTAANDE HAARLEMMERS OVER DE SAMENSTELLING EN TAAK VAN EEN SCHOONHEIDSCOMMISSIE VOOR HAARLEM VOOR ST00MEN - EN VERVEN - De meening van dep heer J. F. Huiswil, oud-wethouder van Haarlem Na een inleiding wat geschie denis Het is vooruit moeilijk te bepalen in welke richting de toekomst van een stad het best wordt verzekerd Haarlem geen luxe-, maar woonstad en bovendien zeer geschikt voor industriestad Belemmeringen voor de ontwikkeling van Haar lem en hoe die te verhelpen zijn Vergrooting der sluis te Spaarndam niet noodig. door F. J. Kubatz HILLEGOM ÖVERVEEN HAARLEMMERLIEDE. VIJFHUIZEN BENNEBROEK VRAGENBUS Gr. Houtstraat 5a Tel. 10771 ZANDVOORT BLOEMENDAAL VOGELENZANG De Sportpark Beker LAATSTE NIEUWS Prof dr. Ritzema Bos f Fokker Universal" Hertog Caracciolo gearresteerd Van een buitenlandsche reis teruggekeerd, vond ik onder verschillende andere papieren, de uitnoodiging door uwe Redactie aaif eenige ingezetenen van Haarlem gericht, tot beantwoording van de volgende vragen: „Meent u, dat Haarlem's toekomst het best verzekerd wordt met er naar te streven van Haarlem een luxe-stad te maken?" „Of meent u, dat uitbreiding van de indus trie een der middelen moet zijn, die het gemeentebestuur van Haarlem moet aan wenden, om een stad bloeiend en financieel krachtig te maken?" Is wellicht een combinatie van beide denk beelden (Haarlem luxe-stad of Haarlem in dustriestad) naar uwe meening noodig?" „Meent u dat lage belasting een voorname factor voor den bloei van Haarlem zal zijn?" „Zijn er behalve genoemde grootere lijnen, volgens u andere middelen om Haarlem's aantrekkelijkheid als woonstad en bloeiend centrum te verhoogen?" Het speet mij, dat ik door afwezigheid geen gevolg aan deze uitnoodiging kon ge ven en evenmin kon antwoorden op de her haalde uitnoodiging van uwe redactie. Na mijn terugkomst haastte ik mi) echter de ontvangst van de uitnoodiging te erken nen met het verzoek zoo mogelijk een over zicht te ontvangen van de op deze enquête ingekomen antwoorden en de vraag te stel len of er eventueel alsnog prijs op een ant woord mijnerzijds zou worden gesteld. De redactie beantwoordde dit schrijven met de bekende hoffelijkheid als volgt: „Bijgaand doen wij U een verzameling kran ten toekomen, waarin de enquête omtrent Groot-Haarlem is opgenomen, zulks ter vol doening aan het verzoek in Uw kaartschrij- ven van 15 Maart j.l. Wij zijn zeer gevoelig voor de belangstel ling welke daaruit spreekt en zullen gaarne alsnog Uw denkbeelden publiceeren, indien U, na lezing van bijgaande artikelen, nog aanleiding vindt daarop verder in te gaan." Hoogachtend, Hoofdredactie Nieuwe Haarlemsche Courant, Is het toch al moeilijk op de gestelde vra gen een antwoord te geven dat publicatie waard is, nog moeilijker wordt dit nu ik kennis heb genomen van de veelzijdige denk beelden, die reeds zijn. ingekomen. Ware het dan ook niet dat ik, gedurende mijn Wethouderschap van de gemeente Haarlem, een speciale studie van dit vraag stuk heb moeten maken, en er wellicht nog enkele punten zijn, waarop m.i. meer den nadruk moet vallen, ik zou mij van verder ingaan daarop onthouden. Na den dood van Dr. J. Nieuwenhuizen Kruseman eerst als tijdelijk Wethouder en den 3den Augustus 1910 door den Raad de finitief als Wethouder van Gemeentebedrij ven benoemd, kreeg ik al spoedig eenige dossiers toegezonden over vraagstukken die nog op afdoening wachtten. Daaronder was ook het dossier van de •Havenplannen, waaraan ik echter voorloo- pig geen aandacht kon wijden, in verband met de ingrijpende plannen tot reorganisa tie van de Lichtfabrieken. Door verlaging van de tarieven voor het gebruik van electrischen stroom, het schei den van het gas- en electriciteitsbedrijf, het vergrooten van de electrische centrale met een draaistroomgedeelte, zagen wij niet al leen het aantal aanvragen om aansluiting met buitengewone Snelheid toenemen, maar waren wij ook in staat daaraan te voldoen en belangrijke stroomleveringscontracten af te sluiten. Inmiddels had het vraagstuk van de havenplannen mijn toenemende belangstel ling getrokken. De kennismaking van de ver schillende pogingen door het gemeentebe stuur en de Kamer van Koophandel en Pa- brieken reeds sedert jaren aangewend, om in Haarlem een bescheiden spoor- en overlaad- haven op een goed bereikbare plaats te krij gen en van de bezwaren die voor vaartuigen aan het bereiken van de bestaande spoor- en overlaadhaven waren verbonden, gaf mij de overtuiging dat met de havenplannen een groot gemeentebelang was gemoeid. Het «was mede hieraan te danken dat bij gedrukt stuk no. 88 (1912) op 12 Maart 1912 door B. en W. aan den Raad werd voorge steld, te besluiten: I. In beginsel tot het maken van een open spoor- en overlaadhaven aan het Noorder Buiten Spaame. II Burgemeester en Wethouders uit te noodigen uitgewerkte plannen met begroo tingen van kosten in te dienen tot aanleg van zoodanige haven. III B. en W. uit te noodigen, stappen te doen ten einde de voor die haven en daar mede samenhangende werken benoodigde terreinen in eigendom voor de gemeente te verkrijgen." Dit voorstel werd den lsten Mei 1912 on der Voorzitterschap van Wethouder Dr. H. D. Kruseman als loco-burgemeester, daar de Burgemeeste- door ziekte verhinderd was, onder punt 6 van den oproepingsbrief door den Raad in behandeling genomen. Na uitvoerig?; beraadslagingen werd met 15 tegen 13 stemmen aangenomen het voor stel om een commissie van advies te benoe men. Het mag eveneens als bekend veronder steld worden dat het rapport der ingestelde commissie voorloopig niet onverdeeld gunstig luidde ten opzichte van het maken der voor gestelde haven. pe voorstanders van uitvoering van 't ha venplan rustten echter niet omdat de be zwaren verbonden aan de, aan de Wester gracht gemaakte spoorweghaven, zoo groot en zoo veelvuldig waren, dat dringend naar verbetering moest worden omgezien. Een brochure: „Een goed bereikbare Spoorweg- en overlaadhaven voor Haarlem" welke in 1914 het licht zag, een nadere brochure van de Kamer van Koophandel en Fabrieken: „Een Haven- en Handelswijk aan het Noorder Buitenspaar ne. vereeniging van 24 Augustus 1915 en einde lijk: een aanvullend rapport van de Commis sie voor de Havenplannen waarop, bij ge drukt stuk no. 150 (1915) van 29 Juli 1915 door B. en W. prea-advies werd uitgebracht waren o.m. het gevolg. De uitslag van de behandeling van dit preaadvies in de zitting van den Raad van 1 September 1915 onder Voorzitterschap van den toenmaligen Burgemeester Jhr. Mr. Sandberg bij punt 6 van den oproepings brief, was dat met 28 tegen 3 stemmen het ontwerp-besluit sub. I luidende: „In beginsel tot het maken van eene open spoor- en overlaadhaven aan het Noorder Buitenspaarne en Burgemeester en Wethou ders uit te noodigen uitgewerkte plannen met begrooting van kosten in te dienen voor den aanleg van een zoodanige haven." en het ontwerp besluit Sub. II, na een daar op ingediend sub amendement luidende: „Burgemeester en Wethouders uit te noo digen ten spoedigste stappen te doen ten ein de de voor de haven en daarmede samen hangende werken, benoodigde terreinen in eigendom te verkrijgen en om gelijktijdig grenswijziging op ruime schaal aanhangig te maken, zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen." Zooals door een der Raadsleden in die zitting werd opgemerkt, was dus ten tweede male in beginsel tot den aanleg van een open spoor- en overlaadhaven aan het Noorder Buitenspaarne besloten. Ik heb mij veroorloofd bij een en ander wat uitvoeriger stil te staan omdat daaruit de geschiedenis van het havenplan en de po gingen van B. W. en de Kamer van Koop handel en Fabrieken sedert 1912, om die ha ven tot stand te brengen, ten duidelijkste blijken en tevens dat ik in het belang van Haarlem, steeds een warm voorstander van het maken van die haven ben geweest. Overgaande tot de beantwoording van de door U gestelde vragen, verzoek ik U daarbij het volgende als mijn meening te publi ceeren. Het is vooruit moeilijk te bepalen in welke richting de toekomst van een stad het best verzekerd wordt. Het eenige wat men kan doen, is te be- studeeren de verschillende mogelijkheden, die voor de ontwikkeling van een stad bestaan. De uitdrukking luxe-stad bevalt mij niet. Ik zou, in navolging van vele der door U ont vangen antwoorden, van woonstad willen spreken wat voor mij beter Uwe bedoeling weergeeft. Gaat men nu de ontwikkelings mogelijk heden van Haarlem na, dan valt het op dat het zich: door de mooie omstreken, de goede onder wijsinrichtingen, musea, bibliotheken, goede winkels, concerten, schouwburgen, parken en plantsoenen, de nabijheid van Zandvoort en zelfs Amsterdam, bijzonder voor de ontwik keling als woonstad leent, terwijl de ligging aan het Noorder Buitenspaarne, de zeer goede verbinding met het Noordzee kanaal, waarvan nu alleen Amsterdam en Zaandam directe voordeelen hebben, de spoorverbindingen, de electrische centrale en gasfabriek, de stad zeer geschikt maken voor vestiging van eenige industrieën. Zijn dus voor Haarlem verschillende eigen schappen aanwezig die voor uitbreiding in beide richtingen gunstig zijn, het is nu de taak van het gemeentebestuur om in deze beide aangegeven richtingen te streven en de nadeelen of belemmeringen, zoo die er zijn, binnen de voor de stad bereikbare grenzen te doen verdwijnen of te verkleinen. Wat die nadeelen en belemmeringen zijn? Voor Haarlem als woonstad; le de hooge belastingen, 2e de tarieven voor de producten der be drijven vooral van water. 3e de soms minder aangename toestand der grachten, en voor Haarlem als industriestad: 4e het ontbreken van een goed bereikbare spoor- en overlaadhaven die, ik leg er den nadruk op, van zeer bescheiden afmetingen kan zijn, maar zoo is te ontwerpen dat zij, bij gebleken behoeften, kan worden ver lengd, terwijl gelegenheid voor te vergrooten opslag-terreinen aanwezig moet zijn. Wil men daarbij de industrie gelegenheid geven zich aan- of dichtbij de haven te vestigen, op eenvoudige wijze een goede spooraanslui- ting te bekomen, terreinen tegèn niet te hooge prijzen in huur, erfpacht of eigendom te krijgen, tarieven van gas, electrischen stroom en water verlagen en de toegangs wegen en transport mogelijkheden van en naar de haven- en fabrieksterreinen in goe den toestand brengen, zooveel te meer zal men de industrie aanmoedigen zich hier te vestigen en de kans krijgen de rentabiliteit van de in de havenplannen gestoken gelden ten spoedigste te verzekeren. Men mag in geen geval de industrie tegen werken. zooals nu wel het geval schijnt a. door het heffen van zakelijke belasting b. door hooge recognities, die in hun velerlei toepassing aanleiding geven tot misschien onwelwillende beoordeeling van het gemeen tebestuur en onaangenaam afsteken bij de behandeling in gemeenten, waar men de in dustrie wil bevorderen en die onwillekeurig voedsel geven aan de gedachten, dat men in Haarlem liever geen industrie ziet en c door te hooge huren voor arbeiderswoningen. 5e het ontbreken van een goede vaargeul waardoor de spoor- en overlaadhaven vanaf het Noordzeekanaal zonder bezwaar te bereiken is. Ik wil er verder nog den nadruk op leggen, dat ik vergrooting van de groote sluis te Spaarndam niet noodig acht, zoolang de tot de spoor- en overlaadhaven van Haarlem toe te laten vaartuigen de afmetingen van de bestaande sluis niet overschrijden, wat ik voor gerui- men tijd uitgesloten acht. Natuurlijk zijn grootere sluizen in sommige gevallen altijd wenschelijker, maar voor de algemeene be hoefte van Haarlem zijn zil volgens mijne meening, niet noodzakelijk. Het vervangen van de vaste brug in zij- kanaal B, hoewel wenscheljjk, is niet nood zakelijk, indien men slechts zorgt dat de voorhanden draaibrug in zijkanaal C goed functioneert en het kanaal behoorlijk in orde wordt gehouden in overeenstemming met de capaciteit waarvoor de groote sluis te Spaarndam gebouwd is. Kan men met den aanleg van de spoor- en overlaadhaven rekening houden met de wenschelijkheid de vaart voor vaartuigen door het Spaame in de richting Noord-Zuid te verkorten, zooveel te beter. Het varen door bruggen is altijd, indien mogelijk te beper ken. Noodig is het echter niet. Ik herhaal dat men moet beginnen met 'n kleine spoor- en overlaadhaven aan te leg gen, die men na behoefte kan uitbreiden. Het betere is zoo dikwijls den vijand van het goede. Ik voel daarom altijd veel voor het maken van een toekomstplan waarvan gedeelte uitvoert, maar dat in zijn geheel in elk geval geen vrijwel onbereikbare eischen moet stellen. Ik wil nu nog even de aandacht vestigen op eenige eigenschappen van Haarlem die 't zoo buitengewoon aantrekkelijk maken en waard zijn ten volle uitgenut te worden. Haarlem heeft altijd en m.i. terecht, den naam van bloemenstad gedragen. Daarom was het zoo goed gezien van het gemeentebestuur van Haarlem voor behoud van de Vereeni ging van Bloembollencultuur een offer te brengen. Men moet m.i. door het houden van bloemententoonstellingen, bloemencorsos, ge velversieringen enz. zooveel mogelijk van den naam, waaronder Haarlem, ook in het bui tenland bekend staat, voordeel trekken. Het is bijv. zoo jammer dat bij de aanstaande bezoeken aan ons land, bij gelegenheid van de Olympische spelen een Vereeniging als „Bevordering van Vreemdelingenverkeer" zich moet beperken tot een weinig doeltref fende propaganda zoodat men reeds vooruit tegemoet ziet dat, na afloop van de feesten, kritiek op deze weinig doeltreffende reclame zal worden uitgeoefend en Haarlem weinig of niets heeft gedaan om ten minste een deel van de verwachten vreemdelingen met de stad en omstreken kennis te laten ma ken. (Zie bijv. reclame voor de jaarbeurzen in Utrecht, zelfs in het buitenland gemaakt) Blijkt dus uit mijn schrijven dat ik het mogelijk en wenschelijk acht door combina tie van de beide denkbeelden (woonstad en industriestad) Haarlem tot bloei te brengen, ik hoop dat U mij wilt veroorloven nog eens te wijzen op de wenschelijkheid om door aantrekkelijke voorwaarden en reclame de aandacht van woningzoekenden op Haarlem te vestigen. Het verlagen van belastingen en tarieven behoeft niet altijd nadeel op te leveren, ge tuige de groote toename van het electrici- teits gebruik na de tariefverlaging bij het begin van de reorganisatie der lichtfabrie- ken. Ook de winkeliers in Haarlem konden wel eens rekening houden met de mogelijkheid van grooteren omzet bij lagere prijzen tenzij men algemeen denkt als een winke lier hier ter stede die antwoordde toen men hem verweet en aantoonde dat zijn oprijzen zoo hoog waren. „Als ik mijn prijzen verlaag, zal ik waar schijnlijk wel meer verkoopen, maar dan moet ik meer bedienden hebben, mijn winkel vergrooten en mijn zorgen nemen ontzaglijk toe. Ik geef de voorkeur aan een kleine be scheiden zaak, waarin ik toch voldoende winst maak". Bij zulke principes is er na tuurlijk niet veel hoop op verlaagde prijzen. En daarvoor is het zoo goed, ook voor Haar lem als woonstad, dat Amsterdam zoo dicht bij is, zoodat er altijd de zoo gewenschte concurrentie is. Dat de verbindingen, ook met de hoofdstad billijk, snel en veelvuldig moeten zijn, spreekt van zelf. Ik zie door de concur rentie tusschen auto's, bussen trams en spoorwegen, daarin automatisch verbetering tegemoet, zij het dan ook in een langzamer tempo dan men dit in het buitenland ziet, waar men de overtui ging huldigt, dat een vermindering van zelf- kosten in de eerste plaats aan het publiek ten goede moet komen, waardoor den omzet vergroot wordt en weer nieuwe economische mogelijkheden worden geschapen. Breeder inzicht in toekomst-mogelijkheden is in vele opzichten zeker gewenscht. Ik hoop dat U mij den omvang van mijn beantwoording niet ten kwade zult duiden. Nu U mij de vragen hebt gesteld en mij de gelegenheid gaaft, die te beantwoorden, meende ik van die gelegenheid gebruik te mogen maken om aan een lang gekoester- den wensch gevolg te geven. Met groote voldoening plaatsen wij als nog dit nabloeiertje van onze goed geslaagde enquête over de toekomst van Groot-Haar lem, omdat de heer J. F. Hulswit door ver blijf in het buitenland niet in de gelegen heid was tijdig van onze enquête kennis te nemen. Intusschen is het oordeel van den heer Hulswit in deze kwestie van groot belang, wijl weinige Haarlemmers over deze kwestie, uit den aard van hun betrek king, zoo goed in de gelegenheid zijn geweest, een gedegen studie te maken. De heer J. F. Hulswit is, naar bekend zal zijn, oud-wet houder van Haarlem, oud-directeur van Ge Haarlemsche machinefabriek v.h. Figee en dus een der groot-industrieelen van Haar lem en schrijver van een zeer gewaardeerde brochure over de kwestie van een los- en overlaadhaven. Burgerlijke Stand Ondertrouwd: B. Maas en C. J. DuwelH. van Eeuwen en G. M. Woltemath. Geboren z. van M. de Groot-Broekhof Z. van Bijwaard-KunstZ. van J. C. M Zandbergen-Oudejans. OverledenC. Philippo-Douglas, vr., 37 jaar. Inenting Woensdagmiddag a.s. zal in de Gemeenteschool van half 4 tot half 5 ge legenheid worden gegeven tot kosteloos in enten en herinenten. Bouwen Aan de firma J. van den Bosch, alhier is opgedragen net bouwen van een burgerwoonhuis en bijbehooren aan Looster- weg 1 voor rekening van den heer J. de Nijs, alhier. Het Schapenbruggetje Over de Beek is nabij de Haven een noodbrug gemaakt, om het drukke verkeer over de brug (die t.z.t. door het Rijk verbreed wordt) in hoofdzaak voor de voertuigen te laten. In de a.s. drukke bloemendagen zal deze noodbrug (indertijd door weth. Balvers als Schapenbrugje ge doopt) uitstekende diensten bewijzen. een motie van de Haarlemsche Handels- men naar mogelijkheid, telkens een klein De zeer uitvoerige en belangrijke debat ten over de gewenschtheid van een schoon heidscommissie voor Haarlem in onzen Ge meenteraad, hebben ons één maal te meer gesterkt in onze overtuiging, dat alle princi- pieele kwesties in openbare college's met een bewonderenswaardige grondigheid, schier philosophisch inzicht worden behandeld waarbij een nuchtere, zakelijke opvatting haast niet meer te ohtdekken is. Éénmaal te meer hebben wij begrepen, hoe in den Haarlemschen Gemeenteraad de ideëele belangen onzer stad veilig zijn, hoe met aandoenlijke naïveteit steeds het hoogst bereikbare en zelfs het onbereikbare wordt nagestreefd: Haarlem tot een in schoonheids- opzicht onberispelijke modelstad op te voeren. Hoe gaarne wij ook met onze Gemeente raadsleden den door hen aangelegden en met idealen geplaveiden weg zouden willen wandelen, het is onze plicht de Haarlem; vroedschap in den steek te laten en on: waarschuwende stem te doen hooren, want de schijnbaar zoo kostelijke wandeling ver loopt tenslotte in 't zand en voert de wan delaars niet naar een belangrijk en door hen gewenscht einddoel. Een schoonheidscommissie, zooals de Ge meenteraadsleden, de voorstanders blijkens hunne bestrijding, die gedacht hebben, moet op eene teleurstelling, zoo niet op eene miS' lukking uitloopen. Schoonheid, kunst, kan slechts in vrijheid bloeien. Hooge kunst wordt gedragen door een hooge cultuur. Een commissie, welke geniale kunstenaars men ook als lid zou be noemen, kan op het wordingsproces of her wordingsproces, zooals dat zich in onzen tijd afspeelt, niet den minsten invloed uitoefenen en is daarom van te voren tot onmacht ge doemd. Van der Pek, een tijdens zijn leven bekend Amsterdamsch architect, heeft dik wijls op uitnemende wijze, het nest van de Hollandsche schoonheidscommissies gehekeld en hare werkmethoden aan de kaak gesteld. De waarde van een commissie, zoo zei hij, is hoogstens gelijk aan den grootsten ge- meenen deeler uit de capaciteiten der leden, individueel genomen, en nu weet men uit zijn schooltijd hoe'n beroerd akelig klein getal zoo'n grootste gemeene deeler meestal was. Hoe grooter en hoe talrijker de ge tallen, waaruit de grootste gemeene deeler getrokken werd, hoe kleiner meestal het resultaat, en dan dacht hij nog niet eens aan de psychologische factoren, waardoor de waarde van zoo'n commissie zonk onder die van den grootsten gemeenen deeler. Wanneer wij derhalve toch een pleidooi gaan houden voor het instellen van een schoonheidscommissie hier in Haarlem, dan is het niet, omdat wij blind zijn voor de na deelen van vele bestaande commissies noch omdat wij illusies koesteren, dat kunst langs bureaueri tischen weg te construeeren zou zijn, maar omdat wij meenen, dat deskun dige adviseurs, ingeschakeld moeten worden bij de oplossing van allerlei practische kwes ties, die het opbouwen van een moderne stad, met het vergroeien van een middeleeuwsche stad tot een moderne stad in verband staan. Onze aandacht toch is in de eerste plaats gevestigd op de zakelijke tijdsomstandig heden, welke tot de ontsiering van moderne steden geleid hebben; op de zakelijke om standigheden, welke op de architectuur in vloed hebben uitgeoefend, enz., aangezien deze omstandigheden te zamen een gebied vormen, dat door de door ons gedachtê schoonheidscommissie (laten wij gemaks halve deze ingeburgerden naam overnemen) bewerkt kan worden, zooals wij nader hopen aan te toonen. Met groote vrijmoedigheid durven wij deze aangelegenheid naar voren te schuiven, waar onafhankelijk van het cultuurtijdperk, dat wij doorleven, dezelfde zakelijke omstandig heden hetzelfde resultaat van leelijkheid (soms schijnbaar, soms tijdelijk) zouden heb ben teweeg gebracht. Ja, zonder een periode van leelijkheid en disharmonie is het moder ne ontwikkelingsproces niet denkbaar. Om dit duidelijk te maken mogen eenige voor beelden dienen. In de middeleeuwen was het aantal ver schillende bouwmaterialen beperkt. Voor woningbouw gebruikte men baksteen of na tuursteen, hout en glas van beperkte af metingen. Het spiegelglas was toen nog niet bekend. Groote openingen werden dus afge sloten door glas-in-lood ramen. Het ijzer werd slechts spaarzaam toegepast en be paalde nergens het aesthetisch effect van ge bouwen. De baksteen was plaatselijk van dezelfde geaardheid in kleur en hoedanig heid. Bij de grootere gebouwen (cathedra- len, kerken, paleizen en stadhuizen) werd meer natuursteen gebruikt, meestal in de nabijheid gewonnen. Het importeeren van uitheemsche steensoorten had lang nog niet dien omvang van tegenwoordig aangenomen, 't Is dus te begrijpen, dat de gebouwen in dit opzicht in de middeleeuwen gemakkelij ker bij elkaar harmonisch aansloten dan te genwoordig, nu een vloed van nieuwe en hooit gekende bouwmaterialen ons land overstroomt en iederen ernstigen architect dwingt tot kennisneming, al was 't maar int zuiver economische overwegingen, welke bij de bouwkunst of wil men liever bij het bou wen niet verwaarloosd mogen worden. De rasarchitecten, kunstenaars en technichi in hart en nieren, kunnen met eene eenvoudige kennismaking niet volstaan; zij zullen zoe ken naar de artistieke toepassing van deze nieuwe materialen, naar het aestetische vor men, voor deze materialen. En nu komt de clou van. de redeneering. Deze artistieke toepassing,, de aesthetische vprin-is mééstal niet onmiddellijk te vinden. Zij ontstaat pas langzamerhand, als zij ontstaat, na tal van mislukkingen na tal van meer of minder ge slaagde proefnemingen. Het juiste begrip van den schoonen vorm wast en rijst tegelijk met het meer en meer onwaardig raken van het nieuwe materiaal. Of weer heel anders ge zegd: de waarlijk schoone toepassing van 'n nieuw bouwmateriaal, dat zich typisch on derscheidt van alle bestaande bouwmateria len is niet anders mogelijk dan na een pe riode van leelijkheid, van schoorvoetende en weifelende proefnemingen. Men moet het nieuwe materiaal door en door kennen om er als artist van te gaan houden om alle mo gelijkheden, die schoonheidsdorst bevredigen de indrukken kunnen verwekken, te door gronden. En zelfs wanneer de architect een in nieuwen vorm, en in nieuw materiaal schoon kunstwerk heeft weten te scheppen, zal het nog langen tijd duren eer het pu bliek die vertrouwheid met het nieuwe mate riaal heeft verkregen, om den nieuwen vorm als schoon te accepteeren. Zoo lang dat niet het geval is, mist het publiek en dus ook de schoonheidscommissie het recht te veroordee- len. Door de groote massa zal steeds iedere nieuwe vorm, uitsluitend en alleen omdat deze afwijkt van bestaande vormen, kwetsend werken, een beleediging zijn voor hun ver worven schoonheidsbegrip. Het is eenmaal niet anders; wij behoeven slechts aan een enkel nieuwe materiaal te denken: het ge wapend beton, om onze stelling kracht bij te zetten. De lezer herinnere zich hoe fel over de al of niet geslaagdheid in 'schoonheidsopzicht (bij de eerste bouwwerken in gewapend be ton) gestreden werd en hoe nog over de Ifljnstwaarde van nieuwe gebouwen in ge wapend beton gestreden wordt, terwijl het al reeds veertig a vijftig jaar bekend is. De lezer, die over dit eene voorbeeld heeft nagedacht, zal het met ons eens zijn, dat uit de inmenging van een schoonheidscommissie b(j het zoeken naar nieuwe schoone vormen, near nieuwe schoone ^uitdrukkingsmogelijk heden geen voordeel kfen getrokken worden. Eer moet gevreesd worden, dat eene schoon heids-commissie, die zich met zulke kwesties heidscommissie, die zich met zulke kwesties ling zal belemmeren, het ontstaan der schoonheid zal vertragen. Eene schoonheids commissie zal zich zelden tot het stand punt kunnen verheffen, dat haar nut ook gelegen kan zijn in het toelaten van vele niet geslaagde leelijke bouwwerken, welke niette min van een eerlijk oprecht streven en zoe ken getuigen, tenzij aard en samenstelling van de schoonheidscommissie op een zeer bij zondere wijze geregeld wordt. Hoe die rege ling dan zou moeten zijn zullen wij aan het einde van dit artikel uiteenzetten, nadat wij de overwegingen, waarop ons voorstel tot sa menstelling en omschrijving der taak van de schoonheid bewust de revue hebben laten passeeren. (Wordt vervolgd.) Onze Coöperatieve Bloembollenvei ling Donderdag a.s, des avonds te 8 wordt in Hotel Sistermans een vergade- gehouden, waartoe alle kweekers en ex' porteurs van Hillegom worden opgeroepen, mede uit de nabuurtschap Ziljc. We hopen dat de zaak tjokvol zal zijn en sporen alle be langhebbenden krachtig aan, ter vergade ring te komen. Boomplantdag. De laatste dagen zijn er in „Ons Huis" óp Rolland boomplant- dagen gehouden, waardoor dit dorpje in de toekomst een heel wat vriendelijker en ge zelliger aanzicht zal krijgen. Alle wegen en straten zijn aan weerskanten met jonge boompjes beplant. Het was een lust te zien, hoe de plant, soenarbeiders der gemeente Haarlem hun best deden om de jonge boompjes volgens de regelen der kunst aan de aarde toe te vertrouwen. Daarna werden de voetpaden, die door het graven nogal geleden hadden, weer netjes gerold en met fijn grint bestrooid. Netjes met Paschen. De laatste dagen heeft Publieke Werken met bekwamen spöed gewerkt om het rommmelig gedoe bij Bloemendaalschen weg en begin Militairen- weg op te knappen. En dit is zoo wonderwel gelukt, dat we nu tenminste met Paschen „schoon" zijn om in huismoeders terminolo gie te spreen. Van al de sta-in-den-weg's, bij het begin Militairenweg is nu alleen de beroemde „oude eik" overgebleven. Het verkeer naar den Zeeweg mag thans alleen plaats hebben langs den Militairen- Zeeweg. De Tetterodeweg is dus voor 't opgaand verkeer afgesloten. Nu wenscht men alleen nog maar dat er op een goeden dag het krotterig houten schuurtje, dat daar aan 't begin van den Militairenweg de omgeving in hooge mate ontsiert, verdwijnt. „St. Jacobns". De feestavond van de R. K. Harmonievereeniging „St. Jacobus" al hier, wélke plaats zou hebben op 2en Paaschdag, gaat niet door, maar is thans definitief vastgesteld op Zondag 15 April met medewerking van de R. K. Tooneelver- eeniging „De Eenige Strijd" van Spaarn dam. Tevens wordt nog even in herinnering ge bracht, dat er dien avond een verloting zal plaats hebben. Schaepmanfonds. A.s. Donderdag, 12 April zal er te Halfweg in het St. Jozefsge bouw een vergadering plaats hebben van de R. K. Kiesvereeniging waar geïnstalleerd zullen worden het eere-comité en het comi té van Actie voor het Schaepmanfonds. Getracht zal worden om het werkprogram af te werken, om dan zoo spoedig mogelijk een groote propagandaavond te organisee- ren, waarna het groote werk kan beginnen. Verbetering gewenscht Reeds ge ruimen tijd ontbreekt een richtingsbord va" den wegwijzer, die staat aan den Ringdijk hoek Spaarnwouderweg bij fort de Lied k Het is die, welke de richting Haarlem aa e. geeft. Het bord heeft eerst een tijdje tegn- het weeghuisje aangeslagen, maar is en geheel verdwenen. Mogelijk is hier ba Ida fja heid in het spel geweest. De wegwijzer di- richt daar uitstekende diensten en daa ver zouhet aanbeveling verdienen, als dat rom weer spoedig in orde werd gebracht, vb P met het oog op het drukke verkeer, dat o te wachten staat. heer N. uien toe, die zich als een der beste schut'.:—, c;de ver eeniging, gekenmerkt heeft. Ook de heer J. van Tongeren heeft als goed schutter en secr. dezer vereeniging veel tot haar bloei bijgedragen. Dat het niet aan goede schuters ontbreekt blijkt ook nog uit het feit, dat voor eenige dagen de heer G. Mooyekind op schijf Bloe- mendaal het maximum wist te schieten. Voorzeker een mooi staaltje van schutters- kunst! 14 April a.s. is de competitiewedstrijd van dezen winter geëindigd en 21 April wordt dan aanvang gemaakt met de schietwed strijden buiten, waarschijnlijk wel in de duinen. Al telt deze vereeniging nu nog 20 leden, wat krachten betreft zijn ze uitmuntend en zij zullen dan ook waarschijnlijk wel nog zeer goede prestaties in de toekomst kunnen leveren. Als zij dit jaar haar vijfjarig-bestaan viert, kan zij tevreden op de daden in de af- geloopen jaren terugzien. Tenslotte wenschen wij haar, dat zij ook in de toekomst haar naam in de schutters- wereld weet hoog te houden en in leden aantal stijgen zal. Getrouwd: H. Reijngoud en C. M. Leen- dertse. i i HUÉI De brandkranen Om te voorkomen, dat in geval van brand de brandkranen onvindbaar zijn, zooals dit gebeurd is bij den brand bij den heer Tanis verleden week, Zijn nu bij bedoelde kranen goed in het oog loopende paaltjes geplaatst. En als er nu ook slangen bij komen, dan kunnen wij gerust zeggen, dat dit een stap is in de goede richting. Zandvoortsche Handelsvereeniging. Ter gelegenheid van. het 20jarig bestaan .van bovengenoemde vereeniging zal Donderdag 12 April van 3 tot 5 uur receptie gehouden worden in de Bodéga Mustert, Strandweg. Gevonden voorwerpen Terug te beko men bij: De Vries, Alberdingk Thijmlaan 31, Bloemendaal, een huissleutel; Zwiersen, Hendrik Roozenlaan 45, Haarlem, een jonge gele herdershond; T. Mathot, Bloe- mendaalschewog 295, Overveen, een zak mesje; Losecaat Vermeer, Hooge Duin en Daalscheweg 16, Bloemendaal, een zwarte kater; aan het Bureau' van Politie, Over veen, een broche, een bruin lederen da- mestaschje, een huissleutel en een rijwiel- belastingmerk in étui. Schictvereenlgihg „Graaf Floris V". Bo vengenoemde vereeniging is te Vogelenzang volgens onze meening niet al te bekend, zoodat het ons niet overbodig schijnt eens iets aangaande deze vereeniging te vermel den. Opgericht in jDecember 1923, ontwikkelde zij reeds van haar oprichting af een grooten bloei, zij telde toenmaals 40 leden. Dat deze vereeniging er werkelijk wel mag z(jn blijkt o.a. uit hett diploma, den vijfden prijs welken zij op een wedstrijd van den Kon. Ned. Scherpschuttersbond, het vo rig jaar gehouden, behaald heeft, terwijl er niet minder dan ruim 50 vereenigingen aan dezen wedstrijd deelnamen. Een bijzonder woord van lof komt den Vr. 1; Welke is de kortste weg van Bever wijk naar Hank-Dussen? 2. Van Utrecht naar Hank Dussen? 3. Van 's-Hertogenbosch naar Hank Dus sen. Antw. 1. Beverwijk, Velsen, Amsterdam, Duivendrecht, Abcoude, Baambrugge, Loe- nersloot, I.oenen, Nieuwersluis, Breukelen, Maarssen, Utrecht, Jutphaas, Vreeswijk, Vianen, Lexmond, Meerkerk, Arkelschen- dam, Almkerk, Dussen. Afstand 112 KM. 2. Utrecht, Jutphaas, Vreeswijk, Vianen, Lexmond, Meerkerk, Arkelschendam, Arkel, Gorinchem, Woudrichem, Almkerk, Dussen. Afstand 48 §LM. 3. 's-Hertogenbosch, Vlijmen, Nieuwer- kuik, Drunen, Baardwijk, Waalwijk, Be- soyen, Capelle, Dussen. Afstand 29,5 KM. Vr.: Welke is de kortste weg van Hille gom naar Rotterdam? Antw.: Hillegom Lisse. Sassenheim, War mond, Leiden, Zoeterwoude, Stompwijk, Zoetermeer, Zegwaard, Den Hoom, Kruis weg, Bleiswijk, Bergschenlioek, Hilligersberg, .Rotterdam. Afstand 39 K.M. Vr.: Welke is de kortste weg van Haarlem naar Utrecht? Antw.: Haarlem, Heemstede, Hoofddorp, Aalsmeer, Kudelstaart, De Kwakel, Uit hoorn, Mijdrecht, Wilnis, Ruwiel, Breukelen, Utrecht. Afstand 54 K.M. Voor de groote Sportparkbeker, welke de R. K. Commissie voor Lich. Opvoeding te Haarlem, ten bate van het onder haar staande R. K. Sportpark voor Haarlem, ge legen aan de Molenwcrfslaan te Heemstede, laat verspelen, hebben de volgende vereeni gingen ingeschreven: H. B. C. I; T.Y.B.B.; Zwaluwen I, Amster dam; V. V. A. I, Amsterdam; Leiden I; Alw. Forward I, Hoorn; India I Amsterdam en Z.P.C. Amsterdam. De loting zal plaats hebben Zaterdag avond om 7 uur ten huize van den heer F. Duyn Sr., Jansstraat 16. Afgevaardigden worden verzocht hierbij tegenwoordig te zijn. De wedstrijden vangen aan Zondag 15 April 1928 en worden alle gespeeld op het R. K. Sportpark te Heemsetede. De wedstrijden duren 2 x 45 minuten, waarna bij gelijk spel 2 x 7 minuut zal worden verlengd; is daarna de stand nog gelijk, dan zal het lot de beslissing brengen. Protesten tegen scheidsrechteljjke beslis singen worden niet aangenomen. Uitstel van vastgestelde wedstrijden kan niet worden gegeven, daar vóór 1 Juni de wedstrijden afgeloopen moeten zijn. s Namens dé R. K. Comm. voor Lich. Opvoeding te Haarlem, H. J. VAN TOL Jr., secr. Joh. De Breukstraat 33. WAGENINGEN, 7 April. Hedennacht is te Wageningen overleden prof. dr. Ritzema Bos. De overledene werd in 1850 geboren te Gro ningen, waar hij een H. B. S. met 5-jarigen cursus volgde. Hij studeerde aan de Univer siteit aldaar. Na bekroond te zijn voor zijn antwoord op een academische prijsvraag: Over de fauna der.Noordzee-eilanden, pro moveerde hij in 1874 op een dissertatie over de crustacca hedriophtalmata van Neder land en zijn kusten. In 1869 werd hij leeraar aan de Landbouwsèhool te Groningen. Na de opheffing in 1871 leeraar aan de fl. B. S. te Wageningen, in 1876 leeraar aan de Rijks- landbouwschool aldaar, in 1895 werd h(j di recteur van het te Groningen opgerichte phytopathologisch laboratorium Willy Com- melin Scholten en tevens benoemd tot bui tengewoon hoogleeraar aan de Rijksland bouwschool aldaar. In 1906 volgde zijn be noeming tot directeur van het te Wagenin gen opgerichte phytopathologisch instituutj, verbonden aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool. Bij verheffing dezer inrichting tot Landbouwhoogeschool in 1918, werd de overledene hoogleeraar. Bjj het bereiken van den 70-Jarigen leeftijd in 1920 trad hij af. De overledene was rid der in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Naar wij vernemen is door een Amerikaan bij Fokker in Amerika de „Fokker Univer sal", het nieuwste toestel van Fokker, waar bij het principe van den vrijdragenden vleu gel is losgelaten, aangekocht, waarmede deze Amerikaan een vlucht van Londen naar Tokio gaat ondernemen. Twee vliegers zul len de machine bestoren. Zeer waarschijn lijk zullen het de officier-vliegers Scot en Sandberg zijn. BERLIJN, 7 April. De ochtendbladen mel den uit Milaan, dat in de Zuid-Italiaansehe stad Lekka, de jonge hertog Caracciolo we gens beleedigende uitdrukkingen over Mus solini en de fascistische regeering gearrss- teerd is. Hij zal zich te verantwoorden heb ben voor de buitengewone rechtbank ter bescherming van den staat. De jonge her tog is lid van een beroemd adellijk ge slacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 11