IL01TGERING
DE ONTWIKKELING VAN GROOT-
HAARLEM
EEN ENQUETE ONDER VOORAANSTAANDE
HAARLEMMERS
OVER DE SAMENSTELLING EN TAAK VAN
EEN SCHOONHEIDSCOMMISSIE VOOR
HAARLEM
VOOR ST00MEN
- EN VERVEN -
De meening van dep heer J. F. Huiswil, oud-wethouder
van Haarlem
Na een inleiding wat geschie
denis Het is vooruit moeilijk
te bepalen in welke richting de
toekomst van een stad het best
wordt verzekerd Haarlem
geen luxe-, maar woonstad en
bovendien zeer geschikt voor
industriestad Belemmeringen
voor de ontwikkeling van Haar
lem en hoe die te verhelpen zijn
Vergrooting der sluis te
Spaarndam niet noodig.
door F. J. Kubatz
HILLEGOM
ÖVERVEEN
HAARLEMMERLIEDE.
VIJFHUIZEN
BENNEBROEK
VRAGENBUS
Gr. Houtstraat 5a Tel. 10771
ZANDVOORT
BLOEMENDAAL
VOGELENZANG
De Sportpark Beker
LAATSTE NIEUWS
Prof dr. Ritzema Bos f
Fokker Universal"
Hertog Caracciolo gearresteerd
Van een buitenlandsche reis teruggekeerd,
vond ik onder verschillende andere papieren,
de uitnoodiging door uwe Redactie aaif
eenige ingezetenen van Haarlem gericht, tot
beantwoording van de volgende vragen:
„Meent u, dat Haarlem's toekomst het best
verzekerd wordt met er naar te streven van
Haarlem een luxe-stad te maken?"
„Of meent u, dat uitbreiding van de indus
trie een der middelen moet zijn, die het
gemeentebestuur van Haarlem moet aan
wenden, om een stad bloeiend en financieel
krachtig te maken?"
Is wellicht een combinatie van beide denk
beelden (Haarlem luxe-stad of Haarlem in
dustriestad) naar uwe meening noodig?"
„Meent u dat lage belasting een voorname
factor voor den bloei van Haarlem zal
zijn?"
„Zijn er behalve genoemde grootere lijnen,
volgens u andere middelen om Haarlem's
aantrekkelijkheid als woonstad en bloeiend
centrum te verhoogen?"
Het speet mij, dat ik door afwezigheid
geen gevolg aan deze uitnoodiging kon ge
ven en evenmin kon antwoorden op de her
haalde uitnoodiging van uwe redactie.
Na mijn terugkomst haastte ik mi) echter
de ontvangst van de uitnoodiging te erken
nen met het verzoek zoo mogelijk een over
zicht te ontvangen van de op deze enquête
ingekomen antwoorden en de vraag te stel
len of er eventueel alsnog prijs op een ant
woord mijnerzijds zou worden gesteld.
De redactie beantwoordde dit schrijven
met de bekende hoffelijkheid als volgt:
„Bijgaand doen wij U een verzameling kran
ten toekomen, waarin de enquête omtrent
Groot-Haarlem is opgenomen, zulks ter vol
doening aan het verzoek in Uw kaartschrij-
ven van 15 Maart j.l.
Wij zijn zeer gevoelig voor de belangstel
ling welke daaruit spreekt en zullen gaarne
alsnog Uw denkbeelden publiceeren, indien
U, na lezing van bijgaande artikelen, nog
aanleiding vindt daarop verder in te gaan."
Hoogachtend,
Hoofdredactie Nieuwe Haarlemsche Courant,
Is het toch al moeilijk op de gestelde vra
gen een antwoord te geven dat publicatie
waard is, nog moeilijker wordt dit nu ik
kennis heb genomen van de veelzijdige denk
beelden, die reeds zijn. ingekomen.
Ware het dan ook niet dat ik, gedurende
mijn Wethouderschap van de gemeente
Haarlem, een speciale studie van dit vraag
stuk heb moeten maken, en er wellicht nog
enkele punten zijn, waarop m.i. meer den
nadruk moet vallen, ik zou mij van verder
ingaan daarop onthouden.
Na den dood van Dr. J. Nieuwenhuizen
Kruseman eerst als tijdelijk Wethouder en
den 3den Augustus 1910 door den Raad de
finitief als Wethouder van Gemeentebedrij
ven benoemd, kreeg ik al spoedig eenige
dossiers toegezonden over vraagstukken die
nog op afdoening wachtten.
Daaronder was ook het dossier van de
•Havenplannen, waaraan ik echter voorloo-
pig geen aandacht kon wijden, in verband
met de ingrijpende plannen tot reorganisa
tie van de Lichtfabrieken.
Door verlaging van de tarieven voor het
gebruik van electrischen stroom, het schei
den van het gas- en electriciteitsbedrijf, het
vergrooten van de electrische centrale met
een draaistroomgedeelte, zagen wij niet al
leen het aantal aanvragen om aansluiting
met buitengewone Snelheid toenemen, maar
waren wij ook in staat daaraan te voldoen
en belangrijke stroomleveringscontracten af
te sluiten.
Inmiddels had het vraagstuk van de
havenplannen mijn toenemende belangstel
ling getrokken. De kennismaking van de ver
schillende pogingen door het gemeentebe
stuur en de Kamer van Koophandel en Pa-
brieken reeds sedert jaren aangewend, om in
Haarlem een bescheiden spoor- en overlaad-
haven op een goed bereikbare plaats te krij
gen en van de bezwaren die voor vaartuigen
aan het bereiken van de bestaande spoor-
en overlaadhaven waren verbonden, gaf mij
de overtuiging dat met de havenplannen een
groot gemeentebelang was gemoeid.
Het «was mede hieraan te danken dat bij
gedrukt stuk no. 88 (1912) op 12 Maart 1912
door B. en W. aan den Raad werd voorge
steld, te besluiten:
I. In beginsel tot het maken van een open
spoor- en overlaadhaven aan het Noorder
Buiten Spaame.
II Burgemeester en Wethouders uit te
noodigen uitgewerkte plannen met begroo
tingen van kosten in te dienen tot aanleg
van zoodanige haven.
III B. en W. uit te noodigen, stappen te
doen ten einde de voor die haven en daar
mede samenhangende werken benoodigde
terreinen in eigendom voor de gemeente te
verkrijgen."
Dit voorstel werd den lsten Mei 1912 on
der Voorzitterschap van Wethouder Dr. H.
D. Kruseman als loco-burgemeester, daar de
Burgemeeste- door ziekte verhinderd was,
onder punt 6 van den oproepingsbrief door
den Raad in behandeling genomen.
Na uitvoerig?; beraadslagingen werd met
15 tegen 13 stemmen aangenomen het voor
stel om een commissie van advies te benoe
men.
Het mag eveneens als bekend veronder
steld worden dat het rapport der ingestelde
commissie voorloopig niet onverdeeld gunstig
luidde ten opzichte van het maken der voor
gestelde haven.
pe voorstanders van uitvoering van 't ha
venplan rustten echter niet omdat de be
zwaren verbonden aan de, aan de Wester
gracht gemaakte spoorweghaven, zoo groot
en zoo veelvuldig waren, dat dringend naar
verbetering moest worden omgezien.
Een brochure: „Een goed bereikbare
Spoorweg- en overlaadhaven voor Haarlem"
welke in 1914 het licht zag,
een nadere brochure van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken: „Een Haven- en
Handelswijk aan het Noorder Buitenspaar
ne.
vereeniging van 24 Augustus 1915 en einde
lijk:
een aanvullend rapport van de Commis
sie voor de Havenplannen waarop, bij ge
drukt stuk no. 150 (1915) van 29 Juli 1915
door B. en W. prea-advies werd uitgebracht
waren o.m. het gevolg.
De uitslag van de behandeling van dit
preaadvies in de zitting van den Raad van
1 September 1915 onder Voorzitterschap van
den toenmaligen Burgemeester Jhr. Mr.
Sandberg bij punt 6 van den oproepings
brief, was dat met 28 tegen 3 stemmen het
ontwerp-besluit sub. I luidende:
„In beginsel tot het maken van eene open
spoor- en overlaadhaven aan het Noorder
Buitenspaarne en Burgemeester en Wethou
ders uit te noodigen uitgewerkte plannen
met begrooting van kosten in te dienen voor
den aanleg van een zoodanige haven."
en het ontwerp besluit Sub. II, na een daar
op ingediend sub amendement luidende:
„Burgemeester en Wethouders uit te noo
digen ten spoedigste stappen te doen ten ein
de de voor de haven en daarmede samen
hangende werken, benoodigde terreinen in
eigendom te verkrijgen en om gelijktijdig
grenswijziging op ruime schaal aanhangig
te maken, zonder hoofdelijke stemming werd
aangenomen."
Zooals door een der Raadsleden in die
zitting werd opgemerkt, was dus ten tweede
male in beginsel tot den aanleg van een open
spoor- en overlaadhaven aan het Noorder
Buitenspaarne besloten.
Ik heb mij veroorloofd bij een en ander
wat uitvoeriger stil te staan omdat daaruit
de geschiedenis van het havenplan en de po
gingen van B. W. en de Kamer van Koop
handel en Fabrieken sedert 1912, om die ha
ven tot stand te brengen, ten duidelijkste
blijken en tevens dat ik in het belang van
Haarlem, steeds een warm voorstander van
het maken van die haven ben geweest.
Overgaande tot de beantwoording van de
door U gestelde vragen, verzoek ik U daarbij
het volgende als mijn meening te publi
ceeren.
Het is vooruit moeilijk te bepalen in welke
richting de toekomst van een stad het best
verzekerd wordt.
Het eenige wat men kan doen, is te be-
studeeren de verschillende mogelijkheden, die
voor de ontwikkeling van een stad bestaan.
De uitdrukking luxe-stad bevalt mij niet.
Ik zou, in navolging van vele der door U ont
vangen antwoorden, van woonstad willen
spreken wat voor mij beter Uwe bedoeling
weergeeft.
Gaat men nu de ontwikkelings mogelijk
heden van Haarlem na, dan valt het op dat
het zich:
door de mooie omstreken, de goede onder
wijsinrichtingen, musea, bibliotheken, goede
winkels, concerten, schouwburgen, parken en
plantsoenen, de nabijheid van Zandvoort en
zelfs Amsterdam, bijzonder voor de ontwik
keling als woonstad leent, terwijl
de ligging aan het Noorder Buitenspaarne,
de zeer goede verbinding met het Noordzee
kanaal, waarvan nu alleen Amsterdam en
Zaandam directe voordeelen hebben, de
spoorverbindingen, de electrische centrale en
gasfabriek, de stad zeer geschikt maken voor
vestiging van eenige industrieën.
Zijn dus voor Haarlem verschillende eigen
schappen aanwezig die voor uitbreiding in
beide richtingen gunstig zijn, het is nu de
taak van het gemeentebestuur om in deze
beide aangegeven richtingen te streven en
de nadeelen of belemmeringen, zoo die er zijn,
binnen de voor de stad bereikbare grenzen
te doen verdwijnen of te verkleinen.
Wat die nadeelen en belemmeringen zijn?
Voor Haarlem als woonstad;
le de hooge belastingen,
2e de tarieven voor de producten der be
drijven vooral van water.
3e de soms minder aangename toestand
der grachten,
en voor Haarlem als industriestad:
4e het ontbreken van een goed bereikbare
spoor- en overlaadhaven die, ik leg er den
nadruk op, van zeer bescheiden afmetingen
kan zijn, maar zoo is te ontwerpen dat zij,
bij gebleken behoeften, kan worden ver
lengd, terwijl gelegenheid voor te vergrooten
opslag-terreinen aanwezig moet zijn. Wil
men daarbij de industrie gelegenheid geven
zich aan- of dichtbij de haven te vestigen,
op eenvoudige wijze een goede spooraanslui-
ting te bekomen, terreinen tegèn niet te
hooge prijzen in huur, erfpacht of eigendom
te krijgen, tarieven van gas, electrischen
stroom en water verlagen en de toegangs
wegen en transport mogelijkheden van en
naar de haven- en fabrieksterreinen in goe
den toestand brengen, zooveel te meer zal
men de industrie aanmoedigen zich hier te
vestigen en de kans krijgen de rentabiliteit
van de in de havenplannen gestoken gelden
ten spoedigste te verzekeren.
Men mag in geen geval de industrie tegen
werken. zooals nu wel het geval schijnt a.
door het heffen van zakelijke belasting b.
door hooge recognities, die in hun velerlei
toepassing aanleiding geven tot misschien
onwelwillende beoordeeling van het gemeen
tebestuur en onaangenaam afsteken bij de
behandeling in gemeenten, waar men de in
dustrie wil bevorderen en die onwillekeurig
voedsel geven aan de gedachten, dat men in
Haarlem liever geen industrie ziet en c door
te hooge huren voor arbeiderswoningen.
5e het ontbreken van een goede vaargeul
waardoor de spoor- en overlaadhaven
vanaf het Noordzeekanaal zonder bezwaar
te bereiken is. Ik wil er verder nog den
nadruk op leggen, dat ik vergrooting
van de groote sluis te Spaarndam niet
noodig acht, zoolang de tot de spoor-
en overlaadhaven van Haarlem toe te laten
vaartuigen de afmetingen van de bestaande
sluis niet overschrijden, wat ik voor gerui-
men tijd uitgesloten acht. Natuurlijk zijn
grootere sluizen in sommige gevallen altijd
wenschelijker, maar voor de algemeene be
hoefte van Haarlem zijn zil volgens mijne
meening, niet noodzakelijk.
Het vervangen van de vaste brug in zij-
kanaal B, hoewel wenscheljjk, is niet nood
zakelijk, indien men slechts zorgt dat de
voorhanden draaibrug in zijkanaal C goed
functioneert en het kanaal behoorlijk in
orde wordt gehouden in overeenstemming
met de capaciteit waarvoor de groote sluis
te Spaarndam gebouwd is.
Kan men met den aanleg van de spoor-
en overlaadhaven rekening houden met de
wenschelijkheid de vaart voor vaartuigen
door het Spaame in de richting Noord-Zuid
te verkorten, zooveel te beter. Het varen door
bruggen is altijd, indien mogelijk te beper
ken. Noodig is het echter niet.
Ik herhaal dat men moet beginnen met 'n
kleine spoor- en overlaadhaven aan te leg
gen, die men na behoefte kan uitbreiden.
Het betere is zoo dikwijls den vijand van
het goede. Ik voel daarom altijd veel voor
het maken van een toekomstplan waarvan
gedeelte uitvoert, maar dat in zijn geheel in
elk geval geen vrijwel onbereikbare eischen
moet stellen.
Ik wil nu nog even de aandacht vestigen
op eenige eigenschappen van Haarlem die 't
zoo buitengewoon aantrekkelijk maken en
waard zijn ten volle uitgenut te worden.
Haarlem heeft altijd en m.i. terecht, den
naam van bloemenstad gedragen. Daarom was
het zoo goed gezien van het gemeentebestuur
van Haarlem voor behoud van de Vereeni
ging van Bloembollencultuur een offer te
brengen. Men moet m.i. door het houden van
bloemententoonstellingen, bloemencorsos, ge
velversieringen enz. zooveel mogelijk van den
naam, waaronder Haarlem, ook in het bui
tenland bekend staat, voordeel trekken. Het
is bijv. zoo jammer dat bij de aanstaande
bezoeken aan ons land, bij gelegenheid van
de Olympische spelen een Vereeniging als
„Bevordering van Vreemdelingenverkeer"
zich moet beperken tot een weinig doeltref
fende propaganda zoodat men reeds vooruit
tegemoet ziet dat, na afloop van de feesten,
kritiek op deze weinig doeltreffende reclame
zal worden uitgeoefend en Haarlem weinig
of niets heeft gedaan om ten minste een
deel van de verwachten vreemdelingen met
de stad en omstreken kennis te laten ma
ken. (Zie bijv. reclame voor de jaarbeurzen
in Utrecht, zelfs in het buitenland gemaakt)
Blijkt dus uit mijn schrijven dat ik het
mogelijk en wenschelijk acht door combina
tie van de beide denkbeelden (woonstad en
industriestad) Haarlem tot bloei te brengen,
ik hoop dat U mij wilt veroorloven nog eens
te wijzen op de wenschelijkheid om door
aantrekkelijke voorwaarden en reclame de
aandacht van woningzoekenden op Haarlem
te vestigen.
Het verlagen van belastingen en tarieven
behoeft niet altijd nadeel op te leveren, ge
tuige de groote toename van het electrici-
teits gebruik na de tariefverlaging bij het
begin van de reorganisatie der lichtfabrie-
ken.
Ook de winkeliers in Haarlem konden wel
eens rekening houden met de mogelijkheid
van grooteren omzet bij lagere prijzen
tenzij men algemeen denkt als een winke
lier hier ter stede die antwoordde toen men
hem verweet en aantoonde dat zijn oprijzen
zoo hoog waren.
„Als ik mijn prijzen verlaag, zal ik waar
schijnlijk wel meer verkoopen, maar dan
moet ik meer bedienden hebben, mijn winkel
vergrooten en mijn zorgen nemen ontzaglijk
toe. Ik geef de voorkeur aan een kleine be
scheiden zaak, waarin ik toch voldoende
winst maak". Bij zulke principes is er na
tuurlijk niet veel hoop op verlaagde prijzen.
En daarvoor is het zoo goed, ook voor Haar
lem als woonstad, dat Amsterdam zoo dicht
bij is, zoodat er altijd de zoo gewenschte
concurrentie is.
Dat de verbindingen, ook met de hoofdstad
billijk, snel en veelvuldig moeten zijn, spreekt
van zelf. Ik zie door de concur
rentie tusschen auto's, bussen trams
en spoorwegen, daarin automatisch
verbetering tegemoet, zij het dan ook
in een langzamer tempo dan men dit in
het buitenland ziet, waar men de overtui
ging huldigt, dat een vermindering van zelf-
kosten in de eerste plaats aan het publiek
ten goede moet komen, waardoor den omzet
vergroot wordt en weer nieuwe economische
mogelijkheden worden geschapen.
Breeder inzicht in toekomst-mogelijkheden
is in vele opzichten zeker gewenscht.
Ik hoop dat U mij den omvang van mijn
beantwoording niet ten kwade zult duiden.
Nu U mij de vragen hebt gesteld en mij de
gelegenheid gaaft, die te beantwoorden,
meende ik van die gelegenheid gebruik te
mogen maken om aan een lang gekoester-
den wensch gevolg te geven.
Met groote voldoening plaatsen wij als
nog dit nabloeiertje van onze goed geslaagde
enquête over de toekomst van Groot-Haar
lem, omdat de heer J. F. Hulswit door ver
blijf in het buitenland niet in de gelegen
heid was tijdig van onze enquête kennis
te nemen. Intusschen is het oordeel
van den heer Hulswit in deze kwestie van
groot belang, wijl weinige Haarlemmers over
deze kwestie, uit den aard van hun betrek
king, zoo goed in de gelegenheid zijn geweest,
een gedegen studie te maken. De heer J. F.
Hulswit is, naar bekend zal zijn, oud-wet
houder van Haarlem, oud-directeur van Ge
Haarlemsche machinefabriek v.h. Figee en
dus een der groot-industrieelen van Haar
lem en schrijver van een zeer gewaardeerde
brochure over de kwestie van een los- en
overlaadhaven.
Burgerlijke Stand Ondertrouwd:
B. Maas en C. J. DuwelH. van Eeuwen en
G. M. Woltemath.
Geboren z. van M. de Groot-Broekhof
Z. van Bijwaard-KunstZ. van J. C. M
Zandbergen-Oudejans.
OverledenC. Philippo-Douglas, vr.,
37 jaar.
Inenting Woensdagmiddag a.s. zal in
de Gemeenteschool van half 4 tot half 5 ge
legenheid worden gegeven tot kosteloos in
enten en herinenten.
Bouwen Aan de firma J. van den Bosch,
alhier is opgedragen net bouwen van een
burgerwoonhuis en bijbehooren aan Looster-
weg 1 voor rekening van den heer J. de
Nijs, alhier.
Het Schapenbruggetje Over de Beek
is nabij de Haven een noodbrug gemaakt,
om het drukke verkeer over de brug (die t.z.t.
door het Rijk verbreed wordt) in hoofdzaak
voor de voertuigen te laten. In de a.s. drukke
bloemendagen zal deze noodbrug (indertijd
door weth. Balvers als Schapenbrugje ge
doopt) uitstekende diensten bewijzen.
een motie van de Haarlemsche Handels- men naar mogelijkheid, telkens een klein
De zeer uitvoerige en belangrijke debat
ten over de gewenschtheid van een schoon
heidscommissie voor Haarlem in onzen Ge
meenteraad, hebben ons één maal te meer
gesterkt in onze overtuiging, dat alle princi-
pieele kwesties in openbare college's met
een bewonderenswaardige grondigheid, schier
philosophisch inzicht worden behandeld
waarbij een nuchtere, zakelijke opvatting
haast niet meer te ohtdekken is.
Éénmaal te meer hebben wij begrepen, hoe
in den Haarlemschen Gemeenteraad de
ideëele belangen onzer stad veilig zijn, hoe
met aandoenlijke naïveteit steeds het hoogst
bereikbare en zelfs het onbereikbare wordt
nagestreefd: Haarlem tot een in schoonheids-
opzicht onberispelijke modelstad op te voeren.
Hoe gaarne wij ook met onze Gemeente
raadsleden den door hen aangelegden en met
idealen geplaveiden weg zouden willen
wandelen, het is onze plicht de Haarlem;
vroedschap in den steek te laten en on:
waarschuwende stem te doen hooren, want
de schijnbaar zoo kostelijke wandeling ver
loopt tenslotte in 't zand en voert de wan
delaars niet naar een belangrijk en door hen
gewenscht einddoel.
Een schoonheidscommissie, zooals de Ge
meenteraadsleden, de voorstanders blijkens
hunne bestrijding, die gedacht hebben, moet
op eene teleurstelling, zoo niet op eene miS'
lukking uitloopen.
Schoonheid, kunst, kan slechts in vrijheid
bloeien. Hooge kunst wordt gedragen door
een hooge cultuur. Een commissie, welke
geniale kunstenaars men ook als lid zou be
noemen, kan op het wordingsproces of her
wordingsproces, zooals dat zich in onzen tijd
afspeelt, niet den minsten invloed uitoefenen
en is daarom van te voren tot onmacht ge
doemd. Van der Pek, een tijdens zijn leven
bekend Amsterdamsch architect, heeft dik
wijls op uitnemende wijze, het nest van de
Hollandsche schoonheidscommissies gehekeld
en hare werkmethoden aan de kaak gesteld.
De waarde van een commissie, zoo zei hij,
is hoogstens gelijk aan den grootsten ge-
meenen deeler uit de capaciteiten der leden,
individueel genomen, en nu weet men uit
zijn schooltijd hoe'n beroerd akelig klein
getal zoo'n grootste gemeene deeler meestal
was. Hoe grooter en hoe talrijker de ge
tallen, waaruit de grootste gemeene deeler
getrokken werd, hoe kleiner meestal het
resultaat, en dan dacht hij nog niet eens
aan de psychologische factoren, waardoor
de waarde van zoo'n commissie zonk onder
die van den grootsten gemeenen deeler.
Wanneer wij derhalve toch een pleidooi
gaan houden voor het instellen van een
schoonheidscommissie hier in Haarlem, dan
is het niet, omdat wij blind zijn voor de na
deelen van vele bestaande commissies noch
omdat wij illusies koesteren, dat kunst langs
bureaueri tischen weg te construeeren zou
zijn, maar omdat wij meenen, dat deskun
dige adviseurs, ingeschakeld moeten worden
bij de oplossing van allerlei practische kwes
ties, die het opbouwen van een moderne stad,
met het vergroeien van een middeleeuwsche
stad tot een moderne stad in verband staan.
Onze aandacht toch is in de eerste plaats
gevestigd op de zakelijke tijdsomstandig
heden, welke tot de ontsiering van moderne
steden geleid hebben; op de zakelijke om
standigheden, welke op de architectuur in
vloed hebben uitgeoefend, enz., aangezien
deze omstandigheden te zamen een gebied
vormen, dat door de door ons gedachtê
schoonheidscommissie (laten wij gemaks
halve deze ingeburgerden naam overnemen)
bewerkt kan worden, zooals wij nader hopen
aan te toonen.
Met groote vrijmoedigheid durven wij deze
aangelegenheid naar voren te schuiven, waar
onafhankelijk van het cultuurtijdperk, dat
wij doorleven, dezelfde zakelijke omstandig
heden hetzelfde resultaat van leelijkheid
(soms schijnbaar, soms tijdelijk) zouden heb
ben teweeg gebracht. Ja, zonder een periode
van leelijkheid en disharmonie is het moder
ne ontwikkelingsproces niet denkbaar. Om
dit duidelijk te maken mogen eenige voor
beelden dienen.
In de middeleeuwen was het aantal ver
schillende bouwmaterialen beperkt. Voor
woningbouw gebruikte men baksteen of na
tuursteen, hout en glas van beperkte af
metingen. Het spiegelglas was toen nog niet
bekend. Groote openingen werden dus afge
sloten door glas-in-lood ramen. Het ijzer
werd slechts spaarzaam toegepast en be
paalde nergens het aesthetisch effect van ge
bouwen. De baksteen was plaatselijk van
dezelfde geaardheid in kleur en hoedanig
heid. Bij de grootere gebouwen (cathedra-
len, kerken, paleizen en stadhuizen) werd
meer natuursteen gebruikt, meestal in de
nabijheid gewonnen. Het importeeren van
uitheemsche steensoorten had lang nog niet
dien omvang van tegenwoordig aangenomen,
't Is dus te begrijpen, dat de gebouwen in
dit opzicht in de middeleeuwen gemakkelij
ker bij elkaar harmonisch aansloten dan te
genwoordig, nu een vloed van nieuwe en
hooit gekende bouwmaterialen ons land
overstroomt en iederen ernstigen architect
dwingt tot kennisneming, al was 't maar int
zuiver economische overwegingen, welke bij
de bouwkunst of wil men liever bij het bou
wen niet verwaarloosd mogen worden. De
rasarchitecten, kunstenaars en technichi in
hart en nieren, kunnen met eene eenvoudige
kennismaking niet volstaan; zij zullen zoe
ken naar de artistieke toepassing van deze
nieuwe materialen, naar het aestetische vor
men, voor deze materialen. En nu komt de
clou van. de redeneering. Deze artistieke
toepassing,, de aesthetische vprin-is mééstal
niet onmiddellijk te vinden. Zij ontstaat pas
langzamerhand, als zij ontstaat, na tal van
mislukkingen na tal van meer of minder ge
slaagde proefnemingen. Het juiste begrip van
den schoonen vorm wast en rijst tegelijk met
het meer en meer onwaardig raken van het
nieuwe materiaal. Of weer heel anders ge
zegd: de waarlijk schoone toepassing van 'n
nieuw bouwmateriaal, dat zich typisch on
derscheidt van alle bestaande bouwmateria
len is niet anders mogelijk dan na een pe
riode van leelijkheid, van schoorvoetende en
weifelende proefnemingen. Men moet het
nieuwe materiaal door en door kennen om er
als artist van te gaan houden om alle mo
gelijkheden, die schoonheidsdorst bevredigen
de indrukken kunnen verwekken, te door
gronden. En zelfs wanneer de architect een
in nieuwen vorm, en in nieuw materiaal
schoon kunstwerk heeft weten te scheppen,
zal het nog langen tijd duren eer het pu
bliek die vertrouwheid met het nieuwe mate
riaal heeft verkregen, om den nieuwen vorm
als schoon te accepteeren. Zoo lang dat niet
het geval is, mist het publiek en dus ook de
schoonheidscommissie het recht te veroordee-
len. Door de groote massa zal steeds iedere
nieuwe vorm, uitsluitend en alleen omdat
deze afwijkt van bestaande vormen, kwetsend
werken, een beleediging zijn voor hun ver
worven schoonheidsbegrip. Het is eenmaal
niet anders; wij behoeven slechts aan een
enkel nieuwe materiaal te denken: het ge
wapend beton, om onze stelling kracht bij te
zetten.
De lezer herinnere zich hoe fel over de al
of niet geslaagdheid in 'schoonheidsopzicht
(bij de eerste bouwwerken in gewapend be
ton) gestreden werd en hoe nog over de
Ifljnstwaarde van nieuwe gebouwen in ge
wapend beton gestreden wordt, terwijl het
al reeds veertig a vijftig jaar bekend is.
De lezer, die over dit eene voorbeeld heeft
nagedacht, zal het met ons eens zijn, dat uit
de inmenging van een schoonheidscommissie
b(j het zoeken naar nieuwe schoone vormen,
near nieuwe schoone ^uitdrukkingsmogelijk
heden geen voordeel kfen getrokken worden.
Eer moet gevreesd worden, dat eene schoon
heids-commissie, die zich met zulke kwesties
heidscommissie, die zich met zulke kwesties
ling zal belemmeren, het ontstaan der
schoonheid zal vertragen. Eene schoonheids
commissie zal zich zelden tot het stand
punt kunnen verheffen, dat haar nut ook
gelegen kan zijn in het toelaten van vele niet
geslaagde leelijke bouwwerken, welke niette
min van een eerlijk oprecht streven en zoe
ken getuigen, tenzij aard en samenstelling
van de schoonheidscommissie op een zeer bij
zondere wijze geregeld wordt. Hoe die rege
ling dan zou moeten zijn zullen wij aan het
einde van dit artikel uiteenzetten, nadat wij
de overwegingen, waarop ons voorstel tot sa
menstelling en omschrijving der taak van
de schoonheid bewust de revue hebben laten
passeeren.
(Wordt vervolgd.)
Onze Coöperatieve Bloembollenvei
ling Donderdag a.s, des avonds te 8
wordt in Hotel Sistermans een vergade-
gehouden, waartoe alle kweekers en ex'
porteurs van Hillegom worden opgeroepen,
mede uit de nabuurtschap Ziljc. We hopen
dat de zaak tjokvol zal zijn en sporen alle be
langhebbenden krachtig aan, ter vergade
ring te komen.
Boomplantdag. De laatste dagen zijn
er in „Ons Huis" óp Rolland boomplant-
dagen gehouden, waardoor dit dorpje in de
toekomst een heel wat vriendelijker en ge
zelliger aanzicht zal krijgen. Alle wegen
en straten zijn aan weerskanten met jonge
boompjes beplant.
Het was een lust te zien, hoe de plant,
soenarbeiders der gemeente Haarlem hun
best deden om de jonge boompjes volgens
de regelen der kunst aan de aarde toe te
vertrouwen.
Daarna werden de voetpaden, die door het
graven nogal geleden hadden, weer netjes
gerold en met fijn grint bestrooid.
Netjes met Paschen. De laatste dagen
heeft Publieke Werken met bekwamen
spöed gewerkt om het rommmelig gedoe bij
Bloemendaalschen weg en begin Militairen-
weg op te knappen. En dit is zoo wonderwel
gelukt, dat we nu tenminste met Paschen
„schoon" zijn om in huismoeders terminolo
gie te spreen. Van al de sta-in-den-weg's,
bij het begin Militairenweg is nu alleen de
beroemde „oude eik" overgebleven.
Het verkeer naar den Zeeweg mag thans
alleen plaats hebben langs den Militairen-
Zeeweg.
De Tetterodeweg is dus voor 't opgaand
verkeer afgesloten. Nu wenscht men alleen
nog maar dat er op een goeden dag het
krotterig houten schuurtje, dat daar aan 't
begin van den Militairenweg de omgeving
in hooge mate ontsiert, verdwijnt.
„St. Jacobns". De feestavond van de R.
K. Harmonievereeniging „St. Jacobus" al
hier, wélke plaats zou hebben op 2en
Paaschdag, gaat niet door, maar is thans
definitief vastgesteld op Zondag 15 April
met medewerking van de R. K. Tooneelver-
eeniging „De Eenige Strijd" van Spaarn
dam.
Tevens wordt nog even in herinnering ge
bracht, dat er dien avond een verloting zal
plaats hebben.
Schaepmanfonds. A.s. Donderdag, 12
April zal er te Halfweg in het St. Jozefsge
bouw een vergadering plaats hebben van de
R. K. Kiesvereeniging waar geïnstalleerd
zullen worden het eere-comité en het comi
té van Actie voor het Schaepmanfonds.
Getracht zal worden om het werkprogram
af te werken, om dan zoo spoedig mogelijk
een groote propagandaavond te organisee-
ren, waarna het groote werk kan beginnen.
Verbetering gewenscht Reeds ge
ruimen tijd ontbreekt een richtingsbord va"
den wegwijzer, die staat aan den Ringdijk
hoek Spaarnwouderweg bij fort de Lied k
Het is die, welke de richting Haarlem aa e.
geeft. Het bord heeft eerst een tijdje tegn-
het weeghuisje aangeslagen, maar is en
geheel verdwenen. Mogelijk is hier ba Ida fja
heid in het spel geweest. De wegwijzer di-
richt daar uitstekende diensten en daa ver
zouhet aanbeveling verdienen, als dat rom
weer spoedig in orde werd gebracht, vb P
met het oog op het drukke verkeer, dat o
te wachten staat.
heer N. uien toe, die zich als
een der beste schut'.:—, c;de ver
eeniging, gekenmerkt heeft.
Ook de heer J. van Tongeren heeft als
goed schutter en secr. dezer vereeniging veel
tot haar bloei bijgedragen.
Dat het niet aan goede schuters ontbreekt
blijkt ook nog uit het feit, dat voor eenige
dagen de heer G. Mooyekind op schijf Bloe-
mendaal het maximum wist te schieten.
Voorzeker een mooi staaltje van schutters-
kunst!
14 April a.s. is de competitiewedstrijd van
dezen winter geëindigd en 21 April wordt
dan aanvang gemaakt met de schietwed
strijden buiten, waarschijnlijk wel in de
duinen.
Al telt deze vereeniging nu nog 20 leden,
wat krachten betreft zijn ze uitmuntend en
zij zullen dan ook waarschijnlijk wel nog
zeer goede prestaties in de toekomst kunnen
leveren.
Als zij dit jaar haar vijfjarig-bestaan
viert, kan zij tevreden op de daden in de af-
geloopen jaren terugzien.
Tenslotte wenschen wij haar, dat zij ook
in de toekomst haar naam in de schutters-
wereld weet hoog te houden en in leden
aantal stijgen zal.
Getrouwd: H. Reijngoud en C. M. Leen-
dertse.
i i HUÉI
De brandkranen Om te voorkomen,
dat in geval van brand de brandkranen
onvindbaar zijn, zooals dit gebeurd is bij
den brand bij den heer Tanis verleden week,
Zijn nu bij bedoelde kranen goed in het oog
loopende paaltjes geplaatst. En als er nu
ook slangen bij komen, dan kunnen wij
gerust zeggen, dat dit een stap is in de goede
richting.
Zandvoortsche Handelsvereeniging. Ter
gelegenheid van. het 20jarig bestaan .van
bovengenoemde vereeniging zal Donderdag
12 April van 3 tot 5 uur receptie gehouden
worden in de Bodéga Mustert, Strandweg.
Gevonden voorwerpen Terug te beko
men bij: De Vries, Alberdingk Thijmlaan
31, Bloemendaal, een huissleutel; Zwiersen,
Hendrik Roozenlaan 45, Haarlem, een
jonge gele herdershond; T. Mathot, Bloe-
mendaalschewog 295, Overveen, een zak
mesje; Losecaat Vermeer, Hooge Duin en
Daalscheweg 16, Bloemendaal, een zwarte
kater; aan het Bureau' van Politie, Over
veen, een broche, een bruin lederen da-
mestaschje, een huissleutel en een rijwiel-
belastingmerk in étui.
Schictvereenlgihg „Graaf Floris V". Bo
vengenoemde vereeniging is te Vogelenzang
volgens onze meening niet al te bekend,
zoodat het ons niet overbodig schijnt eens
iets aangaande deze vereeniging te vermel
den.
Opgericht in jDecember 1923, ontwikkelde
zij reeds van haar oprichting af een grooten
bloei, zij telde toenmaals 40 leden.
Dat deze vereeniging er werkelijk wel
mag z(jn blijkt o.a. uit hett diploma, den
vijfden prijs welken zij op een wedstrijd van
den Kon. Ned. Scherpschuttersbond, het vo
rig jaar gehouden, behaald heeft, terwijl
er niet minder dan ruim 50 vereenigingen
aan dezen wedstrijd deelnamen.
Een bijzonder woord van lof komt den
Vr. 1; Welke is de kortste weg van Bever
wijk naar Hank-Dussen?
2. Van Utrecht naar Hank Dussen?
3. Van 's-Hertogenbosch naar Hank Dus
sen.
Antw. 1. Beverwijk, Velsen, Amsterdam,
Duivendrecht, Abcoude, Baambrugge, Loe-
nersloot, I.oenen, Nieuwersluis, Breukelen,
Maarssen, Utrecht, Jutphaas, Vreeswijk,
Vianen, Lexmond, Meerkerk, Arkelschen-
dam, Almkerk, Dussen. Afstand 112 KM.
2. Utrecht, Jutphaas, Vreeswijk, Vianen,
Lexmond, Meerkerk, Arkelschendam, Arkel,
Gorinchem, Woudrichem, Almkerk, Dussen.
Afstand 48 §LM.
3. 's-Hertogenbosch, Vlijmen, Nieuwer-
kuik, Drunen, Baardwijk, Waalwijk, Be-
soyen, Capelle, Dussen. Afstand 29,5 KM.
Vr.: Welke is de kortste weg van Hille
gom naar Rotterdam?
Antw.: Hillegom Lisse. Sassenheim, War
mond, Leiden, Zoeterwoude, Stompwijk,
Zoetermeer, Zegwaard, Den Hoom, Kruis
weg, Bleiswijk, Bergschenlioek, Hilligersberg,
.Rotterdam. Afstand 39 K.M.
Vr.: Welke is de kortste weg van Haarlem
naar Utrecht?
Antw.: Haarlem, Heemstede, Hoofddorp,
Aalsmeer, Kudelstaart, De Kwakel, Uit
hoorn, Mijdrecht, Wilnis, Ruwiel, Breukelen,
Utrecht. Afstand 54 K.M.
Voor de groote Sportparkbeker, welke de
R. K. Commissie voor Lich. Opvoeding te
Haarlem, ten bate van het onder haar
staande R. K. Sportpark voor Haarlem, ge
legen aan de Molenwcrfslaan te Heemstede,
laat verspelen, hebben de volgende vereeni
gingen ingeschreven:
H. B. C. I; T.Y.B.B.; Zwaluwen I, Amster
dam; V. V. A. I, Amsterdam; Leiden I; Alw.
Forward I, Hoorn; India I Amsterdam en
Z.P.C. Amsterdam.
De loting zal plaats hebben Zaterdag
avond om 7 uur ten huize van den heer F.
Duyn Sr., Jansstraat 16. Afgevaardigden
worden verzocht hierbij tegenwoordig te zijn.
De wedstrijden vangen aan Zondag 15
April 1928 en worden alle gespeeld op het
R. K. Sportpark te Heemsetede.
De wedstrijden duren 2 x 45 minuten,
waarna bij gelijk spel 2 x 7 minuut zal
worden verlengd; is daarna de stand nog
gelijk, dan zal het lot de beslissing brengen.
Protesten tegen scheidsrechteljjke beslis
singen worden niet aangenomen.
Uitstel van vastgestelde wedstrijden kan
niet worden gegeven, daar vóór 1 Juni de
wedstrijden afgeloopen moeten zijn.
s Namens dé R. K. Comm. voor Lich.
Opvoeding te Haarlem,
H. J. VAN TOL Jr., secr.
Joh. De Breukstraat 33.
WAGENINGEN, 7 April. Hedennacht is te
Wageningen overleden prof. dr. Ritzema Bos.
De overledene werd in 1850 geboren te Gro
ningen, waar hij een H. B. S. met 5-jarigen
cursus volgde. Hij studeerde aan de Univer
siteit aldaar. Na bekroond te zijn voor zijn
antwoord op een academische prijsvraag:
Over de fauna der.Noordzee-eilanden, pro
moveerde hij in 1874 op een dissertatie over
de crustacca hedriophtalmata van Neder
land en zijn kusten. In 1869 werd hij leeraar
aan de Landbouwsèhool te Groningen. Na
de opheffing in 1871 leeraar aan de fl. B. S.
te Wageningen, in 1876 leeraar aan de Rijks-
landbouwschool aldaar, in 1895 werd h(j di
recteur van het te Groningen opgerichte
phytopathologisch laboratorium Willy Com-
melin Scholten en tevens benoemd tot bui
tengewoon hoogleeraar aan de Rijksland
bouwschool aldaar. In 1906 volgde zijn be
noeming tot directeur van het te Wagenin
gen opgerichte phytopathologisch instituutj,
verbonden aan de Rijks Hoogere Land-,
Tuin- en Boschbouwschool. Bij verheffing
dezer inrichting tot Landbouwhoogeschool
in 1918, werd de overledene hoogleeraar.
Bjj het bereiken van den 70-Jarigen leeftijd
in 1920 trad hij af. De overledene was rid
der in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Naar wij vernemen is door een Amerikaan
bij Fokker in Amerika de „Fokker Univer
sal", het nieuwste toestel van Fokker, waar
bij het principe van den vrijdragenden vleu
gel is losgelaten, aangekocht, waarmede deze
Amerikaan een vlucht van Londen naar
Tokio gaat ondernemen. Twee vliegers zul
len de machine bestoren. Zeer waarschijn
lijk zullen het de officier-vliegers Scot en
Sandberg zijn.
BERLIJN, 7 April. De ochtendbladen mel
den uit Milaan, dat in de Zuid-Italiaansehe
stad Lekka, de jonge hertog Caracciolo we
gens beleedigende uitdrukkingen over Mus
solini en de fascistische regeering gearrss-
teerd is. Hij zal zich te verantwoorden heb
ben voor de buitengewone rechtbank ter
bescherming van den staat. De jonge her
tog is lid van een beroemd adellijk ge
slacht.