DE WAERELD ROND Vrijdag 13 April 1928 NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad HET OUDE BOEK DER NIEUWE WERELD ONTNUCHTEREND. De Zuiderzeewerken. Overzicht van de. bemalingsput der Zuiderzeewerken bij Medemblik. De herten in den Haarlemmerhout genoten ook van het zachte voorjaarsweer, maar de oude krant, welke hun door de vacantie-ge- nietende jeugd als versnapering werd aange boden, was hun niet bijster welkom. Een groote transporteur is dezer dagen aangekomen die het leem uit schuiten, over den dijk in de bemalingsput brengt. N *4,4 De restauratie van het kasteel Assumburg te Heemskerk duurt reeds jaren. Verschillende gedeelten zijn nu gereed gekomen, doch geheel rechts ziet men nog de steigers. Hierboven een foto van het mooie slot. De heer D. van Resteren vierde zijn zilveren jubileum in dienst van de firma W. v. hierop te Bennebroek. Er bestaan plannen om de kerk van de Ned. Hervormde Gemeente in de Jansstraat te Haarlem te verkoopen. Uit architectonisch oogpunt bezien, zou slooping zeer te betreuren zijn. Ook het moreele recht om de kerk tc verkoopen, wordt betwist. Het K.L.M.-vliegtuig H.-N.A.E.E., komende van Hamburg met negen passagiers, heeft bij Nigtevecht wegens het weigeren van een der motoren, een noodlanding moeten maken. Hoe het toestel daarbij vernield werd, toont de foto. De passagiers bleven ongedeerd. De jubileerende Conferentie der St. Vincentiusvereenl- ging in de parochie der H.H. Elisabeth en Barbara te Haarlem. In 't mid den de Zeereerw. Heer pastoor H. J. I. Wentzel. RADIO IN AFRIKA In Afrika gebruikt men ook de telegrafie, zonder draad, maar met de trom. De uitdrukkingen, die men seint, zijn ken baar aan het rhythme van het uit de trom geslagen geluid, rhytme, het tegenwoordig telkens misbruikte woord, thans in zijn oor spronkelijke beteekenis. Afzonderlijke woor den kan men niet overseinen. Pater v. Goethem vertelt er in het tijd schrift „De Congo" van, en geeft den tekst van enkele telegrammen. Wie eenig nieuws weet te vertellen slaat den naam van den persoon, voor wien het is bestemd, dan de plaats, het dorp waar hij vertoeft, waarop volgt: „leen uw ooren, wij willen u spreken"; daarna de boodschap; tot slot: „gij hebt het nieuws dus gehoord". Men slaat dezelfde boodschap met tusschenpoozen meermalen. Zoodra men den geadresseerde heeft inge licht antwoord deze: „houdt op met spreken, ik heb het duidelijk met mijn ooren gehoord." Is iemand ernstig ziek dan weet iedereen het in alle dorpen van de buurtschap; want dagelijks gaan er menschen heen en weer; negers zijn trekvogels. Komt iemand door het dorp die er niet thuis is, dan vraagt men hem vanwaar hij komt, waarheen hij gaat, of er geen nieuws is. Men geeft hem de groe ten mede aan vrienden en verwanten, bood schappen voor kennissen. Dat er iemand ziek is en hoe 't hem gaat weet dus spoedig ieder een. Nu is vader Ekendze overleden in Lo senge; zijn gehuwde dochters Bonsoi en Eume zijn in Mbele en moeten gewaarschuwd door middel van deze eigenaardige „lettre de faire part", de lokole: luistert, wij laten u weten; vaderlief is gestorven; spijt (ver driet) is gekomen; zijn beenen liggen stijf uitgestrekt; wij zijn gansch verslagen; komt. En zoo geeft de schr. nog vele voorbeelden. Aardig is het beeld: „kom morgen, jaag den nachtuil op", dat wil zeggen: kom zoo vroeg, dat de nachtuil nog op jacht is, nog niet is gaan slapen; zit hij op uw weg in een boom, dan zal hij u zien aankomen en wegvliegen. Dan is er de oproep voor een jachtpartij; elk dorp heeft zijn jachtterrein, welks grenzen de omliggende dorpen kennen en erkennen. De neger mag vrijelijk op jacht gaan met boog en pijl, maar geèn klopjacht gaan hou den buiten de anderen om; daarvoor komt op een vastgestelden dag het dorp bijeen met netten, honden en wapens; het wordt bij- eengetrommeld. Ten behoeve van een visch- party voor de vrouwen en meisjes wordt evenzeer de lokole geroerd. DE TWEEDE INLANDSCHE BISSCHOP VAN INDIë Reeds eenige jaren geleden stonden de Ita- liaansche Jezuiten het diocees Mangalore met ongeveer 113.000 katholieken aan de inlandsche geestelijkheid af en behielden het nog weinig ontwikkelde deel van Culutt, dat slechts 84.000 katholieken telt, voor zich. Nadat Mgr. Perini S.J. om gewichtige rede nen het bestuur van Mangalore behouden had werd thans de Indiër Valeriaan Joseph de Souza tot Bisschop van het diocees be noemd. Bisschop de Souza is dus na Mgr. Roche van Tuticorin de tweede inlandsche bisschop. Gelijktijdig met de overgave van Mangalore aan de inlandsche geesteiykheid werd een Indiër, P. Goelbo S.J. benoemd tot Overste van alle Missionarissen der Paters Jezuiten uit de beide diocesen. Onder hem staan nu 35 Indische en 55 Europeesche Paters Jezuiten. Het „Bay State Psalm Book", een verza meling van Protestante gebeden uit het jaar 1630, heeft men langen tyd beschouwd als het oudste boek der nieuwe wereld. De nieuwste onderzoekingen hebben echter aan het licht gebracht, dat het oudste boek der nieuwe wereld een katholiek werk is, en wel een vertaling, uit" hetSpaansch, van een werk van den H. Joannes Climacus, een be kend geestelijk schrijver. Dit boek werd door Juan Pablos, een Mexicaan die de eerste drukkerij van Amerika had, In het paar 1536 uitgegeven. Het was bestemd voor de Novi cen der Dominicanen in de hoofdstad van het nieuwe Spanje. Het schijnt echter dat er van genoemd werk geen exemplaar meer aanwezig is. Maar in de bibliotheek van het Spaansche Geschiedkundig Genootschap te New York bevindt zich een boek: „de Doc- tina Christiant", waarin over het eerst ge noemde boek gesproken wordt en men het dus als reeds bestaand verondersteld. Dit werk werd in 1544 door Juan Cromberger in Mexico gedrukt. Het bevat 167 bladzijden, werd uitgegeven op last van Z.D.H. Mgr. Ju an Zumaraga. Het historisch genootschap der Vereenigde Staten heeft een herdruk van dit zeldzame werk in voorbereiding. Verder heeft het Spaansche Geschiedkundig Ge nootschap nog enkele boeken over de Chris telijke leer, die in het jaar 1600 in Peru ge drukt werden. EINDELIJK Meester had over de deugd van eerlijkheid gesproken en wilde nu de proef op de som nemen. Jan, zei de meester, als jy nu een rijksdaalder vond, zou jy dien dan houden? Neen, meester. Bravo! Wat zou jy er dan mee doen? Uitgeven, meester. DE PRIJS Mie, die een lotje genomen had van de tombola ten bate der oud-soldaten, komt haar prys halen. Na lang zoeken vindt de bediende haar prys; het is een geweer! En Mietje, heel verheugd, vroeg: Is er ook een soldaat bij? De vijfde kolom SLANGEN EN MODE Tot de twintigste eeuw hebben de slangen zich in een onbeperkte vryheid over den aardbodem kuiinen vermenigvuldigen. Zy kozen als verblijfplaats bü voorkeur die stre ken, welke het meest op het aardsche para dijs gelyken. Vanaf de kleine giftslang tot de enorme reuzenslang, die in haar omstren geling een os verstikt of, als de gelegen heid zich voordoet, een mensch leefden allen rustig een onverstoord bestaan, zy wer den alleen bedreigd of gedood door een of anderen jager, of door menschen, die onver hoeds door hen werden aangevallen. De tijden zijn intusschen veranderd. Sinds vrouwe mode vaststelde, dat slangenhuid een stof was van buitengewone fraaiheid, wordt de huid dezer dieren met goud betaald, en heele drommen arme jagers, blanken, zwar ten en gelen, hebben zich ten doel gesteld een zoo groot mogeiyk getal slangen te doo- den. Er is in Parijs een modehuis, dat dage- lyks honderden huiden ontvangt uit alle dee- len der wereld. De waarde zal nog stijgen. Eenige jaren geleden kwam een schoenmaker bij een natuurvorsclier en bracht hem een slangenhuid met het verzoek deze te laten bereiden, om er schoenen van te maken. „Dat is onmogeiyk", antwoordde de man. Het woord „onmogeiyk" komt evenwel niet voor in de woordenlost van de mode. Want ruim twee jaar later waren er inderdaad schoentjes van slangenvel. Een mooie slangenhuid is hoogstens 75 c.M. breed. Wanneer ze uit Indië afkomstig is, draagt zy zwarte vlekken; komt ze uit Afrika, dan is ze zeer bleek, flauw getee- kend en minder gezocht. Ook de onschuldige hagedissen worden op- geëischt door de mode. By duizenden wor den ze verzonden, vooral uit Indië, om er ceintuurs, versierselen en snuisterijen van te maken. De mooiste is wel de hagedis van •Java, met fraaie strepen geteekend. Ze wer den zoo hardnekkig vervolgd, dat het ras dreigde uit te sterven. De uitvoer is thans verboden. Men is er evenwel in geslaagd «e naar het Maleisch schiereiland over te teen gen, waar ze zich snel vermenigvuldigen. De hagedissen van Nigeria en Rhodesia zün ongeveer 40 centimeter lang, maar ko men minder veelvuldig voor wegens gebrek aan water. De kameleon is ook een soort hagedis; hfi is wit en draagt grijze ringen, die hem een bijzondere aspect geven. Van zyn huid wor den doosjes, cigarettenkokers, enz. gemaakt. Een jong meisje, dat pas een aansoek gekregen en geaccepteerd had, begon hevig te snikken. Liefste, vroeg het bybehoorend Jong- mensch bezorgd, ik hoop toch dat ik je niet beleedigd heb? Nee schat, dat is 't niet. Ik buil van louter vreugde. Moeder zei altyd, dat ik zoo'n mal kind was, dat zelfs een ezel me niet ten huwelijk zou vragen. En nu is 't toch gebeurd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9