Mg MAANDAG 30 APRIL 1928 PERSSTEMMEN UIT DRIE BLADEN NUMMER Z. D. H. MGR. A. J. GALLIER EEN EN VIFTIGSTE JAARGANG No. 18844 Het verscheiden van Mgr. A. J. Callier, Bisschop van Haarlem, moge mij een aanleiding zijn, met een kort woord te getuigen van mijne eerbie dige vereering voor den Kerkvorst, die, na vele jaren van gezegenden arbeid in Zijn diocees, werd wegge nomen van de kudde, welke aan Zijn herdersstaf zóó veilig was toever trouwd. Persoonlijk ben ik met den waar- digen Overledene niet dikwijls in aanraking geweest, maar de keeren, waarop mij dit voorrecht te beurt viel, kwam ik telkens onder de machtige bekoring van Zijn even wijs als innemend woord, van Zijn schrander inzicht, van Zijn warm hart. De ambtelijke betrekkingen, die Z. D. H. met mij onderhield, waren dan ook gedurende de dertien jaren mij ner ambtsvervulling van de voor treffelijkste, en tusschen het Kerke lijke en wereldlijke gezag in deze provincie heeft steeds eene verhou ding bestaan van onderlinge hoog achting en waardeering, die stellig ten goede is gekomen aan de behar tiging van de wederzijdsche en toch gemeenschappelijke belangen. Het past mij daarvoor aan Mgr. Callier mijne oprechte en diepe er kentelijkheid te betuigen en openlijk een woord van weemoedige hulde te brengen aan Zijne nagedachtenis, die bij mij in hooge eere zal blijven. A. RÖELL Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland Haarlem, 29 April 1928. 11 Mgr. A. J. Callier en het Seminarie „Hageveld" HET BESTUUR VAN HET BISDOM HAARLEM Chapelle Ardente - T Mèrv Wij ontvingen nog de volgende bijdragen: Bij het sterfbed van Z. D. H. Mgr. A. J. Callier komt als eene der voornaamste en sterkst sprekende herinneringen in onzen geest de oprichting van het nieuwe Semina rie „Hageveld" te Heemstede. Mgr. Callier en het nieuwe Hageveld zijn twee namen, welke bijzonder bij elkaar passen. Met bij zondere banden zijn zij met elkaar ver- eenigd. Iedere Priester van Haarlem's Bisdom denkt met dankbare vreugde terug aan „Ha geveld," waaraan Hij zijn beste levensjaren dankt. Bij verschillenden wordt die dank bare herinnering verlevendigd, die band ver sterkt, wanneer zij later worden geroepen, om op hun beurt als leeraars de alsdan op „Hageveld" verblijvende seminaristen te on derrichten en te leiden op den weg naar het Priesterschap. Maar geheel in 't bijzonder is Hij, die door den H. Geest gesteld werd, om de kerk Gods in het Bisdom Haarlem te besturen, door banden van vaderlijke be zorgdheid en liefde aan „Hageveld" verbon den. Zeventien jaren (18751892) heeft Mgr. Callier als leeraar Zijne rijke gaven en krachten geschonken aan de opleiding en vorming van Hagevelds jeugd, zoodat een zeer groot getal der thans nog levende Pries ters Hem daarvoor dankbaar zijn. En na elf jaren het gewichtig ambt van Vicaris-Ge neraal te hebben vervuld, werd Hij op den Bisschoppelijken zetel van Haarlem verheven. En toen begon voor Hem een nieuw tijdperk van zorg en arbeid voor „Hageveld". Is de Bisschop juist niet om Zijne verhevene plaats en waardigheid verplicht, de belangen van Zijn Seminarie te behartigen? Draagt daar om het Seminarie niet den naam van „Bis schoppelijk"? En dat heeft Hij met onverdro ten ijver en standvastige bezorgdheid van het begin van Zijn Episcopaat gedaan, en in Zijn in niets aarzelend geloof blijven doen, toen bij het voortsnellen der jaren ook de zorgen zwaarder werden. In de latere jaren, samenvallend met de verschijning van het beroemde Decreet van Z. H. Paus Pius X (8 Augustus 1910) over de Kinder-Communie begon het aantal semi naristen sterk toe te nemen. Oud-Hageveld te Voorhout kon niet meer dan 300 studen ten huisvesten. Ernstige bezwaren reizen op tegen eene vergrooting van het bestaand Seminarie; en toen in de jaren 19201922 telkens candidaten moesten worden afge wezen, nam de Bisschop het gewichtig en veelomvattend besluit, om een geheel nieuw Seminarie elders op te richten. En met hoog te waardeeren ijver en voortvarendheid be gon Hij onmiddellijk de hand aan het werk te slaan. Wat al zorgen werden in al deze voorbereidingsjaren van Hem gevorderd; welk een last door Hem getorscht; wat al overleg en besprekingen van Hem gevraagd; hoe talrijke besluiten door Hem genomen, totdat in September 1923 het nieuwe „Hage veld" („Porta coeli") door Mgr. werd inge zegend, zijne deuren kon openstellen en be trokken werd door een steeds vermeerderend aantal studenten, dat binnen enkele jaren tot een getal van 375 opklom. In den zomer van 1925 was ook de definitieve Kapel vol tooid, en werd den tienden Juli door Z.D.H. den Bisschop plechtig ingewijd. O! Welke overweldigende gevoelens van voldoening, vreugde en dankbaarheid jegens God zullen dien dag het hart van den thans overleden Bisschop en Stichter vervuld hebben. Maar erkennen wij, Diocesanen van het Bisdom Haarlem, wiens Opperherder van ons is heengegaan, dan ook dankbaar al den arbeid en al de moeite, welke Hij zich ge troost heeft, om aan Zijn Bisdom een nieuw, ruim en in alle opzichten geschikt Klein-Se- minarie te verschaffen. Bidden wij met een erkentelijk gemoed voor de rust Zijner ziel, opdat God Hem moge loonen voor Zijnen Hoogepriesterlijken arbeid, ook voor het Se minarie „Hageveld". T. EBBINKHUYSEN, Regent. DE VERGADERING VAN HET HOOGWAARDIG KAPITTEL MGR. TASKIN VICARIS CAPITULARIS Gisterenmiddag heeft om 5 uur een bijeen komst plaats gehad van het Kathedraal Ka pittel van Haarlem in de R.K. Pastorie te Vogelenzang. Zooals bekend is de hoogeerw. heer kanunnik Zondag, pastoor van Voge lenzang, zóó ongesteld, dat hij niet reizen kan. Alle hoogeerw. heeren Kanunnikken waren aanwezig. Op die bijeenkomst is de hoogeerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin, prae- ses van het seminarie te Warmond, tot Vi- caris-capitularis gekozen, dat is tot plaats vervanger van den overleden bisschop, tot dat door Z. H. den Paus een nieuwe bis schop voor het Diocees zal zijn benoemd. Vanaf Vrijdag a.s. gelieve men alle brie ven, bestemd voor het bestuur van het Bis dom te richten en te zenden aan den Hoog eerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin, vicaris- capitularis, Groot-Seminarie te Warmond. Zonder tegenbericht zal Z. T. Eerw. eiken Dinsdag van 101 uur te Haarlem, Nieuwe Gracht 89, audiëntie verleenen. Officieele mededeelingen. Hedenavond wordt in de chapelle ardente van het bisdom op 7 uur de metten en lau den gebeden door de priesters van de stad en buiten de stad, die daarbij aanwezig wil len zijn. Vanavond van 89 upr. zal aan de geor ganiseerde R.K. Middenstand van Haarlem alsmede aan de le>£n van den R.K. Volks bond gelegenheid g7-even worden om langs de baar te defileerenSr De heeren van het Franciscus Liefdewerk zullen daarbij assistentie verleenen. Dinsdag. Officieel rouwbezoek. Van 11 tot 12 uur zal er gelegenheid ge geven worden officieele bezoeken van rouw beklag af te leggen aan het Bisschoppelijk Paleis. Van 3—5 uur gelegenheid, op vertoon van een visitekaartje, het stoffelijk overschot van Z. D. H. te bezichtigen. De leden van den R.K. Vrouwenbond wor den verzocht om 3 uur aanwezig te zijn om allereerst een bezoek af te leggen. Om 7 uur 's avonds worden wederom door de priesters de Metten gelezen. Woensdag. Om 12 uur wordt het stoffelijk overschot op eenvoudige wijze overgebracht van het Bisschoppelijk Paleis naar de Kathedrale kerk. De weg die daarbij gevolgd wordt is Nieu we Gracht, Kinderhuisvest, Wilhelmina- straat, Wilsonsplein, Leidsche Vaart. De De stoet zal bestaan uit lijkwagen en twee volgrijtuigen, waarin gezeten zullen zijn de hoogeerw. heeren Mgr. M. P. J. Möllmann en de Zeeereerw. heer H. C. J. Sondaal en de twee secretarissen. Door de geestelijkheid van de kathedraal zal het lijk worden afgehaald. Daar wordt ook gelegenheid gegeven langs het stoffe lijk overschot te defileeren. De plechtige uitvaart Donderdag Om 10 uur worden in de kathedrale kerk de lauden gecelebreerd door Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utrecht. Om half 11 begint daarna de Pontificale Hoogmis, eveneens opgedragen door Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering. De assistenties zullen verricht worden door de Kanunniken voor wat de hoogere be treft, de lagere door de pastoors der stad. Reeds nu staat vast, dat bij de plechtige uitvaart zullen tegenwoordig zijn: Z.Exc. Mgr. L. Schioppa, Pauselijk internuntius te Den Haag; verder H.H. D.D. de bischop- pen Mgr. L. J. A. Schrijnen, bisschop van Roermond. Mgr. P. A. W. Hopmans, bisschop van Breda en Mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch. Vermoedelijk zal ook aanwezig zijn Mgr. J. Biermans, algemeen Overste der Congre gatie van Missionarissen van Mill Hill en titulair bisschop van Gargara. Z. D. H. Mgr. Heylen, bisschop van Namen, van welk kapittel Mgr. Callier eere-kanunnik was, heeft bericht gezonden wegens reeds vastge stelde vormreizen verhinderd te zijn aanwe zig te zijn, doch zal vertegenwoordigd zijn door den Hoogeerw. kanunnik Bootsma, die mede het kapittel van Namen zal vertegen woordigen. Nog van verschillende autoriteiten wordt bericht ingewacht. Na de Pontificale Mis van Requiem zul len de aanwezige Bisschoppen ieder een Pontificale absoute verrichten. De eerste absoute wordt verricht door den Hoogeerw. heer Vicaris-Generaal van het bisdom Haar lem, Mgr. M. P. J. Möllmann, de tweede door Z. D. H. Mgr. Diepen, de derde door Z. D. H. Mgr. Hopmans, de vierde door Z. D. H. Mgr. Schrijnen, de vijfde en laatste door den celebrant, Z. D. H. den Aartsbis schop van Utrecht. De Gregoriaansche Misgezangen zullen worden uitgevoerd door het zangkoor der kathedrale kerk, de lauden en Metten door de Schola Cantorum te Warmond. Waarschijnlijk zullen de plechtigheden per Radio worden uitgezonden. De kleine zaal van het Bisschoppelijk Pa leis, recht tegenover den hoofdingang, is Zaterdagmiddag ingericht tot rouwkapel. Daar werd Zaterdagavond het stoffelijk overschot van den doorluchtigen kerkvorst opgebaard. Zooals Mgr. was tijdens zijn le ven. zoo is hij gebleven nu de dood hem de oogen geloken heeft: een bisschop, met al de plechtige waardigheid en statigheid, die men zoo gaarne aan het begrip „bisschop" vasthecht. Mgr. Callier was tijdens zijn leven een fijne verschijning. Of hij de hoofdfiguur was bij een plechtigheid, ofwel te midden van arfdere hoogwaardigheidsbekleeders ver scheen, altijd viel zijn groote waardigheid op. En niets heeft de dood nog aan dit aristocratisch fijn besneden gelaat veran derd. Scherper nog komt het mooie profiel uit nu het beschenen is door het flakkerend licht van eenige tientallen waskaarsen. Zoo moet een kunstenaarsoog het grafmonument willen zien van een overleden, roemruchtig geregeerd hebbend kerkvorst. Mgr. ligt opgebaard in zijn bisschoppelijk gewaad met mijter en paars kazuifel, het bisschopskruis in de op de borst saamge- vo-uwen handen. De wanden van de rouwkapel zijn met rouwfloers omhangen. Tegen den achter wand is een altaar opgeslagen, waar eiken morgen een H. Mis voor de zielerust van den overleden bisschop zal worden gelezen. De afhangende draperie uit den katholieken wensch, die tevens een gebed is: Requiescat in Pace: dat hij ruste in vrede! Voortdurend komen hier om de baar eer waarde heeren geestelijken en broeders en kloosterzusters uit de stad en omgeving bid den. Nacht en dag, immer door. Het afsterven van Monseigneur. Een der Zeereerw. secretarissen van het Bisdom vertelde ons omtrent het afsterven van Monseigneur nog de volgende bijzonder heden, die wij onzen lezers oververtellen. De laatste dagen was, zooals in de dag bladen vermeld is, de toestand van Mon seigneur achteruitgaande. De twee laatste dagen had Monseigneur het erg benauwd,' maar Vrijdagnacht had de hooge lijder toch nog eenige uren rustig geslapen. Voortdu rend was een ziekenzuster in de nabijheid van Monseigneur. Zaterdagmorgen omstreeks half elf verliet de geneesheer Monseigneur en bevond zijn toestand gelijk aan dien van den vorigen dag. De toestand was zóó, dat een geestelijke, die des morgens even naai den toestand informeerde er niet van weer houden werd, eenige uren buiten de stad te gaan. Omstreeks tien minuten over elf begaf een der secretarissen zich naar Monseigneur om hem eenigen tijd gezelschap te houden. Monseigneur zat in een stoel. Er werd ech ter niet gesproken. Na ongeveer tien mi nuten gaf Mgr. aan de ziekenzuster zijn ver langen te kennen even rechtop te staan. De secretaris en de ziekenzuster ondersteunden Mgr. bij die poging. Nadat hij even gestaan had, werd hij moe envoorzichtig zetten de secretaris en de zuster hem terug iii den stoel. Kort daarop liet Mgr., onder de aan roeping: „O, mijn God!" het hoofd achter over vallen en ving de doodstrijd aan. De secretaris gaf Mgr. nog een laatste absolu tie. Intussclien werd de hoogeerw. heer Vi caris-Generaal gewaarschuwd en de bichtva- dcr van Monseigneur, de zeereerw. heer pas toor II. C. J. Sondaal, en andere geestelij- kan, het personeel van het bisschoppelijk Paleis. Allen verrichtten de gebeden dei- Stervenden en onder dit gebed gaf Mgr. den geest aan zijn Schepper weer. Mgr. Callier en het Schaepmanfonds. Na de vergadering die Vrijdagavond in het gebouw St. Bavo te Haarlem plaats had voor de stichting van het Dr. Schaepmanfonds, begaf de Zeereerw. heer Pastoor Sondaal zich naar Z. D. H. Mgr. A. J. Callier om hem mede te deelen, dat de vergadering goed geslaagd was en dat men ter vergadering voor Mgr. had gebeden. Mgr. vernam dat met groote vreugde en was blij, dat de actie in Haarlem succes had. Hij sprak de vurige hoop uit, dat het fonds er zal komen. Alzoo is het Dr. Schaep- mansfonds een der laatste beslommeringen geweest, waarvoor Haarlems Kerkvorst op deze wereld belangstelling heeft gehad. yithedrale kerk. De bisschop is feitei,,.. Je pastoor der ka thedrale kerk. Als zijn plaatsvervanger treedt op de plebaan. Het is daarom te be grijpen, dat vooral ook in de kathedraal voor de zielerust van Monseigneur is gebe den. In de H.H. Missen werd door de pre dikanten in den loop der predicaties gewe zen op het verheven voorbeeld, dat Mon seigneur heeft gegeven. Des middags werd om 3 uur een rozen hoedje voor de zielerust van Z. D. H. ge beden met daarbij behoorende gebeden. Er was veel belangstelling voor dit biduur. Maandagavond wordt in het Lof het ro zenhoedje voor de zielerust van Mgr. gebe den en Dinsdagavond wordt een Zielenlof met rozenhoedje gehouden, terwijl Woens dagavond, zooals bekend is, de Metten wor den gezongen. Eiken dag wordt een H. Mis offer in de kathedraal opgedragen voor de zielerust van den herder der parochie. In de St. Jozefkerk In de H. Mis van 9 uur heeft gistermor gen de Zeereerw. Heer Pastoor H. C. J. Son daal eenige woorden gewijd aan de nage dachtenis van Mgr. Callier. Hij wees er op, welk een voorbeeldig pries terlijk leven Mgr. steeds geleid heeft en hoe streng hij voor zichzelf was. Steeds vastte hij en nooit gebruikte hij eenig voedsel voor des middags 2 uur. Hij leefde dag aan dag voor zijn diocees en zijn diocesanen. Hij kon wel eens streng zijn en uiterlijk geleek hij misschien onbewogen, maar zijne liefde was groot. Innerlijk leefde hij geheel voor zijnen God. Spr. zeide voorts, Mgr. altijd bewonderd te hebben, toen hij als krachtige man leefde door het Geloof, maar vooral heeft hij hem bewonderd tijdens zijn ziekte; dag in, dag uit had spr. Mgr. toen bewonderd als een held van geloof en deugd. Met groote rust en absolute zekerheid heeft Mgr. steeds gezegd: „Ik ga naar God; daar is mijn woning." En als spr. Mgr. dan vroeg „Is het sterven niet hard?", dan ant woordde de Bisschop, die toch zulke groote benauwdheden had: „Neen, sterven is niet hard; dat is naar God gaan." Nog wees spr. in het kort op de groote belangstelling, welke Mgr. voor de katho lieke zaak koesterde. En zelfs Vrijdagavond nog, toen spr. Mgr. nog even bezocht na den Schaepmanavond, had Mgr. nog naar het verloop daarvan geïnformeerd en ge zegd: „En weten zij nu allen goed, wat het Schaepmanfonds bedoelt te zijn? En zullen zij allen nu goed geven?" Voor dat Schaep manfonds gevoelde Mgr. veel. Zelf schonk hij een bedrag van 1000 voor dat doel. Ten slotte vroeg spr. een vurig gebed voor de zielerust van den thans heengeganen Bisschop en een algemeene H. Communie op a.s Donderdag en deelde mede, dat a.s. Donderdagmorgen 8 uur in de St. Joseph- kerk aan de Jansstraat een plechtige Re quiemmis voor de zielerust van Mgr. gezon gen zal worden. Ook in de andere kerken van Haarlem werd gisteren onder de H.H. Missen door de dienstdoende geestelijken op gelijke wijze gesproken. De begrafenisplechtigheden Het ceremoniale Episcoporum vermeldt het volgende omtrent de begrafenisplechtig heden bij den dood van een bisschop. Wanneer de bisschop overleden is, wordt het stoffelijk overschot, gekleed met de ge wone kleeren, tot aan de rochet; vervolgens met de heilige gewaden, welke de bisschop tijdens zijn leven droeg, wanneer hij solem neel celebreerde: dat zijn: schoenen, kousen, amiet, albe, cingel, borstkruis, manipel, stola, tunicelle, dalmatiek, handschoenen, paars kasuifel, ring en eenvoudige mijter, terwijl hem nog een ander kruis op de borst gelegd wordt, dat hij in de handen houdt. Inmiddels wordt in het bisschoppelijk pa leis een chapelle ardente in gereedheid ge bracht, waarheen het stoffelijk overschot dan wordt overgebracht. Wanneer het stoffelijk overschot dan is opgebaard, wordt bij het voeteneinde een kleine tafel geplaatst, bedekt met wit lin nen, waarop gezet worden twee candelabres met brandende kaarsen, het Misboek, een wijwatersvat met wij waterkwast, wierook- scheepje met wierook, verder een superplie met stola en het pluviale. Rondom de baar worden candelabres met brandende kaarsen geplaatst benevens bid- stoelen voor degenen, die bij het stoffelijk overschot de laatste gebeden komen storten. in den Bosch. De Pontificale Uitvaart-Mis, welke Mgr. Diepen Zaterdag a.s.. voor de zielerust van Mgr. A. J. Callier zou opdragen, zou reeds heden, Maandag, plaats hebben. Omdat de Uitvaart te Haarlem op Donder dag gesteld is, moet de toediening van het H. Vormsel te Nijmegen door Mgr. Diepen van Donderdag tot Zaterdag verschoven worden. De geheele Nederlandsche pers, ook de niet- Katholieke, brengt hulde aan de nagedachte nis van den overleden bisschop. Wij laten hieronder eenige uittreksels volgen: Uit een artikel in „de Maasbode": Ieder groot en weidsch leven bezit een kern, meestentijds zeer eenvoudig, waaromheen al de bewogen daden en al de felle strevingen zich rangschikken. De kern in 't leven van Haarlems Bisschop was het aarzellooze in het geloof. En dat dit groote leven door God werd bemind, mogen wij vastelijk aannemen, omdat de Liefde Gods, Die in den omgang met de zielen van eene zóó bijzondere fijnge voeligheid is, juist van de verwezenlijking van dit kernprogram deed blijken in de jaren van hoogen ouderdom bij den Bisschop, en blijken deed bij de jongsten en allerjongsten. Bij dit nieuwe geslacht, dat als klapwiekende duiven zich verdringt rond het altaar; bij hen, die aarzelloos een heilige prooi te ont rukken wisten uit den poel der godverlaten heid der steden. Deze groote belofte hebben wij dan toch aan dezen grooten Vader in Christus mogen geven. De belofte der toene ming van het geloof niet alleen, doch van dit aarzellooze en zekere in het geloof, dat de Stuwkracht der Liefde voelt als een Pinkster- storm en een Pinkstervuur. Dit geloof, dat niet meer traag wil zijn en klein en bene pen, doch, zeker van de glorie der Godskracht, al het lage en onteerende en besmeurende wegschroeit. Dit geloof, dat God sterk weet, en daarom de wereld overwint; dit geloof, niet ontmoedigd en niet versagend dan alleen in oogenblikkelijke stemmingen der menschelijke zwakheid; dit geloof, dat de muren der ver vreemding splijten kan en ae torens van den waan doen neerploffenDit geloof, waarin geen aarzeling mocht zijn en geen rimpel, heeft Haarlems Bisschop ons willen schen ken en God heeft Zijn eeuwig merk gezet op dit Hoogepriesterlijke streven, want ondanks alle tekortkomingen begint deze machtige, vurige, apostolische wind te waaien over Haarlems gouwen. Daarom past bij het heengaan van dezen grooten Bisschop droefheid, maar allerminst verslagenheid. „Vita mutatur, non tollitur"... De luchter van dit groote leven met zijn felle lichten en sterken glans is wel onttrokken aan onze oogen, doch straalt nu voor den Goddel ij ken Troon. Daar ook verlaat de Her der de kudde niet; daar ook blijft Hij mede Haarlems Kerk bestieren; daar bidt Hij mede ons af de verlossing uit alle aarzeling des ge loof s, alle aarzeling in het instemmen met den Goddelijken Wil, alle aarzeling in den apostolischen ijver, die priester en leek door gloeien moet. Daar wacht Hij ons op, om na alle aarzelingen van wereld en tijd en zwak heid van het vleesch te hebben overwonnen, te mogen leven te midden der Goddelijke Ze kerheden in alle eeuwen der eeuwen. En wanneer ook op deze groote ziel nog een stofje mocht zijn blijven kleven van ons aller strijd nu kunnen ook wij geven, waar Hij zooveel gaf. Het uur van den Vader is ten einde; het uur van de Kinderen is ge komen. Aarzelloos is ons geloof, ook waar wij de macht belijden van ons gebed, om de van sterren omkranste Hemelpoorten open te stooten voor Hem, Die ons zoo geduldig aan de Vaderlijke Hand heeft geleid, waar wij strompelend en struikelend moeizaam voort gingen op den lichtenden Melkweg der Ge nade. „De Tijd" schrijft: Zijn wapenspreuk „in fide nihil haesitans" is hij getrouw gebleven. Eenmaal de noodza kelijkheid van iets inziende, ging hij vol ver trouwen den weg, dien hij voor zich zag. Krachtig was zijn bestuur overeenkomstig zijn eerste schrijven aan de geestelijkheid en de geloovigen: „de kracht van boven zullen wij des te meer noodig hebben na het bestuur van een hisschop, die in zijn langdurig Epis copaat, getrouw aan zijn wapenspreuk: „Al les in Liefde", altijd gestreefd heeft, zich door goedheid en liefde te laten leiden, maar er niet naar behoefde te streven om zich krach tig te toonen, omdat hem de kracht als inge schapen was, terwijl wij eigener zwakheid maar al te zeer ons bewust voortdurend onze kracht zullen moeten zoeken in de over weging van de zware plichten, door den Op- M>*\''v.' v' - M «'V f d v 1 wUb jBsaassSg Z. D. H. op het praalbed in de chapelle ardente.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1