Mg
MAANDAG 30 APRIL 1928
PERSSTEMMEN
UIT DRIE BLADEN
NUMMER
Z. D. H. MGR. A. J. GALLIER
EEN EN VIFTIGSTE JAARGANG No. 18844
Het verscheiden van Mgr. A. J.
Callier, Bisschop van Haarlem, moge
mij een aanleiding zijn, met een kort
woord te getuigen van mijne eerbie
dige vereering voor den Kerkvorst,
die, na vele jaren van gezegenden
arbeid in Zijn diocees, werd wegge
nomen van de kudde, welke aan Zijn
herdersstaf zóó veilig was toever
trouwd.
Persoonlijk ben ik met den waar-
digen Overledene niet dikwijls in
aanraking geweest, maar de keeren,
waarop mij dit voorrecht te beurt
viel, kwam ik telkens onder de
machtige bekoring van Zijn even
wijs als innemend woord, van Zijn
schrander inzicht, van Zijn warm
hart.
De ambtelijke betrekkingen, die Z.
D. H. met mij onderhield, waren dan
ook gedurende de dertien jaren mij
ner ambtsvervulling van de voor
treffelijkste, en tusschen het Kerke
lijke en wereldlijke gezag in deze
provincie heeft steeds eene verhou
ding bestaan van onderlinge hoog
achting en waardeering, die stellig
ten goede is gekomen aan de behar
tiging van de wederzijdsche en toch
gemeenschappelijke belangen.
Het past mij daarvoor aan Mgr.
Callier mijne oprechte en diepe er
kentelijkheid te betuigen en openlijk
een woord van weemoedige hulde te
brengen aan Zijne nagedachtenis, die
bij mij in hooge eere zal blijven.
A. RÖELL
Commissaris der Koningin
in de provincie Noord-Holland
Haarlem, 29 April 1928.
11 Mgr. A. J. Callier en het
Seminarie „Hageveld"
HET BESTUUR VAN
HET BISDOM HAARLEM
Chapelle Ardente
- T
Mèrv
Wij ontvingen nog de volgende bijdragen:
Bij het sterfbed van Z. D. H. Mgr. A. J.
Callier komt als eene der voornaamste en
sterkst sprekende herinneringen in onzen
geest de oprichting van het nieuwe Semina
rie „Hageveld" te Heemstede. Mgr. Callier
en het nieuwe Hageveld zijn twee namen,
welke bijzonder bij elkaar passen. Met bij
zondere banden zijn zij met elkaar ver-
eenigd.
Iedere Priester van Haarlem's Bisdom
denkt met dankbare vreugde terug aan „Ha
geveld," waaraan Hij zijn beste levensjaren
dankt. Bij verschillenden wordt die dank
bare herinnering verlevendigd, die band ver
sterkt, wanneer zij later worden geroepen,
om op hun beurt als leeraars de alsdan op
„Hageveld" verblijvende seminaristen te on
derrichten en te leiden op den weg naar het
Priesterschap. Maar geheel in 't bijzonder is
Hij, die door den H. Geest gesteld werd,
om de kerk Gods in het Bisdom Haarlem te
besturen, door banden van vaderlijke be
zorgdheid en liefde aan „Hageveld" verbon
den.
Zeventien jaren (18751892) heeft Mgr.
Callier als leeraar Zijne rijke gaven en
krachten geschonken aan de opleiding en
vorming van Hagevelds jeugd, zoodat een
zeer groot getal der thans nog levende Pries
ters Hem daarvoor dankbaar zijn. En na elf
jaren het gewichtig ambt van Vicaris-Ge
neraal te hebben vervuld, werd Hij op den
Bisschoppelijken zetel van Haarlem verheven.
En toen begon voor Hem een nieuw tijdperk
van zorg en arbeid voor „Hageveld". Is de
Bisschop juist niet om Zijne verhevene plaats
en waardigheid verplicht, de belangen van
Zijn Seminarie te behartigen? Draagt daar
om het Seminarie niet den naam van „Bis
schoppelijk"? En dat heeft Hij met onverdro
ten ijver en standvastige bezorgdheid van het
begin van Zijn Episcopaat gedaan, en in Zijn
in niets aarzelend geloof blijven doen, toen
bij het voortsnellen der jaren ook de zorgen
zwaarder werden.
In de latere jaren, samenvallend met de
verschijning van het beroemde Decreet van
Z. H. Paus Pius X (8 Augustus 1910) over de
Kinder-Communie begon het aantal semi
naristen sterk toe te nemen. Oud-Hageveld
te Voorhout kon niet meer dan 300 studen
ten huisvesten. Ernstige bezwaren reizen op
tegen eene vergrooting van het bestaand
Seminarie; en toen in de jaren 19201922
telkens candidaten moesten worden afge
wezen, nam de Bisschop het gewichtig en
veelomvattend besluit, om een geheel nieuw
Seminarie elders op te richten. En met hoog
te waardeeren ijver en voortvarendheid be
gon Hij onmiddellijk de hand aan het werk
te slaan. Wat al zorgen werden in al deze
voorbereidingsjaren van Hem gevorderd;
welk een last door Hem getorscht; wat al
overleg en besprekingen van Hem gevraagd;
hoe talrijke besluiten door Hem genomen,
totdat in September 1923 het nieuwe „Hage
veld" („Porta coeli") door Mgr. werd inge
zegend, zijne deuren kon openstellen en be
trokken werd door een steeds vermeerderend
aantal studenten, dat binnen enkele jaren
tot een getal van 375 opklom. In den zomer
van 1925 was ook de definitieve Kapel vol
tooid, en werd den tienden Juli door Z.D.H.
den Bisschop plechtig ingewijd. O! Welke
overweldigende gevoelens van voldoening,
vreugde en dankbaarheid jegens God zullen
dien dag het hart van den thans overleden
Bisschop en Stichter vervuld hebben.
Maar erkennen wij, Diocesanen van het
Bisdom Haarlem, wiens Opperherder van
ons is heengegaan, dan ook dankbaar al den
arbeid en al de moeite, welke Hij zich ge
troost heeft, om aan Zijn Bisdom een nieuw,
ruim en in alle opzichten geschikt Klein-Se-
minarie te verschaffen. Bidden wij met een
erkentelijk gemoed voor de rust Zijner ziel,
opdat God Hem moge loonen voor Zijnen
Hoogepriesterlijken arbeid, ook voor het Se
minarie „Hageveld".
T. EBBINKHUYSEN,
Regent.
DE VERGADERING VAN HET
HOOGWAARDIG KAPITTEL
MGR. TASKIN VICARIS CAPITULARIS
Gisterenmiddag heeft om 5 uur een bijeen
komst plaats gehad van het Kathedraal Ka
pittel van Haarlem in de R.K. Pastorie te
Vogelenzang. Zooals bekend is de hoogeerw.
heer kanunnik Zondag, pastoor van Voge
lenzang, zóó ongesteld, dat hij niet reizen
kan. Alle hoogeerw. heeren Kanunnikken
waren aanwezig. Op die bijeenkomst is de
hoogeerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin, prae-
ses van het seminarie te Warmond, tot Vi-
caris-capitularis gekozen, dat is tot plaats
vervanger van den overleden bisschop, tot
dat door Z. H. den Paus een nieuwe bis
schop voor het Diocees zal zijn benoemd.
Vanaf Vrijdag a.s. gelieve men alle brie
ven, bestemd voor het bestuur van het Bis
dom te richten en te zenden aan den Hoog
eerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin, vicaris-
capitularis, Groot-Seminarie te Warmond.
Zonder tegenbericht zal Z. T. Eerw. eiken
Dinsdag van 101 uur te Haarlem, Nieuwe
Gracht 89, audiëntie verleenen.
Officieele mededeelingen.
Hedenavond wordt in de chapelle ardente
van het bisdom op 7 uur de metten en lau
den gebeden door de priesters van de stad
en buiten de stad, die daarbij aanwezig wil
len zijn.
Vanavond van 89 upr. zal aan de geor
ganiseerde R.K. Middenstand van Haarlem
alsmede aan de le>£n van den R.K. Volks
bond gelegenheid g7-even worden om langs
de baar te defileerenSr
De heeren van het Franciscus Liefdewerk
zullen daarbij assistentie verleenen.
Dinsdag. Officieel rouwbezoek.
Van 11 tot 12 uur zal er gelegenheid ge
geven worden officieele bezoeken van rouw
beklag af te leggen aan het Bisschoppelijk
Paleis.
Van 3—5 uur gelegenheid, op vertoon van
een visitekaartje, het stoffelijk overschot van
Z. D. H. te bezichtigen.
De leden van den R.K. Vrouwenbond wor
den verzocht om 3 uur aanwezig te zijn
om allereerst een bezoek af te leggen. Om
7 uur 's avonds worden wederom door de
priesters de Metten gelezen.
Woensdag.
Om 12 uur wordt het stoffelijk overschot
op eenvoudige wijze overgebracht van het
Bisschoppelijk Paleis naar de Kathedrale
kerk.
De weg die daarbij gevolgd wordt is Nieu
we Gracht, Kinderhuisvest, Wilhelmina-
straat, Wilsonsplein, Leidsche Vaart. De
De stoet zal bestaan uit lijkwagen en twee
volgrijtuigen, waarin gezeten zullen zijn de
hoogeerw. heeren Mgr. M. P. J. Möllmann
en de Zeeereerw. heer H. C. J. Sondaal en
de twee secretarissen.
Door de geestelijkheid van de kathedraal
zal het lijk worden afgehaald. Daar wordt
ook gelegenheid gegeven langs het stoffe
lijk overschot te defileeren.
De plechtige uitvaart Donderdag
Om 10 uur worden in de kathedrale kerk
de lauden gecelebreerd door Z. D. H. Mgr.
H. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utrecht.
Om half 11 begint daarna de Pontificale
Hoogmis, eveneens opgedragen door Z. D.
H. Mgr. H. v. d. Wetering.
De assistenties zullen verricht worden door
de Kanunniken voor wat de hoogere be
treft, de lagere door de pastoors der stad.
Reeds nu staat vast, dat bij de plechtige
uitvaart zullen tegenwoordig zijn: Z.Exc.
Mgr. L. Schioppa, Pauselijk internuntius
te Den Haag; verder H.H. D.D. de bischop-
pen Mgr. L. J. A. Schrijnen, bisschop van
Roermond. Mgr. P. A. W. Hopmans, bisschop
van Breda en Mgr. A. F. Diepen, bisschop
van 's-Hertogenbosch.
Vermoedelijk zal ook aanwezig zijn Mgr.
J. Biermans, algemeen Overste der Congre
gatie van Missionarissen van Mill Hill en
titulair bisschop van Gargara. Z. D. H. Mgr.
Heylen, bisschop van Namen, van welk
kapittel Mgr. Callier eere-kanunnik was,
heeft bericht gezonden wegens reeds vastge
stelde vormreizen verhinderd te zijn aanwe
zig te zijn, doch zal vertegenwoordigd zijn
door den Hoogeerw. kanunnik Bootsma, die
mede het kapittel van Namen zal vertegen
woordigen.
Nog van verschillende autoriteiten wordt
bericht ingewacht.
Na de Pontificale Mis van Requiem zul
len de aanwezige Bisschoppen ieder een
Pontificale absoute verrichten. De eerste
absoute wordt verricht door den Hoogeerw.
heer Vicaris-Generaal van het bisdom Haar
lem, Mgr. M. P. J. Möllmann, de tweede
door Z. D. H. Mgr. Diepen, de derde door
Z. D. H. Mgr. Hopmans, de vierde door Z.
D. H. Mgr. Schrijnen, de vijfde en laatste
door den celebrant, Z. D. H. den Aartsbis
schop van Utrecht.
De Gregoriaansche Misgezangen zullen
worden uitgevoerd door het zangkoor der
kathedrale kerk, de lauden en Metten door
de Schola Cantorum te Warmond.
Waarschijnlijk zullen de plechtigheden per
Radio worden uitgezonden.
De kleine zaal van het Bisschoppelijk Pa
leis, recht tegenover den hoofdingang, is
Zaterdagmiddag ingericht tot rouwkapel.
Daar werd Zaterdagavond het stoffelijk
overschot van den doorluchtigen kerkvorst
opgebaard. Zooals Mgr. was tijdens zijn le
ven. zoo is hij gebleven nu de dood hem de
oogen geloken heeft: een bisschop, met al
de plechtige waardigheid en statigheid, die
men zoo gaarne aan het begrip „bisschop"
vasthecht. Mgr. Callier was tijdens zijn leven
een fijne verschijning. Of hij de hoofdfiguur
was bij een plechtigheid, ofwel te midden
van arfdere hoogwaardigheidsbekleeders ver
scheen, altijd viel zijn groote waardigheid
op. En niets heeft de dood nog aan dit
aristocratisch fijn besneden gelaat veran
derd. Scherper nog komt het mooie profiel
uit nu het beschenen is door het flakkerend
licht van eenige tientallen waskaarsen. Zoo
moet een kunstenaarsoog het grafmonument
willen zien van een overleden, roemruchtig
geregeerd hebbend kerkvorst.
Mgr. ligt opgebaard in zijn bisschoppelijk
gewaad met mijter en paars kazuifel, het
bisschopskruis in de op de borst saamge-
vo-uwen handen.
De wanden van de rouwkapel zijn met
rouwfloers omhangen. Tegen den achter
wand is een altaar opgeslagen, waar eiken
morgen een H. Mis voor de zielerust van den
overleden bisschop zal worden gelezen. De
afhangende draperie uit den katholieken
wensch, die tevens een gebed is: Requiescat
in Pace: dat hij ruste in vrede!
Voortdurend komen hier om de baar eer
waarde heeren geestelijken en broeders en
kloosterzusters uit de stad en omgeving bid
den. Nacht en dag, immer door.
Het afsterven van Monseigneur.
Een der Zeereerw. secretarissen van het
Bisdom vertelde ons omtrent het afsterven
van Monseigneur nog de volgende bijzonder
heden, die wij onzen lezers oververtellen.
De laatste dagen was, zooals in de dag
bladen vermeld is, de toestand van Mon
seigneur achteruitgaande. De twee laatste
dagen had Monseigneur het erg benauwd,'
maar Vrijdagnacht had de hooge lijder toch
nog eenige uren rustig geslapen. Voortdu
rend was een ziekenzuster in de nabijheid
van Monseigneur. Zaterdagmorgen omstreeks
half elf verliet de geneesheer Monseigneur
en bevond zijn toestand gelijk aan dien van
den vorigen dag. De toestand was zóó, dat
een geestelijke, die des morgens even naai
den toestand informeerde er niet van weer
houden werd, eenige uren buiten de stad te
gaan.
Omstreeks tien minuten over elf begaf een
der secretarissen zich naar Monseigneur om
hem eenigen tijd gezelschap te houden.
Monseigneur zat in een stoel. Er werd ech
ter niet gesproken. Na ongeveer tien mi
nuten gaf Mgr. aan de ziekenzuster zijn ver
langen te kennen even rechtop te staan. De
secretaris en de ziekenzuster ondersteunden
Mgr. bij die poging. Nadat hij even gestaan
had, werd hij moe envoorzichtig zetten de
secretaris en de zuster hem terug iii den
stoel. Kort daarop liet Mgr., onder de aan
roeping: „O, mijn God!" het hoofd achter
over vallen en ving de doodstrijd aan. De
secretaris gaf Mgr. nog een laatste absolu
tie. Intussclien werd de hoogeerw. heer Vi
caris-Generaal gewaarschuwd en de bichtva-
dcr van Monseigneur, de zeereerw. heer pas
toor II. C. J. Sondaal, en andere geestelij-
kan, het personeel van het bisschoppelijk
Paleis. Allen verrichtten de gebeden dei-
Stervenden en onder dit gebed gaf Mgr. den
geest aan zijn Schepper weer.
Mgr. Callier en het Schaepmanfonds.
Na de vergadering die Vrijdagavond in het
gebouw St. Bavo te Haarlem plaats had voor
de stichting van het Dr. Schaepmanfonds,
begaf de Zeereerw. heer Pastoor Sondaal zich
naar Z. D. H. Mgr. A. J. Callier om hem
mede te deelen, dat de vergadering goed
geslaagd was en dat men ter vergadering
voor Mgr. had gebeden.
Mgr. vernam dat met groote vreugde en
was blij, dat de actie in Haarlem succes
had. Hij sprak de vurige hoop uit, dat het
fonds er zal komen. Alzoo is het Dr. Schaep-
mansfonds een der laatste beslommeringen
geweest, waarvoor Haarlems Kerkvorst op
deze wereld belangstelling heeft gehad.
yithedrale kerk.
De bisschop is feitei,,.. Je pastoor der ka
thedrale kerk. Als zijn plaatsvervanger
treedt op de plebaan. Het is daarom te be
grijpen, dat vooral ook in de kathedraal
voor de zielerust van Monseigneur is gebe
den. In de H.H. Missen werd door de pre
dikanten in den loop der predicaties gewe
zen op het verheven voorbeeld, dat Mon
seigneur heeft gegeven.
Des middags werd om 3 uur een rozen
hoedje voor de zielerust van Z. D. H. ge
beden met daarbij behoorende gebeden. Er
was veel belangstelling voor dit biduur.
Maandagavond wordt in het Lof het ro
zenhoedje voor de zielerust van Mgr. gebe
den en Dinsdagavond wordt een Zielenlof
met rozenhoedje gehouden, terwijl Woens
dagavond, zooals bekend is, de Metten wor
den gezongen. Eiken dag wordt een H. Mis
offer in de kathedraal opgedragen voor de
zielerust van den herder der parochie.
In de St. Jozefkerk
In de H. Mis van 9 uur heeft gistermor
gen de Zeereerw. Heer Pastoor H. C. J. Son
daal eenige woorden gewijd aan de nage
dachtenis van Mgr. Callier.
Hij wees er op, welk een voorbeeldig pries
terlijk leven Mgr. steeds geleid heeft en hoe
streng hij voor zichzelf was. Steeds vastte
hij en nooit gebruikte hij eenig voedsel voor
des middags 2 uur. Hij leefde dag aan dag
voor zijn diocees en zijn diocesanen. Hij kon
wel eens streng zijn en uiterlijk geleek hij
misschien onbewogen, maar zijne liefde was
groot. Innerlijk leefde hij geheel voor zijnen
God.
Spr. zeide voorts, Mgr. altijd bewonderd te
hebben, toen hij als krachtige man leefde
door het Geloof, maar vooral heeft hij hem
bewonderd tijdens zijn ziekte; dag in, dag
uit had spr. Mgr. toen bewonderd als een
held van geloof en deugd.
Met groote rust en absolute zekerheid
heeft Mgr. steeds gezegd: „Ik ga naar God;
daar is mijn woning." En als spr. Mgr. dan
vroeg „Is het sterven niet hard?", dan ant
woordde de Bisschop, die toch zulke groote
benauwdheden had: „Neen, sterven is niet
hard; dat is naar God gaan."
Nog wees spr. in het kort op de groote
belangstelling, welke Mgr. voor de katho
lieke zaak koesterde. En zelfs Vrijdagavond
nog, toen spr. Mgr. nog even bezocht na
den Schaepmanavond, had Mgr. nog naar
het verloop daarvan geïnformeerd en ge
zegd: „En weten zij nu allen goed, wat het
Schaepmanfonds bedoelt te zijn? En zullen
zij allen nu goed geven?" Voor dat Schaep
manfonds gevoelde Mgr. veel. Zelf schonk
hij een bedrag van 1000 voor dat doel.
Ten slotte vroeg spr. een vurig gebed voor
de zielerust van den thans heengeganen
Bisschop en een algemeene H. Communie
op a.s Donderdag en deelde mede, dat a.s.
Donderdagmorgen 8 uur in de St. Joseph-
kerk aan de Jansstraat een plechtige Re
quiemmis voor de zielerust van Mgr. gezon
gen zal worden.
Ook in de andere kerken van Haarlem
werd gisteren onder de H.H. Missen door de
dienstdoende geestelijken op gelijke wijze
gesproken.
De begrafenisplechtigheden
Het ceremoniale Episcoporum vermeldt
het volgende omtrent de begrafenisplechtig
heden bij den dood van een bisschop.
Wanneer de bisschop overleden is, wordt
het stoffelijk overschot, gekleed met de ge
wone kleeren, tot aan de rochet; vervolgens
met de heilige gewaden, welke de bisschop
tijdens zijn leven droeg, wanneer hij solem
neel celebreerde: dat zijn: schoenen, kousen,
amiet, albe, cingel, borstkruis, manipel, stola,
tunicelle, dalmatiek, handschoenen, paars
kasuifel, ring en eenvoudige mijter, terwijl
hem nog een ander kruis op de borst gelegd
wordt, dat hij in de handen houdt.
Inmiddels wordt in het bisschoppelijk pa
leis een chapelle ardente in gereedheid ge
bracht, waarheen het stoffelijk overschot
dan wordt overgebracht.
Wanneer het stoffelijk overschot dan is
opgebaard, wordt bij het voeteneinde een
kleine tafel geplaatst, bedekt met wit lin
nen, waarop gezet worden twee candelabres
met brandende kaarsen, het Misboek, een
wijwatersvat met wij waterkwast, wierook-
scheepje met wierook, verder een superplie
met stola en het pluviale.
Rondom de baar worden candelabres met
brandende kaarsen geplaatst benevens bid-
stoelen voor degenen, die bij het stoffelijk
overschot de laatste gebeden komen storten.
in den Bosch.
De Pontificale Uitvaart-Mis, welke Mgr.
Diepen Zaterdag a.s.. voor de zielerust van
Mgr. A. J. Callier zou opdragen, zou reeds
heden, Maandag, plaats hebben.
Omdat de Uitvaart te Haarlem op Donder
dag gesteld is, moet de toediening van het H.
Vormsel te Nijmegen door Mgr. Diepen van
Donderdag tot Zaterdag verschoven worden.
De geheele Nederlandsche pers, ook de niet-
Katholieke, brengt hulde aan de nagedachte
nis van den overleden bisschop. Wij laten
hieronder eenige uittreksels volgen:
Uit een artikel in „de Maasbode":
Ieder groot en weidsch leven bezit een kern,
meestentijds zeer eenvoudig, waaromheen al
de bewogen daden en al de felle strevingen
zich rangschikken. De kern in 't leven van
Haarlems Bisschop was het aarzellooze in het
geloof. En dat dit groote leven door God
werd bemind, mogen wij vastelijk aannemen,
omdat de Liefde Gods, Die in den omgang
met de zielen van eene zóó bijzondere fijnge
voeligheid is, juist van de verwezenlijking
van dit kernprogram deed blijken in de jaren
van hoogen ouderdom bij den Bisschop, en
blijken deed bij de jongsten en allerjongsten.
Bij dit nieuwe geslacht, dat als klapwiekende
duiven zich verdringt rond het altaar; bij
hen, die aarzelloos een heilige prooi te ont
rukken wisten uit den poel der godverlaten
heid der steden. Deze groote belofte hebben
wij dan toch aan dezen grooten Vader in
Christus mogen geven. De belofte der toene
ming van het geloof niet alleen, doch van dit
aarzellooze en zekere in het geloof, dat de
Stuwkracht der Liefde voelt als een Pinkster-
storm en een Pinkstervuur. Dit geloof, dat
niet meer traag wil zijn en klein en bene
pen, doch, zeker van de glorie der Godskracht,
al het lage en onteerende en besmeurende
wegschroeit. Dit geloof, dat God sterk weet,
en daarom de wereld overwint; dit geloof, niet
ontmoedigd en niet versagend dan alleen in
oogenblikkelijke stemmingen der menschelijke
zwakheid; dit geloof, dat de muren der ver
vreemding splijten kan en ae torens van den
waan doen neerploffenDit geloof, waarin
geen aarzeling mocht zijn en geen rimpel,
heeft Haarlems Bisschop ons willen schen
ken en God heeft Zijn eeuwig merk gezet op
dit Hoogepriesterlijke streven, want ondanks
alle tekortkomingen begint deze machtige,
vurige, apostolische wind te waaien over
Haarlems gouwen.
Daarom past bij het heengaan van dezen
grooten Bisschop droefheid, maar allerminst
verslagenheid. „Vita mutatur, non tollitur"...
De luchter van dit groote leven met zijn felle
lichten en sterken glans is wel onttrokken
aan onze oogen, doch straalt nu voor den
Goddel ij ken Troon. Daar ook verlaat de Her
der de kudde niet; daar ook blijft Hij mede
Haarlems Kerk bestieren; daar bidt Hij mede
ons af de verlossing uit alle aarzeling des ge
loof s, alle aarzeling in het instemmen met
den Goddelijken Wil, alle aarzeling in den
apostolischen ijver, die priester en leek door
gloeien moet. Daar wacht Hij ons op, om na
alle aarzelingen van wereld en tijd en zwak
heid van het vleesch te hebben overwonnen,
te mogen leven te midden der Goddelijke Ze
kerheden in alle eeuwen der eeuwen.
En wanneer ook op deze groote ziel nog
een stofje mocht zijn blijven kleven van ons
aller strijd nu kunnen ook wij geven,
waar Hij zooveel gaf. Het uur van den Vader
is ten einde; het uur van de Kinderen is ge
komen. Aarzelloos is ons geloof, ook waar wij
de macht belijden van ons gebed, om de van
sterren omkranste Hemelpoorten open te
stooten voor Hem, Die ons zoo geduldig aan
de Vaderlijke Hand heeft geleid, waar wij
strompelend en struikelend moeizaam voort
gingen op den lichtenden Melkweg der Ge
nade.
„De Tijd" schrijft:
Zijn wapenspreuk „in fide nihil haesitans"
is hij getrouw gebleven. Eenmaal de noodza
kelijkheid van iets inziende, ging hij vol ver
trouwen den weg, dien hij voor zich zag.
Krachtig was zijn bestuur overeenkomstig zijn
eerste schrijven aan de geestelijkheid en de
geloovigen: „de kracht van boven zullen wij
des te meer noodig hebben na het bestuur
van een hisschop, die in zijn langdurig Epis
copaat, getrouw aan zijn wapenspreuk: „Al
les in Liefde", altijd gestreefd heeft, zich door
goedheid en liefde te laten leiden, maar er
niet naar behoefde te streven om zich krach
tig te toonen, omdat hem de kracht als inge
schapen was, terwijl wij eigener zwakheid
maar al te zeer ons bewust voortdurend
onze kracht zullen moeten zoeken in de over
weging van de zware plichten, door den Op-
M>*\''v.' v'
-
M «'V
f d v 1 wUb
jBsaassSg
Z. D. H. op het praalbed in de chapelle ardente.