Cadum Zeep
WIE ZEGT
at
DE AMSTERDAMSCHE
IN MEMORIAM MGR. A. J. GALLIER
F.ICK WAT WILS
Bij Vaders Lijkbaar
Mgr. Callier en de sport
Mgr. Callier en de
zeelieden
Een rouwzitting der
St. Radboadstichting
RECHTSZAKEN
Gascorruptïe
UIT ONZE OOST
De actie op Balie
KERK EN SCHOOL
Het onderwijs in de
Vaderlandsche geschiedenis en
de vredesactie
VRAGENBUS
De wet op de Inkomsten
belasting
Trekjes No. 548
•n ,,/Sancta Maria", het kerkelijk weekblad
Jor het bisdom van Breda, schrijft Mgr. P.
■Hopmans het volgende:
'Het heeft God behaagd tot Zich te roepen
35. D. H. Mgr. Augustinus Josephus Callier,
Bisschop van Haarlem, die gedurende ruim
24 jaar met krachtige hand het hem toever
trouwde bisdom heeft bestuurd 'tot groote
tevredenheid zijner diocesanen, en rijke
vruchten voor het zieleheil heeft mogen
inoogsten. Tot de laatste dagen van zijn
leven is den doorluchtigen overledene bij
gebleven de kracht, waardoor al zijn wer
ken zich onderscheidden.
In den gezegenden ouderdom van 78 jaar,
op Zaterdag, den 28en April, half twaalf
in den voormiddag, heeft Z. D. H. het tijde
lijke met het eeuwige verwisseld.
Wij bevelen den doorluchtigen overledene
aan in de gêbeden onzer diocesanen.
Overeenkomstig het voorschrift van het
Provinciaal Concilie (Lib. II Tit. VIII Cap.
VI) zal voor de zielerust van Z. D. H. in
onze kathedrale kerk een plechtige Requiem
mis worden opgedragen op Dinsdag, den 8en
Mei a.s. om 9 uur.
Wij vertrouwen, dat veel geloovigen deze
H. Mis zullen bvwonen.
We zouden hut' op hoogen prijs stellen en
het beschouwen als een bewijs van dank
baarheid jegens den doorluchtigen over
ledene, indien uit de huizen te Breda de
Paters Capucijnen, de Broeders van Huyber-
gen, de Zusters van Roosendaal, van Don
gen, van Etten, van Oudenbosch, van Breda
(Hendrikstraat), die allen succursalen heb
ben in het bisdom Haarlem, twee religieuzen
zouden willen afvaardigen ter bijwoning van
de H. Mis.
De Bisschop van Breda
f P. HOPMANS.
Onder dezen titel schrijft Th. B. in „Sint
Bavo" het volgende:
Lang verwacht en toch te vroeg heeft de
onverbiddelijke dood onzen Vader in Christus
ons ontnomen! Met een droefheid die diep in
de ziel grijpt, omdat steeds-krachtiger rede
nen tot dankbaarheid aanhankelijkheid en
vereering immer deden groeien, staan wü bij
de lijkbaar van onzen grooten Bisschop.
Want d&t was voor de Kerk van Haarlem
Monseigneur Augustinus Josephus Callier.
Van wat aan zijn langjarig episcopaat
voorafging, kwamen slechts bij overlevering
de teekenende bijzonderheden tot ons: maar
als kerkvorst mochten wij, die onder de
eersten waren, wien hij de handen oplegde,
persoonlijk hem kennen, hem dienen, hem
vereeren.
Bisschop, priester en bestuurder dus. was
hij alleen en was hij geheel: waardig ver
tegenwoordiger van Hem, dien Sint Petrus
roemt „de Herder en Opziener onzer zielen".
De zeldzame talenten, die Gods voorzienende
goedheid hem zoo ruimschoots had toebe
deeld, en die een diep besef van verantwoor
delijkheid en een sterke zelftucht in vaste
harmonie beheerschten, richtten zich slechts
op één doel: de eer var. God die hij bevor
deren moest, het welzijn der Kerk welke
hij te besturen ontving, het heil der zielen
die hem waren toevertrouwd.
Dat doel heeft hij gediend met een GE
LOOP, dat naar zijn eigen uitgesproken be
doeling het uitgangspunt van zijn leven zijn
wilde, en dat zóó dat leven heeft beheerscht,
dat zijn devies werkelijk het karakter van
heel zijn persoon en van al zijn daden met
onmiskenbare juistheid heeft weergegeven.
Dat „aarzellooze" geloof heeft in hem. ge
werkt door een liefde, die alles wat aan een
gevoelsuiting deed denken, wel zorgvuldig
scheen te verbergen en te vermijden, maar
die des te meer aansprak door de volkomen
zich-zelf vergetende toewijding, waarmede
bfj alle en aller belangen opnam in zijn
groote ziel en ze koesterde met een werk-
dadige belangstelling en zorg, welke eerst
de dood vermocht te dooven.
Daardoor heeft zijn bestuur dat boven
natuurlijk karakter gedragen, dat het ver
hief boven menschelijke kleinzieligheden, zoo
dat het bij het klimmen der jaren nog be
wondering afdwong door de onverzwakte
geestkracht welke het toonde, en dat hem
voor ons als mensch nog groeien deed, toen de
lichaamskrachten verminderden en de ge
brekkigheden van den ouderdom aan men
schelijke beperktheid en vergankelijkheid
herinnerden.
Een groot Bisschop was hij door zijn wijs
heid, die bij eigen hélder inzicht toch gaar
ne de argumenten van anderen hoorde en
overwoog, maar ook met een rustig zelfver
trouwen durfde beslissen en voor zijn be
slissing durfde staan:
een bestuurder van hoogen rechtvaardig
heidszin, die niets zoo vreesde als den in
vloed van persoonlijke voorliefde of afkeer
Qp zijn beslissingen en die zonder aanzien
des persoons durfde oordeelen en handelen:
een man van de groote lijnen, welke hij
vasthield met onwrikbare kracht, maar
daardoor ook een van rüime opvatting die
binnen die lijnen de vrijheid van werken
in zijn medehelpers en onderdanen wist te
eerbiedigen, te waardeeren, te beschermen.
Een vooruitziende geest, die rekende met
de ontwikkeling van de behoeften in zijn
groote bisdom en er offers voor wist te bren
gen en te eischen;
een sterke, die wist en durfde spreken
waar het moest, zonder iemand te ontzien,
maar die ook en misschien nog beter
wist te zwijgen als het nuttig was;
een vader, die gaarne kwam deelnemen in
de vreugde en in de smart, maar die het
eigen leed. het dikwijls groote leed. dat het
besturen van menschen onvermijdelijk mee
brengt, wist te dragen alleen;
een ondernemend mensch, die in vertrou
wen op God aanpakte, als de behoeften van
de zijnen het vorderden;
een breed leider, die tot op hoogen ouder
dom een open oog hield voor nieuwe nooden
en nieuwe middelen, en gaarne een kans
iiet aan iedere poging, waarvan hem aan
nemelijk werd gemaakt, dat zij nut zou af
werpen voor zijn Bisdom;
een organisator die alle bewegingen van
4jn fel-bewogen tijd wist samen te brengen
en samen te houden en te richten op het
iéne noodige, het beleven van het christe
lijk geloof in alle rangen en standen der
maatschappij, in alle omstandigheden des
'.evens;
een gezond criticus, die zich niet liet be
driegen door den uiterlijken schijn van het
aanvankelijk succes, noch zich blind staar
de op een oogenblikkelijken bloei, maar bij
allen vooruitgang steeds misschien wel
sens te uitsluitend in het oog hield de
kiemen van bederf, die ook onder ons werk
zaam zijn;
een machtig strijder, die met overleg en
onwrikbare vastheid optrad en niet afliet
tegenover alles en allen, die Gods eer be
daagden of het heil der zielen bedreigden;
en bfj dat alles een eenvoudige geloovige,
die zijn kracht durfde zoeken bij God alleen,
die in 't gebed zijn machtigste wapen vond,
die, als hij meende, alles te hebben gedaan,
wat hij kon, met een groote gerustheid alles
aan God overliet;
eindelijk een mensch van gemakkelijken
omgang, die gaarne en zonder pretentie 't
middelpunt vormde van een opgewekte con
versatie
Dat waarlfjk groot bestuur is bijna vijf en
twintig jaren Haarlems Kerk.ten zegen ge
weest; moeten wij dan niet met een
groote dankbaarheid in het hart bij deze
lijkbaar verwijlen, en mogen we dan geen
droefheid voelen bij dit scheiden? Het na
geslacht zal wellicht vele daden van dit be-
ftuur hooger nog waardeeren dan wij, om
dat het er de vruchten overvloediger van
ziet; het zal en wellicht met recht
fouten aanwijzen, want het is menschen-
•verk; maar beter dan zij, die eenmaal met
meer kennis zullen kunnen oordeelen, be
seffen wij, kelk een zegen wij gekregen heb
ben door dit verlicht bestuur, omdat wij
weten bij ondervinding door welke gevaren
sn nooden het ons veilig heeft heengeleid.
En het is die dankbaarheid, die ons rond
om deze lijkbaar samonbrengt in gebco,
want voor onze zielen heeft deze doorluch
tige doode rekenschap moeten afleggen bij
God; als er dus iets nog goed te maken is,
dan is het aan ons, hem daarbij te helpen,
't in zijn plaats te doen, opdat zijn ziel ruste
in vrede en zich in God verblijde, in 't werk
dat hij in Gods naam heeft mogen doen.
En voor ons zelve nemen wij de les mede
van Sint Paulus:
..Gedenk Uw Overste die U het Woord Gods
verkondigd heeft,
Beschouwt het einde van zijn leven
,En volgt zijn geloof na
Pater Esser schrijft o.m. in de „Sp. 111."
over het overlijden van den Haarlemschen
Kerkvorst:
,,'t Jeugdwerk in zijn bisdom had niet z'n
minste sympathie. Neen, uit vele groote en
kleine attenties kon men 't proeven, dat hij
met de jeugd medeleefde. Vroeger zelf vee!
onder de jeugd gewerkt, heeft hij die liefde
heel z'n episcopaat bewaard. Monseigneur
hield van de jeugd en 't was z'n liefde, die
hem vindingrijk maakte in middelen ter be
scherming van hun zieleheil.
De sportbeweging in het'bisdom Haarlem
heeft heel veel aan hem te danken. Ingewij
den weten, hoe hij belang stelde in den
-wmnastiekbond, waarvan hij beschermheer
-"as. En dat was voor hem geen titel, neen
daadwerkelijk beschermde hij den D.H.G.B
Ook de D.H.V.B. ondervond meermalen
b'n belangstelling en bezorgdheid. Op het
-'ncle van het vorig laar gaf hit den stoot
+ot de emiête. die alle vereenieingen ont-
'dngen. Met die gegevens moesten we bii
hem komen, dan zon bh z'n wenken en
voorschriften geven, doch hij werd ziek er
otierf."
Het „Apostolaat ter Zee" schrijft:
Rondom de doodsbaar van Haarlems Bis
schop hebben velerlei stemmen weerklon
ken. om te getuigen, hoe groot en kracht
dadig en vooruitziend de overleden Kerk
vorst was.
Maar nog niet is vermeld, dat van den
overleden Bisschop het initiatief is uitge-
vaan, om in Nederland iets te doen voor
ie zielzorg der zeelieden.
Als Bisschop onzer twee grootste haven
steden Rotterdam en Amsterdam had Ziir
herderlijk hart medelijden met de zielen
van hen. die voor het stoffelijk welziin on-
~er Hollandsche natie de groote zeeën be
varen.
Zoon van een loods te Vlissingen was hij
van jongsaf met het zeewezen bekend, van
nabij kende hij het zeemanshart, maar ook
de gevaren, waaraan de zeelieden zijn bloot
gesteld.
Daarom zal de geschiedenis dankbaa-
vermelden, dat het Mgr. Callier is geweest
die ernstig getracht heeft om den zielen-
nood der zeevarenden te lenigen.
Bij de vestiging der paters Capucijnen
op Katendrecht te Rotterdam was het zijr
uitgesproken wensch, dat zij zicht 't lot der
zeelieden zouden aantrekken en spoed!"
komen tot de stichting van een katholieh
zeemanshuis. Herhaalde malen bleef mgr
hierop aandringen en belastte in 1922 een
pater Capucijn te Rotterdam met de zee
liedenzielzorg.
Aan ingewijden is het bekend, hoe mgr. 't
verloop van dit moeilijk werk met de groot
ste belangstelling volgde.
Nu de dood dezen Bisschoppelijken zee-
mansvrie:*i heeft weggerukt, moge open
lijk een woord van hulde en dank worden
gesproken namens de duizenden zeelieden,
zoowel in binnen- als in buitenland.
Een zeeman is niet gewoon, om in hooge
bewoordingen zijn gevoelens te uiten, maar
zijn hart klopt warm voor een ieder, die
iets voor hem voelt. In vele zeemansharten
zal dan ook de naam van mgr. Callier in
dankbare herinnering blijven en te midden
van de hooge zeeën mogen veler lippen een
stil gebed fluisteren voor de zielerust van
dezen eersten Nederlandschen zeemansbis
schop.
Op den dag der begrafenis van Z.D.H.
mgr. Callier is door de St. Radboudstich-
ting, waarvan de overleden bisschop lid
was, een plechtige rouwzitting gehouden
Hierin heeft de Rector Magnificus der Ka
tholieke Universiteit, prof. dr. Jac. v. Gin-
neken S.J. een gedachtenisrede uitgespro
ken.
Mgr. prof. dr. J. H. E. J. Hoogveld ver
tegenwoordigde de Universiteit en den rèc-
tor-magnificus bij de plechtige begrafenis
van mgr. Callier.
Donderdag werden voor de arrondissements
rechtbank te Zutphen de pleidooien gehou
den in de civiele procedure tusschen H. J.
de Groot, directeur der gem. lichtbedrfjven
te Beverwijk ais eischer en A. van der. Stel,
wonende te Apeldoorn, als gedaagfie.
De heer De Groot had zich beleedigd ge
acht door den heer Van der Stel, die om
streeks 7 Oct. 1927 aan het bestuur van de
Ver. „Vaalser Belang" een brief had ge
schreven, waarin o.m. werd gezegd: Bij de
zen deel ik u mede, dat De Groot op groote
schaal bij de corruptie in de gasindustrie is
betrokken. Sinds twee maanden is het be
wijs, dat hij zich heeft verrijkt, in het bezit
der Justitie te Utrecht. Resumeerende her
haal ik, dat De Groot de gemeente Vaa.s
heeft bestolen en noodig hem uit wegens
laster een aanklacht in te dienen bij de
Justitie. In den Raad kunt u dezen brief
desgewenscht voorlezen en ook overigens
kan hiervan ieder gebruik maken.
Bovendien werden in dezen brief over han
delingen van eischer gesproken, welke er op
zouden duiden, dat hier inderdaad corrupt.e
was gepleegd.
Eischer voert aan, dat alle beschuldigin
gen en insinuaties onwaar zijn en gelanceerd
tegen beter weten van gedaagde in en dus
lasterlijk zijn. Voorts, dat tengevolge van
gedaagde's beleedigende schriftuur en han
delwijze eveneens eischers naam in Bever
wijk in opspraak is gebracht en het bedrag
der schadevergoeding behoort te worden ge
steld op f 5000.
Op die gronden doet eischer door zijn
procureur, jhr. mr. C. C. de Jonge te Zut
phen, concludeeren, dat het der rechtbank
moge behagen:
lo. te verklaren, dat de gepleegde hande
lingen lasterlijk waren, althans beleedigend;
2o. gedaagde te veroordeelen om aan ei
scher als schadevergoeding van schade en
nadeel in eer en goeden naam geleden, te
betalen f 5000, of zooveel minder als de
rechtbank oordeelt;
3o. eischer te machtigen, het te wijzen
vonnis op kosten van gedaagde te plaatsen
in een aantal dagbladen, subs, het vonnis
op zijn kosten in het openbaar te doen aan
plakken bij zoovele exemplaren en daar,
waar de rechter zulks zal bevelen;
4o. den gedaagde te veroordeelen in de
kosten van het geding.
In de conclusie van antwoord, zegt de pr-
cureur van gedaagde, mr. B. J. Nötbom te
Zutphen o.m., dat hij alles ontkent, hetgeen
eischer bij conclusie van eisch heeft aange-
Een zuivere zeep als de
beroemde Fransche Caduni-
zeep is onontbeerlijk
voor de verzorging van de
huid. Daar zij bovendien
tot het laatste snippertje
hard blijft is de Cadum-
zeep zeer voordeelig in het
gebruik, men doet er twee-
maal zoo lang mee als met
j elke andere zeep.
voerd, voor zoover het hieronder niet uit
drukkelijk erkend wordt.
Gedaagde werd door het gemeentebestuur
van Beverwijk medegedeeld, dat hij wegens
zijn capaciteiten benoemd zou zijn als direc
teur der gasfabriek aldaar, indien hij geen
ongunstige antecedenten had, hetgeen voor
hem aanleiding was, op te merken, dat de
corruptie in de gaswereld algemeen was en
dat iedere gasdirecteur daar van af wist,
waarop een nadere uiteenzetting van zaken
door gedaagde, wat de algemeene kwestie
aangaat, aan het gemeentebestuur werd ge
geven.
Diverse gasdirecteuren hebben de gemeen
schap naar schatting voor circa f 30.000.000
benadeeld, zoodat gedaagde meende, vermel
de feiten en daarmede eischer, die vroeger
gasdirecteur te Vaals was, in 't algemeen be
lang te moeten ontmaskeren. De handelin
gen van gedaagde jegens eischer waren bo
venmatig gewettigd, omdat de laatste het
deed voorkomen, alsof hij een schoone lei
had. In „Het Volk" van 15 Oct. 1927 werd
nog gepubliceerd, dat eischer aan de ge
meente Vaals had bericht, niet bereid te zijn,
door middel van een strafproces de chan-
tage-beweging van een oplichter en chan
teur te steunen, maar wel, mits de gemeen
te de kosten vergoedde, een civiel proces aan
hangig te willen maken.
Gedaagde moest dus alles doen om eischer
uit zijn tent te lokken. In conventie ver
zoekt gedaagde der rechtbank, de vordering
van eischer in conventie af te wijzen, hetzij
door haar niet ontvankelijk te verklaren,
hetzij door haar te ontzeggen, met veroor
deeling van eischer in conventie in de kos
ten van conventie. Verder in reconventie,
bij vonnis, dat de rechtbank o.m. den ge
daagde zal veroordeelen om aan eischer als
schadevergoeding van schade en betering in
eer en goeden naam te betalen tien duizend
gulden of zooveel minder als de rechtbank
oordeelt; den gedaagde zal veroordeelen in
de kosten van het geding.
Voor eischer trad op mr. Sanders uit Be
verwijk, die zich slechts wilde bezighouden
met deze beide vragen: Werd eischer be
leedigd en werd gedaagde gegriefd door het
schrijven van eischer aan het gemeentebe
stuur van Vaals. De brief van gedaagde aan
de vereeniging „Vaalser Belang" is in een
dergelijken vorm gegoten, die zeker beleedi
gend genoemd mag worden. Eischer is ie
mand, die steeds nauwgezet zijn plichten
heeft vervuld. Toen De Groot het ambt te
Beverwijk aanvaardde, bevond zich het be
drijf in desolaten toestand. Zelfs waren er
verschillende raadsleden, die achterstallige
schulden moesten betalen aan het gasbe
drijf en De Groot schrok er niet voor te
rug om hen per deurwaarder in rechten
aan te spreken.
In de door v. d. Stel ingestelde vordering
ontbreekt iedere juridische motiveering. Dat
het bewust schrijven van den heer De Groot
aan de openbaarheid is prijz gegeven, is
niet zijn schuld. Dat hij niet wenschte te
verschijnen in het corps, dat het onderzoek
wilde instellen is begrijpelijk. PI. conclu
deerde, de vordering van den eisch in re
conventie af te wijzen.
Mr. Nöthorn, de verdediger van gedaag-
Ejé Groot m Vaals steeds is meegegaan
mét het „kliekje"! dat er alle zaakjes naar
eigen bevindir. bekookstoofde. De heer v. d.
Stel heeft niet anders gedaan, dan de frau
duleuze handelingen, welke te Vaals zijn ge
pleegd, te ontmaskeren.
Door de gemeente Vaals de fraude ken
baar te maken diende v. d. Stel een alge-
ineen belang.
Eischer leed en lijdt nog. geen schade, om
dat zijn vrienden te Beverwijk hem door dik
en dun verdedigen.
Gedaagde verkeert in.Veel moeilijker om
standigheden dan de heer De Groot. Ten
slotte bood pl. aan, rechtens alle posita te
bewijzen desnoods door middel van getuigen.
Uitspraak op 7 Juni.
Antwoord der regeering op een schriftelijke
vraag.
Aneta seint uit Batavia:
In het antwoord van de Regeering op de
schriftelijke vraag van den heer Soekawatie,
naar aanleiding van een artikel in het „Soe-
rabajaasch Handelsblad", onder den titel
..Actie op Balie", deelt de regeering mede,
lat de daarin genoemde feiten in hoofdzaak
uist zijn.
Het onderzoek heeft uitgemaakt, dat een
van Java afkomstig onderwijzer, Raden
Atmodjo Koesoemo, vroeger zich reeds
schuldig gemaakt had aan het onderwijzen
van ilmoes tegen hooge betaling, om welke
eden hij oneervol ontslagen was. Hij had
thans op Bali de vereenigingen „Soeropati"
en „Samara Harata" opgericht. Het doel
van de eerste was de verbreiding van een
mystieke leer, maar hieromtrent konden
geen duidelijke inlichtingen verkregen wor
den, omdat de leden gebonden worden door
een zwaren eed van geheimhouding. Soera-
pati is de naam van een Balisch volksheld
en beteekent „dapper sterven". De andere
vereeniging, waarvan de naam „Eendracht
maakt macht" beteekent, was een soort van
coöperatieve handelsvereeniging, om gemeen
schappelijk te arbeiden ten behoeve van de
gemeenschap, zoodat een ieder een behoor
lijk bestaan verzekerd zou worden. Verder
moesten de leden elkaar wederkeerig bij
staan in het streven naar ontwikkeling en
het krijgen van moed. Ook deze leden waren
tot geheimhouding verplicht.
Tot dusver zijn 271 volgelingen van Koe
soemo geregistreerd. Het is gebleken, dat hij
zich schuldig gemaakt heeft aan oplichting.
Hij had de bedoeling aan de beweging een
politieke richting te geven. Voor zoover ge
bleken is, moet er nog geen politieke propa
ganda gevoerd zijn, terwijl ook niet is vast
gesteld, dat de bedoelde politieke beweging
bepaald tegen de regeering gericht zou
worden, hoewel er verschijnselen waren, die
het vermoeden wettigen, dat in deze richting
gestuurd zou worden. Het onderzoek heeft
nog niet uitgewezen, dat de beweging van
communistische zijde geïnspireerd was of
daarvan invloed ondervond.
Ter voorkoming van mogelijke onrust, is
het aanvankelijk nuttig geoordeeld, om in de
gebieden, waarin de beweging geconstateerd
was, intensief te patrouilleeren, om welke
reden twee brigades naar Bali gezonden zul
len worden.
Sedert is echter gebleken, dat voor ven
storing van de rust in geen enkel opzicht
behoeft te worden gevreesd.
De St. Canisius en St. Willibrordus-Fede-
ratie, omvattende alle R.K. georganiseerde
onderwijzers van Nederland, hebben een
prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe
methode voor het onderwijs in de Vader-
landsche Geschiedenis, steunend op de be
ginselen, neergelegd in het rapport: „Vre
desactie op de lagere school."
De methode moet omvatten:
a. een beknopte handleiding met de ver
deeling der leerstof over het 4de, 5de, 6de
en 7de leerjaar;
b. een of meer leesboekjes, waarin de'be
ginselen der methode zijn toegepast.
Aan de prijsvraag zijn de volgende voor
waarden verbonden:
1. Het manuscript moet vóór 1 Januari
1929, onder een bepaald motto, worden in
gezonden aan het secretariaat van de St.
Willibrordus-Federatie: den heer E. J. Luijf
Van Wassenaerlaan 3, Baarn. Bijgevoegd
moet worden een gesloten couvert, waarop
ook het motto voorkomt, bevattende den
naam en het adres van den schrijver.
2. Als jury-leden zijn door de Federaties
uitgenoodigd en hebben de benoeming aan
genomen: 'Prof. Dr. H, Huybers, hooglee
raar te Nijmegen; de Zeereerw. Pater J. M.
Keulers, Groenendijk, Hazerswoude en hee-
ren J. J. Verbeete:> Inspecteur van het
L. O. te Breda, M. R. Teijssen, Ruysdael-
straat 9, Nijmegen en W. J. Speller, 2de
secretaris St. Willibrordus-Federatie te
Haarlem.
Deze jury moet voor 1 Mei 1929 uitspraak
doen en zoo mogelijk drie prezen tj—.—-
nen: een prijs van f 200 voor het bekroon
de werk en twee prijzen van f 100 en f 50.
De jury heeft het recht een of meer prij
zen niet toe te kennen.
3. De manuscripten worden na de uit
spraak teruggezonden aan de schrijvers en
blijven het eigendom van deze. Bij even-
tueele uitgaaf zal het bekroonde werk on
gewijzigd en in overleg met de Federaties
moeten worden uitgegeven.
Het bekroonde ontwerp zal bij uitgave
den moreelen steun van de beide Federa
ties genieten, mits de eventueele illustra
ties niet in strijd zijn met de beginselen
van het vredesrapport, ter beoordeeling van
de jury.
Het rapport: „Vredesactie op de Lagere
School" is op aanvrage verkrijgbaar bij den
heer W. J. Speller, N. Gracht 22, Haarlem.
Vr. Welke is de korste weg van Voorhout
naar Wervershoof?
Ant Antw. Voorhout Keukenhof
Vogelenzang Aerdenhout Elswout
Haarlem Spaarndam Assendelft
Krommenie Knollendam Spijkerboor
de Rijp Schermerhom Avenhom
Grosthuizen Scharwoude Hoorn
Zwaagdijk. Z.Z. Zwaagdijk N.Z. Wer
vershoof. Afstand 86 K.M.
Vr. Welke is de korste weg van Lisse naar
Gemonde. N.Br.
Antw. Lisse Sassenheim Warmond
Leiden Brug Leiderdorp Groenendijk
Hazerswoude Waddinxveen Gouda
Haastrecht Vlist Schoonhoven
Nieuwpoort Goudriaan Slingeland
Scheliuinen Gorinchem Woudrichem
Rijswijk Giëssen Neer Andel Op
Andel Veen Spijk wijk Aalburg
Heusden Herpt Haarsteeg Vlijmen
's Hdrtogenbosch St. Michels Gestel
Gemonde. Afstand 114 K.M.
Vr. 1. Is er in Bergen een Retraitehuis
voor meisjes uitden gewonen stand? 2.
Welke zijn dé reiskosten Haarlem—Bergen
enkele reis?
Antw. 1. Het St. Petrus Canisius Retraite
huis te Bergen is bestemd voor mannelijke
en vrouwelijke retraiten van alle klassen der
maatschappij. 2. Dit kunt u informeeren aan
het station uwer inwoning.
Vr. Kan een vader met zijn kinderen de
nalatenschap van hun moeder onderling be
palen. Er zijn meerderjarigen en tot oordee
len bevoegd, 't Doel is om telkens den meer
derjarigen uit te keeren. De vader en de
meerderjarigen zijn bereid, om voor het aan
deel der minderjarigen borg te blijven. Kun
nen wij tezamen daar een soort stukje van
opmaken?
Antw. U bedoelt waarschijnlijk, een con
tract te laten opmaken voor de uitkeering
van het erfdeel aan de meerderjarigen. Dit
kunt u laten doen, indien alle belangheb
benden daarmede accoord gaan.
Vraag:
1. Als een mevrouw 10 dagen met va-
cantie gaat, heeft zij dan het recht, het
meisje, zonder kostgeld óf eenige vergoeding
naar huis te zenden?
2. Hoeveel kostgeld kan ik den eischen?
3. In d;en tijd bén ik ziek geworden en
was nog niet beter, toen mevrouw thuis
kwam. Hoeveel ziekengeld kan ik daar
voor eischen?
4. Nu heljben zij mij de betrekking op
gezegd tegen 1 Juni. Zijn zij nu verplicht,
tot dien tijd aan mij kostgeld en salaris
uit te betalen?
Antwoord:
1. en 2. Een dagmeisje heeft geen recht
op kostgeld, tenzij bij de indiensttreding
anders bepaald is. Het loon gaat natuurlijk
door.
3. U kunt geen ziekengeld eischen, tenzij
bij de indiensttreding bijzondere bepalingen
daaromtrent getroffen, zijn.
4. Als mevrouw u tegen 1 Juni opgezegd
heeft, moet zij u tot dien datum loon uit
betalen.
Vraag:
Ik bezit een eigen huis, hetwelk Ik met
mijn moeder en broers bewoon. Huur ont
vang ik niet en mijn moeder wordt voor
de huurwaarde aangeslagen. Ben ik nu
verplicht aangifte te doen bij de inkomsten
belasting van deze bezitting en kan men
mij daarvoor aanslaan?
Antwoord:
De huui'waarde van het huis wordt ge
schat, huurwaarde wordt als inkomsten
geraamd voor deh aanslag in de inkomsten
belasting.
Daarvan mogén natuurlijk afgetrokken
worden de lasten, welke rusten op het huis,
bijv. rente van hypotheek, enz.
Vraag:
Hoe moet ik vliegenvuil uit een gebloemd
zijden lampekap verwijderen?
Antwoord:
Met waterstofperoxyde.
Vraag:
Kunt u mij ook zeggen, waar „De Betrek-
kingglds" wordt uitgegeven?
Antwoord:
Uitgever is L. van Dijk, Vianen.
Vraag:
Ik wil geld uitleenen, doch heb hiervoor
een borg geëischt. Moet een borg zijn waar
borgstelling op gezegeld papier bekrachtigen?
Zoo ja, hoe hoog- moet dan het zegel zijn
per 100 gulden?
2. Is een dergelijké waarborgstelling
voldoende, wanneer de debiteur in gebreke
blijft?
Antwoord:
1. Het is niet noodzakelijk, doch mis
schien wel gewenscht, dat een dergelijke
waarborgstelling op papier gesteld wordt.
De kosten van een acte van borgtocht be
dragen 0.30.
2. Ja.
Als uitgave van het Centraal Bureau der
Hanze in het Aartsbisdom is verschenen
een korte opgave van de voornaamste wij
zigingen in de wet op de inkomstenbelas
ting, welke nog niet verwerkt zijn in de
brochure „De Middenstander en zijn be
lastingbiljet", door J. G. van Neerven.
Hierbij is tevens gevoegd een nieuw
hoofdstuk getiteld: „Compensatie van ver
liezen met winsten."
Jan Buitengewoon.
Natuurlijk heet ie zoo niet.
Die naam gééf 'k 'm maar.
Om z'n karakter te typeeren.
En iedereen, die hem van nabij leert ken
nen, zal volmondig willen toegeven, dat er
voor Jan geen andere bijnaam is uit te
denken.
Jan is 'n zéér buitengewoon mensch.
En in zéér gunstige beteekenis.
Laat 'k beginnen met te vertellen, dat 'k
Jan nooit, nooit kwaad heb gezien.
En als u denkt, dat Jan zoo'n sulletje
is, zoo'n Jorissie Goedbloed, zoo'n fondant
ventje, dat alles maar voor zoete koek
opeetdan denkt u er glad naast.
'n Stevige, flinke, gezonde, royale kerel is
Jan.
'k Schat 'm tegen de veertig ftn.
Z'n gezicht is 'n zon.
Ja, waarachtig, 'n heerlijke, mild-warme
Zon.
'n Kopzooals 'k er nog nooit een op
*h plaatje heb gezien
En er zijn tegenwoordig wat plaatjes
biet leuke, tevreden, gelukkige koppen
ie moet de advertentiepagina's van de kran
ten maar es nazien
Needie snuit van Jan ishoe zal
'k 't Zeggennou Ja, iets buitengewoons....
Er ligt, zou 'k haast durven beweren, 'n trek
in, die niks met de wereld heeft te maken....
Jan is geen Haarlemmer, geen Heem
steder, geenafijn, hij is noch Noord-,
noch Zuid-Hollanderik kan dus op deze
plaats alles van hem zeggen
Niet, dat ie er ook maar eem'gszins ver
stoord over zou zijnmaar hij zou me
toch wellicht met z'n mooie glimlach 'n
beetje verwijtend aankijken en zeggen: „Dat
had je niet moeten doen.''
Jaals Jan verwijt of vermaant, dan
doet ie dat met 'n glimlachen met
eentje, die je soms van streek brengten
je mompelen doet: „Wat 'n pracht-kerel is
dat."
Jan is arm.
Dat wil niet zeggen, dat ie om 'n stuk
brood moet bedelen of gesteund moet wor
den door liefdadige instellingen of zoo.
Jan heeft 'n inkomen van maar heel even
tjes twee tientjesen 'n stuk of zeven
kinderen.
Dat simpele loontje 't is nou eenmaal
niet anders zit 'm in de aard van z'n
werkkring en de streek waar ie leeft.
De loonen z ij n daar zooen als er
verandering in komt, dan zal 't misschien
nog 'n ongunstige verandering zijn
voorloopig.
Jan woont met z'n vrouw en z'n zeven jon
gens in 'n huisje van hout....... met 'n kamer,
'n keukentje en 'n zolder
Hij heeft er ook nog 'n lappie grond bfj....
en 'n varkentjeen 'n geiten *n paar
kippen.
Iedere morgen zie je Jan met z'n jongens,
die klompen dragen, omdat er aan schoenen
niet valt te denken, naar de kerk gaan
heel vroeg al
Dan tippelt 't heele stel heerlijke, ge
zonde, lachende jongens zfjn 't, net als Jan
zelf naar huis, waar moeder de stapels
kropbrood reeds klaar heeft staan, met voor
ieder 'n kroes geitenmelk, als 't lfjen kan
anders is 't water of slappe thee.
En als dan na vijf of zes minuten alles
naar binnen is gespeeld, gaan de jongens
z'ngend naar school en Jap gaat zingend
naar z'n werk.
En Jan lacht en zingt als z'n kameraads
van 't „andere" soort hem bespotten om z'n
zeven jongens en wat nog komen kanen
zoo onder 't .zingen door geeft ie ze glim
lachend 'n lesje waar ze voor de heele dag
genoeg aan hebbensoms stil van wor
den.
En Jan lacht en zingt als die anderen
morren over 't werkof hatelijkheden
uitspuwen tegen de patroon.
En als er een vloekt, dan zegt Jan mét
z'n bronzen geluld: „Geloofd zfj Jezus
Christus"en als die andere dan harder
vloektdan zegt Jan het nóg eens
en nóg hardernet zoo lang tot die
andere 't moet opgeven.
En Jan lacht en z'ngt als de ijzige noor
denwind hem langs de ooren fluit, of de
hagel met één wilde vlaag de simpele oogst
van z'n lappie grond vermorzelten z'n
vrouw er bij staat te huilen en te klagen.
Maar nooit lacht en zingt Jan op 'n wijze,
pfjn doet of irriteert.... z'n lied en lach
beuren op, geven moed, troost, kracht, vol
harding.... en z'n dapper vrouwtje, dat zich
moe worstelt voor de zorgen van 't gezin,
moet vanzelf mes-lachen en mee-zingen,
soms door haar tranen heenen héële-
maal sterk en blij is ze weer als Jan haar
de vijf woordjes in de ooren fluistert, die hij
tot z'n parool heeft gemaakt, altijd, overal en
in iedere omstandigheid van 't harde
levenvijf woordjesheel eenvoudig,
maar mooi en klaar als kristalen zoo
mooi en klaar zün ze alléén als Jan ze zegt
Altfjd zegt ie* zeen tegen iedereen van
wie hfj meent, dat die ze noodig kan heb
ben
Er zijn er, die er om lachen
Er zijn er, die hem er om beschimpen
Er zijn er, die hem er om uitschelden
en er zijn er, die hem gek verklaren als ie
ze spreekt.
Maar er zijn er ook, die er stil van wor
dendie Jan de hand drukkenof
'n traan wegpinken.die zich veiliger be
schut er door voelen tegen de stormen van
't leven.
Jan leeft en zwoegt en vecht met die vijf
woordjes.en niemand is er, die ze hem
ir. de mond kan laten houden.
„We moeten de hemel verdienen".
Dat zijn die vijf.
Hij lacht ze en zingt ze waar ie ze lachen
en zingen kanhij jubelt ze als z'n
hart in feestvreugde isen hij schreit ze
met 'n glimlach als er droefheid is in zfjn
huis.
Jan heeft nachten achtereen bij 't ziekbed
van een zijner kinderen gewaaktmet 'n
traan, 'n glimlach, 'n zacht lied en z'n vijf
woordjes
En dat kind ging dood.
En z'n vrouw, die als wezenloos daar zat,
heeft ie in z'n sterke armen genomen
en net zoo lang heeft ie z'n woordjes in d'r
ooren gemurmelden z'n glimlach, z'n
zon laten schijnen op haar gelaat, tot ze
dezelfde woordjes herhaalde en weer groot
en moedig werd.
'n Paar keer in z'n leven is Jan laag en
gemeen belasterd gewordendoor men
schen, die hem dankbaar moesten zijn
Zóó laag en geniepig en vuil, dat zelfs
de braven en voorzichtigen aan Jan's levens
wandel gingen twijfelen.
En zóó vrat die laster door in het kleine
dorp, dat Jan op de weg werd nagejouwd
dat er zoowat niemand 'n groet voor hem
over had.
En Jan neuriede z'n vijf woordjes
ging rustig z'n wegen overwon de laster
met die vijf.
Jan heeft zware dagen gekendvan
werkloosheid en tegenslagdagen van
gebrek aan voedselmaar door héél het
bange huisje klonk z'n lach en z'n lied
en de vijf woordjes drongen door tot alle
hoekjes en alle ooren
Jan werkt van 's morgens tot 's avonds
en dan begint ie nog voor zich zelf te
arbeiden, tot de duisternis hem 't gezicht
beneemthij werkt graagen des win
ters bestaat er geen vorst zoo felen des
zomers is er geen zon zoo gloeiend, die hem
't goede humeur afneemtwant altijd en
overal draagt ie z'n eigen zon meeen
altijd en overal gaan z'n vijf woordjes mét
hem. Hij brengt ze in andere gezinnen waar
geleden wordthfj draagt ze naar 't sterf
bed van 'n vriend of bloedverwanten
altijd werken ze als 'n verkwikkende dronk.
Jan is 'n' pracht-kerel'n heerlijke
vent. Jan is 'n lachende apostel'n la
chende zwoeger'n lachende martelaar
als 't zijn moet.
En nu hoor ik u zeggen: „Zoo'n man be
staat nietje houdt ons voor de gek
want 't is ongeloofelijk."
U heeft 't goedJan bestét ook
niet.
't Is heelemaal fantasie.
Stel je voor: n man, die altijd en overal
maar zegt: „We moeten de hemel verdie
nen."
't Is waarzoo iemand verklaren we
voor getikt.
En zoo sukkelen we dan maar weer voort
door 't leven
En zoeken niet eens naar 'n man, die op
Jan Buitgengewoon lijkt..
En de hemelacht, lieve God,
wat zou 't heel anders met ons zijn als we
één keer per dag konden denken aan de vijf
woordjes van 'n Jan, die niet bestaat.
G. N.