Cadum Zeep WIE ZEGT at DE AMSTERDAMSCHE IN MEMORIAM MGR. A. J. GALLIER F.ICK WAT WILS Bij Vaders Lijkbaar Mgr. Callier en de sport Mgr. Callier en de zeelieden Een rouwzitting der St. Radboadstichting RECHTSZAKEN Gascorruptïe UIT ONZE OOST De actie op Balie KERK EN SCHOOL Het onderwijs in de Vaderlandsche geschiedenis en de vredesactie VRAGENBUS De wet op de Inkomsten belasting Trekjes No. 548 •n ,,/Sancta Maria", het kerkelijk weekblad Jor het bisdom van Breda, schrijft Mgr. P. ■Hopmans het volgende: 'Het heeft God behaagd tot Zich te roepen 35. D. H. Mgr. Augustinus Josephus Callier, Bisschop van Haarlem, die gedurende ruim 24 jaar met krachtige hand het hem toever trouwde bisdom heeft bestuurd 'tot groote tevredenheid zijner diocesanen, en rijke vruchten voor het zieleheil heeft mogen inoogsten. Tot de laatste dagen van zijn leven is den doorluchtigen overledene bij gebleven de kracht, waardoor al zijn wer ken zich onderscheidden. In den gezegenden ouderdom van 78 jaar, op Zaterdag, den 28en April, half twaalf in den voormiddag, heeft Z. D. H. het tijde lijke met het eeuwige verwisseld. Wij bevelen den doorluchtigen overledene aan in de gêbeden onzer diocesanen. Overeenkomstig het voorschrift van het Provinciaal Concilie (Lib. II Tit. VIII Cap. VI) zal voor de zielerust van Z. D. H. in onze kathedrale kerk een plechtige Requiem mis worden opgedragen op Dinsdag, den 8en Mei a.s. om 9 uur. Wij vertrouwen, dat veel geloovigen deze H. Mis zullen bvwonen. We zouden hut' op hoogen prijs stellen en het beschouwen als een bewijs van dank baarheid jegens den doorluchtigen over ledene, indien uit de huizen te Breda de Paters Capucijnen, de Broeders van Huyber- gen, de Zusters van Roosendaal, van Don gen, van Etten, van Oudenbosch, van Breda (Hendrikstraat), die allen succursalen heb ben in het bisdom Haarlem, twee religieuzen zouden willen afvaardigen ter bijwoning van de H. Mis. De Bisschop van Breda f P. HOPMANS. Onder dezen titel schrijft Th. B. in „Sint Bavo" het volgende: Lang verwacht en toch te vroeg heeft de onverbiddelijke dood onzen Vader in Christus ons ontnomen! Met een droefheid die diep in de ziel grijpt, omdat steeds-krachtiger rede nen tot dankbaarheid aanhankelijkheid en vereering immer deden groeien, staan wü bij de lijkbaar van onzen grooten Bisschop. Want d&t was voor de Kerk van Haarlem Monseigneur Augustinus Josephus Callier. Van wat aan zijn langjarig episcopaat voorafging, kwamen slechts bij overlevering de teekenende bijzonderheden tot ons: maar als kerkvorst mochten wij, die onder de eersten waren, wien hij de handen oplegde, persoonlijk hem kennen, hem dienen, hem vereeren. Bisschop, priester en bestuurder dus. was hij alleen en was hij geheel: waardig ver tegenwoordiger van Hem, dien Sint Petrus roemt „de Herder en Opziener onzer zielen". De zeldzame talenten, die Gods voorzienende goedheid hem zoo ruimschoots had toebe deeld, en die een diep besef van verantwoor delijkheid en een sterke zelftucht in vaste harmonie beheerschten, richtten zich slechts op één doel: de eer var. God die hij bevor deren moest, het welzijn der Kerk welke hij te besturen ontving, het heil der zielen die hem waren toevertrouwd. Dat doel heeft hij gediend met een GE LOOP, dat naar zijn eigen uitgesproken be doeling het uitgangspunt van zijn leven zijn wilde, en dat zóó dat leven heeft beheerscht, dat zijn devies werkelijk het karakter van heel zijn persoon en van al zijn daden met onmiskenbare juistheid heeft weergegeven. Dat „aarzellooze" geloof heeft in hem. ge werkt door een liefde, die alles wat aan een gevoelsuiting deed denken, wel zorgvuldig scheen te verbergen en te vermijden, maar die des te meer aansprak door de volkomen zich-zelf vergetende toewijding, waarmede bfj alle en aller belangen opnam in zijn groote ziel en ze koesterde met een werk- dadige belangstelling en zorg, welke eerst de dood vermocht te dooven. Daardoor heeft zijn bestuur dat boven natuurlijk karakter gedragen, dat het ver hief boven menschelijke kleinzieligheden, zoo dat het bij het klimmen der jaren nog be wondering afdwong door de onverzwakte geestkracht welke het toonde, en dat hem voor ons als mensch nog groeien deed, toen de lichaamskrachten verminderden en de ge brekkigheden van den ouderdom aan men schelijke beperktheid en vergankelijkheid herinnerden. Een groot Bisschop was hij door zijn wijs heid, die bij eigen hélder inzicht toch gaar ne de argumenten van anderen hoorde en overwoog, maar ook met een rustig zelfver trouwen durfde beslissen en voor zijn be slissing durfde staan: een bestuurder van hoogen rechtvaardig heidszin, die niets zoo vreesde als den in vloed van persoonlijke voorliefde of afkeer Qp zijn beslissingen en die zonder aanzien des persoons durfde oordeelen en handelen: een man van de groote lijnen, welke hij vasthield met onwrikbare kracht, maar daardoor ook een van rüime opvatting die binnen die lijnen de vrijheid van werken in zijn medehelpers en onderdanen wist te eerbiedigen, te waardeeren, te beschermen. Een vooruitziende geest, die rekende met de ontwikkeling van de behoeften in zijn groote bisdom en er offers voor wist te bren gen en te eischen; een sterke, die wist en durfde spreken waar het moest, zonder iemand te ontzien, maar die ook en misschien nog beter wist te zwijgen als het nuttig was; een vader, die gaarne kwam deelnemen in de vreugde en in de smart, maar die het eigen leed. het dikwijls groote leed. dat het besturen van menschen onvermijdelijk mee brengt, wist te dragen alleen; een ondernemend mensch, die in vertrou wen op God aanpakte, als de behoeften van de zijnen het vorderden; een breed leider, die tot op hoogen ouder dom een open oog hield voor nieuwe nooden en nieuwe middelen, en gaarne een kans iiet aan iedere poging, waarvan hem aan nemelijk werd gemaakt, dat zij nut zou af werpen voor zijn Bisdom; een organisator die alle bewegingen van 4jn fel-bewogen tijd wist samen te brengen en samen te houden en te richten op het iéne noodige, het beleven van het christe lijk geloof in alle rangen en standen der maatschappij, in alle omstandigheden des '.evens; een gezond criticus, die zich niet liet be driegen door den uiterlijken schijn van het aanvankelijk succes, noch zich blind staar de op een oogenblikkelijken bloei, maar bij allen vooruitgang steeds misschien wel sens te uitsluitend in het oog hield de kiemen van bederf, die ook onder ons werk zaam zijn; een machtig strijder, die met overleg en onwrikbare vastheid optrad en niet afliet tegenover alles en allen, die Gods eer be daagden of het heil der zielen bedreigden; en bfj dat alles een eenvoudige geloovige, die zijn kracht durfde zoeken bij God alleen, die in 't gebed zijn machtigste wapen vond, die, als hij meende, alles te hebben gedaan, wat hij kon, met een groote gerustheid alles aan God overliet; eindelijk een mensch van gemakkelijken omgang, die gaarne en zonder pretentie 't middelpunt vormde van een opgewekte con versatie Dat waarlfjk groot bestuur is bijna vijf en twintig jaren Haarlems Kerk.ten zegen ge weest; moeten wij dan niet met een groote dankbaarheid in het hart bij deze lijkbaar verwijlen, en mogen we dan geen droefheid voelen bij dit scheiden? Het na geslacht zal wellicht vele daden van dit be- ftuur hooger nog waardeeren dan wij, om dat het er de vruchten overvloediger van ziet; het zal en wellicht met recht fouten aanwijzen, want het is menschen- •verk; maar beter dan zij, die eenmaal met meer kennis zullen kunnen oordeelen, be seffen wij, kelk een zegen wij gekregen heb ben door dit verlicht bestuur, omdat wij weten bij ondervinding door welke gevaren sn nooden het ons veilig heeft heengeleid. En het is die dankbaarheid, die ons rond om deze lijkbaar samonbrengt in gebco, want voor onze zielen heeft deze doorluch tige doode rekenschap moeten afleggen bij God; als er dus iets nog goed te maken is, dan is het aan ons, hem daarbij te helpen, 't in zijn plaats te doen, opdat zijn ziel ruste in vrede en zich in God verblijde, in 't werk dat hij in Gods naam heeft mogen doen. En voor ons zelve nemen wij de les mede van Sint Paulus: ..Gedenk Uw Overste die U het Woord Gods verkondigd heeft, Beschouwt het einde van zijn leven ,En volgt zijn geloof na Pater Esser schrijft o.m. in de „Sp. 111." over het overlijden van den Haarlemschen Kerkvorst: ,,'t Jeugdwerk in zijn bisdom had niet z'n minste sympathie. Neen, uit vele groote en kleine attenties kon men 't proeven, dat hij met de jeugd medeleefde. Vroeger zelf vee! onder de jeugd gewerkt, heeft hij die liefde heel z'n episcopaat bewaard. Monseigneur hield van de jeugd en 't was z'n liefde, die hem vindingrijk maakte in middelen ter be scherming van hun zieleheil. De sportbeweging in het'bisdom Haarlem heeft heel veel aan hem te danken. Ingewij den weten, hoe hij belang stelde in den -wmnastiekbond, waarvan hij beschermheer -"as. En dat was voor hem geen titel, neen daadwerkelijk beschermde hij den D.H.G.B Ook de D.H.V.B. ondervond meermalen b'n belangstelling en bezorgdheid. Op het -'ncle van het vorig laar gaf hit den stoot +ot de emiête. die alle vereenieingen ont- 'dngen. Met die gegevens moesten we bii hem komen, dan zon bh z'n wenken en voorschriften geven, doch hij werd ziek er otierf." Het „Apostolaat ter Zee" schrijft: Rondom de doodsbaar van Haarlems Bis schop hebben velerlei stemmen weerklon ken. om te getuigen, hoe groot en kracht dadig en vooruitziend de overleden Kerk vorst was. Maar nog niet is vermeld, dat van den overleden Bisschop het initiatief is uitge- vaan, om in Nederland iets te doen voor ie zielzorg der zeelieden. Als Bisschop onzer twee grootste haven steden Rotterdam en Amsterdam had Ziir herderlijk hart medelijden met de zielen van hen. die voor het stoffelijk welziin on- ~er Hollandsche natie de groote zeeën be varen. Zoon van een loods te Vlissingen was hij van jongsaf met het zeewezen bekend, van nabij kende hij het zeemanshart, maar ook de gevaren, waaraan de zeelieden zijn bloot gesteld. Daarom zal de geschiedenis dankbaa- vermelden, dat het Mgr. Callier is geweest die ernstig getracht heeft om den zielen- nood der zeevarenden te lenigen. Bij de vestiging der paters Capucijnen op Katendrecht te Rotterdam was het zijr uitgesproken wensch, dat zij zicht 't lot der zeelieden zouden aantrekken en spoed!" komen tot de stichting van een katholieh zeemanshuis. Herhaalde malen bleef mgr hierop aandringen en belastte in 1922 een pater Capucijn te Rotterdam met de zee liedenzielzorg. Aan ingewijden is het bekend, hoe mgr. 't verloop van dit moeilijk werk met de groot ste belangstelling volgde. Nu de dood dezen Bisschoppelijken zee- mansvrie:*i heeft weggerukt, moge open lijk een woord van hulde en dank worden gesproken namens de duizenden zeelieden, zoowel in binnen- als in buitenland. Een zeeman is niet gewoon, om in hooge bewoordingen zijn gevoelens te uiten, maar zijn hart klopt warm voor een ieder, die iets voor hem voelt. In vele zeemansharten zal dan ook de naam van mgr. Callier in dankbare herinnering blijven en te midden van de hooge zeeën mogen veler lippen een stil gebed fluisteren voor de zielerust van dezen eersten Nederlandschen zeemansbis schop. Op den dag der begrafenis van Z.D.H. mgr. Callier is door de St. Radboudstich- ting, waarvan de overleden bisschop lid was, een plechtige rouwzitting gehouden Hierin heeft de Rector Magnificus der Ka tholieke Universiteit, prof. dr. Jac. v. Gin- neken S.J. een gedachtenisrede uitgespro ken. Mgr. prof. dr. J. H. E. J. Hoogveld ver tegenwoordigde de Universiteit en den rèc- tor-magnificus bij de plechtige begrafenis van mgr. Callier. Donderdag werden voor de arrondissements rechtbank te Zutphen de pleidooien gehou den in de civiele procedure tusschen H. J. de Groot, directeur der gem. lichtbedrfjven te Beverwijk ais eischer en A. van der. Stel, wonende te Apeldoorn, als gedaagfie. De heer De Groot had zich beleedigd ge acht door den heer Van der Stel, die om streeks 7 Oct. 1927 aan het bestuur van de Ver. „Vaalser Belang" een brief had ge schreven, waarin o.m. werd gezegd: Bij de zen deel ik u mede, dat De Groot op groote schaal bij de corruptie in de gasindustrie is betrokken. Sinds twee maanden is het be wijs, dat hij zich heeft verrijkt, in het bezit der Justitie te Utrecht. Resumeerende her haal ik, dat De Groot de gemeente Vaa.s heeft bestolen en noodig hem uit wegens laster een aanklacht in te dienen bij de Justitie. In den Raad kunt u dezen brief desgewenscht voorlezen en ook overigens kan hiervan ieder gebruik maken. Bovendien werden in dezen brief over han delingen van eischer gesproken, welke er op zouden duiden, dat hier inderdaad corrupt.e was gepleegd. Eischer voert aan, dat alle beschuldigin gen en insinuaties onwaar zijn en gelanceerd tegen beter weten van gedaagde in en dus lasterlijk zijn. Voorts, dat tengevolge van gedaagde's beleedigende schriftuur en han delwijze eveneens eischers naam in Bever wijk in opspraak is gebracht en het bedrag der schadevergoeding behoort te worden ge steld op f 5000. Op die gronden doet eischer door zijn procureur, jhr. mr. C. C. de Jonge te Zut phen, concludeeren, dat het der rechtbank moge behagen: lo. te verklaren, dat de gepleegde hande lingen lasterlijk waren, althans beleedigend; 2o. gedaagde te veroordeelen om aan ei scher als schadevergoeding van schade en nadeel in eer en goeden naam geleden, te betalen f 5000, of zooveel minder als de rechtbank oordeelt; 3o. eischer te machtigen, het te wijzen vonnis op kosten van gedaagde te plaatsen in een aantal dagbladen, subs, het vonnis op zijn kosten in het openbaar te doen aan plakken bij zoovele exemplaren en daar, waar de rechter zulks zal bevelen; 4o. den gedaagde te veroordeelen in de kosten van het geding. In de conclusie van antwoord, zegt de pr- cureur van gedaagde, mr. B. J. Nötbom te Zutphen o.m., dat hij alles ontkent, hetgeen eischer bij conclusie van eisch heeft aange- Een zuivere zeep als de beroemde Fransche Caduni- zeep is onontbeerlijk voor de verzorging van de huid. Daar zij bovendien tot het laatste snippertje hard blijft is de Cadum- zeep zeer voordeelig in het gebruik, men doet er twee- maal zoo lang mee als met j elke andere zeep. voerd, voor zoover het hieronder niet uit drukkelijk erkend wordt. Gedaagde werd door het gemeentebestuur van Beverwijk medegedeeld, dat hij wegens zijn capaciteiten benoemd zou zijn als direc teur der gasfabriek aldaar, indien hij geen ongunstige antecedenten had, hetgeen voor hem aanleiding was, op te merken, dat de corruptie in de gaswereld algemeen was en dat iedere gasdirecteur daar van af wist, waarop een nadere uiteenzetting van zaken door gedaagde, wat de algemeene kwestie aangaat, aan het gemeentebestuur werd ge geven. Diverse gasdirecteuren hebben de gemeen schap naar schatting voor circa f 30.000.000 benadeeld, zoodat gedaagde meende, vermel de feiten en daarmede eischer, die vroeger gasdirecteur te Vaals was, in 't algemeen be lang te moeten ontmaskeren. De handelin gen van gedaagde jegens eischer waren bo venmatig gewettigd, omdat de laatste het deed voorkomen, alsof hij een schoone lei had. In „Het Volk" van 15 Oct. 1927 werd nog gepubliceerd, dat eischer aan de ge meente Vaals had bericht, niet bereid te zijn, door middel van een strafproces de chan- tage-beweging van een oplichter en chan teur te steunen, maar wel, mits de gemeen te de kosten vergoedde, een civiel proces aan hangig te willen maken. Gedaagde moest dus alles doen om eischer uit zijn tent te lokken. In conventie ver zoekt gedaagde der rechtbank, de vordering van eischer in conventie af te wijzen, hetzij door haar niet ontvankelijk te verklaren, hetzij door haar te ontzeggen, met veroor deeling van eischer in conventie in de kos ten van conventie. Verder in reconventie, bij vonnis, dat de rechtbank o.m. den ge daagde zal veroordeelen om aan eischer als schadevergoeding van schade en betering in eer en goeden naam te betalen tien duizend gulden of zooveel minder als de rechtbank oordeelt; den gedaagde zal veroordeelen in de kosten van het geding. Voor eischer trad op mr. Sanders uit Be verwijk, die zich slechts wilde bezighouden met deze beide vragen: Werd eischer be leedigd en werd gedaagde gegriefd door het schrijven van eischer aan het gemeentebe stuur van Vaals. De brief van gedaagde aan de vereeniging „Vaalser Belang" is in een dergelijken vorm gegoten, die zeker beleedi gend genoemd mag worden. Eischer is ie mand, die steeds nauwgezet zijn plichten heeft vervuld. Toen De Groot het ambt te Beverwijk aanvaardde, bevond zich het be drijf in desolaten toestand. Zelfs waren er verschillende raadsleden, die achterstallige schulden moesten betalen aan het gasbe drijf en De Groot schrok er niet voor te rug om hen per deurwaarder in rechten aan te spreken. In de door v. d. Stel ingestelde vordering ontbreekt iedere juridische motiveering. Dat het bewust schrijven van den heer De Groot aan de openbaarheid is prijz gegeven, is niet zijn schuld. Dat hij niet wenschte te verschijnen in het corps, dat het onderzoek wilde instellen is begrijpelijk. PI. conclu deerde, de vordering van den eisch in re conventie af te wijzen. Mr. Nöthorn, de verdediger van gedaag- Ejé Groot m Vaals steeds is meegegaan mét het „kliekje"! dat er alle zaakjes naar eigen bevindir. bekookstoofde. De heer v. d. Stel heeft niet anders gedaan, dan de frau duleuze handelingen, welke te Vaals zijn ge pleegd, te ontmaskeren. Door de gemeente Vaals de fraude ken baar te maken diende v. d. Stel een alge- ineen belang. Eischer leed en lijdt nog. geen schade, om dat zijn vrienden te Beverwijk hem door dik en dun verdedigen. Gedaagde verkeert in.Veel moeilijker om standigheden dan de heer De Groot. Ten slotte bood pl. aan, rechtens alle posita te bewijzen desnoods door middel van getuigen. Uitspraak op 7 Juni. Antwoord der regeering op een schriftelijke vraag. Aneta seint uit Batavia: In het antwoord van de Regeering op de schriftelijke vraag van den heer Soekawatie, naar aanleiding van een artikel in het „Soe- rabajaasch Handelsblad", onder den titel ..Actie op Balie", deelt de regeering mede, lat de daarin genoemde feiten in hoofdzaak uist zijn. Het onderzoek heeft uitgemaakt, dat een van Java afkomstig onderwijzer, Raden Atmodjo Koesoemo, vroeger zich reeds schuldig gemaakt had aan het onderwijzen van ilmoes tegen hooge betaling, om welke eden hij oneervol ontslagen was. Hij had thans op Bali de vereenigingen „Soeropati" en „Samara Harata" opgericht. Het doel van de eerste was de verbreiding van een mystieke leer, maar hieromtrent konden geen duidelijke inlichtingen verkregen wor den, omdat de leden gebonden worden door een zwaren eed van geheimhouding. Soera- pati is de naam van een Balisch volksheld en beteekent „dapper sterven". De andere vereeniging, waarvan de naam „Eendracht maakt macht" beteekent, was een soort van coöperatieve handelsvereeniging, om gemeen schappelijk te arbeiden ten behoeve van de gemeenschap, zoodat een ieder een behoor lijk bestaan verzekerd zou worden. Verder moesten de leden elkaar wederkeerig bij staan in het streven naar ontwikkeling en het krijgen van moed. Ook deze leden waren tot geheimhouding verplicht. Tot dusver zijn 271 volgelingen van Koe soemo geregistreerd. Het is gebleken, dat hij zich schuldig gemaakt heeft aan oplichting. Hij had de bedoeling aan de beweging een politieke richting te geven. Voor zoover ge bleken is, moet er nog geen politieke propa ganda gevoerd zijn, terwijl ook niet is vast gesteld, dat de bedoelde politieke beweging bepaald tegen de regeering gericht zou worden, hoewel er verschijnselen waren, die het vermoeden wettigen, dat in deze richting gestuurd zou worden. Het onderzoek heeft nog niet uitgewezen, dat de beweging van communistische zijde geïnspireerd was of daarvan invloed ondervond. Ter voorkoming van mogelijke onrust, is het aanvankelijk nuttig geoordeeld, om in de gebieden, waarin de beweging geconstateerd was, intensief te patrouilleeren, om welke reden twee brigades naar Bali gezonden zul len worden. Sedert is echter gebleken, dat voor ven storing van de rust in geen enkel opzicht behoeft te worden gevreesd. De St. Canisius en St. Willibrordus-Fede- ratie, omvattende alle R.K. georganiseerde onderwijzers van Nederland, hebben een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe methode voor het onderwijs in de Vader- landsche Geschiedenis, steunend op de be ginselen, neergelegd in het rapport: „Vre desactie op de lagere school." De methode moet omvatten: a. een beknopte handleiding met de ver deeling der leerstof over het 4de, 5de, 6de en 7de leerjaar; b. een of meer leesboekjes, waarin de'be ginselen der methode zijn toegepast. Aan de prijsvraag zijn de volgende voor waarden verbonden: 1. Het manuscript moet vóór 1 Januari 1929, onder een bepaald motto, worden in gezonden aan het secretariaat van de St. Willibrordus-Federatie: den heer E. J. Luijf Van Wassenaerlaan 3, Baarn. Bijgevoegd moet worden een gesloten couvert, waarop ook het motto voorkomt, bevattende den naam en het adres van den schrijver. 2. Als jury-leden zijn door de Federaties uitgenoodigd en hebben de benoeming aan genomen: 'Prof. Dr. H, Huybers, hooglee raar te Nijmegen; de Zeereerw. Pater J. M. Keulers, Groenendijk, Hazerswoude en hee- ren J. J. Verbeete:> Inspecteur van het L. O. te Breda, M. R. Teijssen, Ruysdael- straat 9, Nijmegen en W. J. Speller, 2de secretaris St. Willibrordus-Federatie te Haarlem. Deze jury moet voor 1 Mei 1929 uitspraak doen en zoo mogelijk drie prezen tj—.—- nen: een prijs van f 200 voor het bekroon de werk en twee prijzen van f 100 en f 50. De jury heeft het recht een of meer prij zen niet toe te kennen. 3. De manuscripten worden na de uit spraak teruggezonden aan de schrijvers en blijven het eigendom van deze. Bij even- tueele uitgaaf zal het bekroonde werk on gewijzigd en in overleg met de Federaties moeten worden uitgegeven. Het bekroonde ontwerp zal bij uitgave den moreelen steun van de beide Federa ties genieten, mits de eventueele illustra ties niet in strijd zijn met de beginselen van het vredesrapport, ter beoordeeling van de jury. Het rapport: „Vredesactie op de Lagere School" is op aanvrage verkrijgbaar bij den heer W. J. Speller, N. Gracht 22, Haarlem. Vr. Welke is de korste weg van Voorhout naar Wervershoof? Ant Antw. Voorhout Keukenhof Vogelenzang Aerdenhout Elswout Haarlem Spaarndam Assendelft Krommenie Knollendam Spijkerboor de Rijp Schermerhom Avenhom Grosthuizen Scharwoude Hoorn Zwaagdijk. Z.Z. Zwaagdijk N.Z. Wer vershoof. Afstand 86 K.M. Vr. Welke is de korste weg van Lisse naar Gemonde. N.Br. Antw. Lisse Sassenheim Warmond Leiden Brug Leiderdorp Groenendijk Hazerswoude Waddinxveen Gouda Haastrecht Vlist Schoonhoven Nieuwpoort Goudriaan Slingeland Scheliuinen Gorinchem Woudrichem Rijswijk Giëssen Neer Andel Op Andel Veen Spijk wijk Aalburg Heusden Herpt Haarsteeg Vlijmen 's Hdrtogenbosch St. Michels Gestel Gemonde. Afstand 114 K.M. Vr. 1. Is er in Bergen een Retraitehuis voor meisjes uitden gewonen stand? 2. Welke zijn dé reiskosten Haarlem—Bergen enkele reis? Antw. 1. Het St. Petrus Canisius Retraite huis te Bergen is bestemd voor mannelijke en vrouwelijke retraiten van alle klassen der maatschappij. 2. Dit kunt u informeeren aan het station uwer inwoning. Vr. Kan een vader met zijn kinderen de nalatenschap van hun moeder onderling be palen. Er zijn meerderjarigen en tot oordee len bevoegd, 't Doel is om telkens den meer derjarigen uit te keeren. De vader en de meerderjarigen zijn bereid, om voor het aan deel der minderjarigen borg te blijven. Kun nen wij tezamen daar een soort stukje van opmaken? Antw. U bedoelt waarschijnlijk, een con tract te laten opmaken voor de uitkeering van het erfdeel aan de meerderjarigen. Dit kunt u laten doen, indien alle belangheb benden daarmede accoord gaan. Vraag: 1. Als een mevrouw 10 dagen met va- cantie gaat, heeft zij dan het recht, het meisje, zonder kostgeld óf eenige vergoeding naar huis te zenden? 2. Hoeveel kostgeld kan ik den eischen? 3. In d;en tijd bén ik ziek geworden en was nog niet beter, toen mevrouw thuis kwam. Hoeveel ziekengeld kan ik daar voor eischen? 4. Nu heljben zij mij de betrekking op gezegd tegen 1 Juni. Zijn zij nu verplicht, tot dien tijd aan mij kostgeld en salaris uit te betalen? Antwoord: 1. en 2. Een dagmeisje heeft geen recht op kostgeld, tenzij bij de indiensttreding anders bepaald is. Het loon gaat natuurlijk door. 3. U kunt geen ziekengeld eischen, tenzij bij de indiensttreding bijzondere bepalingen daaromtrent getroffen, zijn. 4. Als mevrouw u tegen 1 Juni opgezegd heeft, moet zij u tot dien datum loon uit betalen. Vraag: Ik bezit een eigen huis, hetwelk Ik met mijn moeder en broers bewoon. Huur ont vang ik niet en mijn moeder wordt voor de huurwaarde aangeslagen. Ben ik nu verplicht aangifte te doen bij de inkomsten belasting van deze bezitting en kan men mij daarvoor aanslaan? Antwoord: De huui'waarde van het huis wordt ge schat, huurwaarde wordt als inkomsten geraamd voor deh aanslag in de inkomsten belasting. Daarvan mogén natuurlijk afgetrokken worden de lasten, welke rusten op het huis, bijv. rente van hypotheek, enz. Vraag: Hoe moet ik vliegenvuil uit een gebloemd zijden lampekap verwijderen? Antwoord: Met waterstofperoxyde. Vraag: Kunt u mij ook zeggen, waar „De Betrek- kingglds" wordt uitgegeven? Antwoord: Uitgever is L. van Dijk, Vianen. Vraag: Ik wil geld uitleenen, doch heb hiervoor een borg geëischt. Moet een borg zijn waar borgstelling op gezegeld papier bekrachtigen? Zoo ja, hoe hoog- moet dan het zegel zijn per 100 gulden? 2. Is een dergelijké waarborgstelling voldoende, wanneer de debiteur in gebreke blijft? Antwoord: 1. Het is niet noodzakelijk, doch mis schien wel gewenscht, dat een dergelijke waarborgstelling op papier gesteld wordt. De kosten van een acte van borgtocht be dragen 0.30. 2. Ja. Als uitgave van het Centraal Bureau der Hanze in het Aartsbisdom is verschenen een korte opgave van de voornaamste wij zigingen in de wet op de inkomstenbelas ting, welke nog niet verwerkt zijn in de brochure „De Middenstander en zijn be lastingbiljet", door J. G. van Neerven. Hierbij is tevens gevoegd een nieuw hoofdstuk getiteld: „Compensatie van ver liezen met winsten." Jan Buitengewoon. Natuurlijk heet ie zoo niet. Die naam gééf 'k 'm maar. Om z'n karakter te typeeren. En iedereen, die hem van nabij leert ken nen, zal volmondig willen toegeven, dat er voor Jan geen andere bijnaam is uit te denken. Jan is 'n zéér buitengewoon mensch. En in zéér gunstige beteekenis. Laat 'k beginnen met te vertellen, dat 'k Jan nooit, nooit kwaad heb gezien. En als u denkt, dat Jan zoo'n sulletje is, zoo'n Jorissie Goedbloed, zoo'n fondant ventje, dat alles maar voor zoete koek opeetdan denkt u er glad naast. 'n Stevige, flinke, gezonde, royale kerel is Jan. 'k Schat 'm tegen de veertig ftn. Z'n gezicht is 'n zon. Ja, waarachtig, 'n heerlijke, mild-warme Zon. 'n Kopzooals 'k er nog nooit een op *h plaatje heb gezien En er zijn tegenwoordig wat plaatjes biet leuke, tevreden, gelukkige koppen ie moet de advertentiepagina's van de kran ten maar es nazien Needie snuit van Jan ishoe zal 'k 't Zeggennou Ja, iets buitengewoons.... Er ligt, zou 'k haast durven beweren, 'n trek in, die niks met de wereld heeft te maken.... Jan is geen Haarlemmer, geen Heem steder, geenafijn, hij is noch Noord-, noch Zuid-Hollanderik kan dus op deze plaats alles van hem zeggen Niet, dat ie er ook maar eem'gszins ver stoord over zou zijnmaar hij zou me toch wellicht met z'n mooie glimlach 'n beetje verwijtend aankijken en zeggen: „Dat had je niet moeten doen.'' Jaals Jan verwijt of vermaant, dan doet ie dat met 'n glimlachen met eentje, die je soms van streek brengten je mompelen doet: „Wat 'n pracht-kerel is dat." Jan is arm. Dat wil niet zeggen, dat ie om 'n stuk brood moet bedelen of gesteund moet wor den door liefdadige instellingen of zoo. Jan heeft 'n inkomen van maar heel even tjes twee tientjesen 'n stuk of zeven kinderen. Dat simpele loontje 't is nou eenmaal niet anders zit 'm in de aard van z'n werkkring en de streek waar ie leeft. De loonen z ij n daar zooen als er verandering in komt, dan zal 't misschien nog 'n ongunstige verandering zijn voorloopig. Jan woont met z'n vrouw en z'n zeven jon gens in 'n huisje van hout....... met 'n kamer, 'n keukentje en 'n zolder Hij heeft er ook nog 'n lappie grond bfj.... en 'n varkentjeen 'n geiten *n paar kippen. Iedere morgen zie je Jan met z'n jongens, die klompen dragen, omdat er aan schoenen niet valt te denken, naar de kerk gaan heel vroeg al Dan tippelt 't heele stel heerlijke, ge zonde, lachende jongens zfjn 't, net als Jan zelf naar huis, waar moeder de stapels kropbrood reeds klaar heeft staan, met voor ieder 'n kroes geitenmelk, als 't lfjen kan anders is 't water of slappe thee. En als dan na vijf of zes minuten alles naar binnen is gespeeld, gaan de jongens z'ngend naar school en Jap gaat zingend naar z'n werk. En Jan lacht en zingt als z'n kameraads van 't „andere" soort hem bespotten om z'n zeven jongens en wat nog komen kanen zoo onder 't .zingen door geeft ie ze glim lachend 'n lesje waar ze voor de heele dag genoeg aan hebbensoms stil van wor den. En Jan lacht en zingt als die anderen morren over 't werkof hatelijkheden uitspuwen tegen de patroon. En als er een vloekt, dan zegt Jan mét z'n bronzen geluld: „Geloofd zfj Jezus Christus"en als die andere dan harder vloektdan zegt Jan het nóg eens en nóg hardernet zoo lang tot die andere 't moet opgeven. En Jan lacht en z'ngt als de ijzige noor denwind hem langs de ooren fluit, of de hagel met één wilde vlaag de simpele oogst van z'n lappie grond vermorzelten z'n vrouw er bij staat te huilen en te klagen. Maar nooit lacht en zingt Jan op 'n wijze, pfjn doet of irriteert.... z'n lied en lach beuren op, geven moed, troost, kracht, vol harding.... en z'n dapper vrouwtje, dat zich moe worstelt voor de zorgen van 't gezin, moet vanzelf mes-lachen en mee-zingen, soms door haar tranen heenen héële- maal sterk en blij is ze weer als Jan haar de vijf woordjes in de ooren fluistert, die hij tot z'n parool heeft gemaakt, altijd, overal en in iedere omstandigheid van 't harde levenvijf woordjesheel eenvoudig, maar mooi en klaar als kristalen zoo mooi en klaar zün ze alléén als Jan ze zegt Altfjd zegt ie* zeen tegen iedereen van wie hfj meent, dat die ze noodig kan heb ben Er zijn er, die er om lachen Er zijn er, die hem er om beschimpen Er zijn er, die hem er om uitschelden en er zijn er, die hem gek verklaren als ie ze spreekt. Maar er zijn er ook, die er stil van wor dendie Jan de hand drukkenof 'n traan wegpinken.die zich veiliger be schut er door voelen tegen de stormen van 't leven. Jan leeft en zwoegt en vecht met die vijf woordjes.en niemand is er, die ze hem ir. de mond kan laten houden. „We moeten de hemel verdienen". Dat zijn die vijf. Hij lacht ze en zingt ze waar ie ze lachen en zingen kanhij jubelt ze als z'n hart in feestvreugde isen hij schreit ze met 'n glimlach als er droefheid is in zfjn huis. Jan heeft nachten achtereen bij 't ziekbed van een zijner kinderen gewaaktmet 'n traan, 'n glimlach, 'n zacht lied en z'n vijf woordjes En dat kind ging dood. En z'n vrouw, die als wezenloos daar zat, heeft ie in z'n sterke armen genomen en net zoo lang heeft ie z'n woordjes in d'r ooren gemurmelden z'n glimlach, z'n zon laten schijnen op haar gelaat, tot ze dezelfde woordjes herhaalde en weer groot en moedig werd. 'n Paar keer in z'n leven is Jan laag en gemeen belasterd gewordendoor men schen, die hem dankbaar moesten zijn Zóó laag en geniepig en vuil, dat zelfs de braven en voorzichtigen aan Jan's levens wandel gingen twijfelen. En zóó vrat die laster door in het kleine dorp, dat Jan op de weg werd nagejouwd dat er zoowat niemand 'n groet voor hem over had. En Jan neuriede z'n vijf woordjes ging rustig z'n wegen overwon de laster met die vijf. Jan heeft zware dagen gekendvan werkloosheid en tegenslagdagen van gebrek aan voedselmaar door héél het bange huisje klonk z'n lach en z'n lied en de vijf woordjes drongen door tot alle hoekjes en alle ooren Jan werkt van 's morgens tot 's avonds en dan begint ie nog voor zich zelf te arbeiden, tot de duisternis hem 't gezicht beneemthij werkt graagen des win ters bestaat er geen vorst zoo felen des zomers is er geen zon zoo gloeiend, die hem 't goede humeur afneemtwant altijd en overal draagt ie z'n eigen zon meeen altijd en overal gaan z'n vijf woordjes mét hem. Hij brengt ze in andere gezinnen waar geleden wordthfj draagt ze naar 't sterf bed van 'n vriend of bloedverwanten altijd werken ze als 'n verkwikkende dronk. Jan is 'n' pracht-kerel'n heerlijke vent. Jan is 'n lachende apostel'n la chende zwoeger'n lachende martelaar als 't zijn moet. En nu hoor ik u zeggen: „Zoo'n man be staat nietje houdt ons voor de gek want 't is ongeloofelijk." U heeft 't goedJan bestét ook niet. 't Is heelemaal fantasie. Stel je voor: n man, die altijd en overal maar zegt: „We moeten de hemel verdie nen." 't Is waarzoo iemand verklaren we voor getikt. En zoo sukkelen we dan maar weer voort door 't leven En zoeken niet eens naar 'n man, die op Jan Buitgengewoon lijkt.. En de hemelacht, lieve God, wat zou 't heel anders met ons zijn als we één keer per dag konden denken aan de vijf woordjes van 'n Jan, die niet bestaat. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7