Kerk en School PUDDSMG i - ■Hg AMANDELTJES- KINADRUPPELS DE ZORG VOOR DE ZWAKZINNIGEN NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Vierde Blad Vrijdag 18 Mei 1928 Bij de Marindineezen Esperanto en Katholicisme 'h if De nieuwe stichting „Vogelenzang" POSTZEGELNIEUWS Nieuwe zegels SS Dr H.MANNING'S EETLU5T-0PVVEKKEMD. /l.30p.fl. VRAGENBUS Het studiemateriaal van een missionaris Het tijdschrift „Mensch en Maatschappij" bevat een artikel van den bekenden mis sionaris, pater H. Geurtjens, M.S.C., die reeds bijna een kwart eeuw op Kei en Nieuw-Guinea werkzaam is, over „Assosia- tie-begrippen bij de Marindineezen". Aan dit artikel, dat van jarenlange stu die getuigt, is naast de inleiding, het eerste deel over de hemellichamen ontleend. Pater Geurtjens schrijft: „De taal is hier 't volk", heeft men ge zegd en dat zal wel zoo wezen, want waar 't hart van vol Is, daar loopt de mond van over. De taal is dus de spiegel van de ziel en het geestesleven van een volk, van zijn karakter en bizonderen aanleg. Was niet het klassieke voorbeeld, misschien nu nog om dit te bewijzen, dat wij niet zeggen: comment allez-vous! of: how do you do? of: wie geht's? maar dat wij Hollanders zeggen, of zouden moeten zeggen pour le besoin d'une si belle cause: hoe vaart u? omdat wij een zeevarend volk zijn. Onze afscheidsgroet is in elk geval een vaar wel! Men mag dit natuurlijk niet op de spits drijven, maar een zeer belangwekkend fol kloristisch verschijnsel blijft het toch, dat niet alleen elk volk, maar zelfs elke volks groep, de zeeman, da soldaat, de landbou wer, enz., zijn eigen kenmerkende beeld spraak heeft. Dat is het sprankelende leven der taal. Bij de primitieve volkeren waaronder ik verkeerde was daarop ook terstond mijn aandacht gericht. Ofschoon ik daar ook wel zeer interessante voorbeelden van associatie van begrippen vond, werd ik toch eenigszins teleurgesteld. Ik meen dat hieraan te moe ten toeschrijven, dat deze talen veel min der levend zijn dan de onze. Reeds meer malen heb lk de aandacht daarop geves tigd: een primitieve taal is geen smedig werktuig ter beschikking van den ruste- loozen geest, om telkens nieuwe gedachten in nieuwe vormen te gieten: ze zijn stug en stroef en bestaan hoofdzakelijk uit ver starde mallen, die passen op de begrippen uit het enge gedachtenkringetje van een weinig denkend en weinig ontwikkeld volk. Toen ik enkele jaren geleden op Zuid N.- Guinea kwam bij een volslagen natuurvolk, dat tot kort geleden buiten allen vreemden invloed gestaan had, waren mijn verwach tingen op dit punt hoog gespannen en mijn aandacht er terstond op gespitst om de as sociatiebegrippen van dit volk na te speuren Waar men bij dit speuren als eenig hulp middel een paar steeds tot luisteren ge spitste ooren heeft, is dat een werk, dat jaren in beslag neemt. Een gelukkig toeval kwam me te hulp. Toen Pastoor Vertenten, dje hier ook 15 jaren onafgebroken vertoef de, met, verlof naar Europa ging, liet hij mij in handschrift zijn Woordenboek der Ma- rindsche taal na, om dit geesteskind te ba keren. hetgeen ik met alle liefde zal doen. niet alleen uit vriendschap jegens den sympathieken confrater, maar ook uit een eerbied voor dit kranig stuk werk. Je prend mon bien uü je le trouwe en hierin vond ik heel veel van 't interessante wat ik hier den lezer kan aanbieden. vei opmerkelijk is het, dat de Marindi nees in zijn denkwijze zoo uiterst anthropo- morphisch is. Deels is dit natuurlijk toe te schrijven aan zijn animistische opvattingen, doch allicht nog veel meer aan zijn cosmo- logische beschouwingen. De déma's vullen als een soort halfgoden het heelal, de he melen zoowel ais de aarde en de zee. Van hen stamt alles af. niet alleen de menschen maar ook al wat bestaat. Deze voortbren ging is. evenwel niet het gevolg van een lou tere openbaring naar buiten als b.v. een scheppingsdaad, maar een ontwikkeling van 't eigen wezen zelf, een voortplanting (generatio) of gedaanteverwisseling (meta morphosis). Hierdoor staat de geheele na tuur en al het bestaande den mensch zeer nabij. Deze verwantschap is verder gediffe rentieerd van bepaalde wezens tot bepaalde menschengroepen door totemistische ver houdingen. Opvallend is anderzijds weer, dat hij de scheidingslijn tusschen levende en leven- looze wezens zoo scherp trekt, dat hy on derscheiden grammatische werkwoordvor men gebruikt naar gelang de handeling op een persoon of een zaak betrekking heeft. Sommige voorwerpen beschouwt hij echter ook als personen, b.v. een pijl (als persoon en steeds als meervoudig begrip). Een boot, die bemand is, is ook steeds een meervou dig persoonbegrip. De hemellichamen, wor dende nog teeds als déma's beschouwd, worden eveneens als personen aangemerkt. Dat een natuurvolk, hetgeen zich bij de invallende duisternis niet bij een of ander kunstlicht binnenshuis terugtrekt, d&t geen ander kunstlicht kent, dan een knappend houtvuurtje, waarnaast men in -den drogen tijd ook gaarne buiten in 't mulle zand den nacht doorbrengt,' dat zoo'n volk zijn volle aandacht schenk aan 't geheimzinnige luis terrijk geflonker aan 't uitspansel, is te be grijpen. Hoe het er echter toe kwam om in die goedgespikkelde luchten een heele we reld van menschen en dieren te onder kennen, blijft een merkwaardig verschijnsel. Het ligt toch met zoo voor de hand om b.v. !n 't sterrenbeeld van Orion een met zwaard omgorden krijgsheld te onderscheiden! Dat de ouden hun godheden Jupiter, Mars Venus en tutti quanti naar den hemel overbrach ten is alleszins verklaarbaar. Bovendien werd bij hen de sterrenkunde, c.q. de sterren wichelarij ijverig beoefend en was het dus noodzaak, bepaalde sterrengrpepen of beel den onder een vasten naam te kunnen aan duiden en met de noodige verbeelding zag men daarin al wat wij thans op de hemel kaart zien weergegeven. Men zal mij echter toegeven dat voor een oningewijde de schoonste sterrenhemel toch geen duidelijk plaatje is van een beer, een wagen, een weegschaal, een slang, enz. Opmerkelijk mag het dus wel heeten. dat 't Marindineesche volk, buiten allen vreem den invloed staand, aan 't uitspansel zoo'n heele levende wereld aanschouwt, ook al blijft het voor hem alleen een boeiend schouwspel, dat hem hoogstens als prak tisch nut eenige aanwijzingen geeft voor zijn „boerenkalender". Wat wij Zuiderkroon noemen, noemt de Marindinees dangoi, een sieraad door de jongelui op het hoofd gedragen. Het bestaat uit een halven cirkel, gevormd door een paar in elkaar gestoken penneschachten van den casuaris, aan 't uiteinde versierd met de zwart en witte staartveer eener duif soort (Mal. merpati). Dit sieraad wordt in de haarverlengsels op 't achterhoofd beves tigd en buigt over het hoofd heen, zoodat de pluim, naar beneden gekeerd, boven 't voorhoofd wippert. Goem is de witte asch van verbrand hout. Waar de Marindinees ligt, stookt hij ook een vuurtje, dus zeker in en rondom zijn hut. Doch hij is op zijn manier zindelijk en met een paar spanen van de bloem- schede van den sagopalm ziet men herhaal delijk de vrouwen het vuil en de asch dier vuurtjes bijeen *hrapen en op het strand weggooien. De dema-meisjes hierboven zijn niet minder zindelijk en de houtasch, die zij aan 't uitspansel wegwerpen, is niets anders dan hetgeen wij den Melkweg noemen. An dere nevelvlekken heeten graven of graf- terpen. Het sterrenbeeld, dat wij onder den naam van Kreeft aanduiden noemt de Marindi nees de krab en stemt hierin dus meer overeen met de ouden, die het ook canser noemden Wanneer een bolide door 't luchtruim schiet, (vallende ster) fluistert de Marin dinees, dat er een doodsbeen van een hels schim valt. Op Kei had men daarvoor 'n minder sombere verklaring. Men stelt zich voor, dat de geesten evenals de menschen met fakkels gaan visschen en als dan een ster valt, komt dat, omdat een hunner op den rand der prauw het verkoolde eind der fakkel afklopt, om die weer helderder te doen branden. De stralen der zon, alsook de staart eener staartster deden hem denken aan de lange staartsprieten van den paradijsvogel en worden daarom eveneens jag genoemd. De staart eener staartster wordt echter ook wel en veel natuurlijker geassocieerd met de majoeb of haarvlechten, die afhan gen van het hoofd door de ster gevormd. Dit doet ons denken aan de hemelsche haar vlechten van Berenice en we vinden 't dan ook bijna ergerlijk, dat hij de vieze vangar men eener poliep met denzelfden naam durft aan te duiden. Bij den aanblik van het Zevengesternte is hij minder dichterlijk gestemd dan de ouden, die daarin een groep nymphen, de Hyaden herkenden. Wellicht op den lang- werpigen driehoeksvorm afgaande, noemde hij het krokodillenkinnebak. Zóó somber als 't ons in de oorenkiinkt, is deze verge- want gaarne steekt hij zoo'n helderwit i.it- gebleekten kop als een zegeteeken op een paal voor zijn hut.. Dat hij met zijn primi tieve wapenen zoo'n geduchten vijand er- sloeg, wijst beslist op heel wat moed en be leid Zoo ziet hy het ook als déma-trophee aan den hemel prijken. In de drie heldere sterren, die wij aandui den als de Drie Koningen of den gordel van Orion, ziet de Marindinees drie déma-jon- gens, die visch schieten. De nevelvlek in 't midden is een kleine gast, die het mandje met den buit draagt. De dolfijn is volgens hem een andere vischsoort. nJ. de epani, (Mal. Kakap.), die zwemt in de richting der visscherinnen, Altaïr. In de Pleiaden ziet hy een wiegemandje met déma-kindertjes. Mars en andere roode sterren en planeten noemt men vonk- van-klapperschaal, wyi die vonken helrood gloeien. Een rietsoort, waarvan men pijlschachten maakt, noemt men tóat. Ook de pijlschacht zelf wordt zoo genoemd en eveneens de ster a van Centaurus, terwijl b de gaffelvormige pyipunt is. Het Zuiderkruis wordt echter ook wel als de vierpuntige pyipunt, waar mee men visch schiet, aangezien. Voor het opkomen van hemellichamen zegt men, dat ze gaan of opstaan; voor het ondergaan, dat ze gaan zitten, ten minste wanneer ze aan den gezichteinder bov^n 't land verdwijnen: ziet men ze in zee wegzin ken, dan zegt men, dat ze onderduiken. Bij boomen en planten onderscheidt men vooral de mit is wortelknoop en by uit breiding ook den heelen stam en ngor 't gebladerte, en by uitbreiding de heele kruin of den top. Uit den wortelstoel of wortelknoop verrust de heele boom, dat is dus het begin, de oorsprong, de oorzaak; de kruin is het uiteinde, de voltooiing. Zoowel door de Marindineezen worden deze bevbg door de Maridineezen als door de Keieezen en Tanimbareezen worden deze benamingen onderscheideniyk ook overdrachteiyk ge bruikt voor alle begin, oorsprong oorzaak en einde of voltooiing. De Marindinees heeft ze zelfs ook op den loop der hemellichamen toegepast. Ze komen in 't Oosten op, dat is dus de mit, de wortelknoop, het begin en gaan in 't Wésten onder, dat dan ook als ngor, kruin of voltooiing wordt aangeduid. De stamzon heet dus de zon in de morgen uren. Staat ze ongeveer in 't midden dan MET CR ATI 5 GRENAD/NESAU5 EEN HE E R LU K NAGERECHT PUDO/NGCA8 R/EK GRON tNG£ N heet ze de midden-zon en begint ze naar 't Westen over te hellen, dan hebben we tot den ondergang toe de kruin-zon. Het woord pig duidt zoowel het zonlicht als de zonne warmte aan en ook den drogen of warmen moesson. Alle andere warmte heet éna, dat echter ook tevens zweet ceteekent. De nieuwe maan wordt wel in vergelyking met ontkiemende planten, de ontspruiten de of ontkiemende maan genoemd, doch meer algemeen de omgedraaide maan, vi.il men dan de maansikkel weer ziet verschij nen juist in omgekeerden stand als men eenige dagen te voren heeft zien verdwynen Men noemt de nieuwe maan echter ook kruin-maan. Hieruit blijkt, dat de benamin gen wortél of stam en kruin niet betrekking hebben op den zichtbaarheidsduur der he mellichamen, maar de indeeling van 't uit spansel zelf aanduiden. Begint de sikkel zich meer te vullen, naar gelang ze het eerste kwartier nadert, dan begint deze sikkel, die eerst een looze kuit geleek, ook een scheen te verwonen en spreekt men van de maan met de scheen. De sikkelvormige maan wordt ook vel soso- bali mandow genoemd, naar een sikkelvor mige schelp. De volle maan, die in 't oosten in al haar luister oprijst, heet weer de stam-maan. Men noemt de volle maan evenwel ook nies- mandow. Mes beteekent ryp, het zou dus willen zeggen: rype maan. Het is waar, dat de maan in deze gestalte haar vollen groei of rijpheid bereikt heeft, maar toch geloof ik, dat we hier een andere verklaring moe ten zoeken. In dit klappertand duidt het wordt mes ryp, meer bepaaldelijk een rype kokosnoot aan, zoodat het altyd deze meer enge beteekenis heeft als uit den sa menhang niet anders biykt. De rijpe ko kosnoot is bovendien een der voornaamste voedingsmiddelen van dit volk en zijn rijk dom. Het is dus zeker niet onwaarschyniyk, dat men de volle maan vergeleek met de rype klappemoot met haar blank verdor den bast. In 't eerste kwartier, als de maan by 't invallen der duisternis culmineert, (dat hier naby den evenaar steeds ongeveer op hetzelfde uur geschiedt), heet ze ook mid den-maan. In 't laatste kwartier daaren tegen noemt men haar zittende maan. Ze heeft zich dan biykbaar verlaat, is biyven zitten en komt eerst later in den nacht op om weldra heelemaal weg te blijven. De zon is de groote klok van den Ma rindinees en hy deelt zyn dag in volgens de stam, de midden of de kruin-zón. Meer bepaalde tijdstippen geeft hy aan. door op den stand der zon te wijzen De wisselval lige en veranderiyke maan leent er zich niet zoo makkelyk toe, om de nachten in te deelen Alleen voor zeer nabije nachten kan hy zeggen evenals met de zon: als de maan daar of daar staat. En toch beweert hy, dat de maan hem gegeven is, om den tyd te be rekenen of juister, om de dagen te tel len. Voor zyn doen komt hy daar dan ook heel aardig mee klaar. Indien hy niet, zoo als we zoo even zeiden, een der eerstvol gende nachten bedoelt en zegt, terwyi hy een punt aan 't, uitspansel aanwyst: „als de maan daar staat", dan beteekent dat naar gelang de maangestalte van 't oogen- blik (n.l. vóór of na de volle maan), als de maan daar staat by 't opkomen of onder gaan der zon. Voor tijdsbepaling in de verdere toekomst telt hij op zijn vingers de manen af en als dan de bedoelde maan daar of daar staat dan geeft zoo'n aandui ding minstens even nauwkeurig den bedoel den datum aan. als hij nauwkeurig is in zyn zóó ver vooruitziende berekeningen. Het uitspansel éindeiyk noemt hij den deksel die de wereld afdekt". Internationaal Katholiek Esperanto-congres Prater Wigbertus van Zon te Reusel schryft ons: Is de laatste jaren over het algemeen in Nederland, de belangstelling heel wat toe genomen, zulks is zeer zeker het geval onder onze katholieke landgenooten; dit is wel zóó sterk, dat meerdere malen door niet- katholieken tot ons de vraag werd gericht, of de Esperanto-beweging een speciaal katholieke beweging was. Dat niets is min der waar is, weten de ingewyden wel beter. Neen, de meeste katholieken stonden er tot vóór korten tyd tameiyk onverschillig tegenover, velen zelfs onsympathiek; ja, erwaren er die meenden, dat Esperanto een soort boeventaal was, die alleen ge bruikt werd by geheime sekten! 't Was juist om dat valsch idee weg te werken, dat wy zoo herhaaldeiyk de katholieken aanspoor den, zich toch meer voor die nieuwe Wereld hulptaal te gaan interesseeren, om hun achterstand ook op dit gebied in te' halen. En gelukkig is ons werken niet zonder succes gebleven. Integendeel, er is bewe ging gekomen, en wel in alle rangen, doch voomameiyk onder het Onderwys-personeel, getuige de vele Onderwyzers(essen) die zich voor het examen aanmeldden! Het is dan ook niet zonder reden, dat het Hoofdbestuur van den Intern. Kath. Espe rantisten Bond (Intemacia Katolika Unuigo Esperantista) dit jaar ons land uitkoos voor zyn jaariyksc-h Congres, en wel TILBURG, wyi het vooral ook die echt katholieke stad in het Zuiden is geweest, die de groote stuwkracht aan de Esperanto-beweging on der de katholieken heeft gegeven. Het Congres zal plaats hebben van 12 tot 15 Augustus, en tot voornaamste punt v f. 6 'T V y* .X&i-'r'- ff' *- van behandeling is gekozen: „De Katholieke School!" Uit alle landen van Europa zullen dus de katholieke Esperantisten te Tilburg samen komen, niet alleen om ten gunste van Espe ranto te komen getuigen; maar ook om, door middel van ééne taal, getuigenis te ko men afleggen van het ééne ware geloof, en dat wel onder de hoede van Z. D. H. Mgr. A. P. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch. Z. D. H. toch zal op Zondag 12 Augustus j in de Congres-stad de Pontificale Mis op- I dragen, terwyi Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wete- j ring. Aartsbisschop van Utrecht, het Eere- voorzitterschap heeft willen aanvaarden. j Dat dus zooveel mogelyk alle katholieke Esperantisten zich gereed maken om het Congres by te wonen, opdat het een heer- ïyke en machtige manifestatie worde niet alleen voor het nut van de Wereldhulptaal Esperanto, maar ook van de eenheid en saamhoorigheid van alle katholieken der wereld En om wille van het voorname te behan delen punt, zullen wij er wel niet op behoe ven aan te dringen, dat vooral zy die eeni- germate by het Onderwys betrokken zyn, in groote getale opkomen, om hun voor deel te doen met de aanwezigheid en de on dervinding van personen uit zooveel ver schillende landen! jaütsstf e ftULcn-Aon nu. ktouu Plan voor een te boawen Raadhuis te Sassen helm Brazilië De dienstzegels van 1919 verschenen met de volgende opdrukwaarden: 700 op 500 r. oranje; 1000 op 1000 r. rose; 2000 op 200 r. blauwgrijs; 5000 op 50 r. groen; 10.000 op 10 r cruinoiyf. En de twee vliegzegels: 300 r. op 1000 r. bruin; 300 r. op 600 r. violet. De zegels van 100 en 300 r. ter herinne ring aan het tweede eeuwfeest der koffie cultuur waren binnen het uur uitverkocht. De oplaag bedroeg resp. 2 en 3 millioen. Brunei Tijpe 1924. Watermerk C A schryfletter veelvoud. Tanding 14: 12 c. blauw. China Voor Mantsjoerije verschenen 4 opdruk ken (uitgave China 1928): 1 c. bruin oranje, 4 c. olUf, 10 c. blauw, 1 dollar karmyn. Voor Oost-Turkestan 1 opdruk n.l.: 4 c. oiyr. Dominica Type 1923-'27 watermerk C A schrijfletter veelvoud, tanding 14: 3 p. rood en zwart op geel. Egypte Ter gelegenheid van het medisch congres in den aanstaanden winter zal 'n speciale serie zegels worden uitgegeven. Eveneens zal op den lOen verjaardag van den troon opvolger. prins Farauk, een speciale serie postzegels worden in koers gebracht. Fransche Koloniën Fransche past in Egypte: 50 m. rood en groen blauw, 100 m. blauw en geel, 250 m. groen en rood. Postzegels: 1 m. grys zwart, 2 m. licht blauw. 4 m. lila rose, 5 m. olyf. 10 m. kar myn, 20 m. bruin violet, 40 m. lila. Deze zegels zyn geldig voor de beide Fransche bureaux in Egypte, n.l. Alexan- drië en Port Said. Fransch-Congo, Gabon, Oubangui en Tchad: Eerste uitgave van portzegels. Als zoo danig zullen dienst doen de postzegels van Frankryk 18931926 met opdruk van het 'and en A. E. F.r 5c. lichtblauw, 10 c. licht bruin, 20 c. groenolyf, 25 c. rose, 30 c. licht- karmyn, 45 c. groen, 50 c. donkerlila, 60 c. bruin of geel, 1 f. lilabruin op geel, 2 f. rood, 3 f lila. Haute Volta: 65 c. bruin en lichtblauw. Nieuw-Caledonië: 65 c. blauw. Oubangui: 65 c. bruinrood en lila. St. Piefre et Miquelon: 65 c. lila en bruin. Sénégal: 65 c. bruinrood en groen. Sénégal: 65 c. karmijn en groen. Tchad: 65 c. bruinrood en blauw. Honduras Watermerk ringen, tanding 11%: 20 c. donkerblauw, 30 c. bruin, 50 c. lichtblauw. Griekenland Binnenkort zal een serie vliegzegels ver- schijnen: Hiertoe is het restant der Favier- gedenkserie met een nieuw waardecijfer in roode kleur overdrukt n.l.: 50 lepta op 3 drachmen blauw, 1 op 6 dr. geelgrys, 2 op 6 dr. geelgroen, 3 op 3 dr. blauw, 5 op 6 dr. geelgroen. Letland Ter gelegenheid van de opening van luchtroutes over Riga (BeriynSt. Peters- burg, BeriynMoskou) heeft Letland vlieg zegels in den ouden driehoeksvorm uitge geven nJ. 10 sant. grijs, 15 sant. rood, 25 sant, blauw. Malacca Maleische Staten. Watermerk C A schrijf letter veelvoud tanding 14: 25 doll, groen blauw en oranje. Marokko Spaansch. Zegel van Spanje 1922-'26 met opdruk Correo Espanol Macruecas; 2 c. groen-olijf. Voorts verscheen een definitieve uitgave met diverse onderwerpen: 1 c. lichtkarmyn, 2 c. violet, 5 c. blauw, 10 c. groen, 15 c. bruinrood, 20 c. olyf, 25 c. donkerkarmyn, 30 c. bruinzwart, 40 c. blauwgrys, 50 c. don- kerllla, 1 peso groen, 2.50 p. donkerlila, 4 p. donkerblauw. En een expreszegel 20 c. zwart. Als byzonderheid zy vermeld, dat de 1 c. foutief 1 cs. als waardecyfer heeft. Mexico Dienstzegel. Zegel van 1917-'22 met op druk Official: 5 p. groen en grijs. Nieuw Zeeland Dienstzegel. Zegel van 1926 met opdruk Official: 3 sh. lichtblauw. Fortzegel: type 1902-T2, watermerk N. Z. ster, tanding 14—15: y, p. groen en rose. Nine Zegel van Nieuw-Zeeland 1927 met op druk: 2 sh. lichtblauw. Noorwegen 20 op 25 oere helrood, bydragende leeuw. Palestina Type A met „Londen"-opdruk, watermerk O. A. schrijfletter veelvoud, tending 14: 1 m. donkerbruin. Kei economie-gebouw met (laarachterli£ watervoorziening en verwaivnings- inst liatie De vereeniging tot christelijke verzor ging van krankzinnigen in Nederland ziet thans in de gemeente' Bennebroek haar vyfde stichting verryzen. de stichting „Vo gelenzang". Van deze vereeniging bestaan reeds: de stichting „Veldwyk" te Ermelo, „Bloemen - daal" te Loosduinen, „Dennenoord" te Zuidlaren en „Wolfhezen". Volledigheids halve zy vermeld, dat ook de Valerius- kliniek te Amsterdam aan deze vereeni ging behoort. Op een terrein ter grootte van pl.m. 40 H.A., gelegen op dt grens van twee pro vincies, waarvan ongeveer 20 H.A. in Noord-Holland en pl.m. 20 H.A. in Zuid- Holland. zal „Vogelenzang" verryzen, waar pl.m. 800 patiënten een plaats vinden. gaande onderzoek onderworpen, en kunnen dus aanstonds in de afdeeling worden op genomen, waar zy thuis hooren. De stichting „Vogelenzang" aal zoowel mannelyke als vrouwelijk* patiënten be vatten. Behalve het admiiistratie-gebouw zijn in aanbouw of zullen worden gebouwd: twee observatie-paviljoens, twee „rustige" en twee „onrustige" naviljoens, een eco nomiegebouw, een barak en een zieken zaal. De eerste aanbesteding voor de stich ting „Vogelenzang" had plaats op 28 Fe bruari 1927. De architect van den bouw is de heer A. T. Kraan, die in Haarlem en omgeving o.a. bekend werd door den bouw voor de Vereeniging voor Bloembollencul tuur aan de Leidschevaart. De gebouwen op het midden-terrein Het „Hillegomsche" gedeelte van het terrein biyft onbebouwd. Het gebouwen complex, waarin de verschillende afdeer- llngen worden ondergebracht ligt tus schen den straatweg Haarlem—Leiden en de Leidschevaart. Zoowel van den Rijks straatweg als van de zyde van de Leid schevaart zullen de gebouwen te bereiken i zyn. Het administratiegebouw is op 't oogen- blik zoo goed als gereed. Met het observatie-paviljoen hoopt men in September a.s. gerted te zyn. De vraag ligt voor de hand, waarom niet eerst het observatie-paviljoen voltooid is, wyi im mers hier de patiënten het eerst worden opgenomen, om aan een onderzoek te wor den onderworpen. Naar ons werd medege deeld, zyn de eerste patiënten, die in „Vo gelenzang" zullen komen, vermoedelyk be gin Augustus reeds elders aan dit vooraf- Het gebouwen-complex krijgt een eigen watervoorziening, terwyl de ctectriciteit betrokken wordt van het P.E.N. De ver warming geschiedt door zg.n. afstand verwarming. Als directeur-geneesheer der nieuwe stichting zal optreden Dr. A. J. de Blinde, die in het gesticht „Bloemendaal" te Loos duinen reeds twintig jaar als geneesheer werkzaam was, en thans reeds by de stich ting woonachtig is. Behalve voor den ge- neesheer-directeur zullen by het terrein nog woningen komen voor de geneeshee- ren en den dominee. Buiten de genoemde gebouwen zal op het terrein ook een kerk verryzen. Als eene byzonderheid mag worden vermeld, dat het observatie-pavljoon een open en een gesloten afdeeling zal bevat ten. 'v.*r 1 F3f:*i N> WliftSflSi V kÖMoi-' "-"SmS W 'A\v..v.-V ./..V .- met uci bt-icnu/ij, „vogelenzang Perzië Type 1926-'27, groot formaat 2026 m.m., tanding 11: 1 c. groen, 3 c. groengeel, 6 c. lilarood. Peru Plebiscietzegels, tanding 11%12: 2 c. vio let, 2 c. rood oranje. Roemenië Ter gelegenheid van den tienden verjaar dag van de aansluiting van Bessarabië bij Roemenië is een herinneringsserie uitgege ven. De zegels stellen voor de stad Chotin. De waarden zyn: 1, 2, 3, 5, 7, 50, 10 en 20 lei. Verder zal ter gelegenheid van de 25- jarige aansluiting van de Dobroedsja by Roemenië eveneens een herinneringsserie worden uitgegeven. Vr.: Is Denis, de bekende speler uit het nationale elftal, dokter of ingenieur, of geen van beiden? Antw. Denis is Ingenieur by de R jks-Ar- tillerie Inrichtingen, thans gedetacheerd te Parijs. Vraag: Heeft de eerste bisschop van Haarlem na 1853, Mgr. v. Vree, z.g„ niet in Haarlem geresideerd. omdat vroeger de brieven van den bisschop altyd gegeven werden vanuit Sassenheim. Antwoord: Om aan de regeering tegemoet te komen, had de Paus aan de nieuw- gekozen bisschoppen in 1853 toegestaan, hun residentie te kiezen buiten de bis schopsstad. Dit geschiedde ook in de overige bisdommen. Zoo werd Sassenheim voor Mgr. Van Vree als voorloopige residentieplaats aan gewezen en werd dit door den koning „geschikt" verklaard. In 1868, teen Mgr. Schaepman tot Aarts bisschop van Utrecht was verheven, kwam het vraagstuk der officieele residentie weer naar voren Een aanvraag aan de regeering had tot gevolg, dat in 181 Haarlem als „geschikte" vestigingsplaats werd erkend. Zoodoende heeft Mgr. v. Vree, die in 1861 gestorvei is, steeds in Sassenheim geresideerd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 13