Kerk en School
PUDDSMG
i
-
■Hg
AMANDELTJES-
KINADRUPPELS
DE ZORG VOOR DE ZWAKZINNIGEN
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Vierde Blad Vrijdag 18 Mei 1928
Bij de Marindineezen
Esperanto en Katholicisme
'h if
De nieuwe stichting „Vogelenzang"
POSTZEGELNIEUWS
Nieuwe zegels
SS
Dr H.MANNING'S
EETLU5T-0PVVEKKEMD. /l.30p.fl.
VRAGENBUS
Het studiemateriaal van een missionaris
Het tijdschrift „Mensch en Maatschappij"
bevat een artikel van den bekenden mis
sionaris, pater H. Geurtjens, M.S.C., die
reeds bijna een kwart eeuw op Kei en
Nieuw-Guinea werkzaam is, over „Assosia-
tie-begrippen bij de Marindineezen".
Aan dit artikel, dat van jarenlange stu
die getuigt, is naast de inleiding, het eerste
deel over de hemellichamen ontleend.
Pater Geurtjens schrijft:
„De taal is hier 't volk", heeft men ge
zegd en dat zal wel zoo wezen, want waar
't hart van vol Is, daar loopt de mond van
over. De taal is dus de spiegel van de ziel
en het geestesleven van een volk, van zijn
karakter en bizonderen aanleg. Was niet
het klassieke voorbeeld, misschien nu nog
om dit te bewijzen, dat wij niet zeggen:
comment allez-vous! of: how do you do?
of: wie geht's? maar dat wij Hollanders
zeggen, of zouden moeten zeggen pour le
besoin d'une si belle cause: hoe vaart u?
omdat wij een zeevarend volk zijn. Onze
afscheidsgroet is in elk geval een vaar wel!
Men mag dit natuurlijk niet op de spits
drijven, maar een zeer belangwekkend fol
kloristisch verschijnsel blijft het toch, dat
niet alleen elk volk, maar zelfs elke volks
groep, de zeeman, da soldaat, de landbou
wer, enz., zijn eigen kenmerkende beeld
spraak heeft. Dat is het sprankelende leven
der taal.
Bij de primitieve volkeren waaronder ik
verkeerde was daarop ook terstond mijn
aandacht gericht. Ofschoon ik daar ook wel
zeer interessante voorbeelden van associatie
van begrippen vond, werd ik toch eenigszins
teleurgesteld. Ik meen dat hieraan te moe
ten toeschrijven, dat deze talen veel min
der levend zijn dan de onze. Reeds meer
malen heb lk de aandacht daarop geves
tigd: een primitieve taal is geen smedig
werktuig ter beschikking van den ruste-
loozen geest, om telkens nieuwe gedachten
in nieuwe vormen te gieten: ze zijn stug
en stroef en bestaan hoofdzakelijk uit ver
starde mallen, die passen op de begrippen
uit het enge gedachtenkringetje van een
weinig denkend en weinig ontwikkeld volk.
Toen ik enkele jaren geleden op Zuid N.-
Guinea kwam bij een volslagen natuurvolk,
dat tot kort geleden buiten allen vreemden
invloed gestaan had, waren mijn verwach
tingen op dit punt hoog gespannen en mijn
aandacht er terstond op gespitst om de as
sociatiebegrippen van dit volk na te speuren
Waar men bij dit speuren als eenig hulp
middel een paar steeds tot luisteren ge
spitste ooren heeft, is dat een werk, dat
jaren in beslag neemt. Een gelukkig toeval
kwam me te hulp. Toen Pastoor Vertenten,
dje hier ook 15 jaren onafgebroken vertoef
de, met, verlof naar Europa ging, liet hij mij
in handschrift zijn Woordenboek der Ma-
rindsche taal na, om dit geesteskind te ba
keren. hetgeen ik met alle liefde zal doen.
niet alleen uit vriendschap jegens den
sympathieken confrater, maar ook uit een
eerbied voor dit kranig stuk werk. Je
prend mon bien uü je le trouwe en hierin
vond ik heel veel van 't interessante wat ik
hier den lezer kan aanbieden.
vei opmerkelijk is het, dat de Marindi
nees in zijn denkwijze zoo uiterst anthropo-
morphisch is. Deels is dit natuurlijk toe te
schrijven aan zijn animistische opvattingen,
doch allicht nog veel meer aan zijn cosmo-
logische beschouwingen. De déma's vullen
als een soort halfgoden het heelal, de he
melen zoowel ais de aarde en de zee. Van
hen stamt alles af. niet alleen de menschen
maar ook al wat bestaat. Deze voortbren
ging is. evenwel niet het gevolg van een lou
tere openbaring naar buiten als b.v. een
scheppingsdaad, maar een ontwikkeling
van 't eigen wezen zelf, een voortplanting
(generatio) of gedaanteverwisseling (meta
morphosis). Hierdoor staat de geheele na
tuur en al het bestaande den mensch zeer
nabij. Deze verwantschap is verder gediffe
rentieerd van bepaalde wezens tot bepaalde
menschengroepen door totemistische ver
houdingen.
Opvallend is anderzijds weer, dat hij de
scheidingslijn tusschen levende en leven-
looze wezens zoo scherp trekt, dat hy on
derscheiden grammatische werkwoordvor
men gebruikt naar gelang de handeling op
een persoon of een zaak betrekking heeft.
Sommige voorwerpen beschouwt hij echter
ook als personen, b.v. een pijl (als persoon
en steeds als meervoudig begrip). Een boot,
die bemand is, is ook steeds een meervou
dig persoonbegrip. De hemellichamen, wor
dende nog teeds als déma's beschouwd,
worden eveneens als personen aangemerkt.
Dat een natuurvolk, hetgeen zich bij de
invallende duisternis niet bij een of ander
kunstlicht binnenshuis terugtrekt, d&t geen
ander kunstlicht kent, dan een knappend
houtvuurtje, waarnaast men in -den drogen
tijd ook gaarne buiten in 't mulle zand den
nacht doorbrengt,' dat zoo'n volk zijn volle
aandacht schenk aan 't geheimzinnige luis
terrijk geflonker aan 't uitspansel, is te be
grijpen. Hoe het er echter toe kwam om in
die goedgespikkelde luchten een heele we
reld van menschen en dieren te onder
kennen, blijft een merkwaardig verschijnsel.
Het ligt toch met zoo voor de hand om b.v.
!n 't sterrenbeeld van Orion een met zwaard
omgorden krijgsheld te onderscheiden! Dat
de ouden hun godheden Jupiter, Mars Venus
en tutti quanti naar den hemel overbrach
ten is alleszins verklaarbaar. Bovendien werd
bij hen de sterrenkunde, c.q. de sterren
wichelarij ijverig beoefend en was het dus
noodzaak, bepaalde sterrengrpepen of beel
den onder een vasten naam te kunnen aan
duiden en met de noodige verbeelding zag
men daarin al wat wij thans op de hemel
kaart zien weergegeven. Men zal mij echter
toegeven dat voor een oningewijde de
schoonste sterrenhemel toch geen duidelijk
plaatje is van een beer, een wagen, een
weegschaal, een slang, enz.
Opmerkelijk mag het dus wel heeten. dat
't Marindineesche volk, buiten allen vreem
den invloed staand, aan 't uitspansel zoo'n
heele levende wereld aanschouwt, ook al
blijft het voor hem alleen een boeiend
schouwspel, dat hem hoogstens als prak
tisch nut eenige aanwijzingen geeft voor
zijn „boerenkalender".
Wat wij Zuiderkroon noemen, noemt de
Marindinees dangoi, een sieraad door de
jongelui op het hoofd gedragen. Het bestaat
uit een halven cirkel, gevormd door een
paar in elkaar gestoken penneschachten
van den casuaris, aan 't uiteinde versierd
met de zwart en witte staartveer eener duif
soort (Mal. merpati). Dit sieraad wordt in
de haarverlengsels op 't achterhoofd beves
tigd en buigt over het hoofd heen, zoodat
de pluim, naar beneden gekeerd, boven 't
voorhoofd wippert.
Goem is de witte asch van verbrand hout.
Waar de Marindinees ligt, stookt hij ook
een vuurtje, dus zeker in en rondom zijn
hut. Doch hij is op zijn manier zindelijk
en met een paar spanen van de bloem-
schede van den sagopalm ziet men herhaal
delijk de vrouwen het vuil en de asch dier
vuurtjes bijeen *hrapen en op het strand
weggooien. De dema-meisjes hierboven zijn
niet minder zindelijk en de houtasch, die zij
aan 't uitspansel wegwerpen, is niets anders
dan hetgeen wij den Melkweg noemen. An
dere nevelvlekken heeten graven of graf-
terpen.
Het sterrenbeeld, dat wij onder den naam
van Kreeft aanduiden noemt de Marindi
nees de krab en stemt hierin dus meer
overeen met de ouden, die het ook canser
noemden
Wanneer een bolide door 't luchtruim
schiet, (vallende ster) fluistert de Marin
dinees, dat er een doodsbeen van een hels
schim valt. Op Kei had men daarvoor 'n
minder sombere verklaring. Men stelt zich
voor, dat de geesten evenals de menschen
met fakkels gaan visschen en als dan een
ster valt, komt dat, omdat een hunner op
den rand der prauw het verkoolde eind der
fakkel afklopt, om die weer helderder te
doen branden.
De stralen der zon, alsook de staart
eener staartster deden hem denken aan de
lange staartsprieten van den paradijsvogel
en worden daarom eveneens jag genoemd.
De staart eener staartster wordt echter
ook wel en veel natuurlijker geassocieerd
met de majoeb of haarvlechten, die afhan
gen van het hoofd door de ster gevormd.
Dit doet ons denken aan de hemelsche haar
vlechten van Berenice en we vinden 't dan
ook bijna ergerlijk, dat hij de vieze vangar
men eener poliep met denzelfden naam
durft aan te duiden.
Bij den aanblik van het Zevengesternte
is hij minder dichterlijk gestemd dan de
ouden, die daarin een groep nymphen, de
Hyaden herkenden. Wellicht op den lang-
werpigen driehoeksvorm afgaande, noemde
hij het krokodillenkinnebak. Zóó somber
als 't ons in de oorenkiinkt, is deze verge-
want gaarne steekt hij zoo'n helderwit i.it-
gebleekten kop als een zegeteeken op een
paal voor zijn hut.. Dat hij met zijn primi
tieve wapenen zoo'n geduchten vijand er-
sloeg, wijst beslist op heel wat moed en be
leid Zoo ziet hy het ook als déma-trophee
aan den hemel prijken.
In de drie heldere sterren, die wij aandui
den als de Drie Koningen of den gordel van
Orion, ziet de Marindinees drie déma-jon-
gens, die visch schieten. De nevelvlek in 't
midden is een kleine gast, die het mandje
met den buit draagt.
De dolfijn is volgens hem een andere
vischsoort. nJ. de epani, (Mal. Kakap.), die
zwemt in de richting der visscherinnen,
Altaïr.
In de Pleiaden ziet hy een wiegemandje
met déma-kindertjes.
Mars en andere roode sterren en planeten
noemt men vonk- van-klapperschaal, wyi
die vonken helrood gloeien.
Een rietsoort, waarvan men pijlschachten
maakt, noemt men tóat. Ook de pijlschacht
zelf wordt zoo genoemd en eveneens de ster
a van Centaurus, terwijl b de gaffelvormige
pyipunt is. Het Zuiderkruis wordt echter
ook wel als de vierpuntige pyipunt, waar
mee men visch schiet, aangezien.
Voor het opkomen van hemellichamen
zegt men, dat ze gaan of opstaan; voor het
ondergaan, dat ze gaan zitten, ten minste
wanneer ze aan den gezichteinder bov^n 't
land verdwijnen: ziet men ze in zee wegzin
ken, dan zegt men, dat ze onderduiken.
Bij boomen en planten onderscheidt men
vooral de mit is wortelknoop en by uit
breiding ook den heelen stam en ngor 't
gebladerte, en by uitbreiding de heele
kruin of den top. Uit den wortelstoel of
wortelknoop verrust de heele boom, dat is
dus het begin, de oorsprong, de oorzaak; de
kruin is het uiteinde, de voltooiing. Zoowel
door de Marindineezen worden deze bevbg
door de Maridineezen als door de Keieezen
en Tanimbareezen worden deze benamingen
onderscheideniyk ook overdrachteiyk ge
bruikt voor alle begin, oorsprong oorzaak en
einde of voltooiing. De Marindinees heeft
ze zelfs ook op den loop der hemellichamen
toegepast. Ze komen in 't Oosten op, dat
is dus de mit, de wortelknoop, het begin en
gaan in 't Wésten onder, dat dan ook als
ngor, kruin of voltooiing wordt aangeduid.
De stamzon heet dus de zon in de morgen
uren. Staat ze ongeveer in 't midden dan
MET CR ATI 5 GRENAD/NESAU5
EEN HE E R LU K NAGERECHT
PUDO/NGCA8 R/EK GRON tNG£ N
heet ze de midden-zon en begint ze naar
't Westen over te hellen, dan hebben we tot
den ondergang toe de kruin-zon. Het woord
pig duidt zoowel het zonlicht als de zonne
warmte aan en ook den drogen of warmen
moesson. Alle andere warmte heet éna, dat
echter ook tevens zweet ceteekent.
De nieuwe maan wordt wel in vergelyking
met ontkiemende planten, de ontspruiten
de of ontkiemende maan genoemd, doch
meer algemeen de omgedraaide maan, vi.il
men dan de maansikkel weer ziet verschij
nen juist in omgekeerden stand als men
eenige dagen te voren heeft zien verdwynen
Men noemt de nieuwe maan echter ook
kruin-maan. Hieruit blijkt, dat de benamin
gen wortél of stam en kruin niet betrekking
hebben op den zichtbaarheidsduur der he
mellichamen, maar de indeeling van 't uit
spansel zelf aanduiden.
Begint de sikkel zich meer te vullen, naar
gelang ze het eerste kwartier nadert, dan
begint deze sikkel, die eerst een looze kuit
geleek, ook een scheen te verwonen en
spreekt men van de maan met de scheen.
De sikkelvormige maan wordt ook vel soso-
bali mandow genoemd, naar een sikkelvor
mige schelp.
De volle maan, die in 't oosten in al haar
luister oprijst, heet weer de stam-maan.
Men noemt de volle maan evenwel ook nies-
mandow. Mes beteekent ryp, het zou dus
willen zeggen: rype maan. Het is waar, dat
de maan in deze gestalte haar vollen groei
of rijpheid bereikt heeft, maar toch geloof
ik, dat we hier een andere verklaring moe
ten zoeken. In dit klappertand duidt het
wordt mes ryp, meer bepaaldelijk een
rype kokosnoot aan, zoodat het altyd deze
meer enge beteekenis heeft als uit den sa
menhang niet anders biykt. De rijpe ko
kosnoot is bovendien een der voornaamste
voedingsmiddelen van dit volk en zijn rijk
dom. Het is dus zeker niet onwaarschyniyk,
dat men de volle maan vergeleek met de
rype klappemoot met haar blank verdor
den bast.
In 't eerste kwartier, als de maan by 't
invallen der duisternis culmineert, (dat
hier naby den evenaar steeds ongeveer op
hetzelfde uur geschiedt), heet ze ook mid
den-maan. In 't laatste kwartier daaren
tegen noemt men haar zittende maan. Ze
heeft zich dan biykbaar verlaat, is biyven
zitten en komt eerst later in den nacht op
om weldra heelemaal weg te blijven.
De zon is de groote klok van den Ma
rindinees en hy deelt zyn dag in volgens
de stam, de midden of de kruin-zón. Meer
bepaalde tijdstippen geeft hy aan. door op
den stand der zon te wijzen De wisselval
lige en veranderiyke maan leent er zich
niet zoo makkelyk toe, om de nachten in te
deelen Alleen voor zeer nabije nachten kan
hy zeggen evenals met de zon: als de maan
daar of daar staat. En toch beweert hy, dat
de maan hem gegeven is, om den tyd te be
rekenen of juister, om de dagen te tel
len. Voor zyn doen komt hy daar dan ook
heel aardig mee klaar. Indien hy niet, zoo
als we zoo even zeiden, een der eerstvol
gende nachten bedoelt en zegt, terwyi hy
een punt aan 't, uitspansel aanwyst: „als
de maan daar staat", dan beteekent dat
naar gelang de maangestalte van 't oogen-
blik (n.l. vóór of na de volle maan), als de
maan daar staat by 't opkomen of onder
gaan der zon. Voor tijdsbepaling in de
verdere toekomst telt hij op zijn vingers de
manen af en als dan de bedoelde maan
daar of daar staat dan geeft zoo'n aandui
ding minstens even nauwkeurig den bedoel
den datum aan. als hij nauwkeurig is in zyn
zóó ver vooruitziende berekeningen.
Het uitspansel éindeiyk noemt hij den
deksel die de wereld afdekt".
Internationaal Katholiek Esperanto-congres
Prater Wigbertus van Zon te Reusel
schryft ons:
Is de laatste jaren over het algemeen in
Nederland, de belangstelling heel wat toe
genomen, zulks is zeer zeker het geval onder
onze katholieke landgenooten; dit is wel
zóó sterk, dat meerdere malen door niet-
katholieken tot ons de vraag werd gericht,
of de Esperanto-beweging een speciaal
katholieke beweging was. Dat niets is min
der waar is, weten de ingewyden wel beter.
Neen, de meeste katholieken stonden er
tot vóór korten tyd tameiyk onverschillig
tegenover, velen zelfs onsympathiek; ja,
erwaren er die meenden, dat Esperanto
een soort boeventaal was, die alleen ge
bruikt werd by geheime sekten! 't Was juist
om dat valsch idee weg te werken, dat wy
zoo herhaaldeiyk de katholieken aanspoor
den, zich toch meer voor die nieuwe Wereld
hulptaal te gaan interesseeren, om hun
achterstand ook op dit gebied in te' halen.
En gelukkig is ons werken niet zonder
succes gebleven. Integendeel, er is bewe
ging gekomen, en wel in alle rangen, doch
voomameiyk onder het Onderwys-personeel,
getuige de vele Onderwyzers(essen) die zich
voor het examen aanmeldden!
Het is dan ook niet zonder reden, dat het
Hoofdbestuur van den Intern. Kath. Espe
rantisten Bond (Intemacia Katolika Unuigo
Esperantista) dit jaar ons land uitkoos voor
zyn jaariyksc-h Congres, en wel TILBURG,
wyi het vooral ook die echt katholieke stad
in het Zuiden is geweest, die de groote
stuwkracht aan de Esperanto-beweging on
der de katholieken heeft gegeven.
Het Congres zal plaats hebben van 12
tot 15 Augustus, en tot voornaamste punt
v
f. 6 'T
V y* .X&i-'r'-
ff' *-
van behandeling is gekozen: „De Katholieke
School!"
Uit alle landen van Europa zullen dus de
katholieke Esperantisten te Tilburg samen
komen, niet alleen om ten gunste van Espe
ranto te komen getuigen; maar ook om,
door middel van ééne taal, getuigenis te ko
men afleggen van het ééne ware geloof, en
dat wel onder de hoede van Z. D. H. Mgr.
A. P. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch.
Z. D. H. toch zal op Zondag 12 Augustus j
in de Congres-stad de Pontificale Mis op- I
dragen, terwyi Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wete- j
ring. Aartsbisschop van Utrecht, het Eere-
voorzitterschap heeft willen aanvaarden. j
Dat dus zooveel mogelyk alle katholieke
Esperantisten zich gereed maken om het
Congres by te wonen, opdat het een heer-
ïyke en machtige manifestatie worde niet
alleen voor het nut van de Wereldhulptaal
Esperanto, maar ook van de eenheid en
saamhoorigheid van alle katholieken der
wereld
En om wille van het voorname te behan
delen punt, zullen wij er wel niet op behoe
ven aan te dringen, dat vooral zy die eeni-
germate by het Onderwys betrokken zyn,
in groote getale opkomen, om hun voor
deel te doen met de aanwezigheid en de on
dervinding van personen uit zooveel ver
schillende landen!
jaütsstf e ftULcn-Aon nu. ktouu
Plan voor een te boawen Raadhuis te Sassen helm
Brazilië
De dienstzegels van 1919 verschenen met
de volgende opdrukwaarden: 700 op 500 r.
oranje; 1000 op 1000 r. rose; 2000 op 200 r.
blauwgrijs; 5000 op 50 r. groen; 10.000 op
10 r cruinoiyf.
En de twee vliegzegels: 300 r. op 1000 r.
bruin; 300 r. op 600 r. violet.
De zegels van 100 en 300 r. ter herinne
ring aan het tweede eeuwfeest der koffie
cultuur waren binnen het uur uitverkocht.
De oplaag bedroeg resp. 2 en 3 millioen.
Brunei
Tijpe 1924. Watermerk C A schryfletter
veelvoud. Tanding 14: 12 c. blauw.
China
Voor Mantsjoerije verschenen 4 opdruk
ken (uitgave China 1928): 1 c. bruin oranje,
4 c. olUf, 10 c. blauw, 1 dollar karmyn.
Voor Oost-Turkestan 1 opdruk n.l.: 4 c.
oiyr.
Dominica
Type 1923-'27 watermerk C A schrijfletter
veelvoud, tanding 14: 3 p. rood en zwart op
geel.
Egypte
Ter gelegenheid van het medisch congres
in den aanstaanden winter zal 'n speciale
serie zegels worden uitgegeven. Eveneens
zal op den lOen verjaardag van den troon
opvolger. prins Farauk, een speciale serie
postzegels worden in koers gebracht.
Fransche Koloniën
Fransche past in Egypte: 50 m. rood en
groen blauw, 100 m. blauw en geel, 250 m.
groen en rood.
Postzegels: 1 m. grys zwart, 2 m. licht
blauw. 4 m. lila rose, 5 m. olyf. 10 m. kar
myn, 20 m. bruin violet, 40 m. lila.
Deze zegels zyn geldig voor de beide
Fransche bureaux in Egypte, n.l. Alexan-
drië en Port Said.
Fransch-Congo, Gabon, Oubangui en
Tchad:
Eerste uitgave van portzegels. Als zoo
danig zullen dienst doen de postzegels van
Frankryk 18931926 met opdruk van het
'and en A. E. F.r 5c. lichtblauw, 10 c. licht
bruin, 20 c. groenolyf, 25 c. rose, 30 c. licht-
karmyn, 45 c. groen, 50 c. donkerlila, 60 c.
bruin of geel, 1 f. lilabruin op geel, 2 f.
rood, 3 f lila.
Haute Volta: 65 c. bruin en lichtblauw.
Nieuw-Caledonië: 65 c. blauw.
Oubangui: 65 c. bruinrood en lila.
St. Piefre et Miquelon: 65 c. lila en bruin.
Sénégal: 65 c. bruinrood en groen.
Sénégal: 65 c. karmijn en groen.
Tchad: 65 c. bruinrood en blauw.
Honduras
Watermerk ringen, tanding 11%: 20 c.
donkerblauw, 30 c. bruin, 50 c. lichtblauw.
Griekenland
Binnenkort zal een serie vliegzegels ver-
schijnen: Hiertoe is het restant der Favier-
gedenkserie met een nieuw waardecijfer in
roode kleur overdrukt n.l.: 50 lepta op 3
drachmen blauw, 1 op 6 dr. geelgrys, 2 op
6 dr. geelgroen, 3 op 3 dr. blauw, 5 op 6 dr.
geelgroen.
Letland
Ter gelegenheid van de opening van
luchtroutes over Riga (BeriynSt. Peters-
burg, BeriynMoskou) heeft Letland vlieg
zegels in den ouden driehoeksvorm uitge
geven nJ. 10 sant. grijs, 15 sant. rood, 25
sant, blauw.
Malacca
Maleische Staten. Watermerk C A schrijf
letter veelvoud tanding 14: 25 doll, groen
blauw en oranje.
Marokko
Spaansch. Zegel van Spanje 1922-'26 met
opdruk Correo Espanol Macruecas; 2 c.
groen-olijf.
Voorts verscheen een definitieve uitgave
met diverse onderwerpen: 1 c. lichtkarmyn,
2 c. violet, 5 c. blauw, 10 c. groen, 15 c.
bruinrood, 20 c. olyf, 25 c. donkerkarmyn,
30 c. bruinzwart, 40 c. blauwgrys, 50 c. don-
kerllla, 1 peso groen, 2.50 p. donkerlila, 4 p.
donkerblauw. En een expreszegel 20 c. zwart.
Als byzonderheid zy vermeld, dat de 1 c.
foutief 1 cs. als waardecyfer heeft.
Mexico
Dienstzegel. Zegel van 1917-'22 met op
druk Official: 5 p. groen en grijs.
Nieuw Zeeland
Dienstzegel. Zegel van 1926 met opdruk
Official: 3 sh. lichtblauw.
Fortzegel: type 1902-T2, watermerk N. Z.
ster, tanding 14—15: y, p. groen en rose.
Nine
Zegel van Nieuw-Zeeland 1927 met op
druk: 2 sh. lichtblauw.
Noorwegen
20 op 25 oere helrood, bydragende
leeuw.
Palestina
Type A met „Londen"-opdruk, watermerk
O. A. schrijfletter veelvoud, tending 14:
1 m. donkerbruin.
Kei economie-gebouw met (laarachterli£ watervoorziening en verwaivnings-
inst liatie
De vereeniging tot christelijke verzor
ging van krankzinnigen in Nederland ziet
thans in de gemeente' Bennebroek haar
vyfde stichting verryzen. de stichting „Vo
gelenzang".
Van deze vereeniging bestaan reeds: de
stichting „Veldwyk" te Ermelo, „Bloemen -
daal" te Loosduinen, „Dennenoord" te
Zuidlaren en „Wolfhezen". Volledigheids
halve zy vermeld, dat ook de Valerius-
kliniek te Amsterdam aan deze vereeni
ging behoort.
Op een terrein ter grootte van pl.m. 40
H.A., gelegen op dt grens van twee pro
vincies, waarvan ongeveer 20 H.A. in
Noord-Holland en pl.m. 20 H.A. in Zuid-
Holland. zal „Vogelenzang" verryzen, waar
pl.m. 800 patiënten een plaats vinden.
gaande onderzoek onderworpen, en kunnen
dus aanstonds in de afdeeling worden op
genomen, waar zy thuis hooren.
De stichting „Vogelenzang" aal zoowel
mannelyke als vrouwelijk* patiënten be
vatten. Behalve het admiiistratie-gebouw
zijn in aanbouw of zullen worden gebouwd:
twee observatie-paviljoens, twee „rustige"
en twee „onrustige" naviljoens, een eco
nomiegebouw, een barak en een zieken
zaal.
De eerste aanbesteding voor de stich
ting „Vogelenzang" had plaats op 28 Fe
bruari 1927. De architect van den bouw is
de heer A. T. Kraan, die in Haarlem en
omgeving o.a. bekend werd door den bouw
voor de Vereeniging voor Bloembollencul
tuur aan de Leidschevaart.
De gebouwen op het midden-terrein
Het „Hillegomsche" gedeelte van het
terrein biyft onbebouwd. Het gebouwen
complex, waarin de verschillende afdeer-
llngen worden ondergebracht ligt tus
schen den straatweg Haarlem—Leiden en
de Leidschevaart. Zoowel van den Rijks
straatweg als van de zyde van de Leid
schevaart zullen de gebouwen te bereiken i
zyn.
Het administratiegebouw is op 't oogen-
blik zoo goed als gereed.
Met het observatie-paviljoen hoopt men
in September a.s. gerted te zyn. De vraag
ligt voor de hand, waarom niet eerst het
observatie-paviljoen voltooid is, wyi im
mers hier de patiënten het eerst worden
opgenomen, om aan een onderzoek te wor
den onderworpen. Naar ons werd medege
deeld, zyn de eerste patiënten, die in „Vo
gelenzang" zullen komen, vermoedelyk be
gin Augustus reeds elders aan dit vooraf-
Het gebouwen-complex krijgt een eigen
watervoorziening, terwyl de ctectriciteit
betrokken wordt van het P.E.N. De ver
warming geschiedt door zg.n. afstand
verwarming.
Als directeur-geneesheer der nieuwe
stichting zal optreden Dr. A. J. de Blinde,
die in het gesticht „Bloemendaal" te Loos
duinen reeds twintig jaar als geneesheer
werkzaam was, en thans reeds by de stich
ting woonachtig is. Behalve voor den ge-
neesheer-directeur zullen by het terrein
nog woningen komen voor de geneeshee-
ren en den dominee. Buiten de genoemde
gebouwen zal op het terrein ook een kerk
verryzen.
Als eene byzonderheid mag worden
vermeld, dat het observatie-pavljoon een
open en een gesloten afdeeling zal bevat
ten.
'v.*r
1
F3f:*i N> WliftSflSi
V
kÖMoi-' "-"SmS
W 'A\v..v.-V ./..V .-
met uci bt-icnu/ij, „vogelenzang
Perzië
Type 1926-'27, groot formaat 2026 m.m.,
tanding 11: 1 c. groen, 3 c. groengeel, 6 c.
lilarood.
Peru
Plebiscietzegels, tanding 11%12: 2 c. vio
let, 2 c. rood oranje.
Roemenië
Ter gelegenheid van den tienden verjaar
dag van de aansluiting van Bessarabië bij
Roemenië is een herinneringsserie uitgege
ven.
De zegels stellen voor de stad Chotin.
De waarden zyn: 1, 2, 3, 5, 7, 50, 10 en
20 lei.
Verder zal ter gelegenheid van de 25-
jarige aansluiting van de Dobroedsja by
Roemenië eveneens een herinneringsserie
worden uitgegeven.
Vr.: Is Denis, de bekende speler uit het
nationale elftal, dokter of ingenieur, of geen
van beiden?
Antw. Denis is Ingenieur by de R jks-Ar-
tillerie Inrichtingen, thans gedetacheerd te
Parijs.
Vraag: Heeft de eerste bisschop van
Haarlem na 1853, Mgr. v. Vree, z.g„ niet in
Haarlem geresideerd. omdat vroeger de
brieven van den bisschop altyd gegeven
werden vanuit Sassenheim.
Antwoord: Om aan de regeering tegemoet
te komen, had de Paus aan de nieuw-
gekozen bisschoppen in 1853 toegestaan,
hun residentie te kiezen buiten de bis
schopsstad. Dit geschiedde ook in de overige
bisdommen.
Zoo werd Sassenheim voor Mgr. Van
Vree als voorloopige residentieplaats aan
gewezen en werd dit door den koning
„geschikt" verklaard.
In 1868, teen Mgr. Schaepman tot Aarts
bisschop van Utrecht was verheven, kwam
het vraagstuk der officieele residentie weer
naar voren
Een aanvraag aan de regeering had tot
gevolg, dat in 181 Haarlem als „geschikte"
vestigingsplaats werd erkend. Zoodoende
heeft Mgr. v. Vree, die in 1861 gestorvei
is, steeds in Sassenheim geresideerd