Maria-Stichting
GEMEENTERAAD VAN HAARLEM
De kwestie der openbare danshuizen in Haarlem Slechts een motie,
het bestaande politietoezicht te handhaven, aangenomen. Over een
voorstel, de dans vergunningen tot 12 uur te verleenen en de nachtver
gunning aan „Modern" in te trekken, staken de stemmen
Interpellatie over de corruptie bij ge meentebedrijven
„Gevleugelde Vrienden"
Heemstede
Haarlemsche Postduivenhond
De Paardesteeg en het gebouw
van Vroom en Dreesman
Nachtvergadering van
Autobuschauffeurs
Woniugbouwvereeuiginjt
„Onze Woning"
DE ACTIE IN HET LOOD-
GIETERSBEDRIJF
lederen m I d d a g van
2-3 uur Polikliniek
■-j 3"'
(Vervolg).
De heer BOES gelooft, dat de dancings
té zwart zijn afgeschilderd. Er gebeurt niet
zooveel ongerechtigds. In Haarlem althans
is scherp toezicht. Ten opzichte van ver
keerde uitwassen, aan de dancings verbon
den, kunnen die maatregelen misschien
verscherpt worden. Spr. bedoelt die gele
genheden, waar mannen en vrouwen sa
menkomen, om niet te dansen. In die ge
vallen kan de politie misschien scherper
optreden, omdat het dan geen plaatsen
meer zijn, waarvoor vergunning is verleend.
Verschillende uitwassen zouden, indien
het mogelijk was, weggenomen moeten
worden. Spr. gelooft, dat veel jongelui te
veel de dancings bezoeken. Maar spr. meent,
dat de overheid daar niet tegen kan op
treden.
Een minderheid der Federatie vraagt, de
minderjarigen niet meer toe te laten in de
dancings. Hebben wij daartoe echter wel
het recht? Spr. meent van niet. Over het
algemeen dansen jonge menschen, die over
dag hun brood moeten verdienen. Als an
deren van denzelfden leeftijd kunnen ten
nissen, enz. en zich dus 's middags kunnen
vermaken, dan is het toch niet te verwon
deren, dat zij, die overdag moeten werken,
zich 's avonds willen vermaken. Als ook zij
zich 's middags kondne vermaken, zou het
bezoek aan de dancings wel verminderen;
daar is spr. van overtuigd.
De motie-Castricum is wel mak, maar hij
kan zich toch niet met alles, wat er in
staat, vereenigen.
Welke maatregelen vraagt men eigenlijk?
Men vraagt misschien maatregelen, waar
mede spr. zich niet kan vereenigen.
Het sluitingsuur is' reeds op half 12 be
paald. Eén inrichting mag eens per week
tot 3 uur open blijven. Spr. gelooft, dat dat
voor Haarlem toch wel geoorloofd is.
Spr. kan er zich wel mee vereenigen, dat
er een behoorlijke exploitatie moet zijn,
maar dat weet men juist niet van te vo
ren. De toestand groeit eerst langzamer
hand.
Spr. vraagt zich ook af of men het ver
leenen van dansvergunnlngen moet verbin
den met de vergunning voor het nuttigen
van sterken drank. Hij gelooft niet, dat er
veel gedronken wordt, maar zou, indien het
practisch mogelijk was, zich wel met het
laatst gevraagde in de motie kunnen ver
eenigen.
De heer VISSER is van oordeel, dat de
Federatie de zaak zeer ernstig behandeld
heeft, hetgeen voldoende uit het adres
blijkt.
Gevraagd wordt beteugeling der mis
standen en regeling in goede banen.
Spr. heeft indertijd een, voorstel inge
diend, waarin sluiting om 12 uur gevraagd
wordt. Hij acht het onbillijk, één inrich
ting een privilege te geven. Het is een in
richting, j waar slechts welgestelden kunnen
komen. ;Laaf' men dan het privilege aan
meer inrichtingen geven. Besluit men tot
12 uur-Sflujting, dan vervalt automatisch
het privilege.'
Men zegt, dat met de gevraagde maat
regelen ni$e zou bereikt worden. Maar dan
zou men den weg: gaan bewandelen van
„laisser faii^,.Ji|isser aller." Op sociaal ge-
biec, heeft tóen dien weè reeds lang ver
laten, waaróm zou m n dit nu ook mot
deen op zedelijk' gebied? Dit laatste acht
spr. zelfs wel van even zooveel belang als
het treilen van maatregelen op sociaal ge
bied.
In beginsel is mén het met elkaar eens,
want enen willen wij onverzwakt handha
ven de bestaande maatregelen. Maar men
kan toch wel iets verder gaan. Het slui-
ingsuur kan op 12 uur gesteld worden; men
kan een verbod van verkoop van alcohol
houdenden drank voor de dancings invoe
ren.
Is er s avonds geen andere ontspanning
te zoeken dan danSen? Als er gedanst moet
worden, moet dit oponschuldige wijze ge
schieden. Tegen dansen als lichaamsoefe
ning heeft spr. geen bezwaar. Dansen is
ook een uiting van vreugde. Het gaat ech
ter tegen de uitwassen en moderne dansen.
Er zijn obscure dansen; de charleston bijv.
Spr. heeft er niets van gezien
Geroep: „Dan kunt u er ook niet over
oordeelen."
De heer VISSER: „Ik ben ingelicht door
de adressen, wy zijn toch veelal ingelicht
door papieren inlichtingen, o,m. by benoe
mingen. De heer Boes onderzoekt ook niet
alles persooniyk."
Spr. wil zich gaarne aansluiten by de
motie-Castricum, als daarmede hetzelfde
doel bereikt wordt, als zyn vroeger inge
diende voorstel beoogt.
Spr. meent, dat verhooging van den en-
treeprijs geen baat zal brengen. Er moet
naar gestreefd worden, de jeugd wat beters
te geven dan obscure dansgelegenheden.
De heer KLEIN heeft een onderzoek
naar de uitspattingen ynn het dansen inge
steld. Hij heeft dat gedaan bij hen, die
treurige gevolgen van dansen kunnen con-
stateeren. Namen kan spr. niet noemen,
omdat er misschien hee Ibekende persoon
lijkheden bij betrokken zyn, die men dan
niet eerbaar meer kan noemen.
De heer Gerritsz sprak van aanranding
der persooniyke vrijheid. Maar wat heeft
men dan anders gedaan met de Leerplicht
wet, de Bakkerswet, enz.? Als uitbundig ge
danst wordt, verdwijnt de lust tot arbeid en
neemt de arbeidsschuwheid toe. En de S. D.
A. P. vraagt juist maatregelen tegen de ar
beidsschuwheid.
Spr. acht de motie-Castricum een serum
tegen de dansgevaren en daarom moet zij
z.i. aangenomen worden in het welbegrepen
belang der maatschappy.
De heer PEPER meent, dat de omvang
van het dansen is een weerspiegeling der
zeden van den tegenwoordige^ tijd; een
verzinking der burgeriykè maatschappy.
Men neemt zooveel mogeiyk waar men iets
goeds meent te krygen en laat verder Gods
water over Gods akker loopen. Zedeloosheid
manifesteert zich overal, ook in het dansen.
Spr. wijst op een artikel in de „Nieuwe
Haarlemsche Courant" van 6 Maart. Maar
hij meent, dat het in dat artikel genoem
de geval over een meisje niets met de
danskwestie te maken heeft.
Spr. meent, dat geen enkel arbeidersbe
lang met: het al of niet bestaan der dan
cings gemoeid is.
Als er een overheid was, die het algemeen
belang verzorgde, zou zy verkeerde dancings
kunnen sluiten. Maar spr. ontzegt dat recht
aan een burgerlijke overheid, die steunt een
bedorven, zedeloozé maatschappy.
De winkelmeisjes, onze dochtfers, aldus
spr., buit men uit, maar zy hebben het
recht, zich te ontspannen, „wy," aldus spr...
De heer KEESEN: „Wij?"
motie meer instemming zou gehad hebben.
Zij is misschien wat vaag, maar wat wil
men meer? Men kan niet anders, dan den i
burgemeester iets vragen; rekening moet
gehouden worden met art. 188 der Gemeen
tewet. Toch had spr. niet een verzet, ver
wacht, als van de zyde van de heeren Ger
ritsz en Boes gekomen is.
De actie gaat niet tegen het dansen, doch
tegen de uitwassen. Het gaat tegen datgene,
dat gevaar oplevert voor de moraliteit van
jeugdige personen.
Waarom zou de overheid niet dergeiyke
maatregelen mogen nemen, maar er wel
mogen treffen op sociaal gebied? Er wordt
gestreefd naar beteren woningbouw, ook een
zedelijkheidsmaatregel. En hier zegt men,
dat de overheid geen maatregelen mag tref
fen tegen de dansgevaren.
Geroep links; „Wie zegt, dat het niet
mag?"
De heer WOLZAK: „Als dat zoo is, kan
men de motie aannemen. Wordt zy aange-
men dan kan, de burgemeester zich aan de
uitspraak van den raad houden en zoo goed
als nooit nachtpermissie geven." Spr. zou
gaarne den toegang tot de dancings aan
minderjarigen verboden zien en vraagt, hoe
de burgemeester daarover denkt.
Men moet de zaak verder overlaten aan
het beleid van den burgemeester. Zij is
zeer ernstig en de burgemeester moet van
zijn kant ook de zaak ernstig opnemen.
De iieer GROENENDAAL gelooft, dat het
adres voorbygepraat wordt. Het vraagt
maatregelen tegen de uitwassen en verder
moet men niet gaan, meent spr.
De motie-Castricum kan spr. niet steu
nen, omdat daarmede bona-fide vereenigin
gen by het organiseeren van dansavonden
in gevaar worden gebracht.
Spr. meent, dat de ouders moeten zorgen
dat hun kinderen de niet-goede inrichtingen
niet bezoeken.
De heer JOOSTEN meent, dat de over
heid wel kan optreden tegen gevaren voor
de jeugd. Men kan den burgemeester op
dragen, bepaalde maatregelen uit te voe
ren. Daarom kunnen de voorstanders van
maatregelen wel wat meer vragen, dan in
de motie staat.
Door de actie;heeft men op Haarlem het
stempel gedrukt, dat het er een zoodje is.
zy roepen wel, dat de belastingen niet te
hoog mogen zyn, omdat anders vestiging
van nieuwe inwoners tegengehouden kan
worden. Maar zij denken er niet aan, dat
ouders zich nu gaan afvragen: „Is het' wel
veilig in Haarlem voor mijn kinderen?"
Ook kan het gevolg van de actie zijn,
dat een deel der bevolking bepaalde inrich
tingen schuwt en een ander deel er juist
heen gaat.
Was de gevoerde actie noodig? Spr.
meent, dat niet gesproken kan worden van
hiaten, geslagen in de rijen der jeugd door
het bezoeken der dancings.
Het in de „Nieuwe Haarlemsche Courant"
van e Maart besproken geval besprekende,
meent spr., dat men zyn dochters dan ook
niet meer in dienst mpet doen en Bloem
bollencultuur beter naar Lutjebroek had
kunnen stoppen, in plaats van f 100.000 te
geven, om haar hier te houden.
Spr. ontkent dan ook, dat er gevaren
voor de jeugd zyn.
Hy zal de laatste zyn, te. ontkennen, dat
er vrouwen van verdachte zeden in de dan
cings komen. Maar zyn die vrouwen er
eeist sedert de dancings? In, vroegere eeu
wen en ook in de middeleeuwen was de
zedelijke toestand niet in zyn geheel goed.
Men wil de ongehuwde moeders voor een
deel toeschrijven aan de dancings, maar
hoe wil men dan vroeger gedanst hebben?
Het aantal onwettige geboorten neemt af?
De heer BIJVOET: „Waardoor?"
De heer JOOSTEN onderschrijft, dat het
aantal onwettige geboorten geen maatstaf
is voor de al of niet onzedelykheid der
maatschappy.
Spr. meent, dat men verdere maatrege
len blijft vragen, omdat men niet wil er
kennen, dat men zich vergist heeft.
Spr. citeert een artikel uit de „Nieuwe
Haarlemsche Courant" van 14 April 1.1. Hij
begrijpt, da# de katholieken uit respect
voor hun zielzorgers geen genoegen kunnen
nemen met hetgeen door den burgemeester
toegezegd is. Maar spr. meent, dat de raad
zich niet op dat standpunt moet stellen.
Als er geen armoede meer is, zal er geen
prostitutie meer zyn. Spr. wil wil niet be
weren dat er dan ook geen onzedelykheid
meer zijn zal.
Spr. meent, dat de maatschappy niet laag
neer moet zien op de zondaars; dan zou
het heel wat beter zijn in de maatschappy.
De heer BIJVOET: „Wat een nonsensl
Schei toch uit!"
De heer ADRIAN hoort en leest wel, dat
de dancings zoo slecht zyn, maar hij hoort
nooit feiten. Wie kwaad wil zoeken kan
het altijd vinden. Zij doen het kwaad op
plaatsen, waar minder toezicht is, dan in de
dancings.
De motie-Castricum besprekende, vraagt
hij zich af, wat een openbare dancing is,
De gevraagde eischen willen meer dan
de uitwassen van het openbaar dansen te
gengaan.
Er zijn zooveel vwreenigingan, die een
uitvoering geven voor leden, introducé,*,
enz. Maar dan worden kaarten verkocht.
En er is dan een openbare dansgelegen
heid, welke om 12 uur gesloten moet wor
den. Ook by het geven van introducties
is er een openbare dancing. Bij het ver
bod van verkoop van sterken drank zou
daar een vader geen whisky-soda mogen
drinken, omdat er een 19-jarige zoon of
dochter in de zaal is Dat acht spr. de
menschen te veel beknotten in hun vrij
heid.
De heer BIJVOET wyst er op, dat niet
geageerd wordt tegen dansen of openbare
dancings, maar tegen de excessen.
Er is een merkwaardig feit. Er wordt
geadresseerd door jeugdorganisaties en
anderen, die het weten kunnen, die zeg
gen, dat de toestand niet is, zooals hij
zijn moet. Dat heeft spr. ook persoonlijk
kunnen constateeren. En de burgemeester
beweert dat de toestand wel goed is. Dat is
een gevolg van het systeem van het ver
leenen van dansvergunnlngen alleen aan
dancings. Zoo'n vergunning heeft men
nooit aan café's willen verleenen.
Een hotel of café waar geen goede din
gen gebeuren, wordt niet door fatsoenlij
ke lieden bezocht. Dat is dus een prikkel
om de dansgelegenheden goed te houden,
anders komt men niet meer in het hotel,
café of restaurant. In Amsterdam ggeft
men slechts dansvergunningen aan te
goeder naam en faam bekend staande in
richtingen. Daar heerscht een andere at
mosfeer in de dancings dan hier. Door het
systeem van dansvergunningverleentog
daar speculeert men tevens op de beurs
der ondernemers. Is h»t in de motie ge
vraagde zoo gevaariyk, dat het heele an-
de heer Joosten dat anti-dricale arsenaal
leeggehaald heeft.
De moue is opgesteld in den vorm van
een verzoek aan den burgemeester en spr.
wist niet, dat hy den burgemeester uitleg
moest geven van wat in de motie ge
vraagd werd. Als men dat bedoelt, zal hij
voortaan een memorie van toelichting ge
ven. j
Met dancing wordt bedoeld de drie ge
legenheden in Haarlem Besloten dansclubs
worden niet bedoeld. Uitvoeringen van
clubs zijn nog geen openbare dancings,
dus openbare danshuizen. Openbaar zit
vast aan datgene, waar iedereen toegang
heeft. Met opzet is gesproken van open
bare dancings, dus danshuizen.
Worden buiten de drie gelegenheden in
Haarlem die avond aan avond open zyn,
ook kaarten verkocht door vereenigingen,
dan zouden zij ook in deze motie betrok
ken moeten worden. Maar dat gebeurt ook
nu reeds.
Het is echter in het geheel niet de
bedoeling, vereenigingen te beletten, lan
ger te dansen dan tot 12 uur 's avonds.
De heer ROODENBURG vraagt, welke
houding de burgemeester zal aannemen,
als door de politie iets verkeerds in een
dansgelegenheid geconstateerd wordt, als
zoo'n gelegenheid eigenlyk meer een ver
keerd karakter krijgt.
De heer MEIJERS meent dat het ont
nemen der persoonlijke vrijheid Retor 1st
moet worden aan het maatschappelijk nut
en aan de doeltreffendheid der maatrege
len en dat acht hii hier niet aanwezig
De VOORZITTER merkt op, dat het
adres der Jeugdfeöeratie afsnijding der
uitwassen vroeg Hy meent, dat de politie
niet verder moet optreden, dan zij nu
reeds doet. Men moet zich wachten voor
overdrijving. Niet gezegd kan worden, dat
de toestand hier slechter is dan in an
dere plaatsen.
Als spr. blykt, dat er ongewenschte toe
standen in een bepaalde inrichting be
staan, wordt zij gesloten.
Spr. komt nu tot de motie-Car,tricum.
Men wil de dancings sluiten om 12 yur.
Spr. sluit ze om half 12. Gaat de motie
tegen „Modern"? Laat men dan een mo
tie indienen, om de vergunning aan „Mo
dern" in te trekken.
Wat het tweede punt betreft, ook '*in
Haarlem ziin de eigenaren bang dat er
iets gebeurt, waardoo- de inrichting ge
sloten kan worden. Als men doet, wat de
motie vraagt, komen allerlei aanvragen en
wordt het er druk mede. Dan wordt het
aantal dansvergunningen uitgebreid.
Geroep rechts: Heelemaal niet. Kan
er dan niet een vergunning opgeheven
worden?"
De VOORZITTER- .Dan geven wy haar
aan een te goeder naam en faam bekend
staande inrichting. Ontstaat er dan geen
.willekeur?"
De heer WOLZAK" „Is er dan nu ook
geen willekeur?"
De VOORZITTER roeent, dat hem niet
precies voorgeschreven moet worden, wat
er gebeuren moet. Als de motie aangeno
men wordt, wordt het aantal, dansver
gunningen zeker uitgebreid. Laat men
dus tevreden zijn met de toezegging van
spr.
De heer CASTRICUM wijst er nader on.
dat de motie slechts vraagt, wat de geheele
raad wil. Was alleen handhaving der be
staande maatregelen gevraagd, dan zou
daarmede te kennen gegeven zyn, dat men
zich geheel kan vereenigen met den 9 be-
staanden toestand.
Wat het tweede deel der motie betreft,
dit geldt voor de toekomst en sPr. meent,
dat dit kan.
Het treffen der maatregelen wordt aan
den burgemeester overgelaten.
De heer VISSER vraagt, of het lot over
de motie ook beslist over zyn vroeger inge
diend voorstel.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De discussies worden gesloten.
De heeren Gerritsz, Joosten en Scholl
stellen voor, de motie te bepalen tot heyon-
verzwakt handhaven van maatregelen.
Dit voorstel wordt aangenomen met 19
17 stemmen (links tegen rechts).
De rest der motie-Castricum vervalt nu.
Over 't voorstel-Visser, geen latere vergun
ningen dan tot 12 uur 's avonds te verlee
nen en de vergunning aan „Modern" in te
trekken staken de stemmen. Met de recht-
sche partijen stemde voor het voorstel de
heer Peper.
De burgemeester verlaat de vergadering
Wethouder Heerkens Thyssen neemt de
leiding der vergadering over.
Het uitvoeren van schilderwerk.
De heer PEPER heeft vragen gesteld over
de uitvoering van schilderwerk aan de 203
woningen in de zgn. rivierbuurt in Haar
lem-Noord.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat bij
de betreffende woningen eenmaal minder
wordt gegrond. Dat geschiedt by particu
lieren woningbouw meer.
Overigens is de kwaliteit van den arbeid
juist. De waarde der huizen voor de verlee
ning der hypotheek wordt eerst geschat,
als de woningen geheel klaar zyn.
De heer PEPER meent, dat dan niet de
blijvende duurzaamheid der woningen kan
geconstateerd worden. Voor het vastgestelde
loon wilden de schilders het werk niet uit
voeren. Hy constateert, dat men het parti
culier initiatief gelegenheid wil geven tot
bouwen, maar het blijkt wel, dat men dan
zoo min mogelijk werk voor zooveel mogelyk
geld wil geven.
De interpellatie wordt gesloten.
Aanschaffing verplaasbare
muziektent.
B. en W. vragen een crediet van 4.350
aan voor de aanschaffing van een gemak
kelijk verplaasbare muziektent en voor het
maken van een bergplaats daarvoor op het
gemeente-erf aan den Harmenjansweg.
De heer KEESEN zou willen, dat dezen
zomer de nieuwe regeling al getroffen zou
worden en ook zangvereenigingen van de
tent gebruik kunnen maken.
De VOORZITTER antwoordt, dat het
eerste de bedoeling is, als het kan. Het
tweede zal overwogen worden.
Het crediet wordt verleend.
De heer visser is het met den heer
Peper eens, dat B. en W. in gebreke geble
ven zyn met de uitvoering van woning
bouwplannen.
De heer MEIJERS merkt op, dat er be
zwaren verbonden zyn aan een verhuizing
thans en daarom kan hy zich met het voor
stel van B. en W. vereenigen.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
nu het rapport van de woning- en gezins
telling verschenen is, B. en W. met voor
stellen zullen komen, welke uit dat rapport
voortvloeien.
Spr. wyst er op, dat de laatste jaren reeds
veel gedaan is in zake de opruiming van
krot- en noodwoningen.
I Hedenmorgen zijn enkele beslissingen af
gekomen van Ged. Staten in zake het be
roep, ingesteld door eigenaars van onbev-
woonbaar verklaarde woningen tegen het
besluit van den raad. Zoolang die beslissing
niet afgekomen was, konden B. en W. niets
doen. In enkele gevallen zyn B. en W. in
het gelijk gesteld, in andere de eigenaars.
Spr. kent gevallen, dat er bewoners van
krotwóningen zyn, wier gezinsinkomen
groot genoeg is, om meer te verwonen.
De heer GERRITSZ deelt mede, dat de
S. D. A. P. thans voor zal stellen, maar
hoopt, dat een dergelyk voorstel niet meer
aan de orde komt. Gehoopt wordt, dat re
kening gehouden wordt met wat aan de
overzyde opgemerkt is.
Wethouder REINALDA kan de toezeg
ging, dat dit voorstel het laatste is in dien
geest, niet doen, omdat hy daaromtrent
geen zekerheid kan geven. Geleidelijk zal
datgene gedaan worden, wat volgens het
rapport in zake de woning- en gezinstel
ling moet geschieden.
De heeren PEPER en VISSER wijzen er op,
dat door den wethouder toegezegd is, dat
hy goedkoope woningen zou laten bouwen,
maar dat hy daaraan niet voldaan heeft.
Wethouder REINALDA ontkent, dat hy
een belofte niet nagekomen zou zyn.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen. De heer Pepe,r verklaart er zich
tegen.
Aankoop perceel.
i B. en W. stellen voor, voor 35.000 aan te
koopen perceel Kruisweg 26, hoek Rozen
straat.
Aldus besloten'.
Onbewoonbare
woningen.
verklaarde
De heer PEPER: voelen er dan ook ti-clericale arsenaal, dat oud-roest, naar
niets voor, de ingediende motie te steunen." voren gehaald moet worden? Spr. verstand
De heer WOLZAK had verwacht, dat de staat er bij stil, dat by deze tamme motie
B. en W. stellen voor, den termyn, binnen
welken een aantal onbewoonbaar verklaarde
woningen aan Bannesteeg, Koudènhorn, 't
Krom, Ravesteeg, Valkesteeg en Vrouwe-
steeg ontruimd moeten zijn, te verlengen
.met 6 maanden.
De heer PEPER is van oordeel, dat de
mensfchen wel woningen hadden kunnen
i vinden, als men slechts de huren van an
dere woningen had verlaagd. Hy vraagt,
hoe het staat met den bouw van woningen
van een wekelijkschen huurprys van f 4.
De heer KEESEN vindt' het ook niet pret
tig, dat de termijn verlengd moet worden,
maar hy is er van overtuigd, dat, als er wo
ningen beschikbaar waren, zeker de termyn
niet verlengd zou worden en men vooral
de gezinnen met kinderen zou laten verhui
zen.
In hoofdzaak betreffen de woningen, die
van ouden van dagen, die er zelfs gaarne
blijven wonen.
De heer VAN LXEMT onderschrütt dit
ten volle.
Onderbrenging transfonna-
torenstation.
Oorspronkeiyk bestond de bedoeling, op
de Botermarkt een transformatorenstation
te bouwen. Door de groote afmetingen daar
van zou het geheele marktplein dan afge
sloten worden.
B. en W. stellen nu voor, om niet tot den
bouw over te gaan, maar ten behoeve van
het gemeente-electriciteitsbedryf voor 6000
aan te koopen perceel Botermarkt 4, waarin
het transformatorenstation ondergebracht
kan worden.
Het crediet wordt B. en W. verleend.
Overplaatsing onderwijzer.
B. en W. stellen voor, den heer G. C. v. d.
Haar over te plaatsen van school 5 naar
school 17.
Aldus besloten.
De autobusdiensten.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
na vergadering met de Tramcommissie een
brief is geschreven. Redeiykerwyze kan het
antwoord dusdanig verwacht worden, dat
de autobuskwestie in de volgende vergade
ring behandeld kan worden.
Het ongeval aan school 13.
Wethouder BRUCH deelt mede, dat thans
positief gebleken is, dat er geen oorzakelijk
verband bestaat tusschen het overlyden van
een onderwyzeres en het uit de hengsels
vallen van een deur aan school 13 in de
Haarlemmerliedestraat. Er was slechts een
jongen van 7 jaar als getuige by en daarom
kan de van buiten af komende oorzaak niet
juist vastgesteld worden. Het is mogelijk,
dat een windvlaag de deur uit de hengsels
geslagen heeft; niet is uit te maken, of bal
dadigheid soms oorzaak is. De ketting van
de deur is stuk geslagen.
Uit de mondelinge verhooren is geen re
sultaat te verkrijgen, hoe dikwyis over de
deur is geklaagd. Nimmer is een schriftelijke
klacht bij Openbare Werken ingediend. 9
September 1927 en later nog eens is over
het slot geklaagd en beide keeren is het her
steld.
Er is geen sprake van verzuim bij Openbare
Werken. De scharnieren waren wel versleten,
maar naar het oordeel van den betrokken
directeur en ambtenaren en van een derde
waren zy voor normale eventualiteiten ge
schikt.
Opdracht is gegeven, alle deuren na té
kyken, welke niet geheel naar buiten kun
nen openslaan.
De corruptie
De heer KLEIN stelt vragen omtrent de
circulaire, welke aan de ambtenaren gezon
den is in zake het plegen van corruptie. Hy
vraagt, of die circulaire aan alle ambte
naren gericht is en of allen haar geteekend
hebben. Zoo niet, wat denken B. en W. dan
tegenover weigerachtige ambtenaren te doen?
De heer OVERSTEEGEN vraagt, of de be
zoldigde ambtenaar van den burgerlijken
stand fooien mag aannemen.
De heer PEPER merkt op, dat eerst door
B. en W. verklaard, is, dat hier geen corrup
tie gepleegd was, terwijl daarna toch de
circulaire rondgezonden is.
Wethouder SLINGENBERG antwoordt op
dit laatste, dat in die beide gevallen geen
tegenspraak ligt. Naar de meening van B. en
W. is geen corruptie gepleegd, al zijn door
twee ambtenaren fooien aangenomen.
Onder corruptie verstond men het aan
nemen van percentages van aan de ge
meente geleverde goederen door gemeente
ambtenaren.
Wel hebben twee ambtenaren nu en dan
geschenken in geldsbedrag ontvangen. Dat
stond los van leveringen en had daarop ook
geen invloed.
De circulaireis uitgereikt aan alle ambte
naren, die naar het oordeel van B. en W.
in aanmerking konden komen, om verkeerde
handelingen te plegen.
De politie hééft geen circulaire gekregen,
omdat de burgemeester zich op het stand
punt stelde, dat diegenen, die een misdrijf
moeten opsporen, zich niet aan misdryf
schuldig maken. Met dat standpunt hebben
de wethouders zich vereenigd.
Toen de corruptie zoo'n grooten omvang
nam en er zelfs een justitiéel onderzoek in
gesteld werd, waarby ook de namen van de
twee Haarlemsche ambtenaren genoemd wer
den, meenden B. en W., dat ook in Haar-
j lem de zaak nader onderzocht moest worden.
De bedoeling van de circulaire was een
humane, ni. om de eventueele schuldigen
I in de gelegenheid te stellen, him fout te
bekennen en alzoo een clemente behande
ling te verkrygen.
Niet allen hebben de circulaire geteekend.
B. en W. zullen op hen geen verdere pressie
uitoefenen. Mocht later biyken, dat iemand,
die de circulaire niet geteekend heeft, toch
schuldig is, dan zal hem de volle straf tref
fen.
De bezoldigde ambtenaar van den burger-
lyken stand valt niet onder het ambtenaren
reglement. Zou hy fooien aannemen, dan
acht spr. dit echter een. ernstige fout en
noemt hy dit een onjuiste uitoefening van
het ambt.
De heer KLEIN acht het niet juist, dat
een bepaalde groep ambtenaren niet de cir
culaire toegezonden is, omdat zich daarbij
juist een betreffend geval heeft voorgedaan.
Spr. is echter dankbaar voor de verstrekte
1 'nlichtineren.
vracnigemers
De heer SCHOLL had vragen gericht aan
B. en W. omtrent de plaatsing van wacht
gelders bij het onderwys.
Wethouder BRUCH deelt mede, dat hy
niet-benoeming van een niet-wachtgelder de
rijks vergoeding gederfd wordt. Dat geldt niet
voor de niet-verplichte vacatures.
Spr. geeft een verdere uiteenzetting en
wyst er op, dat B. en W. er tegen zullen
waken, dat de school slechter wordt door
het aanstellen van wachtgelders.
Commissie voor de havenplannen
De heer VAN LIEMT vraagt, wanneer de
benoeming der havencommissie is te ver
wachten.
Wethouder REINALDA antwoordt, dat B.
en W. het verslag van het gesprokene in
den raad afwachten, om te weten, of B. en
W. dan wel de raad die commissie benoemt.
Zyn het B. en W., dan volgt die benoeming
onmiddellijk.
De vergadering wordt dan gesloten.
Mededeelingen
A. ingekomen is;
een verzoekschrift van J. H. Sauveur om
.ervol ontslag met ingang van 1 September
1928 als leeraar aan het Gemeentelijk
jyceum;
b. Gesteld worden in handen van Bur
gmeester en Wethouders om prae-advies:
een verzoekschrift van de Haarlemsche
Reddingsbrigade voor Drenkelingen om be
schikbaarstelling van een medaille voor den
;er gelegenheid van haar 15-jarig bestaan
te houden nationalen wedstryd;
een adres van B. C. R. Sluyters, hande-
ende onder de firma Vernhout en van
Jluijters, waarin hij in beroep komt tegen
het besluit van Burgemeester en Wethou
ders, waarby hem vergunning is geweigerd
"ot verbouwing van de pèrceélen Zakstraat
*a, 4b en 4c.;
een verzoekschrift van R. Byker om de
huur van den grond vóór perceel Schoter-
weg 133, verhuurd aan J. R. Deckers, op
rijn naam over te schryven;
een verzoekschrift van D. Anderson om
en perceel grond aan de Kempstraat in
oop te ontvangen;
een verzoekschrift van D. A. Appelboom
om een perceel grond aan de Brakenburgh-
otraat in koop te ontvangen;
c. Gesteld wordt in handen van Burge-
neester en Wethouders ter afdoening:
een verzoekschrift van G. J. A. van Zalen
CJzn. om wederom verlichting te doen aan
brengen op de Amsterdamschevaart naby de
Vaartsfcraat.
Zondag werd deelgenomen aan den wed
vlucht van Hal, België, afstand 185 K.M.
In concours vlogen hiervoor 77 duiven.
Om 8.30 v.m. losgelaten, arriveerde de
eerste duif om 12 uur 3 min, 8 sec. en de
laatste prijswinnaars om 12 uur 58 min. 40
seconden.
De prijzen werden als volgt gewonnen:
1. H. Leuven. 2. A. Verdonschot Jr. 3. H.
Vellinga 4. N. A. Evelcces. 5. J. G. v. d. Meer.
6, 7, 9, 10 A. van Zadel. 8. W. Eekhof. 11.
A. Voordenhake; 12. W. v. Huis. 13. H. Wit
te veen. 14. T. J. Deurzen.
Kropprijzen werden gewonnen door de
nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8.
Bovengenoemde Bond hield Zondag 6 Mei
een wedvlucht vanaf Lier, afstand 138 K.M.,
waaraan door de aangesloten vereenigingen
werden deelgenomen met 160 duiven: welke
om 8 uur werden in vrijheid gesteld, van 321
prijzen werden de eerste 100 als volgt be
haald:
A. Dorsman, le, 56e; Jan Lasschuit 2e,
93e; J. Heesemans 3e; P. A. Bosse 4e, 73e;
H. Heesemans 5e; H. Holsken 6e, 67e; J.
Verwer 7e; C, Kortekaas 8e, 10e; M. Grif
fioen 9e, 17e, 90e; P. Koning 11e, 21e, 96e;
T. Veen 12e; J. Klumper 13e, 25e, 33e; B.
Gort 15e; J. Dorsman 14e, 99e; J. J. Hart 16e
76e; P. Rosemeyer 18e; W Petrie 19e; M.
Mes 20e; J. H. Wilten 22e,. 48e; H. J. v. d.
Kort 23e; J. J. D. Doeglas 24e; H. J. Haver
26e; P. v. Daalen 27e, 35e, 52e, 70e; H. D.
Roosdorp 28e P. v. d. Veen 29e, 37e; F. Bra-
kel 30e; H. v. Es 31e; T. Cornet 32e; D.
Radsma 34e; H. Dingerdis 36e, 71e; H. Keer-
wolf 38e; P. Kok 39e; T. Mens 40e; H. van
Oldenmark 41e; B. C. v. d. Meer 42e; A.
Schuiten 43e; W. Eekhof 44e; L. v. Bragt
45e, 87e; W. Klumper 46e; H. Fikkert Jr.
47e, 58e, 85e, 99e; J. de Vries 49e, 50e, 78e,
80e; E. Koning 51e, 74e; F. J. Neuman 53e;
G. Voorting 54e, 57e, 65e; J, J. v. d. Meyden
55e; P. Verputten 58e; Jac. Kuperus 61e, 91e;
J. v. d. Pol 60e; M. Mes 62e, 66e; 97e; P. Boe
ree 63e; J. F. Harmse 64e; A. J. Kloek 68e,
77e; H. Nos 69e; Gebr. Nieuwburg 73c
R. Slot 75e; H. Paap 79e; M. Fehres 81e; A.
v. Zadel 82e P. Bannink 83e; L. Gimbrere
84e: J. J. Petrie 86e; J. Scherff 88e; H. de
Droog 89e; J. Veth 92e; K. Paap 94e; M.
Snoeks 95e; M. Booymans 100e.
Eerste duif te 10 uur 9 min. met een snel
heid van 1065 M. per minuut. Laatste prijs-
winner 321e, te 10 uur 34 min.
Behandeling bij Ged. Staten.
Zooals bekend, Is by raadsbesluit van 30
November 1927 door de gemeente een over
eenkomst aangegaan met de firma Vroom
en Dreesmann, waarby grond aan de Paar
desteeg werd verkocht aan deze firma, de
steeg aan den openbaren dienst werd ont
trokken en in ruil door de firma aan de
gemeente grond werd afgestaan aan Ver-
wuift en Korte Veerstraat.
Tegen dit besluit dienden de fa's Droste,
en Haverschmidt en Klaje een bezwaar
schrift in, omdat door het sluiten der
Paardesteeg. de waarde van hun perceelen,
gelegen in de Groote Houtstraat, tegen
óver deze steeg, zou vermeinderen.
De zaak werd Woensdagmiddag behan
deld m openbare zitting van Ged. Staten
van Noord-Holland.
Voor de firma's Droste en Haverschmidt
en Klaje, trad op mr. P. Tydeman. Deze
zeide, dat de Paardesteeg altyd een zeer
oude en zeer belangrijke verkeersweg is ge
weest.
Er zyn drie soorten van reclamanten.
De heer Klaje betoogt, dat de Paarde
steeg zoo is gelegen, dat het publiek, ko
mende uit de Gierstraat, op zyn zaak in d«
Groote Houtstraat toeloopt.
De heer Droste is verontwaardigd over
het feit, dat een openbare verkeersweg wordt
prijs gegeven aan het particulier belang,
terwyl de gemeente zich nog offers moet
getroosten.
Ten derde is er een adres van Gierstraat
bewoners; de onderteekenaars achten de
sluiting van de Paardesteeg een groot na
deel voor hunne zaken. Een van deze zaken
in de Gierstraat, ligt recht tegenover de
steeg.
Een vierde groep is niet gemobiliseerd, nL
de Botermarkters. De Botermarkt is een
plaats van druk verkeer en vervoer; boven
dien wordt er een markt gehouden. De
marktbezoekers gebruiken zeer veel de Paar
desteeg.
Het gemeentebestuur van Haarlem heeft
voorts, volgens spr., geen rekening gehouden
met de belangen van stedenbouw. Spr.
vreest, dat het streven van het gemeentebe
stuur in deze kwestie noodlottig is voor het
mooie, antieke karakter van de binnenstad
van Haarlem.
Spr. wyst op soortgeiyke veranderingen In
de stad, welke op gansch andere wyze heb
ben plaats gehad. Vroeger heeft men ope
ningen gemaakt, inplaats van straten te
sluiten (o. a. de Nieuwstraat). Voor deze
methode pleit in onzen tyd met het zeer
groote verkeer, veel meer dan enkele eeuwen
geleden.
Als andere voorbeelden noemt spr. de
Jacobijnestraat en Appelaarsteeg.
Vanaf de 16e eeuw, zegt spr., Is de Paar
desteeg de groote verkeersader geweest
tusschen Gierstraat en Botermarkt en
Groote Houtstraat.
Wanneer men het Verwulft gaat verbre
den, bereikt men het tegenovergestelde, waf
men bereiken wil. Het verkeer zal er dan
nog minder te beheerschen zyn. Op het
Verwulft monden reeds nu tien wegen uit.
De oplossing, welke B. en W. willen zien
aangenomen, is volgens spr., totaal ver
keerd.
Het argument van het gemeentebestuur,
dat er geen andere oplossing is, druischt
in tegen verschillende wetteiyke bepalingen
en de Algem. Politie-verordenlng. Het gaat
gaat voorts niet aan, dat de gemeente helpt
om een groot commercieel lichaam nog
meer overwicht te verzekeren ou concur-
reerende zaken.
Het perceel Groote Houtstraat, hoek Ver
wulft, zal, als de plannen worden dooigr-
voerd en de rooiiyn van het Verwulft naar
achteren w:ordt verplaatst, op een soort
eilandje worden geïsoleerd van de aan
beide zyden aangrenzende perceelen. Na-
tuuriyk zal de waarde van dat perceel
daardoor verminderen.
Spr. vreest een praecedent te scheppen,
wanneer het bedoelde raadsbesluit wordt
goedgekeurd door Ged. Staten, krygt men
byv. by de Berkenrodesteeg een gelyk ge
val. Deze steeg is in handen van een parti
culier, die aan het gemeentebestuur zal
vragen ook dezen openbaren verkeersweg te
sluiten. Daardoor zal o. a. een prachtig
stadsaspect (op de Groote Kerk) vervallen.
Spr, hoopt, dat Ged. Staten van deze ge
legenheid gebruik zouden maken, om Haar
lem te beschermen tegen zyn eigen gemeen
tebestuur.
Spr. hecht geen waarde aan statistieken
omtrent het verkeer in de Paardesteeg, die
niet gemaakt zyn vóór den tyd, dat be
kend was, dat er verzet zou worden aange-
teekend tegen het raadsbesluit. Volgens
spr. heeft de firma Vroom en Dreesmann
immers de steeg zoo volgeladen met wagens,
dat het verkeer werd belemmerd.
De heer Dumont, directeur van Openbare
Werken van Haarlem, sprekend namens de
gemeente, zelde, dat door het raadsbesluit
wordt tegemoet gekomen aan een bezwaar
van den heer Tydeman; nu wordt immers
een rooilijn vastgesteld, welke er nu niet
is.
De verkeerstelling noemt spr. waardeloos,
omdat alle wielrijders, die de Paardesteeg
gebruiken, naar de fietsenstalling gaan van
de firma Vroom en Dreesmann. Het zyn
dus geen gewone weggebruikers, maar be
zoekers van de magazijnen van V. en D.
Ged. Staten zullen later beslissing nemen.
Dinsdagnacht werd in het gebouw „De
Centrale", een vergadering gehouden van
wege het personeel van de Brockway-
Maatschappij, welke was uitgeschreven door
de Ned. Unie van den Centr. Bond van
Transportarbeiders en den R. K. Bond van
Transportarbeiders.
Door denv oorzitter, den heer A. Mars,
werd in zyn openingswoord een over
zicht gegeven van de moeilijkheden, die
waren te overwinnen geweest, alvorens
de directie van de Brockway My. bereid was
een collectieve arbeidsovereenkomst aan te
gaan. Hij herinnerde hierbij aan de ge
houden mobilisatievergadering, waar een
ernstig conflict dreigde, doch door de toe
zeggingen werd voorkomen.
Een zeer uitvoerige correspondentie is
hierop gevolgd en ook eenige conferenties,
met als eindresultaat, dat de vorige week
zoowel de directie als de besturen het con
tract hebben geteekend.
Spreker wenschte het personeel geluk met
deze overwinning en sprak den wensch uit,
dat door loyale nakoming van de overeen
komst geschillen zouden worden voor
komen.
Hierna werd door den heer Sormandi de
inhoud van de overeenkomst medegedeeld,
Nadat nog eenige vragen waren ge
steld, die allen bevredigend beantwoord
werden, ging men over tot het verkiezen
van de scheidsrechters voor de arbi
trage-commissie met het resultaat, dat met
algemeene stemmen werden aangewezen de
heeren A. Mars, uit Haarlem en J. Jan
zen, uit Amsterdam.
De heer Janzen van den R. K. Bond be-
waarby hy de gelegenheid kreeg, verschil
lende belangryke bepalingen nader toe te
lichten.
sprak het organisatorisch verband en de
mooie overwinning, waarby hy het per
soneel in overv/eging gaf ook nu te zorgen
dat het geheele personeel zoo sterk ge
organiseerd blijft, als het thans is.
Door het bestuur van de Wonlngbouw-
vereeniging „Onze Woning", is thans, naar
aanleiding van de, doy ons gepubliceerde
aanbesteding van het schilderen der 127
woningen, het schilderwerk gegund aan de
'firma A. Breed voor een bedrag van* 3814
In deze actie Is hoegenaamd weinig ver
andering te bespeuren.
Een aantal werknemers, dat de vorige
week nog aan den arbeid was, is door
de stakers er toe overgehaald, om even
als zy, den stryd aan te binden voor den
vacantie-eisch, met het gevolg, dat het
j aantal stakers ls uitgebreid.
Voorts zyn er nog eenige werkgevers, die
j de overeenkomst teekenden, doch dit zyn
kleine werkgevers, die momenteel geen
(werknemers in hun dienst hebben,
j De stryd gaat in hoofdzaak tegen de groo-
tere werkgevers, waarvan er momenteel
nog niemand de overeenkomst met de werk
nemersorganisaties heeft willen aangaan.