Rechtszaken
Bmnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
Het noodlottig mitrailleur
ongeluk te Budel
De berooving van een
78-jarigen banklooper op den
Singel te Amsterdam
De verduistering van 15.000.
ten nadeele van de Haagsche
T ramtveg-M ij.
De, 3 October-feesten te Leidién
Op weg naar huis verdronken
Ongeluk of misdaad?
De dienstbode, die zich alles
toeeigende
Een auto verbrand
Een oude kerk ingestort
Een brandstichter?
De corruptie te Onstwedde
Onder een omvallenden muur
bedolven
Met zijn motor geslipt
Arme kleine
STATEN.GENERAAL
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Wrakken bij Nieuwediep
L'og niet betaald
Ware de overweg van afsluiting
voorzien, dan zou
Ter voorkoming van dubbele
belasting
Wat de centrale commissie voor
■de filmkeuring deed
Ds. Lingbeek in actie
Twee sergeants-majoor-instructeurs
voor den Krijgsraad
De krijgsraad te 's-Hertogenbosch heeft
?isteren behandeld de zaak van het bekende
mitrailleur-ongeluk te Budel. Op 11 Februari
1928 werd aldaar M. Rooyakkers door een
schot uit een lichte mitrailleur in de borst
getroffen en zoodanig verwond, dat hy dien
tengevolge kort daarop is overleden en F.
Soors werd door hetzelfde schot in zijn
rechterarm getroffen en zoodanig verwond,
dat dientengevolge een tijdelijke verlamming
ontstond en S. verhinderd werd in de uit
oefening zijner ambts- en beroepsbezigheden
als militair en landbouwer.
Twee sergeants-majoor-instructeurs ston
den in verband met deze zaak gisteren voor
den krijgsraad terecht.
Aan J. A. L. van L„ van het Landstorm-
verband Eindhoven IX, wonende te Helmond,
werd o.m. ten laste gelegd dat het gebeurde
aan zijne schuld, althans mede aan zijne
schuld te wijten is, doordat hij ln zijne kwa
liteit als instructeur onderricht gevende over
den mitrailleur aan een klasse landstorm
soldaten van dat verband, waartoe bovenge
noemde Rooijakkers en Soors behoorden,
daartoe gebruik makende van een lichte
mitrailleur 1920, die opgesteld was op een
podium, terwijl de leerlingen der klasse
rondom dien mitrailleur hadden plaats ge
nomen, hoogst roekeloos en onvoorzichtig
geen zorg heeft gedragen, dat geen der leer
lingen zich tijdens dat onderricht bevond
voor den mond van dat wapen, teneinde te
voorkomen dat, wanneer tengevolge van
eenige onregelmatigheid of nalatigheid de
gebruikte mitrailleur geladen mocht zijn
met een scherpe patroon en deze tijdens het
onderricht door de aan het wapen verricht
te manipulaties mocht afgeschoten worden,
niemand door zulk een onverhoeds afgescho
ten kogel mocht worden getroffen.
Verder zegt de dagvaarding dat hij hoogst
roekeloos en onvoorzichtig bij het demon-
streeren aan meergenoemd wapen van de
wijze, waarop een stukje van een gescheurde
patroonhuls die in den loop van den mitrail
leur was blijven zitten, daaruit verwijderd
kon worden, daartoe heeft gebruik gemaakt
van een patroon, die in de gereedschaps-
tasch behoorende bij den gebezigden mi
trailleur was aangetroffen.
Het gevolg was dat toen verd. ten behoeve
der door hem te geven demonstratie den
spangreep van den mitrailleur achteruit had
gehaald, de door hem gebezigde patroon in
de kamer van den mitrailleur had geduwd
en vervolgens den spangreep had losgelaten,
een scherp schot uit den mitrailleur is afge
gaan en de beide meergenoemde landstorm
soldaten, die zich voor den mond van het
wapen bevonden, door den afgeschoten kogel
getroffen zijn als bovenomschreven.
Tegen den tweeden beklaagde, W. G. van
E., dienstplichtig sergeant 2e reg. inf., werk
zaam als sergeant-instructeur van Land-
stormverband Eindhoven II, wonende te
Maarheeze, was een dagvaarding in gelijken
geest uitgebracht. i
Namens den Minister van Oorlog waren
aanwezig kapitein L. Kraak en le luit. Mul
der.
De president herinnerde aan het ongeluk
te Laren, toen er bijna geen onderscheid
was tusschen een scherpe en een exercitie
patroon. Sinds is er verandering gekomen en
kan zelfs een leek het onderscheid zien.
Eerst stond terecht van L., die een uit
eenzetting van het gebeurde gaf. Hij kende
het nieuwe model exercitiepatronen niet. Hij
had steeds het oude model gebruikt, zijn su
perieuren hadden hem nooit de verandering
meegedeeld. Het was hem bekend, dat het
gebruik van scherpe patronen bij een in
structie verboden was.
Kapitein Kraak verklaarde, dat beklaagde
legerorder 326 niet uit zich zelf kon kennen.
Daarna werden de getuig engehoord.
Na verder getuigenverhoor nam de auditeur
Mr. Aghina requisitoir.
Spr. was van oordeel, dat bekl. onvoor
zichtig geweest is door niet te voorkomen, dat
er menschen voor den loop van het vuurwa
pen staan. Verder is gebruik gemaakt van
een patroon, zonder dat hy naging of het een
goede was.
Spr. meent, dat bekl. schuldig moet worden
verklaard aan dood door schuld en zwaar
lichamelijk letsel. Voor voorwaardeiyke ver
oordeeling achtte hü geen aanleiding. Ten
slotte eischte hy een gevangenisstraf voor
den tyd van drie weken.
De verdediger mr. Schuitemaker pleitte
clementie.
Vervolgens werd de zaak tegen den twee
den beklaagde, W. G. van E., sergeant-
instructeur, behandeld.
Bekl. erkende geweten te hebben, dat het
een scherpe patroon was en niet gewaar
schuwd te hebben. Hu was gedurende den
uitleg met zijn gedachten elders. Hy kende
niet den aard van de theorie, die de sergeant
majoor zou geven.
De auditeur-militair eischte tegen dezen
verdachte verlaging in rang en een gevan
genisstraf van 3 weken.
De verdediger mr. C. Schölvink uit Eind
hoven pleitte vrüspraak, subs, voorwaarde-
ïyke veroordeeling.
De uitspraak in beide zaken werd op 30
Mei bepaald.
Hy was 50 jaar op het kantoor en deed al
leen 's morgens dienst. Als het om groote
bedragen ging, kreeg hy een jongen mee.
Vervolgens werd de oude banklooper zelf
gehoord. Hij verklaarde na hei voorgeval
lene acht weken in bed gelegen te hebben.
Hij liep al 45 jaar voor de firma, in den
laatsten tyd alleen een paar malen 's mor
gens. Na het geld en de effecten op de Kas-
vereeniging in ontvangst genomen te heb
ben, ging hy eerst langs de Paleisstraat en
vervolgens langs den Singel, even zilde, kan-
toorwaarts. Vlak by de Treeftsteeg gekomen
het was toen tien uur voelde lij een
ruk aan zyn tasch. Hy keek dadelijk op en
zag toen een jongeman met de tasch in de
steeg verdwijnen. Of de man te voet dan wel
te fiets was, kan hy niet zeggen. Bij den
rechtercommissaris had hy verklaard, dat de
dader te voet was, thans zei hy dat hij op
een fiets reed. Een moment verklaarde hij,
dat hy den jongeman op de fiets zag sprin
gen, doch gedurende het verhoor trok bij de
verklaring weer in.
Geen der beide verdachten kan hy her
kennen. De dader droeg een grijze pet en
een grys pak, hy was een tenger persoon
van middelmatige lengte.
Verschillende getuigen werden hierna ge
hoord.
Op een vraag van den president verklaarde
Kikkert in den nacht van Dinsdag 14 op
Woensdag 15 Februari thuis Van Beunin-
genplein 11 geslapen te hebben tot
Woensdagmorgen 11 uur. Ook Veldhuyzen is
volgens hem de dader niet.
President mr. Eekhout wijst verdachte er
op, dat hij bij den reehter-commissaris an
ders verklaard heeft en toen een gedetail
leerde opgaaf heeft gedaan omtrent de
schuld van Veldhuyzen.
Kikkert: Dat heb ik in een kwaje bui ver
klaard.
Daarop werd voorlezing gedaan van het
geen Kikkert voor den rechter-commissaris
had verklaard, dat ongeveer op 't volgende
neerkwam:
Woensdagmorgen 15 Februari om elf uur
kwam myn medeverdachte my uit bed ha
len, zeggende dat hy goed verdiend had en
dat ik mee moest naar Utrecht. Ik moest
geld voor hem bewaren: 1600 aan bank
papier. Met een auto reden wy toen naar
de „Populair Bar" op de Ruysdaelkade, waar
een bankbiljet van 300 en van 1000 in
kleiner bankpapier door den kastelein is ge
wisseld. Myn medeverdachte verklaarde my,
dat hij het geld had van een banklooper,'
dien hy beroofd had en dat er vier man bij
betroken waren. Ook verklaarde myn mede
verdachte, dat hy tydens de berooving een
gele jas en een zwarten hoed had gedragen,
doch dat die verbrand waren.
Het getuigenverhoor werd na de pauze
voortgezet. Als getuige werd om. gehoord
de thans gedetineerde terraswerker E. de
Meyer. Deze verklaarde op Dinsdag 14 Fe
bruari in gezelschap te zijn geweest van
Veldhuyzen. In het begin van den dag
trakteerde getuige. Veldhuyzen had geffn
geld en daar hy ook geen geld wilde heb
ben, liet hy door getuige zijn fiets belee-
nen voor 10. Woensdag daarop ontving
getuige van Veldhuyzen twee zilverbons
voor de moeite.
Toen getuige verdere verklaringen had
afgelegd, maakte de president den getuige
er opmerkzaam op, dat zyn verklaringen
op schrift zouden worden gebracht, tenein
de te zien, in hoeverre hy voor meineed
kan worden vervolgd.
Volgens de door getuige onderteekende
verklaring heeft hy op Woensdag 15 Fe
bruari, omstreeks voormiddags 10 uur,
Veldhuyzen op de Prinsengracht ontmoet.
Indien hy vroeger verklaard heeft, dat hy
hem dien dag voor het eerst heeft gezien
op den Nieuwendyk en wel om 11 uur,
dan vindt dit zyn reden daarin, dat hy
zich heeft vergist in den dag. Eenige ca-
fé's hebben zy bezocht, op het Haarlem
merplein en aan de Fannius Scholten-
straat, waarna beiden naar de Van Ho-
gendorpstraat gingen, waar getuige van
Veldhuyzen afscheid nam. Van 10 tot 11
uur is hy in het gezelschap van Veldhuy
zen geweest.
Ten slotte nam het O.M. mr. van Arkel
requisitoir. Hij achtte het bewys voor het
in de eerste plaats ten laste gelegde ge
noegzaam bewezen. Spreker ging in den
breede het getuigenverhoor na.
Spr. meent, dat aan beide verdachten
een gelijke straf moei worden opgelegd.
Het is een zeer ernstig feit, wanneer op
klaarlichten dag. op het drukste gedeelte
van Amsterdam, een dergelijke buiten-
landsche slag plaats vindt, dan moeten de
daders flink gestraft worden, ook met het
oog op de algemeene preventie.
Niettegenstaande een nauwkeurig on
derzoek is men er niet in kunnen slagen
uit te vinden waar het geld zich bevindt.
De verdachten moeten daarom gedurende
geruimen tijd worden opgeborgen, opdat
zij niet zoo spoedig van den op zoo bru
tale wijze meester gemaakten buit kunnen
profiteeren.
Eisch tegen ieder drie jaren gevangenis
straf.
De verdediger Mr. K. W. Salzmann
pleitte voor Kikkert vrijspraak, subsidiair
clementie.
Mr. F. J. J. M. Boelens pleitte voor
Veldhuyzen vryspraak.
De uitspraak werd op 5 Juni a.s. be
paald.
De dader en het complot van helers voor de
Haagsche rechtbank
1927, hetwelk hy volmondig toegaf. Na een
kort getuigenverhoor was het woord aan
den oiiicier van justitie. Emdelyk kon de
zaak van de H. T. M. bereent worden, zeide
het O. M., Mr. Poiman, in zyn requisitoir.
Hardnekkig heeft verdachte eerst ontkend
en dat hij tenslotte door de mand is geval
len, is te danken aan het onderzoek der
politie, welke hij hulde braent. l.ien heelt
verdachte als een met ongu: -..„ig persoon
voorgesteld. Het O. M. rimr. echter zijn
schuld buitengewoon groot. Hy had al ge
legenheid om te bekennen, en eerst nadat
de te Scheveningen gearresteerde inbreker
p. iets had losgelaten, kwam het successieve-
lyk uit. Het O. M. vroeg tenslotte veroor
deeling tot een gevangenisstraf voor den
tyd van drie jaar.
De verdediger, mr. T. Mobach pleitte cle
mentie. De mtspraak werd bepaald over 14
dagen.
Daarna verschenen successievelyk zeven
medeplichtigen, verdacht van heling van
het geld der H. T. M„ voor de rechtbank.
Eerst C. J. K., in wiens bezit vier bank
biljetten van 1000 zyn gevonden.
Volgens de verklaringen van den inspec
teur van politie Bouwhoff, had men de vlei
biljetten opgerold in een uitgeholden bal
op den zolder van verdachte gevonden. De
verdachte uit de eerste zaak, als getuige ge
hoord, vertelde, dat K. hem om geld had
gemaand, waarby hy liet merken, dat hij
van de verduistering afwist. Hy gaf hem
eerst 10, later had hy hem weer op zijn
verzoek geld verstriSct, n.l. 250 en nog
eens 100 om handel te dryven. Samen
hadden zy toen een pakhuis gehuurd, om
te handelen.
Na eenigen tyd heeft verdachte aan ge
tuige 4000 gegeven om in zyn huis te ver
stoppen. Later is er hoogloopende ruzie ont
staan, omdat het geld er later niet meer
bleek te zyn. Hiertegenover stelt verdachte
het voor, alsof getuige hem overgehaald
heeft, om handel te gaan dryven, omdat
van kooplieden niet zoo gertiakkelijk te con
troleeren is, hoe zij aan het geld komen.
Getuige wilde zyn geld productief gaan
maken.
Het O.M. eischte drie jaar gevangenis
straf. De verdedigster, mej. mr. de Smet,
pleitte clementie.
Den volgenden verdachte, J. H. R„ werd
ten laste gelegd heling van 15.000, waar
van hy zelf 5000 heeft gehouden en de
rest aan anderen heeft gegeven. Het was
deze verdachte, die volgens den eersten ver
dachte, den ex-kantoorbediende G„ hem
net zoo lang vervolgd heeft en bedreigd, tot
hij de 15.000 van de H. T. M. te Meyen-
dell weder opgroef en aan hem overhan
digde. Toen zijn broer Henk R. gevangen
was genomen, wegens den aanslag op in
specteur Paul, had hy tegen G. gezegd: „Nu
kom ik het zaakje overnemen." Nog geen
half uur was G. van het politiebureau terug,
of verdachte Jan R. was reeds bij hem.
Verdachte ontkende schuldig te zijn.
Het O. M. eischte ook tegen dezen ver
dachte 3 jaar gevangenisstraf.
De verddeiger mr. Kasse Zegel pleitte
vryspraak met verzoek tot onmiddellijke in
vrijheidstelling van verdachte, wat de
rechtbank weigerde.
Den volgenden verdachte, Paul R„ een
Uitbeelding van het voertuig door den
loop der eeuwen.
Te Leiden is de Mei-vergadering van de 3-
October-vereeniging gehouden.
Zooals telkenjare gebruikelyk is, was deze
vergadering gewijd aan de bespreking der
plannen voor de a.s. feestviering. Gezien de
animo, die er by de fakkeloptochten der 3-
Oet.-Vereeniging bij het brengen van sere
nades steeds bestond, stelde het bestuur voor
aan den vooravond der feestviering een
fakkeloptocht met muziek door de stad te
houden.
De morgenfeestviering op 3 October zal
weer in hoofdzaak dezelfde zyn als gewoon
lijk.
Ten aanzien van de middagfeestviering
hadden vele leden een voorstel ingediend tot
het houden van een bloemencorso. Evenwel,
had het bestuur reeds een ander plan uit
gewerkt, dat z.i. de voorkeur verdiende. Dit
plan behelsde: een uitbeelding van het voer
tuig door den loop der eeuwen heen. Het be
stuur had den heer Jan de Quack, architect
te Den Haag, aangezocht en bereid gevonden
dit plan nader uit te werken. In een vlotte,
interessante inleiding gaf de heer De Quack
hierna een uiteenzetting van dit plan.
De aanwezigen konden hun volle goedkeu
ring aan het plan geven, nadat de bezwaren
van enkelen over mogelijk te hooge kosten
door het bestuur waren ontzenuwd.
Te Nieuweroord is de vrouw van den ar
beider J. Bruinsma op weg naar huis in een
der diepe wijken geraakt en verdronken.
Uit Gemert schrijft men aan het „Huisge
zin":
Zaterdag jJ. was zekere G. v. T. vanaf
's middags 3 uur spoorloos verdwenen. Onder
voorwendsel van tabak te halen, was hij met
zyn rywiel van huis gegaan en niet meer
teruggekeerd.
Zondagmiddag toog men op onderzoek uit
en vond zyn rywiel onbeheerd op den Hulst
staan, en na eenige uren zoekens vond men
ook den persoon zelf. T. verkeerde in treu-
rigen toestand en werd direct van de H.H.
Sacramenten voorzien en daarna per zieken
auto naar 't St. Antonius-gasthuis te Hel
mond vervoerd. De rijks- en gemeentepolitie
stellen een nader onderzoek naar deze duis-
i tere zaak in.
De Rotterdamsche politie heeft aangehou
den een 29-jarige dienstbode, zekere H. C. B.
Sinds zeven maanden was zij in dienstbe
trekking by mevrouw J. v. S. aan den Spoor-
singel. Al dien tyd heeft zij zich aan verduis
teringen schuldig gemaakt. Bedragen, die zij
voor haar mevrouw moest gaan betalen aan
winkeliers, eigende zij zich toe.
Eenigen tijd terug moest zy voor haar me
vrouw belasting gaan betalen. Ook dit geld
heeft zy weten te verduisteren, door op het
belastingbiljet een valsche handteekening te
schrijven.
Door haar optreden van eenige dagen te
rug is zy eerst door de mand gevallen. Zij
vervoegde zich namelyk bij een mantel
magazijn aan de Botersloot. Daar bestelde
zy een mantelcostuum en een paar mantels
voor rekening van haar mevrouw aan den
Spoorsingel. Toen do bestelling aan huis
werd bezorgd, heeft ze zelf de goederen aan
gepakt met de boodschap, dat de firma over
eenige dagen met de kwitantie kon komen.
Toen de N. V. H. van de Botersloot de kwi
tantie presenteerde was de dienstbode ge-
broer van den vorige, wordt ten laste gelegd
het ten geschenke aannemen van twee
bankbiljetten van 1000, wetend dat zy van
misdryf afkomstig waren.
Tegen dezen verdachte eischte het O.M.
anderhalf jaar gevangenisstraf. Ook voor
dezen verdachte vroeg mr. Kasse Zegel on-
middeliyke invryheidstelling, wat door de
rechtbank geweigerd werd.
In de middagzitting werd de zaak tegen
den derden broer uit de familie R., Joost R„
behandeld, die eenige bankbiljetten van
1000 in zyn woning verborgen heeft ge
houden in een gat in den vloer.
Het O. M. eischte 2 jaar gevangenisstraf.
Mr. Kasse Zegel vroeg vrijspraak en on-
middeliyke invryheidstelling, waartoe de
rechtbank ook voor dezen verdachte geen
termen aanwezig achtte.
Den volgenden verdachte, L. F. C. werd
eveneens ten las,te gelegd, gelft ten geschen
ke te hebben aangenomen, afkomstig van
deze verduistering.
De inspecteur van politie, Bouwhoff, ver
klaarde, dat in het Huis van Bewaring deze
verdachte getracht heeft, door middel van
briefjes zijn medeverdachte C. J. K. te be
werken, om een andere verklaring af te leg
gen. Het schijnt mogelyk te zijn, zeide ge
tuige, dat er in het Huis van Bewaring on
derlinge briefwisseling gevoerd wordt tus
schen gedetineerden.
De verdachte uit de vorige zaak, C. J. K.,
nu als getuige gehoord, zeide aan verdachte
L. F. K. ook nog 500 te hebben gegeven,
afkomstig van het verduisterde geld.
In het Kuis van Bewaring heeft hy vier
of vijf briefjes van verdachte in zyn cel ge
kregen. Zij werden er in gegooid. Door wien
Wist hy niet.
In een er van stond, dat als getuige zijn
verklaring introk, verdachte later voor zijn
vrouw en l^inderen zou zorgen.
Verdachte: In die briefjes stond niet wat
getuige zegt. Ik schreef er alleen in, dat ik
valsch beschuldigd werd en dat ik hem ver
zocht, dit aan den officier van justitie te
verklaren. Over dat geschonken geld is alles
fantasie.
Getuige: Ik zweer, dat hij 700 van mij
heeft gekregen. Maar die lui zyn allemaal
Soochemer dan ik.
Verdachte: Nu lieg Je voor de tweede maal.
Een stem van de publieke tribune: Hij
legt een meineed af. Dat kan ik bewyzen.
(Beweging)
De bewuste persoon werd door rijksveld
wachters van de publieke tribune verwilderd,
terwijl hy bleef roepen: Het is meineed, dat
zal ik bewyzen!
Het O. M. eischte l'A jaar gevangenis
straf.
De volgende verdachte, S. v. d. E., stond
terecht ter zake van het in bewaring nemen
van een biljet van 1000, het vervoeren van
een biljet van 1000, wetende dat deze van
verduistering afkomstig waren.
Het O. M. eischte 1 jaar gevangenisstraf.
Den laatsten verdachte, A. F. M„ caféhou
der, is eveneens ten laste gelegd de bewaring
van 1000 van verduistering afkomstig. Te
gen hem eischte het O. M„ gezien het feit
dat M. reeds vier veroordeelingen achter den
rug heeft, twee jaar gevangenisstraf.
De uitspraak in al deze zaken werd over
14 dagen bepaald.
vlogen. De politie heeft haar echter weten
te arresteeren. Van al haar verduisteringen
heeft zij volledige bekentenis afgelegd.
De bestuurder door glasscherven gewond
Onder de gemeente Voorschoten vlak voor
de noodbrug naast de Horstbrug is een
groote 5-persoons auto van de American
Petroleum Cy. in brand geraakt. De auto
reed tegen een zandhoop naast den weg,
kantelde en kwam vlak voor de noodbrug,
welke de verbinding vormt tusschen Voor
schoten, Leidschcndam en Voorburg, te lig
gen, waardoor het verkeer tusschen genoem
de gemeenten was gestremd.
Na ongeveer een half uur was de auto ge
heel verbrand.
De bestuurder, de employé van Vliet uit
Voorburg heeft nog eenige documenten uit
den auto gered, door een van de ruiten met
zyn hand stuk te slaan. Hy liep daarbij
eenige ernstige verwondingen op.
De auto was verzekerd.
Te Dongen stortte Maandagavond met
donderend geweld, het middenschip van de
sedert jaren ongebruikte kerk der Protes-
tantsche gemeente ineen. Steenen en balken
kwamen overal in het rond, terecht, vooral
op den openbaren weg, waar evenwel door
het reeds gevorderde uur, gelukkig, geen
persooniiike ongelukken plaats hadden.
Het Ryk had eenige jaren geleden gelden
beschikbaar gesteld voor reparatie van de
kerk. Later is evenwel dit besluit weer in
getrokken.
Het gedeelte van de kerk, dat nog is
blyven staan baart geen zorg voor de open
bare veiligheid.
Op vermoeden van brandstichting in het
Tehuis voor dakloozen te Farnsum, waarin
hij met zijn gezin woonde, is aangehouden
J. W.
Het gebouw is geheel uitgebrand,
terwyl de inboedel grootendeels verloren
ging.
De timmerman-aannemer, tevens raads
lid, C. L., uit Stadskanaal, sedert 9 Mei in
voorarrest, in verband met de beweerde
corruptie in de gemeente Onstwedde, is op
vrije voeten gesteld.
Te Berghem kwam de landbouwer F.
Brands, by het bouwen van een woning,
onder een omvallenden ondergraven muur
terecht.
Zyn toestand is levensgevaarlyk.
Op het Jaagpad, naby Delft, ls de aan
nemer S., uit Delft, met zijn motorrywiel
geslipt en over den weg geslingerd
Met een gebroken been werd hy naar het
St Hippolytusgesticht vervoerd en daar
ter verpleging opgenomen.
Een 21^-jarig kind van den heer G„ te
Viewerlaten, heeft uit een pot met koken
de thee gedronken en is aan de gevolgen
daarvan overleden.
Indevergadering des Eerste Kamer deed
gisteravond de griffier mededeeling van een
bericht van het centraal stembureau mel
dende de benoemd-verklaring van den heer
M. Lolliema in de vacature ontstaan door
het overiyden van de heer de Vries.
De VOORZITTER stelde voor het bericht
te zenden naar de commissie voor het on
derzoek van de geloofsbrieven.
Aldus werd besloten.
De VOORZITTER deelt mee, dat in de
afdeelingen behandeld zouden worden de
wetsontwerpen betreffende de circulatiebank
wetgeving voor Suriname.
Heden na de openbare vergadering zouden
eenige andere wetsontwerpen in de afdee
lingen worden onderzocht.
De vergadering werd daarna tot heden
morgen verdaagd.
In de vergadering der Tweede Kamer
vroeg gisteren de heer KERSTEN (S.G.)
verlof om de Regeering te interpelleeren
over de in den laatsten tyd getroffen maat
regelen ten opzichte van het intercommu
nale autobusverkeer ook in verband met de
wettelijke bepalingen.
Op dit verzoek zal nader beslist worden.
Vervolgens was aan de orde het wetsont
werp tot goedkeuring van het verdrag no
pens het toezicht op den internationalen
handel in wapenen, munitie en oorlogsma-
terieel van 17 Juni 1925.
De heer J. J. C. v. Dyk (AR.) wyst op
de ongeiykheid in het verdrag, dat wel on
der controle stelt den wapenhandel maar
niet de fabricatie. De kleine niet-wapenpro-
duceerende landen worden hiermede in hun
positie verzwakt.
De heer v. Zadelhoff (S.D.A.P.) vindt het
verdrag eenzydig. Toch hoe beperkt het is,
meent spr. dat men het verdrag moet aan
vaarden.
In zyn antwoord zegt de minister van Bui-
tenlandsche Zaken, de heer BEELAERTS
VAN BLOKLAND, dat de regeering zich niet
voorgesteld had, dat dit verdrag met enthou
siasme zou worden ontvangen. De critiek
richt zich echter tot hetgeen niet in het ver
drag staat. Een regeling van den aanmaak
van wapenen is nog uitgebleven. Spr. be
treurt dat, maar het is geen reden om dit
verdrag niet te aanvaarden. Men behoeft
zich hier niet bezorgd te maken over den
toestand van andere kleine staten. Ons land
voorziet grootendeels in eigen behoefte aan
wapenen. De bezwaren van den heer van Za
delhoff betreffende particuliere fabricage
kan spr. niet geheel deelen. Voor wat ons
land betreft, vormt de kleine Industrie geen
gevaar voor oorlog. Voor ons land is by aan
vaarding van dit verdrag geen gevaar te
duchten. Tot medewerking aan totstandko
ming van een verdrag betreffende den aan
maak van wapenen is spr. gaarne bereid.
Na repliek merkt de Minister van Oorlog,
de heer LAMBOOY op, dat Nederland zich
te Genève niet wilde verzetten tegen hetgeen
met veel moeite was tot stand gekomen. Dit
ontwerp brengt feiteiyk voor ons land geen
nieuws. De in- en uitvoer ook van wapens is
toch steeds openbaar gemaakt in statistische
gegevens. Het tractaat wordt pas van kracht
als het door veertien landen is geteekend en
degeen, die teekent, is na vier jaar weer vry.
Nederland mag zich niet verzetten tegen één
der eerste producten van den volkenbond.
MINISTER BEELAERTS VAN BLOK
LAND, repliceert. Hy zegt, dat het ontwerp
wel degelyk een stap beteekent in de rich
ting van ontwapening, al is het ook een zeer
bescheiden stap. De toestand is echter zoo,
dat een oorlog nog mogelijk is. Daarom acht
de regeering het gelukkig, dat de particuliere
industrie zich ontwikkeld heeft, omdat wii
daardoor minder afhankelijk zijn van he!
buitenland. Spr. dringt er op aan, dat dit ver
drag, dat voor Nederland geen nadeel brengt
wordt goedgekeurd. Wy steunen daarmede
de volkenbondsgedachte.
By de verdere besprekingen motiveert Mgr.
NOLENS, R.K. zyn stem, Hy meent, dat de
bezwaren, die zijn aangevoerd, door den mi
nister zijn weerlegd. Spreker zou niet willen
medewerken om verkeerde Indrukken te ves
tigen en zal, vóór het ontwerp stemmen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
64 tegen 10 stemmen. Tegen de A.R. en L. de
Visser, C.P.
De wetsontwerpen: Voor behoud der be
voegdheid tot toetreding tot de ontwerpver
dragen betreffende dearbeidsovereenkomst
dragen betreffende de arbeidsovereenkomst
1926), werden zonder hoofdeiyke stemming
aangenomen.
Verzorging van ouden van dagen
Vervolgens komt aan de orde de motie-
Sannes betreffende wettelyke voorziening
in den nood van ouden van dagen.
De motie luidt als volgt:
De Kamer, van oordeel, dat een betere
voorziening in den nood van de ouden van
dagen dringend noodzakelyk ls;
dat deze voorziening behoort te bestaan
uit een vereeniging van kostelooze ouder
domsrente, invaliditeitsrente en door vrijwil
lige verzekering verworven ouderdomsrente;
verzoekt de regeering de indiening van
desbetreffende wetsontwerpen te bevorde
ren;
en gaat over tot de orde van den dag.
De heer SANNES (S.D.AF.) verdedigt zyn
motie.
De heer OUD zegt, dat hoofdzaak is, dat
de ouderdomsvoorziening algemeen is en
geen scheidingsiyn wordt getrokken, tus
schen loonarbeiders en nlet-ioonarbeiders.
Practische redenen dwingen ons het Staats
pensioen te aanvaarden omdat het 't eenige
middel is, om een eind te maken aan den
nood der ouden van dagen.
De '--ar Oud vraagt, hoe het staat met
den ag, dien de heer Sannes wensclit.
Die was in zyn berekening niet inbegrepen.
Het bedrag van 23 millioen zal dus belang-
ryk worden verhoogd. Spr. vindt dat bedrag
te hoog en acht zich niet verantwoord dit
te voteeren. Hij wil daarom practisch zijn en
de bedragen stellen, die thans voor de ouder-
domsverzekering gelden.
Zooaïs de motie thans luidt, kan spreker
zich daarvóór verklaren, omdat men daar
mede niet vast zit aan de berekeningen van
den heer Sannes. Deze moet echter den toe
slag op de vrywilllge verzekering er niet in
brengen.
Daarna wordt de vergadering verdaagd.
De heer Oud heeft den minister van Wa-
terstaatde volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat zich in
de nabyheid van Nieuwediep, onmiddeliyk
naast het Westgat, het wrak ebindt van de
„Tuscar" en tusschen Texel en .jM-iiuwediep,
op den rug tusschen Molzwin en Texelstroom,
het wrak van de, „Stier"?
Is de minister niet van oordeel, dat beide
wrakken groote gevaren opleveren voor de
scheepvaart en de visschery, omdat zy by
hoogwater ongeveer een voet onder wa ter
zyn en de stroom de schepen steeds in dt
richting van de wrakken 1' dt. zoodat t
groote kans bestaat, dat te eeniger tijd en
ongeluk gebeurt, dat mogelijk zelfs verlies
van menschenlevens ten gevolge zal heb
ben?
Is de minister bereid maatregelen te ne
men om tot een zoo spoedig mogelyke op
ruiming van deze wrakken te geraken?
Op de vragen van den heer Braat betref
fende spoedige voldoening van de door het
Rijk nog niet betaalde kooppenningen der
gekochte gronden voor verbreeding van den
weg UtrechtLeiden onder de gemeenten
Zwammerdam, Alphen a.d. Rijn e.a., ant*
woordde de minister van Waterstaat:
Bij den aankoop van gronden voor ver
breeding van den weg Utrecht—Leiden e.a.
is niet toegezegd, dat betaling van de koop
sommen uiterlijk 1 April j.l. zou plaats heb
ben. Het doen van zoodanige toezeggingen
zou ook minder juist zyn, aangezien de dag,
waarop de betaling zal kunnen geschieden,
wegens verschillende omstandigheden niet
altyd vooraf nauwkeurig worden bepaald.
In de koopakten wordt steeds de bepaling
opgenomen, dat de betaling zal geschieden
binnen vier weken nadat de declaratie by
het Dep. zal zyn ingekomen. Vóórdat dit kan
geschieden, moet de akte zyn geregistreerd
en in de openbare registers zyn overge
schreven, of moet althans de gekochte grond
ten name van den Staat zijn gesteld en moe
ten de hypotheken, welke in vele gevallen
op de gronden rusten, zyn afgelost.
Met een en ander gaat onvermijdelyk dik
wijls vry veel tyd verloren. Voor zooveel
mogelijk, wordt bevorderd, dat de kooppen
ningen spoedig worden betaald.
Op vragen van het Tweede Kamerlid, den
heer de Muralt luidende:
Is het juist, dat 27 April JJ. op den onbe-
waakten overweg op den Waardschen Dyk
aan de spoorlyn LeidenWoerden een gru-
weiyk ongeval heeft plaats gevonden, waar
by door een sneltrein een hondenkarretje
met voerman werd gegrepen, met het ge
volg, dat het hoofd en armen van den voer
man van de romp werden gescheiden?
Is, naar de meening van den minister, het
vermoeden Juist, dat, indien deze overweg
bewaakt was geweest, het ongeval niet zou
zyn voorgekomen?
Is de minister bereid het oordeel uit
sluitend ten aanzien van dit laatste van
het Rijkstoezicht op de Spoorwegen mede
te deeien?
heeft de minister van waterstaat geant
woord:
Op 27 April jX is op den onbewaakten
overweg bij K. M. 1.369 van den spoorweg
Leiden—Woerden een hondenkarretje door
trein 1210 overreden, waarby de voerman is
gedood, vermoedelijk als gevolg van niet
uitkijken door dezen.
Ware de overweg van afsluiting voorzien,
dan zou, zooals in dit geval vanzelf spreekt,
een ongeval zyn vermeden, indien mag wor
denaangenomen, dat de wachter met tijdige
sluiting van de boomen nimmer in verzuim
is. Dat echter dergeiyk verzuim kan voor
komen, bleek nog onlangs uit een ander
ongeval.
Hoewel in het algemeen ambtelyke advie
zen uitsluitend voor den minister bestemd
zyn, is er geen bezwaar mede te deelen, dat
deze uiteenzetting strookt met de meening
van het Rijkstoezicht op de Spoorwegen.
Naar de „Volkskrant" uit goede bron ver
neemt, zal binnenkort tusschen de regee
ringen van ons land en van Duitschlancl
een overeenkomst worden gesloten tot voor
koming van dubbele belasting der langs de
grenzen wonende, in het andere land werk
zaam zynde burgers.
De Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring heeft in de afgeloopen week gekeurd:
46 films lengte 37698 M. 1 Coupure In scène.
Toegelaten A. (voor alle leeftyden) Jour
naals, actualiteiten, industrie, reclame, lan
den en steden e.d.; 32 films lengte 10539
M. Kleine films (1 2 acten) meest ko
misch. 2 films lengte 1016 M. Hoofdnum
mers (groote films) 3 films, lengte 6202 M.
Toegelaten B. (boven 14 jaar). Hoofd
nummers (groote films), 4 films, lengte
9321 M.
Toegelaten C. (boven 18 jaar). Hoofd
nummers (groote films) 5 films, lengte
10620 M.
Reclame goedgekeurd: 443 „litho's", niet
toegelaten 1 stuk, 1288 „photo's", niet toe
gelaten 26 stuks.
Op de vraag van den heer Lingbeek be
treffende de van Regeeringswege toegezegde
inlichtingen nopens de wyze, waarop onder-
wyzers-kloosterlingen, werkzaam aan van
Overheidswege geldeiyk gesteunde inrichtin
gen van onderwys in de nabygelegen landen,
worden gesalarieerd, deelt de heer Waszink,
Minister van Onderwys, Kunsten en Weten
schappen, het volgende mede:
Ingevolge zyn in de vergadering van de
Tweede Kamer van 3 Maart 1928 gedane
toezegging stelt de ondergeteekende een on
derzoek in naar de in verschillende nabu
rige landen geldende salarisregeling voor
onderwyzers-kloosterlingen, werkzaam aan
van Overheidswege geldelyk gesteunde in
richtingen van onderwys. Hy heeft daarby
tevens gegevens gevraagd aangaande het
stelsel van salarieering voor het landsperso-
neel ln het algemeen in die landen, zoodat
hy te zyner tyd in de gelegenheid hoopt
te zijn ook hieromtrent aan de Kamer in
lichtingen te verschaffen.
Op de vragen van den heer Lingbeek in
verband met den plechtigen optocht by de
overbrenging van een beeld van Utrecht naar
de R. K. kerk te Renkum, antwoordden de
Min. van Justitie en van Oorlog, dat de ge
stelde vragen aanstonds aanleiding hebben
gegeven, een onderzoek in te stellen naar
hetgeen stond te gebeuren. Daarby bleek niet
van omstandigheden, welke aanleiding zou
den kunnen geven tot het vermoeden, dat
by het transport van het bedoelde beeld
eenig wettelyk voorschrift overtreden zoude
worden. Dit vermoeden is door den loop der
feiten op 6 Mei U. bevestigd. Hieraan kan
nog toegevoegd worden, dat een militair
escorte niet aanwezig is geweest en dat zelfs,
voor zoover het betrokken hoofd van plaatse-
ïyke politie opgemerkt heeft, geen militairen
in uniform ln het gevolg geweest zyn.
Twee verdachten, Kikkert en Veldhnijzen
voor de Rechtbank
Zooals reeds gemeld, hebben gisteren voor
de Amsterdamsche rechtbank terecht ge
staan H. v. Kikkert en Piet Veldhuyzen, ver
dacht van berooving van den 78-jarigen
banklooper P. Woortman, van de firma J. A.
Matthes en Co. op den Singel te Amsterdam
op 15 Februari JX
De tasch, die van den ouden banklooper
gestolen was een bruin lederen handtasch
bevate 15000 aan bankbiljetten, waar
van de nummers onbekend waren: 10 a
1000, 8 t 300, 8 k 200 en 10 100,
en verder ongeveer 20.000 aan effecten, n.l.
een aandeel Utrechtsche Asphalt-My., een
aandeel Poerworedjo, tien talons van aan-
deelen Kendlng Lemboe, twee divldendbe-
wyzen van preferente aandeelen Jurgens A.
Omtrent de behandeling van deze zaak
voor de rechtbank, kan nog het volgende
worden medegedeeld:
Als eerste getuige werd gehoord de heer D.
van Lankeren Matthes, firmant der firma
Matthes Sz Co., die verklaarde, dat het geld
aan de firma toebehoorde en de effecten
aan cliënten. Omstreeks kwart over tienen
kwam de banklooper op het kantoor, zeg
gende dat de tasch een ouderwetsche city
bag hem uit de handen was gerukt. Veel
wist de banklooper van het gebeurde niet te
zeggen, alleen zei hy, dat hy den dader nog
was nageloopen.
De president vroeg aan getuige, of de
firma aan den ouden banklooper al dat geld
toevertrouwde, waarop getuige antwoordde:
De Haagsche rechtbank heeft gisteren de
beruchte verduistering van 15000 ten
nadeele van de Haagsche Tramwegmaat-
schappy te behandelen gehad. Daarmede
werd, zoo noemt de „Tel." het, een tipje op
gelicht van den sluier, die de Haagsciie
onderwereld gewoonlyk bedekt. Meestal
zyn het slechts één of twee vertegenwoor
digers van het Haagsche misdadigersgilde,
die voor de rechtbank paradeeren. Ditmaal
waren het niet minder dan acht beruchte
individuen, die terecht stonden, o.w. drie der
beruchte inbrekersfamilie R„ waarvan er
nog onlangs een tot vyftien jaar, wegens
poging tot doodslag op inspecteur Paul,
werd veroordeeld. Hy was ook de „auctor
intellectualis" van het plan, om de H. T. M.
een groot bedrag afhandig te maken, door
den kantoorbediende A. C. O. G. over te
halen, geld, dat hy voor de H. T. M. by de
bankiersfirma Oppenheim en Van Till
moest halen, z.g. te verliezen. Toen deze G.
er eindeiyk op inging en op 27 September
1927 20.000 ging halen, heeft hy hiervan
15.000 verstopt op Meyendell en 5000
aan de politie overhandigd, voorgevende,
dat de rest verloren was. Achtervolgd en
bedreigd door de gebroeders R. en andere
kornuiten, heeft hy het geld aan hen over
handigd.
Er was groote belangstelling voor deze
affaire, die gisteren voor de Haagsche
rechtbank diende.
Eerst verscheen als beklaagde de 33-Jarlge
ex-kantoorbediende der H. T. M., A, C. O.
G„ beschuldigd van verduistering van 15
bankbiljetten van 1000 op 27 September