Bimicnlandsch Nieuws p^DÜf'OmiPiA^ A Gemengd Nieuws Uw Haar il KON-ZEEPFABRIEREN-DÊ DUIF STATEN.GENERAAL Eerste Kamer De overleden Portugeesche gezant Effectenbezit en de opgave voor de belasting De wijziging der Kieswet, Provinciale wet en gemeentewet on DE ^h-CHR PLEIHE5-DEN.D0LDER Het visum voor de Vereenigde Staten De derde schutsluis te Wemeldinge De visscherij-inspectie Wethouders-jaarwedden in Zuid-Holland De roofmoord te Maartensdijk ,Oom Karei" op bezoek Om een Kwatta-reep Koradlaat Ernstige val Een symoathieke daad De buitenlandsche journalisten Het vuil naar den akker wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijit beter zitten het valt niet meer uit indien gij des morgens een weinig PUROL tusschen de handen wrijft en dit door de haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen. Weer in vrijheid? In volle vaart tegen een boom De aanvaring van het s.s. „Veendam" Een lijk gevonden Zorgt dat uw huis goed gesloten is! Tusschen de buffers bekneld Door de tram overreden en gedood KERKNIEUWS De Missie-tentoonstelling te 's-Hertogenbosch LANDBOUW EN VISSCHERIJ De graslanddag te Wageningen Stamboek voor het Nederland sche trekpaard. B. T. Kunstvliegen SOCIAAL LEVEN De wijziging der Pensioenwet 1922 Het dreigend conflict bij „De Schelde" te Vlissingen RECHTSZAKEN De Veendammer Hypotheekbank In de v igadering der Eerste Kamer wer den gisteren zonder hoofdelijke stemming aangenomen eenige wetsontwerpen betref fende naturalisatie en het wetsontwerp be treffende gemeentelijke indeeling van Zuider- zee-gebied. Wijziging der leerplichtwet Vervolgens was aan de orde het wetsont werp tot wijziging van de artikelen I en II der wet van 30 Juni 1924, tot wijziging van cfe Leerplichtwet en van de L. O.-wet 1920, wijziging van het derde lid van art. 3 der Leerplichtwet, zooals het krachtens die wet wordt gelezen, en wijziging van het vierde lid van art. 3 der Leerplichtwet. De heer v. d. HOEVEN (C.H> sprekende namens zijn naaste geestverwanten, verklaart tegen het wetsontwerp te zullen stemmen, omdat hij niet voelt voor de verplichting, den ouders opgelegcL om hun kinderen tot een bepaalden leeftijd naar school te zen den, in verband waarmee hij niet kan instem men met een vervroegde invoering van de 7- jarige leerverplichting. Daarnaast geldt voor spr. het bezwaar, dat aan de gemeente de inrichting van een 7e leerjaar reeds is opge legd. De heer SLINGENBERG (V.D.) zal voor stemmen. Spr. geeft de Kamer in overwe ging de principleele vraag van den leerplicht buiten beschouwing te laten, tiaar de bezwa ren daartegen langzamerhand wel verstomd zijn en de leerplicht aanvaard is behalve door enkele zeer principieele elementen. De invoering van den zevenjarigen leer plicht is een sociaal belang, daar hij de kloof helpt overbruggen tusschen de onderwijswet en de arbeidswet. Daarom moet, wanneer men een keuze zou willen doen tusschen wij ziging der leerlingenschaal en den zeven jarigen leerplicht, de laatste voorgaan. Spr. begrijpt de bezwaren van den heer v. d. Hoeven niet, wanneer hij denkt aan de smartelijke woorden, waarmee dr. de Visset- als Minister het uitstel van de door hem met geestdrift verdedigden 7-jarigen leerplicht aanvaardde. Spr. begrijpt niet, dat menschen van dezelfde politieke groep zoo verschillend kunnen spreken. Spr. acht het financieele nadeel geringer dan het sociale belang bij dit ontwerp ge moeid. Waar de heer v. d. Hoeven klaagde over den druk der belastingen, wijst spr. op de verschillende reeds tot stand gekomen belastingverlagingen, die aantoonen, dat we op den goeden weg zijn. De heer DE JONG (R.K.) herinnert er aan, dat hij, bij de invoering van de verplichting der gemeenten om een 7e leerjaar in te richten, er bij den Minister op heeft aange drongen nu ook de 7-jarige leerverplichting te vervroegen. Voor spr. is dit ontwerp dan ook allerminst een verrassing geweest. Spr. merkt op, dat tenminste de helft der leer lingen, die er voor in aanmerking komen, nog niet het 7e leerjaar volgen; vrijwillig laten vele ouders hun kinderen het onderwijs in het 7e leerjaar niet genieten. De heeren Ossendorp (S. D. A. F.), Smeenge tv. D.) en de heer Veer (A. R.) verklaren zich vóór het wetsontwerp. In zijn antwoord betoogt de MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETEN SCHAPPEN, de heer WASZINK, dat het niet aangaat om van de gelegenheid eener voor gestelde vervroeging gebruik te maken om een principieele tegenstand te bieden. Het eenige argument dat men in deze omstandig heden mag laten gelden, is het financieele en te dien aanzien merkt spr op, dat, nu ver schillende belastingverlagingen tot stand zijn gekomen, de Regeering van oordeel \yas, dat 4; -j millioen beschikbaar moest worden ge steld voor dit groote volksbelang. Zij gaf de voorkeur aan den 7-jarigen leer plicht boven herziening van de leerlingen- schaal, daar zij het van meer belang vond, dat de haat tusschen Onderwijs- en Arbeids wet werd weggenomen dan dat de klassen kleiner werden en duizenden kinderen op straat bleven loopen. Het geld voor dezen maatregel is beschik baar. Na repliek van den heer v. d. Hoeven werd het wetsontwerp met 27 tegen 4 stemmen aangenomen. Alleen de Chr. Hist, stemden tegen. Daarop werd de vergadering tot Dinsdag 12 Juni des avonds te half negen verdaagd. Naar het „Vad." verneemt, zal het stoffe lijk overschot van graaf de Martens Ferrao, den overleden Portugeeschen gezant bij het Nederlandsche hof, vermoedelijk niet naar zijn land worden overgebracht. De familie heeft op een daartoe door haar aan de Portugeesche regeering gezonden verzoek nu twee maanden geleden geen en kel antwoord ontvangen en concludeert hier uit, dat de Portugeesche regeering zich niet met het transport van het stoffelijk over schot van den overleden ambassadeur wil belasten. Daar de nagelaten betrekkingen weldra ons land zullen verlaten, is het hoogst waar schijnlijk, dat het stoffelijk overschot van graaf de Martens Ferrao op het Katholieke Kerkhof aan de Kerkhoflaan in Den Haag zal worden begraven, waar het thans tijde lijk in de arcade is bijgezet. Het Eerste Kamerlid, de heer de Veer, heeft aan den Minister van Financiën de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Kan de minister mededeelen, waarom in het aangifte-formulier voor de inkom stenbelasting en vermogensbelasting een splitsing wordt gemaakt tusschen die in schrijvingen en effecten, welke genoteerd worden ter beurze van Amsterdam, en die, welke daar niet onder vallen, en welk nut deze splitsing heeft ten opzichte van den aanslag in die belastingen? 2. Worden door die splitsing in het bij zonder aan een groot aantal bezitters van enkele effecten niet vragen gedaan, die moeilijk door hen juist zijn te beantwoor den, terwijl zij een onnoodigen last bezorgt aan allen, die eenig uit' effecten bestaand vermogen bezitten? 3. Is deze splitsing in overeenstemming a. met art. 44 der Wet op de inkomsten belasting, dat bepaalt, dat de aangifte der binnen het Rijk wonende natuurlijke perso nen bestaat uit een opgaaf van het belast baar inkomen met „summiere" aanwijzing der bestanddeelen b. met art. 14 der Wet op de vermogens belasting, dat bepaalt, dat het aangiftebll- je bevat een „summiere" aanwijzing van de bestanddeelen van het vermogen? 4. Is de Minister bereid te bevorderen, dat uit de aangiftebiljetten voor een volgend belastingjaar de bedoelde splitsing ver dwijnt? Het stemmen bij volmacht. Voorloopig verslag der Tweede Kamer. Verschenen is thans het voorloopig ver slag der Tweede Kamer over het wetsont werp tot wijziging van de Kieswet, de Pro vinciale Wet en de Gemeentewet. Enkele leden kónden zich met het voor stel om in sommige gevallen het stemmen bij volmacht mogelijk te maken, niet ver eenigen, zij vreesden, dat dit systeem meer nadeelen, dan voordeelen zou medebrengen en achtten het bij het groote aantal kiezers zelfs een gevaarlijk stelsel. Zeer vele leden konden zich echter met hetgeen ten aanzien van het stemmen bij volmacht wordt voorgesteld vereenigen. In het bijzonder wenschten sommige le den de voorschriften van het wetsontwerp minder streng te maken ten aanzien van de personen, die van de bevoegdheid tot het aanwijzen van een gemachtigde zullen kun nen gebruik maken. Verscheidene andere leden merkten even wel op. dat tot de voornaamste beginselen van de bestaande kiesrechtregeling ook be hoort het geheim der stemming. Stemming bij volmacht levert in ruime mate gevaar op voor schending van dat geheim. Dit al leen is reeds een reden om de regeling niet uitgebreider te doen zyn dan strikt nood zakelijk is. Deze leden verklaarden, zich met kracht tegen elke uitbreiding van het voor gestelde te zullen verzetten. Eenige leden zouden het in ieder geval jewenscht achten de vrouwen van stem plicht te ontslaan. Andere leden merkten daartegen op, dat in deze geen verschil tusschen mannen en vrouwen behoort te Worden gemaakt, aangezien het gaat over het nakomen van een zedelijke verplichting. Sommige leden zouden gaarne hebben gezien, dat de Regeering van de indiening van dit ontwerp had gebruik gemaakt om in de Kieswet bepalingen op te nemen ter beperking van de verkiesbaarheid, tot uit sluiting van onwaardigen, in den zin als was voorgesteld bij het wetsontwerp tot aanvulling van de Provinciale Wet en Ge meentewet, dat by Koninklijke Boodschap van 8 April 1921 werd ingediend en later weder ingetrokken. Van verschillende zijden werd de aan dacht van de Regeering gevestigd op de verzekering van het geheim der stemming. Men drong aan op voorschriften omirent een zoodanige plaatsing en inrichting van de lessenaars, dat voorkomen wordt, dat niet altijd onopgemerkt blijft, hoe een kie zer zyn stem uitbrengt. Verscheidene leden hadden bezwaar te gen de bepaling van art. 100a, omdat zij in de nu voorgestelde wyziging niets anders zagen dan een hopeloos pogen om vast te houden aan het stelsel der grootste over schotten. Daardoor is art. 100 langzamer hand een monstrum geworden. Deze leden wenschten art. 100 te vervangen door een artikel, waarin het stelsel D'Hondt is uit gewerkt. Tegen het nu voorgestelde art. 100a hadden deze en andere leden boven dien bezwaar, omdat het slechts schijnbaar de evenredigheid dient. Wordt dit artikel in de wet opgenomen, dan zullen twee met de evenredigheid strijdige gevolgen zeer ge- makkeiyk kunnen voorkomen. Zoo zal een lijst een zetel toegewezen krijgen, welke eerst aan een andere lijst was toegekend, nu echter daarvan afgenomen wordt, niet tegenstaande de lijst, waarvan de zetel wordt afgenomen, een grooter aantal stem men per toegewezen zetel zou hebben by behoud van den eerst toegewezen zetel dan de lijst, welke krachtens het nieuwe art. 100a. den zetel krygt. Dit nu is in strfjd met elk begrip van evenredigheid. In de tweede plaats zal door de voorgestelde wy ziging dikwyis een onjuiste verhouding ont staan in de zetelverdeeling tusschen de lijs ten, welke de minderheid der stemmen ver kregen. Ook voor die groepen is de even redigheid van belang. Deze leden illustreerden hun gevoelen met eenige voorbeelden, zooals die zeer gemak - keiyk kunnen voorkomen en op grond van die voorbeelden, waarby als punt van uit gang cyfers zyn genomen, welke volstrekt niet onmogeiyk zijn. meenden zy, dat het voorgestelde art\ 100a de evenredigheid meer schaden dan baten zal. De kosten voor een normaal visum voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, welke vroeger 25 bedroegen, zyn thans 2.50. Directe transit visa werden gratis verleend. De duur dezer visa is afhankelyk van de omstandigheid en wordt voor ieder geval afzonderiyk door het consulaat van afgifte vastgesteld. De minister van Waterstaat, de heer v. d. Vegte, heeft gisteren de derde schut sluis te Wemeldinge geopend. Het werk vormt den sluitsteen van een reeks van werken, door en op kosten van Nederland ondernomen, ten behoeve van scheepvaartverkeer dat in hooge mate van internationale beteekenis is. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft onder intrekking van vroegere beschikkingen, met ingang van 1 Juni e.k.: a. den inspecteur der Visscherijen W. J. Janssens aangewezen als districtshoofd in het lfe district (territoriale wateren) met standplaats 's-Gravenhage en hem tevens belast met het geven van advies omtrent aangelegenheden van algemeenen aard, betreffende de zeevisscherij en met de uitvoering van de Haringwet 1927: b. den inspecteur der vischerijen tit. J. van Hengel aangewezen als districtshoofd in het 2e en 3e district (Waddenzee en Zuiderzee c.st.) mït standplaats Amster dam en hem tevens belast met de uitvoe ring van de Kon. besluiten van 26 Juni 1911. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben besloten ten aanzien van de jaarwedden van de wethouders in de gemeenten met 15000 en minder inwoners in deze provin cie vast te stellen, dat voor een gemeente die ten opzichte van de bezoldiging van den burgemeester, den secretaris en den ontvanger in een der hierna aangeduide klassen in of wordt ingedeeld als norm voor de jaarwedde van elk der wethouders geldt het bedrag achter het betrokken klassecyfer vermeld: Klassen: 1 80, 2 90, 3 105, 4 120: 5 190, 6 220. 7 350, 8 390, 9 645, 10 ƒ720, 10a 800, De jaarwedde van een wethouder is gelijk aan de norm. Vragen van den heer Mendels aan den minister van Justitie. De heer Mendels heeft den minister van Justitie de volgende schriftelijke vragen ge steld 1. Is het den Minister bekend, dat de burgemeester van Maartensdyk aan ver tegenwoordigers van dagbladen uitvoerige mededeelingen heeft gedaan van zyn ver richtingen als hulpofficier van justitie ter zake van het opsporingsonderzoek in de recente moordzaak te Maartensdyk, en dat hy volgens de mededeelingen o.a. den ver dachte onmiddeliyk na diens aanhouding een verhoor heeft afgenomen, dat onafge broken heeft geduurd van 's avonds 11 uur tot den volgenden ochtend 5 uur, ten einde te trachten dien verdachte tot bekentenis te brengen? 2. Is het den Minister bekend, of deze mededeelingen juist zijn? 3. Indien zy juist Zijn, acht de Minister den een dusdanig verhoor van zes wren achtereen in den voor nachtrust bestemden tijd in overeenstemming met het bepaalde by art. 29 van het Nederlandsche Wetboek van Strafvordering? 4. Indien de Minister oordeelt, dat hier gehandeld is in strijd met bovengemeld artikel, is hy dan bereid, den desbetreffen- den ambtenaar zyn meening te dien aan zien kenbaar te maken? 5. Is het dan Minister bekend, dat de zelfde hulpofficier van justitie den verdach te vóór het raadhuis in het openbaar, ten aanschouwe van een menigte dorpsbewo ners, heeft doen photographeeren? 6. Zou de Minister willen mededeelen, of deze wyze van doen in het belang van het onderzoek bepaaldelyk geboden was, en, zoo ja, op welke gronden. 7. Zoo neen, acht de Minister r'"- een dergeiyke publieke verrichting toelaatbaar, althans in overeenstemming met den geest en de bedoeling van het Wetboek van Straf vordering? Hij verdween en bleef weg Dezer dagen klonk in den laten namiddag een bescheiden „belletje" in de woning van een aan den zelfkant van Amsterdam woon achtige familie. Zij was echter, zoo vertelt het „Hbld.", met achterlating van de jeug- I dige gedienstige, een wandeling gaan maken in het Buitenveldertsche natuurschoon. Naar de deur te rennen en deze te openen is be grijpelijkerwijs de reflexbeweging van een origineele „bellenhit", en zoo geschiedde het dan ook dat het achtergelaten keukenmeubel in de oogen staarde van een mijnheer die vroeg of de familie thuis was. Op het ontkennende antwoord vroeg de bezoeker of de familie spoedig terug zou keeren, waarop het meisje, gezien het mooie weer, twyfelachtige vermoedens uitte. Thans achtte de bezoeker het oogenblik gekomen zich bekend te maken en ontpopte zich als een familielid van „tante Betjc", zooals hy de vrouw des huizes noemde. Hy was spe ciaal uit Limburg gekomen om zijn nicht de hand te drukken, en wenschte niet terug te keeren, alvorens hy deze hartelyke han deling in optima forma had verricht. Het meisje wist dan ook niet beters te doen dan den oom van mevrouw in het salon te la ten, waar hij de familieportretten met vrien- delyke blikken aanschouwde. Speciaal eenige op het buffet staande portretten genoten de belangstelling en of het kwam door de glimlachende uitdrukkingen der gefotogra feerde gezichten of door de kruik „ouwe snik" in een hoek verscholen, oom bleef per manent bij het buffet. Na eenigen tijd ge wacht te hebben en onderwijl een kleintje koffie te hebben verwerkt, herinnerde oom zich plotseling nog een kleine conferentie met een ander familielid te moeten hebben, waarna hij de dienstbode mededeelde te zul len terugkeeren. Wanneer de familie thuis kwam. moest het meisje maar zeggen, dat oom Karei er was geweest.. Mijnheer vertrok en korten tijd later arriveerden de wande laars. Toen het meisje het bezoek van oom me dedeelde, voer een schok door het geheele gezin, want in de analen der famfliehistorie was geen oom Karei „uit Limburg" te be kennen, Een onmiddellijk in den salon inge steld onderzoek wees uit, dat oom als sou venir aan zijn bezoek al het zilverwerk „ge naast" had, dat door de vrouw des huizes netjes in een der buffetladen geborgen was ook de verminderde inhoud der bolskruik wees er op, dat oom geen „Goede Tempe lier" was. Tot heden is oom Karei nog niet van zyne conferentie teruggekeerd. Het levensgevaar van den 18-jarigen Jos. M. te Boxtel, die vorigen Zondag door zyn kameraad om wille van een stuk kwatta in de rechter long gestoken werd, is geweken, al blijft de toestand vrij ernstig. De 16-ja- rige is thans op vrije voeten gesteld. Te Amsterdam is een 15-jarige jongen in de Nieuwe Achtergracht gevallen. Een tram conducteur sprong den jongen' na en slaagde er in hem te redden. De knaap was reeds be wusteloos. De geneeskundige dienst heeft zich óver hem én ook over den natten con ducteur ontfermd. Een 47-jarige man had het ongeluk in een perceel in de Egelantiersstraat te Amster dam van de trap te vallen. Hy brak zijn wervelkolom en moest in ernsti|;en toestand naar het ziekenhuis vervoerd worden. De gezant van Uruguay zal Zaterdag middag aan 't bestuur van het Helden der Zee-fonds Dorus Rijkers een gift ter hand stellen, welke de leden van de Tweede Ka mer in Uruguay spontaan hebben byeen- gebracht, toen zy het gedrag der Neder landsche redders bij het vergaan der Prinses Mafalda vernamen. De gezant zal vergezeld worden van zyn gade, eenige ka merleden uit Urugay, een deputatie van de Uruguaaysche voetballers en den Neder- landschen consul-generaal in Uruguay, den heer Speelman. Onze Minister van Buitenlandsche Za ken zal zich doen vertegenwoordigen door jhr. mr. dr. J. C. E. C. Rendorp, directeur van het Proocol, terwijl tevens een verte genwoordiger van de Directie v. Nievelt- Goudriaan is uitgenoodigd. De eere-voorzitter van het Helden der Zee-fonds, de Heldersche burgemeester Houwing, zal de gift in ontvangst nemen. Namens de Nederlandsche regeering geeft minister Waszink ter gelegenheid van het bezoek an Den Haag van buiten landsche journalisten een ontvangst in de ridderzaal Vrydagavond a.s. om 9 uur. De rietgronden te Aalsmeer Zooals gemeld, heeft de gemeente Leimui- den, welke groote complexen rietgronden in de gemeente Aalsmeer heeft liggen, aan die gemeente vergunning gevraagd om bedoelde rietgronden door de maatschappy „Myvo" met stedeiyke afvalstoffen in cultuur te brengen, teneinde daarvan tuingronden te maken. De gemeente Aalsmeer heeft echter gewei gerd deze vergunning te verleenen op grond eener politieverordening, waarbij het verbo den is afvalstoffen in die gemeente te stor ten. Naar vernomen wordt, hebben de bevoeg de autoriteiten zich reeds met deze kwestie bemoeid. Naar de „Msb." verneemt, kan binnen enkele dagen de invrijheidstelling worden tegemoet gezien van den heer de B„ die in het huis van bewaring te Den Haag is op gesloten, als verdacht van verduistering van een aanzieniyk bedrag, ten nadeele van een onderneming uit Indië. Naby Lunteren reed de auto van den heer H. uit Amsterdam tegen een boom, omdat hij te ver uitweek bij het passeeren van een wagen met steenen. De bestuurder bekwam ernstige verwondingen doordat het stuurrad door den schok afbrak. Drie inzittende da mes bekwamen slechts geringe verwondin gen. Per auto werd de gewonde naar Ede vervoerd. De auto werd ernstig beschadigd. Omtrent het bericht, waarin melding werd gemaakt, dat het stoomschip „Veendam" van de Holland Amerika Lijn op zijn ligplaats aan Hoboken Pier te New York zou zijn ge zonken, heeft de directie der H. A. L„ na dat zij óm inlichtingen had gevraagd, van haar hoofdagentschap te New-York mede- cïeeling gekregen, dat alles met de „Veen- dam" nog in orde is. Men gaat steeds door met het lossen van de lading en met het nemen van maatregelen, om het schip zoo spoedig mogelyk in het dok te kunnen bren gen. United Press meldt uit New York: Nadat het grootste gedeelte van het ge zwollen graan was gelost, is men er thans in geslaagd, de „Veendam", die, naar men weet, aan de pier te New York onder water zat, eenige voeten te doen ryzen. De patrys- poorten bevinden zich weder boven den wa terspiegel: de ruimen zyn leeggepompt. Het schip hangt nog tusschen de kranen. Men gelooft, dat het voor de volgende reis 16 Juni a.s. weder gereed zal zyn. Dezer dagen vond de politie van Zuid broek in het Winschoterdiep, ter hoogte van de z.g. Krommerrakken, een lijk, dat bij onderzoek bleek te zijn van een bejaard persoon. Papieren op het lijk gevonden, wezen aan (vermoedeiyk) een zekere De Vries, koopman en slager, te Winschoten. Aangezien aan de rechter broekspyp zich een fietsknip bevond, wordt vermoed, dat deze persoon met een fiets te water is ge raakt, Het rijwiel werd nog niet gevonden. „Voor Uw huis geldt de zorg voor deu ren en ramen, vensters en kasten; voor Uw auto, portieren, banden en gereed schapskisten. Voor Uw zilver en Uw ef fecten: Uw brandkast of kluis, want als Gy Uw huis voor eenige weken gaat ver laten, moet Gij voorkomen, dat onbevoeg den U met succes een ongevraagd bezoek brengen. Ook Uw reiskoffers moeten in orde zijn en van goede sluitingen voorzien. Deze „veiligheid" is slechts op weinige koffers aanwezig, als regel geheel afwezig, en tochnergens wordt meer uit gesto len dan uit reisbagage!" Dergelyke waarschuwingen zijn vooral in den vacantietijd. den tyd van reizen en uitstapjes, die weder nadert, van niet te versmaden belang. Lips Slotenfabriek, heeft bovenstaande waarschuwende woorden afgedrukt in een sierlijk vlugschriftje, waarin de firma haar fabrikaten den reiziger aanbeveelt, opdat diens bezittingen veilig zyn. Gistermorgen is teOosterhout de 26- jarige C. Oomens tusschen de buffers van de stoomtram bekneld gerakt, waardoor zyn borstkas werd ingedrukt. Het slacht offer is naar het ziekenhuis overgebracht. Zyn toestand is zorgwekkend. De veehandelaar P. de Taeye uit Eede (Zeeland) is gistermiddag tusschen Aar denburg en Maldeghem met zyn rywiel onder de stoomtram BreskensMal deghem geraakt. Hij was onmiddeliyk dood. In het Casino te 's Hertogenbosch wordt thans een groote missietentoonstelling ge houden ter gelegenheid van het tweede lus trum der missievereeniging „St. Franciscus Xaverius". In totaal zyn er dertig stands en wel van: de Witte Paters, de St. Joseph-Congregatie Mill-Hill de missionarissen der H. Familie, de Paters H. H. Harten; de Paters Redemp toristen, de missionarissen van het Goddelyk Woord, de Sociëteit der Afrikaansche Mis siën, de Pater Dominicanen en Capucynen, het Missiehuis Steyl-Uden, de missie in Noorwegen, de missionarisen van Scheut en die van het H. Hart, de Paters Jezuïeten,, Lazaristen, Kruisheeren, Passionisten, Mont- fortanen, Maristan en Minderbroeders- Franciscanen, het Genootschap tot Voort planting des Geloofs, H. Kindsheid en St. Petrus Liefdewerk van het H. Hart, de Pa ters Carmelieten en Assumptionisten. Voorts is er een aparte afdeeling Missie- lectuur, een stand der jubileerende vereeni- ging; op de galerij een medische afdeeling en op de tennisbanen in een afzonderlyke tent een afdeeling verkeerswezen, en last not least een inzending van het Sint Me- lania-werk, dat onder de hooge bescherming van Z.Em. Kardinaal van Rossum staat. In tegenwoordigheid van vele autoriteiten had gistermiddag de opening dezer tentoon stelling plaats. Na een openingswoord van mgr. C. Prin sen werd voorlezing gedaan van een -schrij ven van kardinaal van Rossum en een van Mgr. Euckx uit Finland. De Bisschop van 's Hertogenbosch Z.D.H. Mgr. A. F. Diepen sprak de openingsrede uit. Mgr. Diepen sloot zich aan bij den geluk- wensch aan de Missievereeniging, die tien jaar lang voor zoovele priesters, leeken en instellingen van het hoogste nut is geweest. De ton gouds die zy inzamelde, is een schat maar van grooter waarde is dat zy de mee ning van duizenden ten overstaan van het missiewerk veranderde en sluimerende krachten wekte tót steun der missie. Mgr. verheugde zich over de totstandkoming dezer tentoonstelling, waar zooveel te leereh valt en velen tot missie-actie zullen worden op gewekt. Mgr. wekte op tot steun aan het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs. Hy dankte de missionarissen voor hun werk en verklaarde de tentoonstelling voor ge opend. Des avonds werd door mgr. Diepen in de Kathedrale Kerk een pontificaal lof gece lebreerd waaronder prof. P. van Grinsven 'n feestpredicatie hield. In den Casinotuin gaf later het muziek korps van Goulmy en Baar een concert. Resoluties. Te Wageningen is de vergadering van het Ned. Genootschap voor Landbouw weten schap voortgezet. Ir. A. H. Joustra sprak over: Het streven tot verbetering der gras- landoultuur in Duitschland. In Duitschland houdt men zich sinds eenige jaren intensief bezig met de verbe tering van het grasland. De voor dat spe ciale doel opgerichte vereenigingen werken eng samen, met de landbouwkamers, de zgn. „Versuchsringe", de wetenschappsiyke in stituten en de Deutsche Landw. Gesell- schaft, terwyi de regeeringen der verschil lende staten het streven ten zeerste steunen. Een der hoofddoeleinden is, datgene, wat reeds als goed erkend is, zooveel mogelijk on der de boeren, speciaal ook de kleinere te brengen, o.a. door cursussen en lezingen met aansluitende bezichtiging van goede en slechte weiden en door hun de grassen te leeren kennen door zgn. Lehrgrasergarten, waarvan er reeds zeer vele Zijn aangelegd. Bovendien bestaat er op dit gebied en speciaal ook met betrekking tot de bepaling der opbrengst van grasland sinds 1927 een internationale samenwerking tusschen Zwe den. Finland, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland, Oostentijk,. Hongarije en Duitschland. Hierna sprak prof. dr. J. Minderhoud over: De economische beteekenis van rationeele graslandcultuur. De economische beteekenis van rationeele graslandcultuur ligt vooral in het feit, .dat, waar de productiemiddelen zich in private handen bevinden, het maatschappeiyk inko men (pacht plus kapitaalrente plus arbeids loon. plus ondernemerswinst) in den regel op den duur het grootst zal zyn, als iedere ondernemer zyn grasland rationeel exploi teert. Voor verslechtering van de verdeeling van het maatschappeiyk inkomen behoeft in ons land by meer rationeele graslandcultuur geen vrees te bestaan. Door algemeen toegepasten rationeelen weldebouw is een belangryke stijging van het maatschappeiyk inkomen te verwachten, aangezien: 1. bij den weldebouw dooreengenomen nog veel minder dan in den akkerbouw rekening wordt gehouden met wat de landbouwweten schap heeft bereik' 2. het grasland pl.m. 56 pCt. van ons cul tuurland inneemt, waarvan een aanmerke lijk deel door grondsoort en/of ligging t.o.v. den grondwaterstand practisch uitsluitend als zoodanig kan worden gebruikt. In de namiddagvergadering gaf de heer prof. J. H. Aberson, een toelichting op het rapport der studiecommissie voor het gras- landonderzoek. Daarna gaf prof. C. Broekema een samen vatting van het gesprokene. Spr. stelde de volgende conclusies voor: le het bestuur van het Genootschap voor Landbouwwetenschap wordt uitgenoodigd in de toekomst, de graslanddagen te herhalen; 2e. de bevordering der techniek van de gras landcultuur ligt op den weg van den Ryks voorlichtingsdienst en der landbouworgani saties; 3e het Genootschap dringe er by de Regeering met kracht en klem op aan, dat wat in het rapport der studiecommissie wordt gevraagd snel wordt verwezenlykt. De heer dr. K. -Zyistra, de „minderheid" van het rapport, verdedigde zyn zienswyze een kleine commissie samen te stellen van enkele deskundigen. Na verdere bespreking diende het bestuur een resolutie in. De eerste conclusie van prof. Broekema, betreffende het herhalen van graslanddagen werd overgenomen en door de vergadering goedgekeurd. De resolutie luidt: De vergadering, gehoord de discussies, is van meening, dat: le. hetgeen tot nu toe op het gebied van graslandverbetering is verricht, met alle waardeering voor wat is gedaan, onvoldoende is, gezien het groote belang van den land bouw hierby betrokken. 2e. het noodig is het onderzoek met kracht ter hand te nemen en dringt er bij de regee ring en alle belanghebbenden op aan, daar aan hun volle aandacht te geven; 3e. verzoekt het bestuur van het Genoot schap, wat in déze resolutie is vastgesteld met kracht te bevorderen. Deze resolutie werd onder applaus goedge keurd, waarna de vergadering gesloten werd. Het Secretariaat meldt: De voorzitter van het Stamboek alsmede de nieuw benoemde vertegenwoordiger van het Stamboek, de heer Aernaudts, hebben zich dezer dagen naar Frankrijk begeven ten einde een aanvang te maken met het zoeken van meer directe relaties met dit blad. De Rijkslandbouwconsulent daar te lande, de heer Sevenster, heeft genoemde heeren op alle wijzen ter zyde gestaan en hen vergezeld bü hun bezoeken aan officieele personen al daar. Voorts zyn enkele Harras bezocht. Momenteel blijkt de handel in Frankrijk ook stil te zijn, de boeren hebben slechte jaren achter den rug en er is veel voedsel - schaarschte, daar het gras door de groote koude niet groeit. Men beoordeelt aldaar de toekomst van de fokkery van het trekpaard eenigszins optimistisch. Onderscheidene be drijven, speciaal in Parijs, verwisselen, meer en meer de autocamions voor paardentractie terwijl ock de industrie tot het weder in dienst stellen van paarden overhelt. Doordat de paardenfokkerij de laatste jaren is inge krompen, verwacht men hoogere pryzen. Op verschillende plaatsen toonde men veel belangstelling voor de Nederlandsche Trek paardenfokkerij. Vooral vroeg men Inlichtin gen over de groote nationale tentoonstelling van paarden, rundvee en kleinvee te houden in «Den. Haag. Op een druk bezoek van Fran- sche zyde mag wel gerekend worden. Naar gernêld wordt,gaat de Dultsche kunstvfteger Gerhard Fieseler, bekend voor al om zyn voorover uitgevoerde loopings en het vliegen van verticale 8-figuren, een tournee maken door Engeland, om er Brit- sche vliegers op te leiden in het kunstvlie gen. Eerst nog brengt Fieseler een bezoek aan Frankryk. Op 21 Juli demonstreert de Duitscher te Rotterdam, op uitnoodiging van de Rotterdamsche Aero Club. Eenige amendementen. De heer Suring c.s. hebben eenige amen dementen ingediend op het wetsontwerp tot wyziging der Pensioenwet 1922 enz. Zij stellen o.m. voor na het tweede lid van art. 95 der Pensioenwet een nieuwe derde lid in te voegen, luidende: „Ambtenaren, die zyn ontslagen op grond van opheffing van hun betrekking of van een nieuwe organisatie van hun dienstvak, kunnen zich op den voet van art. 43 dezer wet het volledig behoud van het uitzicht op pensioen voor hun nagelaten betrekkingen overeenkomstig de bepalingen dezer wet ver zekeren." Voorts wórdt Voorgesteld in het 5e lid van art. 134 der Pensioenwet den datum 1 Ja nuari 1926 te vervangen door 1 Januari 1930, in het derde lid van art. 156 den datum 1 Januari 1924 door 1 Januari 1929 en een nieuw artikel 30a in te voegen, luidende als volgt: „Een tusschen 1 Juli 1922 en 1 Juli 1928 op grond van opheffing van zyn betrekking of van een nieuwe organisatie van zijn dienstvak ontslagen ambtenaar kan zich op den voet van art. 43 der Pensioenwet het volledig behoud van het uitzicht op pen sioen voor zyn na te laten betrekkingen, overeenkomstig de bepalingen dezer wet alsnog verzekeren, mits hy het verlangen daartoe vóór 1 Januari 1929 schriftelijk aart den Pensioenraad te kennen geeft. De ter mijn. bedoeld in het eerste lid van art. 44 der Pensioenwet, vangt in dat geval aan op 1 Januari 1929". Betreffende het dreigend conflict bij de My. „De Schelde" te Vlissingen vernemen wy nog dat de metaalbewerkersbonden van de gevraagde loonsverhoogingen 1 cent per uur hebben laten vervallen. Zy ver klaarden zich voorts bereid tot overwerk mits doorbetaling van de feestdagen. De directie heeft deze voorstellen ook af gewezen. Naar het „Hbld." verneemt, staat het thans officieel vast, dat de Vierde Kamer der Amsterdamsche Rechtbank de strafzaak te gen J. J. Woltman Jr., J. P. H. Woltman, beiden oorspronkeiyk directeur, A. C. Möhring, directeur en mr. E. M. R. Korten- oever, president-commissaris van de Veen- dammer Hypotheekbank, niet op den aan- vankeiyk bepaalden datum van 31 Mei, maar op 7 Juni a.s. in behandeling zal ne men. deelnemers groepsgewijze verschillende proef- terreinen bezichtigen, terwijl tevens demon straties van pootaardappelbakken en sproeit machines zullen plaats vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 6