Bimicnlandsch Nieuws
p^DÜf'OmiPiA^
A
Gemengd Nieuws
Uw Haar
il
KON-ZEEPFABRIEREN-DÊ DUIF
STATEN.GENERAAL
Eerste Kamer
De overleden Portugeesche
gezant
Effectenbezit en de opgave voor
de belasting
De wijziging der
Kieswet, Provinciale wet en
gemeentewet
on DE
^h-CHR PLEIHE5-DEN.D0LDER
Het visum voor de Vereenigde
Staten
De derde schutsluis te
Wemeldinge
De visscherij-inspectie
Wethouders-jaarwedden in
Zuid-Holland
De roofmoord te Maartensdijk
,Oom Karei" op bezoek
Om een Kwatta-reep
Koradlaat
Ernstige val
Een symoathieke daad
De buitenlandsche journalisten
Het vuil naar den akker
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijit beter zitten
het valt niet meer uit
indien gij des morgens een weinig PUROL
tusschen de handen wrijft en dit door de
haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen.
Weer in vrijheid?
In volle vaart tegen een boom
De aanvaring van het
s.s. „Veendam"
Een lijk gevonden
Zorgt dat uw huis goed
gesloten is!
Tusschen de buffers bekneld
Door de tram overreden
en gedood
KERKNIEUWS
De Missie-tentoonstelling
te 's-Hertogenbosch
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
De graslanddag te Wageningen
Stamboek voor het Nederland
sche trekpaard. B. T.
Kunstvliegen
SOCIAAL LEVEN
De wijziging der Pensioenwet
1922
Het dreigend conflict bij „De
Schelde" te Vlissingen
RECHTSZAKEN
De Veendammer Hypotheekbank
In de v igadering der Eerste Kamer wer
den gisteren zonder hoofdelijke stemming
aangenomen eenige wetsontwerpen betref
fende naturalisatie en het wetsontwerp be
treffende gemeentelijke indeeling van Zuider-
zee-gebied.
Wijziging der leerplichtwet
Vervolgens was aan de orde het wetsont
werp tot wijziging van de artikelen I en II
der wet van 30 Juni 1924, tot wijziging van
cfe Leerplichtwet en van de L. O.-wet 1920,
wijziging van het derde lid van art. 3 der
Leerplichtwet, zooals het krachtens die wet
wordt gelezen, en wijziging van het vierde lid
van art. 3 der Leerplichtwet.
De heer v. d. HOEVEN (C.H> sprekende
namens zijn naaste geestverwanten, verklaart
tegen het wetsontwerp te zullen stemmen,
omdat hij niet voelt voor de verplichting,
den ouders opgelegcL om hun kinderen tot
een bepaalden leeftijd naar school te zen
den, in verband waarmee hij niet kan instem
men met een vervroegde invoering van de 7-
jarige leerverplichting. Daarnaast geldt voor
spr. het bezwaar, dat aan de gemeente de
inrichting van een 7e leerjaar reeds is opge
legd.
De heer SLINGENBERG (V.D.) zal voor
stemmen. Spr. geeft de Kamer in overwe
ging de principleele vraag van den leerplicht
buiten beschouwing te laten, tiaar de bezwa
ren daartegen langzamerhand wel verstomd
zijn en de leerplicht aanvaard is behalve
door enkele zeer principieele elementen.
De invoering van den zevenjarigen leer
plicht is een sociaal belang, daar hij de kloof
helpt overbruggen tusschen de onderwijswet
en de arbeidswet. Daarom moet, wanneer
men een keuze zou willen doen tusschen wij
ziging der leerlingenschaal en den zeven
jarigen leerplicht, de laatste voorgaan.
Spr. begrijpt de bezwaren van den heer
v. d. Hoeven niet, wanneer hij denkt aan de
smartelijke woorden, waarmee dr. de Visset-
als Minister het uitstel van de door hem met
geestdrift verdedigden 7-jarigen leerplicht
aanvaardde. Spr. begrijpt niet, dat menschen
van dezelfde politieke groep zoo verschillend
kunnen spreken.
Spr. acht het financieele nadeel geringer
dan het sociale belang bij dit ontwerp ge
moeid. Waar de heer v. d. Hoeven klaagde
over den druk der belastingen, wijst spr. op
de verschillende reeds tot stand gekomen
belastingverlagingen, die aantoonen, dat we
op den goeden weg zijn.
De heer DE JONG (R.K.) herinnert er aan,
dat hij, bij de invoering van de verplichting
der gemeenten om een 7e leerjaar in te
richten, er bij den Minister op heeft aange
drongen nu ook de 7-jarige leerverplichting
te vervroegen. Voor spr. is dit ontwerp dan
ook allerminst een verrassing geweest. Spr.
merkt op, dat tenminste de helft der leer
lingen, die er voor in aanmerking komen, nog
niet het 7e leerjaar volgen; vrijwillig laten
vele ouders hun kinderen het onderwijs in
het 7e leerjaar niet genieten.
De heeren Ossendorp (S. D. A. F.),
Smeenge tv. D.) en de heer Veer (A. R.)
verklaren zich vóór het wetsontwerp.
In zijn antwoord betoogt de MINISTER
VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETEN
SCHAPPEN, de heer WASZINK, dat het niet
aangaat om van de gelegenheid eener voor
gestelde vervroeging gebruik te maken om
een principieele tegenstand te bieden. Het
eenige argument dat men in deze omstandig
heden mag laten gelden, is het financieele en
te dien aanzien merkt spr op, dat, nu ver
schillende belastingverlagingen tot stand zijn
gekomen, de Regeering van oordeel \yas, dat
4; -j millioen beschikbaar moest worden ge
steld voor dit groote volksbelang.
Zij gaf de voorkeur aan den 7-jarigen leer
plicht boven herziening van de leerlingen-
schaal, daar zij het van meer belang vond,
dat de haat tusschen Onderwijs- en Arbeids
wet werd weggenomen dan dat de klassen
kleiner werden en duizenden kinderen op
straat bleven loopen.
Het geld voor dezen maatregel is beschik
baar.
Na repliek van den heer v. d. Hoeven werd
het wetsontwerp met 27 tegen 4 stemmen
aangenomen.
Alleen de Chr. Hist, stemden tegen.
Daarop werd de vergadering tot Dinsdag
12 Juni des avonds te half negen verdaagd.
Naar het „Vad." verneemt, zal het stoffe
lijk overschot van graaf de Martens Ferrao,
den overleden Portugeeschen gezant bij het
Nederlandsche hof, vermoedelijk niet naar
zijn land worden overgebracht.
De familie heeft op een daartoe door haar
aan de Portugeesche regeering gezonden
verzoek nu twee maanden geleden geen en
kel antwoord ontvangen en concludeert hier
uit, dat de Portugeesche regeering zich niet
met het transport van het stoffelijk over
schot van den overleden ambassadeur wil
belasten.
Daar de nagelaten betrekkingen weldra
ons land zullen verlaten, is het hoogst waar
schijnlijk, dat het stoffelijk overschot van
graaf de Martens Ferrao op het Katholieke
Kerkhof aan de Kerkhoflaan in Den Haag
zal worden begraven, waar het thans tijde
lijk in de arcade is bijgezet.
Het Eerste Kamerlid, de heer de Veer,
heeft aan den Minister van Financiën de
volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Kan de minister mededeelen, waarom
in het aangifte-formulier voor de inkom
stenbelasting en vermogensbelasting een
splitsing wordt gemaakt tusschen die in
schrijvingen en effecten, welke genoteerd
worden ter beurze van Amsterdam, en die,
welke daar niet onder vallen, en welk nut
deze splitsing heeft ten opzichte van den
aanslag in die belastingen?
2. Worden door die splitsing in het bij
zonder aan een groot aantal bezitters van
enkele effecten niet vragen gedaan, die
moeilijk door hen juist zijn te beantwoor
den, terwijl zij een onnoodigen last bezorgt
aan allen, die eenig uit' effecten bestaand
vermogen bezitten?
3. Is deze splitsing in overeenstemming
a. met art. 44 der Wet op de inkomsten
belasting, dat bepaalt, dat de aangifte der
binnen het Rijk wonende natuurlijke perso
nen bestaat uit een opgaaf van het belast
baar inkomen met „summiere" aanwijzing
der bestanddeelen
b. met art. 14 der Wet op de vermogens
belasting, dat bepaalt, dat het aangiftebll-
je bevat een „summiere" aanwijzing van de
bestanddeelen van het vermogen?
4. Is de Minister bereid te bevorderen,
dat uit de aangiftebiljetten voor een volgend
belastingjaar de bedoelde splitsing ver
dwijnt?
Het stemmen bij volmacht.
Voorloopig verslag der Tweede Kamer.
Verschenen is thans het voorloopig ver
slag der Tweede Kamer over het wetsont
werp tot wijziging van de Kieswet, de Pro
vinciale Wet en de Gemeentewet.
Enkele leden kónden zich met het voor
stel om in sommige gevallen het stemmen
bij volmacht mogelijk te maken, niet ver
eenigen, zij vreesden, dat dit systeem meer
nadeelen, dan voordeelen zou medebrengen
en achtten het bij het groote aantal kiezers
zelfs een gevaarlijk stelsel.
Zeer vele leden konden zich echter met
hetgeen ten aanzien van het stemmen bij
volmacht wordt voorgesteld vereenigen.
In het bijzonder wenschten sommige le
den de voorschriften van het wetsontwerp
minder streng te maken ten aanzien van
de personen, die van de bevoegdheid tot het
aanwijzen van een gemachtigde zullen kun
nen gebruik maken.
Verscheidene andere leden merkten even
wel op. dat tot de voornaamste beginselen
van de bestaande kiesrechtregeling ook be
hoort het geheim der stemming. Stemming
bij volmacht levert in ruime mate gevaar
op voor schending van dat geheim. Dit al
leen is reeds een reden om de regeling niet
uitgebreider te doen zyn dan strikt nood
zakelijk is. Deze leden verklaarden, zich met
kracht tegen elke uitbreiding van het voor
gestelde te zullen verzetten.
Eenige leden zouden het in ieder geval
jewenscht achten de vrouwen van stem
plicht te ontslaan. Andere leden merkten
daartegen op, dat in deze geen verschil
tusschen mannen en vrouwen behoort te
Worden gemaakt, aangezien het gaat over
het nakomen van een zedelijke verplichting.
Sommige leden zouden gaarne hebben
gezien, dat de Regeering van de indiening
van dit ontwerp had gebruik gemaakt om
in de Kieswet bepalingen op te nemen ter
beperking van de verkiesbaarheid, tot uit
sluiting van onwaardigen, in den zin als
was voorgesteld bij het wetsontwerp tot
aanvulling van de Provinciale Wet en Ge
meentewet, dat by Koninklijke Boodschap
van 8 April 1921 werd ingediend en later
weder ingetrokken.
Van verschillende zijden werd de aan
dacht van de Regeering gevestigd op de
verzekering van het geheim der stemming.
Men drong aan op voorschriften omirent
een zoodanige plaatsing en inrichting van
de lessenaars, dat voorkomen wordt, dat
niet altijd onopgemerkt blijft, hoe een kie
zer zyn stem uitbrengt.
Verscheidene leden hadden bezwaar te
gen de bepaling van art. 100a, omdat zij
in de nu voorgestelde wyziging niets anders
zagen dan een hopeloos pogen om vast te
houden aan het stelsel der grootste over
schotten. Daardoor is art. 100 langzamer
hand een monstrum geworden. Deze leden
wenschten art. 100 te vervangen door een
artikel, waarin het stelsel D'Hondt is uit
gewerkt. Tegen het nu voorgestelde art.
100a hadden deze en andere leden boven
dien bezwaar, omdat het slechts schijnbaar
de evenredigheid dient. Wordt dit artikel
in de wet opgenomen, dan zullen twee met
de evenredigheid strijdige gevolgen zeer ge-
makkeiyk kunnen voorkomen. Zoo zal een
lijst een zetel toegewezen krijgen, welke
eerst aan een andere lijst was toegekend,
nu echter daarvan afgenomen wordt, niet
tegenstaande de lijst, waarvan de zetel
wordt afgenomen, een grooter aantal stem
men per toegewezen zetel zou hebben by
behoud van den eerst toegewezen zetel dan
de lijst, welke krachtens het nieuwe art.
100a. den zetel krygt. Dit nu is in strfjd
met elk begrip van evenredigheid. In de
tweede plaats zal door de voorgestelde wy
ziging dikwyis een onjuiste verhouding ont
staan in de zetelverdeeling tusschen de lijs
ten, welke de minderheid der stemmen ver
kregen. Ook voor die groepen is de even
redigheid van belang.
Deze leden illustreerden hun gevoelen met
eenige voorbeelden, zooals die zeer gemak -
keiyk kunnen voorkomen en op grond van
die voorbeelden, waarby als punt van uit
gang cyfers zyn genomen, welke volstrekt
niet onmogeiyk zijn. meenden zy, dat het
voorgestelde art\ 100a de evenredigheid
meer schaden dan baten zal.
De kosten voor een normaal visum voor
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika,
welke vroeger 25 bedroegen, zyn thans
2.50. Directe transit visa werden gratis
verleend. De duur dezer visa is afhankelyk
van de omstandigheid en wordt voor ieder
geval afzonderiyk door het consulaat van
afgifte vastgesteld.
De minister van Waterstaat, de heer
v. d. Vegte, heeft gisteren de derde schut
sluis te Wemeldinge geopend.
Het werk vormt den sluitsteen van een
reeks van werken, door en op kosten van
Nederland ondernomen, ten behoeve van
scheepvaartverkeer dat in hooge mate van
internationale beteekenis is.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft onder intrekking van
vroegere beschikkingen, met ingang van
1 Juni e.k.:
a. den inspecteur der Visscherijen W.
J. Janssens aangewezen als districtshoofd
in het lfe district (territoriale wateren)
met standplaats 's-Gravenhage en hem
tevens belast met het geven van advies
omtrent aangelegenheden van algemeenen
aard, betreffende de zeevisscherij en met
de uitvoering van de Haringwet 1927:
b. den inspecteur der vischerijen tit. J.
van Hengel aangewezen als districtshoofd
in het 2e en 3e district (Waddenzee en
Zuiderzee c.st.) mït standplaats Amster
dam en hem tevens belast met de uitvoe
ring van de Kon. besluiten van 26 Juni
1911.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben
besloten ten aanzien van de jaarwedden
van de wethouders in de gemeenten met
15000 en minder inwoners in deze provin
cie vast te stellen, dat voor een gemeente
die ten opzichte van de bezoldiging van
den burgemeester, den secretaris en den
ontvanger in een der hierna aangeduide
klassen in of wordt ingedeeld als norm
voor de jaarwedde van elk der wethouders
geldt het bedrag achter het betrokken
klassecyfer vermeld:
Klassen: 1 80, 2 90, 3 105, 4 120:
5 190, 6 220. 7 350, 8 390, 9 645,
10 ƒ720, 10a 800, De jaarwedde van een
wethouder is gelijk aan de norm.
Vragen van den heer Mendels aan den
minister van Justitie.
De heer Mendels heeft den minister van
Justitie de volgende schriftelijke vragen ge
steld
1. Is het den Minister bekend, dat de
burgemeester van Maartensdyk aan ver
tegenwoordigers van dagbladen uitvoerige
mededeelingen heeft gedaan van zyn ver
richtingen als hulpofficier van justitie ter
zake van het opsporingsonderzoek in de
recente moordzaak te Maartensdyk, en dat
hy volgens de mededeelingen o.a. den ver
dachte onmiddeliyk na diens aanhouding
een verhoor heeft afgenomen, dat onafge
broken heeft geduurd van 's avonds 11 uur
tot den volgenden ochtend 5 uur, ten einde
te trachten dien verdachte tot bekentenis
te brengen?
2. Is het den Minister bekend, of deze
mededeelingen juist zijn?
3. Indien zy juist Zijn, acht de Minister
den een dusdanig verhoor van zes wren
achtereen in den voor nachtrust bestemden
tijd in overeenstemming met het bepaalde
by art. 29 van het Nederlandsche Wetboek
van Strafvordering?
4. Indien de Minister oordeelt, dat hier
gehandeld is in strijd met bovengemeld
artikel, is hy dan bereid, den desbetreffen-
den ambtenaar zyn meening te dien aan
zien kenbaar te maken?
5. Is het dan Minister bekend, dat de
zelfde hulpofficier van justitie den verdach
te vóór het raadhuis in het openbaar, ten
aanschouwe van een menigte dorpsbewo
ners, heeft doen photographeeren?
6. Zou de Minister willen mededeelen, of
deze wyze van doen in het belang van het
onderzoek bepaaldelyk geboden was, en, zoo
ja, op welke gronden.
7. Zoo neen, acht de Minister r'"- een
dergeiyke publieke verrichting toelaatbaar,
althans in overeenstemming met den geest
en de bedoeling van het Wetboek van Straf
vordering?
Hij verdween en bleef weg
Dezer dagen klonk in den laten namiddag
een bescheiden „belletje" in de woning van
een aan den zelfkant van Amsterdam woon
achtige familie. Zij was echter, zoo vertelt
het „Hbld.", met achterlating van de jeug- I
dige gedienstige, een wandeling gaan maken
in het Buitenveldertsche natuurschoon. Naar
de deur te rennen en deze te openen is be
grijpelijkerwijs de reflexbeweging van een
origineele „bellenhit", en zoo geschiedde het
dan ook dat het achtergelaten keukenmeubel
in de oogen staarde van een mijnheer die
vroeg of de familie thuis was.
Op het ontkennende antwoord vroeg de
bezoeker of de familie spoedig terug zou
keeren, waarop het meisje, gezien het mooie
weer, twyfelachtige vermoedens uitte. Thans
achtte de bezoeker het oogenblik gekomen
zich bekend te maken en ontpopte zich als
een familielid van „tante Betjc", zooals hy
de vrouw des huizes noemde. Hy was spe
ciaal uit Limburg gekomen om zijn nicht
de hand te drukken, en wenschte niet terug
te keeren, alvorens hy deze hartelyke han
deling in optima forma had verricht. Het
meisje wist dan ook niet beters te doen dan
den oom van mevrouw in het salon te la
ten, waar hij de familieportretten met vrien-
delyke blikken aanschouwde. Speciaal eenige
op het buffet staande portretten genoten
de belangstelling en of het kwam door de
glimlachende uitdrukkingen der gefotogra
feerde gezichten of door de kruik „ouwe
snik" in een hoek verscholen, oom bleef per
manent bij het buffet. Na eenigen tijd ge
wacht te hebben en onderwijl een kleintje
koffie te hebben verwerkt, herinnerde oom
zich plotseling nog een kleine conferentie
met een ander familielid te moeten hebben,
waarna hij de dienstbode mededeelde te zul
len terugkeeren. Wanneer de familie thuis
kwam. moest het meisje maar zeggen, dat
oom Karei er was geweest.. Mijnheer vertrok
en korten tijd later arriveerden de wande
laars.
Toen het meisje het bezoek van oom me
dedeelde, voer een schok door het geheele
gezin, want in de analen der famfliehistorie
was geen oom Karei „uit Limburg" te be
kennen, Een onmiddellijk in den salon inge
steld onderzoek wees uit, dat oom als sou
venir aan zijn bezoek al het zilverwerk „ge
naast" had, dat door de vrouw des huizes
netjes in een der buffetladen geborgen was
ook de verminderde inhoud der bolskruik
wees er op, dat oom geen „Goede Tempe
lier" was. Tot heden is oom Karei nog niet
van zyne conferentie teruggekeerd.
Het levensgevaar van den 18-jarigen Jos.
M. te Boxtel, die vorigen Zondag door zyn
kameraad om wille van een stuk kwatta in
de rechter long gestoken werd, is geweken,
al blijft de toestand vrij ernstig. De 16-ja-
rige is thans op vrije voeten gesteld.
Te Amsterdam is een 15-jarige jongen in
de Nieuwe Achtergracht gevallen. Een tram
conducteur sprong den jongen' na en slaagde
er in hem te redden. De knaap was reeds be
wusteloos. De geneeskundige dienst heeft
zich óver hem én ook over den natten con
ducteur ontfermd.
Een 47-jarige man had het ongeluk in een
perceel in de Egelantiersstraat te Amster
dam van de trap te vallen. Hy brak zijn
wervelkolom en moest in ernsti|;en toestand
naar het ziekenhuis vervoerd worden.
De gezant van Uruguay zal Zaterdag
middag aan 't bestuur van het Helden der
Zee-fonds Dorus Rijkers een gift ter hand
stellen, welke de leden van de Tweede Ka
mer in Uruguay spontaan hebben byeen-
gebracht, toen zy het gedrag der Neder
landsche redders bij het vergaan der
Prinses Mafalda vernamen. De gezant zal
vergezeld worden van zyn gade, eenige ka
merleden uit Urugay, een deputatie van de
Uruguaaysche voetballers en den Neder-
landschen consul-generaal in Uruguay,
den heer Speelman.
Onze Minister van Buitenlandsche Za
ken zal zich doen vertegenwoordigen door
jhr. mr. dr. J. C. E. C. Rendorp, directeur
van het Proocol, terwijl tevens een verte
genwoordiger van de Directie v. Nievelt-
Goudriaan is uitgenoodigd.
De eere-voorzitter van het Helden der
Zee-fonds, de Heldersche burgemeester
Houwing, zal de gift in ontvangst nemen.
Namens de Nederlandsche regeering
geeft minister Waszink ter gelegenheid
van het bezoek an Den Haag van buiten
landsche journalisten een ontvangst in de
ridderzaal Vrydagavond a.s. om 9 uur.
De rietgronden te Aalsmeer
Zooals gemeld, heeft de gemeente Leimui-
den, welke groote complexen rietgronden in
de gemeente Aalsmeer heeft liggen, aan die
gemeente vergunning gevraagd om bedoelde
rietgronden door de maatschappy „Myvo"
met stedeiyke afvalstoffen in cultuur te
brengen, teneinde daarvan tuingronden te
maken.
De gemeente Aalsmeer heeft echter gewei
gerd deze vergunning te verleenen op grond
eener politieverordening, waarbij het verbo
den is afvalstoffen in die gemeente te stor
ten.
Naar vernomen wordt, hebben de bevoeg
de autoriteiten zich reeds met deze kwestie
bemoeid.
Naar de „Msb." verneemt, kan binnen
enkele dagen de invrijheidstelling worden
tegemoet gezien van den heer de B„ die in
het huis van bewaring te Den Haag is op
gesloten, als verdacht van verduistering van
een aanzieniyk bedrag, ten nadeele van een
onderneming uit Indië.
Naby Lunteren reed de auto van den heer
H. uit Amsterdam tegen een boom, omdat
hij te ver uitweek bij het passeeren van een
wagen met steenen. De bestuurder bekwam
ernstige verwondingen doordat het stuurrad
door den schok afbrak. Drie inzittende da
mes bekwamen slechts geringe verwondin
gen. Per auto werd de gewonde naar Ede
vervoerd. De auto werd ernstig beschadigd.
Omtrent het bericht, waarin melding werd
gemaakt, dat het stoomschip „Veendam" van
de Holland Amerika Lijn op zijn ligplaats
aan Hoboken Pier te New York zou zijn ge
zonken, heeft de directie der H. A. L„ na
dat zij óm inlichtingen had gevraagd, van
haar hoofdagentschap te New-York mede-
cïeeling gekregen, dat alles met de „Veen-
dam" nog in orde is. Men gaat steeds door
met het lossen van de lading en met het
nemen van maatregelen, om het schip zoo
spoedig mogelyk in het dok te kunnen bren
gen.
United Press meldt uit New York:
Nadat het grootste gedeelte van het ge
zwollen graan was gelost, is men er thans
in geslaagd, de „Veendam", die, naar men
weet, aan de pier te New York onder water
zat, eenige voeten te doen ryzen. De patrys-
poorten bevinden zich weder boven den wa
terspiegel: de ruimen zyn leeggepompt. Het
schip hangt nog tusschen de kranen. Men
gelooft, dat het voor de volgende reis 16
Juni a.s. weder gereed zal zyn.
Dezer dagen vond de politie van Zuid
broek in het Winschoterdiep, ter hoogte
van de z.g. Krommerrakken, een lijk, dat
bij onderzoek bleek te zijn van een bejaard
persoon. Papieren op het lijk gevonden,
wezen aan (vermoedeiyk) een zekere De
Vries, koopman en slager, te Winschoten.
Aangezien aan de rechter broekspyp zich
een fietsknip bevond, wordt vermoed, dat
deze persoon met een fiets te water is ge
raakt, Het rijwiel werd nog niet gevonden.
„Voor Uw huis geldt de zorg voor deu
ren en ramen, vensters en kasten; voor
Uw auto, portieren, banden en gereed
schapskisten. Voor Uw zilver en Uw ef
fecten: Uw brandkast of kluis, want als
Gy Uw huis voor eenige weken gaat ver
laten, moet Gij voorkomen, dat onbevoeg
den U met succes een ongevraagd bezoek
brengen.
Ook Uw reiskoffers moeten in orde zijn
en van goede sluitingen voorzien. Deze
„veiligheid" is slechts op weinige koffers
aanwezig, als regel geheel afwezig, en
tochnergens wordt meer uit gesto
len dan uit reisbagage!"
Dergelyke waarschuwingen zijn vooral
in den vacantietijd. den tyd van reizen
en uitstapjes, die weder nadert, van niet
te versmaden belang.
Lips Slotenfabriek, heeft bovenstaande
waarschuwende woorden afgedrukt in een
sierlijk vlugschriftje, waarin de firma haar
fabrikaten den reiziger aanbeveelt, opdat
diens bezittingen veilig zyn.
Gistermorgen is teOosterhout de 26-
jarige C. Oomens tusschen de buffers van
de stoomtram bekneld gerakt, waardoor
zyn borstkas werd ingedrukt. Het slacht
offer is naar het ziekenhuis overgebracht.
Zyn toestand is zorgwekkend.
De veehandelaar P. de Taeye uit Eede
(Zeeland) is gistermiddag tusschen Aar
denburg en Maldeghem met zyn rywiel
onder de stoomtram BreskensMal
deghem geraakt. Hij was onmiddeliyk
dood.
In het Casino te 's Hertogenbosch wordt
thans een groote missietentoonstelling ge
houden ter gelegenheid van het tweede lus
trum der missievereeniging „St. Franciscus
Xaverius".
In totaal zyn er dertig stands en wel van:
de Witte Paters, de St. Joseph-Congregatie
Mill-Hill de missionarissen der H. Familie,
de Paters H. H. Harten; de Paters Redemp
toristen, de missionarissen van het Goddelyk
Woord, de Sociëteit der Afrikaansche Mis
siën, de Pater Dominicanen en Capucynen,
het Missiehuis Steyl-Uden, de missie in
Noorwegen, de missionarisen van Scheut en
die van het H. Hart, de Paters Jezuïeten,,
Lazaristen, Kruisheeren, Passionisten, Mont-
fortanen, Maristan en Minderbroeders-
Franciscanen, het Genootschap tot Voort
planting des Geloofs, H. Kindsheid en St.
Petrus Liefdewerk van het H. Hart, de Pa
ters Carmelieten en Assumptionisten.
Voorts is er een aparte afdeeling Missie-
lectuur, een stand der jubileerende vereeni-
ging; op de galerij een medische afdeeling
en op de tennisbanen in een afzonderlyke
tent een afdeeling verkeerswezen, en last
not least een inzending van het Sint Me-
lania-werk, dat onder de hooge bescherming
van Z.Em. Kardinaal van Rossum staat.
In tegenwoordigheid van vele autoriteiten
had gistermiddag de opening dezer tentoon
stelling plaats.
Na een openingswoord van mgr. C. Prin
sen werd voorlezing gedaan van een -schrij
ven van kardinaal van Rossum en een van
Mgr. Euckx uit Finland.
De Bisschop van 's Hertogenbosch Z.D.H.
Mgr. A. F. Diepen sprak de openingsrede uit.
Mgr. Diepen sloot zich aan bij den geluk-
wensch aan de Missievereeniging, die tien
jaar lang voor zoovele priesters, leeken en
instellingen van het hoogste nut is geweest.
De ton gouds die zy inzamelde, is een schat
maar van grooter waarde is dat zy de mee
ning van duizenden ten overstaan van het
missiewerk veranderde en sluimerende
krachten wekte tót steun der missie. Mgr.
verheugde zich over de totstandkoming dezer
tentoonstelling, waar zooveel te leereh valt
en velen tot missie-actie zullen worden op
gewekt. Mgr. wekte op tot steun aan het
Genootschap tot Voortplanting des Geloofs.
Hy dankte de missionarissen voor hun werk
en verklaarde de tentoonstelling voor ge
opend.
Des avonds werd door mgr. Diepen in de
Kathedrale Kerk een pontificaal lof gece
lebreerd waaronder prof. P. van Grinsven 'n
feestpredicatie hield.
In den Casinotuin gaf later het muziek
korps van Goulmy en Baar een concert.
Resoluties.
Te Wageningen is de vergadering van het
Ned. Genootschap voor Landbouw weten
schap voortgezet. Ir. A. H. Joustra sprak
over: Het streven tot verbetering der gras-
landoultuur in Duitschland.
In Duitschland houdt men zich sinds
eenige jaren intensief bezig met de verbe
tering van het grasland. De voor dat spe
ciale doel opgerichte vereenigingen werken
eng samen, met de landbouwkamers, de zgn.
„Versuchsringe", de wetenschappsiyke in
stituten en de Deutsche Landw. Gesell-
schaft, terwyi de regeeringen der verschil
lende staten het streven ten zeerste steunen.
Een der hoofddoeleinden is, datgene, wat
reeds als goed erkend is, zooveel mogelijk on
der de boeren, speciaal ook de kleinere te
brengen, o.a. door cursussen en lezingen met
aansluitende bezichtiging van goede en
slechte weiden en door hun de grassen te
leeren kennen door zgn. Lehrgrasergarten,
waarvan er reeds zeer vele Zijn aangelegd.
Bovendien bestaat er op dit gebied en
speciaal ook met betrekking tot de bepaling
der opbrengst van grasland sinds 1927 een
internationale samenwerking tusschen Zwe
den. Finland, Noorwegen, Denemarken,
Zwitserland, Oostentijk,. Hongarije en
Duitschland.
Hierna sprak prof. dr. J. Minderhoud over:
De economische beteekenis van rationeele
graslandcultuur.
De economische beteekenis van rationeele
graslandcultuur ligt vooral in het feit, .dat,
waar de productiemiddelen zich in private
handen bevinden, het maatschappeiyk inko
men (pacht plus kapitaalrente plus arbeids
loon. plus ondernemerswinst) in den regel
op den duur het grootst zal zyn, als iedere
ondernemer zyn grasland rationeel exploi
teert.
Voor verslechtering van de verdeeling van
het maatschappeiyk inkomen behoeft in ons
land by meer rationeele graslandcultuur
geen vrees te bestaan.
Door algemeen toegepasten rationeelen
weldebouw is een belangryke stijging van het
maatschappeiyk inkomen te verwachten,
aangezien:
1. bij den weldebouw dooreengenomen nog
veel minder dan in den akkerbouw rekening
wordt gehouden met wat de landbouwweten
schap heeft bereik'
2. het grasland pl.m. 56 pCt. van ons cul
tuurland inneemt, waarvan een aanmerke
lijk deel door grondsoort en/of ligging t.o.v.
den grondwaterstand practisch uitsluitend
als zoodanig kan worden gebruikt.
In de namiddagvergadering gaf de heer
prof. J. H. Aberson, een toelichting op het
rapport der studiecommissie voor het gras-
landonderzoek.
Daarna gaf prof. C. Broekema een samen
vatting van het gesprokene.
Spr. stelde de volgende conclusies voor:
le het bestuur van het Genootschap voor
Landbouwwetenschap wordt uitgenoodigd in
de toekomst, de graslanddagen te herhalen;
2e. de bevordering der techniek van de gras
landcultuur ligt op den weg van den Ryks
voorlichtingsdienst en der landbouworgani
saties; 3e het Genootschap dringe er by
de Regeering met kracht en klem op aan,
dat wat in het rapport der studiecommissie
wordt gevraagd snel wordt verwezenlykt.
De heer dr. K. -Zyistra, de „minderheid"
van het rapport, verdedigde zyn zienswyze
een kleine commissie samen te stellen van
enkele deskundigen.
Na verdere bespreking diende het bestuur
een resolutie in.
De eerste conclusie van prof. Broekema,
betreffende het herhalen van graslanddagen
werd overgenomen en door de vergadering
goedgekeurd.
De resolutie luidt:
De vergadering, gehoord de discussies, is
van meening, dat:
le. hetgeen tot nu toe op het gebied van
graslandverbetering is verricht, met alle
waardeering voor wat is gedaan, onvoldoende
is, gezien het groote belang van den land
bouw hierby betrokken.
2e. het noodig is het onderzoek met kracht
ter hand te nemen en dringt er bij de regee
ring en alle belanghebbenden op aan, daar
aan hun volle aandacht te geven;
3e. verzoekt het bestuur van het Genoot
schap, wat in déze resolutie is vastgesteld
met kracht te bevorderen.
Deze resolutie werd onder applaus goedge
keurd, waarna de vergadering gesloten werd.
Het Secretariaat meldt:
De voorzitter van het Stamboek alsmede de
nieuw benoemde vertegenwoordiger van het
Stamboek, de heer Aernaudts, hebben zich
dezer dagen naar Frankrijk begeven ten
einde een aanvang te maken met het zoeken
van meer directe relaties met dit blad.
De Rijkslandbouwconsulent daar te lande,
de heer Sevenster, heeft genoemde heeren op
alle wijzen ter zyde gestaan en hen vergezeld
bü hun bezoeken aan officieele personen al
daar. Voorts zyn enkele Harras bezocht.
Momenteel blijkt de handel in Frankrijk ook
stil te zijn, de boeren hebben slechte jaren
achter den rug en er is veel voedsel -
schaarschte, daar het gras door de groote
koude niet groeit. Men beoordeelt aldaar de
toekomst van de fokkery van het trekpaard
eenigszins optimistisch. Onderscheidene be
drijven, speciaal in Parijs, verwisselen, meer
en meer de autocamions voor paardentractie
terwijl ock de industrie tot het weder in
dienst stellen van paarden overhelt. Doordat
de paardenfokkerij de laatste jaren is inge
krompen, verwacht men hoogere pryzen.
Op verschillende plaatsen toonde men veel
belangstelling voor de Nederlandsche Trek
paardenfokkerij. Vooral vroeg men Inlichtin
gen over de groote nationale tentoonstelling
van paarden, rundvee en kleinvee te houden
in «Den. Haag. Op een druk bezoek van Fran-
sche zyde mag wel gerekend worden.
Naar gernêld wordt,gaat de Dultsche
kunstvfteger Gerhard Fieseler, bekend voor
al om zyn voorover uitgevoerde loopings en
het vliegen van verticale 8-figuren, een
tournee maken door Engeland, om er Brit-
sche vliegers op te leiden in het kunstvlie
gen. Eerst nog brengt Fieseler een bezoek
aan Frankryk. Op 21 Juli demonstreert de
Duitscher te Rotterdam, op uitnoodiging
van de Rotterdamsche Aero Club.
Eenige amendementen.
De heer Suring c.s. hebben eenige amen
dementen ingediend op het wetsontwerp tot
wyziging der Pensioenwet 1922 enz.
Zij stellen o.m. voor na het tweede lid van
art. 95 der Pensioenwet een nieuwe derde lid
in te voegen, luidende:
„Ambtenaren, die zyn ontslagen op grond
van opheffing van hun betrekking of van
een nieuwe organisatie van hun dienstvak,
kunnen zich op den voet van art. 43 dezer
wet het volledig behoud van het uitzicht op
pensioen voor hun nagelaten betrekkingen
overeenkomstig de bepalingen dezer wet ver
zekeren."
Voorts wórdt Voorgesteld in het 5e lid van
art. 134 der Pensioenwet den datum 1 Ja
nuari 1926 te vervangen door 1 Januari 1930,
in het derde lid van art. 156 den datum 1
Januari 1924 door 1 Januari 1929 en een
nieuw artikel 30a in te voegen, luidende als
volgt:
„Een tusschen 1 Juli 1922 en 1 Juli 1928
op grond van opheffing van zyn betrekking
of van een nieuwe organisatie van zijn
dienstvak ontslagen ambtenaar kan zich op
den voet van art. 43 der Pensioenwet het
volledig behoud van het uitzicht op pen
sioen voor zyn na te laten betrekkingen,
overeenkomstig de bepalingen dezer wet
alsnog verzekeren, mits hy het verlangen
daartoe vóór 1 Januari 1929 schriftelijk aart
den Pensioenraad te kennen geeft. De ter
mijn. bedoeld in het eerste lid van art. 44
der Pensioenwet, vangt in dat geval aan op
1 Januari 1929".
Betreffende het dreigend conflict bij de
My. „De Schelde" te Vlissingen vernemen
wy nog dat de metaalbewerkersbonden
van de gevraagde loonsverhoogingen 1 cent
per uur hebben laten vervallen. Zy ver
klaarden zich voorts bereid tot overwerk
mits doorbetaling van de feestdagen.
De directie heeft deze voorstellen ook af
gewezen.
Naar het „Hbld." verneemt, staat het
thans officieel vast, dat de Vierde Kamer der
Amsterdamsche Rechtbank de strafzaak te
gen J. J. Woltman Jr., J. P. H. Woltman,
beiden oorspronkeiyk directeur, A. C.
Möhring, directeur en mr. E. M. R. Korten-
oever, president-commissaris van de Veen-
dammer Hypotheekbank, niet op den aan-
vankeiyk bepaalden datum van 31 Mei,
maar op 7 Juni a.s. in behandeling zal ne
men.
deelnemers groepsgewijze verschillende proef-
terreinen bezichtigen, terwijl tevens demon
straties van pootaardappelbakken en sproeit
machines zullen plaats vinden.