Luchtverkeer RADIO-OMROEP. RADIO MOORS JyJ> FI.CK WAT 'WILS Met generaal Nobile boven de Pooizee KUNST EN KENNIS Internationaal Katholiek EsperantO'Congres BQEKBEQORDEELING. O9 Jfcar/em. Trekjes no. 551 De interessante poolvlucht van de „Italia" Woensdag, 14 uur zoo schrijft een der op- farenden van de „Italia" het majestueuze luchtschip van generaal Nobile. Mijn notitie boekje geeft a-n: „Sedert twee urén vliegen we boven ongeëxploreerd terrein. Wy zijn de eerste menschen, die met dit landschap kennis maken. Het ijs is vaak gebroken. Wij zien een vogel. Deze observatie is te vaag, om daaruit de meerdere of mindere nabijheid van land vast te stellen. Dan wordt het ijs weer compact; de hoop om nabijgelegen land te ontdekken, vervliegt". Het ijs is op dit gedeelte verschrikkelijk gehavend. In de plastische onbeweeglijke standen wordt nu het samentreffen der ijs bergen uitgedrukt, een catastrofe, die in de perioden'van groote koude steeds weer plaats vindt en die met de getijden verband houdt. Deze schermutseling, neen, deze oorlog tus- schen de ijsbergen onderling moet een bui tengewoon schouwspel zijn. Overal knettert en splijt het ijs. het hoopt zich op een, het stapelt zich tot ijspijlers, die weer tot poe der worden gestampt, Het is niet moeilijk zich het geweld van een dergelijk samen treffen voor te stellen, als men let op den chaos van het ijsveld. Tegen het licht in be schouwd, doet deze vlakte denken aan een veld, omhangen met een aschvalen nevel mantel, als bij het eerste morgengrauwen. Van nu af is het een voortdurende afwisse ling van gladde zones en van doorelkaar ge- smetene. Niettemin doet het steeds vaster worden van het ijs vermoeden, dat het ge zochte land niet ver meer kan zijn. Om 20.30 ontmoeten we een anderen beer. Het beest wordt door zulk een panischen schrik bevangen, dat het 't onmiddellijk op een loopen zet met zulk een komische sprongen, dat we aan boord in lachen uit barsten. Als hij veronderstelt zich ver ge noeg in veiligheid te hebben gebracht, gaat hij stil zitten, in contemplatie van het feno meen. Wat later zien we ook een beerin met haar jong. En het land van Nicolaas II? Om 21.35 meenen wij het, van het eene oogenblik op het andere, te zullen ontdekken, omdat de zee plots vrij van ijs is geworden. Maar de Noordenwind is in kracht toegenomen en veroorzaakt een ijskouden nevel. Het uitzicht is allerslechtst geworden. Ondanks de pogin gen om aan den wind te weerstaan,wordt het luchtschip naar het Zuiden gedreven. We vorderen slechts uiterst langzaam. Een plots wordt de vrije zee weer ijsveld. Het schijnt, dat we boven een puinveld vliegen. We vorderen slechts uiterst langzaam. Even hadden vastgesteld, om ons doel te bereiken. Drieduizend liter benzine zijn verbruikt, er blijven er nog evenveel over, behalve dan nog de ton voor de reserve, die we niet mee tellen, omdat deze alleen voor een noodge val zal dienst doen. Een heen- en weervluicht, zooals deze, is oneindig veel moeilijker, dan een tocht van het eene punt naar het andere. De vlucht van heden kan niet vergeleken worden met die van de Norge, twee jaar geleden. Toen kon Nobile op dit of dat punt te Alaska landen, want vooraf was al besloten het luchtschip op te offeren. Nu moet de „Italia" echter naar de Koningsbaai worden terug gebracht, omdat; nog slechts een deel van 't programma is voltooid. Wij begrijpen op dit oogenblik de moeilijkheden van Nobile die geslingerd wordt tusschen zijn verlangen, het gezochte land te vinden, en tusschen zijn plicht niet de schepen achter zich te ver branden. Niemand durft hem te ondervra gen. Wij voelen, dat de minuten voor uren lellen. Om beter te kunnen zien, hebben wij het celluloid van de vensterramen wegge nomen. Alle kijkers zoeken. De ijskoude wind pijnigt de gezichten en doet ons de tranen in de oogen komen; ieder oogenblik moeten we ons even terugtrekken, om onze oogen uit te wrijven. Het nu eindelijk te zien het land, dat zich nog steeds verbergen blijft tusschen de nevels van den pool-„nacht". Onze oogen zoeken en pogen de duisternis te doorboren. Onophoudelijk klinken alarmkreten en een oogenblik meenen we, dat een lage heuvel zich tegen den horizon afteekent, maar ook ditmaal was het een illusie. De Citta di Milano, waarmee we per radio nog geregeld in contact blijven, kondigt aan, dat het weer te Koningsbaai slechter wordt. Het is het oogenblik van beslissing. Nobile verlengt zijn onderzoekingen voor nog een half uur. Als we om 23 uur geen land zul len zien, dan keeren we terug. Hoe de on rust van deze 30 minuten te beschrijven? En maar steeds dichter wordt de mist: het schijnt, dat hij om dit laatste poolland een rookkring wil trekken, zooals de schepen doen, als zij zich willen verbergen. Het half uur is bijna om: de chronometers aan boord wijzen aan' drie en twintig minuten. Kalm, uiterlijk onbewogen, beveelt Nobile van rich ting te veranderen. Het is een moment van bitterheid. Om gebruik te maken van den Noord-Oosten wind besluit men naar Nova Zembla koers te zetten en van daaruit naar Spitsbergen door te zetten, het Zuiden van den Frans Jozef-archipel passeerend. De eerste uren van dezen terugtocht zijn triest. In den tweeden nacht van deze vlucht konden we minder gemakkelijk aan de koude weerstaan, die om zeven uur Donderdagmor gen daalde tot 21 graden onder nul. Het is geen exceptioneele koude, maar men moet er rekening mede houden, dat wij ons in een beperkte ruimte bewegen en dat het schuitje bloot gesteld is aan den ijskouden wind, die die er van alle zijden vat op heeft. Om te rusten, en als het kan even te slapen, zijn twee bontzaken geen weelde. Het is overigens een heele kunst zich in zulk een zak te wik kelen, omdat we toch al op bijzondere wijze gekleed zijn. De afmetingen van ieder onzer zijn verdubbeld. De gewoonste bewegingen kosten moeite. Om de instrumenten te be dienen of om te fotografeeren is het nood zakelijk de handschoenen uit te doen. Het is een ware foltering. Als we hadden moe ten loopen, zouden we in tien minuten door en door bezweet zijn geweest, maar aan boord loopen we weinig, ook al omdat het door onze kleeding zeer lastig is. De physieke lusteloosheid is onze ergste vijand. We hebben geen druppel drank meer. Alles is bevroren. De vloer van onze cabine is bedekt met een ijslaag. Vijf minuten, na dat men zich in een pelszak heeft gewikkeld, bevriest de adem, die men gaat uitblazen en ook daarom is maar beter wakker te blijven en wat te praten, waarbij men warme argu menten kan gebruiken om een toekomstige expeditie naar Centraal Afrika te verdedi gen. Gedurende onzen terugtocht bepaalde No bile geregeld langs radio-telegrafischen weg onze positie. Ook als ons een dikke mist had achtervolgd tot aan Spitbergen toe, zou het ons mogelijk zijn geweest de remise van Ny Aalesund te vinden, dank zij de golven, die werden uitgezonden om ons op te zoeken. Overigens werd de vaart onberispelijk ge leid. Te 4.40 Donderdag bereikten we het Zuide lijke punt van Nova Zembla, dat we van kaap Lütke overstaken. Dit verlaten land, dat toch 91.800 vierkante K.M. groot is wordt slechts door 200 Samojedsn bewoond. We hebben helaas geen tijd om kennis met hen te maken, want we hebben haast. We vliegen met een snelheid van 60 K.M. -per uur. Te twaalf uur breekt de zon door den mist heen en we bevinden ons eindelijk in wat vriendelijker omgeving. Slechts kort want dra zitten we opnieuw in den mist. Om er ons van te bevrijden vliegen we op 1200 meter hoogte en we navigeeren gedurende eenige uren boven de wolkenzee. De reis wordt steeds aangenamer. We willen ons verbeelden, dat we boven Lombardije vlie gen, inplaats van boven den bevroren oce aan. Maar dan wordt de mist weer dikker en het is niet mogelijk ook maar het minste waar te nemen. Op twee of drie plaatsen is het ijs, blijkt eenigen tijd later, met bloed vlekken bedekt. Een episode uit de zwarte poolkroniek? Ongetwijfeld was het een tra gedie van beren, want het is uitgesloten, dat op dat punt van het „pack" zich een rob of zeehond ophield. Vrijdagmorgen, in de vroegste uren, trekt de mist op en de horizon klaart lichtend voor ons uit. Het luchtschip blijkt dan weer met een ijskorst bedekt; de schilden, die de motoren beveiligen, lijken enorme suikeren paascheieren. Vrijdags, te drie uur tien, klinkt opnieuw de kreet: „land". Onze boeg is gewend naar Kaap Leigh Smith, het uiterste oostelijke punt van Spitsbergen. De vreugde om de komende rust maakt ons allen gelukkig. In aanmerking genomen het uitstekende uitzicht en de vlugge vaart van het luchtschip, dart nu door een lichte bries wordt voortgestuwd besluiten we de Koning baai van den Noord-Oostelijken kant te na deren. We moeten over eenige bergen vliegen, wier toppen zich tot op 1730 meter verhef fen. Eenige manoeuvres aan het richtings roer worden uitgevoerd en we sty gen tot op 2800 meter. Dit is het meest verrukkelijke deel van den tocht. Het Noord-Oost-land. de straat van Hinloopen. het schiereiland Nieuw Fries land en de Wide Bay trekken we over met een snelheid van 90 K.M. per uur en op een hoogte, die ons veroorlooft het bewonderens waardige panorama in al zijn schoonheid te omvangen. We kunnen ons de weelde veroor- looven aan ons. programma de exploratie boven het interne deel van hett Noord-Oost- land toe te voegen, waarvan de kust met on gelooflijke moeite door een Duitsche expedi tie in kaart werd gebracht. Het is een hoog land, waaruit de talrijke, ongetwijfeld mine raal-rijke bergen, ieder oogenblik te voor schijn komen. Het Oost-land daarentegen bleek doorsneden van canons, gelijk die van Colodaro en hier hebben de bergen een meer vulcanische karakter. Dit zijn nu de Alpen van Spitsbergen. De;:e archipel biedt de fascineerende van de poolstreken, maar ook de koninklijke ma jesteit van het oude Europa. Maar ziedaar weer de koningshaaf. Het is onmogelijk u te zeggen, wat we gevoelen, nu we, van 3000 meter hoogte, de Citta, di Mila no weer zien liggen; en daar de hangar en daar Ny Aalesund. Het is geen terugkeer, 't is een repatrieering. We dalen met een prachtige manoeuvre Om 10.20, 69 uur na ons vertrek, wordt het ankertouw gegrepen door tientallen handen. Rond om ons klinkt de kreet: Viva l'ïtalia! Het zijn de mariniers, de alpinisten, de werklui, alle mannen van onze onderne ming; het ls het vaderland op de 79e paral lel. „Res.b.". Volgons een draadloos bericht van de „Ita lia" heeft generaal Nobile tijdens zijn rnid- dernachtelyke vlucht over de oNordpool de Italiaansche vlag en het door den Paus ge zegende kruis boven de Pool laten vallen. Frater \Vigbertus van ZoZn te Reusel schrijft ons: Naar aanleiding van ons vorig artikel werd ons van verschillende zijden de vraag gesteld, of het mogelijk zou zijn om vóór 12 Aug. nog zóóveel van Esperanto te leeren, dat men met eenige vrucht het Congres zou kunnen bijwonen. Ziehier ons antwoord: Bij gelegenheid van het Congres, dat in 1920 in Den Haag gehouden werd, hield Dr. Sicking, ik meen op den laatsten dag, een toespraak in Esperanto. Zijn Ed. had de taal gedurende de Congresdagen bestudeerd. Een onderwijzer vatte eenige dagen vóór het Congres het plan op, om het Congres te gaan bijwonen. Daar het juist vacaruie was, benutte hij dien vrijen tyd voor de studie van Esperanto, na het Congres kon hij de verzekering geven, dat hij de sprekers voldoende had kunnen volgen! Dit zijn natuurlijk maar uitzonderingen doch nu hebben we ook nog bijna drie maanden. Wij durven dan ook de verzeke ring geven, dat, als een ontwikkeld persoon eiken dag één of twee uren ernstig studeert, hij stellig voldoende van Esperanto zal ken nen om het Congres met nut en voldoening bij te wonen. Mochten er personen zijn, die het willen probeeren, dan zijn wij gaarne bereid, na ontvangst van één gulden, het noodige stu diemateriaal over te zenden; bovendien zul len er tegenwoordig maar weinig plaatsen meer zijn, waar geen personen gevonden worden, bij wie men eenige voorlichting bij de studie kan bekomen, zoo die al noodlg mocht ziin De zaak is wel waard om de proef te ne men! KORN. GOOSSENS. JUDOKUS Uitgeversbedrü* „De Spie- ghel", Amsterdam. Men kan een academische verhandeling schrijven o\^r vertelkunst en plastisch vermogen, over de kunst-om-de-kunst theorie en psychologische analyse van een karakter, over origineele beeldspraak, de „indringende" (een zeer moderne en gewilde term) stilistische gaven van een schrijver en over de structuur van impres sionistische woordkunst, en de conclusies van een aldus breed gebouwd betoog toet sen aan de schrijverskwalltelten van Kor- neel Goossens. Wjjgelooven echter, dat deze methode van critiseeren niet zou ge tuigen van een juist inzicht in bedoeling en beteekenis van Judokus. Want Goos sens vertelt smakelijk van zijn stunteli- gen hulpkoster Judokus Klabots, echter niet als Streuvels of als v. Deyssel, die bladzijden van zijn rijk en prachtig-beel- dend proza gaf in wüdloopige beschrijving, maar meer als Timmermans die een ver haal (gebeurtenis) geeft in tintelende smeuïge taal. De geschiedenis van Judokus, hulpkoster en stoeltjeszetter in de parochiekerk, die tevreden maar ietwat imbeciel leeft met zijn twee bazende zusters, door hen wordt uitgehuweiykt aan een oorlogsweeuwtje (hij trouwt op Onnoozele-Kinderen-dag!), zich totaal door zijij vrouw laat regeeren, versukkelt en verdoezelt in het huwelijk, waarin zij naast, niet voor en met elkaar, leven, tenslotte tct een driftdaad komt en wegloopt van zijn vrouw naar de saaie rust van aijn zusters' huishouden, deze geschiedenis „laat zich gemakkelijk en vlot lezen", en degene die haar leest om het verhaal, zal niet dikwijls neiging gevoelen om een bladzijde beschrijving, 'n bladzijde woordkunst over te slaan. Waar mede wij slechts dit bedoelen aan te ge-' ven, dat het verhaal geen bijkomstigheid is, terwijl Goossens tevens bewijst, dat hij zijn pen op zijn eigen wys heeft geslepen. Op verschillende plaatsen treft mer> goede stalen van beschrijvingskunst; maar ook stuit men op zinnen van detailleeren- de beschrijving, welke als 't ware geschre ven zijn óm de beschrijving, wel een be paalde stemming scherp verbeelden, maar in den context volmaakt overbodig en on waar zijn. Het prospectus van den uitge ver, waarin als proeve van beschrijving 'n aanhaling uit het boekje is afgedrukt, geeft een goed voorbeeld. „Hy (Pol Pari- daens, de eenige die in smoking ter brui loft verscheen) zat hier onteerd en ont- waardigd in de uniform der mondains, die hem elders eer en aanzien gaf en hem hinderde hier, omdat ze te schreeuwend Was. Niemand uegreep uc uevuingiieiu V zijn smoking, die grijnsde van heimwee en hunkerde naar wulpschheid en genot. En in gedachten verslonden liet hij moedeloos de handen giyden In de zakken van zijn vest en ze vonden er nog enkele nageble ven confetti, die hij bovenhaalde en in zwymel van losbandige slempery vóór zyn voeten neerdwarrelen liet" Niemand zal ontkennen, dat de zinnen in se goed ge schreven zyn, zal op den eersten zin een gegronte aanmerking maken, maar even min ontkennen dat de tweede zin speciaal het tweede gedeelte, sterk overdreven is, en geheel uit het verband valt, evenals de laatste zin: wanneer Iemand verlangt naar een losbandige slempparty gaat hy niet met wat confetti spelen. Kan men aldus hier en daar min ge lukte zinnen aanwyzen (b.v. de harde zin op pag. 36), op andere plaatsen geelt Goossens blyken van verrassende zeg gingskracht, rake beeldspraak en knappe plastiek („met een lichte hoofdbuiging waar een ijdele glimlach afdroop" Het Wen van Judokus met zfjn scrupu leuze zusters en bazige vrouw, was waard verhaald te worden; aan de eene zijde Ju dokus, verlegen, stuntelig, tevreden met zijn saai leventje, spoedig overbluft, op gaand in zijn kinderlijke genoegens en vol eerbied voor elk gezag aan de andere zijde Charlotte, sterk en kordaat, die huwt om practische redenen, kribbig en humeu rig wanneer baar plan een misrekening biykt te zyn. En zooals Goossens het be- schryft, ls het ook waard gelezen te wor den. In sprekende lünen trekt hy het beeld van Judokus en Charlotte in de mi sère van hun huweiyk, dat een mislukking worden moest, omdat hy in botte gela tenheid zich leven liet, en zy, teleurge steld in haar man in alle opzichten, troost denkt te vinden in een soort hys terische vereering van de nagedachtenis van Remy, haar eersten man. De scène in de boks'.ent, waar Judo kus murw. wordt geslagen, trekt Goos sens er echter met de haren du in een dilettantische poging om den sukkelaar in zyn botsing met het ongenadige leven nog sterker te doen uitkomen. De bekrompenheid van het burgerlijke kringetje, de bedilzieke zusters, die hun opdringende bezorgdheid voor Judokus tot het onwelvoeglijke dryven. zyn goed en waar geteekend. De bedoeling van Char lotte en' haar ontgoocheling geeft de schryver kernachtig in .dezen zin: „Ze had gedacht Judokus als een deeg te bewerken, maar hij was pap, die tusschen haar vin gers doorliep." De. vaak ongemotiveerde, overgang van verleden tijd in voltooid verleden tijd, heeft een onaangenaam, stootend effect. Goossens heeft de antipathieke eigen aardigheid, die ons bü meer Vlaamsche schrüvers algeheele waardeering onmoge lijk maakt, n.l. zün houding tegenover de geestelijkheid. Zooals hij den pastoor voorstelt bij het bruiloftsmaal, kennen wij ris priesters niet en zien wü hen liever niet voorgesteld, ook omdat het een onware voorstelling ls. Bo vendien laat Goossens op pag. 102 den pastoor dingen zeggen welke een priester nooit zeggen kan en zal. Volwassenen zullen den roman overigens met smaak lezen. Verzamelaars zyn soms abnormale men schen. Een postzegel, een boek, een munt of een bordje is voor hen een onwaar deerbaar bezit, wanneer zij slechts weten dat het uniek is of minstens dagen moeten reizen en snuffelen om een tweede exem plaar te vinden. De waarde is dan alleen ontleend aan de zeldzaamheid. In dat op zicht kan „Judokus" een kostbaarheid worden als ieder ander boek. Maar in se is dit boek van Goossens niet zoo'n litteraire kostbaarheid, om er vijftig genummerde exemplaren van te laten drukken op mooi Hollandsch Van G-elder-papier (met handtekening van den schryver), voor den kostbaren prijs van f 10. Goossens heeft zijn eenvoudig gegeven verwerkt op een manier, welke hem recht tot uitgave schenkt, meer dan vele andere tegenwoordige schrijvers en dichters; maar er was geen reden ons te vragen een genummerd exemplaar te koo- pen voor tien stevige Hollandscbe guldens. Die mode van nummering en handtee- kening moest nu maar verdwynen. JHR. A. v. RIEMSDIJK EEN STEM UIT DE BERGEN Uitgave: Op dc Hoogte, Haarlem. Jhr. v. Rdemsdyk schijnt nog steeds zijn hart te hebben verloren aan de ro mantiek, welke men in de vorige eeuw niet kon missen, n«g wel een romantiek van een dilettantische kwaliteit. Het eenige element dat zijn laatste too- neelstuk met de producten der tegenwoor dige tooneelschrijvers gemeent heeft, is dat het gebouwd is op den driehoek van man, vrouw en de derde. De derde ls in dit geval een jonge buitenlandsche vrouw, die met den gids Roedl een bergbeklim- ming onderneemt, waarby het tot een liefdesverklaring komt en Roedl in een gletscherspleet verongelukt. Het stuk speelt in de meest romantische omgeving: de alpen, de schrijver werkt zeer vrijgevig met geesten, duivelsverschynlngen en ys- ZONDAG 27 MEI. HILVERSUM, 1060 M. i2 Lunchmuziek door het Trio „Bruns". 2.303 Lezing door J. v. d. Ven: Folklo ristische en Pinkstergebruiken in Nederland. 33.30 Pianoconcert door Julia Noach. 3.304 Declamatie door Marie Meunier-Nachtegaal. 5 Solistencon cert, H. v. Wezel, cello, J. v. Hyman, flpno. 67.15 Dinermuziek door het Trio „Bruns". 8 uur Persber, en sportuitslagen. 8.10 Klassiek Concert door het ver sterkte Omroep-orkest o.l. van Nico Treep, Stefan Bergmann, piano. <3.50 Declamatie door Rodie Me- denbach. 10.20 (vervolg) Orkestconcert. HUIZEN, (Golflengte tot 6 u. 340.9 M. Na 6 u. 1870 M. Behalve de K.ft.O. kerkdiensten, welke op 1870 M. worden uitgezonden). 8.309.30 K.R.O. Morgen wijding. Spr. Jos. Mineur, lid van het Gilde „De klare waarheid." De Bergrede, Muziek en zeng. 9.50 N.C. R.V. 13.301.30 K.R.O. Lunchmuziek door het Trio „Winkels". 1.301.45 Rede door C. J. Kuiper: Het Dr. Schaepmanfonds; de partij doen bloeien is het fonds doen groeien: Steunt daarom beide. 1.452.15 K.R.O Verteluurtje door een cathechiste van Huize Eethanie. 2.304 K.R.O. Concert door het Dubbelmannen- k war te: „Art." te A'dam, Dir. A. Wolthers. 4—5 K.R O. Ziekenuurtje, met medew. van A. Schcermakers, leeraar Seminarie Ypelaar Ginneken ep Jan Nederpelt, pianist. 5.50 N.C.R.V. 7308 K.R.O. Vraagge sprek tusschen C. M. v. Moorsel Pzn., architect. Voor- L urg en Dr. H. P. Berlage naar aanl. van het 25-jarig Ju bileum der Beursinwijding door H.M. de Koningin. 8 uur K.R.O. Concert. Het K.R.O.-orkest o.l. van M. v. d. Ende. Spr. Pater L. J. Callewaert O.P. u, Kloos ter der Predikheeren te Gent. „De Geest v. d. H. Geest" 10 uur Persber. 10.45 Epiloog door het koor. DAVENTRY, 1600 M. p.50 Concert E. Fenton, alt, H. fcisdell, tenor, S. Baynes en zijn orkest. 5.20 Herden kingsdienst v. h. Britsche Legioen. 3.45 Gedichten voorlezing door J. C. Squire. 6.106 50 Bach-cantate no. 172 voor sopraan, alt, tenor, bariton, koor en orkest. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Licfdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Het Albert Sandler-orkest. D. Bennett-sopraan. 10.50 Epi'oog. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.20 Rekgieuse causerie, muziek en zang. 1.05 Bilboquet in een schets, Orkestconcert. 4.50 Dansmuziek. 8.5011.20 Orkest en Mile. Fissore-zang. LANGENBERG, 469 M. 7.20 Pinkstermorgen-concert, 9,20T0.20 Kath. Morgenwijding. 12.201.20 Orgelconcert. 1.202.50 Orkestconcert. 4.05-— 4.50 Bach, pianoconcert. 4.506.20 Orkestconcert. 6.307.05 P8inksteren. Declamatie. 8.35 Orkestccn- cert, R. Rhein-viool. Werag-orkest. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. ZEESEN, 12 50 M. 6.50—8.20 Vrcegconcert. 9.20 Morgenwijding. 11.50j.io Pinksterconcert. Orkest en zang (sopraan-bariton). 8.50 Uit opera's en operet- ten. Orkest o. 1. v. Bruno Seidler.Winkler. M. Alfermann, sopraan. 10.5012.50 Dansmuziek. HAMBURG, 395 M. 11.15 Kath. Kerkuitzending. 11.so Orkestconcert. 1.20 Orkestconcert. 5.20 Orkestconcert. 8.20 Pfïngstfahrt ini Maien". Daarna tot U.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.206.20 Dansmuziek, 8.35 10.35 Concert. Orkest en vocaal duet. Steecis fyetJVievwste in/iaetto. Vafi£una'/>?e //ersteffirryen vevyuarboq/d. MAANDAG 28 MEI. HILVERSUM, 1060 M. 12.302.00 Lunchmuziek door trio „Bruns". 2.00—3.co Populair solisfenconcert Mia v. d. Eynde, sopraan Boris Lensky, viool. 3.00 4.00 Koorconcert op het landgoed „Bantam" te Bus- sum door de Arb. zangver „De Volksstem" te Bussum met onde.'afd. Gem. Koor „Jong Kunstgenot" en Man nenkoor „Zang na Arbeid" te Amsterdam o. 1. v. Gerard Leenders. W. Schelling, pianobegeL 4.004.40 Gramofoonmuziek. 4.40—5.55 Kinderuuitje o. v. Mevr, Ant. v. Dijk. 6.007.30 Dinerconcert door Trio „Bruns". 8.00 Persber. en sportuitslagen. 8.10 „De Mascotta" operette in 3 bedrijven van Audran. Bcttina, kalkoenhoedster Betty v. d. BoschSchmidt Fiarnetta, dochte. van Laurent XVII, Greta Santhagens; Carlo (Page) Annie v, BeekRistjouw Angelo (Page), W.lh. v. d. Hoeck,; Laurent XVII, Vorst v. Pimbino, Jan Grootveld Pippo, herder, Ed. v. d. Ploeg Prjns Fritellini, M. Plooyer Rocco, landbouwer, Herre de Vos Mattheo, herbergier, M' v. Reen Sergeant. J. Jansen Antonia en Francisca, boerinnen, Wilh. v, d. Hoeck. Her verst. Omroep-orkest o. 1. v. J. J. v. Amerota. Chris de Vos, Algeh. voorber. HUIZEN, 340.9 M. tot 6 uur 1870 M.Bchalvc de K.R.O. kerkdiensten, Welke op 1870 M. worden uitgezonden. 9 uur K.R.O. Kerkdienst in de kapel van het Missie-col lege St. Franciscus Solanus, Sfttart. Koor van het Missie college o.l. van Pater Canutus Peters O.F.M. De „Missa Brevis (4-st.) van de Palestrina. De wisselende gezangen worden gezongen door de Schoüacantorum van het col lege. Na het Offertorium het 4-st. Factus est repente (Greg. Aichinger). Na de H. Mis het 4-st. „Tantum Ergo" van Vittoris en het 5-st. Exsultate van Da Pales trina. Predikatie door Pater Honoratus Caminada O.F.M. van het Miüie-college. 10.30—1 N.C.R.V. Bondsdag van Meisjesver. op Geref. grondslag in Nederland. 1.152.15 N.C.R.V. Middagconcert in de Nieuwe Kerk (Westerkerk) te Rotterdam. Mevr. D. den Daas van Bemel, alt, Karei van Riet, orgej. a.305 N.C.R.V. Middagvergadering Bondsdag can Meisjesver. op Geref. grondslag in Nederland. 7.30 N.C.R.V. Concert, Mevr. J. Helderman-Smit, piano, F. Meyerse, bariton, F. Eldert-Bakker. viool. 8 uur N.C.R.V. Cor.cer, in de Ned. Kerv. Kerk te Hillegom DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramo foonmuziek. 12.20 Concert voor sopraan en tenor. 12.50 Dansmuziek. 1.20a.20 Orgelconcert. 3.20 Orkestconcert. 4.20 De Piccadilly Spelers. - 5.20 Huis- houdpraatje. 5.35 Kinderuurtje. 6.30 Concert, or gelbespeling. 6.40 Voor padvinders. 6.50 Nieuws berichten. 7.05 Concert, orgelbespeling. 7,20 Dram. critiek. 7.35 Liederen van Sir H. Parry voor sopraan. 7.45 Fransche causerie. 8.05 Vaudeville, Dansor- kest en variété-art?sten. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Ac- tueele causerie. 9.50 Nieuwsber. 9.55 Vocaal con cert, F. Russell, tenor. 10.10 Militair orkest concert D. Labbette, sopraan, T. Kinniburgh, bas. 11.30— 12.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 10.50—11 Concert. 13.502.Ï0 Klassieke kwartetten. 4.055.05 Li ter. en muzik. matinée. 9.0511.20 Concert, variété. Daarna dansmuziek. LANGENBERG, 469 M. 9.2010.20 Morgenwijding' 10.2011.50 De Eifelrennen. I.202.50 Militair or kest concert. 4.506.20 Concert, Dubbelkwartet en Cornet-kwartet. 8.qo „lm Weissen Rössi" klucht van ËlumenthaJ en Kadelburg. Daarna tot 13.20 Orkest- concert. ZEESEN, 1350 M. 6.508.20 Vroegconcert. 9.20 Mor genwijding. 11.50—.x.io Concert door den Kosleck- schen Blazersbond. 5.20—7 Concert in Hotel Bristol. 8.20 „Rigoletto," opera in 4 acten van Verdi. 10.50 —12.50 Dansmuziek. HAMBURG, 395 M. iq.20 Orkestconcert. 4.20 Orkest concert. 8.20 „lm weissen Rössl", klucht in 3 acten van BlumenthaJ en Kadelburg. Daarna tot 11.20 Dans muziek. BRUSSEL, 509 M. 1.50 Vergadering van den Eoeren- bond. 5.206.20 Trioconcert. 8.35 Operette-con cert, Mile Cevene Hr. Lefevre, zang, Orkest. 10.35 Sluiten. SPECIALISTEN - Tel. 14609 - HAARLEM PHILIPS, Telefunken en R. M. Toestellen DINSDAG 29 MEI. HILVERSUM, 1060 M. 12.302.00 Lunchmuziek dooi het Trio Groeueveld. 3.004.00 Knipcursus. 6.0c —7.15 Dinerpiuziek door het Trio Rentmeester. 7-157.45 2« Duitsche Olympiade les. 8.00 Concert door het Omroep-orkest o. I. v. Nico Treep. Merg. Couperus, zang Dina Italië, piano. 8.45 Pianoconcerl door Dina Italic. 9.15 Voortzetting Orkestconcert. ro.30 Persber. Daarna Concert. HUIZEN. 240. M. Na 6 uur 1870 M. (K.R.O.-uitzendin gen uitsluitend). 12.301.30 Lunchmuziek door hel Trio „Winkels". 2.304.15 ie Alg. Verg. v. d. 4de* Neder!. Katholiekendag Maastricht. Openingswoord door Mr. A. J. M. J Baron van Wijnbergen. Rede dooi Henri Hermans Het Koningschap van Christus in hei Huisgezin. 5.306.30 Dinermuziek. 7.308.0c Cursus Kerklatijn door Leo Speet. 8.00 2c Alg. ver gadering. Rede door Mr. Dr. L. N. Deckers Het Ko ningschap van Christus in het Sociale Leven. Rede dooi Prof. J. D. J. Aengcnent, ïrof. a. h. Groot-Semi'nam Warmond Het Koningschap van Christus in het Poli tieke leven. 10.co Een uurtje volkszang, freorg. dooi de R. K. Ver. tot veredel, v. d. Volkszang Maastricht Daarna persb. DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 71,2c Gramofoonmuziek. 12.20 Het Georgian, Trio er sopraan. i.ao2.20 Qrkestconcert. r.20 Duettee voor 2 piano's en vocaal concert (sopraan-bariton). 4.20 Orkestconcert. 5.20 Vacantic-causerie. uj Kinderuurtje. 6,20 Gramofoonmuziek. £55 Nieuwsber. 7.05 Gramofoonmuziek, 7.20 Causerii over Canada. 7.35 Liederen van Sir. H. Parry root sopraan. 7.45 Causerie. 8.05 Variété. .20 Le zing Modern Transport. 9.20 Nieuwsber. 0.33 Muzick-causerie. 9.55 Nieuswber. 10.09 „Th< survivor" mysterie in 3 actden van Hogan en Constan- duros. ii.20ja.30 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. - ïo.50it.oc Muziekles. 12.502.10 Orkestconcert, Fauré er Messager, 4.05—5.53 Orkestconcert. 9.05—11.21 Concert. Orkest en koor. LANGENBERG, 469 M. 1.252.50 Orkestconcert. 4.50—5.25 Concert voor piano en viool. 6.207.15 Duetten en oude strijkmuziek. 8.40 Orkesfconcert. 10.50 Sluiten. ZEESEN, 1250 M, 12.205.20 Lezingen. 5,20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.209.3e Pianoconcert van Mich. Zadora. 9.20—10.20 Bach- concert. Orkest en Licco Amar an Walter Caspar, viool. 11.50 Sluiten. HAMBURG, 305 M. 4.35 Voorltzing door Dr. Ci Beste. 6.20 Walsmuziek door orkest. 7.45 „Fideïio" opera in 2 acten van Beethoven 10.20 Causerie. Daarna tot u.20 Cabaret en dansmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.20—6.20 Dansmuziek. 8.2c Orkestconcert. Daarna tot 10.35 Dansmuziek. goden (met haren en nagels van Ijs, geze ten op een ystroon!), laat voortdurend ne vels over het tooneel trekken en lawines donderen, requireert herhaaldelijk een „feeërieke verlichting" en laat krankzin nige vaders door den geest van een ge storven zoon verlossen „van den knellen den band om het hoofd". Wanneer men bovendien nog weet, dat de vrouw met 'n goeden geest en Mephlsto debatteert over vrije liefde, waarbij een zonderling allegaartje van Christelijke ze- deleer en paganistische theorie omtrent „zich uitleven" wordt aangeboden, heeft men een denkbeeld van de waarde van dit stuk. Liefhebbers kunnen het overigens niet romantischer wenschen: hartstochte lijke liefde in de bergen, tusschen sneeuw en ijs, bliksemflitsen en donderslagen, en een krankzinnige gids als ongewenschte getuige van de ongeoorloofde verhouding tusschen Roedi en de jonge buitenland sche. Het zoontje van Roedi zorgt voor de aandoenlijke momenten. Ongeschikt voor het amateurs-tooneel, dat, heel langzaam, de drakenperiode ont groeit; oj) het beroepstooneel zullen wy evenmin deze stem uit de bergen hooren. Bovendien zou de requisiteur een onkos- tenrekening moeten indienen, welke voor het beste en mooiste stuk een bezwaar zou zijn. Voor Katholieken is het natuurlijk on aanvaardbaar. De monoloog, geschreven in 1909. waar uit dit tooneelstuk is gegroeid en die ach ter in het boek is afgedrukt, is verschrik- keiyk saai. BOEKENSCHOUW. Op zyn bekende eerlijke, nooit stuiten de manier bepaalt pater A. Gielen S.J. in het Mei-nummer van „Boekenschouw" de waaide van den jong gestorven Vlaam- schen dichter Paul v. Ostayen, „wien wij met eeibied groeten om zijn lijden en vroegen dood, maar van wiens dichtkunst wy toch nooit de dupe hopen te worden." In „Wat anderen schryven", een der interessantste rubrieken van Boekenschouw door de geestige, menschkundige commen taren van den hoofdredacteur, wordt o.a. Jager's brekende critiek van dr. Moller's nieuwe literatuurgeschiedenis onder de leupe genomen. P. Assmann levert een artikel over den Engelschen succes-schrijver Am. Bennett, waarin duidelijk wordt aangetoond wat de waarde voor de letterkunde is van dezen practicus en kunstenaar, die na zyn eer sten grooten roman uitrekende: „na aftrek van de onkosten voor het typen, heb ik juist genoeg overgehouden om een nieu wen hoed te koopen." Een gedetailleerde critiek op Timmer man s „Pastoor uit den bloeyenden Wyn- gaerdt" wordt gegeven door Jos. Hen- drickx. Nauwgezet speurt hh de fouten en goede eigenschappen van het boek na en motiveert zijn meening. Hendrickx rekent 't boek tot de roman tiek. De een en twintigste jaargang is met dit gevarieerd nummer begonnen. Pinksterbloemen. Op de bloemenmarkt was 't weer de oude gezellige drukte van elke Pinkster- Zaterdag. Voor elk stalletje stonden koopsters en koopers, en vrooiijke kindergroepjès, on der geleide van vader, moeder of dienst bode. trokken naar alle richtingen huis waarts, trotsch dragend hun geurende en kleurfeestende schatten, die ze, nog niet voor alles wat hen lief was, zouden wil len afstaan. De zon belachte de montere snuitjes en glanzende oogjes, smeet goud-pla/;en op de witte tent-zeilen en 't rimpelende singel-water en maakte vuur-bollen van de dik-gebloeide roode geraniums. 't Was weer 't Lente-bloemenfeest van elk jaar't Feest van kleur en geur en lach, waarby voor enkele oogenblikken vergeten wordt wat aan leed en zorg weer te wachten staat in menige woning. En wie let er in die blije drukte op 'n eenzaam b u gervrouwtje, dat aarzelend, by na schuw langs de' bloemenata'Ict.Jjs schuift en tusschen de hoofden en schou ders van voorop-gedrongen kooplustigen de tentoongestelde potjes en plantenbak ken tracht gade te slaan. Ze zag ei ook te gewoon uit, om op te vallen en haar achteraf-houding bracht 'r met niemand in aanraking. Ze was bü 't vierde bloemenkraampje aangeland. Daar Was 't niet zoo druk, en 't scheen w«l of ze blij was, dat ze niet verder hoefde, 'n Sloome jongen van 'n jaar of zestien hi. jd er de wacht. „Wat koste die foksia's?" vroeg ze bijna nederig. „7tvt stuiver, jvrffroiv'. „Zeve stuiKan 't niet wat min der, bij 'n stuk of vier vyf?" „Zal u motte wachte tot de baas terug isik heb daar geen zeggen over hy zal wel gauw kommels blomme ón 't wegbrenge naar de Wlllemienestraat •<P>Ja'k heb weinig tyd afün'k wou ze dan toch óók graag bezorgd hebben as 't kan j.Zal wel gaan, juffrouwhoeveel?" „Nou...,, vier stuks dan maar". „Best, 'k zal ze apart zetteen het adres?" „Steenstraat twaalf." „Komt in orde, juffrouw". „Ziezoo" fluister-zuchtte ze, toen ze van de bloemenmark af wasda's dan weer voor-mekaar. Heb 'k me zenuwach tig gemaakt voor nikszou ook wel merakel-toevallig geweest zyn als ie nou... na tien jaar nog Maar toen ze 'n honderd stapjes ver der was, wist ze weer niet, of't wel zoo erg akelig gevonden zou hebben als ie daar had gestaan met z'n bloemenkraam pjeZeker, ze zou d'r eigen hebben doodgeschaamd, en als de weerga hebben gemaakt, dat ze van de potjesmarkt af kwamMaar dan had ze 'm toch nog es gezienWas ze déarvoor eigen lijk niet met 'n soort angstig verlangen naar de Pinkstermarkt gegaan? Gunst- nog-toenou moest ze toch lachen Hoe kon 'n mensch van dik in de vijf tig nog aan zulke dingen denkenaan de liefdeNou ja'n ouwe liefde danwas heelemaal geen schande en als daar dan óók nog 'n soort wroe ging bij kwamja, wroegingwant ze had Gerrit toentertijd toch leeljjk be handeldEn as ze nou deris wist, dat ie goed bezorgd was'n knappe, de gelijke vrouw had getroffendan kon ze wel weêr vrede met 'r eigen hebben ofschoon En thuis, onder d'r bezig zyn voor 't middagmaal, moest ze alsmaar aan Ger rit denkenen toen ze zat te eten zoo vervelend alléén als elke dag, maar nu nog meer beknepen door nog Immer versche eenzaamheidtoen voelde ze T pijnend, dat 't heel anders had kunnen zijn. En haar gedachten gingen terug naar 'n gedenkwaardige Pinkst er*- Zaterdag van tien jaar geleden. Ze moest bloemen koopen voor haar mevrouw, en kwam bij hem terecht. De ergste drukte was voorbij en ze kon op T gemak uitzoeken en bedisselen... En zooals dat dan ging'n levenslustige, vrooliike meid was ze'n praatje'n aardig heidjeheel en al in 't fatsoenlijke, want als dienstbode van meer dan twintig jaar by dezelfde mevrouw maak je geen gekheid met mannen meervooral niet als 't tien tegen een is, dat je met 'n getrouwd persoon te doen hebt...... ala de vriendeliikheid begon dan eigenlyk meer van zyn kanthij was buienge- woon schappelijk met z'n prijzenbood aan de potjes netjes by mevrouw te be zorgen en, als mevrouw 't graag had, ze in de grond te zettenen zoo kwam van 't eene gesprek 't anderewaaruit bleek, dat ie haar zoo'n beetje scheen te kennenMet praten en gissen kwam t uit, dat ze in één wagon hadden gereisd in 'n bodevaart-trein ntvar Kevelaar 'n jaar of drie vier geleden. 's Middags bracht ie de bloemen, plaat ste de potten waar mevrouw ze graag had en kreeg in de keuken 'n kop thee en 'n sigaar. Hij vertelde haar toen, dat ie al 'n goed jaar weduwnaar wasdat z'n dochter, die 't huishouden deed, ging trouwen enafyn, dat ie nou weer op zoek was naar een flinke, degelyke vrouw van zyn leeftyd. Wat er bij "t tweede kop theeen bij 't derde toen weeral lemaal gepraat wasdat wist ze op 't oogenblik zoo precies niet meerMaar in elk gevalvanaf die Pinkster-Zater dag kwam ie elke week met z'n bloemen wagen aan de deurenbloemen noodig of niet noodig'n praatje maak te hij tochen 'n paar maanden later 'n weduwnaar doet; er zoo lang niet over zeggen ze waren ze 't met el kaar esns. Mevrouw vond 't jammer. Ruim twintig jaar had Anna haar trouw gediend, ze zou niet gemakkelijk aan 'n ander wennenmaar ze wou 't geluk van Anna niet in de weg staan en beloofde haar de meubels voor 't hééle huisje. Toen'n paar weken vóórdat :*3 zouden aanteekenendat conflict. Ze begreep nu, na tien jaar. nóg niet dat geëngageerde menschen van vyf en veer tig konden kibbelen als 'n piepjong stel. 'n Verkeerd begrepen afspraak... 'n schero woordvan haórja, dat wist ze nog als de dag van gisteren. Zij zelf was de aanleiding geweest'n heuschelyke ruzie was 't geworden, met koppig volge houden tegenspraak van haar en 't stand punt van eerlijk gelijk hebben van hèm... en hy was weggeloopenen niet meer teruggekomen. Later hoorde ze. dat ie z'n boeltje verkocht had en ergens commen saal was geworden 'n Jaar later vroeg mevrouw haar, of ze weer voor bloemetjes wou zorgen Maar hoofdschuddend zei ze, dat ze er niet toe kon komen, om naar de „Luilak- markt" te gaanze schaamde zich voor Gerritze had de moed niet hem onder de oogen te komenMevrouw stuurde 't tweede meisjeen dat bleef ook de andere jaren zoo. 't Sleet Gewoonlijk krygt men op die leeftijd geen ongeneeslyke liefde-wonden meer. Maar nou was mevrouw dooden Anna zat in 't stille twee-kamer-wonink je van haar hjfrente te levenWel had ze kennissen, maar daar kon je óók niet de heele dag over de vloer liggenEn in haar eenzaamheid dacht ze aan Gerrit, en haalde zich van alles in 't hoofd werd geplaagd door de angst, dat 't met hem misschien de verkeerde kant was uit gegaandoor haar schuld en die angsten de herinne ring hadden haar op deze Pinkster-Za terdag weer naar de bloemenmarkt ge drevenmet de niet uitgesproken hoop hem te zien en de vrees hem te zuilen ontmoeten. Maar er was niets gebeurd en nu zou weer alles gewoon doorgaan maar ze voelde, dat Juist dat „gewone" haar zou biyven knoeiengut-gut was mevrouw maar biyven levenwant die eenzaamheid haalde alles weer los of 't zou moeten zyn, dat na deze Pinkster- Zaterdag Daar was 'n man met de bestelde bloem potjes. Toen ze de deur open deed stond ze meteen als 'n bloken nijliet haast de mand met foksia's op 't stoepie vallen. „Gerrit," deed haar mond, zonder ge luid. „Anna," beef-wipte z'n ruige Zaterdag- kin. „Wist ik, dat jij „En wist ik, dat jij •'adaar stonden ze nouHulpe loos friemelde hy aan de glimmende, weelde-belovende bloemknop oenen zei toen, om z'n houding te redden, wat ru wer dan ie 't bedoelde: „Hier benne de blomme't is't ls één-twintig „Kom je d'r niet effe in?" Ze voelde, dat ze vuurrood werd toen ze dit zei, en ging hem meteen maar vóór naar 't huiskamertjeom 'r gezicht te verbergen Hij draalde haar achterna nam z'n pet in z'n hand en kneep die tot een prop, zonder 't te merkenveegde z'n voeten op 'n velvet deurkleedje in plaats van op de mat er vlak vóóren stond in de kamer als 'n bedremmelde jongen. Eh terwijl ze de bloempotten uit de mand nam en ze in 't rekje van het kozijn plaatste, vroeg ie zacht: „Hoe kom je hier zoo te wonen?" Ze vertelde 'tvan mevrouw's over- lyden en schoof 'n stoel naar 'm toe. HU ging zitten 'en keek wat rond. Of-ie soms wou wachten, dat ze effe 'n bakkie thee zette „Ja. daar had-ie wel trek in. En terwyi ze in 't keukentje was, keek-ie vrijer rond. en zag 't groote verschil... Hier alles helder, blinkend, vroolijken bjj hemno-ja... niet smerig, maar.... sjonge-jonge, nou zag je toch, dat ergens in de kost zyn niet alles wasen hij duwde de rafelboordjes van z'n boezeroen wat naar binnenen dankte de hemel, dat de rest niet te zien kwam. En onder 't kopje thee raakten ze aan 't pratenover onbenullige dingetjes eerst, en ze dachten allebei aan dat aller eerste kopjebij mevrouw in de keu ken Gerrit loog. dat-ie 't best naar z'n zin hadwou z'n eigen niet laten ken nen: maar aan heel z'n houding en ma nier van spreken merkte ze, dat-ie niet oprecht was. Ze keek naar 1e plaatsen aan zn kleeren, waar knoopjes moesten zitten en naar z'n boezeroen-mouwen, die weer plagend omlaag kropen. Hij bedankte voor 'n tweede kopje deed nog wat onrustigen stond toen op ••Nou't beste maar," wist-ie niets beters te zeggenen ging heen „Wacht," riep ze hem iaik heb nog niet eens betaald!" Hij deed weer 'n paar stappen terug 't gangetje in en veegde z'n zand-handen aan z'n broek af En toen ze 't geld in een van die han den neerteldezag ze, dat die beefde „Nee," duwde hy de centen in haar por- temonnaie weerom„ik wil geen geld hebben voor die blommet is nou 't is nou eenmaal zoo geloopert't zal zoo wel hebbe motte wezenmaar geld neem 'k dar niet voor anik hoop. dat je er plezier van zal hebben'n blom metje in huis is altyd „Da's aardig van je, Gerriten.... en als ik je nou zegdat ik teen.... toen.... je weet wel.... erg leeli.jk tegen je geweest ben.... en dat 't heelemaal an mijn groote mond heb gelege, datte ween dat 'k T direk spijt van had Door Gerrit's lijf ging 'n warme golf en Anna keek naar 't cocus-loopertje om niet te laten zien, dat haar oogen het niet konden Kilden tegen wat daar achter te dringen zat. In de namidsag kwam Gerrit terug. Met z'n Zondagsche pak aan. En met de mooiste geranium, die-ie van de Pinkstermarkt had overgehouden. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 15