Van Alles en van Overal
i
mm
IlilIIIBUIBBIIIBil
-
P
NOORDERSCHETSEN
van
Rijtuigen en Spoorwagens; J. J.Beijnes
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Donderdag 31 Mei 1928
Twee herdenkings-data
Sm
RECHTSZAKEN
De ramp der „Callisto"
SOCIAAL LEVEN
tsjpfjij
'0,i'- 7" f4,,
-/ .v -
Vergadering van den Zuiderzee-
vi rrrhervreed
Het mitrailleur-ongeluk te Budel
KUNST EN KENNIS
Veertig stakers ontslagen
POSTZEGELNIEUWS
De weldadigheidspostzegels 1928
In memoriam Willem Heydt
LUCHTVERKEER
De onderbroken wereldvlucht
van v. Lear Black
Wilkins en Eyelson te Berlijn
De vier vliegbooten der
Royal Air Force
135.
HOLLAND—URUGUAY
zelf
Hup Holland!
Nou, Holland heeft gehupt, gisteravond ln
het Olympisch Stadion, maar al zijn hup
pen heeft niet mogen baten, tegen de Uru-
guaansche voetbal-reuzen heeft het 't moe
ten afleggen.
Wat geen schande ls.
Anderhalf uur voor den aanvang van den
wedstrijd Holland-Uruguay u weet wel,
dien waarvoor de menschen, gezeten op si
naasappel-kisten en oude stoeltjes den hee-
len nacht op straat doorbrachten, om toch
maar een entreekaartje te kunnen bemach
tigen kwam ik in Amsterdam aan, maar
er was aan 't Centr Station geen denken aan
om in 'n tram te komen, zóó werden die be
stormd. En daar Ik verwachtte straks ln het
Stadion nog strijd genoeg te zullen zien,
wilde ik er me hier niet zelf middenin wa
gen wat heb je aan een afgetrapte broek
of een blauw scheenbeen.
Dan maar een taxi, die stonden er geluk
kig bij hoopen.
Maar jawel, welken chauffeur je ook
vroeg, steeds was het antwoord: „Besteld".
Ha, daar kwam er een aanschieten, die men
schen naar het Centraal Station bracht
ja, heusch, er waren menschen die op dat
oogenblik Amsterdam verlieten die zou
dus zeker leeg komen. Ik er op af, maar ook
anderen hadden het gezien en van alle kan
ten stoven zes, acht menschen op de taxi
toe.
„Besteld, heeren", zei rustig de chauffeur
en leeg reed hij weer weg.
Taktiek, allemaal taktiek. Ze waren niet
besteld, heelemaal niet, ze wilden alleen wat
extra verdienen.
Een taxi-chauffeur mag voor een rit niet
meer vrager dan zijn meter aanwijst maar
't is den passagier niet verboden meer te ge
ven. En als je nu maar den bestuurder van
zoo'n bestelde taxi aanbood het dubbele
van net tarief te willen betalen, dan kon je
onmiddellijk instappen. Maar daar dankten
de meeste menschen voor.
Ik ook.
Je laten afzetten waar je zelf bij staat is
nu eenmaal geen aardigheid aan.
Intusschen vormden zich clubjes onder de
wachtenden-op-een-taxi. Groepjes van vier
verenigden zich en zochten samen een wa
ger; moesten ze dan dubbel betalen dan was
leder voor zich toch nog voor half geld
klaar.
Fn zoo ben ik ten slotte na een half urn-
voor één enkel guldentje naar het Olympi
sche Stadion getaxied.
Wat een drukte! Wat een geweldige
drukte! Heel Amsterdam was propvol men
schen en slechts langzaam schoof de taxi
vooruit 't leek wel, of al we in de Sta
dion-file stonden, toen we nog pas op het
Koningsplein waren! Zoo heb ik Amsterdam
nog nooit gezien. In twee rijen naast elkaar
rolden de auto's onafgebroken achter elkaar
maar voort net Parijs, of Londen, maar
dan hier en daar nog een beetje drukker.
Dat moet echter gezegd worden, alles ging
vlot; de regeling van het verkeer was schit
terend En de politie stond hier voor een
buitengewone taak. Bij een Holland-Belglë-
wedstryd is het ook druk, dan stroomen er
ook duizenden en duizenden naar den Am-
stelveenscheweg, maar dat isnog maar een
kleinigheid, vergeleken bij de drukte, waar
voor de politie nu kwam te staan. Het waren
toch niet alleen de 40.000 bezoekers van het
Stadion, die de drukte gaven, die andere
40.000 of meer, die alleen maar naar die
i drukte kwamen kijken, hielpen haar
verdubbelen.
Maar, zooals gezegd, alles liep vlot, en vijf
kwartier na mijn vertrek uit Haarlem trad
ik het Stadion binnen.
Geweldig!
Als daar 40.000 menschen ln gaan, dan
zaten er toen Ik binnenkwam, zeker al 35.000
en de tribunes leverden een schitterenden
aanblik op.
Kort voor zevenen kwam ook Prins Hen
drik onder de tonen van het Wilhelmus, op
de eere-tribune plaats nemen en nauwelijks
waren de klanken der muziek weggestorven,
of daar liepen de blauwen Urugayanen het
veld op Zij maakten front voor de eere-tri
bune en brachten den Olympischen groet,
keerden zich om en liepen naar den over
kant om voor de Marathon-tribune hun
groet te herhalen. Toen volgden de Oranje
mannen, en, zonder links of rechts te kijken
zonder groet of wat ook, liepen ze het veld
ln.
Dat was het eerste staaltje van de supe-
rlositeit van Uruguay, die dus niet alleen op
voetbalgebied bestaat.
Over het spel schrijf ik niet, dat ls onzen
sportverslaggever beter toevertrouwd, maar
wel wil ik zeggen, dat al is ook de overwin
ning van Uruguay volkomen verdiend, de
onzen voor hun enthousiast spel toch wel
een tegenpunt verdiend hadden.
Met groote belangstelling en spanning
hebben de 40.000 den titanenstrijd tusschen
de twee sterken gevolgd en al spreekt het
vanzelf dat zij liever gezien zouden hebben,
dat Holland gewonnen had. men waardeerde
toch het schitterende spel der tegenstanders
al hield men ook zijn afkeuring niet in, als
de Urugeezen, die zich na de rust voortdu
rend door de Oranjemannen op eigen helft
teruggedrongen zagen, zich daartegen
verzettend, wel eens min of meer woest spel
te zien gaven.
Heel die ring van menschen om die 22
daar in het veld leefde met de spelers mee,
maar ik kan me zoo voorstellen hoeveel
grootscher. hoeveel enthousiaster het alles
nog geweest zou zijn, wanneer Holland ook
maar één tegenpuntje had kunnen maken
Dan zou het een gejuich geweest zijn, dat
men het op het Leidscheplein had kunnen
hooren; dan zou......
Maar het was niet.
En, hoewel erkennend, dat het goed was
zooals het was, dat Uruguay verdiend ge
wonnen had, verlieten de toeschouwers met
bedrukte gezichten het terrein.
Als toch eens
Ik bleef nog even wachten. Een groepje
Uruguaysche supporters liep op de deur toe
waaruit de spelers moesten komen en ston
den daar, elkaar omhelzend telkens weer,
Spaansche liederen te zingen, tot hun man
netjes buiten kwamen, die met gejuich wer
den ontvangen en innig omhelsd.
Intuschen waren ook de Oranjemannen
naar buiten gekomen en namen plaats in de
"roote autocar, waarmee ze ook waren ge
komen.
Niet zoodra zagen de Urugeezen dat, of zij
'iepen op den wagen toe en juichten den
Hollanders toe, welke beleefheid door on
ze spelers werd beantwoord met het geza
menlijk aanheffen van het hartroerende
lied:
Lits jumeaux, lits jumeaux,
Kwatta, kwatta, kwatta,
Oeroega hoera!
Twee uren later stond ik weer in het Cen
traal Station.
ARTHUR TERVOOREN
Ik verhaalde u van den Bengaalschen Sich-
terman, hoe hij, teruggekeerd uit het verre
Indië, ln zijn geboortestad Groningen een
prachtig heerenhuis liet bouwen.
Met betrekking hiertoe schrijft wijlen rijks
archivaris Feith het volgende in zijn verhan
deling over Sichterman en diens familie:
„Op het bordes van de stoep, waarheen
twee trappen leiden, stond men destijds niet
voor twee nauw tegen elkaar gedrongen deu
ren, doch voor één dubbele prachtig ge
beeldhouwde deur met rijk versierd boven
licht. Boven deze deur verhief zich, niet zoo
als thans een uit blokken zandsteen opge
stapelde scheidslijn, doch prijkte een rijk om
lijst middenvenster, waarvoor een door sierlijk
smeedwerk, vertoonende het monogram
J. A. S„ omgeven balcon, gedragen door twee
gebeeldhouwde hermen, Bengaalsche negers
voorstellende. De uiterlijk nog bestaande
porte cochère ten westen van het huis diende
als doorgang voor de koetsen, welke na de
gasten te hebben geloosd, door den grooten
tuin naar het Nieuwe Kerkhof werden gere
den, waar zij een uitgang vonden bij de stal
lingen, het koetshuis en de knechtenwonin
gen, aldaar gebouwd.
Het huis door de groote dubbele deur bin
nentredende, kwam men in een breede vesti
bule, door de ramen wederzijds de deur
vroolijk verlicht. Een dubbele trap leidde naar
de tweede verdieping. In het midden onder de
trap, dus tegenover de voordeur was, halfrond
in de vestibule uitgebouwd, de toegang naar
de midden-achterkamer of groote zaal, wel
ker wanden met rood fluweel waren bekleed.
Dit vertrek was aan weerskanten geflankeerd
door eene suite van twee kamers, zoodat in
het geheel half rondom de vestibule vijf door
breede vleugeldeuren onderling verbonden
groote kamers voor de ontvangst van tal van
gasten waren ingericht.
Die kamers waren meerendeels met prach
tige behangsels bekleed, waaronder in het
westelijk gedeelte een kostbaar „Japans ver-
lackt behangsel".
Een ongemeen kostbare inboedel, kunst
voorwerpen van inlandschen en uitheemschen
arbeid, vulde het geheele huis.
Het moet een diepen indruk op de Gro
ningers dier dagen hebben gemaakt, die rijk
dom, welke op allerlei wijzen te pronk werd
gesteld, hetzij dat de prachtige koets, met de
donkere negers op bok en achterplank, ge
trokken door zes paarden, door Groningens
straten reed, hetzij dat de rijke man, voor
het open raam gezeten, geldstukken aan het
voor zijn huis saamgeschoolde volk toewierp."
Niet steeds vertoefde Sichterman in het
Groningsche patriciërshuis. In de zomer
maanden, als de stralende zon en de verzen
gende hitte het verblijf buiten verkieslijker
deed zijn dan dat in de stad, begaf het gezin
zich naar de buitenplaats Woellast, te Wilder-
vank gelegen. Bedoeld verblijf was door Sich
terman gesticht in de jaren 1745 en 1746. Hij
had er een kweekerij van fazanten doen in
richten.
Gedurende veertien jaren leefde de fabel
achtig rijke Sichterman in 't op hem trotsche
Groningen. Doch ook hem zou de niets ont
ziende dood niet sparen.
„Le pauvre en sa cabane, oü le chaume
le couvre,
Est sujet ses lois
Et la garde qui veille aux barrières
du Louvre
N'en défend point nos Rois"
Zoo dichtte terecht Malherbe.
En evenals de arme ln zijn met riet ge
dekte hut of de koning in zijn rijk paleis
zou ook de Croesus Sichterman een prooi
worden van den dood. Hij stierf in Januari
1764 en vond zijn laatste rustplaats in een
der kerken. Zijn rijkdommen, vele voorzien
van zijn wapen, een zittenden eenhoorn,
kwamen onder den hamer. In de bij die ge
legenheid uitgegeven catalogi lezen we o.m.,
dat te koop werd aangeboden: „een schoone
partij keurlijke Nederduitsche, Fransche en
Latijnsche Boeken, benevens een fraaije ver
zameling van Prenten, een groote partij In-
sectens in Liquar, eenige Natuurlijke zeld
zaamheden (o.a. een opgevulde Crosodil of
Kaiman, 5 4 6 voeten lang) en andere Ra
riteiten".
De woning, waar de rijke man eens geleefd
had, werd in het Jaar 1770 in twee gedeelten
verdeeld en is sindsdien ook steeds in tweeën
bewoond geweest. Als bewoners uit den laat-
sten tijd mogen hier genoemd worden de in
Katholieke kringen van Groningen welbeken
de graanhandelaar van Munster, in 1926 over
leden (deze bewoonde het linker heerenhuis)
en de oud-Commissaris der Koningin in de
provincie Groningen, Jhr. Mr. E. Tjarda van
Starkenborgh Stachouwer. De laatste bewoon
de het rechtsche heerenhuis in den tijd van
zijn burgemeesterschap van Groningen.
Het huis-Sichterman met zijn vier-en-der-
tig vensters in den voorgevel aan de straat-
zijde, spreekt nog jaren na den dood van den
stichter van diens fabuleuze schatten.
SPECTATOR.
Een nieuw type vestibule-rijtuig.
Pakgeraamte I/U klasse rijtuig - Staatsspoorweg (Java)
Op het oogenblik is bij de Koninklijke Fa
briek van Rijtuigen en Spoorwagens, J. J.
Beijnes, een geheel nieuw type Vestibule-rij
tuigen Ie He en Ille klasse in bewerking.
Deze rijtuigen zijn geheel van staal ge
bouwd, ook met een stalen dak. Inwendig
worden ze beide geheel met djattihout afge
timmerd. De totale lengte is 21,800 M. de
lengte over den bak is 20 500 M., terwijl de
hartafstand van de draaistellen 15 M. be
draagt. De grootste breedte is 2.856 M. De
rijtuigen zijn van het corridortype met drie
coupé's Ie kl. en vijf coupe's lie kl.; aan
elk einde bevindt zich een closet. De coupé's
Ie kl. hebben vier zitplaatsen, die der lie
kl. zes. De derde klasse rijtuigen zijn geheel
in gelijken geest gebouwd met tien coupé's
elk met acht zitplaatsen; de hoofdkussens
worden met leerdoek bekleed.
De rijtuigen worden voorzien van een
eigen electrische verlichting met dynamo,
welke door de as wordt gedreven en een
accumulatorenbatterij, verder electrische- en
stoomverwarming, zoodat ze geschikt zijn om
indien ze door electrische of stoomlocomo
tieven getrokken worden onmiddellijk
vanuit de locomotief verwarmd te worden.
De electrische verwarming is zoodanig inge
richt, dat ze dienst kan doen op lijnen, die
verschillende spanning hebben, zoowel gelljk-
als wisselstroom. De remuitrnsting bestaat
behalve uit een handrem, uit een automa
tische Westinghouse-rem met verhoogden
remdruk bij grootere snelheid, een automa
tische Vacuumrem en een niet-automatische
Henry luchtdrukrem. Ze worden gemonteerd
op Amerikaansche draaistellen. terwijl een
nieuw type wrijvingsbuffers wordt toegepast,
die alle schokken en stooten door onregel
matig rijden veroorzaakt, absorbeeren.
Het voorafgaande is voor ons aanleiding
twee herdenkings-data te releveeren van een
der voornaamste Haarlemsche industrieele
ondernemingen.
In het jaar 1838 nJ. stichtte de heer J. J.
Beynes aan de Riviervischmarkt eene onder
neming voor het bouwen van luxe-rijtuigen.
Werden in den beginne allerlei voertuigen
gebouwd, spoedig werd overgegaan tot den
bouw van paarden- en stoomtrams. In 1855
werden de eerste spoorwegwagens gebouwd,
toenmaals nog genoemd diligences (le klas
se), char 4 bancs (2e klasse) en wagons (3e
klasse).
Het bedrijf groeide dermate, dat aan de
Riviervischmarkt een nijpend gebrek aan
ruimte werd gevoeld. 5 Juni 1858 werd de
eerste steen gelegd voor de nieuwe fabriek
aan het Stationsplein. Op 5 Juni a.s. zal het
derhalve 70 jaar geleden zijn, dat de grond
slagen werden gelegd voor het gebouw aan
het Stationsplein, terwijl het dit jaar 90 Jaar
zal geleden zijn, dat de onderneming werd
opgericht.
De nieuwe fabriek loste niet alleen het
gebrek aan ruimte op, maar tevens en
dit was een groote, practische verbetering
maakte de ligging de aansluiting met het
stationsemplacement mogelijk.
Allan, de bekende schrijver van Haarlems
geschiedenis, geeft over de opkomst en den
bloei van de onderneming merkwaardige
bijzonderheden. Wij ontleenen daaraan hét
volgende:
Het was steeds de gewoonte van rijtuig
fabrikanten geweest, om de teekeningen der
luxe-rijtuigen uit Parijs te laten komen
Parijs toch was bekend door de schoone mo
dellen: de Fransche sierlijkheid was er steeds
uit te zien en werd verre boven de Engelsche
en Duitsche modellen verkozen. Maar de
heer Beynes week van de traditie af. Wel
ontving ook hij de Parljsche modellen, maar
zijn smaak verloochenen was hem onmoge
lijk. HU vond ook veel schoons in de Engel
sche modellen en gaf zich zeer veel moeite
om eenige Enge'.sche modellen machtig te
worden. Van toen af streefde hl) er naar de
Fransche sierlijkheid met de schoone en
strenge lijnen der Engelschen te vereenigen
Door zijn smaak werd een geheel nieuw
model in het leven geroepen, dat de alge-
meene goedkeuring mocht wegdragen en hem
veel werk bezorgde.
In dien tijd kwam ook de algeheele om
mekeer in de wijze van vervoer. De H. IJ
S. M. was opgericht, had haar eerste lijn
HaarlemAmsterdam gelegd en was die aan
het doortrekken naar Rotterdam. De heer
Beynes begon zich toen op het maken van
spoorwegrijtuigen toe te leggen. In 1856 le
verde hij de eerste acht lie kl. rijtuigen af,
m 1857 volgden nog 4 en in 1858 zelfs 12 rij
tuigen.
Voor het vervaardigen van de spoorweg
wagens werd de fabriek naar het Stations
plein verplaatst. Alles werd modem ingericht,
elk vak kreeg een eigen werkplaats, een
smeder), een wagenmakerij en schilders
werkplaats, enz.
Het ging den wakkeren fabrikant wèl.
Nauwelijks was de eene bestelling geleverd
of het contract voor de volgende werd ge-
teekend. Het gevolg was, dat de fabriek op
nieuw moest worden uitgebreid en dat er
steeds meer werklieden konden worden aan
gesteld. Omstreeks 1866 moesten in anderhalf
jaar niet minder dan 71 spoorwagens afge
leverd worden. Door de werklieden werden
dagen gemaakt van 1Z'/, en li'A uur en nog
kon aan alle opdrachten niet voldaan wor
den. In hetzelfde jaar 1836 werd ook een be
langrijke order ontvangen van de Ned.-
Indische Spoorweg-maatschappij.
Op de wereldtentoonstelling te Parijs in
1867 had de heer Beynes een spoorwegrijtu'ig
en een luxe-rijtuig geëxposeerd. De jury
bekroonde de inzending met een bronzen
medaille.
Na 1869 werden ook veel rijtuigen voor de
Staatsspoorwegmaatschappij gebouwd. Er
was evenwel in dien tijd geen aansluiting
tusschen het net van de H. IJ. S. M. en van
de Staatsspoor. De voor de Staatsspoor ge
bouwde rijtuigen werden door Amsterdam
op zolderschuiten vervoerd. Eenmaal is zoo'n
zolderschuit gekanteld, wat natuurlijk veel
ongemak en nadeel opleverde.
Toen door ijs de scheepvaart eens gestremd
was, werden de wagens voor de Staatsspoor
'angs den straatweg HaarlemAmsterdam
vervoerd. Het rijk had daarvoor toestemming
gegeven, mits de heer Beynes de schade aan
den weg veroorzaakt, liet herstellen.
Omstreeks 1875 maakte de fabriek een
slappen tijd door. Het getal arbeiders slonk
van 250 tot 80. In 1876 werd evenwel het
eerste tramrijtuig gemaakt en doordat na
dien tijd steeds meer tramlijnen geopend
werden, kwam er weer een tijdperk van veel
werk.
Ook 1885 was weer een slecht jaar. Toen
moesten wegens slapte 100 arbeiders ontsla
gen worden. In 1886 belastte de regeering
den invoer van buitenlandsche spoor- en
tramwagens met 5 pet. Het Jaar 1887 was
weer gunstig, omdat een groote order van
de Haagsche tramwegmaatschappij ontvan
gen werd.
Allan besloot zijn overzicht aldus: „Dat de
Koninklijke fabriek van rijtuigen en spoor
wagens voortdurend overvloed van werk moge
hebben en de heeren Beynes den naam van
dezen tak van Nederlandsche en van Haar
lemsche nijverheid steeds met eere mogen
ophouden, wenschen wij met heel ons hart."
De wensch van den schrijver is volledig
in vervulling gegaan.
Door aankoop van omliggende perceelen
werd de onderneming bestendig uitgebreid.
In 1913 werd aan 400 arbeiders werk ver
schaft, in 1914 aan pl.m. 600.
waarna na 1892 de spoorwegrijtuigen weder
hun oude plaats innamen en sindsdien steeds
het grootste gedeelte van den afzet vorm
den.
Behalve de gewone personenrijtuigen wer
den successievelijk gebouwd Salonrijtuigen
voor Z. M. Koning Willem III (1876), den
Sultan van Deli (1888), den Gouverneur-
Generaal van Ned. Indië (1891), de Zuid-
Af rikaansche Spoorweg-Maatschappij (1894),
de Sultans van Langkat en Serdang (1900),
de Salontrein voor H. M. de Koningin, het
Inspectierijtuig voor de Ned. Centrale Spoor
weg-Mij. en een Dynamometerrijtulg voor het
Departement van Koloniën In 1909 werden
de eerste eleotrische Spoorwegrijtuigen ge
bouwd voor de Zuid-Hollandsch Electrische
Spoorweg-Mij. De tramwagenbouw eveneens
heeft zich in den loop der jaren sterk ont
wikkeld. D44r is men reeds eerder overge
gaan tot het bouwen van draaistellen onder
de rijtuigen, hetgeen noodig was voor het
doorloopen van de meestal zeer kleine boch
ten. Een eigenaardigheid, welke bij de
Spoorwegen niet wordt aangetroffen, is de
„éénassige" truck. De heer J. J. Beynes heeft
er veel toe bijgedragen deze truck te verbe
teren en voor de tramwegen bruikbaar te
maken.
Het nieuwste op het gebied van spoor- en
tramwagenbouw zijn de „all steel cars" of
geheel stalen wagens, waarvan reeds ver
schillende aan de Nederlandsche Spoorwegen
en de Staatsspoorwegen op Java werden af
geleverd.
Het onderzoek door den raad voor de
Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft gister-
m'ddag een onderzoek ingesteld naar de oor
zaak van het met man en muis vergaan van
het stoomschip „Ca'listo" op 30 April J.I., bij
Louisburg tijdens mistig weer.
Gehoord werd de heer Lucardi, inspecteur
bij de f:rma Hudig en Veder. Van de talrijke
telegrammen, we'ke 'n verband met deze ramp
waren binnengekomen, las de secretaris er
twee voor. Uit één hiervan bleek, dat op be-
trekkelifk grooten afstand van de vermoede
lijke plaats des onheils (bij het rotsachtige
Port Nova) een boot van de „Callisto" ge
vonden werd. terwijl wrakstukken aanspoel
den bij Scatari.
Het schip, metende bruto 4310 en netto
2660 ton, was op weg van Barasona naar
Montreal, toen het in het donker van den
nacht door storm overvallen werd. Hooge
zeeën, mist en koude maakten redd'ngspogin-
gen niet wel mogelijk.
Bovendien werden na het radiografisch
bericht, vermeldende dat de boot gestrand
was, geen noodseinen van de „Callisto" ont
vangen. Waarschijnlijk is dus tot overmaat
van ramp de antenne aan boord onklaar ge
raakt.
De uitrusting van het schip moet volkomen
in orde geweest zijn.
Naar de heer Lucardi mededeelde, is via
de Radio-Holland aan de kustplaatsen ge
vraagd, of zij nog noodseinen of berichten
van de „Callisto" ontvingen en wanneer.
De antwoorden hierop zijn nog niet inge
komen.
De hoofdinspecteur sprak eenige woorden
van deelneming met het lot, dat den sche
pelingen in dezen rampzaligen nacht ge
troffen heeft.
De uitspraak volgt later.
len vond).
Ik ben Toorop zoo ontzaglijk dankbaar
voor alles wat hij gegeven heeft; ik ben
hem ook dankbaar dat hij me bij Willem
Heydt bracht.
Want Toorop had me geleerd ver
heugd te zijn om het vinden van groote
zielen. En Heydt leerde me opnieuw, hoe
groote zielen in heel eenvoudige menschen
plegen te huizen. En hoe eenvoudige men
schen met groote zielen weten, wat ze wel
en wat ze niet waard zijn; en hoe dezulken
weten dat het geweldig moeilijk is, iets
goed te doen; en hoe dezulken beseffen
dat er hard, heel hard gewerkt moet wor
den door wie naar de hooge toppen moe
ten reiken.
Ik heb dat leven iets geweldigs gevonden.
Wat een sterke kerel moet dat geweest
zijn: dag-in-dag-uit zalm uitsnijden, schel-
visch afwegen, boodschappen aannemen
voor diners, en de opdrachten uitvoeren op
een wijze dat je zaak een prachtige repu
tatie krijgt, en dat allemaal met „Kyrie
eleison" in je hoofd, dat alles met „Domine
non sum dignus" in Je hart, met „Magni
ficat anima mea Dominum" ln je ziel!
Wie hier lacht, is een vlegel. Wie hier
beseft, begrijpt dat de Heilige Geest hem
op het feest der Nederdaling is komen ha
len om hem zijn plaats te geven in dat
wonderbare koor daarboven
Venite, Heilige Geest, heeft hij gezongen
uit het volst van zijn geloovig gemoed.
HU is verhoord geworden.
De Heilige Geest wist den weg naar zijn
ziel; Hij heeft die nu gansch en al in vuur
gezet. Hij was er hier zoo blij om. de grijze,
dat hl) zoo Jong kon zijn in zijn zangen
welk een vreugde moet er nu zijn, nu hij
de jongste is in het Rijk der eeuwige jeugd
en blijheid.
e
s-v: v igj.
—"Ml*/,,.
De Zuiderzee-Visscherijraad vergaderde
dezer dagen te Enkhuizen, onder voorzitter-
schap van den Inspecteur der Visscherijen
in het le, 2e, en 3e district.
Besproken werden de bezwaren, die voor
Zuiderzeevisschers zijn verbonden aan een
eventueele verhooging van den maat op aal
van 25 op 30 c.M.
Naar aanleiding van de behandeling van
de begrooting van het Zuiderzeefonds voor
1928 in de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal op 16 Mei U„ waarbij verscheidene
sprekers wezen op de gebreken van de Zui-
derzeesteunwet, en waarbij de Minister van
Waterstaat toezegde, het advies van de
Generale Comimssre in te nen, onnrent
clp in dp wet r ..waarde-
vermindering" en „toekennnen van steun-
toelage", werd besloten een bespreking aan
te vragen met de Generale Commissie, om
de bezwaren, die de visschers hebben tegen
de thans bestaande regeling betreffende
„waardevermindering" en „toekenning van
steuntoelage" uitvoerig toe te lichten.
Voorts werd besloten, om de medewer
king van de Generale Commissie te ver
zoeken tot het tot stand komen van plaat
selijke commissies, die belast zullen zijn mei
het geven van advies inzake het verleenen
van eventueele uitkeeringen, volgens art. 13
der Zuiderzeesteunwet.
Behalve de behandeling van eenige za
ken van Internen aard werd nog van ge
dachten gewisseld of het niet mogelijk ls te
voorkomen, dat in tijden van overvloedige
haringvangsten, zooals dit voorjaar, de ha
ring waardeloos wordt.
Tensions werd i-«'«ten om te trachten
een goedkooper tarief te verkrijgen voor de
verzending snelvervoer van kistjes spiering
van Volendam naar Parijs.
Aanhangrijtuig - Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij.
Aan het Stationsplein was intusschen ver
dere uitbreiding uitgesloten en daarom werd
in het jaar 1913 besloten een fabriek bij te
bouwen, waar alleen Ijzeren onderstellen en
trucks, voornamenlljk met bestemming voor
Nederlandsch-Indië, werden vervaardigd.
Deze fabriek, zooals bekend aan den Ver-
spronckweg gelegen, was juist vóór het uit
breken van den oorlog gereed.
Onder bestuur van vaders en zoons werden
van verschillende internationale tentoonstel
lingen de eerste bekroningen weggedragen
en werden onder hunne leiding voorname op
drachten op technisch en constructief gebied
uitgevoerd.
Van af de oprichting tot op heden heeft
de fabriek de geheele ontwikkeling van den
wagonbouw meegemaakt en tot de ontwikke
ling daarvan het hare bijgedragen, zoo
dat gerustelljk mag worden verklaard,
dat door specialisatie op het gebied
van personen- en salonr ij tuigen, Beynes zich
in ons land een naam verworven heeft en
wel omdat de achtereenvolgende beheerders
der onderneming zich specialiseerden in de
vervaardiging van rollend materiaal (geen
locomotieven).
Aanvankelijk werden de z.g. driebaks-
rijtuigen gebouwd, hetgeen eigenlijk een com
binatie was van 3 aanéén gekoppelde coupé
rijtuigen, elk op één onderstel staande op 2
assen. In den loop der jaren werden de rij
tuigen verlengd en het aantal assen, in ver
band met het grootere gewicht van 2 op 3
gebracht. Deze derde as. zijnde de middel
ste. was in dwarsrichting verschuifbaar,
waardoor het mogelijk was, met den betrek
kelijk grooten -mderlingen afstand der eind-
assen, aoor kleinere bochten te rijden.
Aangezien het in de praktijk gebleken was,
dat nog langere rijtuigen, zoowel voor het
vervoer als voor de tractie voordeeliger wa
ren, werd overgegaan tot den bouw van lan
gere rijtuigen op 4 assen, en wel op 2 draai
stellen, elk op 2 assen. Twee types draai
stellen waren in gebruik, en wel voor het
lichtere materieel de Fox-bogle van Engel
schen oorsprong en voor het zwaardere ma
terieel het Duitsche draaistel.
Na den Fransch-Dultschen oorlog ontstond
een ongekende reactie. Het luxe-rijtulg-vak
J begon wederom een hoofdrol te spelen, waar-
naast de tramwegrijtulgen voor Amsterdam,
Rotterdam, Haarlem, Utrecht, Leiden enz.
een groot deel der werkzaamheden in beslag
namen. In 1878 werden voor de Ned. Rhljn
Spoorweg-Mij. de eerste stoomtramrijtuigen
oo draaistellen gebouwd.
Gedurende de volgende jaren werd naast
vele rijtuigen voor het binnenland ook ma
terieel gebouwd voor Duitschland en onze
Overzeesche gewesten.
In 1890 werden de eerste rijtuigen geleverd
voor de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Mij.,
De Krijgsraad te 's-Hertogenbosch heeft
gisteren, in verband met het mitrailleur
ongeluk te Budel, den sergeant-majoor
van L. veroordeeld tot 14 dagen gevange
nisstraf voorwaardelijk met een proeftijd
van een jaar en den sergeant van E. tot
1 week hechtenis onvoorwaardelijk.
Te Veldhoven zijn bij de steenfabriek „de
Heibloem" van de firma van Nuenen en Co.
veertig stakende arbeiders ontslagen.
In aansluiting op vroegere bekendmakin
gen kan thans worden medegedeeld, dat de
in dit Jaar uit te geven serie weldadig-
heidszegels de beeltenissen zal dragen van
Chr. Huijgens, Boerhaave Minckelers en
Prof. Lorentz.
In verband met het overlijden van den
bekenden musicus Willem Heydt schrijft
Joan Collette in de „Msb.":
Op Toorop's vleugel lag een partituur van
Diepenbrock's Mis. Die had er al heel, heel
lang gelegen. Tot eindelijk, eindelijk de
uitvoering kwam.
Toorop had er hard voor gevochten.
Maar ik weet ook hoe hij zeggen kon: „Er
is nóg een groot componist in ons land,
een heel groote, en die mag gerust narvt
Diepenbrock komen staan. Ik zal eens met
je naar hem toe gaan.
Hij ls een heel lief, eenvoudig mensch,
maar ik weet zeker, dat je voelen zult, dat
het een groot man is." (Toorop was immer
heel gelukkig en blij als hij groote zle-
Woensdagmiddag te half twee is uit Mar
seille het vliegtuig van de K. L. M. H.-N.
A. D. P. vertrokken met den heer Van Leat
Black aan boord. Geysendorffer, die met
den Amerikaan uit Kartoem kwam, vliegt
het toestel zelf. Er wordt regelrecht door
gevlogen naar Londen, waar men gisteren
avond tegen acht uur hoopte aan te komen.
Wolff seint uit Berlijn:
De Noordpoolvliegers Wilkins en Eyelson
zijn gisteren' om 16.43 uur te Berlijn ge
land. De vliegers werden namens de Rljks-
regeering en de Pruisische regeering en na
mens de stad Berlijn hartelijk begroet.
Naar een bericht uit Alaska meldt, heeP
men daar reeds sedert 14 dagen geen be
Aneta seint uit Koepang (Timor):
De vier vliegbooten van de Royal Al
Force zijn alhier aangekomen. Vrijdag
morgen a.s. vertrekken zij naar Broos
(Kimberley), Australië.
AU-steel motorrijtuig III klasse (type 1923) - Nederlandsche Spoorwegen.