Van Alles en van Overal i mm IlilIIIBUIBBIIIBil - P NOORDERSCHETSEN van Rijtuigen en Spoorwagens; J. J.Beijnes NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Donderdag 31 Mei 1928 Twee herdenkings-data Sm RECHTSZAKEN De ramp der „Callisto" SOCIAAL LEVEN tsjpfjij '0,i'- 7" f4,, -/ .v - Vergadering van den Zuiderzee- vi rrrhervreed Het mitrailleur-ongeluk te Budel KUNST EN KENNIS Veertig stakers ontslagen POSTZEGELNIEUWS De weldadigheidspostzegels 1928 In memoriam Willem Heydt LUCHTVERKEER De onderbroken wereldvlucht van v. Lear Black Wilkins en Eyelson te Berlijn De vier vliegbooten der Royal Air Force 135. HOLLAND—URUGUAY zelf Hup Holland! Nou, Holland heeft gehupt, gisteravond ln het Olympisch Stadion, maar al zijn hup pen heeft niet mogen baten, tegen de Uru- guaansche voetbal-reuzen heeft het 't moe ten afleggen. Wat geen schande ls. Anderhalf uur voor den aanvang van den wedstrijd Holland-Uruguay u weet wel, dien waarvoor de menschen, gezeten op si naasappel-kisten en oude stoeltjes den hee- len nacht op straat doorbrachten, om toch maar een entreekaartje te kunnen bemach tigen kwam ik in Amsterdam aan, maar er was aan 't Centr Station geen denken aan om in 'n tram te komen, zóó werden die be stormd. En daar Ik verwachtte straks ln het Stadion nog strijd genoeg te zullen zien, wilde ik er me hier niet zelf middenin wa gen wat heb je aan een afgetrapte broek of een blauw scheenbeen. Dan maar een taxi, die stonden er geluk kig bij hoopen. Maar jawel, welken chauffeur je ook vroeg, steeds was het antwoord: „Besteld". Ha, daar kwam er een aanschieten, die men schen naar het Centraal Station bracht ja, heusch, er waren menschen die op dat oogenblik Amsterdam verlieten die zou dus zeker leeg komen. Ik er op af, maar ook anderen hadden het gezien en van alle kan ten stoven zes, acht menschen op de taxi toe. „Besteld, heeren", zei rustig de chauffeur en leeg reed hij weer weg. Taktiek, allemaal taktiek. Ze waren niet besteld, heelemaal niet, ze wilden alleen wat extra verdienen. Een taxi-chauffeur mag voor een rit niet meer vrager dan zijn meter aanwijst maar 't is den passagier niet verboden meer te ge ven. En als je nu maar den bestuurder van zoo'n bestelde taxi aanbood het dubbele van net tarief te willen betalen, dan kon je onmiddellijk instappen. Maar daar dankten de meeste menschen voor. Ik ook. Je laten afzetten waar je zelf bij staat is nu eenmaal geen aardigheid aan. Intusschen vormden zich clubjes onder de wachtenden-op-een-taxi. Groepjes van vier verenigden zich en zochten samen een wa ger; moesten ze dan dubbel betalen dan was leder voor zich toch nog voor half geld klaar. Fn zoo ben ik ten slotte na een half urn- voor één enkel guldentje naar het Olympi sche Stadion getaxied. Wat een drukte! Wat een geweldige drukte! Heel Amsterdam was propvol men schen en slechts langzaam schoof de taxi vooruit 't leek wel, of al we in de Sta dion-file stonden, toen we nog pas op het Koningsplein waren! Zoo heb ik Amsterdam nog nooit gezien. In twee rijen naast elkaar rolden de auto's onafgebroken achter elkaar maar voort net Parijs, of Londen, maar dan hier en daar nog een beetje drukker. Dat moet echter gezegd worden, alles ging vlot; de regeling van het verkeer was schit terend En de politie stond hier voor een buitengewone taak. Bij een Holland-Belglë- wedstryd is het ook druk, dan stroomen er ook duizenden en duizenden naar den Am- stelveenscheweg, maar dat isnog maar een kleinigheid, vergeleken bij de drukte, waar voor de politie nu kwam te staan. Het waren toch niet alleen de 40.000 bezoekers van het Stadion, die de drukte gaven, die andere 40.000 of meer, die alleen maar naar die i drukte kwamen kijken, hielpen haar verdubbelen. Maar, zooals gezegd, alles liep vlot, en vijf kwartier na mijn vertrek uit Haarlem trad ik het Stadion binnen. Geweldig! Als daar 40.000 menschen ln gaan, dan zaten er toen Ik binnenkwam, zeker al 35.000 en de tribunes leverden een schitterenden aanblik op. Kort voor zevenen kwam ook Prins Hen drik onder de tonen van het Wilhelmus, op de eere-tribune plaats nemen en nauwelijks waren de klanken der muziek weggestorven, of daar liepen de blauwen Urugayanen het veld op Zij maakten front voor de eere-tri bune en brachten den Olympischen groet, keerden zich om en liepen naar den over kant om voor de Marathon-tribune hun groet te herhalen. Toen volgden de Oranje mannen, en, zonder links of rechts te kijken zonder groet of wat ook, liepen ze het veld ln. Dat was het eerste staaltje van de supe- rlositeit van Uruguay, die dus niet alleen op voetbalgebied bestaat. Over het spel schrijf ik niet, dat ls onzen sportverslaggever beter toevertrouwd, maar wel wil ik zeggen, dat al is ook de overwin ning van Uruguay volkomen verdiend, de onzen voor hun enthousiast spel toch wel een tegenpunt verdiend hadden. Met groote belangstelling en spanning hebben de 40.000 den titanenstrijd tusschen de twee sterken gevolgd en al spreekt het vanzelf dat zij liever gezien zouden hebben, dat Holland gewonnen had. men waardeerde toch het schitterende spel der tegenstanders al hield men ook zijn afkeuring niet in, als de Urugeezen, die zich na de rust voortdu rend door de Oranjemannen op eigen helft teruggedrongen zagen, zich daartegen verzettend, wel eens min of meer woest spel te zien gaven. Heel die ring van menschen om die 22 daar in het veld leefde met de spelers mee, maar ik kan me zoo voorstellen hoeveel grootscher. hoeveel enthousiaster het alles nog geweest zou zijn, wanneer Holland ook maar één tegenpuntje had kunnen maken Dan zou het een gejuich geweest zijn, dat men het op het Leidscheplein had kunnen hooren; dan zou...... Maar het was niet. En, hoewel erkennend, dat het goed was zooals het was, dat Uruguay verdiend ge wonnen had, verlieten de toeschouwers met bedrukte gezichten het terrein. Als toch eens Ik bleef nog even wachten. Een groepje Uruguaysche supporters liep op de deur toe waaruit de spelers moesten komen en ston den daar, elkaar omhelzend telkens weer, Spaansche liederen te zingen, tot hun man netjes buiten kwamen, die met gejuich wer den ontvangen en innig omhelsd. Intuschen waren ook de Oranjemannen naar buiten gekomen en namen plaats in de "roote autocar, waarmee ze ook waren ge komen. Niet zoodra zagen de Urugeezen dat, of zij 'iepen op den wagen toe en juichten den Hollanders toe, welke beleefheid door on ze spelers werd beantwoord met het geza menlijk aanheffen van het hartroerende lied: Lits jumeaux, lits jumeaux, Kwatta, kwatta, kwatta, Oeroega hoera! Twee uren later stond ik weer in het Cen traal Station. ARTHUR TERVOOREN Ik verhaalde u van den Bengaalschen Sich- terman, hoe hij, teruggekeerd uit het verre Indië, ln zijn geboortestad Groningen een prachtig heerenhuis liet bouwen. Met betrekking hiertoe schrijft wijlen rijks archivaris Feith het volgende in zijn verhan deling over Sichterman en diens familie: „Op het bordes van de stoep, waarheen twee trappen leiden, stond men destijds niet voor twee nauw tegen elkaar gedrongen deu ren, doch voor één dubbele prachtig ge beeldhouwde deur met rijk versierd boven licht. Boven deze deur verhief zich, niet zoo als thans een uit blokken zandsteen opge stapelde scheidslijn, doch prijkte een rijk om lijst middenvenster, waarvoor een door sierlijk smeedwerk, vertoonende het monogram J. A. S„ omgeven balcon, gedragen door twee gebeeldhouwde hermen, Bengaalsche negers voorstellende. De uiterlijk nog bestaande porte cochère ten westen van het huis diende als doorgang voor de koetsen, welke na de gasten te hebben geloosd, door den grooten tuin naar het Nieuwe Kerkhof werden gere den, waar zij een uitgang vonden bij de stal lingen, het koetshuis en de knechtenwonin gen, aldaar gebouwd. Het huis door de groote dubbele deur bin nentredende, kwam men in een breede vesti bule, door de ramen wederzijds de deur vroolijk verlicht. Een dubbele trap leidde naar de tweede verdieping. In het midden onder de trap, dus tegenover de voordeur was, halfrond in de vestibule uitgebouwd, de toegang naar de midden-achterkamer of groote zaal, wel ker wanden met rood fluweel waren bekleed. Dit vertrek was aan weerskanten geflankeerd door eene suite van twee kamers, zoodat in het geheel half rondom de vestibule vijf door breede vleugeldeuren onderling verbonden groote kamers voor de ontvangst van tal van gasten waren ingericht. Die kamers waren meerendeels met prach tige behangsels bekleed, waaronder in het westelijk gedeelte een kostbaar „Japans ver- lackt behangsel". Een ongemeen kostbare inboedel, kunst voorwerpen van inlandschen en uitheemschen arbeid, vulde het geheele huis. Het moet een diepen indruk op de Gro ningers dier dagen hebben gemaakt, die rijk dom, welke op allerlei wijzen te pronk werd gesteld, hetzij dat de prachtige koets, met de donkere negers op bok en achterplank, ge trokken door zes paarden, door Groningens straten reed, hetzij dat de rijke man, voor het open raam gezeten, geldstukken aan het voor zijn huis saamgeschoolde volk toewierp." Niet steeds vertoefde Sichterman in het Groningsche patriciërshuis. In de zomer maanden, als de stralende zon en de verzen gende hitte het verblijf buiten verkieslijker deed zijn dan dat in de stad, begaf het gezin zich naar de buitenplaats Woellast, te Wilder- vank gelegen. Bedoeld verblijf was door Sich terman gesticht in de jaren 1745 en 1746. Hij had er een kweekerij van fazanten doen in richten. Gedurende veertien jaren leefde de fabel achtig rijke Sichterman in 't op hem trotsche Groningen. Doch ook hem zou de niets ont ziende dood niet sparen. „Le pauvre en sa cabane, oü le chaume le couvre, Est sujet ses lois Et la garde qui veille aux barrières du Louvre N'en défend point nos Rois" Zoo dichtte terecht Malherbe. En evenals de arme ln zijn met riet ge dekte hut of de koning in zijn rijk paleis zou ook de Croesus Sichterman een prooi worden van den dood. Hij stierf in Januari 1764 en vond zijn laatste rustplaats in een der kerken. Zijn rijkdommen, vele voorzien van zijn wapen, een zittenden eenhoorn, kwamen onder den hamer. In de bij die ge legenheid uitgegeven catalogi lezen we o.m., dat te koop werd aangeboden: „een schoone partij keurlijke Nederduitsche, Fransche en Latijnsche Boeken, benevens een fraaije ver zameling van Prenten, een groote partij In- sectens in Liquar, eenige Natuurlijke zeld zaamheden (o.a. een opgevulde Crosodil of Kaiman, 5 4 6 voeten lang) en andere Ra riteiten". De woning, waar de rijke man eens geleefd had, werd in het Jaar 1770 in twee gedeelten verdeeld en is sindsdien ook steeds in tweeën bewoond geweest. Als bewoners uit den laat- sten tijd mogen hier genoemd worden de in Katholieke kringen van Groningen welbeken de graanhandelaar van Munster, in 1926 over leden (deze bewoonde het linker heerenhuis) en de oud-Commissaris der Koningin in de provincie Groningen, Jhr. Mr. E. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. De laatste bewoon de het rechtsche heerenhuis in den tijd van zijn burgemeesterschap van Groningen. Het huis-Sichterman met zijn vier-en-der- tig vensters in den voorgevel aan de straat- zijde, spreekt nog jaren na den dood van den stichter van diens fabuleuze schatten. SPECTATOR. Een nieuw type vestibule-rijtuig. Pakgeraamte I/U klasse rijtuig - Staatsspoorweg (Java) Op het oogenblik is bij de Koninklijke Fa briek van Rijtuigen en Spoorwagens, J. J. Beijnes, een geheel nieuw type Vestibule-rij tuigen Ie He en Ille klasse in bewerking. Deze rijtuigen zijn geheel van staal ge bouwd, ook met een stalen dak. Inwendig worden ze beide geheel met djattihout afge timmerd. De totale lengte is 21,800 M. de lengte over den bak is 20 500 M., terwijl de hartafstand van de draaistellen 15 M. be draagt. De grootste breedte is 2.856 M. De rijtuigen zijn van het corridortype met drie coupé's Ie kl. en vijf coupe's lie kl.; aan elk einde bevindt zich een closet. De coupé's Ie kl. hebben vier zitplaatsen, die der lie kl. zes. De derde klasse rijtuigen zijn geheel in gelijken geest gebouwd met tien coupé's elk met acht zitplaatsen; de hoofdkussens worden met leerdoek bekleed. De rijtuigen worden voorzien van een eigen electrische verlichting met dynamo, welke door de as wordt gedreven en een accumulatorenbatterij, verder electrische- en stoomverwarming, zoodat ze geschikt zijn om indien ze door electrische of stoomlocomo tieven getrokken worden onmiddellijk vanuit de locomotief verwarmd te worden. De electrische verwarming is zoodanig inge richt, dat ze dienst kan doen op lijnen, die verschillende spanning hebben, zoowel gelljk- als wisselstroom. De remuitrnsting bestaat behalve uit een handrem, uit een automa tische Westinghouse-rem met verhoogden remdruk bij grootere snelheid, een automa tische Vacuumrem en een niet-automatische Henry luchtdrukrem. Ze worden gemonteerd op Amerikaansche draaistellen. terwijl een nieuw type wrijvingsbuffers wordt toegepast, die alle schokken en stooten door onregel matig rijden veroorzaakt, absorbeeren. Het voorafgaande is voor ons aanleiding twee herdenkings-data te releveeren van een der voornaamste Haarlemsche industrieele ondernemingen. In het jaar 1838 nJ. stichtte de heer J. J. Beynes aan de Riviervischmarkt eene onder neming voor het bouwen van luxe-rijtuigen. Werden in den beginne allerlei voertuigen gebouwd, spoedig werd overgegaan tot den bouw van paarden- en stoomtrams. In 1855 werden de eerste spoorwegwagens gebouwd, toenmaals nog genoemd diligences (le klas se), char 4 bancs (2e klasse) en wagons (3e klasse). Het bedrijf groeide dermate, dat aan de Riviervischmarkt een nijpend gebrek aan ruimte werd gevoeld. 5 Juni 1858 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe fabriek aan het Stationsplein. Op 5 Juni a.s. zal het derhalve 70 jaar geleden zijn, dat de grond slagen werden gelegd voor het gebouw aan het Stationsplein, terwijl het dit jaar 90 Jaar zal geleden zijn, dat de onderneming werd opgericht. De nieuwe fabriek loste niet alleen het gebrek aan ruimte op, maar tevens en dit was een groote, practische verbetering maakte de ligging de aansluiting met het stationsemplacement mogelijk. Allan, de bekende schrijver van Haarlems geschiedenis, geeft over de opkomst en den bloei van de onderneming merkwaardige bijzonderheden. Wij ontleenen daaraan hét volgende: Het was steeds de gewoonte van rijtuig fabrikanten geweest, om de teekeningen der luxe-rijtuigen uit Parijs te laten komen Parijs toch was bekend door de schoone mo dellen: de Fransche sierlijkheid was er steeds uit te zien en werd verre boven de Engelsche en Duitsche modellen verkozen. Maar de heer Beynes week van de traditie af. Wel ontving ook hij de Parljsche modellen, maar zijn smaak verloochenen was hem onmoge lijk. HU vond ook veel schoons in de Engel sche modellen en gaf zich zeer veel moeite om eenige Enge'.sche modellen machtig te worden. Van toen af streefde hl) er naar de Fransche sierlijkheid met de schoone en strenge lijnen der Engelschen te vereenigen Door zijn smaak werd een geheel nieuw model in het leven geroepen, dat de alge- meene goedkeuring mocht wegdragen en hem veel werk bezorgde. In dien tijd kwam ook de algeheele om mekeer in de wijze van vervoer. De H. IJ S. M. was opgericht, had haar eerste lijn HaarlemAmsterdam gelegd en was die aan het doortrekken naar Rotterdam. De heer Beynes begon zich toen op het maken van spoorwegrijtuigen toe te leggen. In 1856 le verde hij de eerste acht lie kl. rijtuigen af, m 1857 volgden nog 4 en in 1858 zelfs 12 rij tuigen. Voor het vervaardigen van de spoorweg wagens werd de fabriek naar het Stations plein verplaatst. Alles werd modem ingericht, elk vak kreeg een eigen werkplaats, een smeder), een wagenmakerij en schilders werkplaats, enz. Het ging den wakkeren fabrikant wèl. Nauwelijks was de eene bestelling geleverd of het contract voor de volgende werd ge- teekend. Het gevolg was, dat de fabriek op nieuw moest worden uitgebreid en dat er steeds meer werklieden konden worden aan gesteld. Omstreeks 1866 moesten in anderhalf jaar niet minder dan 71 spoorwagens afge leverd worden. Door de werklieden werden dagen gemaakt van 1Z'/, en li'A uur en nog kon aan alle opdrachten niet voldaan wor den. In hetzelfde jaar 1836 werd ook een be langrijke order ontvangen van de Ned.- Indische Spoorweg-maatschappij. Op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1867 had de heer Beynes een spoorwegrijtu'ig en een luxe-rijtuig geëxposeerd. De jury bekroonde de inzending met een bronzen medaille. Na 1869 werden ook veel rijtuigen voor de Staatsspoorwegmaatschappij gebouwd. Er was evenwel in dien tijd geen aansluiting tusschen het net van de H. IJ. S. M. en van de Staatsspoor. De voor de Staatsspoor ge bouwde rijtuigen werden door Amsterdam op zolderschuiten vervoerd. Eenmaal is zoo'n zolderschuit gekanteld, wat natuurlijk veel ongemak en nadeel opleverde. Toen door ijs de scheepvaart eens gestremd was, werden de wagens voor de Staatsspoor 'angs den straatweg HaarlemAmsterdam vervoerd. Het rijk had daarvoor toestemming gegeven, mits de heer Beynes de schade aan den weg veroorzaakt, liet herstellen. Omstreeks 1875 maakte de fabriek een slappen tijd door. Het getal arbeiders slonk van 250 tot 80. In 1876 werd evenwel het eerste tramrijtuig gemaakt en doordat na dien tijd steeds meer tramlijnen geopend werden, kwam er weer een tijdperk van veel werk. Ook 1885 was weer een slecht jaar. Toen moesten wegens slapte 100 arbeiders ontsla gen worden. In 1886 belastte de regeering den invoer van buitenlandsche spoor- en tramwagens met 5 pet. Het Jaar 1887 was weer gunstig, omdat een groote order van de Haagsche tramwegmaatschappij ontvan gen werd. Allan besloot zijn overzicht aldus: „Dat de Koninklijke fabriek van rijtuigen en spoor wagens voortdurend overvloed van werk moge hebben en de heeren Beynes den naam van dezen tak van Nederlandsche en van Haar lemsche nijverheid steeds met eere mogen ophouden, wenschen wij met heel ons hart." De wensch van den schrijver is volledig in vervulling gegaan. Door aankoop van omliggende perceelen werd de onderneming bestendig uitgebreid. In 1913 werd aan 400 arbeiders werk ver schaft, in 1914 aan pl.m. 600. waarna na 1892 de spoorwegrijtuigen weder hun oude plaats innamen en sindsdien steeds het grootste gedeelte van den afzet vorm den. Behalve de gewone personenrijtuigen wer den successievelijk gebouwd Salonrijtuigen voor Z. M. Koning Willem III (1876), den Sultan van Deli (1888), den Gouverneur- Generaal van Ned. Indië (1891), de Zuid- Af rikaansche Spoorweg-Maatschappij (1894), de Sultans van Langkat en Serdang (1900), de Salontrein voor H. M. de Koningin, het Inspectierijtuig voor de Ned. Centrale Spoor weg-Mij. en een Dynamometerrijtulg voor het Departement van Koloniën In 1909 werden de eerste eleotrische Spoorwegrijtuigen ge bouwd voor de Zuid-Hollandsch Electrische Spoorweg-Mij. De tramwagenbouw eveneens heeft zich in den loop der jaren sterk ont wikkeld. D44r is men reeds eerder overge gaan tot het bouwen van draaistellen onder de rijtuigen, hetgeen noodig was voor het doorloopen van de meestal zeer kleine boch ten. Een eigenaardigheid, welke bij de Spoorwegen niet wordt aangetroffen, is de „éénassige" truck. De heer J. J. Beynes heeft er veel toe bijgedragen deze truck te verbe teren en voor de tramwegen bruikbaar te maken. Het nieuwste op het gebied van spoor- en tramwagenbouw zijn de „all steel cars" of geheel stalen wagens, waarvan reeds ver schillende aan de Nederlandsche Spoorwegen en de Staatsspoorwegen op Java werden af geleverd. Het onderzoek door den raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart heeft gister- m'ddag een onderzoek ingesteld naar de oor zaak van het met man en muis vergaan van het stoomschip „Ca'listo" op 30 April J.I., bij Louisburg tijdens mistig weer. Gehoord werd de heer Lucardi, inspecteur bij de f:rma Hudig en Veder. Van de talrijke telegrammen, we'ke 'n verband met deze ramp waren binnengekomen, las de secretaris er twee voor. Uit één hiervan bleek, dat op be- trekkelifk grooten afstand van de vermoede lijke plaats des onheils (bij het rotsachtige Port Nova) een boot van de „Callisto" ge vonden werd. terwijl wrakstukken aanspoel den bij Scatari. Het schip, metende bruto 4310 en netto 2660 ton, was op weg van Barasona naar Montreal, toen het in het donker van den nacht door storm overvallen werd. Hooge zeeën, mist en koude maakten redd'ngspogin- gen niet wel mogelijk. Bovendien werden na het radiografisch bericht, vermeldende dat de boot gestrand was, geen noodseinen van de „Callisto" ont vangen. Waarschijnlijk is dus tot overmaat van ramp de antenne aan boord onklaar ge raakt. De uitrusting van het schip moet volkomen in orde geweest zijn. Naar de heer Lucardi mededeelde, is via de Radio-Holland aan de kustplaatsen ge vraagd, of zij nog noodseinen of berichten van de „Callisto" ontvingen en wanneer. De antwoorden hierop zijn nog niet inge komen. De hoofdinspecteur sprak eenige woorden van deelneming met het lot, dat den sche pelingen in dezen rampzaligen nacht ge troffen heeft. De uitspraak volgt later. len vond). Ik ben Toorop zoo ontzaglijk dankbaar voor alles wat hij gegeven heeft; ik ben hem ook dankbaar dat hij me bij Willem Heydt bracht. Want Toorop had me geleerd ver heugd te zijn om het vinden van groote zielen. En Heydt leerde me opnieuw, hoe groote zielen in heel eenvoudige menschen plegen te huizen. En hoe eenvoudige men schen met groote zielen weten, wat ze wel en wat ze niet waard zijn; en hoe dezulken weten dat het geweldig moeilijk is, iets goed te doen; en hoe dezulken beseffen dat er hard, heel hard gewerkt moet wor den door wie naar de hooge toppen moe ten reiken. Ik heb dat leven iets geweldigs gevonden. Wat een sterke kerel moet dat geweest zijn: dag-in-dag-uit zalm uitsnijden, schel- visch afwegen, boodschappen aannemen voor diners, en de opdrachten uitvoeren op een wijze dat je zaak een prachtige repu tatie krijgt, en dat allemaal met „Kyrie eleison" in je hoofd, dat alles met „Domine non sum dignus" in Je hart, met „Magni ficat anima mea Dominum" ln je ziel! Wie hier lacht, is een vlegel. Wie hier beseft, begrijpt dat de Heilige Geest hem op het feest der Nederdaling is komen ha len om hem zijn plaats te geven in dat wonderbare koor daarboven Venite, Heilige Geest, heeft hij gezongen uit het volst van zijn geloovig gemoed. HU is verhoord geworden. De Heilige Geest wist den weg naar zijn ziel; Hij heeft die nu gansch en al in vuur gezet. Hij was er hier zoo blij om. de grijze, dat hl) zoo Jong kon zijn in zijn zangen welk een vreugde moet er nu zijn, nu hij de jongste is in het Rijk der eeuwige jeugd en blijheid. e s-v: v igj. —"Ml*/,,. De Zuiderzee-Visscherijraad vergaderde dezer dagen te Enkhuizen, onder voorzitter- schap van den Inspecteur der Visscherijen in het le, 2e, en 3e district. Besproken werden de bezwaren, die voor Zuiderzeevisschers zijn verbonden aan een eventueele verhooging van den maat op aal van 25 op 30 c.M. Naar aanleiding van de behandeling van de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1928 in de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal op 16 Mei U„ waarbij verscheidene sprekers wezen op de gebreken van de Zui- derzeesteunwet, en waarbij de Minister van Waterstaat toezegde, het advies van de Generale Comimssre in te nen, onnrent clp in dp wet r ..waarde- vermindering" en „toekennnen van steun- toelage", werd besloten een bespreking aan te vragen met de Generale Commissie, om de bezwaren, die de visschers hebben tegen de thans bestaande regeling betreffende „waardevermindering" en „toekenning van steuntoelage" uitvoerig toe te lichten. Voorts werd besloten, om de medewer king van de Generale Commissie te ver zoeken tot het tot stand komen van plaat selijke commissies, die belast zullen zijn mei het geven van advies inzake het verleenen van eventueele uitkeeringen, volgens art. 13 der Zuiderzeesteunwet. Behalve de behandeling van eenige za ken van Internen aard werd nog van ge dachten gewisseld of het niet mogelijk ls te voorkomen, dat in tijden van overvloedige haringvangsten, zooals dit voorjaar, de ha ring waardeloos wordt. Tensions werd i-«'«ten om te trachten een goedkooper tarief te verkrijgen voor de verzending snelvervoer van kistjes spiering van Volendam naar Parijs. Aanhangrijtuig - Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij. Aan het Stationsplein was intusschen ver dere uitbreiding uitgesloten en daarom werd in het jaar 1913 besloten een fabriek bij te bouwen, waar alleen Ijzeren onderstellen en trucks, voornamenlljk met bestemming voor Nederlandsch-Indië, werden vervaardigd. Deze fabriek, zooals bekend aan den Ver- spronckweg gelegen, was juist vóór het uit breken van den oorlog gereed. Onder bestuur van vaders en zoons werden van verschillende internationale tentoonstel lingen de eerste bekroningen weggedragen en werden onder hunne leiding voorname op drachten op technisch en constructief gebied uitgevoerd. Van af de oprichting tot op heden heeft de fabriek de geheele ontwikkeling van den wagonbouw meegemaakt en tot de ontwikke ling daarvan het hare bijgedragen, zoo dat gerustelljk mag worden verklaard, dat door specialisatie op het gebied van personen- en salonr ij tuigen, Beynes zich in ons land een naam verworven heeft en wel omdat de achtereenvolgende beheerders der onderneming zich specialiseerden in de vervaardiging van rollend materiaal (geen locomotieven). Aanvankelijk werden de z.g. driebaks- rijtuigen gebouwd, hetgeen eigenlijk een com binatie was van 3 aanéén gekoppelde coupé rijtuigen, elk op één onderstel staande op 2 assen. In den loop der jaren werden de rij tuigen verlengd en het aantal assen, in ver band met het grootere gewicht van 2 op 3 gebracht. Deze derde as. zijnde de middel ste. was in dwarsrichting verschuifbaar, waardoor het mogelijk was, met den betrek kelijk grooten -mderlingen afstand der eind- assen, aoor kleinere bochten te rijden. Aangezien het in de praktijk gebleken was, dat nog langere rijtuigen, zoowel voor het vervoer als voor de tractie voordeeliger wa ren, werd overgegaan tot den bouw van lan gere rijtuigen op 4 assen, en wel op 2 draai stellen, elk op 2 assen. Twee types draai stellen waren in gebruik, en wel voor het lichtere materieel de Fox-bogle van Engel schen oorsprong en voor het zwaardere ma terieel het Duitsche draaistel. Na den Fransch-Dultschen oorlog ontstond een ongekende reactie. Het luxe-rijtulg-vak J begon wederom een hoofdrol te spelen, waar- naast de tramwegrijtulgen voor Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Utrecht, Leiden enz. een groot deel der werkzaamheden in beslag namen. In 1878 werden voor de Ned. Rhljn Spoorweg-Mij. de eerste stoomtramrijtuigen oo draaistellen gebouwd. Gedurende de volgende jaren werd naast vele rijtuigen voor het binnenland ook ma terieel gebouwd voor Duitschland en onze Overzeesche gewesten. In 1890 werden de eerste rijtuigen geleverd voor de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Mij., De Krijgsraad te 's-Hertogenbosch heeft gisteren, in verband met het mitrailleur ongeluk te Budel, den sergeant-majoor van L. veroordeeld tot 14 dagen gevange nisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar en den sergeant van E. tot 1 week hechtenis onvoorwaardelijk. Te Veldhoven zijn bij de steenfabriek „de Heibloem" van de firma van Nuenen en Co. veertig stakende arbeiders ontslagen. In aansluiting op vroegere bekendmakin gen kan thans worden medegedeeld, dat de in dit Jaar uit te geven serie weldadig- heidszegels de beeltenissen zal dragen van Chr. Huijgens, Boerhaave Minckelers en Prof. Lorentz. In verband met het overlijden van den bekenden musicus Willem Heydt schrijft Joan Collette in de „Msb.": Op Toorop's vleugel lag een partituur van Diepenbrock's Mis. Die had er al heel, heel lang gelegen. Tot eindelijk, eindelijk de uitvoering kwam. Toorop had er hard voor gevochten. Maar ik weet ook hoe hij zeggen kon: „Er is nóg een groot componist in ons land, een heel groote, en die mag gerust narvt Diepenbrock komen staan. Ik zal eens met je naar hem toe gaan. Hij ls een heel lief, eenvoudig mensch, maar ik weet zeker, dat je voelen zult, dat het een groot man is." (Toorop was immer heel gelukkig en blij als hij groote zle- Woensdagmiddag te half twee is uit Mar seille het vliegtuig van de K. L. M. H.-N. A. D. P. vertrokken met den heer Van Leat Black aan boord. Geysendorffer, die met den Amerikaan uit Kartoem kwam, vliegt het toestel zelf. Er wordt regelrecht door gevlogen naar Londen, waar men gisteren avond tegen acht uur hoopte aan te komen. Wolff seint uit Berlijn: De Noordpoolvliegers Wilkins en Eyelson zijn gisteren' om 16.43 uur te Berlijn ge land. De vliegers werden namens de Rljks- regeering en de Pruisische regeering en na mens de stad Berlijn hartelijk begroet. Naar een bericht uit Alaska meldt, heeP men daar reeds sedert 14 dagen geen be Aneta seint uit Koepang (Timor): De vier vliegbooten van de Royal Al Force zijn alhier aangekomen. Vrijdag morgen a.s. vertrekken zij naar Broos (Kimberley), Australië. AU-steel motorrijtuig III klasse (type 1923) - Nederlandsche Spoorwegen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9