Buitenlandsch Nieuws FEUILLETON. DE ONGEZIENE WERELD OF HET LEVEN NA DEN DOOD! DE MISDAAD VAN KÉRALAIN NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Zaterdag 2 Juni 1928 W&M&MPM'""' sas MÉÉHli m li® GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN DE MOORD OP MARGIT VOROSMARTT IX. GOD DE VERGELDER Een blik in het atelier van den goddelijken Kunstenaar Men verhaalt dat Edison, de geniale ont dekker ens, staande op den Eiffeltoren te Parijs hulde bracht aan God den grootsten Ingenieur van heel de wereld, zooals hij Hem noemde. Welnu bij de uitzetting van het teleolo gisch Godsbewijs" d.i. het bewijs getrokken uit de doelmatigheid in de natuur, zullen wij een blik slaan in het Laboratorium van dien genialen Ingenieur en 'n bezoek bren gen aan 't atelier van dien goddelijken Kunstenaar en dan zullen we zien met wel een wijs beleid en ondoorgrondelijk verstam de Schepper aller dingen alles naar wetten en regelen heeft geschapen; hoe Zijn Wijs heid „attingit fottiter a fine usque ad finem' alles krachtig heeft geleid van doel tot doel „et disponit omnia suaviter" en zacht regelt. Laat ons beginnen met een vluchtig over zicht van heel Zijn wondere werkplaats om daarna eenige afzonderlijke afdeelingen wat meer van naderbij te bezien. Ten eerste om te beginnen met ons zei ven, dat prachtwerk ons lichaam! Wat 'n meesterwerk van sapienstellingIn dien voortreffelijken samenhang tusschen alle deelen onderling met het geheel! In die mi nutieus-juiste wisselwerking kunnen we toch niet loochenen de sporen van een scheppende alwijsheid? Wat is de kunstigst vervaardigde optische lens, vergeleken bij 't menschelijk oog? Waar b.v. een door menschenhanden ver vaardigde lens, bij het doorlaten der licht stralen, daarvan meermalen 33 pCt. en nog meer voor het vormen lichtbeeld laat ver loren gaan, verliest ons oog /ïauwelijks 3 pCt. Is het wonder dat een groote Oogarts eens zeide; als 'k niet reeds in God geloof de, zou de studie van het oog mij op de knieën Swingen om Hem te aanbidden! Dan komen de drie wondere rijken der natuur: het delfstoffenplanten en dieren rijk! Wat schittert Gods heerlijkheid ons fel en klaar tegen uit het glanzende rijk der kristallen? r Wat is het „leven" in planten en dieren rijk? Alle mogelijke verklaringen heeft men er van trachten te geven! Telkens dacht men het raadsel van het leven te hebben opgelost, maar telkens werd men opnieuw teleurgesteld Men meende in de groote la boratoria van de wijzen der wereld de kleine levende cel wel te kunnen nabouwen. Het was 'n kunstige machine zegt Liebmann ironisch van ingewikkelden bouw, maar zij miste alleen nog maar een heel klein haakje, dat haar altijd in beweging zou brengen. Ja wat is het leven? Het samen werken van natuurkundige en scheikundige krachten, zult ge zeggen, welke beheerscht worden door een alles beheerschende domi nante". Maai wie of wat is dan die geheim zinnige dominante? En moet niet ten slotte achter alle dominanten een „Dominator" een „Dominator Dominus" staan? Welk een prachtig geordende wisselwer kingen vinden we niet in het plantenrijk! Het geheim der natuur ln den bouw en be vruchting van een bloem. Is het instinkt der dieren niet altijd een der grootste raadsels geweest zoowel voor philosophie als natuurkunde? Het dier kent precies de voor hem scha delijke en goede voeding; de holen en nes ten -fler dieren zijn vaak kunstwerken van architectuur. Hierop komen we later nog uitvoerig terug. Men heeft van alles geprobeerd om het Instinkt der dieren te verklaren. Men heeft tenslotte een „dierenverstand" aangenomen dat het dier zoo doelmatig laat handelen. Ja als dat zelfde „verstandige" dier maar niet zoo „dom" was onder veranderde om standigheden. De hen die dadelijk een roof vogel ontdekt en herkent, is niet in staat een echt ei te onderscheiden van een gips- ei, dat ze kalm tracht uit te broeden. Een vogel, die den weg kan vinden van Siberië naar Egypte kan zelfs door het eenvoudig valdeurtje niet uit zijn kooi ontsnappen! En wie zich ooit verdiepte In de oneindige sterrenvelden vol grootsche pracht en on gestoorde harmonie, weet, dat onmetelijke hemelbollen met reuzenkracht door de on eindige ruimten geslingerd worden; wat vreeselijke katastrofen zouden er niet moe ten plaats hebben als niet die wondere regelmatigheid was gelegd in die grenze- looze nevelmassa's en hun razende vlucht niet in vaste banen werd gestuurd? Ziehier 'n algemeen beeld van de wonder werken van den goddelijken kunstenaar wiens bestaan wij straks zullen gaan bewij zen uit de volmaakte orde en regelmaat die zijn werken kenmerkten! Nu 'n blik in en kele afzonderlijke afdeelingen! Het plantenrijk. In z'n „Apologetica" geeft de bekende Apologeet Pater Bensdorp 'n prachtig voor beeld van doelmatigheid in de planten wereld. Het is voor menschen, dieren plan ten en voor de geheele wereldorde van groot belang, dat hun soort blijft voortbestaan. Zien we nu eens hoe vernuftig zij, hoe wel van verstand en overleg beroofd, daar voor zorgen. Zooals iedereen die maar eenigszins is in gewijd in het rijk der natuur weet, is het den planten eigen, alvorens vrucht of zaad voort te brengen, eerst te bloeien. De bloe sem zetten zich tot vrucht. Maar niet alle bloemen zijn bestemd om zich tot vrucht te zetten. Aan vele planten heeft men twee soorten van bloemen nJ. mannelijke en vrouwelijke; de eene soort draagt het stuif meel, dat bevestigd is aan de helmknopjes aan 't uiteinde der meeldraden, dit zijn de mannelijke. De andere soort de vrouwelijke is bestemd tot het voortbrengen van vrucht of zaad. Doch daartoe moeten zij eerst het stuifmeel van de andere soort in zich opne men. Zitten nu de bloemen, die het stuif meel voortbrengen en de bloemen, die stuif meel moeten ontvangen, kortom de manne lijke en vrouwelijke bloemen, niet aan één maar aan twee verschillende planten, dan noemt men deze „twee-huizige" planten Het stuifmeel wordt in dit geval van de ééne bloemsoort op de andere overgebracht door den wind of door insecten. Maar hoe staat het nu met de Vallisne- ria? Dit plantje groeit zooals wij reeds ver meldden, onder water; de wind kan daar dus het stuifmeel niet overbrengen. Het water misschien? Ook niet, want het stuif meel is niet bestand tegen water. Hoe dan? Hier moeten wij wel eerbiedig bewonderen de wijze beschikking van den schepper! Begint de Vallisneria te bloeien dan be vinden zich aan de knoppen der vrouwelijke bloemen, die het stuifmeel moeten ontvan gen, zeer lange stelen die echter üjn opge rold bij wijze van een kurkentrekker. Komt nu de tijd dat de bloemen zich zullen openen dan rekken de stelen zich uit en de bloem opent zich niet voor z)j de op pervlakte van het water heeft bereikt; daar boven 't water heeft zij gelegenheid om t stuifmeel in zich op te nemen. En de man nelijke bloemsoorten dan die 't stuifmeel voortbrengen? Deze hebben de lange stelen niet van de vrouwelijke bloemsoort en zit ten diep onder het water. Wat gebeurt nu? Als de tijd nadert om te ontluiken, laten de bloemen zich los van haren korten stengel en drijven op het water, waar zij zich openen. Terwijl zij zóó tuschen de lang ge- steelde vrouwelijke soort ronddrijven, heeft het stuifmeel alle gelegenheid om z'n be vruchtingsproces te beginnen. Zoodra de vrouwelijke soort het stuifmeel heeft opge nomen dan sluit zich de bloem, de lange stengel trekt zich weer gelijk de kurkentrek ker samen en de bloem zinkt naar de diepte onder water waar zij het rijke bloemzaad in den grond strooit voor nieuwe planten. Wie ziet in heel dit kunstig proces niet een nauwkeurig overlegd nastreven van 'n speciaal doel n.l. de Instandhouding van de soort? Daarop is alles gericht! Van waar dit doelbewust overleg? Planten hebben toch geen verstand! Moet hier geen verstan delijke kracht in 't spel zijn die heel dit wondere bevruchtingsproces juist heeft ge richt en geleid tot dat eenig doel dat zoo angstvallig juist bereikt wordt? Wie dit niet inziet is blinder dan een mol! O. VTS, Rector te Goes. De Minister sprak vooral over de katho lieke orden en over de onroerende bezit tingen der katholieken. Want alles wijst er op, dat de minister wel zooveel bepalingen en ministerieele maatregelen zal nemen, dat hij de geünieerde katholieken het zoo moei- 'ijk mogelijk zal maken en hun bezittingen onder dezelfde bepalingen zullen vallen die hij in artikel 45 niet doorgevoerd kon krij ten „Unirea" bevat verschillende berichten waaruit duidelijk een strijdlustige geest spreekt tegen de katholieke kerk in Zeven burgen. Een jaar geleden nam het bestuur van d° orthodoxe staatskerk reeds met algemeen? stemmen een besluit, waardoor bepaald werd, dat alle vrouwen die met orthodoxe mannen gehuwd waren, tot de orthodoxe kerk moesten overgaan. Ingevolge dit besluit werden de katholieken niet alleen herhaal delijk lastig gevallen maar ze werden bru taalweg bedreigd, als ze niet tot de ortho doxe kerk overgingen. Het blad „Unirea" had een geleerd pries ter als redacteur naar Zevenburgen gezon den om daar de toestanden persoonlijk te onderzoeken. Toen deze aan de men schen vroeg V." toch wel de reden was van dat tyrar ke optreden, kreeg hij ten antwoord d 'e priesters van de Staats kerk daartoe vel gegeven hadden. Deze oriesters handeien weer op last van den Pro- togen d.i. den Deken. Dergelijke verschijnselen wijzen er op. dat men in dezen nieuwen „kulturkampf" ook de volksmassa wil betrekken, terwijl de minister per slot van rekening zijn handen in onschuld zal wasschen. Dat men de katholieke kerk en hare hoogwaardigheidsbekleders en autoriteiten al met heel weinig welwillendheid behan delt, moge wel blijken uit de behandeling van het Curatorium van het Gymnasium 'n Galatz, in het bisdom Jarry. Terwijl de Israëlitische school aldaar reeds door den Staat erkend is, kan de katholieke school die reeds tientallen van jaren bestaat, en die op gebied van inrichting en peil van onderwijs tot de beste van het land behoort, teen staatsrechterlijke goedkeuring krijgen. Toen de directeur der school Dr. Mozarin, die tegelijk Provinciaal Overste van de franciscanen uit Moldavië is, twee maan den geleden op het bureau van het Minis terie van Onderwijs dit ter sprake bracht, werd hij gerustgesteld met de verzekering, dat de zaak er goed bij stond, dat alleen de Minister zijn handteekening nog maar be hoefde te zetten en dan was de zaak in orde. Sindsdien zijn weer meer dan twee maanden voorbijgegaan, doch de erkenning door de regeering laat nog steeds op zjch wachten. Toen Dr. Morazin ongeveer een week geleden in Boekarest informeerde of de Minister zijn handteekening nog niet ge zet had, kreeg hij ten antwoord dat de zaak bij de commissie van onderzoek voor staats rechterlijke erkenning van bijzondere scho- 'en nog niet in behandeling genomen was. Daar deze school niet erkend is en haar eind-diploma voor toegang tot de Fooge- ïcholen niet aanvaard wordt, voorair*"' de regeering goedkeuring daaraan hecht, zijn er heel veel kinderen die niet naar het lcatho- 'ieke gymnasium gaan; zoodoende zijn ze van alle godsdienst-onderricht verstoken; kinderen die dit gymnasium bezoeken moe ten veel meer examengeld betaler, dan an deren. Dit is nog te meer krenkend daar de katholieke geestelijken van de parochie Ga latz volledig Roemeensch burgerrecht be zitten. De katholieken zullen, zonder onderscheid van ritus met deze houding der regeering rekening houden en zij zullen zich voorbe* relden om in een nieuwen strijd hunne rechten te verdedigen en zij zullen tot lede ren prijs trachten te verhinderen dat de rechten die zfj door het Concordaat gekre gen hebben, worden afgenomen of ingekort. SebHIe dat men zijn toevlucht heeft moeten nemen tot belastingen en leenin gen, wyi Duitschland in gebreke bleef, die bod ragen te betalein, welke redelijkerwijs overeenkomstig het verdrag van Ver sailles konden worden verwacht. Minister crisissen dienen Vermeden te wodren, om dat de financleelen arbeid, welken Poincaré heeft aangevangen, nog niet beëindigd is. De Kamer ging vervolgens over tot verkiezing der bureaux. De volgende zit ting vindt a.s. Maandag plaats. Twee personen verdronken. DUSSELDORF, 1 Juni. Heden maakten een drietal jongelui van 13 tot 20 jaar een boottocht op den Rijn. Tengevolge van den sterken golfslag kenterde de boot en zonk in de diepte. De jongste der drie kna pen kon worden gered; de beide anderen verdronken. De strijd om Peking Generaal Tsjang Tso Lin, de aanvoerder der Noordelijken. DE DEKEN VAN DE SINT GUDULE OVERLEDEN BRUSSEL, 1 Juni (V. D.) Mgr. Vererd, de Deken van de Sint Gudule te Brussel is Woensdag te middernacht aan de gevolgen van een chirurgische operatie overleden. De begrafenis is op Zaterdag bepaald. HET FRANSCHE VREEMDELINGEN LEGIOEN. Te Singapore sprongen vier Duitsche leden van het Fransche vreemdelingenle gioen, die trachtten te ontsnappen, teen het Fransche passagiersschip „Athos II" de haven verliet op weg naar Marseille, overboord. Drie hunner slaagden er in, den wel te bereiken, waar zij in verzeker de bewaring werden gesteld, de vierde ver dween in de diepte en verdronk in weerwil van moedige pogingen van 2 Europea nen om hem te redden. Zijn lijk is tot nog toe niet gevonden. Het schip vervoerde 'n contingent van Saigon naar Marseille. Aan een groot aantal hunner was des morgens toegestaan aan land te gaan, doch onder hen die aan boord waren ge houden. bevonden zich zeventig Duitschers onder wie de vier die ontsnapten. DE ZITTING VAN DEN RAAD. Op de a.s. zitting van den Raad van den Volkenbond zal Frankrijk niet door Briand maar door Paul Boncour vertegenwoordigd v.ord' n. DE NIEUWE FRANSCHE KAMER BIJEEN PARIJS, 1 Juni. Heden kwam onder groote belangstelling van het publiek de nieuwe Kamer bijeen. Op de ministerbank zaten Poincaré, Barthou, Briand, Loques, Herriot en Bokanofski. Vergezeld door den jongsten afgevaardigde als secrtaris be trad het oudste lid ais voorzitter van het voorloopig bureau de zaal met het gewone militaire vertoon. Hij hield daarop een rede, waarin hü in de eerste plaats de af gevaardigden welkom heette en den na druk legde op de noodzakelijkheid, oplos sing te vinden voor de problemen, welke voortgevloeid zijn uit den oorlog. Betref fende de terugbetaling van de oorlogs schulden zelde spr. de afgevaardigde DE VOORZITTER VAN DEN RIJKS DAG BIJ DEN RIJKSPRESIDENT. EEN NIEUWE KULTURKAMPF IN ROEMENIë In het katholieke blad „Unirea" uit Bla- sendorf in Roemenië vinden we een corres pondentie, naar aanleiding van de jongste verklaring van den Roemeenschen minister van Eeredienst Lecatadu, waaruit duidelijk blijkt, dat ofschoon het beruchte artikel 45 van de wet op den Eeredienst is afgeschaft, voor de katholieken nog geen betere voor uitzichten op een gouden toekomst bestaan. De minister dringt er in zijn verklaring op aan, dat de wet op den Eeredienst zoo stipt mogelijk moet worden uitgevoerd. Zoo moeten b.v. voor het a.s. schooljaar alle theologische scholen haar rooster van lesuren inzenden, waarop onderwijs in de Roemeensche taal, geschiedenis, en littera tuur moet voorkomen. De positie van alle godsdienstige vereenigingen zal nader gere geld worden en zij zullen zich alleen op een bepaald terrein van werkzaamheden, dat tevoren zal worden aangegeven, mogen be wegen. Hun werkzaamheden en propaganda staan onder voortdurende controle der re geering. Alle godsdienstige gezindten moe ten aan het Ministerie een juiste opgave doen van haar bezittingen en inkomsten. De kwestie omtrent de orden en congregaties zal nader geregeld worden; oversten en le den moeten Roemeensche staatsburgers wor den en dit land als hun nieuw vaderland beschouwen. Vooral de rechtspositie van de stichtingen en onroerende goederen der-Katholieke kerk zal een herziening ondergaan. Er zullen ambtenaren van den burgerlijken stand worden aangesteld die er bijzonder op zul- 'en letten, dat de wetten voor diegenen, die can godsdienst wenschen te veranderen en le bepalingen over den godsdienst der kin- leren uit gemengde huwelijken nauwkeurig worden uitgevoerd. DE SAMENSTELLING VAN DEN RIJKSDAG BERLIJN, 1 Juni (V. D.) De leider der verkiezingen voor denRijksdag heeft heden den definitieven uitslag van de verkiezingen voor den Rijksdag gepubliceerd. De verdee ling is als volgt: Sociaal-democraten 152 zetels. Duitsch-Nationale Volkspartij 73 zetels. Centrum 62 zetels. Duitsche Volkspartij 45 zetels. Communisten 54 zetels. Democraten 25 zetels. Beiersche Volkspartij 16 zetels. De rijkspartij van den Duischen Midden stand (Economische Partij) 23 zetels. Nationaal-Socialistlsche Duitsche Arbei derspartij 12 zetels. Duitsche Boerennartij 8 zetels. Landbund 3 zetels. Chr. Nat. Boeren- en Plattelandersparty en Duitsch-Hannoversche Party 13 zetels. Volksrechtparttj 2 zetels. Saksische Plattelanders 2 zetels. DE GEBEURTENISSEN IN JOEGO-SLAVIë EN ITALIë MUNCHEN, 1 Juni De Italie,ansche consul-generaal te München heeft medege deeld, dat alle sensationeele berichten be treffende de gebe -tenissen in Italië en Joego-Slavië, welke in de laatste dagen wer den verspreid, schromeiyk zyn overdreven Dat Italië een ultimatum heeft gezonden aan Joego-Slavië is onjuist. DE BIJEENKOMST VAN DEN VOLKENBONDSRAAD LONDEN, 1 Juni De minister van bui- tenlandsche Zaken, Sir Austen Chamberlain zal morgen uit Londen naar Genève ver trekken, om daar de zitting van den Vol kenbondsraad by te wonen. DE VERJAARDAG VAN DEN ENGELSCHEN KONING LONDEN, 1 Juni Hedenavond bood Chamberlain in het ministerie van buiten- landsche zaken een maaltijd aan, ter vie ring van den verjaardag van den Koning. Onder de gasten bevonden zich vroegere vertegenwoordigers der buitenlandsche mo gendheden, voorts de tegenwoordige ge zanten en ambassadeurs en hooge autori teiten van het departement. DE STAKING IN FINLAND HELSINGFORS, 1 Juni Naar gemeld wordt, hebben de Flnsche staatsarbeiders be sloten, morgen In staking te gaan. 12.000 personen zyn hierby betrokken. GODSDIENSTONLUSTEN IN INI)IE. Negen dooden, negen gewonden Donderdag braken te Malikpoer, in het district Ambala, onlusten uit, als gevolg van het slachten van een koe voor gods dienstige doeleinden. Het schynt dat Sikhs een poging deden om de offerande te be letten, waarop een gevecht ontstond, waar in zes Sikhs werden gedood en vier ge wond, terwyi twee Mahomedanen werden gedood en vijf gewond. De politie moest 't vuur openen ir een eind te ninn»- aan 't handgemeen, doch zonder slachtoffers te maken. Ook een Sikhpolitieagent werd door de menigte gedood. Een conferentie van groote parlementaire beteekenis had plaats tusschen den voor zitter van den Rijksdag, Löbe en president Hindenburg. Beraadslaagd werd over de situatie, door de Rijksdagverkiezingen geschapen. Löbe verlaat het paleis van den pre sident. (Ter herinnering aan den slag bij het Skagerak wordt de wacht gehouden door de Marine) DRANKVERBOD EN MISDAAD. In een rapport, deze week by het Ame- rikaansche Representantenhuis ingediend, wordt als een der voornaamste oorzaken v. de overbevolking van de gevangenissen in de Vereenigde Staten de drankverbods- wet genoemd. Het rapport, dat tot de aan neming adviseert van het wetsontwerp- Porter strekkende tot het stichten van 2 „narcotic-farms" voor hen. die aan de narcotische middelen verslaafd zijn, noemt de toestanden ontstaan als gevolg van «ie overbevolking van de Bondsgevangenis- sen, „onmenschelijk". Het aantal perso nen, dat in deze gevangenissen opgeslo ten zit, heeft zich sedert 1915 verviervou digd. De gevangenissen te Atlanta, Leavenworth en op McNeil Island zyn het sterkst overbevolkt. De totale normale ca paciteit van deze instellingen is 3733 ge vangenen. Op 1 April telden zy 7598 ver oordeelden. De Pruisische Minister-President Otto Braun Zal hy rijkskanselier worden? EEN SPOORWEGONGELUK. Zeven dooden. By een spoorwegongeluk, dat gisteren plaats had by Fithian, tusschen Danville en Champaign, werden zeven personen ge dood. SPOORWEGONGELUK IN ILLINOIS LONDEN, 1 Juni. (V. D.) By een botsing tusschen twee treinen In de nabyheid van Fithian (Illinois) werden 7 personen gedood. 18—11 DE ONTRUIMING VAN PEKING DOOR DE NOORDELIJKEN PEKING. 1 Juni (V. D.) Maarschalk Tsjang-Tso-lin heeft den Japanschen ge zant te dezer stede mededeeling gedaan, dat hy van plan is morgen uit Peking te ver trekking. Reeds is zyn zoon, in gezelschap van den minister van buitenlandsche zaken van de Peklr.g-regeering, in de richting van Moekden vertrokken. De laatste Noordelijke troepen vertrekken morgenavond uit Peking. Volgens officieele Japansche berichten, zal de voorhoede van het Sjansi-leger Dinsdag morgen a.s. Peking binnenmarcheeren. In de stad is de staat van beleg afgekondigd. Geruimen tyd geleden hebben wy uit voerig melding gemaakt van een opzien barende moordgeschiedenis In 1926 ver dween de Hongaarseh-AmerikaanscheMar- git Vörösmarty. Vier wekpn later kreeg haar moeder een brief met een nageboot ste onderteekening, waarin werd meege deeld, dat het jonge mei'je naar Amerika was teruggekeerd. Er rfees echter verden king. By een dr. Klepetar vond men een koffer van de verdwenen dame; het on derzoek werd voortgezet en na een jaar werden drie joui alisten vervcügd onder beschuldiging van moord op Margit, schoonzuster van Sikorski. Deze had Michalko met haar in kennis gebracht. Hun doel was zich van het geld van de rüke Amerikaansche meester te maken. Een schijnhuwelijk werd in scène gezet, waarbU dr. Klepetar als ambtenaar van den burgeriykcn stand fungeerde^ Spoedig echter bekende Michalko zijn „vrouw" het bedrog, waarop deze aan drong op een kerkeiyk huweiyk. Toen kwam Michalko op het onzalige denkbeeld haar te vermoorden. Een reis naar het on herbergzame Tatragebergte werd ontwor pen, waar de gruwzame moord plaats vond en het lijk verborgen werd. De drie moordenaars trokken naar Parijs. Michalko was oud-officier, Sikorsky ambtenaar, dr. Klepetar schrijver. Alle drie waren verbonden aan Praagsche bur gerlijke bladen. Dezer dagen ls eindeiyk het vonnis ge wezen In dit langdurig proces: Michaiko werd ter dood veroordeeld. Klepetar tot levenslange kerkerstraf, Sikoreky tot 15 jaar. UIT MEXICO. Een „Leeken"-Mis voor Primaat van Mexico. den EEN SCHEEPSRAMP. Een vrachtschip door een bot sing gezonken. Naar uit Boston gemeld wordt, is het vrachtschip „Kershaw" in botsing geko men met het zich op weg naar Massachu setts bevindende stoomschip „President Garfield". Eerstgenoemd schip is gezon ken. Twaalf opvarenden worden vermist, zy zyn zeer waarschyniyk verdronken. Uit de stad Mexico ontvingen wy heden bericht, dat, zoodra de tyding van het overlijden van den verbannen Aartsbisschop en Primaat van Mexico, Mgr. Mora y del Rlo bekend geworden was, de meest voor aanstaande katholieken een comité vorm den, om een plechtigen lijkdienst te hou den, in de kerk La Profesa. Daar echter geen enkele priester hierbij aanwezig mocht zyn, kan allen een„Leeken"-mis gedaan worden. De misgebeden werden door het volk gezameniyk hardop voorgelezen en de Requiem-gezangen werden zoo Innig moge- lük uitgevoerd. De kerk was geheel en al ln rouw gehuld, zoowel de altaren als de pilaren. In het middenschip was een groote katafalk opgesteld, waarover een purperen lijkkleed was uitgespreid, waarop de teeke nen der bisschoppeiyke waardigheid, mijter, borstkruis en stola lagen tentoongesteld. De kerk was tot ln de uiterste hoeken met geloovigen gevuld, die eerbiedig en inge togen den ïykdienst bijwoonden. Het was een sombere, doch niettemin Indrukwek kende plechtigheid. Na afloop van dezen tragischen ïykdienst verlieten de geloovigen in stilte het kerk gebouw. 15 Vader en dochter gingen vervolgens wat rust nemen en dachten nog lang na over hun treurig lot en over de middelen, om de waarheid te ontdekken. Het duurde nog eenige dagen, voordat het scheepje, waar mee zy de reis naar Napels hadden vol bracht en de edelgesteenten, die zy hadden meegenomen, waren verkocht. De opbrengst bedroeg een aanzieniyke som, welke de heer de Kéralain ter beschikking van Cecile stel de. Zij deelde haar vader mede, dat zy geen oogenblik tyd wilde verliezen en dat zij van plan was, den volgenden morgen op reis te gaan. X. Terwyi de heer de Kéralain en zyn doch ter zich tot de reis gereed maakten de eerste om naar de Fransche kusten te ver trekken, waar hy zich te Jersey wilde ves tigen en de laatste om te Bretagne haar eerste nasportngen te beginnen had Hen ri de Montgardec zich te Napels gevestigd, waar hy van zijn kant ook een plan uit werkte. Hy had niet het minste vermoeden, 4at zy dia hy zocht en tot eiken prijs wilde terugzien al zou hy ook de geheele were'd moetenl doorreizen, zich zoo in zyne naby heid bevond. De genegenheid, die hy voor Cecile koesterde, was al té oprecht en hij was al te vast overtuigd van de rechtscha penheid van den heer Martini, zijn gast heer, om aan zyn plannen voor de toekomst vaarwel te hebben gezegd. Hy wilde geen pogingen verzuimen om haar terug te vin den, die hy zoo teer beminde en de plaats te ontdekken, waar de heer Martini zich met haar schuil hield. Hy was vastbesloten, onmiddeliyk zyn onderzoekingstocht te be ginnen en daar hy niet de minste aanwy- zing had, noch eenige inlichting, die hem op het spoor zou kunnen brengen, ontveinsde hy zich de moeiiykheden niet, waartegen hy zou hebben te worstelen. Maar hij was de man niet, zich aan moedeloosheid over te geven. Den zelfden dag, waarop hij te Napels was aangekomen, ondervond hy ech ter een hevige teleurstelling. Hy had ge dacht, dat hy meer kans zou hebben de heer Martini daar te vinden dan elders, en koesterde een vaste hoop, in die stad een'g spoor te zullen vinden van de tegenwoordig heid zyner verloofde. Voordat hy zich naar het hotel begaf, waarheen Pascal, zyn be diende, de bagage liet brengen, maakte hy een wandeling langs de haven en monsterde daar alle schepen, die daar voor anker la gen. Zyn hart klopte van onrust, terwyi hy zyn onderzoek voortzette. Eensklaps ontsnapte hem een vreugde kreet: juist had by bet jacht van den beer Martinii, dat sieriyk scheepje, dat zoo dik- wyis zyn bewondering had opgewekt, in het gezicht gekregen, of dadeiyk meende hij al, dat het doel zyner begeerten was verwezen- ïykt. Hy snelde naar het vaartuig en riep Beppo, maar hy zag niets dan onbekende gezichten Toen hy inlichtingen inwon, vernam hij, dat het jacht juist gekocht was door een ryk Engelschman, men voegde er by, dat de vroegere eigenaar van het scheepje al sedert eenige dagen Napels had verlaten. Beppo had namelyk van den heer Mart ni beve! ontvangen dit gerucht te verspreiden. Daar Beppo zijn meester bijzonder hoog achtte, had hy in alles de bevelen van den heer Martini opgevoed, hoewel hy van het vreeselyk geheim geheel onkundig was. Het zal wel overbodig zyn te zeggen, dai Henri de Montgardec geheel en al teleurge steld naar huis terugkeerde. Zonder een oogenblik tyds te verliezen begaf hy zich weer op weg en begon zonder het m nste succes in alle hotels der stad een onderzoek in te stellen. Den volgenden morgen begon hij weer opnieuw. Zooals wy verhaald heb ben, had de heer Martini zyn intrek genomen in een hotel van den laagsten rang, en daar Henri de Montgardec niet op de gedachte was gekomen, zyn onderzoek uit te strekken tot in die wyken, waar alleen onbemiddelde reizigers hun Intrek nemen, was hy juist op het punt. na een vruchteloozen ontdekkings tocht weer naar huis te gaan, toen hy aan bet kruispunt van twee straten een rytuig ontmoette, dat door twee stevige paarden in gestrekten draf werd voortgetrokken. Hij sloeg de oogen op en bemerkte in het rytuig een gesluierd vrouwspersoon, dat zich plotseling afwendde en daarnaast een man in wijder mantel gehuld, waarvan de hoog- opstaande kraag zyn geheele gelaat verborg Men kon niets bespeuren dan twee schitte rende en onrustige oogen. Deze beide perso nen waren de heer Martini en zyn dochter, die naar het spoorwegstation reden om plaats te nemen ln den trein naar Rome. Henri de Montgardec herkende beiden en liet een lui den kreet van verrass'ng hooren Toen liep hy zoo vlug hy kon, het rytuig achterna, dat hoe langer hoe sneller begon voort te rijden Zulk een vermoeienis kon hy toch niet lang volhouden en weldra was hy verplicht zyn pas te vertragen. Overal zocht hy een rytuig. cm daarin plaats te nemen en beide reizigers te achtervolgen maar nergens was er een te bespeuren. Hy was ten einde raad. Na „er.ige minuten rust hervatte hij zijn tocht zonder op de voorbygangers te letten, d e hy overal uit den weg duwde tot hun groote verwon dering. Iemand kwam op den Inval te roe pen: houd den dief. Dit was voldoende, om r.adelyk een oploop van menschen te veroor zaken. Men hield hem tegen en in een oog wenk was hy door een dreigende menigte omringd. Na eenige ophelderingen veranderde ge lukkig de gez'ndheid van het publiek, dat hem nu ongehinderd zyn weg liet volgen. Maar bet rytuig van den heer Martini was hem zoo ver vooruit, dat hy het geheel uit het oog had verloren, zoodra hy het einde der straat had bereikt. Den volgenden morgen begon hy weer op nieuw en geen enkel hoekje van Napels liet hij ondoorzocht Met veel moeite en geld wist hy eindeiyk eenige gegevens te verzamelen, die hem deden veronderstellen, dat de heer Martini, zyn dochter en een bediende, wiens signalement met dat van Beppo overeen kwam, inderdaad Napels verlaten hadden met den spoortrein in de richt'ng van Rome. Een uur nadat hy deze inlichtingen had ingewonnen, liet Henri de Montgardec zich ook naar het station ryden en het hart van biyde verwachtingen vervuld, was hy beslo ten het spoor zyner geliefde te volgen. Cecile en haar vader hadden bemerkt, hoe Henri getracht had het rytuig in te halen en welke tegenspoeden hij in zyn pogingen had onder vonden. Hoezeer het Cecile ook smartte, dengene te moeten ontvluchten, dien zy zoozeer be minde, had zy toch ln alle stilte God ge dankt, dat het haar gelukt was aan zyn na sporingen te ontsnappen. Ik wil Henri niet eer terugzien voor dat de onschuld van mijn vader aan het licht zal zi.in gekomen, had zij by zichzelven gezegd en zy wilde aan haar voornemen niet on trouw worden. Hoe zou zy ook den moed gehad hebben, het vreesehjke verhaal, dat zy van haar vader vernomen had. aan haar verloofde mede te deelen? Hoe zou zy zich bovendien hebben kunnen blootstel len aan het gevaar, dat Henri de Montgar dec mogelyk haar vertrouwen ln de recht schapenheid van haar vader niet zou deelen? Neen! Dat zou onmogeiyk geweest zyn en daarom begreep zij, dat haar moed des te grooter moest zijn, wanneer zij handelde zon der iemands hulp. Dan zou zy tenminste geen vrees behoeven te koesteren, dat de een of andere onverwachte openbaring het ver trouwen zou schokken, dat Henri de Mont gardec tot nu toe in haar vader had ge steld. Wat haar zelve betrof, zy zou voor niets ter wereld terugschrikken en niets zou haar kunnen schokken in haar overtuiging, dat haar vader het slachtoffer was van een afschuweiyk complot. Cecile ging geheel en al op haar plan, haar vader in zijn eer te herstellen, zy koes terde de beste verwachtingen hierin te zul len slagen en zy wilde zich nu door geen enkele andere gedachte van haar plicht laten afleiden. Wanneer zy eindelyk haar doel zou hebben bereikt waaraan zy geen oogen blik twyfelde, dan zou zy Henri de Montgar dec gaan opzoeken, en zoo deze haar dan nog altyd beminde, haar levenslot aan het zijne gaan verbinden. Maar helaas! Dat oogenblik was nog niet gekomen Toen zy begreep, dat Henri haar spoor vervolgde, verdubbelde zy haar yver, hem te ontvluch ten. Zy besloot haar reis te vervolgen, totdat zij door vermoeidheid sou worden gedwongen wat rust te nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9