Buitenlandsch Nieuws
FEUILLETON.
DE ONGEZIENE WERELD OF HET
LEVEN NA DEN DOOD!
DE MISDAAD VAN
KÉRALAIN
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Zaterdag 2 Juni 1928
W&M&MPM'""'
sas
MÉÉHli
m li®
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
DE MOORD OP MARGIT VOROSMARTT
IX.
GOD DE VERGELDER
Een blik in het atelier van den goddelijken
Kunstenaar
Men verhaalt dat Edison, de geniale ont
dekker ens, staande op den Eiffeltoren te
Parijs hulde bracht aan God den grootsten
Ingenieur van heel de wereld, zooals hij
Hem noemde.
Welnu bij de uitzetting van het teleolo
gisch Godsbewijs" d.i. het bewijs getrokken
uit de doelmatigheid in de natuur, zullen
wij een blik slaan in het Laboratorium van
dien genialen Ingenieur en 'n bezoek bren
gen aan 't atelier van dien goddelijken
Kunstenaar en dan zullen we zien met wel
een wijs beleid en ondoorgrondelijk verstam
de Schepper aller dingen alles naar wetten
en regelen heeft geschapen; hoe Zijn Wijs
heid „attingit fottiter a fine usque ad finem'
alles krachtig heeft geleid van doel tot doel
„et disponit omnia suaviter" en zacht
regelt.
Laat ons beginnen met een vluchtig over
zicht van heel Zijn wondere werkplaats om
daarna eenige afzonderlijke afdeelingen
wat meer van naderbij te bezien.
Ten eerste om te beginnen met ons zei
ven, dat prachtwerk ons lichaam! Wat 'n
meesterwerk van sapienstellingIn dien
voortreffelijken samenhang tusschen alle
deelen onderling met het geheel! In die mi
nutieus-juiste wisselwerking kunnen we
toch niet loochenen de sporen van een
scheppende alwijsheid?
Wat is de kunstigst vervaardigde optische
lens, vergeleken bij 't menschelijk oog?
Waar b.v. een door menschenhanden ver
vaardigde lens, bij het doorlaten der licht
stralen, daarvan meermalen 33 pCt. en nog
meer voor het vormen lichtbeeld laat ver
loren gaan, verliest ons oog /ïauwelijks 3
pCt. Is het wonder dat een groote Oogarts
eens zeide; als 'k niet reeds in God geloof
de, zou de studie van het oog mij op de
knieën Swingen om Hem te aanbidden!
Dan komen de drie wondere rijken der
natuur: het delfstoffenplanten en dieren
rijk!
Wat schittert Gods heerlijkheid ons fel
en klaar tegen uit het glanzende rijk der
kristallen? r
Wat is het „leven" in planten en dieren
rijk? Alle mogelijke verklaringen heeft men
er van trachten te geven! Telkens dacht
men het raadsel van het leven te hebben
opgelost, maar telkens werd men opnieuw
teleurgesteld Men meende in de groote la
boratoria van de wijzen der wereld de
kleine levende cel wel te kunnen nabouwen.
Het was 'n kunstige machine zegt Liebmann
ironisch van ingewikkelden bouw, maar zij
miste alleen nog maar een heel klein
haakje, dat haar altijd in beweging zou
brengen. Ja wat is het leven? Het samen
werken van natuurkundige en scheikundige
krachten, zult ge zeggen, welke beheerscht
worden door een alles beheerschende domi
nante". Maai wie of wat is dan die geheim
zinnige dominante? En moet niet ten slotte
achter alle dominanten een „Dominator"
een „Dominator Dominus" staan?
Welk een prachtig geordende wisselwer
kingen vinden we niet in het plantenrijk!
Het geheim der natuur ln den bouw en be
vruchting van een bloem.
Is het instinkt der dieren niet altijd een
der grootste raadsels geweest zoowel voor
philosophie als natuurkunde?
Het dier kent precies de voor hem scha
delijke en goede voeding; de holen en nes
ten -fler dieren zijn vaak kunstwerken van
architectuur. Hierop komen we later nog
uitvoerig terug.
Men heeft van alles geprobeerd om het
Instinkt der dieren te verklaren. Men heeft
tenslotte een „dierenverstand" aangenomen
dat het dier zoo doelmatig laat handelen.
Ja als dat zelfde „verstandige" dier maar
niet zoo „dom" was onder veranderde om
standigheden. De hen die dadelijk een roof
vogel ontdekt en herkent, is niet in staat
een echt ei te onderscheiden van een gips-
ei, dat ze kalm tracht uit te broeden. Een
vogel, die den weg kan vinden van Siberië
naar Egypte kan zelfs door het eenvoudig
valdeurtje niet uit zijn kooi ontsnappen!
En wie zich ooit verdiepte In de oneindige
sterrenvelden vol grootsche pracht en on
gestoorde harmonie, weet, dat onmetelijke
hemelbollen met reuzenkracht door de on
eindige ruimten geslingerd worden; wat
vreeselijke katastrofen zouden er niet moe
ten plaats hebben als niet die wondere
regelmatigheid was gelegd in die grenze-
looze nevelmassa's en hun razende vlucht
niet in vaste banen werd gestuurd?
Ziehier 'n algemeen beeld van de wonder
werken van den goddelijken kunstenaar
wiens bestaan wij straks zullen gaan bewij
zen uit de volmaakte orde en regelmaat die
zijn werken kenmerkten! Nu 'n blik in en
kele afzonderlijke afdeelingen!
Het plantenrijk.
In z'n „Apologetica" geeft de bekende
Apologeet Pater Bensdorp 'n prachtig voor
beeld van doelmatigheid in de planten
wereld. Het is voor menschen, dieren plan
ten en voor de geheele wereldorde van groot
belang, dat hun soort blijft voortbestaan.
Zien we nu eens hoe vernuftig zij, hoe
wel van verstand en overleg beroofd, daar
voor zorgen.
Zooals iedereen die maar eenigszins is in
gewijd in het rijk der natuur weet, is het
den planten eigen, alvorens vrucht of zaad
voort te brengen, eerst te bloeien. De bloe
sem zetten zich tot vrucht. Maar niet alle
bloemen zijn bestemd om zich tot vrucht
te zetten. Aan vele planten heeft men twee
soorten van bloemen nJ. mannelijke en
vrouwelijke; de eene soort draagt het stuif
meel, dat bevestigd is aan de helmknopjes
aan 't uiteinde der meeldraden, dit zijn de
mannelijke. De andere soort de vrouwelijke
is bestemd tot het voortbrengen van vrucht
of zaad. Doch daartoe moeten zij eerst het
stuifmeel van de andere soort in zich opne
men. Zitten nu de bloemen, die het stuif
meel voortbrengen en de bloemen, die stuif
meel moeten ontvangen, kortom de manne
lijke en vrouwelijke bloemen, niet aan één
maar aan twee verschillende planten, dan
noemt men deze „twee-huizige" planten
Het stuifmeel wordt in dit geval van de
ééne bloemsoort op de andere overgebracht
door den wind of door insecten.
Maar hoe staat het nu met de Vallisne-
ria? Dit plantje groeit zooals wij reeds ver
meldden, onder water; de wind kan daar
dus het stuifmeel niet overbrengen. Het
water misschien? Ook niet, want het stuif
meel is niet bestand tegen water. Hoe dan?
Hier moeten wij wel eerbiedig bewonderen
de wijze beschikking van den schepper!
Begint de Vallisneria te bloeien dan be
vinden zich aan de knoppen der vrouwelijke
bloemen, die het stuifmeel moeten ontvan
gen, zeer lange stelen die echter üjn opge
rold bij wijze van een kurkentrekker.
Komt nu de tijd dat de bloemen zich
zullen openen dan rekken de stelen zich uit
en de bloem opent zich niet voor z)j de op
pervlakte van het water heeft bereikt; daar
boven 't water heeft zij gelegenheid om t
stuifmeel in zich op te nemen. En de man
nelijke bloemsoorten dan die 't stuifmeel
voortbrengen? Deze hebben de lange stelen
niet van de vrouwelijke bloemsoort en zit
ten diep onder het water. Wat gebeurt nu?
Als de tijd nadert om te ontluiken, laten de
bloemen zich los van haren korten stengel
en drijven op het water, waar zij zich
openen. Terwijl zij zóó tuschen de lang ge-
steelde vrouwelijke soort ronddrijven, heeft
het stuifmeel alle gelegenheid om z'n be
vruchtingsproces te beginnen. Zoodra de
vrouwelijke soort het stuifmeel heeft opge
nomen dan sluit zich de bloem, de lange
stengel trekt zich weer gelijk de kurkentrek
ker samen en de bloem zinkt naar de diepte
onder water waar zij het rijke bloemzaad in
den grond strooit voor nieuwe planten.
Wie ziet in heel dit kunstig proces niet
een nauwkeurig overlegd nastreven van 'n
speciaal doel n.l. de Instandhouding van de
soort? Daarop is alles gericht! Van waar
dit doelbewust overleg? Planten hebben
toch geen verstand! Moet hier geen verstan
delijke kracht in 't spel zijn die heel dit
wondere bevruchtingsproces juist heeft ge
richt en geleid tot dat eenig doel dat zoo
angstvallig juist bereikt wordt? Wie dit niet
inziet is blinder dan een mol!
O. VTS, Rector te Goes.
De Minister sprak vooral over de katho
lieke orden en over de onroerende bezit
tingen der katholieken. Want alles wijst er
op, dat de minister wel zooveel bepalingen
en ministerieele maatregelen zal nemen, dat
hij de geünieerde katholieken het zoo moei-
'ijk mogelijk zal maken en hun bezittingen
onder dezelfde bepalingen zullen vallen die
hij in artikel 45 niet doorgevoerd kon krij
ten
„Unirea" bevat verschillende berichten
waaruit duidelijk een strijdlustige geest
spreekt tegen de katholieke kerk in Zeven
burgen.
Een jaar geleden nam het bestuur van d°
orthodoxe staatskerk reeds met algemeen?
stemmen een besluit, waardoor bepaald
werd, dat alle vrouwen die met orthodoxe
mannen gehuwd waren, tot de orthodoxe
kerk moesten overgaan. Ingevolge dit besluit
werden de katholieken niet alleen herhaal
delijk lastig gevallen maar ze werden bru
taalweg bedreigd, als ze niet tot de ortho
doxe kerk overgingen.
Het blad „Unirea" had een geleerd pries
ter als redacteur naar Zevenburgen gezon
den om daar de toestanden persoonlijk
te onderzoeken. Toen deze aan de men
schen vroeg V." toch wel de reden was
van dat tyrar ke optreden, kreeg hij
ten antwoord d 'e priesters van de Staats
kerk daartoe vel gegeven hadden. Deze
oriesters handeien weer op last van den Pro-
togen d.i. den Deken.
Dergelijke verschijnselen wijzen er op.
dat men in dezen nieuwen „kulturkampf"
ook de volksmassa wil betrekken, terwijl de
minister per slot van rekening zijn handen
in onschuld zal wasschen.
Dat men de katholieke kerk en hare
hoogwaardigheidsbekleders en autoriteiten
al met heel weinig welwillendheid behan
delt, moge wel blijken uit de behandeling
van het Curatorium van het Gymnasium
'n Galatz, in het bisdom Jarry. Terwijl de
Israëlitische school aldaar reeds door den
Staat erkend is, kan de katholieke school
die reeds tientallen van jaren bestaat, en
die op gebied van inrichting en peil van
onderwijs tot de beste van het land behoort,
teen staatsrechterlijke goedkeuring krijgen.
Toen de directeur der school Dr. Mozarin,
die tegelijk Provinciaal Overste van de
franciscanen uit Moldavië is, twee maan
den geleden op het bureau van het Minis
terie van Onderwijs dit ter sprake bracht,
werd hij gerustgesteld met de verzekering,
dat de zaak er goed bij stond, dat alleen de
Minister zijn handteekening nog maar be
hoefde te zetten en dan was de zaak in
orde. Sindsdien zijn weer meer dan twee
maanden voorbijgegaan, doch de erkenning
door de regeering laat nog steeds op zjch
wachten. Toen Dr. Morazin ongeveer een
week geleden in Boekarest informeerde of
de Minister zijn handteekening nog niet ge
zet had, kreeg hij ten antwoord dat de zaak
bij de commissie van onderzoek voor staats
rechterlijke erkenning van bijzondere scho-
'en nog niet in behandeling genomen was.
Daar deze school niet erkend is en haar
eind-diploma voor toegang tot de Fooge-
ïcholen niet aanvaard wordt, voorair*"' de
regeering goedkeuring daaraan hecht, zijn er
heel veel kinderen die niet naar het lcatho-
'ieke gymnasium gaan; zoodoende zijn ze
van alle godsdienst-onderricht verstoken;
kinderen die dit gymnasium bezoeken moe
ten veel meer examengeld betaler, dan an
deren. Dit is nog te meer krenkend daar de
katholieke geestelijken van de parochie Ga
latz volledig Roemeensch burgerrecht be
zitten.
De katholieken zullen, zonder onderscheid
van ritus met deze houding der regeering
rekening houden en zij zullen zich voorbe*
relden om in een nieuwen strijd hunne
rechten te verdedigen en zij zullen tot lede
ren prijs trachten te verhinderen dat de
rechten die zfj door het Concordaat gekre
gen hebben, worden afgenomen of ingekort.
SebHIe dat men zijn toevlucht heeft
moeten nemen tot belastingen en leenin
gen, wyi Duitschland in gebreke bleef, die
bod ragen te betalein, welke redelijkerwijs
overeenkomstig het verdrag van Ver
sailles konden worden verwacht. Minister
crisissen dienen Vermeden te wodren, om
dat de financleelen arbeid, welken Poincaré
heeft aangevangen, nog niet beëindigd is.
De Kamer ging vervolgens over tot
verkiezing der bureaux. De volgende zit
ting vindt a.s. Maandag plaats.
Twee personen verdronken.
DUSSELDORF, 1 Juni. Heden maakten
een drietal jongelui van 13 tot 20 jaar
een boottocht op den Rijn. Tengevolge van
den sterken golfslag kenterde de boot en
zonk in de diepte. De jongste der drie kna
pen kon worden gered; de beide anderen
verdronken.
De strijd om Peking Generaal Tsjang
Tso Lin, de aanvoerder der Noordelijken.
DE DEKEN VAN DE SINT GUDULE
OVERLEDEN
BRUSSEL, 1 Juni (V. D.) Mgr. Vererd, de
Deken van de Sint Gudule te Brussel is
Woensdag te middernacht aan de gevolgen
van een chirurgische operatie overleden. De
begrafenis is op Zaterdag bepaald.
HET FRANSCHE VREEMDELINGEN
LEGIOEN.
Te Singapore sprongen vier Duitsche
leden van het Fransche vreemdelingenle
gioen, die trachtten te ontsnappen, teen
het Fransche passagiersschip „Athos II"
de haven verliet op weg naar Marseille,
overboord. Drie hunner slaagden er in,
den wel te bereiken, waar zij in verzeker
de bewaring werden gesteld, de vierde ver
dween in de diepte en verdronk in weerwil
van moedige pogingen van 2 Europea
nen om hem te redden. Zijn lijk is tot nog
toe niet gevonden. Het schip vervoerde 'n
contingent van Saigon naar Marseille.
Aan een groot aantal hunner was des
morgens toegestaan aan land te gaan,
doch onder hen die aan boord waren ge
houden. bevonden zich zeventig Duitschers
onder wie de vier die ontsnapten.
DE ZITTING VAN DEN RAAD.
Op de a.s. zitting van den Raad van den
Volkenbond zal Frankrijk niet door Briand
maar door Paul Boncour vertegenwoordigd
v.ord' n.
DE NIEUWE FRANSCHE KAMER
BIJEEN
PARIJS, 1 Juni. Heden kwam onder
groote belangstelling van het publiek de
nieuwe Kamer bijeen. Op de ministerbank
zaten Poincaré, Barthou, Briand, Loques,
Herriot en Bokanofski. Vergezeld door den
jongsten afgevaardigde als secrtaris be
trad het oudste lid ais voorzitter van het
voorloopig bureau de zaal met het gewone
militaire vertoon. Hij hield daarop een
rede, waarin hü in de eerste plaats de af
gevaardigden welkom heette en den na
druk legde op de noodzakelijkheid, oplos
sing te vinden voor de problemen, welke
voortgevloeid zijn uit den oorlog. Betref
fende de terugbetaling van de oorlogs
schulden zelde spr. de afgevaardigde
DE VOORZITTER VAN DEN RIJKS DAG BIJ DEN RIJKSPRESIDENT.
EEN NIEUWE KULTURKAMPF IN
ROEMENIë
In het katholieke blad „Unirea" uit Bla-
sendorf in Roemenië vinden we een corres
pondentie, naar aanleiding van de jongste
verklaring van den Roemeenschen minister
van Eeredienst Lecatadu, waaruit duidelijk
blijkt, dat ofschoon het beruchte artikel 45
van de wet op den Eeredienst is afgeschaft,
voor de katholieken nog geen betere voor
uitzichten op een gouden toekomst bestaan.
De minister dringt er in zijn verklaring op
aan, dat de wet op den Eeredienst zoo stipt
mogelijk moet worden uitgevoerd.
Zoo moeten b.v. voor het a.s. schooljaar
alle theologische scholen haar rooster van
lesuren inzenden, waarop onderwijs in de
Roemeensche taal, geschiedenis, en littera
tuur moet voorkomen. De positie van alle
godsdienstige vereenigingen zal nader gere
geld worden en zij zullen zich alleen op een
bepaald terrein van werkzaamheden, dat
tevoren zal worden aangegeven, mogen be
wegen. Hun werkzaamheden en propaganda
staan onder voortdurende controle der re
geering. Alle godsdienstige gezindten moe
ten aan het Ministerie een juiste opgave
doen van haar bezittingen en inkomsten. De
kwestie omtrent de orden en congregaties
zal nader geregeld worden; oversten en le
den moeten Roemeensche staatsburgers wor
den en dit land als hun nieuw vaderland
beschouwen.
Vooral de rechtspositie van de stichtingen
en onroerende goederen der-Katholieke kerk
zal een herziening ondergaan. Er zullen
ambtenaren van den burgerlijken stand
worden aangesteld die er bijzonder op zul-
'en letten, dat de wetten voor diegenen, die
can godsdienst wenschen te veranderen en
le bepalingen over den godsdienst der kin-
leren uit gemengde huwelijken nauwkeurig
worden uitgevoerd.
DE SAMENSTELLING VAN DEN
RIJKSDAG
BERLIJN, 1 Juni (V. D.) De leider der
verkiezingen voor denRijksdag heeft heden
den definitieven uitslag van de verkiezingen
voor den Rijksdag gepubliceerd. De verdee
ling is als volgt:
Sociaal-democraten 152 zetels.
Duitsch-Nationale Volkspartij 73 zetels.
Centrum 62 zetels.
Duitsche Volkspartij 45 zetels.
Communisten 54 zetels.
Democraten 25 zetels.
Beiersche Volkspartij 16 zetels.
De rijkspartij van den Duischen Midden
stand (Economische Partij) 23 zetels.
Nationaal-Socialistlsche Duitsche Arbei
derspartij 12 zetels.
Duitsche Boerennartij 8 zetels.
Landbund 3 zetels.
Chr. Nat. Boeren- en Plattelandersparty
en Duitsch-Hannoversche Party 13 zetels.
Volksrechtparttj 2 zetels.
Saksische Plattelanders 2 zetels.
DE GEBEURTENISSEN IN
JOEGO-SLAVIë EN ITALIë
MUNCHEN, 1 Juni De Italie,ansche
consul-generaal te München heeft medege
deeld, dat alle sensationeele berichten be
treffende de gebe -tenissen in Italië en
Joego-Slavië, welke in de laatste dagen wer
den verspreid, schromeiyk zyn overdreven
Dat Italië een ultimatum heeft gezonden
aan Joego-Slavië is onjuist.
DE BIJEENKOMST VAN DEN
VOLKENBONDSRAAD
LONDEN, 1 Juni De minister van bui-
tenlandsche Zaken, Sir Austen Chamberlain
zal morgen uit Londen naar Genève ver
trekken, om daar de zitting van den Vol
kenbondsraad by te wonen.
DE VERJAARDAG VAN DEN
ENGELSCHEN KONING
LONDEN, 1 Juni Hedenavond bood
Chamberlain in het ministerie van buiten-
landsche zaken een maaltijd aan, ter vie
ring van den verjaardag van den Koning.
Onder de gasten bevonden zich vroegere
vertegenwoordigers der buitenlandsche mo
gendheden, voorts de tegenwoordige ge
zanten en ambassadeurs en hooge autori
teiten van het departement.
DE STAKING IN FINLAND
HELSINGFORS, 1 Juni Naar gemeld
wordt, hebben de Flnsche staatsarbeiders be
sloten, morgen In staking te gaan. 12.000
personen zyn hierby betrokken.
GODSDIENSTONLUSTEN IN INI)IE.
Negen dooden, negen gewonden
Donderdag braken te Malikpoer, in het
district Ambala, onlusten uit, als gevolg
van het slachten van een koe voor gods
dienstige doeleinden. Het schynt dat Sikhs
een poging deden om de offerande te be
letten, waarop een gevecht ontstond, waar
in zes Sikhs werden gedood en vier ge
wond, terwyi twee Mahomedanen werden
gedood en vijf gewond. De politie moest 't
vuur openen ir een eind te ninn»- aan 't
handgemeen, doch zonder slachtoffers te
maken. Ook een Sikhpolitieagent werd
door de menigte gedood.
Een conferentie van groote parlementaire beteekenis had plaats tusschen den voor
zitter van den Rijksdag, Löbe en president Hindenburg. Beraadslaagd werd over de
situatie, door de Rijksdagverkiezingen geschapen. Löbe verlaat het paleis van den pre
sident. (Ter herinnering aan den slag bij het Skagerak wordt de wacht gehouden door
de Marine)
DRANKVERBOD EN MISDAAD.
In een rapport, deze week by het Ame-
rikaansche Representantenhuis ingediend,
wordt als een der voornaamste oorzaken v.
de overbevolking van de gevangenissen in
de Vereenigde Staten de drankverbods-
wet genoemd. Het rapport, dat tot de aan
neming adviseert van het wetsontwerp-
Porter strekkende tot het stichten van 2
„narcotic-farms" voor hen. die aan de
narcotische middelen verslaafd zijn, noemt
de toestanden ontstaan als gevolg van
«ie overbevolking van de Bondsgevangenis-
sen, „onmenschelijk". Het aantal perso
nen, dat in deze gevangenissen opgeslo
ten zit, heeft zich sedert 1915 verviervou
digd. De gevangenissen te Atlanta,
Leavenworth en op McNeil Island zyn het
sterkst overbevolkt. De totale normale ca
paciteit van deze instellingen is 3733 ge
vangenen. Op 1 April telden zy 7598 ver
oordeelden.
De Pruisische Minister-President Otto
Braun Zal hy rijkskanselier worden?
EEN SPOORWEGONGELUK.
Zeven dooden.
By een spoorwegongeluk, dat gisteren
plaats had by Fithian, tusschen Danville
en Champaign, werden zeven personen ge
dood.
SPOORWEGONGELUK IN ILLINOIS
LONDEN, 1 Juni. (V. D.) By een botsing
tusschen twee treinen In de nabyheid van
Fithian (Illinois) werden 7 personen gedood.
18—11
DE ONTRUIMING VAN PEKING DOOR
DE NOORDELIJKEN
PEKING. 1 Juni (V. D.) Maarschalk
Tsjang-Tso-lin heeft den Japanschen ge
zant te dezer stede mededeeling gedaan, dat
hy van plan is morgen uit Peking te ver
trekking. Reeds is zyn zoon, in gezelschap
van den minister van buitenlandsche zaken
van de Peklr.g-regeering, in de richting van
Moekden vertrokken. De laatste Noordelijke
troepen vertrekken morgenavond uit Peking.
Volgens officieele Japansche berichten, zal
de voorhoede van het Sjansi-leger Dinsdag
morgen a.s. Peking binnenmarcheeren. In de
stad is de staat van beleg afgekondigd.
Geruimen tyd geleden hebben wy uit
voerig melding gemaakt van een opzien
barende moordgeschiedenis In 1926 ver
dween de Hongaarseh-AmerikaanscheMar-
git Vörösmarty. Vier wekpn later kreeg
haar moeder een brief met een nageboot
ste onderteekening, waarin werd meege
deeld, dat het jonge mei'je naar Amerika
was teruggekeerd. Er rfees echter verden
king. By een dr. Klepetar vond men een
koffer van de verdwenen dame; het on
derzoek werd voortgezet en na een jaar
werden drie joui alisten vervcügd onder
beschuldiging van moord op Margit,
schoonzuster van Sikorski.
Deze had Michalko met haar in kennis
gebracht. Hun doel was zich van het geld
van de rüke Amerikaansche meester te
maken. Een schijnhuwelijk werd in scène
gezet, waarbU dr. Klepetar als ambtenaar
van den burgeriykcn stand fungeerde^
Spoedig echter bekende Michalko zijn
„vrouw" het bedrog, waarop deze aan
drong op een kerkeiyk huweiyk. Toen
kwam Michalko op het onzalige denkbeeld
haar te vermoorden. Een reis naar het on
herbergzame Tatragebergte werd ontwor
pen, waar de gruwzame moord plaats
vond en het lijk verborgen werd. De drie
moordenaars trokken naar Parijs.
Michalko was oud-officier, Sikorsky
ambtenaar, dr. Klepetar schrijver. Alle
drie waren verbonden aan Praagsche bur
gerlijke bladen.
Dezer dagen ls eindeiyk het vonnis ge
wezen In dit langdurig proces: Michaiko
werd ter dood veroordeeld. Klepetar tot
levenslange kerkerstraf, Sikoreky tot 15
jaar.
UIT MEXICO.
Een „Leeken"-Mis voor
Primaat van Mexico.
den
EEN SCHEEPSRAMP.
Een vrachtschip door een bot
sing gezonken.
Naar uit Boston gemeld wordt, is het
vrachtschip „Kershaw" in botsing geko
men met het zich op weg naar Massachu
setts bevindende stoomschip „President
Garfield". Eerstgenoemd schip is gezon
ken. Twaalf opvarenden worden vermist,
zy zyn zeer waarschyniyk verdronken.
Uit de stad Mexico ontvingen wy heden
bericht, dat, zoodra de tyding van het
overlijden van den verbannen Aartsbisschop
en Primaat van Mexico, Mgr. Mora y del
Rlo bekend geworden was, de meest voor
aanstaande katholieken een comité vorm
den, om een plechtigen lijkdienst te hou
den, in de kerk La Profesa. Daar echter
geen enkele priester hierbij aanwezig mocht
zyn, kan allen een„Leeken"-mis gedaan
worden. De misgebeden werden door het
volk gezameniyk hardop voorgelezen en de
Requiem-gezangen werden zoo Innig moge-
lük uitgevoerd. De kerk was geheel en al
ln rouw gehuld, zoowel de altaren als de
pilaren. In het middenschip was een groote
katafalk opgesteld, waarover een purperen
lijkkleed was uitgespreid, waarop de teeke
nen der bisschoppeiyke waardigheid, mijter,
borstkruis en stola lagen tentoongesteld.
De kerk was tot ln de uiterste hoeken met
geloovigen gevuld, die eerbiedig en inge
togen den ïykdienst bijwoonden. Het was
een sombere, doch niettemin Indrukwek
kende plechtigheid.
Na afloop van dezen tragischen ïykdienst
verlieten de geloovigen in stilte het kerk
gebouw.
15
Vader en dochter gingen vervolgens wat
rust nemen en dachten nog lang na over
hun treurig lot en over de middelen, om
de waarheid te ontdekken. Het duurde nog
eenige dagen, voordat het scheepje, waar
mee zy de reis naar Napels hadden vol
bracht en de edelgesteenten, die zy hadden
meegenomen, waren verkocht. De opbrengst
bedroeg een aanzieniyke som, welke de heer
de Kéralain ter beschikking van Cecile stel
de. Zij deelde haar vader mede, dat zy geen
oogenblik tyd wilde verliezen en dat zij
van plan was, den volgenden morgen op reis
te gaan.
X.
Terwyi de heer de Kéralain en zyn doch
ter zich tot de reis gereed maakten de
eerste om naar de Fransche kusten te ver
trekken, waar hy zich te Jersey wilde ves
tigen en de laatste om te Bretagne haar
eerste nasportngen te beginnen had Hen
ri de Montgardec zich te Napels gevestigd,
waar hy van zijn kant ook een plan uit
werkte. Hy had niet het minste vermoeden,
4at zy dia hy zocht en tot eiken prijs wilde
terugzien al zou hy ook de geheele were'd
moetenl doorreizen, zich zoo in zyne naby
heid bevond. De genegenheid, die hy voor
Cecile koesterde, was al té oprecht en hij
was al te vast overtuigd van de rechtscha
penheid van den heer Martini, zijn gast
heer, om aan zyn plannen voor de toekomst
vaarwel te hebben gezegd. Hy wilde geen
pogingen verzuimen om haar terug te vin
den, die hy zoo teer beminde en de plaats
te ontdekken, waar de heer Martini zich
met haar schuil hield. Hy was vastbesloten,
onmiddeliyk zyn onderzoekingstocht te be
ginnen en daar hy niet de minste aanwy-
zing had, noch eenige inlichting, die hem op
het spoor zou kunnen brengen, ontveinsde
hy zich de moeiiykheden niet, waartegen
hy zou hebben te worstelen. Maar hij was
de man niet, zich aan moedeloosheid over
te geven. Den zelfden dag, waarop hij te
Napels was aangekomen, ondervond hy ech
ter een hevige teleurstelling. Hy had ge
dacht, dat hy meer kans zou hebben de
heer Martini daar te vinden dan elders, en
koesterde een vaste hoop, in die stad een'g
spoor te zullen vinden van de tegenwoordig
heid zyner verloofde. Voordat hy zich naar
het hotel begaf, waarheen Pascal, zyn be
diende, de bagage liet brengen, maakte hy
een wandeling langs de haven en monsterde
daar alle schepen, die daar voor anker la
gen. Zyn hart klopte van onrust, terwyi hy
zyn onderzoek voortzette.
Eensklaps ontsnapte hem een vreugde
kreet: juist had by bet jacht van den beer
Martinii, dat sieriyk scheepje, dat zoo dik-
wyis zyn bewondering had opgewekt, in het
gezicht gekregen, of dadeiyk meende hij al,
dat het doel zyner begeerten was verwezen-
ïykt. Hy snelde naar het vaartuig en riep
Beppo, maar hy zag niets dan onbekende
gezichten
Toen hy inlichtingen inwon, vernam hij,
dat het jacht juist gekocht was door een
ryk Engelschman, men voegde er by, dat de
vroegere eigenaar van het scheepje al sedert
eenige dagen Napels had verlaten. Beppo
had namelyk van den heer Mart ni beve!
ontvangen dit gerucht te verspreiden.
Daar Beppo zijn meester bijzonder hoog
achtte, had hy in alles de bevelen van den
heer Martini opgevoed, hoewel hy van het
vreeselyk geheim geheel onkundig was.
Het zal wel overbodig zyn te zeggen, dai
Henri de Montgardec geheel en al teleurge
steld naar huis terugkeerde. Zonder een
oogenblik tyds te verliezen begaf hy zich
weer op weg en begon zonder het m nste
succes in alle hotels der stad een onderzoek
in te stellen. Den volgenden morgen begon
hij weer opnieuw. Zooals wy verhaald heb
ben, had de heer Martini zyn intrek genomen
in een hotel van den laagsten rang, en daar
Henri de Montgardec niet op de gedachte
was gekomen, zyn onderzoek uit te strekken
tot in die wyken, waar alleen onbemiddelde
reizigers hun Intrek nemen, was hy juist op
het punt. na een vruchteloozen ontdekkings
tocht weer naar huis te gaan, toen hy aan
bet kruispunt van twee straten een rytuig
ontmoette, dat door twee stevige paarden in
gestrekten draf werd voortgetrokken.
Hij sloeg de oogen op en bemerkte in het
rytuig een gesluierd vrouwspersoon, dat zich
plotseling afwendde en daarnaast een man
in wijder mantel gehuld, waarvan de hoog-
opstaande kraag zyn geheele gelaat verborg
Men kon niets bespeuren dan twee schitte
rende en onrustige oogen. Deze beide perso
nen waren de heer Martini en zyn dochter,
die naar het spoorwegstation reden om plaats
te nemen ln den trein naar Rome. Henri de
Montgardec herkende beiden en liet een lui
den kreet van verrass'ng hooren Toen liep
hy zoo vlug hy kon, het rytuig achterna, dat
hoe langer hoe sneller begon voort te rijden
Zulk een vermoeienis kon hy toch niet lang
volhouden en weldra was hy verplicht zyn
pas te vertragen. Overal zocht hy een rytuig.
cm daarin plaats te nemen en beide reizigers
te achtervolgen maar nergens was er een te
bespeuren. Hy was ten einde raad. Na „er.ige
minuten rust hervatte hij zijn tocht zonder
op de voorbygangers te letten, d e hy overal
uit den weg duwde tot hun groote verwon
dering. Iemand kwam op den Inval te roe
pen: houd den dief. Dit was voldoende, om
r.adelyk een oploop van menschen te veroor
zaken. Men hield hem tegen en in een oog
wenk was hy door een dreigende menigte
omringd.
Na eenige ophelderingen veranderde ge
lukkig de gez'ndheid van het publiek, dat
hem nu ongehinderd zyn weg liet volgen.
Maar bet rytuig van den heer Martini was
hem zoo ver vooruit, dat hy het geheel uit
het oog had verloren, zoodra hy het einde
der straat had bereikt.
Den volgenden morgen begon hy weer op
nieuw en geen enkel hoekje van Napels liet
hij ondoorzocht Met veel moeite en geld wist
hy eindeiyk eenige gegevens te verzamelen,
die hem deden veronderstellen, dat de heer
Martini, zyn dochter en een bediende, wiens
signalement met dat van Beppo overeen
kwam, inderdaad Napels verlaten hadden
met den spoortrein in de richt'ng van Rome.
Een uur nadat hy deze inlichtingen had
ingewonnen, liet Henri de Montgardec zich
ook naar het station ryden en het hart van
biyde verwachtingen vervuld, was hy beslo
ten het spoor zyner geliefde te volgen. Cecile
en haar vader hadden bemerkt, hoe Henri
getracht had het rytuig in te halen en welke
tegenspoeden hij in zyn pogingen had onder
vonden.
Hoezeer het Cecile ook smartte, dengene
te moeten ontvluchten, dien zy zoozeer be
minde, had zy toch ln alle stilte God ge
dankt, dat het haar gelukt was aan zyn na
sporingen te ontsnappen.
Ik wil Henri niet eer terugzien voor
dat de onschuld van mijn vader aan het licht
zal zi.in gekomen, had zij by zichzelven gezegd
en zy wilde aan haar voornemen niet on
trouw worden. Hoe zou zy ook den moed
gehad hebben, het vreesehjke verhaal, dat zy
van haar vader vernomen had. aan haar
verloofde mede te deelen? Hoe zou zy
zich bovendien hebben kunnen blootstel
len aan het gevaar, dat Henri de Montgar
dec mogelyk haar vertrouwen ln de recht
schapenheid van haar vader niet zou deelen?
Neen! Dat zou onmogeiyk geweest zyn en
daarom begreep zij, dat haar moed des te
grooter moest zijn, wanneer zij handelde zon
der iemands hulp. Dan zou zy tenminste
geen vrees behoeven te koesteren, dat de een
of andere onverwachte openbaring het ver
trouwen zou schokken, dat Henri de Mont
gardec tot nu toe in haar vader had ge
steld. Wat haar zelve betrof, zy zou voor
niets ter wereld terugschrikken en niets zou
haar kunnen schokken in haar overtuiging,
dat haar vader het slachtoffer was van een
afschuweiyk complot.
Cecile ging geheel en al op haar plan,
haar vader in zijn eer te herstellen, zy koes
terde de beste verwachtingen hierin te zul
len slagen en zy wilde zich nu door geen
enkele andere gedachte van haar plicht laten
afleiden. Wanneer zy eindelyk haar doel zou
hebben bereikt waaraan zy geen oogen
blik twyfelde, dan zou zy Henri de Montgar
dec gaan opzoeken, en zoo deze haar dan
nog altyd beminde, haar levenslot aan het
zijne gaan verbinden. Maar helaas! Dat
oogenblik was nog niet gekomen Toen zy
begreep, dat Henri haar spoor vervolgde,
verdubbelde zy haar yver, hem te ontvluch
ten. Zy besloot haar reis te vervolgen, totdat
zij door vermoeidheid sou worden gedwongen
wat rust te nemen.
(Wordt vervolgd.)