MIJN EERESALUUT DE CULTUREELE BETEEKENIS VAN DEN NED. R.K. VOLKSBOND Aan den feestvierenden Ned. R.-K. Volksbond Volksbond voorheen en thans organisatie. Ik werd dra zijn medewerker in de redactie, en toen nog meer ervoer ik, wat die man waard was. Ik leerde Smit kennen en P. Kok en Lammers en zoovele anderen der ouderen, waarvan er nu al velen overleden zijn En de liefde van die menschen voor den socialen arbeid onder de Roomsche werklie den en de kleine burgerij, hun onversaagd werken, moest een diépen indruk maken op wie iets voelde voor de ontwikkeling onzer Roomsche kleine luyden. O, dat vrijwilligerswerk, dat ontzaglijke lichamelijke en geestelijke inspanning kost te en toch met zoo groote opgewektheid werd verricht! Ik leerde ook het werk der afdeelingen kennen het werk van groote en kleine afdeelingen, van eenvoudigen op de dorpen, maar met een hart van goud, en met een liefde voor onze Roomsche organisatie, die ongeëvenaard was. Maar ook de werkers in de groote afdee lingen, van wie soms zooveel gevergd werd en die den tegenstand der verkeerd ge- organiseerden ook nög hadden af te wen den, leerde ik waardeeren. Dat voeling houden uit hoofde mijner functie bezorgde mij een kijk op de toestan den, die mij in mijn latere positie als volks vertegenwoordiger zoo zeer van pas kwam. Immers, een redacteur van een bondsor gaan leert, beter dan wie ook, kennen elke afdeeling en haar staat van dienst en haar arbeid en haar nooden. De gegevens en rapporten en verslagen, die ik in die hoedanigheid ontving, gaven mij gelegenheid studie te maken van ar beidsverhoudingen in een belangrijk deel van ons land. In eigen afdeeling kon ik het werk toetsen. Men moet, om het werk der pioniers +e kunnen begrijpen, zich terugdenken in den toestand nu 40 jaar geleden. Wij zijn uit den aard der zaak nog al eens in de gele genheid om de balans op te maken. En bij elk van die gelegenheden groeit onze waardeering van 't wérk dier „kleine luyden", die alles wat er nu is, met eigen kracht onder Gods hulp, wisten tot stand te brengen. En dat is veel. Veel in materieelen, meer nog in godsdienstigen zin. Want altijd was het streven om te stre ven naar het doel, door onzen grooten Scliaepman met enkele teekenende woorden aangeduid: „Geef aan Nederland een school van Roomsche werklieden met een rotsvast geloof En eerst de geschiedenis in later tijd zal in hare volheid kunnen oordeelen over de beteekenis van den Ned. R. K. Volksbond voor het stoffelijk en godsdienstig-'zedelijk welzijn van den arbeidenden stand in Ne derland. 't Is waar, onze werkers hebben geboft met de onvergetelijke encycliek „Rerum no varum" Van onzen grooten arbeidersvriend, Paus Leo XIII, zooals ik eens een eenvoudi gen voorzitter het zoo typisch hoorde uit drukken. En 't is onze glorie dat we ons steeds stelden onder schutse en hoede der Kerk en dat wij er prijs op stelden op de eerste plaats te zijn, gehoorzame zonen der Moe derkerk. Maar daarnaast is door het werken van eenvoudigen en ijverigen heel wat verkre gen op maatschappelijk gebied. Wat noodig was, zeker, en dat we danken aan den on- versaagden arbeid van zoovelen op de dor pen en in de steden. En als we heden hebben een vakorganisa tie, die beteekenis heeft, dan danken wy dat aan de standsorganisatie, die ploegde en egde den grond waarop die'kon bloeien. En als daar heden, de Ropmsche werkers en zwoegers uit het heele diocees bijeenko men, dan zal het zijn om God te danken, voor den Zegen, dien Hij aan het wérk schonk en om een oogenblik stil te staan in feestelijke stemming, om achteruit te zien, naar wat met vereende krachten werd gewrocht. En dan zal daar geput worden door de mannen van Texel tot Vlissingen kracht om voort te gaan op den weg. Er is nog zoo veel te doen. Maar gezien het verleden, moge de hoop op de toekomst ons blijde stemmen. En wij hernieuwen onzep arbeid: Voor God en Kerk, Vorstin en Land. door TH. G. C. HOOIJ, oud-bestuurslid die zich geheel en al aan hunne taak kun nen geven. Voorheen moest alles geschieden in den tijd, die na den dageiykschen arbeid over schoot, en moest vaak de Zondag er by ge knoopt worden. Ik denk hierby aan de tochten, die ik vaak in gezelschap van Passtoors z.g., Smit, Grobben, Lammers en anderen voor het op richten van afdeelingen, of voor het leiden van cursussen enz., moest meemaken. Wat een moeite heeft het gekost, eer wij zoover waren, dat er een vrijgesteld secreta ris voor het diocees kon worden aangesteld. Tal van afdeelingen moesten worden be werkt, en de verdediging der daartoe noo- dige contributieverhooging kostte vaak een warmen rug. En thans zijn we, zonder al te groote moeite, reeds tot een drietal geheel vrye krachten gekomen. Blyft het daarbU? Zeker niet, als de le den van ons volkrijk en uitgebreid diocees zich rekenschap geven van het groote ter rein op sociaal gebied, dat thans nog slechts primitief kan worden bewerkt. Zeker niet als die leden zich meer nog dan tot heden vertrouwd maken met het denkbeeld, dat onze organisatie, krachtiger nog in haar streven naar grootere solidariteit, een sterk apostolaat vormt voor het behoud van ons H. Geloof in de harten van talloozen, die thans niet bereikt worden. Heeft in die veertig jaren de Bond be grepen en in practijk gebracht, de nood zakelijkheid van de ontwikkeling zijner le den in sociaal en economisch opzicht? Als lid van het Centraal Bestuur kan ik slechts oordeelen en meespreken over goed de helft van het afgeloopen tijdperk. En daarvan zeg ik volmondig: ja. Wat al cursussen, plaatselijk en diocesaan, tweedaagsche en driedaagsche! Wat al spre kers en inleiders! Maar ook, wat tal van goed onderlegde leden zajn daardoor ge vormd, die niet alleen in de leiding onzer eigen organen prachtig werk leveren, maar ook in Kamer, Staten en Gemeenteraden gezaghebbende figuren zyn. Als wy dezen myipaal van ons veertig jarig bestaan zyn voorbygestapt, mogpn wij met een zekere tevredenheid even omzien. Maar voldaan mogen wy niet zyn. Immers voldaanheid leidt allicht tot zelfgenoeg zaamheid en verslapping, en dat mag niet by het vooruitzicht van het vele, wat nog te doen valt. Gods zegen vergezelle ons naar den vol genden mijlsteen. door P. J. M. van Tetering, Voorzitter der R.K. Middenstandsvereen. Het is ontegenzeglijk wederom een be wijs van hare activiteit en van hare actua liteit, dat onze „Nieuwe Haarlemsche Cou rant" besloot tot het uitgeven van een spe ciaal feestnummer bij de herdenking van het 40-jarig bestaan van rïen H-15" Volks- bond in ons Diocees, iB| een Feesteiyke Her- si* TÊÈÈi denking, welke door het overlijden van Hill onzen Bisschop eeni- ML llill| ge weken is uitge- f steld geworden. MpfHBSI De Redactie vroeg ZlJPllli m« als voorzitter der 7^ R. K. Middenstands- vereeniging voor dit m Extra-nummer een y**?artikel te willen I - schryven en het is iet groote erkentelyk- heid voor die uitnoodiging en met warme geestdrift in het harte, dat ik daaraan zoo gaarne gevolg geef. En dan zal ik daarby niet enkel spreken hamens onze plaatselyke vereeniging, doch, Waar myn hoofdbestuur my verzocht heeft op de receptie den Diocesanen Bond te gaan Vertegenwoordigen, daar mag ik my dus in dit artikel tot tolk maken van den ganschen ft. K. Bond van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand in het Bisdom Haarlem. De organisatie der meesten onzer Katho lieke werknemers, van wie er zoo'n groot Percentage in onze mlddenstandsbedryven hun brood verdienen, herdenkt haar 40- jarig bestaan! Wie der onzen zal niet medejuichen en hiede jubelen? Immers, wy weten het zelf wel, doch óók de heer Kuiper, de afgevaardigde ter Twee de Kamer der werknemers, heeft het in zijn traeadvies het Tilburgsche Middenstands congres nog eens uitdrukkelijk doen weten, dat. ondanks alle verwyderingen in deze hioderne tyden, er tusschen de middenstan ders en hunne werknemers een goede en Prettige verstandhouding is blijven bestaan en daarom is hun feest ook het onze en het onze zal ook het hunne zijn. Maar, er zyn hier ook redenen van hoogere erde: immers, wy hebben gemeenschappelijk één en hetzelfde einddoel: „God!" Wij hebben dezelfde Kerk, belijden den- elfden Godsdienst, vergaderen gezamenlijk tijdens de H.H. Diensten, wij knielen naast elkaar voor de communiebank; wy zyn al- jen broeders in Christus en daarom vooral Is onze vreugde gemeenschappelyk. door Mej. F. A. M. Peeters, Voorzitster afd. Haarlem R.K. Vrouwenbond Voor nty speciaal geeft dit jubileum in Velerlei opzichten een bijzondere aantrekke- iykheid. De wieg van den grooten pionier der R. K. volksbondbeweging, van Willem Passtoors 2-g. stond nog geen drie uur van de mijne Zundert en Leur zijn stoffeiyk over schot rust in mijn geliefde geboorteprovin cie Noord-Brabant, te Ginneken. Ik ga u wat uit het verleden vertellen: fh 1901 reeds, nu 27 jaren geleden, mocht ik Voor het eerst in contact komen met den R. ft- Volksbond te Breda, waar ik een werk- 2aam aandeel mocht nemen in het bestuur van den Socialen Cursus, door den Bond te ftreda georganiseerd en welke gegeven werd floor Pater F. Bruin S.J., z.g., den professor de ethica te Oudenbosch. Geacht Bestuur, Men vraagt my een woordje voor uwe Feestkrant, en ik geef dat woordje met bij zonder veel sympathie. Immers „Het Volk" is dat deel van 's lands bevolking, waarin Bvoor een ^goed deel ;taat is. Tijden van crisis en dreigende gevaren hebben dit die steunt, en schraagt, duwt en dryft in de geheele maatschappeiyke samenleving en daarnaar met inspanning van alle krachten handelt is een lichaam, dat aller eerbied afdwingt; mits het werkt in die richting, die elk lid van den bond hooger brengt. Hooger, niet alleen op stoffelijk gebied, dat zeker óók een ruime plaats in de toewyden- de zorg van het bestuur behoort in te ne men, maar hooger bovenal op den weg, die boven alle stof ligt, waar de hoogere goede ren alleen den dorst naar geluk in den mensch, kunnen lesschen; dit hooger gaat langs liefde en eendracht naar God, den Eeuwigen Vrede. Zulk een bond zal in zyn leden karakters ontwikkelen, mannen, die door krachtige „training" van hart en hoofd willen wat ze als het beste kennen; mannen, die een hou vast zyn voor Gezin, Kerk en Staat. Nu mogen wy immers met recht vertrou wen, ja, we zyn er van overtuigd, zijn ver leden waarborgt ons dit, dat de R.K. Volks bond, de beginselen, waarvan we boven spraken, met gouden lettere in zyn vaandel geschreven heeft, endat elk bondslid ze in het hart gegrift voelt. We weten, dat de R.K. Volksb'ond zich ze ker allen tyde zal toonen de bond van Gods mannen, die sterk in het geloof aan den God dien ze belyden pal staan, waar duivel- sche toeleg ze zou willen dwingen on trouw te worden aan hun heiligste begin selen, dat zy met heilige geestdrift ten stry- de zullen optrekken waar Kerk en Vader land in gevaar komen. Wij Katholieken in Nederland, wij ver trouwen op onzen R.K. Volksbond; wy zijn er tot in de ziel van doordrongen, dat deze mannen, in wie de Geest van God woont, nooit in woord noch daad den grond zul len ondermynen van Kerk en Staat, waar God in Zün plaatsbekleeders Zijn Gezag be vestigd heeft. De R.K. Volksbond is mij lief; omdat hij, naast en dikwijls in vereeniging met den R.K. Vrouwenbond, een lichaam kan zijn, ja, moet zyn, waaruit zich in ons vaderland voor Kerk en Maatschappy een niet te on derschatten kracht kan ontwikkelen. wy leven in een tyd van wonderen, maar o, zoo tot berstens toe vol van drei gende gevaren en onafzienbare botsingen op elk gebied, 't Is zóó waarschynlijk, ja, méér dan waarschyniyk dat de kracht van onze bonden zich, binnen niet veel jaren, in da den van geloof en vaderlandsliefde in heilige geestdrift zal moeten openbaren. No. 5. De R.K. Vrouwenbond wenscht dan aan den R. K. Volksbond op zyn jubeldag het allerbeste toe, dat, wat hy aan zyn eigen Bondskinderen toewenscht, n.l. groei en bloei; groei van binnen uit naar buiten vooral; bloei in heeriyk rijpe vruchten, waar aan de wereld ziet, dat er gewerkt wordt. Maar nog eens, groei vooral naar bóven, waar het bovennatuurlyke heerscht; waar ieder lid streeft naar volmaking van „het eigen ik," om daardoor, tot glorie van Godr den Bond te maken, tot een idealen Bond. In 1903, nu 25 jaren geleden, hadden Pas moors en Smit (deze laatste veteraan zal het ^ch nog wel herinneren), de beide opvol gende Centraal-Presidenten, op 'n Zondag- ^Ond in den Kath. Volksbond te Breda voor éen uitpuilende zaal gloeiende speeches ge houden tegen de revolutiepogingen van het Socialistische Spoor- en Tramwegpersoneel. Jfc was toen redacteur van het Dagblad van ftoordbrabant. 's Maandagsmorgens 8 uur hoorden wij op het redactiebureau van het uitbreken der Sfoote spoorwegstaking „Tetering!" zei van der Kallen, de toen malige Hoofdredacteur, thans Directeur- Hoofdredacteur van „De Gelderlander" te Hymegen, „ga jy gauw even Passtoors en '-Klit waarschuwen, die logeeren in „Den- henoord" te Ginneken." Weldra stond ik met myn fiets voor het Hotel en liet de boodschap overbrengen, dat llt de heeren Passtoors en Smit direct moest sPreken. En daar verschenen beide in hun witte hverhemdjes aan den ingangIk vertelde het geval en Passtoors lachend met zijn JHeine, goedig toegeknepen oogjes: „O, God! ®hiit hoe komen we nou nog thuis?" Hoe het zij, met een trein uit Tilburg of hit Lage Zwaluwe, dat weet ik zoo precies hiet meer, doch ze zyn dien dag nog heel huids thuisgekomen In 1905 te Zevenbergen. Daar wilden we ®6n afd. van den Kath. Volksbond oprich- 'hn. Maar de toenmalige oude Pastoor Jan- 6®n z.g. wilde er niet van hooren,ik heb ®en H. Familie," zoo zeide hy, „en dat is ge noeg. Laat ze daar maar komen, dan heb ben ze geen Volksbond noodig!" Gelukkig had ik de medewerking in stilte van de beide E.E. kapelaans en zóó ging de hprichtingsvergadering toch door. De zaal ^an het Hotel des Pays-Bas was stampvol, ftapelaan (nu Pastoor) Donders, de bekende redacteur van „Het Rechte Spoor," met pijn vriend Mentink, den Bredasch prases, Haden als sprekers op. De afdeeling werd Aefinitief opgericht en zoowat alle aanwezi gen traden als leden toe. De actieve Bernard vissers werd er de eerste voorzitter. Toen eenmaal Mgr. van de Ven z.g. den ®ersten geesteiyken adviseur benoemd had, h'as ook de booze bui van den Pastoor ge bakt en was alles weer in pais en vrêe. Zelfs trad op de eerste feestelijk^ jaarver gadering de tegenwoordige Bisschop van het Hiocees den Bosch als feestredenaar op ^gr. F. A. Diepen, toen Bisschoppelijk In specteur van het Byzonder Onderwys. „Gods besten Zegen!" P. J. M. VAN TETERING, Voorzitter der R. K. Middenstandsvereeni- ging te Haarlem; lid Hoofdbestuur van den R. K. Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem. 7 Juni 1928. door Th. J. H. IHouwens, lid van het Centraal Bestuur. Haarlem ten slotte! Het contact met deze jHdeellng dateert reeds van 21 Jaren terug. Eerst als lid van het bestuur eener onder- jHdeeling, later als lid van het bestuur der Haarlemsche afdeeling. Uit deze periode noge ik herinneren aan het grootsche Tri- flflum, geleid door Pater Marynissen, in de Et. Jozefskerk, met aan het einde het ge- ^éenschappeiyk ontbyt in de Bavo en des ?;vonds de groote feestvergadering. De op zichte St. Nicolaasfeesten buiten bezwaar fler Bondskas. En dan de Reclametentoon- ^cllingen in 1909 en 1914, onder de leiding J'flh myn onvergeteiyken vriend Guskens z.g., ,?r eere der lustra der Haarlemsche afdee- .JPg, en welke ten slotte de berooide afdee- QnSskas door haar flinke batige saldi weder- Ui overeind brachten. Ik memoreer hier nog p namen der medebestuurderen; Guskes, ■"om, Broekhuizen, Hooy, Smulders, Klein, vertoom, Visser, enz. Allen veteranen, van de meesten reeds zyn heengegaan. behoef hier niet uit te weiden: immers, insiders hebben aan deze korte herinne- flk genoeg. o 2óó mocht ik in het Bondsorgaan in 1909 geschiedenis schryven van de 20-Jarige he cier Haarlemsche afdeeling, zoo nauw fltuurlyk sa&mgeweven met die van den ^®cesanen Bond Veertig jaren is in het leven eener or ganisatie heel wat. Wie de wereld der techniek over zulk 'n tijdperk voorbij het oog van zyn geest ziet gaan, staat versteld over den overweldigen den vooruitgang. i nen en zich maai? niet kunnen voor stellen, dat het thans anders moet gaan dan voor een kwart eeuw b.v. Wie dacht er toen aan, dat eene groote organi satie, wil ey goed functioneeren, moet be schikken over eenige geheel vrye krachten. Bloemendaal, 20 Mei 1928.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 11