Kerk en School
AMANDELTJES-
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRIJDAG 15 JUNI 1928
BLADZIJDE 2
UIT DE MISSIE.
SOCIAAL LEVEN
Algemeene vergadering der
Ned. R.K. Centrale Vereeniging
tot Bescherming van Meisjes
in het bisdom Haarlem
BINNENLANDSCH NIEUWS
De onbewaakte overwegen
GEMENGD NIEUWS
Met de „Schuttevaer" van
Rotterdam naar New-York
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
Destructie van afgekeurd
vee en vleesch
De bestrijding van het
mond- en klauwzeer
DRANKBESTRIJDING
Het feest van St. Jan den Doopex
LUCHTVERKEER
Een nieuw Fokker-verkeers
vliegtuig
UIT ONZE OOST
De begrooting van Justitie
De geïnterneerden
„Agentia Fides" meldt o.a.:
Een professor van de
ringen, in de godsdienstleer te worden op
genomen in de Kerk.
Een deel van het vicariaat Quinhon, dat
het Kerkelijk bezit omvat, waarin de dor
pen gelegen zijn, is toevertrouwd aan de
UniversiteitCanadeesche Redemptoristen. Twee paters
£s benoemd tot bisschop van een
Japansch vicaraat.
ROME. De Heilige Congregatie der Pro
paganda heeft bij een decreet d.d. 16 Mei,
den Rev. John Ross S.J. benoemd te Apos
tolisch Vicaris van Hiroshima, in Japan.
Op het oogenblik is hij in dit gebied werk
zaam als adjunct-Vicaris. De pas benoem
de bisschop Mgr. Ross was tusschen 1925 en
1927 professor van de katholieke Universi
teit van Tokio.
In 1910 begaf Père Ross zich voor de
eerste maal naar Azië; toen hij te Bombay
werd benoemd in de missie der paters Je-
zuiten. In Dultschland te Aken geboren 27
December 1875 trad hij den lOden October
1896 in het novicaat. Hij kende grondig
verscheidene talen; Duitsch, Fransch, En-
gelsch, Hollandsch, Japansch en Latijn.
Gedurende den wereldkrijg, stelde hU
zijn diensten ter beschikking vap Mgr.
Doering, daar hij, om zijn Duitsche af
komst, van zijn eigen zetel te Poona in
Voor-Indië, was verdreven. Toentertijd
was het een. prefectuur, doch in 1923 werd
Hiroshima verheven tot den rang van vica
riaat.
Hoewel de bevolking 5.000.000 zielen telt,
zijn er slechts 1,270 geloovigen en is dit ge
bied, uit katholiek oogpunt beschouwd een
der kleinste vicariaten van Japan.
In het Vicariaat Sianfu is een
nieuwe bisschop benoemd.
ROME. Bij een decreet van 16 Mei heeft
de Heilige Congregaite der Propaganda,
Père Lorenzo Tessiatore O.F.M. benoemd
tot Apostolisch Vicaris van Sianfu in
China.
Het vicariaat Sianfu omvat het middelste
van de drie deelen, waarin de Provincie
Shensi is verdeeld. Op een bevolking van
5.600.000 inwoners telt men 42,900 katho
lieken. Het feit, dat 60 pCt. der Katholie
ken behooren tot families, die vóór 1900 be
keerd zijn, verklaart de belangrijke vooruit
gang van inlandsche roepingen in dit ge
bied, waar de inlandsche priesters en zus
ters het in aantal winnen van de vreemde
lingen.
De Chineesche geestelijkheid telt 28 le
den, waarvan vier Franciscanen zijn, ter
wijl de Franciscaansche buitenlanders het
getal 19 bereiken.
Van de zusters zijn 26 inlandschen en 20
buitenlandschen
Volgens verklaringen van een
geleerde wordt de evolutie van
de ziel door de wetenschap
ontkend.
ROME. De wetenschappelijke studie van
alle meest prlihitleve volken der wereld
heeft zonder tegenspraak het feit vastge
steld, dat de ziel van den meest laagstaan-
den wilde niet minder geestelijk ls dan de
ziel van den meest ontwikkelden mensch.
Tot deze conclusie kwam Père Guillaume
Schmidt S.V.D., de meest eminente katho
lieke volkenkundige van onzen tijd, en di-\
recteur van het Ethnoiogisch missiemu
seum van Lateranen, op qgn conferentie
over „de ziel van den oermensch", gegeven
In de Aula Magna van de Universiteit Sa-
pientia te Rome, den 19en Mei.
De volledige tekst van deze conferentie
zal in de maand Juli worden gepubliceerd
door het Blad der Priester-Missiebond in
Italië.
Een zaak, die men vanaf heden als vast
staand kan beschouwen, besloot Père
Schmidt, als een feit dat absoluut is bewe
zen en welks be teekenis van het hoogste
belang is voor de geschiedenis van het
menschelijk geslacht, is de volgende: Alles
wat met mogelijkheid kan worden vastge
steld In verband met den geestelijken aard
van volken, die ethnoiogisch tot de oudste
behooren, leidt tot volkomen verwerping van
het denkbeeld, dat de zielen van de meest
primitieve lagen van het menschelijk ge
slacht geen wezenlijke zielen zouden zijn,
en eerder beschouwd zouden moeten wor
den als benaderden zij den dierlijken geest.
Integendeel zijn de zielen van de oudste
volkeren vanaf het begin volkomen men-
schelijke zielen en bieden zij niet het minste
punt van overgang naar den dierlijken
geest.
Zoo er in deze opvating nog eenige schijn
van waarheid lag, verklaart men thans, dat
die geheel is prijs gegeven, want men kan
thans aannemen, dat we alle primitieve
stammen der wereld kennen. Eenige, die
nog te bestudeeren overblijven, in het bin
nenland van Nieuw-Guinea, in Midden-
Afrika en in Zuid-Amerika, zullen onze
meening niet vermogen te wijzigen.
Doch behalve deze negatieve zijde van de
quaestle, zegt Père Schmidt, is er nog een
positieve kant:
Wat zeggen ons de conclusies, waartoe
we reeds gekomen zijn? Ze doen ons zien,
dat de oude volksstammen, die wil kennen,
reeds een menschelijke rede bezaten in
volle ontwikkeling, een wezenlijk mensche
lijk gevoel; een wil, die zich oriënteert en
beweegt volgens de beginselen van de mo
raal, dat zij, dank zij deze rede en dezen
wil, de moeilijkheden van het leven weten
te boven te komen en de wereld begrijpen,
en, wat meer zegt, ze weten het imposante
feit van het bestaan der werend te waar-
deeren, en dit feit tot een persoonlijken
schepper terug te brengen; en als gevolg
van deze ideeën, deze gevoelens en dezen
wil. hebben ze een hoog denkbeeld van de
familie, van een familie, die individueel,
sterk en monogaam is, en een sociale orde,
die gegrond is op den plicht van den ar
beid, op de hulp die men elkaar wederkee-
rig verschuldigd ls en op een altruïstische
natuur. Al deze verheven gaven, op intel
lectueel, gevoels-, ethisch en sociaal gebied;
deze geestelijke gaven, die zoo verheven
eigenschappen in zich sluiten als men ze
nauwelijks aantreft bij de volkeren der
hoogste beschaving, zijn niet het gevolg
van een lange evolutie, waaraan ze een le
vendig aandeel zouden hebben genomen.
Niets wijst op een dergelijke evolutie; er is
geen leemte die ze zou kunnen vullen; in
tegendeel, de oudste menschheid die we
kennen blijkt reeds verrijkt, begiftigd en
versierd te zijn met deze edele gaven die ze
reeds draagt vanaf den aanvang der ge
schiedenis van het menschelijk geslacht als
haar kostbaarste schatten.
In Indo-China vragen twee ge-
heele dorpen om het H- Doopsel.
QUINHON (Annam. Indo-China). Men
meldt ons een bijzondere gebeurtenis, die in
Indo-China ls voorgevallen, waar tot nu toe
de bekeeringen bijna altijd persoonlijk wa
ren. Twee dorpen op het Ankké-plateau,
hebben aan Père Hutenet van de Vreemde
Missiën te Parijs, verzocht hen allen In de
Kerk op te nemen. Het waren ongeveer 500
personen.
De plechtigheid van de „verwoesting der
afgodsbeelden" en het doopsel der kinde
ren, had een week na Paschen plaats. De
overblijvende Inwoners krijgen onderricht,
om geleidelijk, naar gelang van hun vorde-
zijn reeds aangekomen en bereiden zich tot
den arbeid voor.
De Afrikaansche Missiën zuilen
een eigen blad te Rome doen
verschijnen.
ROME. Het plan om van Rome een we
reld-centrum te maken voor de Missie-
studiën blijkt uit het besluit dat men ge
nomen heeft, om de „Bibliotheca Africana"
in de Heilige Stad te doen uitgeven, als
orgaan der Genootschappen van Vreemde
Missiën in Afrika. De Opperste Raad van
het Pauselijk Genootschap tot Voortplan
ting des Gelooft heeft voor de uitvoering
van dit plan een toelage van 20.000 lire
toegezegd.
„Bibliotheca Africana" zal waarschijnlijk
in een driemaandehjksche uitgave verschij
nen. Behandeld zullen daarin worden on
derwerpen, die betrekking hebben op de
missie, op volkenkunde, en vergelijkende
taalkunde van de volken van Afrika.
Père Schmidt, S.V.D., directeur van het
Pauselijk Ethnografisch Missiemuseum, en
de voornaamste volkenkundige van de ka
tholieke wereld, vestigt de aandacht op het
feit, dat de katholieke missionarissen boven
aan staan wat betreft de studie der etno
logische onderzoekingen in de geheele we
reld, behalve in Afrika. In dit zwarte we
relddeel zijn het de Protestanten, die zon
der tegflbspraak in deze de zege behalen,
daar ze over belangrijke bronnen kunnen
beschikken.
Als concentreerend orgaan heeft men be
hoefte aan een blad, dat systematisch de
studies publiceeren zal van specialisten op
gebied van taalkunde, dialecten en zeden
en gewoonte van Afrika.
Men is van meening, dat mettertijd de
„Bibliotheca Africana" het officieel orgaan
van alle missles in Afrika worden zaj.
Leden van de nieuwe Conferentie van
Afrikaansche Missiegenootschappen zullen
medewerken in de leiding van het nieuwe
blad. Deze conferentie werd in 't leven ge
roepen om als katholiek tegenhanger te
dienen van het Internationaal Instituut
voor Talen en Afrikaansche Beschaving,
dat 22 September 1925 te Londen werd op-
geicht. Met dit doel organiseerden zich alle
Genootschappen, die in Afrika de leiding
van missies hadden, me als voorzitter Père
Berthet van de Paters van den Heiligen
Geest; Père Bini, van de Vreemde Missiën
uit Verona en Père Volta, van de Zonen
van het Onbevlekt Hart van Maria als
vice-voorzitter, en Père Dubois S.J. als se
cretaris.
Een comité van Katholieke missionarissen
werd benoemd in de Uitvoerende en Admi-
nisratieven Rr.ad van deze instelling.
Men dringt sterk aan op de organisatie
van alle katholieke actie in verband met dit
instituut, omdat tot nu toe, alle initiatief
voortkwam van de regeeringsbearabten en
van de Prots ta»ten.
De Ned. Priester-Missiebond.
Deze vergadering van bovengenoemde
vereeniging werd gehouden in Huize Lydia,
te Amsterdam.
De Presidente, Mevrouw DroogDeckers,
opende de vergadering met gebed en heette
de aanwezigen hartelijk welkom. Na voor
lezing en goedkeuring der notulen van de
vorige jaarvergadering, werd een verkort
verslag van de werkzaamheden der 9 afdee-
lingen, die in het bisdom Haarlem den ar
beid der Meisjesbescherming in handen
hebben, voorgelezen.
Hierna werd het financieel verslag door
de penningmeesteresse uitgebracht.
De penningmeesteresse, mej. de Wild, werd
onder dankbetuiging voor het accurate be
heer der kas gedéchargeerd.
De twee bestuursleden ,die volgens het
rooster aan de beurt van aftreden waren,
mevr. Droog—Deckers en mej. Van der
Saan, werden met algemeene stemmen her
kozen.
De Presidente deelde mede, dat het werk
der Meisjesbescherming dit jaar, vooral in
het bisdom Haarlem, verdubbelde aandacht
eischt. met het oog op de Olympische Spe
len, die een grooten toevloed van vreemde
lingen naar ons land hebben gebracht.
Reeds gedurende de laatste maanden van
het vorige Jaar is men begonnen, maatrege
len te nemen, teneinde voldoende krachten
beschikbaar te hebben voor de uitbreiding
van het statlonswerk en de regeling van
hulsvesting van jonge meisjes.
Men was, zooals voor de hand lag, aller
eerst te rade gegaan bi) de landen, waar de
Olympische Spelen de laatste malen gehou
den waren, om wellicht voordeel te kunnen
trekken uit de daar genomen schikkingen.
Tot groote verwondering kreeg men ten ant
woord, dat men daar het nut van buiten
gewone maatregelen niet had ingezien, daar
het toch niet wel mogelijk zou zijn, tegen
den stroom in te gaan.
Gelukkig hebben de vereenigingen, die
zich in Nederland met de zorg voor het jonge
meisje bezig houden, alsmede de autoriteiten,
deze zienswijze niet gedeeld en hebben wel
degelijk hare aandacht aan deze zaak ge
wijd. Door de regeering werd een subsidie
toegestaan voor de verhoogde actie inzake
het stationswerk, zoodat men o.a. te Am
sterdam, naast de vele vrijwillige helpsters,
nog een gesalarieerde extra kracht heeft
kunnen aanstellen, terwijl door de gemeente
Amsterdam, op verzoek van het Chr. Sociaal
Comité, een huis beschikbaar werd gesteld
op de Keizersgracht 646, om minderjarige
meisjes, die speciaal toezicht noodlg hadden,
ondftr te brengen. Ook het R.-K. Observatie
huis te Bloemendaal stelde zich beschikbaar
voor huisvesting van R.-K. jonge meisjes.
Daar de vereeniging niet over voldoende
geldmiddelen beschikte, om in dezen op
eigen kracht te handelen, heeft zij zich aan
gesloten bij de Federatie van Vereenigingen
ter bestrijding van den handel In vrouwen
en meisjes, waarvan het Chr. Sociaal Co
mité een sub-comité is. Dit comité heeft
ook een informatie-bureau opgericht te Am
sterdam, Prins Hendrikkade 34, tegenover
het Centraal-Station, waar alle Inlichtingen
over huisvesting van vrouwen en meisjes te
krijgen zijn, en o.a. ook een leeszaal is in
gericht. Evenals van Chr. zijde geschied ls,
heeft ook de vereeniging adreskaarten laten'
drukken, met de adressen der voornaamste
R.-K. Tehuizen in Nederland, welke kaarten
aan treinen en booten worden uitgedeeld.
Op het Congres der Unie van R.-K. Vrou
wenbonden, eind April in Den Haag gehou
den, is op 24 April een speciale dag gewijd
geweest aan de R.-K. Meisjesbescherming.
Met Frl. Denis, de General-sekretarin van
Freiburg, is in den breede gesproken over
de mogelijkheid, den stroom van jonge
Duitsche meisjes, die betrekkingen in Hol
land zoeken, aan goede adressen te bezorgen
en te verhinderen, dat zij door dames van
plaatsingbureaux, die, na een advertentie
geplaatst te hebben in Duitsche bladen, de
grensplaatsen afreizen, aan minder aanbe
velenswaardige betrekkingen worden gehol
pen.
Ook zal waarschijnlijk de R.-K. Emigratie-
Vereeniging te Den Haag in Amsterdam een
onderafdeeling oprichten, waarin de Meis
jesbescherming vertegenwoordigd zal wor
den.
Na de rondvraag, waarvan door verschil
lende dames gebruik werd gemaakt, sprak
de geestel. adviseur, de weleerw. heer v. d.
Burg, nog een opwekkend woord.
Met den Christelijken groet werd de ver
gadering hierop gesloten.
Aangaande het werk, dat in een jaar tijd
door de Vereeniging tot Bescherming van
Meisjes in het bisdom Haarlem verricht
werd, volgen hier eenige cijfers:
Het Stationswerk, (waarvoor men te Am
sterdam de Ver. tot Behartiging der belan
gen van jónge meisjes subsidieert) contro
leerde aan de drie stations, die voor dit werk
georganiseerd zijn, te zamen ongeveer 5000
R.-K. jonge meisjes, bracht ze r.aar
goede adressen of nam informaties naar
adressen, waar zij zich reeds verhuurd had
den.
Vanwege het stadsonderzoek, dat in alle
afdeellngen wordt gedaan, werden 3900
meisjes in hare betrekkingen opgezocht.
De avondbijeenkomsten voor Hollandsche
en Duitsche meisjes werden in alle afdee-
lingen druk bezocht en het getal der be
zoeksters is steeds stijgend.
's Zomers worden uitstapjes georganiseerd,
des winters werden de meisjes nuttig en
aangenaam bezig gehouden.
In de vier grootste Tehuizen te Amster
dam, Rotterdam ,Den Haag en Haarlem
werden te zamen niet minder dan ruim 35000
pensiondagen vermeld. Door de Bemidde-
lingsbureaux werden ruim 1600 meisjes aan
betrekkingen geholpen.
De commissie van onderzoek door
den minister van Waterstaat beantwoord
De minister van Waterstaat heeft in een
der lokalerï van zijn departement geïnstal
leerd de commissie, door hem benoemd en
aan welke is opgedragen een onderzoek in
te stellen naar de veiligheid op openbare,
niet afgesloten overwegen van hoofd- en
lokaalspoorwegen en daarbij in het bijzon
der na te gaan of en hoever de tot dusver
aangelegde maatstaf wijziging behoeft, op
welke wijze die overwegen voor het publiek
behooren te worden aangeduid, alsmede of
en zoo ja in welke gevallen daarbij bijzon
dere Inrichtingen, welke de nadering van
een trein aankondigen mogelijk en wen-
schelijk zijn.
De minister hield daarbij, een rede,
waarin hij herinnerde aan de in de Tweede
Kamer z. h. s. aangenomen motie, waarbij
verzocht werd een commissie van deskundi
gen te benoemen, om hierover rapport uit
te brengen en zoo mogelijk maatregelen
aan te geven, waardoor de veiligheid op die
overwegen beter wordt verzekerd. Spr.
heeft, hoewel van het nut van het ge
vraagde onderzoek niet overtuigd, niet ge
aarzeld, om aan den wensch der Kamer
gevolg te geven.
Noch in de motie, noch ln haar toelich
ting is er op aangedrongen, om terug te
keeren tot het stelsel, om in het algemeen
de openbare overwegen in de hoofdspoor
wegen weder als voorheen afsluitbaar te
maken. En zeer terecht, volgens spr.
In 1922 toch, toen het sedert dien aan
merkelijk en nog dagelijks stijgende ver
keer op de wegen ook reeds een groote
vlucht had genomen en van het publiek een
te voren ongekende mate van oplettendheid
eischte, is mede met het oog daarop met
volledige instemming van de beide Kamers
der Staten-Generaal bij een opzettelijk
daartoe ondernomen wijziging van art. 33
der Spoorwegwet besloten, om te breken
met het tot dien tijd gegolden hebbende
stelsel, dat het publiek bij het gebruik ma
ken van de openbare overwegen van elke
verantwoordelijkheid voor eigen veiligheid
werd ontlast.
Het zou van een zonderling beleid getui
gen, indien thans, nu in de sedert verloopen
zes jaren bij ruim 1400 der hier te lande
zeer talrijke overwegen de afsluttboomen
zijn weggenomen en veelal ook de
wachterswontngeD ter verbetering van het
uitzicht zijn gesloopt, dat alles grootendeels
weer zou moeen worden hersteld en 't in
middels bij het publiek ook bij het berijden
van overwegen ontwaakte verantwoorde
lijkheidsgevoel weer werd gedoofd.
Spr. heeft dan ook aan de commissie
slechts gevraagd, een onderzoek naar de
veiligheid op die overwegen, zonder overi
gens het terrein van het onderzoek der
commissie ook maar in het minst te beper
ken. i
Rede van ir. A. H. W. van der Vegt.
De rede van den minister werd beant-
wod door den voorzitter der commissie, ir.
A. H. W. van der Vegt, oud-hoofdinspec-
teug-generaal der spoor- en tramwegen te
's-Gravenhage. f
Deze zeide o.m., dat bij de beoordeellng
van de veilingheid van 't verkeer op de on
bewaakte overwegen het van groot gewicht
is, de omstandigheden te leeren kennen,
waaronder verschillende ongevallen op dié
overwegen zijn voorgekomen, met dien ver
stande evenwel, dat ongevallen, hoe betreu- i
renswaardig ook voor zichzelf, welke blij-
kens de op waarheid berustende rapporten,
uitsluitend aan zorgeloosheid der weggebrui
kers zijn toe te schrijven, bij die beoordee-
ling van minder beteekenis zijn.
Gaat men de statistiek van de ongevallen
na, dah blijk maar al te dikwijls, dat die
zorgeloosheid een groote rol gespeeld heeft.
Bij het passeeren van den spoorweg over
een onbewaakten ovefweg moet het publiek
voor eigen veiligheid zorgen, maar dan
moeten zoodanige maatregelen genomen
rijn, dat de weggebruiker door duidelijke
waarschuwing weet, dat een overweg gena
derd wordt en door voldoende uitzicht van
den weg op den snoorweg ook in staat is
die verantwoordelijkheid te dragen.
In verband daarmede is de vraag, wat
onder voldoend uitricht te verstaan is, van
groc-te beteekenis. Het is van groot belang
te trachten daarvoor nu de normen te ver
krijgen, afhankelijk van het gebruik, het
welk van den weg gemaakt wordt.
De oude heer Schuttevaer vertelt van zijn
wederwaardigheden
In gebouw „Odeon" te Rotterdam heeft
de oude heer Schuttevaer gisteravond een
lezing gehouden over zijn tocht met de red
dingsboot.
Na eerst de voorgeschiedenis van zijn uit
vinding te hebben verhaald, vertelde hij van
den tocht zelf.
Reeds vanaf het vertrek van Rotterdam is
er stagnatie gekomen, want kapitein Smit
wilde niec eerder aan boord gaan of zijn
vrouw moest 300 gage hebben ontvangen.
En of nu de heer Schuttevaer zeide, dat hij
dit niet in zijn zak had, het hielp niets de
kapitein wilde vooruit gage.
Schuttevaer heeft het geld aan den kapi
tein kunnen geven, doordat een van de
vrienden van den ouden Schuttevaer gaarne
300 gulden voorschoot. Onder veel gejuich
is de „Schuttevaer" vertrokken maar even
voorbij het vuurschip begon de misère. Voor
eerst was het bladstil. Vervolgens werd de
marconist zee-ziek. Ook de stuurman kreeg
het te pakken. Het kompas was niet in orde
en de boot ging aan het dwalen. Dan zaten
ze ver in het Noorden, dan weer in het Z.W.
Toen de boot eindelijk twee etmalen te laat
in Londen was aangekomen, heeft het twee
weken geduurd voordat de radio die de
heer Schuttevaer niet langer aan boord wil
de hebben uit de boot was verwijderd.
Van Londen is de „Schuttevaer" toen ge
gaan naar Margate, om vandaar uit de trip
voort te zetten naar Plymouth, maar juist
omdat kapitein Smit het in geen enkel op
zicht kon vinden met den ouden Schuttevaer
hebben zich onnoemelijk veel moeilijkheden
voorgedaan, die anders misschien hadden
vermeden kunnen worden.
Met goed weer ging de „Schuttevaer" uit
Londen weg, maar bij Esborn ging het recht
kogel recht in den wind. Het weer was niets
vriendelijk. De grond van rotsachtig en de
barometer bleef dalen. Wanneer de oude
Schuttevaer niet bijtijds had ingegrepen
de kapitein meende het beter te weten
dan had de „Schuttevaer" zeker te pletter
geslagen tegen de rotsen, want de boot
koerste dwars naar den wal. Schuttevaer had
reeds „dag boot" gezegd, zoo zeker was hij
ervan, dat er ongelukken zouden gebeuren.
Eindelijk in Margate aangekomen, daar
begon de misère opnieuw met den kapitein,
die weer gage eischte.
Na dagen in Margate te zijn blijven liggen
want dat gaf kapitein Smit 10 gulden per
dag en daarom maakte hij zoo weinig haast,
heeft de boot Schuttevaer eindelijk Plymouth
weten te bereiken, maar van verder gaan
was geen sprake meer, daar financieele steun
ten eenenmale ontbrak.
Maar ook de dagen in Plymouth zijn alles
behalve aangenaam geweest. Het is zelfs zoo
ver gekomen, dat op een goeden nacht het
was omstreeks twaalf uur en de oude Schut
tevaer lag te slapen in de boot door stuur
man Kruithof met een mes een aanslag werd
gepleegd op het leven van Schuttevaer. In
zijn worsteling met den ouden Schuttevaer
moet de stuurman telkens hebben geroepen:
..Nu is de boot ons". De oude heer Schutte
vaer heeft zich echter weten te redden door
in nachtgewaad uit de boot op den wal te
te springen.
Schuttevaer meent dat Kruithof geheel ge
handeld heeft onder invloed van kapitein
Smit, want deze stond het geheele geval kalm
aan te zien, zonder zijn maatregelen als ge
zagvoerder te nemen. Dat deze geheele af
faire. welke zich te Plymouth heeft afge
speeld een voorop gestelde zaak is geweest,
is dezer dagen nog bewezen uit een brief die
Kruithof aan zijn vrouw heeft gestuurd waar
in hij zegt, dat de boot van Schuttevaer wel 't
eigendom zal worden van hem en kapitein
Smit.
Toch hoopt de oude heer Schuttevaer den
tocht naar New-York nog te kunnen maken,
daar sommige zich hebben aangeboden, zon
der gage mee te gaan.
Ministerieel antwoord op de vragen van
den heer Lovink
Op de vraag van den heer Lovink be
treffende de van Regeeringswege genomen
maatregelen ter bestrijding van het thans
heerschende mond- en klauwzeer, ant
woordde de minister van Binnenl. Z. en L.:
Toen gedurende de stalperiode van het
najaar 1927 tot het begin van 1928 het
mond- en klauwzeer sporadisch hier te
lande voorkwam, was de veeartsenijkundige
dienst meer dan ooit er op bedacht, om pro
fijt te trekken van deze voor de bestrijding
der ziekte gunstiger factoren en te trachten,
om, behalve door toepassing der veteri
naire politiemaatregelen, door, als proef
neming, het in practijk brengen eener pas
sieve immunisatie bij daarvoor in aanmer
king komend vee, uitbreiding der ziekte
te beperken. Hiervoor werden toegepast
nspuitingen met hoog-immuunserum, voor
het grootste deel Nederlandsch, ten deele
Duitsch serum; dit laatste wegens onvol
doende capaciteit der Rijksseruminrichting
te Rotterdam.
Het resultaat van deze gecombineerde
bestrijdingsmethoden veterinaire politie
maatregelen, seruminspuitingen was aan
vankelijk niet teleurstellend. Nochtans trad
in Maart j.l. een uitbreiding van het mond
en klauwzeer op.
Onverwijld heeft toen de minister zich
in verbinding gesteld met tal van organisa
ties, betrokken bij veehouderij en veehandel,
en met deze en den directeur van den vee-
artsenijkundigen dienst en den directeur
van de Rijksseruminrichting een vergadering
belegd ter bespreking van de maatregelen,
welke van de zijde van belanghebbenden
konden worden genomen ter ondersteu
ning van den strijd tegen de ziekte en daarbij
de uiteenzetting gegeven van de voorne
mens te dezer zake van her veeartsenij-
kundig Staatstoezicht.
In de vergadering bleek opnieuw de on
verantwoordelijke handeling van sommige
veehouders en veehandelaren, die vee, af
komstig van^erven, waar het mond- en
klauwzeer voorkwam, verhandelden en ove
rigens het aanwezig zijn der ziekt verzwe
gen of te laat aangiite daarvan deden.
De vergadering had tot resultaat, dat alle
belanghebbenden zich bereid verklaarden,
met het Staatstoezicht samen te werken
in den strijd tegen de ziekte.
Het begin van den weidetijd stond voor de
deur, en toen deze aanbrak, moest van
serumbehandeling op groote schaal worden
afgezien door- het niet ter beschikking zijn
van de daartoe benoodigde hoeveelheden
serum, hetgeen trouwens geheel onevenredige
kosten zoude hebben meegebracht.
van 48.5 M2 bedraagt. De romp is samenge
steld van naadloos, koud getrokken, auto
geen gelaschte stalen buizen. De bestuur
derzitplaats is evenals bij alle in Amerika
gebouwde Fokkertoestellen vóór den vleugel
aangebracht. De besturing is semi-dubbel,
d. w. z. de stuurkolom is tusschen de pilo
ten aangebracht en kan door belden be
diend worden, doordat het bovenstuk met
stuurwiel naar twee kanten uitgeslagen kan
worden. Het voetenstuur en de rempedalen
zijn dubbel. Zooals men ziet, is dus dit toe
stel van de nieuwste vindingen op vliegtuig-
gebied voorzien. De remmen welke afzonder
lijk aangezet kunnen worden, verminderen
aanmerkelijk den uitloop bij het landen en
vergemakkelijken zeer de bestuurbaarheid op
den grond.
Speciale aandacht is, naar het „Vad" nog
verneemt, besteed aan de cabine-Inrichting.
De 12 zitplaatsen zijn in twee rijen van zes
gerieflijke fauteuils. De bovenkant der zij
wanden en het plafond zijn met velour be
kleed, terwijl de onderkant en de vloer in
mahonie-triplex-betimmering zijn uitge
voerd.
De luchtgekoelde „Wasp"-motoren zijn van
driebladige stalen schroeven voorzien, de In
strumenten voor de zijmotoren zijn op de
motorgondels geplaatst, goed zichtbaar voor
den piloot. Electrische lampjes zorgen voor
de verlichting dezer instrumenten bij nacht
of bij zeer donker weer. De benzine bevindt
zich In drie tanks in den vleugel, leder van
circa 360 L., de voeding der motoren ge
schiedt dus door eigen zwaarte der brand
stof.
De maximum-snelheid met drie motoren
volgas bedraagt niet minder dan 231 K. M.
per uur, de snelheid met twee motoren 196
K.M. In verhouding is de landingssnelheid
dus zeer laag te noemen, zij bedraagt 88
K. M.
Het Centraal Bureau van Sobrlëtas deelt
ons het volgende mede:
Het is langzamerhand gewoonte geworden,
dat Sobriëtas de viering van het feest van
zijn patroon St. Jan den Dooper voorbe
reidt door het houden van een novene door
alle leden onzer Katholieke Drankweer.
Ieder jaar smeeken wij door het daartoe
geëigende novenegebed Gods Zegen af
over ons werk. Dit jaar hebben wij wel bij
zonder noodig de onmisbare hulp van Bo
ven, waar wij staan voor het 4e Nationaal
Sobriëtas-Congres. Wij mogen ons niet ont
veinzen. dat de belangstelling voor ons werk
Wat de overige maatregelen ter bestrij- door actieve deelname bij de leden in do
Een adres van de Ned. Thermochemische
fabrieken aan Ged. Staten
van Noord-Holland.
De Ned. Thermochemische Fabrieken
hebben aan Ged. Staten der provincie
Noord-Holland, een request gezonden, waar
in de aandacht van dit college gevestigd
wordt op het plan der gemeenten, behoo-
rende tot den vleeschkeuringskring Bar
singerhorn, om gezamenlijk een vleesch-
destructor op te richten, terwijl toch harer
zijds aan alle gemeenten in Noord-Holland,
benoorden het IJ, op 6 Januari 1928 een
overeenkomst is aangeboden, om voor een
periode van 15 jaren de verplichting tot
destructie van afgekeurd vee en vleesch,
zonder eenige vergoeding en zonder eenig
risico voor de gemeenten over te nemen.
Voorts wijst requestrante er op, dat haar
opzet bij een eventueele goedkeuring van
het plan der genoemde gemeenten in den
kring Barsingerhorn, ernstig in gevaar zou
worden gebracht, omdat bij de uitwerking'
en uitvoering van haren opzet, requestrante
geen onderscheid heeft gemaakt tusschen
veerijk^ en veearme gebieden, zoodat, wan
neer een aantal gemeenten in het bij
zonder met een dichten veestapel zelf
standig destructoren oprichten, de voordee-
len eener geheel gecentraliseerde destructie
verdwijnen, terwijl het voor de N. T. Fa
brieken alsdan onmogelijk wordt, om de
slechte risico's in haar plan te betrekken,
wanneer de goede haar komen te ont
vallen.
Wanneer de plannen van Barsingerhorn,
Callantsoog, Petten, Zijpe, Wieringerwaard,
St. Maarten, Winkel, Oude en N. Niedorp
mochten worden goedgekeurd zou daarvan
het gevolg zijn, dat groote gedeelten der
provincie Noord-Holland niet bij de cen
trale destructie zouden worden betrokken,
zoodat een aanal kleine regionale destruc
tors zou moeten worden ingericht met alle
nadeelen daaraan verbonden.
Ten slotte wordt er op gewezen, dat Ged.
Staten per circulaire d.d. 2 Mei aan de ge
meenten benoorden het IJ, als hunne mee
ning hebben kenbaar gemaakt, dat het af
sluiten der door de N. T. F. aangeboden,
overeenkomst aanbeveling verdient.
De N.T.fverzoeken het college dan ook
het besluit der genoemde gemeenten niet
goed te keuren.
ding der ziekte betreft, zij medegedeeld, dat
de wettelijke bepalingen, welke toepassing
vinden, de volgende zijn; het door plaatsen
van kenteekenen besmet of van besmetting
verdacht verklaren van gebouwen of ter
reinen, hetwelk inhoudt verbod van uit
voer van het betrokken erf o.a. van vee en
landbouwproducten, behoudens door den
burgemeester, den betrokken inspecteur
van den veeartsenij kundigen dienst gehoord,
te verleenen ontheffing; verder verbod van
vervoer van ziek en van verdacht vee, dat
.afgemaakt of gestorven is; het ontsmetten
van gebouwen, terreinen, roerende voor
werpen, bewaarplaatsen van mest; het, zoo
noodig, verbieden of beperken van het ver
voer van vee; verscherpt markttoezicht.
Voor ontsmetting is ter beschikking ge
steld het middel, dat volgens de laatste
wetenschappelijke onderzoekingen het meelt
doeltreffend is.
Tot de burgemeesters is een aanschrijving
gericht, waarin zij worden verzocht, de
aangifte van mond- en klauwzeer in hun
gemeenten telegrafisch ter kennis van den
betrokken inspecteur van den veeartsenij-
kundigen dienst te brengen, zulks ter be
spoediging van het nemen van maatregelen.
Behalve bovenstaande maatregelen, is ter
bevordering van de bestrijding het serum
voor particulier gebruik tegen ongeveer de
helft van den kostenden prijs ter beschik
king gesteld; verder wordt vanwege het
Departement wekelijks aan de landbouw-
en zuivelpers de stand der ziekte mede
gedeeld, terwijl de directeur van den vee
artsenij kundigen dienst meermalen met de
inspecteurs vergaderde, ter bespreking van
den toestand en de maatregelen, die deze
vereischte.
Ten slotte deelt de minister mede, dat hij
zijn ambtgenoot van Justitie verzocht heeft,
te bevorderen, dat tegen de overtreders der
betrokken wettelijke maatregelen met ge'
strengheid zal worden opgetreden.
laatste jaren verslapt is. Wij moesten bij
het opmaken van ons Jaarverslag wederom
een groot ledenverlies boeken en zien daar
in mede een bewijs dat de tijdgeest ook
aan onze organisatie niet is voorbijgegaan.
In de overtuiging, dat ons werk nog
steeds noodzakelijk is en dat slechts ware
offergeest in staat zal stellen het onthou
dingsoffer met liefde te blijven brengen,
mede daarvan makend een uitgangspunt
van edelmoedige offerliefde, waar 't betreft
de nooden van onzen tijd te lenigen door
eigen voorbeeld op de eerste plaats blijven
wij 's Heeren hulp Inroepen, opdat Zijne
liefde steeds meer vaardig worae over ons
drankbestrij dersleger.
Allen, die belang stellen in het werk der
R. K. Drankbestrijding, mogen overtuigd
rijn van de groote waarde van dit aanhou
dend gebed; moge door hunne medewerking
dit jaar ons Congres voorbereid worden ook
door de St. Jansnovene, welke mede voor het
welslagen daarvan gehouden wordt.
Af er GRATIS GQENAD/NESAUS PUDDING
E EN H E E fit LU K NAGERECHT
PUDD/NGGON/NGIEH
Het grootste personenvliegtuig in Amerika
De Amerikaansche zusterfabriek van de
N. V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek Fok
ker heeft onlangs een nieuw type verkeers-
toestel uitgebracht, dat men gevoeglijk een
rechtstreeksche afstammeling van de ons
welbekende F 7 en F 8 kan noemen. In N.
en Zuid-Amerika doen zich op verschillen
de luchttrajecten problemen voor, welke bij
zondere eischen aan het vliegtuig stellen.
Een dezer problemen is de concurrentie op
de lijnen, waar lucht- en spoorwegtraject,
speciaal voor reizigers, naast elkander be
staan en belde vervoermiddelen tot in de
perfectie worden ontwikkeld, hetgeen door
het drukke vervoer dan ook mogelijk is. 't
Vliegtuig moet op dergelijke trajecten de
grootst mogelijke snelheid ontwikkelen,
waarbij natuurlijk de bedrjjfsonkosten bin
nen de toelaatbare grenzen moeten blijven.
Het tweede vraagstuk doet zich voor op de
lijnen, waar op groote hoogte moet worden
gevlogen en- in 't bijzonder, wanneer de
vliegvelden op groote hoogte zijn gelegen.
Verder komen bij het overvliegen van hoo-
ge bergruggen dikwijls sterke tegenwinden
voor, waartegen alleen een snelle machine
met krachtige motoren op kan. Deze om
standigheden nu hebben aanleiding gegeven
tot het construeeren van de F. 10 met drie
Pratt whimey „Wasp"-motoren van 425
P. K. Het overschot aan motorvermogen
heeft het voordeel, dat ook, wanneer de mo
tor sterk geknepen is, voldoende prestatie
vermogen onder alle omstandigheden ver
zekerd ls, waardoor de veiligheid zoowel als
de levensduur van den motor wordt ver
hoogd en dientengevolge de bedrijfskosten
worden verminderd.
Dit toestel werd speciaal ontworpen voor
de Western Air-Express, die o.a. de lijn San
FranciscoLos Angelos exploiteert. De vlieg
velden Denver, Cheyenne, Salt Lake Ci
ty, enz. zijn alle zeer hoog gelegen, terwijl
hoofdplaatsen, die op 3000 M. liggen, in Cen-
traal-Amerika geen zeldzaamheid zijn. Voor
zulke trajecten heeft men dus „overpowerd"
machines noodig.
De F. 10 is bestemd voor het vervoer van
12 passagiers en een flinke hoeveelheid ba
gage en goederen. De eerste drie toestellen
van dit type werden in recordtijd gebouwd.
Ongeveer drie maanden nadat de opdracht
werd verstrekt had de aflevering plaats.
De vleugel is van de bekende vrijdragende
Fokkerconstructie, welke in afmeting ln zoo
ver van den nórinalen F. 7 vleugel verschilt
Aneta seint uit Batavia:
In het afdeelingsverslag van den Volks
raad over het begrootingshoofdstuk van
Justitie wordt gevraagd of er spoedig voor
stellen tegemoet kunnen worden gezien tot
gelijkstelling van de Chineezen met de Euro
peanen. Gevraagd wordt naar het stadium
van de herziening der assistentenregeling.
Gevraagd wordt voorts of het vaststaat dat
de organisaties der planters en der assisten
ten daaromtrent nog gehoord zullen worden.
Vele leden vroegen of eene spoedige be
slissing te verwachten is inzake de bestrij
ding van den woeker. Er werd aangedrongen
op krachtige strafbepalingen tegen den woe
ker.
Meerdere leden wezen op de toeneming
van den invoer van pornografische lectuur.
Eenige leden drongen wederom aan op
afschaffing van artikel 161 bis.
Gevraagd werd naar den stand van de
reorganisatie der priesterraden.
Eenige leden drongen aan op een ernstig
onderzoek naar de arbeidstoestanden op de
onderneming Parnabolong van de H.V.A.
(Oostkust).
Eenige leden zagen in den laatsten tijd
plaats gehad hebbende koelie-aanslagen het
bewijs van de noodzakelijkheid tot afschaf
fing van de poenale sanctie. Volgens deze
leden vloeiden de aanslagen voort uit een
gebrek aan vrijheidsgevoel bij de koelies of
wel uit een gebrek aan tact bij de assisten
ten die er geen rekening mede houden, dat
de arbeiders niet vrij zijn. De aanslagen,
aldus deze leden, zullen afnemen wanneer
de arbeidsverhoudingen verbeterd worden.
Daartoe ls in de eerste plaats een betere
behandeling van de koelies noodig, hetgeen
de directies kunnen bevorderen door ontslag
van den assistent bij ruw optreden, ten
tweede door verbetering van het instituut
der werving, en ten derde door aanzienlijke
loonsverhooging, waarmede bedoeld is ge
lijkstelling der loonen met die van de arbei
ders, die ln de streek der tewerkstelling
vrij arbeiden.
Andere leden achtten deze voorstelling van
zaken geheel onjuist.
Toelating der vrijgesproken Indonesische
studenten in Ned. Indië zal niet
geweigerd worden.
Aneta seint uit Weltevreden:
In de memorie van antwoord der re
geering op de algemeene beschouwingen
van den Volksraad, wordt nog opgemerkt,
dat het totaal aantal geïnterneerden 1053
bedraagt, waarbij niet gerekend zijn de
leden van het gezin, die de interneering
deelen en waarvan er reeds 960 zijn opge
zonden.
Inzake de voorstellen tot Interneering van
nog 254 personen, heeft de regeering nog
geen beslissing genomen.
Over de in Nederland vrijgesproken Indo
nesische studenten, wordt nog opgemerkt,
dat bij hun eventueelen terugkeer naar
Ned. Indië, te toelating tot het land,, voor
zooverre zij Nederlandsch Indische onder
danen zijn, niet geweigerd kan worden.
Toepassing van de exorbitante rechten op
deze jongelui ls uitgesloten, zoolang zij
daartoe door hun gedrag in Indië geen aan
leiding geven. Voor zooverre de vrijgesproken
Jongelui zich mochten aanmelden voor
plaatsing in 's lands dienst, zal in elk con-
- creet geval beslist worden In hoeverre daar-
dat het dragend oppervlak 67.6 M2 in plaats aan «revoin- tan warden eeeeven.