Kerk en School AMANDELTJES- DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 15 JUNI 1928 BLADZIJDE 2 UIT DE MISSIE. SOCIAAL LEVEN Algemeene vergadering der Ned. R.K. Centrale Vereeniging tot Bescherming van Meisjes in het bisdom Haarlem BINNENLANDSCH NIEUWS De onbewaakte overwegen GEMENGD NIEUWS Met de „Schuttevaer" van Rotterdam naar New-York LANDBOUW EN VISSCHERIJ Destructie van afgekeurd vee en vleesch De bestrijding van het mond- en klauwzeer DRANKBESTRIJDING Het feest van St. Jan den Doopex LUCHTVERKEER Een nieuw Fokker-verkeers vliegtuig UIT ONZE OOST De begrooting van Justitie De geïnterneerden „Agentia Fides" meldt o.a.: Een professor van de ringen, in de godsdienstleer te worden op genomen in de Kerk. Een deel van het vicariaat Quinhon, dat het Kerkelijk bezit omvat, waarin de dor pen gelegen zijn, is toevertrouwd aan de UniversiteitCanadeesche Redemptoristen. Twee paters £s benoemd tot bisschop van een Japansch vicaraat. ROME. De Heilige Congregatie der Pro paganda heeft bij een decreet d.d. 16 Mei, den Rev. John Ross S.J. benoemd te Apos tolisch Vicaris van Hiroshima, in Japan. Op het oogenblik is hij in dit gebied werk zaam als adjunct-Vicaris. De pas benoem de bisschop Mgr. Ross was tusschen 1925 en 1927 professor van de katholieke Universi teit van Tokio. In 1910 begaf Père Ross zich voor de eerste maal naar Azië; toen hij te Bombay werd benoemd in de missie der paters Je- zuiten. In Dultschland te Aken geboren 27 December 1875 trad hij den lOden October 1896 in het novicaat. Hij kende grondig verscheidene talen; Duitsch, Fransch, En- gelsch, Hollandsch, Japansch en Latijn. Gedurende den wereldkrijg, stelde hU zijn diensten ter beschikking vap Mgr. Doering, daar hij, om zijn Duitsche af komst, van zijn eigen zetel te Poona in Voor-Indië, was verdreven. Toentertijd was het een. prefectuur, doch in 1923 werd Hiroshima verheven tot den rang van vica riaat. Hoewel de bevolking 5.000.000 zielen telt, zijn er slechts 1,270 geloovigen en is dit ge bied, uit katholiek oogpunt beschouwd een der kleinste vicariaten van Japan. In het Vicariaat Sianfu is een nieuwe bisschop benoemd. ROME. Bij een decreet van 16 Mei heeft de Heilige Congregaite der Propaganda, Père Lorenzo Tessiatore O.F.M. benoemd tot Apostolisch Vicaris van Sianfu in China. Het vicariaat Sianfu omvat het middelste van de drie deelen, waarin de Provincie Shensi is verdeeld. Op een bevolking van 5.600.000 inwoners telt men 42,900 katho lieken. Het feit, dat 60 pCt. der Katholie ken behooren tot families, die vóór 1900 be keerd zijn, verklaart de belangrijke vooruit gang van inlandsche roepingen in dit ge bied, waar de inlandsche priesters en zus ters het in aantal winnen van de vreemde lingen. De Chineesche geestelijkheid telt 28 le den, waarvan vier Franciscanen zijn, ter wijl de Franciscaansche buitenlanders het getal 19 bereiken. Van de zusters zijn 26 inlandschen en 20 buitenlandschen Volgens verklaringen van een geleerde wordt de evolutie van de ziel door de wetenschap ontkend. ROME. De wetenschappelijke studie van alle meest prlihitleve volken der wereld heeft zonder tegenspraak het feit vastge steld, dat de ziel van den meest laagstaan- den wilde niet minder geestelijk ls dan de ziel van den meest ontwikkelden mensch. Tot deze conclusie kwam Père Guillaume Schmidt S.V.D., de meest eminente katho lieke volkenkundige van onzen tijd, en di-\ recteur van het Ethnoiogisch missiemu seum van Lateranen, op qgn conferentie over „de ziel van den oermensch", gegeven In de Aula Magna van de Universiteit Sa- pientia te Rome, den 19en Mei. De volledige tekst van deze conferentie zal in de maand Juli worden gepubliceerd door het Blad der Priester-Missiebond in Italië. Een zaak, die men vanaf heden als vast staand kan beschouwen, besloot Père Schmidt, als een feit dat absoluut is bewe zen en welks be teekenis van het hoogste belang is voor de geschiedenis van het menschelijk geslacht, is de volgende: Alles wat met mogelijkheid kan worden vastge steld In verband met den geestelijken aard van volken, die ethnoiogisch tot de oudste behooren, leidt tot volkomen verwerping van het denkbeeld, dat de zielen van de meest primitieve lagen van het menschelijk ge slacht geen wezenlijke zielen zouden zijn, en eerder beschouwd zouden moeten wor den als benaderden zij den dierlijken geest. Integendeel zijn de zielen van de oudste volkeren vanaf het begin volkomen men- schelijke zielen en bieden zij niet het minste punt van overgang naar den dierlijken geest. Zoo er in deze opvating nog eenige schijn van waarheid lag, verklaart men thans, dat die geheel is prijs gegeven, want men kan thans aannemen, dat we alle primitieve stammen der wereld kennen. Eenige, die nog te bestudeeren overblijven, in het bin nenland van Nieuw-Guinea, in Midden- Afrika en in Zuid-Amerika, zullen onze meening niet vermogen te wijzigen. Doch behalve deze negatieve zijde van de quaestle, zegt Père Schmidt, is er nog een positieve kant: Wat zeggen ons de conclusies, waartoe we reeds gekomen zijn? Ze doen ons zien, dat de oude volksstammen, die wil kennen, reeds een menschelijke rede bezaten in volle ontwikkeling, een wezenlijk mensche lijk gevoel; een wil, die zich oriënteert en beweegt volgens de beginselen van de mo raal, dat zij, dank zij deze rede en dezen wil, de moeilijkheden van het leven weten te boven te komen en de wereld begrijpen, en, wat meer zegt, ze weten het imposante feit van het bestaan der werend te waar- deeren, en dit feit tot een persoonlijken schepper terug te brengen; en als gevolg van deze ideeën, deze gevoelens en dezen wil. hebben ze een hoog denkbeeld van de familie, van een familie, die individueel, sterk en monogaam is, en een sociale orde, die gegrond is op den plicht van den ar beid, op de hulp die men elkaar wederkee- rig verschuldigd ls en op een altruïstische natuur. Al deze verheven gaven, op intel lectueel, gevoels-, ethisch en sociaal gebied; deze geestelijke gaven, die zoo verheven eigenschappen in zich sluiten als men ze nauwelijks aantreft bij de volkeren der hoogste beschaving, zijn niet het gevolg van een lange evolutie, waaraan ze een le vendig aandeel zouden hebben genomen. Niets wijst op een dergelijke evolutie; er is geen leemte die ze zou kunnen vullen; in tegendeel, de oudste menschheid die we kennen blijkt reeds verrijkt, begiftigd en versierd te zijn met deze edele gaven die ze reeds draagt vanaf den aanvang der ge schiedenis van het menschelijk geslacht als haar kostbaarste schatten. In Indo-China vragen twee ge- heele dorpen om het H- Doopsel. QUINHON (Annam. Indo-China). Men meldt ons een bijzondere gebeurtenis, die in Indo-China ls voorgevallen, waar tot nu toe de bekeeringen bijna altijd persoonlijk wa ren. Twee dorpen op het Ankké-plateau, hebben aan Père Hutenet van de Vreemde Missiën te Parijs, verzocht hen allen In de Kerk op te nemen. Het waren ongeveer 500 personen. De plechtigheid van de „verwoesting der afgodsbeelden" en het doopsel der kinde ren, had een week na Paschen plaats. De overblijvende Inwoners krijgen onderricht, om geleidelijk, naar gelang van hun vorde- zijn reeds aangekomen en bereiden zich tot den arbeid voor. De Afrikaansche Missiën zuilen een eigen blad te Rome doen verschijnen. ROME. Het plan om van Rome een we reld-centrum te maken voor de Missie- studiën blijkt uit het besluit dat men ge nomen heeft, om de „Bibliotheca Africana" in de Heilige Stad te doen uitgeven, als orgaan der Genootschappen van Vreemde Missiën in Afrika. De Opperste Raad van het Pauselijk Genootschap tot Voortplan ting des Gelooft heeft voor de uitvoering van dit plan een toelage van 20.000 lire toegezegd. „Bibliotheca Africana" zal waarschijnlijk in een driemaandehjksche uitgave verschij nen. Behandeld zullen daarin worden on derwerpen, die betrekking hebben op de missie, op volkenkunde, en vergelijkende taalkunde van de volken van Afrika. Père Schmidt, S.V.D., directeur van het Pauselijk Ethnografisch Missiemuseum, en de voornaamste volkenkundige van de ka tholieke wereld, vestigt de aandacht op het feit, dat de katholieke missionarissen boven aan staan wat betreft de studie der etno logische onderzoekingen in de geheele we reld, behalve in Afrika. In dit zwarte we relddeel zijn het de Protestanten, die zon der tegflbspraak in deze de zege behalen, daar ze over belangrijke bronnen kunnen beschikken. Als concentreerend orgaan heeft men be hoefte aan een blad, dat systematisch de studies publiceeren zal van specialisten op gebied van taalkunde, dialecten en zeden en gewoonte van Afrika. Men is van meening, dat mettertijd de „Bibliotheca Africana" het officieel orgaan van alle missles in Afrika worden zaj. Leden van de nieuwe Conferentie van Afrikaansche Missiegenootschappen zullen medewerken in de leiding van het nieuwe blad. Deze conferentie werd in 't leven ge roepen om als katholiek tegenhanger te dienen van het Internationaal Instituut voor Talen en Afrikaansche Beschaving, dat 22 September 1925 te Londen werd op- geicht. Met dit doel organiseerden zich alle Genootschappen, die in Afrika de leiding van missies hadden, me als voorzitter Père Berthet van de Paters van den Heiligen Geest; Père Bini, van de Vreemde Missiën uit Verona en Père Volta, van de Zonen van het Onbevlekt Hart van Maria als vice-voorzitter, en Père Dubois S.J. als se cretaris. Een comité van Katholieke missionarissen werd benoemd in de Uitvoerende en Admi- nisratieven Rr.ad van deze instelling. Men dringt sterk aan op de organisatie van alle katholieke actie in verband met dit instituut, omdat tot nu toe, alle initiatief voortkwam van de regeeringsbearabten en van de Prots ta»ten. De Ned. Priester-Missiebond. Deze vergadering van bovengenoemde vereeniging werd gehouden in Huize Lydia, te Amsterdam. De Presidente, Mevrouw DroogDeckers, opende de vergadering met gebed en heette de aanwezigen hartelijk welkom. Na voor lezing en goedkeuring der notulen van de vorige jaarvergadering, werd een verkort verslag van de werkzaamheden der 9 afdee- lingen, die in het bisdom Haarlem den ar beid der Meisjesbescherming in handen hebben, voorgelezen. Hierna werd het financieel verslag door de penningmeesteresse uitgebracht. De penningmeesteresse, mej. de Wild, werd onder dankbetuiging voor het accurate be heer der kas gedéchargeerd. De twee bestuursleden ,die volgens het rooster aan de beurt van aftreden waren, mevr. Droog—Deckers en mej. Van der Saan, werden met algemeene stemmen her kozen. De Presidente deelde mede, dat het werk der Meisjesbescherming dit jaar, vooral in het bisdom Haarlem, verdubbelde aandacht eischt. met het oog op de Olympische Spe len, die een grooten toevloed van vreemde lingen naar ons land hebben gebracht. Reeds gedurende de laatste maanden van het vorige Jaar is men begonnen, maatrege len te nemen, teneinde voldoende krachten beschikbaar te hebben voor de uitbreiding van het statlonswerk en de regeling van hulsvesting van jonge meisjes. Men was, zooals voor de hand lag, aller eerst te rade gegaan bi) de landen, waar de Olympische Spelen de laatste malen gehou den waren, om wellicht voordeel te kunnen trekken uit de daar genomen schikkingen. Tot groote verwondering kreeg men ten ant woord, dat men daar het nut van buiten gewone maatregelen niet had ingezien, daar het toch niet wel mogelijk zou zijn, tegen den stroom in te gaan. Gelukkig hebben de vereenigingen, die zich in Nederland met de zorg voor het jonge meisje bezig houden, alsmede de autoriteiten, deze zienswijze niet gedeeld en hebben wel degelijk hare aandacht aan deze zaak ge wijd. Door de regeering werd een subsidie toegestaan voor de verhoogde actie inzake het stationswerk, zoodat men o.a. te Am sterdam, naast de vele vrijwillige helpsters, nog een gesalarieerde extra kracht heeft kunnen aanstellen, terwijl door de gemeente Amsterdam, op verzoek van het Chr. Sociaal Comité, een huis beschikbaar werd gesteld op de Keizersgracht 646, om minderjarige meisjes, die speciaal toezicht noodlg hadden, ondftr te brengen. Ook het R.-K. Observatie huis te Bloemendaal stelde zich beschikbaar voor huisvesting van R.-K. jonge meisjes. Daar de vereeniging niet over voldoende geldmiddelen beschikte, om in dezen op eigen kracht te handelen, heeft zij zich aan gesloten bij de Federatie van Vereenigingen ter bestrijding van den handel In vrouwen en meisjes, waarvan het Chr. Sociaal Co mité een sub-comité is. Dit comité heeft ook een informatie-bureau opgericht te Am sterdam, Prins Hendrikkade 34, tegenover het Centraal-Station, waar alle Inlichtingen over huisvesting van vrouwen en meisjes te krijgen zijn, en o.a. ook een leeszaal is in gericht. Evenals van Chr. zijde geschied ls, heeft ook de vereeniging adreskaarten laten' drukken, met de adressen der voornaamste R.-K. Tehuizen in Nederland, welke kaarten aan treinen en booten worden uitgedeeld. Op het Congres der Unie van R.-K. Vrou wenbonden, eind April in Den Haag gehou den, is op 24 April een speciale dag gewijd geweest aan de R.-K. Meisjesbescherming. Met Frl. Denis, de General-sekretarin van Freiburg, is in den breede gesproken over de mogelijkheid, den stroom van jonge Duitsche meisjes, die betrekkingen in Hol land zoeken, aan goede adressen te bezorgen en te verhinderen, dat zij door dames van plaatsingbureaux, die, na een advertentie geplaatst te hebben in Duitsche bladen, de grensplaatsen afreizen, aan minder aanbe velenswaardige betrekkingen worden gehol pen. Ook zal waarschijnlijk de R.-K. Emigratie- Vereeniging te Den Haag in Amsterdam een onderafdeeling oprichten, waarin de Meis jesbescherming vertegenwoordigd zal wor den. Na de rondvraag, waarvan door verschil lende dames gebruik werd gemaakt, sprak de geestel. adviseur, de weleerw. heer v. d. Burg, nog een opwekkend woord. Met den Christelijken groet werd de ver gadering hierop gesloten. Aangaande het werk, dat in een jaar tijd door de Vereeniging tot Bescherming van Meisjes in het bisdom Haarlem verricht werd, volgen hier eenige cijfers: Het Stationswerk, (waarvoor men te Am sterdam de Ver. tot Behartiging der belan gen van jónge meisjes subsidieert) contro leerde aan de drie stations, die voor dit werk georganiseerd zijn, te zamen ongeveer 5000 R.-K. jonge meisjes, bracht ze r.aar goede adressen of nam informaties naar adressen, waar zij zich reeds verhuurd had den. Vanwege het stadsonderzoek, dat in alle afdeellngen wordt gedaan, werden 3900 meisjes in hare betrekkingen opgezocht. De avondbijeenkomsten voor Hollandsche en Duitsche meisjes werden in alle afdee- lingen druk bezocht en het getal der be zoeksters is steeds stijgend. 's Zomers worden uitstapjes georganiseerd, des winters werden de meisjes nuttig en aangenaam bezig gehouden. In de vier grootste Tehuizen te Amster dam, Rotterdam ,Den Haag en Haarlem werden te zamen niet minder dan ruim 35000 pensiondagen vermeld. Door de Bemidde- lingsbureaux werden ruim 1600 meisjes aan betrekkingen geholpen. De commissie van onderzoek door den minister van Waterstaat beantwoord De minister van Waterstaat heeft in een der lokalerï van zijn departement geïnstal leerd de commissie, door hem benoemd en aan welke is opgedragen een onderzoek in te stellen naar de veiligheid op openbare, niet afgesloten overwegen van hoofd- en lokaalspoorwegen en daarbij in het bijzon der na te gaan of en hoever de tot dusver aangelegde maatstaf wijziging behoeft, op welke wijze die overwegen voor het publiek behooren te worden aangeduid, alsmede of en zoo ja in welke gevallen daarbij bijzon dere Inrichtingen, welke de nadering van een trein aankondigen mogelijk en wen- schelijk zijn. De minister hield daarbij, een rede, waarin hij herinnerde aan de in de Tweede Kamer z. h. s. aangenomen motie, waarbij verzocht werd een commissie van deskundi gen te benoemen, om hierover rapport uit te brengen en zoo mogelijk maatregelen aan te geven, waardoor de veiligheid op die overwegen beter wordt verzekerd. Spr. heeft, hoewel van het nut van het ge vraagde onderzoek niet overtuigd, niet ge aarzeld, om aan den wensch der Kamer gevolg te geven. Noch in de motie, noch ln haar toelich ting is er op aangedrongen, om terug te keeren tot het stelsel, om in het algemeen de openbare overwegen in de hoofdspoor wegen weder als voorheen afsluitbaar te maken. En zeer terecht, volgens spr. In 1922 toch, toen het sedert dien aan merkelijk en nog dagelijks stijgende ver keer op de wegen ook reeds een groote vlucht had genomen en van het publiek een te voren ongekende mate van oplettendheid eischte, is mede met het oog daarop met volledige instemming van de beide Kamers der Staten-Generaal bij een opzettelijk daartoe ondernomen wijziging van art. 33 der Spoorwegwet besloten, om te breken met het tot dien tijd gegolden hebbende stelsel, dat het publiek bij het gebruik ma ken van de openbare overwegen van elke verantwoordelijkheid voor eigen veiligheid werd ontlast. Het zou van een zonderling beleid getui gen, indien thans, nu in de sedert verloopen zes jaren bij ruim 1400 der hier te lande zeer talrijke overwegen de afsluttboomen zijn weggenomen en veelal ook de wachterswontngeD ter verbetering van het uitzicht zijn gesloopt, dat alles grootendeels weer zou moeen worden hersteld en 't in middels bij het publiek ook bij het berijden van overwegen ontwaakte verantwoorde lijkheidsgevoel weer werd gedoofd. Spr. heeft dan ook aan de commissie slechts gevraagd, een onderzoek naar de veiligheid op die overwegen, zonder overi gens het terrein van het onderzoek der commissie ook maar in het minst te beper ken. i Rede van ir. A. H. W. van der Vegt. De rede van den minister werd beant- wod door den voorzitter der commissie, ir. A. H. W. van der Vegt, oud-hoofdinspec- teug-generaal der spoor- en tramwegen te 's-Gravenhage. f Deze zeide o.m., dat bij de beoordeellng van de veilingheid van 't verkeer op de on bewaakte overwegen het van groot gewicht is, de omstandigheden te leeren kennen, waaronder verschillende ongevallen op dié overwegen zijn voorgekomen, met dien ver stande evenwel, dat ongevallen, hoe betreu- i renswaardig ook voor zichzelf, welke blij- kens de op waarheid berustende rapporten, uitsluitend aan zorgeloosheid der weggebrui kers zijn toe te schrijven, bij die beoordee- ling van minder beteekenis zijn. Gaat men de statistiek van de ongevallen na, dah blijk maar al te dikwijls, dat die zorgeloosheid een groote rol gespeeld heeft. Bij het passeeren van den spoorweg over een onbewaakten ovefweg moet het publiek voor eigen veiligheid zorgen, maar dan moeten zoodanige maatregelen genomen rijn, dat de weggebruiker door duidelijke waarschuwing weet, dat een overweg gena derd wordt en door voldoende uitzicht van den weg op den snoorweg ook in staat is die verantwoordelijkheid te dragen. In verband daarmede is de vraag, wat onder voldoend uitricht te verstaan is, van groc-te beteekenis. Het is van groot belang te trachten daarvoor nu de normen te ver krijgen, afhankelijk van het gebruik, het welk van den weg gemaakt wordt. De oude heer Schuttevaer vertelt van zijn wederwaardigheden In gebouw „Odeon" te Rotterdam heeft de oude heer Schuttevaer gisteravond een lezing gehouden over zijn tocht met de red dingsboot. Na eerst de voorgeschiedenis van zijn uit vinding te hebben verhaald, vertelde hij van den tocht zelf. Reeds vanaf het vertrek van Rotterdam is er stagnatie gekomen, want kapitein Smit wilde niec eerder aan boord gaan of zijn vrouw moest 300 gage hebben ontvangen. En of nu de heer Schuttevaer zeide, dat hij dit niet in zijn zak had, het hielp niets de kapitein wilde vooruit gage. Schuttevaer heeft het geld aan den kapi tein kunnen geven, doordat een van de vrienden van den ouden Schuttevaer gaarne 300 gulden voorschoot. Onder veel gejuich is de „Schuttevaer" vertrokken maar even voorbij het vuurschip begon de misère. Voor eerst was het bladstil. Vervolgens werd de marconist zee-ziek. Ook de stuurman kreeg het te pakken. Het kompas was niet in orde en de boot ging aan het dwalen. Dan zaten ze ver in het Noorden, dan weer in het Z.W. Toen de boot eindelijk twee etmalen te laat in Londen was aangekomen, heeft het twee weken geduurd voordat de radio die de heer Schuttevaer niet langer aan boord wil de hebben uit de boot was verwijderd. Van Londen is de „Schuttevaer" toen ge gaan naar Margate, om vandaar uit de trip voort te zetten naar Plymouth, maar juist omdat kapitein Smit het in geen enkel op zicht kon vinden met den ouden Schuttevaer hebben zich onnoemelijk veel moeilijkheden voorgedaan, die anders misschien hadden vermeden kunnen worden. Met goed weer ging de „Schuttevaer" uit Londen weg, maar bij Esborn ging het recht kogel recht in den wind. Het weer was niets vriendelijk. De grond van rotsachtig en de barometer bleef dalen. Wanneer de oude Schuttevaer niet bijtijds had ingegrepen de kapitein meende het beter te weten dan had de „Schuttevaer" zeker te pletter geslagen tegen de rotsen, want de boot koerste dwars naar den wal. Schuttevaer had reeds „dag boot" gezegd, zoo zeker was hij ervan, dat er ongelukken zouden gebeuren. Eindelijk in Margate aangekomen, daar begon de misère opnieuw met den kapitein, die weer gage eischte. Na dagen in Margate te zijn blijven liggen want dat gaf kapitein Smit 10 gulden per dag en daarom maakte hij zoo weinig haast, heeft de boot Schuttevaer eindelijk Plymouth weten te bereiken, maar van verder gaan was geen sprake meer, daar financieele steun ten eenenmale ontbrak. Maar ook de dagen in Plymouth zijn alles behalve aangenaam geweest. Het is zelfs zoo ver gekomen, dat op een goeden nacht het was omstreeks twaalf uur en de oude Schut tevaer lag te slapen in de boot door stuur man Kruithof met een mes een aanslag werd gepleegd op het leven van Schuttevaer. In zijn worsteling met den ouden Schuttevaer moet de stuurman telkens hebben geroepen: ..Nu is de boot ons". De oude heer Schutte vaer heeft zich echter weten te redden door in nachtgewaad uit de boot op den wal te te springen. Schuttevaer meent dat Kruithof geheel ge handeld heeft onder invloed van kapitein Smit, want deze stond het geheele geval kalm aan te zien, zonder zijn maatregelen als ge zagvoerder te nemen. Dat deze geheele af faire. welke zich te Plymouth heeft afge speeld een voorop gestelde zaak is geweest, is dezer dagen nog bewezen uit een brief die Kruithof aan zijn vrouw heeft gestuurd waar in hij zegt, dat de boot van Schuttevaer wel 't eigendom zal worden van hem en kapitein Smit. Toch hoopt de oude heer Schuttevaer den tocht naar New-York nog te kunnen maken, daar sommige zich hebben aangeboden, zon der gage mee te gaan. Ministerieel antwoord op de vragen van den heer Lovink Op de vraag van den heer Lovink be treffende de van Regeeringswege genomen maatregelen ter bestrijding van het thans heerschende mond- en klauwzeer, ant woordde de minister van Binnenl. Z. en L.: Toen gedurende de stalperiode van het najaar 1927 tot het begin van 1928 het mond- en klauwzeer sporadisch hier te lande voorkwam, was de veeartsenijkundige dienst meer dan ooit er op bedacht, om pro fijt te trekken van deze voor de bestrijding der ziekte gunstiger factoren en te trachten, om, behalve door toepassing der veteri naire politiemaatregelen, door, als proef neming, het in practijk brengen eener pas sieve immunisatie bij daarvoor in aanmer king komend vee, uitbreiding der ziekte te beperken. Hiervoor werden toegepast nspuitingen met hoog-immuunserum, voor het grootste deel Nederlandsch, ten deele Duitsch serum; dit laatste wegens onvol doende capaciteit der Rijksseruminrichting te Rotterdam. Het resultaat van deze gecombineerde bestrijdingsmethoden veterinaire politie maatregelen, seruminspuitingen was aan vankelijk niet teleurstellend. Nochtans trad in Maart j.l. een uitbreiding van het mond en klauwzeer op. Onverwijld heeft toen de minister zich in verbinding gesteld met tal van organisa ties, betrokken bij veehouderij en veehandel, en met deze en den directeur van den vee- artsenijkundigen dienst en den directeur van de Rijksseruminrichting een vergadering belegd ter bespreking van de maatregelen, welke van de zijde van belanghebbenden konden worden genomen ter ondersteu ning van den strijd tegen de ziekte en daarbij de uiteenzetting gegeven van de voorne mens te dezer zake van her veeartsenij- kundig Staatstoezicht. In de vergadering bleek opnieuw de on verantwoordelijke handeling van sommige veehouders en veehandelaren, die vee, af komstig van^erven, waar het mond- en klauwzeer voorkwam, verhandelden en ove rigens het aanwezig zijn der ziekt verzwe gen of te laat aangiite daarvan deden. De vergadering had tot resultaat, dat alle belanghebbenden zich bereid verklaarden, met het Staatstoezicht samen te werken in den strijd tegen de ziekte. Het begin van den weidetijd stond voor de deur, en toen deze aanbrak, moest van serumbehandeling op groote schaal worden afgezien door- het niet ter beschikking zijn van de daartoe benoodigde hoeveelheden serum, hetgeen trouwens geheel onevenredige kosten zoude hebben meegebracht. van 48.5 M2 bedraagt. De romp is samenge steld van naadloos, koud getrokken, auto geen gelaschte stalen buizen. De bestuur derzitplaats is evenals bij alle in Amerika gebouwde Fokkertoestellen vóór den vleugel aangebracht. De besturing is semi-dubbel, d. w. z. de stuurkolom is tusschen de pilo ten aangebracht en kan door belden be diend worden, doordat het bovenstuk met stuurwiel naar twee kanten uitgeslagen kan worden. Het voetenstuur en de rempedalen zijn dubbel. Zooals men ziet, is dus dit toe stel van de nieuwste vindingen op vliegtuig- gebied voorzien. De remmen welke afzonder lijk aangezet kunnen worden, verminderen aanmerkelijk den uitloop bij het landen en vergemakkelijken zeer de bestuurbaarheid op den grond. Speciale aandacht is, naar het „Vad" nog verneemt, besteed aan de cabine-Inrichting. De 12 zitplaatsen zijn in twee rijen van zes gerieflijke fauteuils. De bovenkant der zij wanden en het plafond zijn met velour be kleed, terwijl de onderkant en de vloer in mahonie-triplex-betimmering zijn uitge voerd. De luchtgekoelde „Wasp"-motoren zijn van driebladige stalen schroeven voorzien, de In strumenten voor de zijmotoren zijn op de motorgondels geplaatst, goed zichtbaar voor den piloot. Electrische lampjes zorgen voor de verlichting dezer instrumenten bij nacht of bij zeer donker weer. De benzine bevindt zich In drie tanks in den vleugel, leder van circa 360 L., de voeding der motoren ge schiedt dus door eigen zwaarte der brand stof. De maximum-snelheid met drie motoren volgas bedraagt niet minder dan 231 K. M. per uur, de snelheid met twee motoren 196 K.M. In verhouding is de landingssnelheid dus zeer laag te noemen, zij bedraagt 88 K. M. Het Centraal Bureau van Sobrlëtas deelt ons het volgende mede: Het is langzamerhand gewoonte geworden, dat Sobriëtas de viering van het feest van zijn patroon St. Jan den Dooper voorbe reidt door het houden van een novene door alle leden onzer Katholieke Drankweer. Ieder jaar smeeken wij door het daartoe geëigende novenegebed Gods Zegen af over ons werk. Dit jaar hebben wij wel bij zonder noodig de onmisbare hulp van Bo ven, waar wij staan voor het 4e Nationaal Sobriëtas-Congres. Wij mogen ons niet ont veinzen. dat de belangstelling voor ons werk Wat de overige maatregelen ter bestrij- door actieve deelname bij de leden in do Een adres van de Ned. Thermochemische fabrieken aan Ged. Staten van Noord-Holland. De Ned. Thermochemische Fabrieken hebben aan Ged. Staten der provincie Noord-Holland, een request gezonden, waar in de aandacht van dit college gevestigd wordt op het plan der gemeenten, behoo- rende tot den vleeschkeuringskring Bar singerhorn, om gezamenlijk een vleesch- destructor op te richten, terwijl toch harer zijds aan alle gemeenten in Noord-Holland, benoorden het IJ, op 6 Januari 1928 een overeenkomst is aangeboden, om voor een periode van 15 jaren de verplichting tot destructie van afgekeurd vee en vleesch, zonder eenige vergoeding en zonder eenig risico voor de gemeenten over te nemen. Voorts wijst requestrante er op, dat haar opzet bij een eventueele goedkeuring van het plan der genoemde gemeenten in den kring Barsingerhorn, ernstig in gevaar zou worden gebracht, omdat bij de uitwerking' en uitvoering van haren opzet, requestrante geen onderscheid heeft gemaakt tusschen veerijk^ en veearme gebieden, zoodat, wan neer een aantal gemeenten in het bij zonder met een dichten veestapel zelf standig destructoren oprichten, de voordee- len eener geheel gecentraliseerde destructie verdwijnen, terwijl het voor de N. T. Fa brieken alsdan onmogelijk wordt, om de slechte risico's in haar plan te betrekken, wanneer de goede haar komen te ont vallen. Wanneer de plannen van Barsingerhorn, Callantsoog, Petten, Zijpe, Wieringerwaard, St. Maarten, Winkel, Oude en N. Niedorp mochten worden goedgekeurd zou daarvan het gevolg zijn, dat groote gedeelten der provincie Noord-Holland niet bij de cen trale destructie zouden worden betrokken, zoodat een aanal kleine regionale destruc tors zou moeten worden ingericht met alle nadeelen daaraan verbonden. Ten slotte wordt er op gewezen, dat Ged. Staten per circulaire d.d. 2 Mei aan de ge meenten benoorden het IJ, als hunne mee ning hebben kenbaar gemaakt, dat het af sluiten der door de N. T. F. aangeboden, overeenkomst aanbeveling verdient. De N.T.fverzoeken het college dan ook het besluit der genoemde gemeenten niet goed te keuren. ding der ziekte betreft, zij medegedeeld, dat de wettelijke bepalingen, welke toepassing vinden, de volgende zijn; het door plaatsen van kenteekenen besmet of van besmetting verdacht verklaren van gebouwen of ter reinen, hetwelk inhoudt verbod van uit voer van het betrokken erf o.a. van vee en landbouwproducten, behoudens door den burgemeester, den betrokken inspecteur van den veeartsenij kundigen dienst gehoord, te verleenen ontheffing; verder verbod van vervoer van ziek en van verdacht vee, dat .afgemaakt of gestorven is; het ontsmetten van gebouwen, terreinen, roerende voor werpen, bewaarplaatsen van mest; het, zoo noodig, verbieden of beperken van het ver voer van vee; verscherpt markttoezicht. Voor ontsmetting is ter beschikking ge steld het middel, dat volgens de laatste wetenschappelijke onderzoekingen het meelt doeltreffend is. Tot de burgemeesters is een aanschrijving gericht, waarin zij worden verzocht, de aangifte van mond- en klauwzeer in hun gemeenten telegrafisch ter kennis van den betrokken inspecteur van den veeartsenij- kundigen dienst te brengen, zulks ter be spoediging van het nemen van maatregelen. Behalve bovenstaande maatregelen, is ter bevordering van de bestrijding het serum voor particulier gebruik tegen ongeveer de helft van den kostenden prijs ter beschik king gesteld; verder wordt vanwege het Departement wekelijks aan de landbouw- en zuivelpers de stand der ziekte mede gedeeld, terwijl de directeur van den vee artsenij kundigen dienst meermalen met de inspecteurs vergaderde, ter bespreking van den toestand en de maatregelen, die deze vereischte. Ten slotte deelt de minister mede, dat hij zijn ambtgenoot van Justitie verzocht heeft, te bevorderen, dat tegen de overtreders der betrokken wettelijke maatregelen met ge' strengheid zal worden opgetreden. laatste jaren verslapt is. Wij moesten bij het opmaken van ons Jaarverslag wederom een groot ledenverlies boeken en zien daar in mede een bewijs dat de tijdgeest ook aan onze organisatie niet is voorbijgegaan. In de overtuiging, dat ons werk nog steeds noodzakelijk is en dat slechts ware offergeest in staat zal stellen het onthou dingsoffer met liefde te blijven brengen, mede daarvan makend een uitgangspunt van edelmoedige offerliefde, waar 't betreft de nooden van onzen tijd te lenigen door eigen voorbeeld op de eerste plaats blijven wij 's Heeren hulp Inroepen, opdat Zijne liefde steeds meer vaardig worae over ons drankbestrij dersleger. Allen, die belang stellen in het werk der R. K. Drankbestrijding, mogen overtuigd rijn van de groote waarde van dit aanhou dend gebed; moge door hunne medewerking dit jaar ons Congres voorbereid worden ook door de St. Jansnovene, welke mede voor het welslagen daarvan gehouden wordt. Af er GRATIS GQENAD/NESAUS PUDDING E EN H E E fit LU K NAGERECHT PUDD/NGGON/NGIEH Het grootste personenvliegtuig in Amerika De Amerikaansche zusterfabriek van de N. V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek Fok ker heeft onlangs een nieuw type verkeers- toestel uitgebracht, dat men gevoeglijk een rechtstreeksche afstammeling van de ons welbekende F 7 en F 8 kan noemen. In N. en Zuid-Amerika doen zich op verschillen de luchttrajecten problemen voor, welke bij zondere eischen aan het vliegtuig stellen. Een dezer problemen is de concurrentie op de lijnen, waar lucht- en spoorwegtraject, speciaal voor reizigers, naast elkander be staan en belde vervoermiddelen tot in de perfectie worden ontwikkeld, hetgeen door het drukke vervoer dan ook mogelijk is. 't Vliegtuig moet op dergelijke trajecten de grootst mogelijke snelheid ontwikkelen, waarbij natuurlijk de bedrjjfsonkosten bin nen de toelaatbare grenzen moeten blijven. Het tweede vraagstuk doet zich voor op de lijnen, waar op groote hoogte moet worden gevlogen en- in 't bijzonder, wanneer de vliegvelden op groote hoogte zijn gelegen. Verder komen bij het overvliegen van hoo- ge bergruggen dikwijls sterke tegenwinden voor, waartegen alleen een snelle machine met krachtige motoren op kan. Deze om standigheden nu hebben aanleiding gegeven tot het construeeren van de F. 10 met drie Pratt whimey „Wasp"-motoren van 425 P. K. Het overschot aan motorvermogen heeft het voordeel, dat ook, wanneer de mo tor sterk geknepen is, voldoende prestatie vermogen onder alle omstandigheden ver zekerd ls, waardoor de veiligheid zoowel als de levensduur van den motor wordt ver hoogd en dientengevolge de bedrijfskosten worden verminderd. Dit toestel werd speciaal ontworpen voor de Western Air-Express, die o.a. de lijn San FranciscoLos Angelos exploiteert. De vlieg velden Denver, Cheyenne, Salt Lake Ci ty, enz. zijn alle zeer hoog gelegen, terwijl hoofdplaatsen, die op 3000 M. liggen, in Cen- traal-Amerika geen zeldzaamheid zijn. Voor zulke trajecten heeft men dus „overpowerd" machines noodig. De F. 10 is bestemd voor het vervoer van 12 passagiers en een flinke hoeveelheid ba gage en goederen. De eerste drie toestellen van dit type werden in recordtijd gebouwd. Ongeveer drie maanden nadat de opdracht werd verstrekt had de aflevering plaats. De vleugel is van de bekende vrijdragende Fokkerconstructie, welke in afmeting ln zoo ver van den nórinalen F. 7 vleugel verschilt Aneta seint uit Batavia: In het afdeelingsverslag van den Volks raad over het begrootingshoofdstuk van Justitie wordt gevraagd of er spoedig voor stellen tegemoet kunnen worden gezien tot gelijkstelling van de Chineezen met de Euro peanen. Gevraagd wordt naar het stadium van de herziening der assistentenregeling. Gevraagd wordt voorts of het vaststaat dat de organisaties der planters en der assisten ten daaromtrent nog gehoord zullen worden. Vele leden vroegen of eene spoedige be slissing te verwachten is inzake de bestrij ding van den woeker. Er werd aangedrongen op krachtige strafbepalingen tegen den woe ker. Meerdere leden wezen op de toeneming van den invoer van pornografische lectuur. Eenige leden drongen wederom aan op afschaffing van artikel 161 bis. Gevraagd werd naar den stand van de reorganisatie der priesterraden. Eenige leden drongen aan op een ernstig onderzoek naar de arbeidstoestanden op de onderneming Parnabolong van de H.V.A. (Oostkust). Eenige leden zagen in den laatsten tijd plaats gehad hebbende koelie-aanslagen het bewijs van de noodzakelijkheid tot afschaf fing van de poenale sanctie. Volgens deze leden vloeiden de aanslagen voort uit een gebrek aan vrijheidsgevoel bij de koelies of wel uit een gebrek aan tact bij de assisten ten die er geen rekening mede houden, dat de arbeiders niet vrij zijn. De aanslagen, aldus deze leden, zullen afnemen wanneer de arbeidsverhoudingen verbeterd worden. Daartoe ls in de eerste plaats een betere behandeling van de koelies noodig, hetgeen de directies kunnen bevorderen door ontslag van den assistent bij ruw optreden, ten tweede door verbetering van het instituut der werving, en ten derde door aanzienlijke loonsverhooging, waarmede bedoeld is ge lijkstelling der loonen met die van de arbei ders, die ln de streek der tewerkstelling vrij arbeiden. Andere leden achtten deze voorstelling van zaken geheel onjuist. Toelating der vrijgesproken Indonesische studenten in Ned. Indië zal niet geweigerd worden. Aneta seint uit Weltevreden: In de memorie van antwoord der re geering op de algemeene beschouwingen van den Volksraad, wordt nog opgemerkt, dat het totaal aantal geïnterneerden 1053 bedraagt, waarbij niet gerekend zijn de leden van het gezin, die de interneering deelen en waarvan er reeds 960 zijn opge zonden. Inzake de voorstellen tot Interneering van nog 254 personen, heeft de regeering nog geen beslissing genomen. Over de in Nederland vrijgesproken Indo nesische studenten, wordt nog opgemerkt, dat bij hun eventueelen terugkeer naar Ned. Indië, te toelating tot het land,, voor zooverre zij Nederlandsch Indische onder danen zijn, niet geweigerd kan worden. Toepassing van de exorbitante rechten op deze jongelui ls uitgesloten, zoolang zij daartoe door hun gedrag in Indië geen aan leiding geven. Voor zooverre de vrijgesproken Jongelui zich mochten aanmelden voor plaatsing in 's lands dienst, zal in elk con- - creet geval beslist worden In hoeverre daar- dat het dragend oppervlak 67.6 M2 in plaats aan «revoin- tan warden eeeeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10