ÏVstn Alles en van Overal
f
V erkeersongevallea
DE NIEUWE
ST. AGATHA TE
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 25 JUNI 1928
BLADZIJDE 4
DE BEGRAFENIS VAN DEN HOOGEERW.
HEER H. J. ZONDAG
Geheel Vogelenzang woonde de treffende
plechtigheid bij
':-4"
-$0!i0y
LUCHTVERKEER.
Een nieuwe Oceaanvlucht
141.
OP DE I. T. A. I
Als cr ooit in ons land een tentoonstel
ling is gehouden die succes heeft, dan is
het zeker wel de X. T. A., de Indische ten
toonstelling te Arnhem.
Ik ben er in de afgeloopen week weer
eens een dagje heen geweest en reeds bij
aankomst voor den ingang, toen ik uit
de overvolle I. T. A.-bus gestapt en de laan
door het park die toegang tot de tentoon
stelling geeft, doorgewandeld was, stond ik
verbaasd over de menigte die zich daar
verdrong om toch maar gauw binnen te
komen.
En 't was' toch nog pas elf uur in den
morgen! Wat zou dat in den namiddag
worden!
Ben je binnen en kijk je de laan met
de kleurige vaandels in en zie je dan, voort-
loopende, de vroolijk in het zonnelicht
lachende gebouwen daar onder het prach
tige groen van het grcote park liggen,
waartuss'-hen de menschen in grooten ge
tale n, dan voel je je al dadelijk weer
ee Is-in-Indië, als op een drukken
I een feest.
je aan „het kasteel", het
su. oouw waar het Koloniaal Insti
tuut. .oonstelt. Je moet er in de rij gaan
staan, om binnen te kunnen komen, zóó
vol is het er. Beneden en boven, overal, in
alle vertrekken is het stampvol, overal
hoor je verbaasde en bewonderende uit
roepen over al het moois, wat er te zien is,
maar ook overal gegiegel 'en gelach, ook uit
roepen van geringschatting van hen die
geen oog hebben voor de hen zoo vreemd
aandoende Inlandsche kunst en in een af
godsbeeld van Bali het mooie, in een beeld
van den Boeroeboedoer de verheven rust
niet vermogen te zien. Maar ook die laat-
sten hooren de kreten van bewondering van
anderen en ze luisteren er naar, met ver
bazing eerst, maar dan, als er twee bezoe
kers het met elkaar hebben over wat er
schoon is in die, zoo vreemd aandoende
wajang-figuren, dan luisteren zij. En dan
lachen zij niet meer ze hebben wat ge
leerd; de I. T. A. heeft bijgedragen tot
hun ontwikkeling, tot hun vorming.
Hun belangstelling in Indië is gewekt; bij
hun verdere wandeling door de gebouwen,
over de terreinen, bekijken ze de dingen
met andere oogen en als ze na eenige uren
weer weggaan, de tentoonstelling verlaten,
zijn ze voldaan want ze hebben een in
zicht gekregen in dingen, waar ze tot nog
toe als vreemden tegenover stonden.
D&t is juist het mooie van deze tentoon
stelling: hun, die Indië kennen, is ze een
aangename herinnering aan de dingen van
vroeger, uit hun Indische jaren; hun die
Indië niet kennen, er eigenlijk, zooals helaas
zoo velen In ons land, nooit zelfs eenige
belangstelling voor hebben getoond en
alleen maar uit nieuwsgierigheid eens
zijn komen kijken, wordt er die kennis eeni-
germate bijgebracht, waardoor dan weer
de belangstelling wordt gewekt, die noopt
tot dieper ingaan op de dingen van het
groote stuk Nederland, dat daar, 13000 mij
len van ons vandaan, in de tropen ligt.
Natuurlijk, een leek, die deze tentoon
stelling bezoekt, ketjt daarmee Indë nog
niet, maar toch, hü staat niet meer zoo
vreemd tegenover veel, waarover hü wel
eens heeft hooren praten, zonder er eigen
lijk iets van te begrijpen.
Wat "een gamelan is en wat krontjong-
mufeiek, hij heeft er varf gehoord, maar kon
er zich tot dusver geen denkbeeld over vor
men nu heeft hij de muziek der Javanen
gehoord en al begrijpt hij ze nog wel niet,
hij voelt toch wel, hoe deze muziek hoort
bü de kalme, statige rust van dit volk.
Heeft hü de ronggeng haar sierlijke dan
sen zien uitvoeren, en denkt hij dan aan
onze Jazz en charleston, dan moét hij wel,
als l.ij het 'och niet reeds deed, het onbe
nullige, het belachelijke, het perverse inzien
van onze tegenwoordige mode-dansen.
Heeft hij de zilversmeden en de hoeden-
vlechtsters en andere Inlandsche hand
werkslieden aan den arbeid gezien en heeft
de rust en de kalmte, de algeheele over
gave aan hun werk, hem weldadig aange
daan, dan gaat hij vergelijkingen maken
met wat hij bij ons ziet en er is er
weer een meer, die in Indië belangstelt, die
voor Indië voelt.
En raakt hij dan verzeild in het Indische
restaurant en heeft hij daar van de Indi
sche rijsttafel geproefd, dan is hij heele-
maal vol geestdrift, óf zijn belangstelling
zakt.
Ja, zoo is de mensch nu eenmaal, de maag
spreekt bij veler sympathieën of antipa
thieën een hartig woordje mee. En als hij
moet zeggen: „Ajasses, hoe kunnen ze dat
nou lekker vinden?" dan ls het met de be
langstelling voor het volk dót het lekker
vindt, alweer een stuk minder.
Een Javaansche stroovlechtster, bezig aan
het vlechten van een hoed. Over haar
Inlandsche kleding beeft zij op minder
warme dagen, zooals op de föto te zien is,
een Europeeschen mantel, om zich tegen
de ongewone temperatuur te
beschutten.
Gelukkig daarom, dat er maar weinigen
zijn, die onvoldaan uit het -Indische restau
rant weggaan; verreweg de meesten die
hier voor het eerst rijsttafel proefden, zul
len die voortaan zeker meer gaan eten.
Ik kreeg aan mijn tafel, waar ik alleen
zat te rijsttafelen, vier menschen zitten,
twee dames, een heer en een jong meisje,
een kind nog. Die wilden nu eens rijsttafel
proeven ze hadden er al zooveel van ge
hoord, nu waren ze in de gelegenheid, nu
moesten ze die toch ook eens eten.
Maar toen ze daar zaten en de spijskaart
inzagen, toen keken ze elkaar aan en be
gonnen te lachen. Wat moesten ze nu be
stellen? Wat wistên zij van Nasi goreng en
bami, wat van Kroepoek oedang of Atjar
tjampoer, van Seroendeng of mata sapi,
van Sambal ocleh of Sambal goreng?
En ze keken zoo hulpeloos, dat ik besloot
hen maar uit de benauwenis te helpen en"
hen wegwijs te maken.
Toen bestelden ze. Wat ze opgediend zou
den krijgen wisten ze nog maar half, ze
gaven zich op genade of ongenade geheel
aan mij over ik moest maar bestellen
wat ik goeddacht.
Even later werd alles door de Inlandsche
bedienden aangedragen leder der drie
volwassenen kreeg tien, het kind vijf schaal
tjes met van allerlei lekkernijen er in, voor
zich, zoodat ze allen te gelijk uitriepen:
„Moet ik dat allemaal opeten?"
En toen ik hen vertelde, dat dat nu op
één na de eenvoudigste rijsttafel was, die
ze konden krijgen het kind had de aller
eenvoudigste en ze op de spijskaart ds
prijzen zagen, kwam de tweede verbaasde
uitroep: „En kost dat allemaal samen maar
zóó weinig?"
Ze begonnen te eten, nadat ik ze ge
waarschuwd had, dat ze van dat roode
goedje (een gerecht, in hoofdzaak uit ver-
sche Spaansche peper bestaande) maar lie
ver niet te veel moesten nemen, en het deed
me plezier te zien, hoe ze smulden. Alleen
toen de heer, die dan toch dat roo<je ge
doetje eens wilde proeven, daarvan, vóór ik
het kon verhinderen, een theelepeltje vol
in zijn mond stak, hoorde ik een leelijk
woord, maar nadat hij even een paar tra
nen over z'n wangen had laten rollen, meest
hij toch alweer lachen, en hij zei:
„Toch is het lekker! Ik kom hier eens
meer hoor. Maar dan zal j ik voor dat dui-
velsche spul wel oppassen."
Men kan op deze tentoon.-'oiling ook thee
leeren drinken, of, beter gezegd, thee lee-
ren zetten, want dat kunnen er bij ons nog
niet veel.
Op het mooiste plekje van den tuin, daar
waar men een heerlijk kijkje heeft over het
water, waarop een Inlandsche prauw wie
gelt, heeft de Vereeniging voor de Thee
cultuur in Nederlandsch-Indië een thee-
schenkerij ingericht, met het doel, het pu
bliek de Ned. Indische thee te laten proe
ven, gezet op de wijze waarop thee behoort
gezet te worden, om den smaak ervan het
best tot zijn recht te laten komen. En ie
der die hier voor tien cents een kopje thee
bestelt, krijgt daarbij gratis nog een ge
bruiksaanwijzing voor het zetten er van.
Een heel practische maatregel; misschien
zal daardoor langzamerhand bereikt wor
den, dat je ook in Nederland buitenshuis
thee zal kunnen krijgen, die wat anders is
dan bltterwater, dat eerst met veel suiker
en melk drinkbaar gemaakt moet worden.
ARTHUR TERVOOREN.
.A
De gamelan, bespeeld door leden der Haagsche vereeniging „Eurasia", die ook meer.
malen Zaterdagsavonds gala-voorstellingen geven van Indische tooneelkunst
Verkeersongevallen. Het drukke verkeer
van gisteren heeft te Overveen weer eenige
ongevallen veroorzaakt, die gelukkig niet al
te ernstige gevolgen hebben gehad.
Op den Zijlweg, hoek Zandvoorter pad
reden gistermorgen twee auto's tegen el
kaar. Beide auto's werden licht beschadigd
Op het politie-bureau kregen beide be
stuurders gelegenheid de schuldvraag op te
lossen.
Op het Zandvoorter pad, hoek Korte
Zijlweg, reed de wielrijder B. uit Amster
dam, die van plan was den Zondag aan het
Zandvoortsche strand door te brengen, te
gen een van den anderen «kant komende
auto. De De heer B. werd tegen den grond
gesmakt en bleef met eenige verwondingen
aan het hoofd bewusteloos liggen. In het
jolitie-bureau binnengebracht, werd hij per
auto van Mathot naar een ziekenhuis te
Haarlem vervoerd. Enkele uren later kon hij
evenwel naar zijn woning te Amsterdam
vertrekken. j
Op den Duinlustweg, nabij Elswoutshoek,
reden een motorrijder en een wielrijder te- i
gen elkaar in. De fiets werd onbruikbaar
gemaakt en de wielrijder moest door het
publiek geholpen worden, dat hij z'n weg
weer kon vervolgen.
Ten slotte toerd een auto uit Amsterdam
zoodanig aangereden, dat een gebroken tree
plank, een vernield spatbord en een scheef
geduwde lantaarn er het gevolg van waren.
Reuter seint uit Londen:
De Amerikaansche kapitein Mc. Goldrick
is in Engeland aangekomen om toebereidse
len te makon voor een vliegtocht van Croy
don naar Montreal.
Het rouwbezoek in de
Chapelle Ardente
Groot, zeer groot was het getal personen,
voornamelijk parochianen en oud-parocl.ia-
nen van Zijn Hoogeerw., dat va nde openge
stelde gelegenheid gebruik maakte om hun
beminden pastoor nog éénmaal te zien, nog
éént.aal zijn vriendelijk zacht gelaat te be
schouwen, het diep in het geheugen te pren-
t~
Groot ook was het getal geestelijken uit
den omtrek, dat in den loop dezey dagen de
doodenbaar van Zijn Hoogeerw. bezocht
heeft.
Ook vele niet-, atholieke inwoners van
Vogelenzang merkten wij op, hetgeen be
wijst, hoe Zijn Hoogeerw. in geheel Vogelen
zang bemind werd.
Zondagmiddag kon men van 4 tot 6 uur
in "te kerk bij het stoffelijV overschot van
Zijn Hoogeerw. bidden. Het is daarvan dat
door zeer velen gebruik gemaakt werd.
Om kwart over zeven zijn de Metten ge
zongen.
Agens was de Hoogeerw. Heer Mr. M.
P. J. Möilmann; diaken de vloot-almoeze-
nier J. Alink, oud-kapelaan der parochie;
sub-diaken, kapelaan W. Neijsen, oud-kape
laan der parochie; staf kapelaan J. Schmidt
(deservitor)cantores waren rector Jansen,
Schmidt van het St. Bavo-Gesticht te
Noordwijkerhout en kapelaan Van Gaste
len uit Sassenheim.
Van de kanunn":en waren aanwezig: Mgr.
H. J. M. Taskin, Vicaris-Capitularis ;^egent
Th. Ebbinkhuizen van het klein-seminarie
„Liugevekf', te Heemstede, Plebaan L. A.
A. M. Westerwoudt, deken Dessens, verder
mgr. Holiërhoek.
Onder de geestelijken merkten wij nog o.m.
op: Dr. Vlaar, van het Lyceum te Overveen;
pastoor Verdegaal. zoon der parochie; pas
toor Hafkenscheid, oud-kapelaan der pa
rochie; Rector Kleintjes van Oegstgeest;
prof. Vis van .Hageveld"; Deken Borsboom
van Noordwijk; pastoor IJzermans van
Het isted'e; pastoor Thoman en zijn kape
laans van Lisse; Pastoor Wassen van Ben-
nebroek, Recto"; Kok van Bloemendaal en
Pater Buschman, assistent.
Hedenmorgen had de uitvaart plaats.
Het kerkje te Vogelenzang, toegewijd'" aan
O. L. Vrouw Hemelvaart, dat met haar
mozaïek, haar beeldhouwwerk, haar slan
ken .ouwstijl, zonder door een enkele pi-
1- hinderlijk onderbroken te worden, tot
een der mooiste kerkjes van de bollenstreek
behoort een kerk, waarop men in Voge
lenzang trotsch is was nu in diepen rouw
gehuld.. De anders zóo talrijk aanwezige
bloemen, welke aan hét kerkje een prettigen
aa:.Jik geven, ontbreken nu. Rouw, alles is
in diepen rouw gehuld
Ooi: de aanwezigen, die dezen morgen het
kerkje vullen, zoodat geen enkel plaatsje
onbezet blijft, voelen, begrijpen den rouw,
die met den dood van den Deken men
was hem steeds zoo blijven noemen, als zijn
eere-tiiel van Deken Zondag over hen
gek _nen is.
De orde-commissarissen, de heeren Th.
Remerswaal, P. Freriks en G. Mooijklnd,
verrichten nuttig werk, zoodat alles in., de
meest volmaakte orde verloopt. Lang vóór
de aanvang van de Lauden, was de kerk
opgepropt met belangstellenden.
Op de geresrveera'e plaatsen merkte wij
o.r-. op;
Wethouder Nedevhasselt van Bloemendaal
de complete R. K. Raadsfractie, dr. van Aalst
huisarts, J. van Snippenberg, vertegenwoor
diger van het Polderbestuur, vertegenwoor
digers van alle R. K. vereenigingen te Voge
lenzang en de 7de klas van de „St. Jozef
school" met personeel.
Het Hoogwaardig Kapittel, wat geheel
tegenwoordig was, voorts mons. dr. A. Hen-
sen, mons. de Gruyter, deken Borsboom van
Noordwijk, vlootaalmoezenier, Alink, prof.
P. Brüggeman, deken Rengs en deken Jansen
van Hageve'id, rector Kleintjes enz.
Plots wordt de stilte verbroken door de
L-.chte droefgeestige klanken van het mooie
orgel een geschenk der parochianen aan
hun beminden herder bij zijn gouden
priesterfeest.
Agens is:
Mons. H. 3. M. Taskin, Vicaris Capitularis;
Caeremoniarius, kapelaan J. Schmidt, can
tores: Rector Jansen Schmidt en kap. van
Gastelen: diaken; Pastoor Verdegaal; sub
diaken: pastoor Hafkenscheidt, oud-kap.
Verder merkten wij o.m. op:
De psalmen, zuiver gezongen door het
plaatselijk kerk-zangkoor, golven door de
doodstille ruimte, een weemoedigen, plech-
tigen indruk achterlatend. Schoon, wonder
schoon bereiken de stemmige liturgische
gezangen onze ooren, ontroeren ons en her
inneren ons er steeds aan, dat weder een van
onze meest beminde vooraanstaande geeste
lijken van ons weggenomen is.
Dan neemt het H. Misoffer een aanvang
met denze'fden celebrans en dezelfde assi
stentie.
Het „Requiem" klicht plechtig door de
kerk en laat een diepen, beklemmenden in
druk achter.
De consecratie volgt onder eerbiedige
stilte, de Communie en eindelijk het laatste
Evangelie.
De celebrans en assistenten nemen plaats,
terwijl de krachtige figuur van den Hoog
eerw. heer G. C. van Noort, kanunnik en
oud-professor van de dogmatiek te War-
mond, een vriend van den overledene,
pastoor van den H. Willibrord b'nnen de
j Veste te Amsterdam den preekstoel bestijgt.
LIJKREDE KANUNNIK G. C. VAN NOORT
Disclte a me quia mitis sum
et humilis corde. Mt. 11. 29.
We staan hier bij de lijkbaar van een
man, wiens afsterven meer dan een jaar
lang door ons allen voorzien en verwacht
werd, maar dat toch allen vervult met op
rechten rouw, omdat we beseffen dat zijn
heengaan in ons hart een plaats open laat,
die niet meer zal worden ingevuld. Bij de
lijkbaar van een man die in zijn lange leven
nooit iets gedaan heeft, dat opviel, waarover
in breeden kring met ophef gesproken werd,
maar die in al de bedieningen, die hij ver
vulde, heeft uitgemunt door stipte, trouwe
en volhardende plichtsbetrachting; van
wien iedereen voelde dat hij een voorbeeld
was van stille maar hooge deugd, die in elke
omgeving, waarin hij geplaatst werd, piet
slechts de hoogschatting en den eerbied,
maar ook de hartelijke toegenegenheid, ja
ik mag zeggen de warme liefde was voor
iedereen. Een man die niet enkel geen
vijanden had, maar die door zijn eenvoud en
blijheid en goedheid een zeldzame aantrek
kingskracht oefende op hoog en laag, op
jong en oud.
Hij heette zoo niet maar hij was een echte
Desiderius Amandi.
Het zou weinig strooken met het karakter
van den overledene, zoo Ik beproefde om
hier een plechtige lijkrede te houden: elk
vertoon van plechtstatigheid bracht om zijn
lippen dien fünen glimlach en ontlokte aan
zijn oog dien guittgen blik, half van gering
schatting en half van medelijden, die aller
duidelijkst zeiden, hoe afkeerig hij daarvan
was. Geen plechtige rede, maar een een
voudig woord van waardeering en van dank
bare herdenking.
„Leert van mij, omdat ik zachtmoedig en
nederig van harte ben." Dat zijn de woorden
van Christus onzen Heer en we zijn zoo ge
woon die woorden te hooren en te nemen
als reine waarheid, dat het haast een soort
van profanatie lijkt ze te leggen in den mond
van een mensch, zelfs een voorbeeldigen
mensch. En toch de kerk zelf laat ons bid
den: Jezus, die zachtmoedig en ootmoedig
van harte zijt, maak ons hart gelijkvormig
aan Uw hart." Welnu, waar het dan geldt
een man die reeds door zijn natuurlijken
aanleg er voor gemaakt scheen om in zacht
heid en ootmoed den Goddelijken Zaligma
ker na te volgen, een man, die bovendien
levenslang door gestadigen toeleg zich ge
oefend heeft om bijzonder in die twee deug
den zij n Meester naar best vermogen te be
naderen; kan er daar iets oneerbiedigs^ in
gelegen zijn. het woord van den Meester te
leggen in den mond van den dienaar, niet
alsof we den afstand tusschen beiden ver
geten, maar omdat we overtuigd zijn hoe
groot en hoe verdienstelijk het is het ideale
voorbeeld dat niemand nooit evenaren kan,
ook maar van verre te hebben nagevolgd?
„Leert van mij, omdat ik zachtmoedig van
harte ben." Was niet bescheidenheid, zacht
heid, vredelievendheid de voornaamste
grondtrek van zijn karakter? Bijna vijftig
jaren heb ik hem gekend, gedurende een
lange reeks van jaren van zeer nabij ge
kend. En als ge me vraagt, hebt gij den
overledene ooit in drift gezien, hebt ge ooit
harde hartstochtelijke woorden uit zijn
mond gehoord, dan kan ik zonder aarzelen
antwoorden: neen, nooit. En het zou me
sterk verwonderen als er onder u allen, zijn
vrienden, zijn parochianen, zijn huisgenoo-
ten, iemand was, die zeggen kon: ik heb
dat wel eens van hem ondervonden. Niet
waar: Pastoor Zondag was de goedheid in
persoon. Niet zóó, alsof hij alles van zijn
kant liet gaan, niet zóó, dat hij voor zijn
overtuiging of voor zijn plicht niet opkwam,
niet zóó, dat hij geen neen wist te zeggen,
waar het noodzakelijk „neen" wezen moest,
maar zóó, dat hij altoos meegaande was,
waar hij het maar even wezen mocht, dat
hij, nimmer zijn rustig karakter verloor en
dat zachtmoedigheid altijd de grondtoon
was van heel zijn spreken en handelen.
Voorwaar hij wist medelijden te hebben met
de dwalenden en de zondaren; hij heeft het
geknakte riet nooit gebroken en het nog
smeulende lemmet nooit uitgedoofd. En juist
omdat hij zoo echt goed was, zoo beschei
den, zoo voorkomend, in één woord zoo
zachtmoedig, daarom djong het zoo diep in
de harten en werd het zoo bereidvaardig
opgevolgd. Men wilde van hem leeren, men
wilde zich door hem laten lelden, omdat
hij zachtmoedig was:
„Leert van mij, omdat ik ootmoedig van
harte ben." Niemand is zacht, die hooghartig
ls of die zichzelven zoekt. Is er iemand on
der u allen, die door den overledene ooit
uit de hoogte behandeld werd? Wien hij zijn
meerderheid of zijn waardigheid ooit wilde
laten gevoelen? Zeker, gij zult zijn priester
lijk gezag en zedelijk overwicht beide ge
voeld hebben, te dieper gevoeld hebben, naar
mate ge nader met hem. In aanraking
kwaamt; maar dan was dat zijns ondanks
en zóó, dat het niet neerdrukte, maar ver
trouwen inboezemde en opbeurde, want heel
zijn veeljarig pastoraat in uw midden kan
immers worden gekenmerkt in dat ééne
woord des evangelies: „Ik ben in uw mid
den, als een, die dient, als een, die in een
voudige bereidvaardige toewijding zich gaf
en alle dagen weer gaf tot in zijn hoogen
ouderdom toe voor alles wat bevorderlijk was
voor uw welzijn."
Zichzelven niet zoeken, zijn eigen eer
niet en zijn eigen belangen niet, dat is het
echte kenmerk van een nederige. De ouderen
onder u weten, wat een moeilijkheden, wat
een bittere, pijnlijke zorgen de overledene
in den eersten tijd van zijn pastoraat hier
te dragen heeft gehad.
Welnu, zoo het eenigszins mogelijk was.
heeft hij over zijn zorgen en kommer ge
zwegen, zelfs tegenover zijn beste en meest
vertrouwde vrienden. Uit verschillende aan
wijzingen hebben wij die hem het naaste
stonden later kunnen opmaken, dat hij
daarbij een aanzienlijk deel van zijn per
soonlijk vermogen had ingeboet in zulk een
mate, dat hij er ten leste zelf in zorgen
over gekomen is, maar niemand, die daar
ooit een woord over gehoord heeft! Dat
behoefde niemand te weten, hij wilde er
noch voor gedankt noch voor geprezen wor
den. En zoo ging het, laat het dan zijn op
kleiner schaal, bij velerlei gelegenheid:
de linkerhand mocht nooit iets weten van
het vele goede, dat de rechterhand deed!
Nooit heeft de overledene zijn eigen eer ge
zocht, maar ook niet zijn eigen belang. Wat
bleek dat duidelijk in de dagen zijner
ziekte.
In het voorjaar 1928 begreep hij, dat het
einde langzamerhand naderde en dat hij
voor zijne parochie weinig of niets meer zou
kunnen doen, maar rees ook dadelijk bij
hem de gedachte, dat hü dan ook niet lan
ger in zijn pastorie blijven mocht, dat hü
geen lastpost voor zijn parochie worden
mocht. En hoe smartelük hü" dat ook aan
voelde. hij maakte het voornemen om ergens
in een gesticht zijn laatste dagen te gaan
slijten. Wat heeft het zün vrienden een
moeite gekost, hem te overtuigen, dat Ipj dit
PÜnlijk offer waarlük niet behoefde te bren
gen, dat hij na zes-en-twintig jaren zün
beste krachten te hebben gegeven, het einde
toch wel rustig mocht afwachten te midden
der zijnen, al kon hij dan voor zün paro
chianen niet emer doen dan bidden en
zichzelve opofferen. Parochianen van Voge
lenzang, wat zou het u een leed gedaan heb
ben uwen goeden ouden herder, in de dagen
zijner ziekte te zien wegtrekken om elders
te midden van vreemden als een onbekende
te sterven!
En nu, 't is vandaag de feestdag van St.
Adelbert, metgezel van den H. Willibrordus,
een der roemrükste apostelen in ons vader
land. Van den H. Adelbert zingt de kerk
in haar Getijden:
„In den geest van ootmoedigheid was hü
welbehaaglijk aan den Heer en werd opge
nomen ten hemel." Zouden we dat woord in
zün geheel, niet enkel voor het eerste, maar
ook voor het laatste gedeelte reeds mogen
toepassen op onzen dierbaren overledene? We
hopen het, ik durf gerust zeggen, we vertrou
wen het. Maar we weten het toch niet. Het
oordeel van Christus ls zoo andere dan het
oordeel der menschen en God vraagt zooveel
van degenen, die hij een leven lang met zoo
veel genaden van voorkeur overladen heeft.
Daarom bidden, blijft bidden, veel en harte-
lük voor uw overleden herder. En als ge dan
meent en vertrouwt dat zijne ziel het wel
niet noodig zal hebben, laat dan uwe gebeden
en uwe offers ten goede komen aan zoovelen.
die eenmaal zün geestelüke kinderen en
mede-parochianen, uw broeders en zustere
waren en die thans nog zuchten in het Va-
Binnen enkele weken, in alle geval vóór
1 Augustus a.s., zoo verzekerde men ons,
zal de parochie Zandvoort haar nieuwe kerk
in gebruik kunnen nemen, welke evenals de
oude, toegewüd zal zün aan St. Agatha.
Een nieuwe kerk was er in Zandvoort wel
noodig, want het oude gebduw kon sinds
lang niet meer voldoen aan de eischen, die
men er redelükerwijs aan stellen moest, im
mers ieder jaar, en dan steeds in het zo
merseizoen, deed het gebrek aan voldoende
plaatsruimte zich steeds nüpender voelen.
Honderden badgasten, die dan des Zondags
de H. Mis kwamen hooren, konden dan, on
danks het feit, dat het aantal H.H. Missen
op die dagen sterk werd uitgebreid, nauwe
lijks een plaatsje vinden.
Het gebouw zelf werd intusschen ook te
oud en kon nauwelüks een sieraad voor de
tweede badplaats van ons land genoemd
worden. Menig jaar geleden waren de plan
nen voor een nieuwe kerk daarom dan ook
reeds in voorbereiding, waaraan pastoor Bohl
z.g. zijn beste krachten gegeven heeft. Het
plotseling overlijden belette hem de verwe-
zenlüking ervan nog te zien en het is thans
den tegenwoordigen pastoor, den zeereerw.
heer C. Wünker gegeven de nieuwe kerk
voor zün parochie te bouwen.
Nog enkele weken en ze zal ingewüd kun
nen worden.
De bouw is voorspoedig gegaan; men zag
het metselwerk lederen dag als 't ware hoo-
ger verrijzen.
Half Januari werd de eerste spade in den
grond gestoken en binnen een half jaar
hoopt men nu het werk te kunnen afleve
ren. Opmerkelük vlug dus.
Sommigen onzer lezers zullen wellicht den
ken. dat dit toch voor zulk een bouwwerk
te vlug ls.
Toch schijnt dit in 't huidige geval niet
zoo te zün, naar men ons verzekerde. Men
dient Immers rekening er mede te houden,
dat zich geen enkele stagnatie van betee-
kenls gedurende den bouwtüd heeft voorge
daan; dat verder, behoudens enkele sneeuw-
dagen van Januari, het weer voor het werk
gunstig is geweest en dat juist full speed is
gewerkt met de vooropgezette bedoeling, zoo
spoedig mogelijk gereed te zün, om de nieu
we kerk nog dezen zomer te kunnen gebrui
ken.
Daarin is men vrijwel ook geslaagd. Het
groote kerkgebouw, dat zoowel In- als uit
wendig zijn voltooiing nadert, treft bü de
eerste beschouwing reeds dadelijk door zün
fraaie constructie en statig figuur.
Het ontwerp van den bekenden architect
Pierre Cuypers is van büzondere kwaliteit en
zal een interessanten indruk maken op den-
gene, die Zandvoort komt bezoeken.
Immers, het ligt juist aan den ingang van
de kom der gemeente, aan het einde van de
Zandvoortschelaan en sluit den Oostelüken
hoek van de Groote Krocht monumentaal af.
Uit dit oogpunt bezien is de kerk een niet
geringe aanwinst voor Zandvoort.
Bij het binnentreden van het gebouw treft
u de sierlüke hoogte der gewelven, die het
interieur een slanken vorm geeft.
De gebrandschilderde ramen laten vol
doende licht toe en scheppen er een intimi
teit, die in andere kerken dikwüls ver te
zoeken is, en dat, terwül er toch niet min
der dan voor 900 zitplaatsen ruimte is.
De zügewelven, die alleen in den tüd van
het badseizoen, wanneer dus het aantal pa
rochianen aanmerkelijk grooter is, zullen ge
bruikt worden, zün ruim en bieden een
goed uitzicht op het presbyterium.
Trouwens van alle züden concentreert zich
de aandacht op het hoofdaltaar.
Een groote nis overwelft het grootendeels
en de achterwand is benut om er een schit
terend mozaiek in aan te brengen.
De kunstenaar Lourüsen maakte er he'
ontwerp van en de uitvoering (het is thans
gereed) maakt een zeer sterken indruk. D®
uitbeelding van den Goddelüken Verlosser
aan het Kruis, waarvan een hemelsch licht
uitstraalt, is overweldigend.
Daarnaast de figuren van Maria en Joan
nes, terwül van den voet van het Kruis
een stroom van genaden vloeit, die Jezus
door zijn kruisdood ons geschonken heeft.
Men kan zich voorstellen welk een indruK
de plaatsing van het marmeren hoofdaltaar
aan den voet van dit mozaiek zal maken.
Nu wij hier toch spreken over het hoofd
altaar, mogen we er wel even gewag v&n
maken; dat dit hoogaltaar een geschenk is
van de parochianen en als men de cijferS
hoort noemen van de kosten, die zulk een
altaar meebrengen, dan krijgt men bewon
dering voor Zandvoorts parochianen, dis
zulk een prachtwerk voor hun nieuwe kerk
schonken.
Behalve dit hoofdaltaar zullen aan weers-
züden nog twee kleinere altaren verrijzen.
De communiebank, zoowel als de preek
stoel zullen uit graniet vervaardigd zün-
Maar buiten dit alles is er nog meer, wa'
de aandacht vraagt.
Zoo uist spraken wü in 't kort over de ge
brandschilderde ramen.
In dit opzicht is iets büzondere mede
deelen. Het geldt hier n.l. een systeem, waar
van goed succes verwacht wordt.
Men heeft dubbel glas aangebracht, aan
de buitenzijde het gewoon doorzichtig ven
sterglas en aan de binnenzüde de gebrand
schilderde ramen. Dit is aldus gedaan, otn
te verhinderen dat het 's winters te koud en
zomers te warm in de kerk zal zün.
Bovendien is terzijde van het ruime zang'
koor een ventilator-installatie, die voor v°'"
doende luchtverversching zal zorgen, 'erJ
wül een verwarmingsinstallatie nabij 11
presbyterium is aangebracht. t
Deze methode om de temperatuur in
gebouw zooveel mogelijk te regelen zal oö"
getwüfeld zeer geapprecieerd worden.
Vermelding verdienen nog verschilled,
détails, die ons bij een bezoek aan het bouw
werk opvielen.
Aan de zuilen, eveneens van gepolüst gr9'
niet, aie de spanten dragen, zyn in het ge
niet de koppen der twaalf Apostelen uit
houwen. Aan iedere züde der kerk zes.
In de wanden der zügalerijen heeft
bouwer een vlechtwerk-metselen toegepas
waartusschen geglazuurde tegeltjes een mo°l
cachet geven.
De vloer der kerk zal voor zoover er ban
ken op geplaatst worden, van hout zün. de
gangpaden worden van tegels voorzien. l-|e
zoldering der groote en kleine gewelven |s
vervaardigd van geolied en gelakt Ameri'
kaansch grenenhout dat eventueel later nog
beschilderd zal kunnen worden.
Tusschen de pannen, die het Kerkgebouw
dekken, en de grenenhouten zoldering ls een
vilt-bedekking aangebracht, waardoor het
geluid van buiten gedempt wordt, terwijl
tevens daardoor elke lekkage is uitgesloten.
Rest ons nog den toren, die 34 Meter hoog
zal worden.
Op dp spits wordt een kruis geplaatst van
314 meter hoogte, zoodat het gevaarte in
totaal 38 meter ongeveer zal reiken. De klok-
kenkamer zal van drie splinternieuwe lui
klokken voorzien worden, die omstreeks
Augustus zullen arriveeren. Vier wüzerplaten
van graniet draagt de toren ten slotte en,
waar de'cijfers op deze wijzerplaten verguld
zullen worden, zal een duidelyke aflezing
van den tijd niets te wenschen overlaten.
Kortom dus een sierlijk voornaam bouw
werk, waarmede ook de aannemersfirma
Venhoven en Evers uit Heemstede zeker alle
eer zal inleggen.
gevuur. En moge het gebed en de offers uwer
liefde allereerst züne ziel, maar met haar
ook de zielen van al degenen, onder wie
hü geleefd en voor wie hü gewerkt heeft,
geleiden voor het aanschün van God in den
hemel, die in eeuwigheid is de vreugde en
het geluk en de, zaligheld züner uitverko
renen. Amen.
De absoute
Onder volmaakte orde verlaat men de kerk;,
de lükbaar wordt door het collectanten-colle
ge naar het kerkhof gedrag,en de geestelijken
volgen, dat de offlcleële genoodigden en ein -
delijk de overige belangstellenden.
Een der plechtigste oogenblikken volgt nu
nog: de absoute. De absoute wordt verricht
door Mgr. H. J. M. Taskin.
Dan keeren allen nog in gedrukte stemming
over het verlies van hun beminden pastoor,
oud-deken en kanunnik huiswaarts.
De droeve treffende plechtigheid is ge
ëindigd.
Onder de plechtigheden in de kerk werd
een bidprentje uitgedeeld.
Orde-maatregelen waren bulten door den
heer Lobkerse, geassisteerd door de Bloemen-
daalsche politie genomen, aoodat alles een
rustig verloop had.
In geen jaren had het anders zoo rustige
Vogelenzang zoo'n ontzaggelük aantal gees
telijken gezien.
Het geheel stond onder de goede leiding
van kap. J. Schmidt.
DE UITVAART VAN KANUNNIK ZONDAG
Het stoffelijk overschot, opgebaard in bet Presbyterium