ÏVstn Alles en van Overal f V erkeersongevallea DE NIEUWE ST. AGATHA TE TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 25 JUNI 1928 BLADZIJDE 4 DE BEGRAFENIS VAN DEN HOOGEERW. HEER H. J. ZONDAG Geheel Vogelenzang woonde de treffende plechtigheid bij ':-4" -$0!i0y LUCHTVERKEER. Een nieuwe Oceaanvlucht 141. OP DE I. T. A. I Als cr ooit in ons land een tentoonstel ling is gehouden die succes heeft, dan is het zeker wel de X. T. A., de Indische ten toonstelling te Arnhem. Ik ben er in de afgeloopen week weer eens een dagje heen geweest en reeds bij aankomst voor den ingang, toen ik uit de overvolle I. T. A.-bus gestapt en de laan door het park die toegang tot de tentoon stelling geeft, doorgewandeld was, stond ik verbaasd over de menigte die zich daar verdrong om toch maar gauw binnen te komen. En 't was' toch nog pas elf uur in den morgen! Wat zou dat in den namiddag worden! Ben je binnen en kijk je de laan met de kleurige vaandels in en zie je dan, voort- loopende, de vroolijk in het zonnelicht lachende gebouwen daar onder het prach tige groen van het grcote park liggen, waartuss'-hen de menschen in grooten ge tale n, dan voel je je al dadelijk weer ee Is-in-Indië, als op een drukken I een feest. je aan „het kasteel", het su. oouw waar het Koloniaal Insti tuut. .oonstelt. Je moet er in de rij gaan staan, om binnen te kunnen komen, zóó vol is het er. Beneden en boven, overal, in alle vertrekken is het stampvol, overal hoor je verbaasde en bewonderende uit roepen over al het moois, wat er te zien is, maar ook overal gegiegel 'en gelach, ook uit roepen van geringschatting van hen die geen oog hebben voor de hen zoo vreemd aandoende Inlandsche kunst en in een af godsbeeld van Bali het mooie, in een beeld van den Boeroeboedoer de verheven rust niet vermogen te zien. Maar ook die laat- sten hooren de kreten van bewondering van anderen en ze luisteren er naar, met ver bazing eerst, maar dan, als er twee bezoe kers het met elkaar hebben over wat er schoon is in die, zoo vreemd aandoende wajang-figuren, dan luisteren zij. En dan lachen zij niet meer ze hebben wat ge leerd; de I. T. A. heeft bijgedragen tot hun ontwikkeling, tot hun vorming. Hun belangstelling in Indië is gewekt; bij hun verdere wandeling door de gebouwen, over de terreinen, bekijken ze de dingen met andere oogen en als ze na eenige uren weer weggaan, de tentoonstelling verlaten, zijn ze voldaan want ze hebben een in zicht gekregen in dingen, waar ze tot nog toe als vreemden tegenover stonden. D&t is juist het mooie van deze tentoon stelling: hun, die Indië kennen, is ze een aangename herinnering aan de dingen van vroeger, uit hun Indische jaren; hun die Indië niet kennen, er eigenlijk, zooals helaas zoo velen In ons land, nooit zelfs eenige belangstelling voor hebben getoond en alleen maar uit nieuwsgierigheid eens zijn komen kijken, wordt er die kennis eeni- germate bijgebracht, waardoor dan weer de belangstelling wordt gewekt, die noopt tot dieper ingaan op de dingen van het groote stuk Nederland, dat daar, 13000 mij len van ons vandaan, in de tropen ligt. Natuurlijk, een leek, die deze tentoon stelling bezoekt, ketjt daarmee Indë nog niet, maar toch, hü staat niet meer zoo vreemd tegenover veel, waarover hü wel eens heeft hooren praten, zonder er eigen lijk iets van te begrijpen. Wat "een gamelan is en wat krontjong- mufeiek, hij heeft er varf gehoord, maar kon er zich tot dusver geen denkbeeld over vor men nu heeft hij de muziek der Javanen gehoord en al begrijpt hij ze nog wel niet, hij voelt toch wel, hoe deze muziek hoort bü de kalme, statige rust van dit volk. Heeft hü de ronggeng haar sierlijke dan sen zien uitvoeren, en denkt hij dan aan onze Jazz en charleston, dan moét hij wel, als l.ij het 'och niet reeds deed, het onbe nullige, het belachelijke, het perverse inzien van onze tegenwoordige mode-dansen. Heeft hij de zilversmeden en de hoeden- vlechtsters en andere Inlandsche hand werkslieden aan den arbeid gezien en heeft de rust en de kalmte, de algeheele over gave aan hun werk, hem weldadig aange daan, dan gaat hij vergelijkingen maken met wat hij bij ons ziet en er is er weer een meer, die in Indië belangstelt, die voor Indië voelt. En raakt hij dan verzeild in het Indische restaurant en heeft hij daar van de Indi sche rijsttafel geproefd, dan is hij heele- maal vol geestdrift, óf zijn belangstelling zakt. Ja, zoo is de mensch nu eenmaal, de maag spreekt bij veler sympathieën of antipa thieën een hartig woordje mee. En als hij moet zeggen: „Ajasses, hoe kunnen ze dat nou lekker vinden?" dan ls het met de be langstelling voor het volk dót het lekker vindt, alweer een stuk minder. Een Javaansche stroovlechtster, bezig aan het vlechten van een hoed. Over haar Inlandsche kleding beeft zij op minder warme dagen, zooals op de föto te zien is, een Europeeschen mantel, om zich tegen de ongewone temperatuur te beschutten. Gelukkig daarom, dat er maar weinigen zijn, die onvoldaan uit het -Indische restau rant weggaan; verreweg de meesten die hier voor het eerst rijsttafel proefden, zul len die voortaan zeker meer gaan eten. Ik kreeg aan mijn tafel, waar ik alleen zat te rijsttafelen, vier menschen zitten, twee dames, een heer en een jong meisje, een kind nog. Die wilden nu eens rijsttafel proeven ze hadden er al zooveel van ge hoord, nu waren ze in de gelegenheid, nu moesten ze die toch ook eens eten. Maar toen ze daar zaten en de spijskaart inzagen, toen keken ze elkaar aan en be gonnen te lachen. Wat moesten ze nu be stellen? Wat wistên zij van Nasi goreng en bami, wat van Kroepoek oedang of Atjar tjampoer, van Seroendeng of mata sapi, van Sambal ocleh of Sambal goreng? En ze keken zoo hulpeloos, dat ik besloot hen maar uit de benauwenis te helpen en" hen wegwijs te maken. Toen bestelden ze. Wat ze opgediend zou den krijgen wisten ze nog maar half, ze gaven zich op genade of ongenade geheel aan mij over ik moest maar bestellen wat ik goeddacht. Even later werd alles door de Inlandsche bedienden aangedragen leder der drie volwassenen kreeg tien, het kind vijf schaal tjes met van allerlei lekkernijen er in, voor zich, zoodat ze allen te gelijk uitriepen: „Moet ik dat allemaal opeten?" En toen ik hen vertelde, dat dat nu op één na de eenvoudigste rijsttafel was, die ze konden krijgen het kind had de aller eenvoudigste en ze op de spijskaart ds prijzen zagen, kwam de tweede verbaasde uitroep: „En kost dat allemaal samen maar zóó weinig?" Ze begonnen te eten, nadat ik ze ge waarschuwd had, dat ze van dat roode goedje (een gerecht, in hoofdzaak uit ver- sche Spaansche peper bestaande) maar lie ver niet te veel moesten nemen, en het deed me plezier te zien, hoe ze smulden. Alleen toen de heer, die dan toch dat roo<je ge doetje eens wilde proeven, daarvan, vóór ik het kon verhinderen, een theelepeltje vol in zijn mond stak, hoorde ik een leelijk woord, maar nadat hij even een paar tra nen over z'n wangen had laten rollen, meest hij toch alweer lachen, en hij zei: „Toch is het lekker! Ik kom hier eens meer hoor. Maar dan zal j ik voor dat dui- velsche spul wel oppassen." Men kan op deze tentoon.-'oiling ook thee leeren drinken, of, beter gezegd, thee lee- ren zetten, want dat kunnen er bij ons nog niet veel. Op het mooiste plekje van den tuin, daar waar men een heerlijk kijkje heeft over het water, waarop een Inlandsche prauw wie gelt, heeft de Vereeniging voor de Thee cultuur in Nederlandsch-Indië een thee- schenkerij ingericht, met het doel, het pu bliek de Ned. Indische thee te laten proe ven, gezet op de wijze waarop thee behoort gezet te worden, om den smaak ervan het best tot zijn recht te laten komen. En ie der die hier voor tien cents een kopje thee bestelt, krijgt daarbij gratis nog een ge bruiksaanwijzing voor het zetten er van. Een heel practische maatregel; misschien zal daardoor langzamerhand bereikt wor den, dat je ook in Nederland buitenshuis thee zal kunnen krijgen, die wat anders is dan bltterwater, dat eerst met veel suiker en melk drinkbaar gemaakt moet worden. ARTHUR TERVOOREN. .A De gamelan, bespeeld door leden der Haagsche vereeniging „Eurasia", die ook meer. malen Zaterdagsavonds gala-voorstellingen geven van Indische tooneelkunst Verkeersongevallen. Het drukke verkeer van gisteren heeft te Overveen weer eenige ongevallen veroorzaakt, die gelukkig niet al te ernstige gevolgen hebben gehad. Op den Zijlweg, hoek Zandvoorter pad reden gistermorgen twee auto's tegen el kaar. Beide auto's werden licht beschadigd Op het politie-bureau kregen beide be stuurders gelegenheid de schuldvraag op te lossen. Op het Zandvoorter pad, hoek Korte Zijlweg, reed de wielrijder B. uit Amster dam, die van plan was den Zondag aan het Zandvoortsche strand door te brengen, te gen een van den anderen «kant komende auto. De De heer B. werd tegen den grond gesmakt en bleef met eenige verwondingen aan het hoofd bewusteloos liggen. In het jolitie-bureau binnengebracht, werd hij per auto van Mathot naar een ziekenhuis te Haarlem vervoerd. Enkele uren later kon hij evenwel naar zijn woning te Amsterdam vertrekken. j Op den Duinlustweg, nabij Elswoutshoek, reden een motorrijder en een wielrijder te- i gen elkaar in. De fiets werd onbruikbaar gemaakt en de wielrijder moest door het publiek geholpen worden, dat hij z'n weg weer kon vervolgen. Ten slotte toerd een auto uit Amsterdam zoodanig aangereden, dat een gebroken tree plank, een vernield spatbord en een scheef geduwde lantaarn er het gevolg van waren. Reuter seint uit Londen: De Amerikaansche kapitein Mc. Goldrick is in Engeland aangekomen om toebereidse len te makon voor een vliegtocht van Croy don naar Montreal. Het rouwbezoek in de Chapelle Ardente Groot, zeer groot was het getal personen, voornamelijk parochianen en oud-parocl.ia- nen van Zijn Hoogeerw., dat va nde openge stelde gelegenheid gebruik maakte om hun beminden pastoor nog éénmaal te zien, nog éént.aal zijn vriendelijk zacht gelaat te be schouwen, het diep in het geheugen te pren- t~ Groot ook was het getal geestelijken uit den omtrek, dat in den loop dezey dagen de doodenbaar van Zijn Hoogeerw. bezocht heeft. Ook vele niet-, atholieke inwoners van Vogelenzang merkten wij op, hetgeen be wijst, hoe Zijn Hoogeerw. in geheel Vogelen zang bemind werd. Zondagmiddag kon men van 4 tot 6 uur in "te kerk bij het stoffelijV overschot van Zijn Hoogeerw. bidden. Het is daarvan dat door zeer velen gebruik gemaakt werd. Om kwart over zeven zijn de Metten ge zongen. Agens was de Hoogeerw. Heer Mr. M. P. J. Möilmann; diaken de vloot-almoeze- nier J. Alink, oud-kapelaan der parochie; sub-diaken, kapelaan W. Neijsen, oud-kape laan der parochie; staf kapelaan J. Schmidt (deservitor)cantores waren rector Jansen, Schmidt van het St. Bavo-Gesticht te Noordwijkerhout en kapelaan Van Gaste len uit Sassenheim. Van de kanunn":en waren aanwezig: Mgr. H. J. M. Taskin, Vicaris-Capitularis ;^egent Th. Ebbinkhuizen van het klein-seminarie „Liugevekf', te Heemstede, Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt, deken Dessens, verder mgr. Holiërhoek. Onder de geestelijken merkten wij nog o.m. op: Dr. Vlaar, van het Lyceum te Overveen; pastoor Verdegaal. zoon der parochie; pas toor Hafkenscheid, oud-kapelaan der pa rochie; Rector Kleintjes van Oegstgeest; prof. Vis van .Hageveld"; Deken Borsboom van Noordwijk; pastoor IJzermans van Het isted'e; pastoor Thoman en zijn kape laans van Lisse; Pastoor Wassen van Ben- nebroek, Recto"; Kok van Bloemendaal en Pater Buschman, assistent. Hedenmorgen had de uitvaart plaats. Het kerkje te Vogelenzang, toegewijd'" aan O. L. Vrouw Hemelvaart, dat met haar mozaïek, haar beeldhouwwerk, haar slan ken .ouwstijl, zonder door een enkele pi- 1- hinderlijk onderbroken te worden, tot een der mooiste kerkjes van de bollenstreek behoort een kerk, waarop men in Voge lenzang trotsch is was nu in diepen rouw gehuld.. De anders zóo talrijk aanwezige bloemen, welke aan hét kerkje een prettigen aa:.Jik geven, ontbreken nu. Rouw, alles is in diepen rouw gehuld Ooi: de aanwezigen, die dezen morgen het kerkje vullen, zoodat geen enkel plaatsje onbezet blijft, voelen, begrijpen den rouw, die met den dood van den Deken men was hem steeds zoo blijven noemen, als zijn eere-tiiel van Deken Zondag over hen gek _nen is. De orde-commissarissen, de heeren Th. Remerswaal, P. Freriks en G. Mooijklnd, verrichten nuttig werk, zoodat alles in., de meest volmaakte orde verloopt. Lang vóór de aanvang van de Lauden, was de kerk opgepropt met belangstellenden. Op de geresrveera'e plaatsen merkte wij o.r-. op; Wethouder Nedevhasselt van Bloemendaal de complete R. K. Raadsfractie, dr. van Aalst huisarts, J. van Snippenberg, vertegenwoor diger van het Polderbestuur, vertegenwoor digers van alle R. K. vereenigingen te Voge lenzang en de 7de klas van de „St. Jozef school" met personeel. Het Hoogwaardig Kapittel, wat geheel tegenwoordig was, voorts mons. dr. A. Hen- sen, mons. de Gruyter, deken Borsboom van Noordwijk, vlootaalmoezenier, Alink, prof. P. Brüggeman, deken Rengs en deken Jansen van Hageve'id, rector Kleintjes enz. Plots wordt de stilte verbroken door de L-.chte droefgeestige klanken van het mooie orgel een geschenk der parochianen aan hun beminden herder bij zijn gouden priesterfeest. Agens is: Mons. H. 3. M. Taskin, Vicaris Capitularis; Caeremoniarius, kapelaan J. Schmidt, can tores: Rector Jansen Schmidt en kap. van Gastelen: diaken; Pastoor Verdegaal; sub diaken: pastoor Hafkenscheidt, oud-kap. Verder merkten wij o.m. op: De psalmen, zuiver gezongen door het plaatselijk kerk-zangkoor, golven door de doodstille ruimte, een weemoedigen, plech- tigen indruk achterlatend. Schoon, wonder schoon bereiken de stemmige liturgische gezangen onze ooren, ontroeren ons en her inneren ons er steeds aan, dat weder een van onze meest beminde vooraanstaande geeste lijken van ons weggenomen is. Dan neemt het H. Misoffer een aanvang met denze'fden celebrans en dezelfde assi stentie. Het „Requiem" klicht plechtig door de kerk en laat een diepen, beklemmenden in druk achter. De consecratie volgt onder eerbiedige stilte, de Communie en eindelijk het laatste Evangelie. De celebrans en assistenten nemen plaats, terwijl de krachtige figuur van den Hoog eerw. heer G. C. van Noort, kanunnik en oud-professor van de dogmatiek te War- mond, een vriend van den overledene, pastoor van den H. Willibrord b'nnen de j Veste te Amsterdam den preekstoel bestijgt. LIJKREDE KANUNNIK G. C. VAN NOORT Disclte a me quia mitis sum et humilis corde. Mt. 11. 29. We staan hier bij de lijkbaar van een man, wiens afsterven meer dan een jaar lang door ons allen voorzien en verwacht werd, maar dat toch allen vervult met op rechten rouw, omdat we beseffen dat zijn heengaan in ons hart een plaats open laat, die niet meer zal worden ingevuld. Bij de lijkbaar van een man die in zijn lange leven nooit iets gedaan heeft, dat opviel, waarover in breeden kring met ophef gesproken werd, maar die in al de bedieningen, die hij ver vulde, heeft uitgemunt door stipte, trouwe en volhardende plichtsbetrachting; van wien iedereen voelde dat hij een voorbeeld was van stille maar hooge deugd, die in elke omgeving, waarin hij geplaatst werd, piet slechts de hoogschatting en den eerbied, maar ook de hartelijke toegenegenheid, ja ik mag zeggen de warme liefde was voor iedereen. Een man die niet enkel geen vijanden had, maar die door zijn eenvoud en blijheid en goedheid een zeldzame aantrek kingskracht oefende op hoog en laag, op jong en oud. Hij heette zoo niet maar hij was een echte Desiderius Amandi. Het zou weinig strooken met het karakter van den overledene, zoo Ik beproefde om hier een plechtige lijkrede te houden: elk vertoon van plechtstatigheid bracht om zijn lippen dien fünen glimlach en ontlokte aan zijn oog dien guittgen blik, half van gering schatting en half van medelijden, die aller duidelijkst zeiden, hoe afkeerig hij daarvan was. Geen plechtige rede, maar een een voudig woord van waardeering en van dank bare herdenking. „Leert van mij, omdat ik zachtmoedig en nederig van harte ben." Dat zijn de woorden van Christus onzen Heer en we zijn zoo ge woon die woorden te hooren en te nemen als reine waarheid, dat het haast een soort van profanatie lijkt ze te leggen in den mond van een mensch, zelfs een voorbeeldigen mensch. En toch de kerk zelf laat ons bid den: Jezus, die zachtmoedig en ootmoedig van harte zijt, maak ons hart gelijkvormig aan Uw hart." Welnu, waar het dan geldt een man die reeds door zijn natuurlijken aanleg er voor gemaakt scheen om in zacht heid en ootmoed den Goddelijken Zaligma ker na te volgen, een man, die bovendien levenslang door gestadigen toeleg zich ge oefend heeft om bijzonder in die twee deug den zij n Meester naar best vermogen te be naderen; kan er daar iets oneerbiedigs^ in gelegen zijn. het woord van den Meester te leggen in den mond van den dienaar, niet alsof we den afstand tusschen beiden ver geten, maar omdat we overtuigd zijn hoe groot en hoe verdienstelijk het is het ideale voorbeeld dat niemand nooit evenaren kan, ook maar van verre te hebben nagevolgd? „Leert van mij, omdat ik zachtmoedig van harte ben." Was niet bescheidenheid, zacht heid, vredelievendheid de voornaamste grondtrek van zijn karakter? Bijna vijftig jaren heb ik hem gekend, gedurende een lange reeks van jaren van zeer nabij ge kend. En als ge me vraagt, hebt gij den overledene ooit in drift gezien, hebt ge ooit harde hartstochtelijke woorden uit zijn mond gehoord, dan kan ik zonder aarzelen antwoorden: neen, nooit. En het zou me sterk verwonderen als er onder u allen, zijn vrienden, zijn parochianen, zijn huisgenoo- ten, iemand was, die zeggen kon: ik heb dat wel eens van hem ondervonden. Niet waar: Pastoor Zondag was de goedheid in persoon. Niet zóó, alsof hij alles van zijn kant liet gaan, niet zóó, dat hij voor zijn overtuiging of voor zijn plicht niet opkwam, niet zóó, dat hij geen neen wist te zeggen, waar het noodzakelijk „neen" wezen moest, maar zóó, dat hij altoos meegaande was, waar hij het maar even wezen mocht, dat hij, nimmer zijn rustig karakter verloor en dat zachtmoedigheid altijd de grondtoon was van heel zijn spreken en handelen. Voorwaar hij wist medelijden te hebben met de dwalenden en de zondaren; hij heeft het geknakte riet nooit gebroken en het nog smeulende lemmet nooit uitgedoofd. En juist omdat hij zoo echt goed was, zoo beschei den, zoo voorkomend, in één woord zoo zachtmoedig, daarom djong het zoo diep in de harten en werd het zoo bereidvaardig opgevolgd. Men wilde van hem leeren, men wilde zich door hem laten lelden, omdat hij zachtmoedig was: „Leert van mij, omdat ik ootmoedig van harte ben." Niemand is zacht, die hooghartig ls of die zichzelven zoekt. Is er iemand on der u allen, die door den overledene ooit uit de hoogte behandeld werd? Wien hij zijn meerderheid of zijn waardigheid ooit wilde laten gevoelen? Zeker, gij zult zijn priester lijk gezag en zedelijk overwicht beide ge voeld hebben, te dieper gevoeld hebben, naar mate ge nader met hem. In aanraking kwaamt; maar dan was dat zijns ondanks en zóó, dat het niet neerdrukte, maar ver trouwen inboezemde en opbeurde, want heel zijn veeljarig pastoraat in uw midden kan immers worden gekenmerkt in dat ééne woord des evangelies: „Ik ben in uw mid den, als een, die dient, als een, die in een voudige bereidvaardige toewijding zich gaf en alle dagen weer gaf tot in zijn hoogen ouderdom toe voor alles wat bevorderlijk was voor uw welzijn." Zichzelven niet zoeken, zijn eigen eer niet en zijn eigen belangen niet, dat is het echte kenmerk van een nederige. De ouderen onder u weten, wat een moeilijkheden, wat een bittere, pijnlijke zorgen de overledene in den eersten tijd van zijn pastoraat hier te dragen heeft gehad. Welnu, zoo het eenigszins mogelijk was. heeft hij over zijn zorgen en kommer ge zwegen, zelfs tegenover zijn beste en meest vertrouwde vrienden. Uit verschillende aan wijzingen hebben wij die hem het naaste stonden later kunnen opmaken, dat hij daarbij een aanzienlijk deel van zijn per soonlijk vermogen had ingeboet in zulk een mate, dat hij er ten leste zelf in zorgen over gekomen is, maar niemand, die daar ooit een woord over gehoord heeft! Dat behoefde niemand te weten, hij wilde er noch voor gedankt noch voor geprezen wor den. En zoo ging het, laat het dan zijn op kleiner schaal, bij velerlei gelegenheid: de linkerhand mocht nooit iets weten van het vele goede, dat de rechterhand deed! Nooit heeft de overledene zijn eigen eer ge zocht, maar ook niet zijn eigen belang. Wat bleek dat duidelijk in de dagen zijner ziekte. In het voorjaar 1928 begreep hij, dat het einde langzamerhand naderde en dat hij voor zijne parochie weinig of niets meer zou kunnen doen, maar rees ook dadelijk bij hem de gedachte, dat hü dan ook niet lan ger in zijn pastorie blijven mocht, dat hü geen lastpost voor zijn parochie worden mocht. En hoe smartelük hü" dat ook aan voelde. hij maakte het voornemen om ergens in een gesticht zijn laatste dagen te gaan slijten. Wat heeft het zün vrienden een moeite gekost, hem te overtuigen, dat Ipj dit PÜnlijk offer waarlük niet behoefde te bren gen, dat hij na zes-en-twintig jaren zün beste krachten te hebben gegeven, het einde toch wel rustig mocht afwachten te midden der zijnen, al kon hij dan voor zün paro chianen niet emer doen dan bidden en zichzelve opofferen. Parochianen van Voge lenzang, wat zou het u een leed gedaan heb ben uwen goeden ouden herder, in de dagen zijner ziekte te zien wegtrekken om elders te midden van vreemden als een onbekende te sterven! En nu, 't is vandaag de feestdag van St. Adelbert, metgezel van den H. Willibrordus, een der roemrükste apostelen in ons vader land. Van den H. Adelbert zingt de kerk in haar Getijden: „In den geest van ootmoedigheid was hü welbehaaglijk aan den Heer en werd opge nomen ten hemel." Zouden we dat woord in zün geheel, niet enkel voor het eerste, maar ook voor het laatste gedeelte reeds mogen toepassen op onzen dierbaren overledene? We hopen het, ik durf gerust zeggen, we vertrou wen het. Maar we weten het toch niet. Het oordeel van Christus ls zoo andere dan het oordeel der menschen en God vraagt zooveel van degenen, die hij een leven lang met zoo veel genaden van voorkeur overladen heeft. Daarom bidden, blijft bidden, veel en harte- lük voor uw overleden herder. En als ge dan meent en vertrouwt dat zijne ziel het wel niet noodig zal hebben, laat dan uwe gebeden en uwe offers ten goede komen aan zoovelen. die eenmaal zün geestelüke kinderen en mede-parochianen, uw broeders en zustere waren en die thans nog zuchten in het Va- Binnen enkele weken, in alle geval vóór 1 Augustus a.s., zoo verzekerde men ons, zal de parochie Zandvoort haar nieuwe kerk in gebruik kunnen nemen, welke evenals de oude, toegewüd zal zün aan St. Agatha. Een nieuwe kerk was er in Zandvoort wel noodig, want het oude gebduw kon sinds lang niet meer voldoen aan de eischen, die men er redelükerwijs aan stellen moest, im mers ieder jaar, en dan steeds in het zo merseizoen, deed het gebrek aan voldoende plaatsruimte zich steeds nüpender voelen. Honderden badgasten, die dan des Zondags de H. Mis kwamen hooren, konden dan, on danks het feit, dat het aantal H.H. Missen op die dagen sterk werd uitgebreid, nauwe lijks een plaatsje vinden. Het gebouw zelf werd intusschen ook te oud en kon nauwelüks een sieraad voor de tweede badplaats van ons land genoemd worden. Menig jaar geleden waren de plan nen voor een nieuwe kerk daarom dan ook reeds in voorbereiding, waaraan pastoor Bohl z.g. zijn beste krachten gegeven heeft. Het plotseling overlijden belette hem de verwe- zenlüking ervan nog te zien en het is thans den tegenwoordigen pastoor, den zeereerw. heer C. Wünker gegeven de nieuwe kerk voor zün parochie te bouwen. Nog enkele weken en ze zal ingewüd kun nen worden. De bouw is voorspoedig gegaan; men zag het metselwerk lederen dag als 't ware hoo- ger verrijzen. Half Januari werd de eerste spade in den grond gestoken en binnen een half jaar hoopt men nu het werk te kunnen afleve ren. Opmerkelük vlug dus. Sommigen onzer lezers zullen wellicht den ken. dat dit toch voor zulk een bouwwerk te vlug ls. Toch schijnt dit in 't huidige geval niet zoo te zün, naar men ons verzekerde. Men dient Immers rekening er mede te houden, dat zich geen enkele stagnatie van betee- kenls gedurende den bouwtüd heeft voorge daan; dat verder, behoudens enkele sneeuw- dagen van Januari, het weer voor het werk gunstig is geweest en dat juist full speed is gewerkt met de vooropgezette bedoeling, zoo spoedig mogelijk gereed te zün, om de nieu we kerk nog dezen zomer te kunnen gebrui ken. Daarin is men vrijwel ook geslaagd. Het groote kerkgebouw, dat zoowel In- als uit wendig zijn voltooiing nadert, treft bü de eerste beschouwing reeds dadelijk door zün fraaie constructie en statig figuur. Het ontwerp van den bekenden architect Pierre Cuypers is van büzondere kwaliteit en zal een interessanten indruk maken op den- gene, die Zandvoort komt bezoeken. Immers, het ligt juist aan den ingang van de kom der gemeente, aan het einde van de Zandvoortschelaan en sluit den Oostelüken hoek van de Groote Krocht monumentaal af. Uit dit oogpunt bezien is de kerk een niet geringe aanwinst voor Zandvoort. Bij het binnentreden van het gebouw treft u de sierlüke hoogte der gewelven, die het interieur een slanken vorm geeft. De gebrandschilderde ramen laten vol doende licht toe en scheppen er een intimi teit, die in andere kerken dikwüls ver te zoeken is, en dat, terwül er toch niet min der dan voor 900 zitplaatsen ruimte is. De zügewelven, die alleen in den tüd van het badseizoen, wanneer dus het aantal pa rochianen aanmerkelijk grooter is, zullen ge bruikt worden, zün ruim en bieden een goed uitzicht op het presbyterium. Trouwens van alle züden concentreert zich de aandacht op het hoofdaltaar. Een groote nis overwelft het grootendeels en de achterwand is benut om er een schit terend mozaiek in aan te brengen. De kunstenaar Lourüsen maakte er he' ontwerp van en de uitvoering (het is thans gereed) maakt een zeer sterken indruk. D® uitbeelding van den Goddelüken Verlosser aan het Kruis, waarvan een hemelsch licht uitstraalt, is overweldigend. Daarnaast de figuren van Maria en Joan nes, terwül van den voet van het Kruis een stroom van genaden vloeit, die Jezus door zijn kruisdood ons geschonken heeft. Men kan zich voorstellen welk een indruK de plaatsing van het marmeren hoofdaltaar aan den voet van dit mozaiek zal maken. Nu wij hier toch spreken over het hoofd altaar, mogen we er wel even gewag v&n maken; dat dit hoogaltaar een geschenk is van de parochianen en als men de cijferS hoort noemen van de kosten, die zulk een altaar meebrengen, dan krijgt men bewon dering voor Zandvoorts parochianen, dis zulk een prachtwerk voor hun nieuwe kerk schonken. Behalve dit hoofdaltaar zullen aan weers- züden nog twee kleinere altaren verrijzen. De communiebank, zoowel als de preek stoel zullen uit graniet vervaardigd zün- Maar buiten dit alles is er nog meer, wa' de aandacht vraagt. Zoo uist spraken wü in 't kort over de ge brandschilderde ramen. In dit opzicht is iets büzondere mede deelen. Het geldt hier n.l. een systeem, waar van goed succes verwacht wordt. Men heeft dubbel glas aangebracht, aan de buitenzijde het gewoon doorzichtig ven sterglas en aan de binnenzüde de gebrand schilderde ramen. Dit is aldus gedaan, otn te verhinderen dat het 's winters te koud en zomers te warm in de kerk zal zün. Bovendien is terzijde van het ruime zang' koor een ventilator-installatie, die voor v°'" doende luchtverversching zal zorgen, 'erJ wül een verwarmingsinstallatie nabij 11 presbyterium is aangebracht. t Deze methode om de temperatuur in gebouw zooveel mogelijk te regelen zal oö" getwüfeld zeer geapprecieerd worden. Vermelding verdienen nog verschilled, détails, die ons bij een bezoek aan het bouw werk opvielen. Aan de zuilen, eveneens van gepolüst gr9' niet, aie de spanten dragen, zyn in het ge niet de koppen der twaalf Apostelen uit houwen. Aan iedere züde der kerk zes. In de wanden der zügalerijen heeft bouwer een vlechtwerk-metselen toegepas waartusschen geglazuurde tegeltjes een mo°l cachet geven. De vloer der kerk zal voor zoover er ban ken op geplaatst worden, van hout zün. de gangpaden worden van tegels voorzien. l-|e zoldering der groote en kleine gewelven |s vervaardigd van geolied en gelakt Ameri' kaansch grenenhout dat eventueel later nog beschilderd zal kunnen worden. Tusschen de pannen, die het Kerkgebouw dekken, en de grenenhouten zoldering ls een vilt-bedekking aangebracht, waardoor het geluid van buiten gedempt wordt, terwijl tevens daardoor elke lekkage is uitgesloten. Rest ons nog den toren, die 34 Meter hoog zal worden. Op dp spits wordt een kruis geplaatst van 314 meter hoogte, zoodat het gevaarte in totaal 38 meter ongeveer zal reiken. De klok- kenkamer zal van drie splinternieuwe lui klokken voorzien worden, die omstreeks Augustus zullen arriveeren. Vier wüzerplaten van graniet draagt de toren ten slotte en, waar de'cijfers op deze wijzerplaten verguld zullen worden, zal een duidelyke aflezing van den tijd niets te wenschen overlaten. Kortom dus een sierlijk voornaam bouw werk, waarmede ook de aannemersfirma Venhoven en Evers uit Heemstede zeker alle eer zal inleggen. gevuur. En moge het gebed en de offers uwer liefde allereerst züne ziel, maar met haar ook de zielen van al degenen, onder wie hü geleefd en voor wie hü gewerkt heeft, geleiden voor het aanschün van God in den hemel, die in eeuwigheid is de vreugde en het geluk en de, zaligheld züner uitverko renen. Amen. De absoute Onder volmaakte orde verlaat men de kerk;, de lükbaar wordt door het collectanten-colle ge naar het kerkhof gedrag,en de geestelijken volgen, dat de offlcleële genoodigden en ein - delijk de overige belangstellenden. Een der plechtigste oogenblikken volgt nu nog: de absoute. De absoute wordt verricht door Mgr. H. J. M. Taskin. Dan keeren allen nog in gedrukte stemming over het verlies van hun beminden pastoor, oud-deken en kanunnik huiswaarts. De droeve treffende plechtigheid is ge ëindigd. Onder de plechtigheden in de kerk werd een bidprentje uitgedeeld. Orde-maatregelen waren bulten door den heer Lobkerse, geassisteerd door de Bloemen- daalsche politie genomen, aoodat alles een rustig verloop had. In geen jaren had het anders zoo rustige Vogelenzang zoo'n ontzaggelük aantal gees telijken gezien. Het geheel stond onder de goede leiding van kap. J. Schmidt. DE UITVAART VAN KANUNNIK ZONDAG Het stoffelijk overschot, opgebaard in bet Presbyterium

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 8