/n
ONZE VROUWEN RUB RIEK
regenmantels
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
BLADZIJDE
DERDE BLAD
REGENAVOND
VROUWENTRANEN
Het waterdicht maken
van wollen en andere
stoffen
Regenschermen
GEEN REGEN BINNENSHUIS
EERSTE HULP BIJ
STORTBUIEN!
Zouden we regen
krijgen?
O, die modderspatten!
Aan mijn ruiten tokkelt de regen,
UI, als op een guitaar;
Ik reik naar de kist met brieven,
Die ik sinds lang bewaar.
Daar wachten stemmen van vroeger
en geduldig als nooit tevoor
Op zoo'n dag als vandaag, dat ik gretig
Naar hun stervende echo's hoor.
Ik schuif met mijn rug naar den regen.
De luchten zijn buiten grauw
In mijn doos slapen zomersche dagen
En jaren van wolkloos blauw.
Ik zoek in mijn tooverkistje
Ik loop door een tuin in Mei.
Ik heb mijn armen vol rozen.
Een stem jubelt achter mij......
Ik wend de vergeelde bladen
Nu stuur ik een smalle boot
Door het rimpelloos avondwater
De zon bloedt achter ons dood.
De wimpels hangen te droomen.
Bont wiegen de lampions
De dag is van bpbrd gesprongen
Met wijsjes troosten wij ons
Hoor ik geen snaren neuren?
Oud deuntje huppel je daar?
Aan mijn ruiten tokkelt de regen,
IJl als op een guitaar
MACHTELD.
U' kent natuurlijk de mop van den
machtigsten waterval ter wereld
Een paar maanden geleden waren alle
geïllustreerde tijdschriften ermee verge
ven. Toch zou Ik durven beweren, dat't
een vorlge-eeuwsche aardigheid is, weer
opgedolven, zooals 't dikwijls met die
dingen gaat, zonder dat Iemand zich af
vraagt, of ze op 't oogenblik nog even
goed geslaagd mag heeten als toen het
moppenblad van vijf en dertig jaar ge
leden er voor 't eerst mee kwam aan
dragen.
Wat men ook mag keuvelen over het
eeuwig en onveranderlijk vrouwelijke, er
valt niet aan te twijfelen, dat een hee-
leboel kuurtjes en coquetterietjes, die "n
"vijftig jaar geleden nog 'n soort van
schoone kunst vormden, waarin sommi
gen het heel ver hadden gebracht, te
genwoordig in discredlet zijn geraakt. De
vrouwen, wat men ook mag beweren,
zijn wel degelijk veranderd, zooal niet
in him eeuwige en onsterfelijke coquet-
terie, dan toch in de manier, waarop ze
daaraan uiting geven.
Weinig jonge vrouwen zullen tegen
woordig nog probeeren, met tranen hun
zin door te drijven! 't Is trouwens nau
welijks meer noodig! We doen een
voudig onzen zin en daarmee uit! Nie
mand legt ons dan verder iets in den
weg. En hierin schuilt ten slotte het
heele geheim. Wanneer we goed laten
uitkomen, hoe vanzelfsprekend we 't
vinden, dat we onzen gang gaan, en de
onschuldigste en pijnlijkste verbazing
huichelen bi) eenige mannelijke critiek,
zullen maar weinigen onder de heeren
der schepping den moed hebben, 'n gek
figuur te slaan met 'n verbod, dat wij
zullen begroeten als "n goede mop! De
vrouwen van "n vijftig jaar geleden
vroegen: „mag lk?" en gaven daarmee
al bun eigen twijfel aan de toelaatbaar
heid van hun voornemen te kennen! Ze
suggereerden hun heer en meester ge
woonweg 't nuttige en wenschelijke van
een weigering! Tegenwoordig stellen we
hen voor 't eene fait accompli na het
andere met een bedaardheid, die hun
geen gelegenheid meer biedt, op t fan
tastische Idee van verbieden te komen.
En t draaierige gevoel van, ondanks alle
gezonde, rondborstige kalmte in ons op
treden, meer voor den gek gehouden te
worden dan ooit, dat hen soms naar
hun hoofd doet grijpen met de vraag,
of zij nu idioot zijn of wi), is niets an
ders dan 't onderbewuste gemis aan die
kostbare gelegenheid.
Een vrouw vraagt niet meer In onzen
tijd, ze kondigt alleen maar aan. Aller
vriendelijkst en volmaakt onbevangen.
Schijnbaar ls alles ln orde en precies
zooals 't zijn moet, en toch rijzen 'nman
de haren te berge en is 't hem soms
zeldzaam onbehaaglijk te moede, 't
Woord: verbieden, dat hem van nature
zoo na aan 't hart gewassen is, durft hij
nauwelijks meer in gedachten uit te
spreken. Vroeger, toen zooiets met een
vloed van bittere, maar machtelooze
tranen begroet werd, kon hij zich hoog
stens 'n bruut voelen "n nèAr gevoel
maar tegenwoordig zou hij voelen dat
hij zich belachelijk maakte, en dat ls
veel erger. Dat komt, omdat wi) met
onze nieuwerwetsche tactiek niet langer
op zijn gemoed werken, maar op zijn
gevoel van eigenwaarde, geen beroep
meer doen op zijn goed hart, maar op
zijn bruikbaarheid en moderne breed
heid van opvatting. En dat is heel wat
geraffineerder. Want een man kan een
goed, groot hart hebben zijn men-
schelijk opzicht ls toch altijd nog 'n
Ietsje grooter. Hij is niet langer wreed,
wanneer hij ons dwarsboomt alleen
maar achterlijk. En dat acht hij een
veel grievender beschuldiging.
We kunnen dus onze tranen als ge
vechtsmateriaal in den ongclijken strijd
tegen het sterke geslacht voortaan spa
ren. De moderne vrouw schreit betrek
kelijk weinig, en na de kinderkamer-ja
ren niet meer als middel om haar zin
te krijgen. Bovendien is ze te nuchter
om te gelooven, dat het haar aantrek
kelijkheid ook maar eenigszins verhoogt.
Alleen ln feuilletons worden schoone
oogen nog schooner wanneer er tranen
ln glinsteren in de onbarmhartige
werkelijkheid krijgen ze roode randjes en
worden beduidend kleiner.
Het vrouwentype, dat na elke ver
knipte jurk of woordenwisseling met
een vriendin moet „uithuilen" en glaas
jes water drinken, is echter nog niet
lieelemaal uitgestorven. Als lk ooit dui
delijk voel, dat ik indertijd eigenlijk als
jongen bedoeld geweest moet zijn en dat
ze zich Boven op 't laatste oogenblik
met me bedacht hebben, dan is het,
vTanneer ik zoo'n heftig-snikkende
vriendin op den schouder sta te kloppen,
met de wetenschap dat een gebroken ro
zen-bowlt je (geen kristal) de oorzaak ls
van haar hartverscheurend verdriet. Op
zoo'n moment kan lk me volkomen op
het mannelijk standpunt tegenover
„vrouwengezanik" verplaatsen. Wie ooit
zoo'n snikkend en klagend slachtoffer
au serieux genomen heeft» kent ook 't
miserabele gevoel van 'n figuur te slaan,
wanneer ze, nog vóór je gevoeligste mee
lij-speech ten einde is, plotseling op
klaart en zichzelf uitlacht (en jou ook,
is je pleizierige overtuiging). Je hebt ook
menschen, die iSJ» een dergelijke wan-
hoopsstemmiug schrijven of opbellen, en
wanneer Je dan onmiddellijk een ant
woord zendt waarin je je heele, eenigs
zins schuwe hart legt, en daarna zelf
toesnelt om te zien of 't geholpen heeft,
komen ze je stralend tegemoet en weten
soms niet eens zoo gauw wat je bedoelt,
als je met tactvol gedempte stem vraagt,
hoe ze er nu onder zijn. Ais ze 't zich
herinneren, proesten ze. En dan krijg je
waarachtig op den koop toe nog 't ge
voel, of jij je hebt aangesteld inplaats
van zij!
Na die ervaring beschouw je je be
scheiden talent voor 't houden van
troostredenen met bijbehoorend gebaren
spel als "n beetje te goed om 't bij der*
gelijke gelegenheid te grabbel te gooien,
en sta je tamelijk harteloos en laconiek
naast de beproefde martelares en klopt
haar op den schouder, meer geïrriteerd
dan deelnemend. En vraag me niet, wat
een man met haar zou aanvangen, hij,
met zijn dagelijksche ondervinding van
zakelijke, nuchter-denkende vrouwen!
Nee heusch, de machtigste waterval
ter wereld heeft zijn glorietijd gehad I
MACHTELD.
15 Gram vischliJm in I L. gedistil
leerd water.
30 Gram aluin In 1 L. kokend water.
30 Gram witte zeep Jn een L. wa
ter opgelost
Elke oplossing flltreeren, bijééngleten
en aan het koken brengen.
Het weefsel wordt met deze vloeistof
door middel van een borstel bestreken,
dan gedroogd, daarna nogmaals met de
vloeistof bewerkt en eindelijk met een
in ziuver water bevochtigden borstel over-
gestreken, vervolgens gedroogd.
De eeuwig-zwarte, aan alle kanten
puntig uitstekende, onsierlijke parapluie
is verdwenen, voorgoed? Wij hopen het
van ganscher harte. Of, zijn er werkelijk
nog menschen, die de voorkeur aan dat
lange, bijna op de straat stootende
monster geven, boven de smaakvolle,
practlsche moderne parapluie (tompou-
ce) feitelijk „en tout cas" genaamd, een
regenscherm, hetwelk men tevens voor
zonnescherm kan gebruiken, of omge
keerd, een parasol, die ook als parapluie
dienst kan doen.
Maar aan het woord „en tout cas" en
het gebruik der parasol kunnen we hier
nog steeds niet wennen.
De nieuwste parapluie die we zagen,
was van zeer mooie ln elkaar over
gaande, contrasteerende kleuren, geel,
oranje, met donkerblauw, of andere tin
ten, ln ruit en rtoorloopende patronen.
Effen gekleurde parapluies ziet men
niet zoo veel meer, enkele bijzonder mooie
dofzijden parapluies met breeden, glim
mend zijden rand ln dezelfde kleur.
Het meest op den voorgrond tredende
model is- de zestiens-baans-parapluie, in
overgaande nuances blauw, met lichte
hoornen haak en baleinknopjes.
DINA.
Je ziet ze niet zoo véél meer, de ga
bardine-regenmantels, alléén bestemd
voor stortbuien en motregens; meest
somber van kleur, onsmaakvol; de man
tels, die direct onaangenaam aandoen,
als de zon ook maar weer even door
breekt!
De meer luxueuze waterdichte mantels
winnen terrein. Op het oogenblik wordt
er veel aandacht aan deze mantels ge
wijd.
Men kan kiezen uit verschillende soor
ten. De peau de suède regenjassen schij
nen (zelfs voor heeren) zeer gewild, of
schoon ik meer de voorkeur geef aan den
zijden regenmantel. De glimmend zijden,
diepzwarte, donkerblauwe, bruine en an
dere kleur regenmantels staan bijzonder
mooi, zijn even doelmatig en de prijs ls
niet hooger dan die der andere goede
soorten. Schotsche, zwartwitte en ge
kleurde ruiten, zijn heel nieuw. Ge-
kleede modellen van fijne wollen stof,
duvettine, ja zelfs van kasha (alle wa
terproof) ziet men overal geëtaleerd.
Hieronder twee modellen regenman
tels om zelf te maken.
Model A. heeft een apart opgezet
schouderstuk met aangeknipte mouwen,
van voren aangeknipte biezen en een
dubbelen kraag.
De voorpanden worden met eenige
ruimte aan het schouderstuk gezet.
Verder heeft de mantel smalle cein
tuur, groote zakken en tien c.M. breede
manchetten.
We kunnen voor dezen mantel stof naar
keuze nemen en deze eerst aan den lap
waterdicht laten maken, ofzelf
maken.
Model B. Is van stof (double face),
buitenkant effen, binnefikant geruit. Dit
model heeft smalle schouderstukjes met
aangeknipte mouwen. Vanaf de schou
derstukjes loopen aan den voorkant twee
en van achteren vanaf den kraag één
plooi. Do plooien zijn niet ingestlkt,
maar worden door een smalle ceintuur
bijéén gehouden. De hoog opstaande
kraag is zeer practisch. Degroote zak
ken met overslag worden opgestikt.
Patronen van beide modellen verkrijg
baar a f 1.aan het Patronenkantoor,
Postbus no. I. Haarlem. ANEMOON.
Van oudsher een van de zwaarwich-
tigste kinderkamer-problemen: de re
gendag! 's Winters is het nog zoo erg
niet er komen dan zelfs wolkelooze
dagen genoeg, dat we de kleintjes, we
gens scherpen Noord-Oosten-wind of
verkoudheid in huisarrest houden; ze
wennen er aan. Maar 's zomers, wanneer
iedere zonnige dag beteekent: bulten
ravotten, en iedere regendag: in de ka
mer zitten, is er soms heel wat zorg voor
noodig om te voorkomen, dat het ook
binnen gaat stortregenen!
Ja en toch is er met wat tact en
gezond verstand een heeleboel aan te
doen. Weet u wel, dat bijna geen enkel
kind van nature een regendag ondergaat
als iets naargeestigs, dat zwaarmoedig en
prikkelbaar stemt? Integendeel, zijn
naïeve, verwonderde belangstelling, zijn
primitieve en optimistische waardeering
van al wat het om zich heen ziet, strekt
zich evengoed uit tot de grappige, tik
kelende en glitsende regendruppels als
tot de andere natuurverschijnselen: den
zonneschijn, de rose avondwolkjes of de
maan met haar scheeve gezicht. De over
tuiging, dat 't nu eenmaal onafscheide
lijk bij den regendag behoort, hangerig
en draUerig en landerig te zijn, is hun
niet aangeboren. Ze wordt hun gewoon
lijk gesuggereerd door 't gepruttel van de
grooteren: Ajakkes, 't giet, en nu kun
nen we niet in den tuin thee
drinken en geen boodschappen
gaan doen en die natte kleed
jes niet buiten hangen en wat
ziet alles er triest uit, ajakkes!
Zelf zijn we van dat alles ook niet
heelemaal vrij te pleiten' met ons be
denkelijk opkijken naar de lucht en ons
zuchten over de regen-ramp, alsof er
niets ergers denkbaar was. dat ons vreed
zaam tehuis zou kunnen bedreigen! Zoo
leeren de jongsten geleidelijk-aan den
zomerschen regendag beschouwen als een
soort van huiselijke catastrophe, die met
passend noodgeschrei verwelkomd dient
te worden en die theorie beginnen ze zelf
ook al gauw ln praktijk te brengen.
Kinderen nemen elke losse opmerking
zoo volledig in zich op, voelen elke stem
ming en gelaatsuitdrukking zoo fijn aan!
Wanneer we ln hun bijzijn onze gedrukt
heid onder langdurig slecht weer zoo min
mogelijk uiten, zullen we zeker minder
kans loopen, dat uit onze kinderen van
die ongelukkige menschen groeien, wier
humeur afhankelijk is van lichte of
donkere dagen.
De gangbare manier om kinderen bij
regenweer bezig te houden, beoordeelt
hen naar onszelf, is er op berekend,
hen zooveel mogelijk af te leiden van het
eentonig schouwspel buiten de ramen. Ze
worden met hun rug er naar toe om de
tafel geschaard en aan een bezigheid
gezet die al hun aandacht dient te
boeien (wat lang niet altijd lukt). Dat
is meestal niet eens noodig! Er is ge
woonlijk heelemaal geen afkeer van de
vroolijk-dansende druppels aanwezig,
zooals bij ons. Die kleumerige bezwaren
togen wat nattigheid kennen kinderen
niet, en 't is doorgaans alleen ons ver
bod en niet hun eigen afschrik, die hen
ervan terughoudt, toch naar buiten te
hollen en zich onverstoorbaar te laten
besproeien.
Wat de kleinste peuters van 'n jaar of
drie, vier betreft, die kunnen heusch
halve middagen zoet zijn met 't spel
van de kronkelende watervalletjes tegen
de ruiten en 'n stoel om ze van nabij
met 'n aandachtig vingertje te volgen
of de menschen op straat met hun pa-
rapluie's over de plassen te zien beenen.
Onderdruk niet die natuurlijke neiging om
van zoo'n regendag te maken wat ervan
te maken valt en regelrecnt alleen 't
grappige en aantrekkelijke er uit te ha
len, al beteekent 't misschien een
extra-beurt van de be-ademde ruiten vol
vingertje». Moedig liever aan door mee
leven en mee-opmerken; u hoeft heusch
uw vindingrijkheid niet zoo stuipachtig
af te beulen als sommige paedagogen u
willen doen gelooven: t kind zelf is vin
dingrijker en oorspronkelijker dan wij al
len samen, maar onze belangstelling is
onmisbaar, willen ze op den duur be
vrediging vinden in hun zelf-verzonnen
amusementen.
Waarom alle ramen en deuren an-ijd
zoo angstig gesloten als 't regent? Inre
genen is slechts mogelijk aan één kant
van 't huis tegelijk en wanneer de wind
niet op onze openslaande deuren staat
en 't weer is zacht, is er geen en
kele reden waarom we de kleintjes Uiet
op den drempel zouden laten zitten om
zelf bezigheden te verzinnen (in vijf mi
nuten meer dan ik hier op kan noemen).
Badpoppen en gummi-beestjes aan
touwtjes, die worden uitgestuurd om
douche-baden te nemen en weer inge
palmd, zijn verrukkelijk speelgoed op
deze grens tusschen droog en nat. De-
serteeren van den drempel is natuurlijk
verboden, maar een stevig mouwschort
beschermt tegen kleine vergissingen en
de groote druppels die er 't gevolg van
zijn.
Het zoeken naar het eerste plekje
blauwe lucht, voor 't ontdekken waarvan
een prijs ls uitgeloofd, is minstens om 't
kwartier een welkome afleiding. Wan
neer er een lapje blauw te zien komt,
groot genoeg om een broek voor een
matroos uit te maken, zal 't zonnetje
weer gauw schijnen, vertellen we. De ult-
eenloopende meeningen over de eischen
van den matroos: of hij al genoegen zou
nemen met een zwembroekje óf dat hij
eigenlijk meer een Urker-visscher-smaak
heeft, en de eerzucht, wie hem 't eerst
van 't verlangde kan voorzien, geven
aanleiding tot heel wat beweeglijkheid en
Inspecties voor alle ramen van het huis.
De grooteren laten we een nieuw beek
of gezelschapsspelletje bewaren tot den
eersten dag dat 't regent. Dan zal die
heusch niet met lange gezichten begroet
worden. De nieuwe sensatie is dan een
lichtpunt, dat zelfs kan maken dat er
half-verlangend naar zoo'n dag van
thuisblijven wordt uitgezien!
Werkelijk, kinderen hoeven niet lande
rig te zijn op een regendag, als we 't ze
zelf niet maken door ons voorbeeld en
Integendeel hun natuurlijk optimisme
nog 'n handje helpen en door onze aan
moediging voedsel geven! VETERAAN.
U zult nooit zóó hoeven te jamme
ren over ons onstandvastig klimaat en
de verwoestingen die een geheel on
verwachte slagregen in uw garderobe kan
aanrichten, wanneer u goed weet, hoe
natte kleedingstukken van ulteenloopen-
den aard oordeelkundig en zonder schade
gedroogd kunnen worden!
Daar is de regenmantel een echt
stiefkind, letterlijk geschapen om door
alle hondenweer gejaagd te worden,
naar we meenen. Uit den aard der zaak
kan hij er tegen en heeft dan ook gee
nerlei zorg noodig na het volbrengen van
zijn plicht! Gelooft u dat werkelijk? Dat
ls glad verkeerd. Er moet wel degelijk
naar omgezien worden, wanneer hij dóór
nat is. Hang hem nooit gewoon met de
lus aan den kapstokhaak, maar droog hem
op een nanger, zoo mogelijk op den
tocht en zeker nooit bij de kachel of
het fornuis! Als het rubber aan de bin
nenzijde vochtig is, zooals bij broeiig weer
wel eens gebeuren kan door de warmte
van het lichaam, veeg het dan met een
drogen, ruigen doek af, vóór de jas wordt
opgehangen.
Bont is ook "n ding, dat nooit bij 't vuur
mag komen,wanneer het nat is 1 Is uw
bont in den regen geweest, schud het
dan een paar seconden krachtig uit en
bet het met een zacht doekje nog wat na,
nooit tegen de haren ln. Hang het dan
op den tocht om te drogen.
Een parapluie moet, waar het ook maar
even mogelijk ls, open gedroogd worden.
Is daar geen gelegenheid voor, zet dan
ten minste de dichte parapluie onderstebo
ven, zoodat het vocht niet voortdurend
ln het ijzerwerk afdruipt en de geledingen
van het geraamte doortrekt.
Nat geregende handschoenen worden
hangend gedroogd blaas eerst krachtig
ln de vingers om ze in hun model te bren
gen. Berg ze vooral niet weg, zoolang ze
ook nog maar 'n beetje vochtig zijn ,of ze
kunnen reddeloos gevlekt of gespikkeld
blijven.
Een dikke overjas kan bij de kachel
gedroogd worden, maar zooveel mogelijk
vocht dient eerst te worden afgewreven
piet een handdoek die het goed opneemt.
Leg de Jas op tafel en druk er onder 't
betten met heel uw gewicht op, na van
uw droogdoek een stevige, dikke prop ge
maakt te hebben. Een al te natte jas zal
bij het vuur geweldig gaan stoomen. en
vergeet niet, dat „stoomen" en „krimpen"
gewoonlijk samen gaan, wanneer wollen
stoffen drogen!
Schoenen en laarzen moeten gedroogd
worden met de leesten erin. nooit bii de
kachel en ook nooit met de zolen naar
onder. Leg ze steeds op zijde of onder
steboven. Geschroeid leer vergaat ln den
kortst mogelijken tijd, en zelfs het klein
ste vlekje, op die manier bij het vuur
ingebrand, zal de schoenen onherroepelijk
bederven.
Zijn de zolen van fijne avondschoentjes
zelfs van binnen nat geworden, vul ze
dan met heete zemelen, die na tien minu
ten ververscht worden. Eén keer vernieu
wen is gewoonlijk voldoende. Het kan de
schoentjes geheel bederven, als ze lang
vochtig blijven en bij een kachel mogen
ze immers niet komen! De zemelen kun
nen gemakkelijk op een bakblik in den
oven verwarmd worden.
Een wollen soort iumper of deux-pièces
dat erg nat geworden is, zal het best ln
zijn model blijven, wanneer het liggend
gedroogd wordt op schoone badhanddoe
ken en zorgvuldig in den goeden vorm
gerekt wordt. Leg het op een koele, luch
tige plaats, maar niet in de zon.
Rokken, Jurken en mantels, die aan
een ferme regenbul zijn blootgesteld, moe
ten met zorg opgeperst worden, vóór ze
heelemaal droog zijn, vooral langs den
zoom. Gebruik een heet, zwaar ijzer en
pers aan den verkeerden kant van de stof
en met een doek onder het ijzer.
Voor een mooi vilten hoedje, dat zóó
nat geregend is, dat we voor het mrdel
vreezen, moeten we een beetje moeite
over hebben. We vullen den bol goed stijf
op met proppen vloeipapier (geen kran
ten), spreiden daarna op het omgekeerde
deksel van een flinke doos wat schoon
zand uit, warm als 't kan, en laten den
hoed daarop rusten, terwijl we die plaat
sen van den rand, die dreigen uit te zak
ken of bultig zouden kunnen opdrogen,
met heuveltjes van het zand steunen.
Ook kunnen we een eind band met twee
spelden aan de voering van het hoedje
bevestigen en het, gevuld met vloeipapier,
ondersteboven ophangen. Maar droog het
niet rechtstandig op een hoeden-stan-
daardje, daar dan de natte rand naar
omlaag uitzakt
Met een strooien hoed, die door den
regen slap en futloos geworden ls, kun
nen we het volgende probeeren. Los (wee
a drie lepels suiker op in een kopje warm
water, doe dit mengsel in uw vapo en be
spuit er den, eerst gedroogden, hoed mee,
zonder dien al te nat te maken. Buig dan
den rand in het goede model en droog
hem op het deksel met zand (waarover
nu een doek wordt gelegd .opdat het niet
aan den noed kan vastkleven) hem steu
nend op de verzakte plaatsen zooals bo
ven beschreven werd. Hij zal dan verras
send opstijven en ook zijn ouden glans
terugkrijgen. Maar pas het middel alleen
toe, wanneer uw hoed anders niet meer
te gebruiken zou zijn. Niet iedereen gaat
handig genoeg te werk om de behandeling
tot een succes te maken! VETERAAN^
is een vraag, die iedere Hollander
stelt, wanneer hij een plannetje heeft
voor een dag in de vrije natuur. De
volgende natuur-profetieën kunnen dik
wijls het alles-beslissende antwoord ge
ven.
Al schijnt de lucht ook blauw en on
schuldig, toch is er binnen heel korten
tijd regen ophanden wanneer:
Kippen stofbaden nemen.
De rook uit den schoorsteen omlaag
slaat.
De katten telkens hun snuit wasschen,
met hun rug. naar het vuur zitten of
ongewoon dartel zijn.
Koeien en paarden op het land gaan
liggen en hun halzen rekken om de
lucht op te snuiven.
De vlsschen dicht aan de oppervlakte
zwemmen.
De zwaluwen vlak over den weg vliegen.
Vliegen en muggen bijzonder lastig zijn.
Slakken en kikkers in groot aantal voor
den dag komen.
De wolken in de eene richting drijven
en de rook ln de andere.
Zeewier in kussens en matrassen voch
tig wordt.
De winde haar kelken midden op den
dag sluit.
Kaarsen knetteren wanneer ze worden
aangestoken.
Vloertegels donkere plekken vertoonen.
Een veeren bed loodzwaar voelt en
moeilijk te schudden is.
Rood haaS- krult en kroest!
VETERAAN.
Laat ze met rust, zoolang ze nat zijn;
geen betten of wrijven! Wanneer ze door
en door droog zijn, borstel ze dan af,
bij voorkeur met snelle straffe bewe
gingen, en wrijf ze daarna met een
schijfje aardappel. Laat 't goed droog
worden en borstel opnieuw. Zoo noodig
kan daarna een overgebleven vlekje met
koud water en een scheutje ammonia
verwijderd worden. In plaats van ammo
nia bewijzen een paar druppels benzine
even goede diensten.
Voor zwart goed kunt u de ammonia
bij heete, sterke koffie voegen in plaats
van bü water.