/n ONZE VROUWEN RUB RIEK regenmantels NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT BLADZIJDE DERDE BLAD REGENAVOND VROUWENTRANEN Het waterdicht maken van wollen en andere stoffen Regenschermen GEEN REGEN BINNENSHUIS EERSTE HULP BIJ STORTBUIEN! Zouden we regen krijgen? O, die modderspatten! Aan mijn ruiten tokkelt de regen, UI, als op een guitaar; Ik reik naar de kist met brieven, Die ik sinds lang bewaar. Daar wachten stemmen van vroeger en geduldig als nooit tevoor Op zoo'n dag als vandaag, dat ik gretig Naar hun stervende echo's hoor. Ik schuif met mijn rug naar den regen. De luchten zijn buiten grauw In mijn doos slapen zomersche dagen En jaren van wolkloos blauw. Ik zoek in mijn tooverkistje Ik loop door een tuin in Mei. Ik heb mijn armen vol rozen. Een stem jubelt achter mij...... Ik wend de vergeelde bladen Nu stuur ik een smalle boot Door het rimpelloos avondwater De zon bloedt achter ons dood. De wimpels hangen te droomen. Bont wiegen de lampions De dag is van bpbrd gesprongen Met wijsjes troosten wij ons Hoor ik geen snaren neuren? Oud deuntje huppel je daar? Aan mijn ruiten tokkelt de regen, IJl als op een guitaar MACHTELD. U' kent natuurlijk de mop van den machtigsten waterval ter wereld Een paar maanden geleden waren alle geïllustreerde tijdschriften ermee verge ven. Toch zou Ik durven beweren, dat't een vorlge-eeuwsche aardigheid is, weer opgedolven, zooals 't dikwijls met die dingen gaat, zonder dat Iemand zich af vraagt, of ze op 't oogenblik nog even goed geslaagd mag heeten als toen het moppenblad van vijf en dertig jaar ge leden er voor 't eerst mee kwam aan dragen. Wat men ook mag keuvelen over het eeuwig en onveranderlijk vrouwelijke, er valt niet aan te twijfelen, dat een hee- leboel kuurtjes en coquetterietjes, die "n "vijftig jaar geleden nog 'n soort van schoone kunst vormden, waarin sommi gen het heel ver hadden gebracht, te genwoordig in discredlet zijn geraakt. De vrouwen, wat men ook mag beweren, zijn wel degelijk veranderd, zooal niet in him eeuwige en onsterfelijke coquet- terie, dan toch in de manier, waarop ze daaraan uiting geven. Weinig jonge vrouwen zullen tegen woordig nog probeeren, met tranen hun zin door te drijven! 't Is trouwens nau welijks meer noodig! We doen een voudig onzen zin en daarmee uit! Nie mand legt ons dan verder iets in den weg. En hierin schuilt ten slotte het heele geheim. Wanneer we goed laten uitkomen, hoe vanzelfsprekend we 't vinden, dat we onzen gang gaan, en de onschuldigste en pijnlijkste verbazing huichelen bi) eenige mannelijke critiek, zullen maar weinigen onder de heeren der schepping den moed hebben, 'n gek figuur te slaan met 'n verbod, dat wij zullen begroeten als "n goede mop! De vrouwen van "n vijftig jaar geleden vroegen: „mag lk?" en gaven daarmee al bun eigen twijfel aan de toelaatbaar heid van hun voornemen te kennen! Ze suggereerden hun heer en meester ge woonweg 't nuttige en wenschelijke van een weigering! Tegenwoordig stellen we hen voor 't eene fait accompli na het andere met een bedaardheid, die hun geen gelegenheid meer biedt, op t fan tastische Idee van verbieden te komen. En t draaierige gevoel van, ondanks alle gezonde, rondborstige kalmte in ons op treden, meer voor den gek gehouden te worden dan ooit, dat hen soms naar hun hoofd doet grijpen met de vraag, of zij nu idioot zijn of wi), is niets an ders dan 't onderbewuste gemis aan die kostbare gelegenheid. Een vrouw vraagt niet meer In onzen tijd, ze kondigt alleen maar aan. Aller vriendelijkst en volmaakt onbevangen. Schijnbaar ls alles ln orde en precies zooals 't zijn moet, en toch rijzen 'nman de haren te berge en is 't hem soms zeldzaam onbehaaglijk te moede, 't Woord: verbieden, dat hem van nature zoo na aan 't hart gewassen is, durft hij nauwelijks meer in gedachten uit te spreken. Vroeger, toen zooiets met een vloed van bittere, maar machtelooze tranen begroet werd, kon hij zich hoog stens 'n bruut voelen "n nèAr gevoel maar tegenwoordig zou hij voelen dat hij zich belachelijk maakte, en dat ls veel erger. Dat komt, omdat wi) met onze nieuwerwetsche tactiek niet langer op zijn gemoed werken, maar op zijn gevoel van eigenwaarde, geen beroep meer doen op zijn goed hart, maar op zijn bruikbaarheid en moderne breed heid van opvatting. En dat is heel wat geraffineerder. Want een man kan een goed, groot hart hebben zijn men- schelijk opzicht ls toch altijd nog 'n Ietsje grooter. Hij is niet langer wreed, wanneer hij ons dwarsboomt alleen maar achterlijk. En dat acht hij een veel grievender beschuldiging. We kunnen dus onze tranen als ge vechtsmateriaal in den ongclijken strijd tegen het sterke geslacht voortaan spa ren. De moderne vrouw schreit betrek kelijk weinig, en na de kinderkamer-ja ren niet meer als middel om haar zin te krijgen. Bovendien is ze te nuchter om te gelooven, dat het haar aantrek kelijkheid ook maar eenigszins verhoogt. Alleen ln feuilletons worden schoone oogen nog schooner wanneer er tranen ln glinsteren in de onbarmhartige werkelijkheid krijgen ze roode randjes en worden beduidend kleiner. Het vrouwentype, dat na elke ver knipte jurk of woordenwisseling met een vriendin moet „uithuilen" en glaas jes water drinken, is echter nog niet lieelemaal uitgestorven. Als lk ooit dui delijk voel, dat ik indertijd eigenlijk als jongen bedoeld geweest moet zijn en dat ze zich Boven op 't laatste oogenblik met me bedacht hebben, dan is het, vTanneer ik zoo'n heftig-snikkende vriendin op den schouder sta te kloppen, met de wetenschap dat een gebroken ro zen-bowlt je (geen kristal) de oorzaak ls van haar hartverscheurend verdriet. Op zoo'n moment kan lk me volkomen op het mannelijk standpunt tegenover „vrouwengezanik" verplaatsen. Wie ooit zoo'n snikkend en klagend slachtoffer au serieux genomen heeft» kent ook 't miserabele gevoel van 'n figuur te slaan, wanneer ze, nog vóór je gevoeligste mee lij-speech ten einde is, plotseling op klaart en zichzelf uitlacht (en jou ook, is je pleizierige overtuiging). Je hebt ook menschen, die iSJ» een dergelijke wan- hoopsstemmiug schrijven of opbellen, en wanneer Je dan onmiddellijk een ant woord zendt waarin je je heele, eenigs zins schuwe hart legt, en daarna zelf toesnelt om te zien of 't geholpen heeft, komen ze je stralend tegemoet en weten soms niet eens zoo gauw wat je bedoelt, als je met tactvol gedempte stem vraagt, hoe ze er nu onder zijn. Ais ze 't zich herinneren, proesten ze. En dan krijg je waarachtig op den koop toe nog 't ge voel, of jij je hebt aangesteld inplaats van zij! Na die ervaring beschouw je je be scheiden talent voor 't houden van troostredenen met bijbehoorend gebaren spel als "n beetje te goed om 't bij der* gelijke gelegenheid te grabbel te gooien, en sta je tamelijk harteloos en laconiek naast de beproefde martelares en klopt haar op den schouder, meer geïrriteerd dan deelnemend. En vraag me niet, wat een man met haar zou aanvangen, hij, met zijn dagelijksche ondervinding van zakelijke, nuchter-denkende vrouwen! Nee heusch, de machtigste waterval ter wereld heeft zijn glorietijd gehad I MACHTELD. 15 Gram vischliJm in I L. gedistil leerd water. 30 Gram aluin In 1 L. kokend water. 30 Gram witte zeep Jn een L. wa ter opgelost Elke oplossing flltreeren, bijééngleten en aan het koken brengen. Het weefsel wordt met deze vloeistof door middel van een borstel bestreken, dan gedroogd, daarna nogmaals met de vloeistof bewerkt en eindelijk met een in ziuver water bevochtigden borstel over- gestreken, vervolgens gedroogd. De eeuwig-zwarte, aan alle kanten puntig uitstekende, onsierlijke parapluie is verdwenen, voorgoed? Wij hopen het van ganscher harte. Of, zijn er werkelijk nog menschen, die de voorkeur aan dat lange, bijna op de straat stootende monster geven, boven de smaakvolle, practlsche moderne parapluie (tompou- ce) feitelijk „en tout cas" genaamd, een regenscherm, hetwelk men tevens voor zonnescherm kan gebruiken, of omge keerd, een parasol, die ook als parapluie dienst kan doen. Maar aan het woord „en tout cas" en het gebruik der parasol kunnen we hier nog steeds niet wennen. De nieuwste parapluie die we zagen, was van zeer mooie ln elkaar over gaande, contrasteerende kleuren, geel, oranje, met donkerblauw, of andere tin ten, ln ruit en rtoorloopende patronen. Effen gekleurde parapluies ziet men niet zoo veel meer, enkele bijzonder mooie dofzijden parapluies met breeden, glim mend zijden rand ln dezelfde kleur. Het meest op den voorgrond tredende model is- de zestiens-baans-parapluie, in overgaande nuances blauw, met lichte hoornen haak en baleinknopjes. DINA. Je ziet ze niet zoo véél meer, de ga bardine-regenmantels, alléén bestemd voor stortbuien en motregens; meest somber van kleur, onsmaakvol; de man tels, die direct onaangenaam aandoen, als de zon ook maar weer even door breekt! De meer luxueuze waterdichte mantels winnen terrein. Op het oogenblik wordt er veel aandacht aan deze mantels ge wijd. Men kan kiezen uit verschillende soor ten. De peau de suède regenjassen schij nen (zelfs voor heeren) zeer gewild, of schoon ik meer de voorkeur geef aan den zijden regenmantel. De glimmend zijden, diepzwarte, donkerblauwe, bruine en an dere kleur regenmantels staan bijzonder mooi, zijn even doelmatig en de prijs ls niet hooger dan die der andere goede soorten. Schotsche, zwartwitte en ge kleurde ruiten, zijn heel nieuw. Ge- kleede modellen van fijne wollen stof, duvettine, ja zelfs van kasha (alle wa terproof) ziet men overal geëtaleerd. Hieronder twee modellen regenman tels om zelf te maken. Model A. heeft een apart opgezet schouderstuk met aangeknipte mouwen, van voren aangeknipte biezen en een dubbelen kraag. De voorpanden worden met eenige ruimte aan het schouderstuk gezet. Verder heeft de mantel smalle cein tuur, groote zakken en tien c.M. breede manchetten. We kunnen voor dezen mantel stof naar keuze nemen en deze eerst aan den lap waterdicht laten maken, ofzelf maken. Model B. Is van stof (double face), buitenkant effen, binnefikant geruit. Dit model heeft smalle schouderstukjes met aangeknipte mouwen. Vanaf de schou derstukjes loopen aan den voorkant twee en van achteren vanaf den kraag één plooi. Do plooien zijn niet ingestlkt, maar worden door een smalle ceintuur bijéén gehouden. De hoog opstaande kraag is zeer practisch. Degroote zak ken met overslag worden opgestikt. Patronen van beide modellen verkrijg baar a f 1.aan het Patronenkantoor, Postbus no. I. Haarlem. ANEMOON. Van oudsher een van de zwaarwich- tigste kinderkamer-problemen: de re gendag! 's Winters is het nog zoo erg niet er komen dan zelfs wolkelooze dagen genoeg, dat we de kleintjes, we gens scherpen Noord-Oosten-wind of verkoudheid in huisarrest houden; ze wennen er aan. Maar 's zomers, wanneer iedere zonnige dag beteekent: bulten ravotten, en iedere regendag: in de ka mer zitten, is er soms heel wat zorg voor noodig om te voorkomen, dat het ook binnen gaat stortregenen! Ja en toch is er met wat tact en gezond verstand een heeleboel aan te doen. Weet u wel, dat bijna geen enkel kind van nature een regendag ondergaat als iets naargeestigs, dat zwaarmoedig en prikkelbaar stemt? Integendeel, zijn naïeve, verwonderde belangstelling, zijn primitieve en optimistische waardeering van al wat het om zich heen ziet, strekt zich evengoed uit tot de grappige, tik kelende en glitsende regendruppels als tot de andere natuurverschijnselen: den zonneschijn, de rose avondwolkjes of de maan met haar scheeve gezicht. De over tuiging, dat 't nu eenmaal onafscheide lijk bij den regendag behoort, hangerig en draUerig en landerig te zijn, is hun niet aangeboren. Ze wordt hun gewoon lijk gesuggereerd door 't gepruttel van de grooteren: Ajakkes, 't giet, en nu kun nen we niet in den tuin thee drinken en geen boodschappen gaan doen en die natte kleed jes niet buiten hangen en wat ziet alles er triest uit, ajakkes! Zelf zijn we van dat alles ook niet heelemaal vrij te pleiten' met ons be denkelijk opkijken naar de lucht en ons zuchten over de regen-ramp, alsof er niets ergers denkbaar was. dat ons vreed zaam tehuis zou kunnen bedreigen! Zoo leeren de jongsten geleidelijk-aan den zomerschen regendag beschouwen als een soort van huiselijke catastrophe, die met passend noodgeschrei verwelkomd dient te worden en die theorie beginnen ze zelf ook al gauw ln praktijk te brengen. Kinderen nemen elke losse opmerking zoo volledig in zich op, voelen elke stem ming en gelaatsuitdrukking zoo fijn aan! Wanneer we ln hun bijzijn onze gedrukt heid onder langdurig slecht weer zoo min mogelijk uiten, zullen we zeker minder kans loopen, dat uit onze kinderen van die ongelukkige menschen groeien, wier humeur afhankelijk is van lichte of donkere dagen. De gangbare manier om kinderen bij regenweer bezig te houden, beoordeelt hen naar onszelf, is er op berekend, hen zooveel mogelijk af te leiden van het eentonig schouwspel buiten de ramen. Ze worden met hun rug er naar toe om de tafel geschaard en aan een bezigheid gezet die al hun aandacht dient te boeien (wat lang niet altijd lukt). Dat is meestal niet eens noodig! Er is ge woonlijk heelemaal geen afkeer van de vroolijk-dansende druppels aanwezig, zooals bij ons. Die kleumerige bezwaren togen wat nattigheid kennen kinderen niet, en 't is doorgaans alleen ons ver bod en niet hun eigen afschrik, die hen ervan terughoudt, toch naar buiten te hollen en zich onverstoorbaar te laten besproeien. Wat de kleinste peuters van 'n jaar of drie, vier betreft, die kunnen heusch halve middagen zoet zijn met 't spel van de kronkelende watervalletjes tegen de ruiten en 'n stoel om ze van nabij met 'n aandachtig vingertje te volgen of de menschen op straat met hun pa- rapluie's over de plassen te zien beenen. Onderdruk niet die natuurlijke neiging om van zoo'n regendag te maken wat ervan te maken valt en regelrecnt alleen 't grappige en aantrekkelijke er uit te ha len, al beteekent 't misschien een extra-beurt van de be-ademde ruiten vol vingertje». Moedig liever aan door mee leven en mee-opmerken; u hoeft heusch uw vindingrijkheid niet zoo stuipachtig af te beulen als sommige paedagogen u willen doen gelooven: t kind zelf is vin dingrijker en oorspronkelijker dan wij al len samen, maar onze belangstelling is onmisbaar, willen ze op den duur be vrediging vinden in hun zelf-verzonnen amusementen. Waarom alle ramen en deuren an-ijd zoo angstig gesloten als 't regent? Inre genen is slechts mogelijk aan één kant van 't huis tegelijk en wanneer de wind niet op onze openslaande deuren staat en 't weer is zacht, is er geen en kele reden waarom we de kleintjes Uiet op den drempel zouden laten zitten om zelf bezigheden te verzinnen (in vijf mi nuten meer dan ik hier op kan noemen). Badpoppen en gummi-beestjes aan touwtjes, die worden uitgestuurd om douche-baden te nemen en weer inge palmd, zijn verrukkelijk speelgoed op deze grens tusschen droog en nat. De- serteeren van den drempel is natuurlijk verboden, maar een stevig mouwschort beschermt tegen kleine vergissingen en de groote druppels die er 't gevolg van zijn. Het zoeken naar het eerste plekje blauwe lucht, voor 't ontdekken waarvan een prijs ls uitgeloofd, is minstens om 't kwartier een welkome afleiding. Wan neer er een lapje blauw te zien komt, groot genoeg om een broek voor een matroos uit te maken, zal 't zonnetje weer gauw schijnen, vertellen we. De ult- eenloopende meeningen over de eischen van den matroos: of hij al genoegen zou nemen met een zwembroekje óf dat hij eigenlijk meer een Urker-visscher-smaak heeft, en de eerzucht, wie hem 't eerst van 't verlangde kan voorzien, geven aanleiding tot heel wat beweeglijkheid en Inspecties voor alle ramen van het huis. De grooteren laten we een nieuw beek of gezelschapsspelletje bewaren tot den eersten dag dat 't regent. Dan zal die heusch niet met lange gezichten begroet worden. De nieuwe sensatie is dan een lichtpunt, dat zelfs kan maken dat er half-verlangend naar zoo'n dag van thuisblijven wordt uitgezien! Werkelijk, kinderen hoeven niet lande rig te zijn op een regendag, als we 't ze zelf niet maken door ons voorbeeld en Integendeel hun natuurlijk optimisme nog 'n handje helpen en door onze aan moediging voedsel geven! VETERAAN. U zult nooit zóó hoeven te jamme ren over ons onstandvastig klimaat en de verwoestingen die een geheel on verwachte slagregen in uw garderobe kan aanrichten, wanneer u goed weet, hoe natte kleedingstukken van ulteenloopen- den aard oordeelkundig en zonder schade gedroogd kunnen worden! Daar is de regenmantel een echt stiefkind, letterlijk geschapen om door alle hondenweer gejaagd te worden, naar we meenen. Uit den aard der zaak kan hij er tegen en heeft dan ook gee nerlei zorg noodig na het volbrengen van zijn plicht! Gelooft u dat werkelijk? Dat ls glad verkeerd. Er moet wel degelijk naar omgezien worden, wanneer hij dóór nat is. Hang hem nooit gewoon met de lus aan den kapstokhaak, maar droog hem op een nanger, zoo mogelijk op den tocht en zeker nooit bij de kachel of het fornuis! Als het rubber aan de bin nenzijde vochtig is, zooals bij broeiig weer wel eens gebeuren kan door de warmte van het lichaam, veeg het dan met een drogen, ruigen doek af, vóór de jas wordt opgehangen. Bont is ook "n ding, dat nooit bij 't vuur mag komen,wanneer het nat is 1 Is uw bont in den regen geweest, schud het dan een paar seconden krachtig uit en bet het met een zacht doekje nog wat na, nooit tegen de haren ln. Hang het dan op den tocht om te drogen. Een parapluie moet, waar het ook maar even mogelijk ls, open gedroogd worden. Is daar geen gelegenheid voor, zet dan ten minste de dichte parapluie onderstebo ven, zoodat het vocht niet voortdurend ln het ijzerwerk afdruipt en de geledingen van het geraamte doortrekt. Nat geregende handschoenen worden hangend gedroogd blaas eerst krachtig ln de vingers om ze in hun model te bren gen. Berg ze vooral niet weg, zoolang ze ook nog maar 'n beetje vochtig zijn ,of ze kunnen reddeloos gevlekt of gespikkeld blijven. Een dikke overjas kan bij de kachel gedroogd worden, maar zooveel mogelijk vocht dient eerst te worden afgewreven piet een handdoek die het goed opneemt. Leg de Jas op tafel en druk er onder 't betten met heel uw gewicht op, na van uw droogdoek een stevige, dikke prop ge maakt te hebben. Een al te natte jas zal bij het vuur geweldig gaan stoomen. en vergeet niet, dat „stoomen" en „krimpen" gewoonlijk samen gaan, wanneer wollen stoffen drogen! Schoenen en laarzen moeten gedroogd worden met de leesten erin. nooit bii de kachel en ook nooit met de zolen naar onder. Leg ze steeds op zijde of onder steboven. Geschroeid leer vergaat ln den kortst mogelijken tijd, en zelfs het klein ste vlekje, op die manier bij het vuur ingebrand, zal de schoenen onherroepelijk bederven. Zijn de zolen van fijne avondschoentjes zelfs van binnen nat geworden, vul ze dan met heete zemelen, die na tien minu ten ververscht worden. Eén keer vernieu wen is gewoonlijk voldoende. Het kan de schoentjes geheel bederven, als ze lang vochtig blijven en bij een kachel mogen ze immers niet komen! De zemelen kun nen gemakkelijk op een bakblik in den oven verwarmd worden. Een wollen soort iumper of deux-pièces dat erg nat geworden is, zal het best ln zijn model blijven, wanneer het liggend gedroogd wordt op schoone badhanddoe ken en zorgvuldig in den goeden vorm gerekt wordt. Leg het op een koele, luch tige plaats, maar niet in de zon. Rokken, Jurken en mantels, die aan een ferme regenbul zijn blootgesteld, moe ten met zorg opgeperst worden, vóór ze heelemaal droog zijn, vooral langs den zoom. Gebruik een heet, zwaar ijzer en pers aan den verkeerden kant van de stof en met een doek onder het ijzer. Voor een mooi vilten hoedje, dat zóó nat geregend is, dat we voor het mrdel vreezen, moeten we een beetje moeite over hebben. We vullen den bol goed stijf op met proppen vloeipapier (geen kran ten), spreiden daarna op het omgekeerde deksel van een flinke doos wat schoon zand uit, warm als 't kan, en laten den hoed daarop rusten, terwijl we die plaat sen van den rand, die dreigen uit te zak ken of bultig zouden kunnen opdrogen, met heuveltjes van het zand steunen. Ook kunnen we een eind band met twee spelden aan de voering van het hoedje bevestigen en het, gevuld met vloeipapier, ondersteboven ophangen. Maar droog het niet rechtstandig op een hoeden-stan- daardje, daar dan de natte rand naar omlaag uitzakt Met een strooien hoed, die door den regen slap en futloos geworden ls, kun nen we het volgende probeeren. Los (wee a drie lepels suiker op in een kopje warm water, doe dit mengsel in uw vapo en be spuit er den, eerst gedroogden, hoed mee, zonder dien al te nat te maken. Buig dan den rand in het goede model en droog hem op het deksel met zand (waarover nu een doek wordt gelegd .opdat het niet aan den noed kan vastkleven) hem steu nend op de verzakte plaatsen zooals bo ven beschreven werd. Hij zal dan verras send opstijven en ook zijn ouden glans terugkrijgen. Maar pas het middel alleen toe, wanneer uw hoed anders niet meer te gebruiken zou zijn. Niet iedereen gaat handig genoeg te werk om de behandeling tot een succes te maken! VETERAAN^ is een vraag, die iedere Hollander stelt, wanneer hij een plannetje heeft voor een dag in de vrije natuur. De volgende natuur-profetieën kunnen dik wijls het alles-beslissende antwoord ge ven. Al schijnt de lucht ook blauw en on schuldig, toch is er binnen heel korten tijd regen ophanden wanneer: Kippen stofbaden nemen. De rook uit den schoorsteen omlaag slaat. De katten telkens hun snuit wasschen, met hun rug. naar het vuur zitten of ongewoon dartel zijn. Koeien en paarden op het land gaan liggen en hun halzen rekken om de lucht op te snuiven. De vlsschen dicht aan de oppervlakte zwemmen. De zwaluwen vlak over den weg vliegen. Vliegen en muggen bijzonder lastig zijn. Slakken en kikkers in groot aantal voor den dag komen. De wolken in de eene richting drijven en de rook ln de andere. Zeewier in kussens en matrassen voch tig wordt. De winde haar kelken midden op den dag sluit. Kaarsen knetteren wanneer ze worden aangestoken. Vloertegels donkere plekken vertoonen. Een veeren bed loodzwaar voelt en moeilijk te schudden is. Rood haaS- krult en kroest! VETERAAN. Laat ze met rust, zoolang ze nat zijn; geen betten of wrijven! Wanneer ze door en door droog zijn, borstel ze dan af, bij voorkeur met snelle straffe bewe gingen, en wrijf ze daarna met een schijfje aardappel. Laat 't goed droog worden en borstel opnieuw. Zoo noodig kan daarna een overgebleven vlekje met koud water en een scheutje ammonia verwijderd worden. In plaats van ammo nia bewijzen een paar druppels benzine even goede diensten. Voor zwart goed kunt u de ammonia bij heete, sterke koffie voegen in plaats van bü water.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 11