illlS®
DE
ROND
tWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 29 JUNI 1928 BLADZIJDE
EEN priester uitvinder van
HET HOUTPAPIER
xf r>:.
EEN PIJNLIJK AVONTUUR
Ontelbaar zijn de anecdotes die verteld
n geschreven worden over den tandarts en
rat des tandarts' is. De humor heeft een
ruchtbaar veld gevonden; iedereen lacht
ds hij iets hoort over de angsten die het
sezoek voorafgaan, over de rillirjjen els
men in den operatiestoel gaat zitten, en de
opwekkende verhalen van wachtende pa
tiënten en de gezellige minuten welke men
in de wachtkamer doorbrengt maar
iedereen verwenseht ook de halve wereld,
wanneer hij zelf kiezen moet tusschen kna
gende kiespijn en een bezoek aan den tand
arts. Vooral de wachtkamer is een waar
hol van verschrikkingen; het wachten be-
teekent grooter ellende dan de operatie zelf,
die per saldo in enkele oogenblikken ge
beurd is.
Erger is het, wanneer men lang in de
wachtkamer zit en daarna tot de ontdek,
king komt dat men tevergeefs gewacht
heeft en nog erger wordt het, wanneer
men dan ondervindt wat een zekere heer
Ber.iru in Parijs ondervond.
Adolphe Berjou werd tot vertwijfeling ge
bracht door een plotseling opkomende
kiespijn en stapte manhaftig naar den
tandarts om van de pijn verlost te worden.
Hij werd in de wachtkamer gelaten, want
de dokter was nog bezig, zei het kamer,
meisje. Maar het was de laatste patiënt en
het 'wachten zou dus niet lang duren; of
meneer maar plaats wilde nemen.
Adolphe Berjou nam plaats en wachtte
lijdzaam, voor zoover zijn zieke kies hem
dat toeliet. Spoedig stond hij echter op en
liep de kamer heen en weer; het was hem
onmogelijk te blijven zitten, terwijl de pijn
in zijn kies knaagde.
Hij ijsbeerde aldus meer dan twee uur.
terwijl de pijn steeds erger werd. Toen
klopte hij op de deur van de dokterskamer
hij ontving geen antwoord, klopte nog eens
rammelde aan den knop en ervoer tot zijn
schrikbarende woede dat de deur gesloten
was. De dokter had niet aan zijn laatsten
patiënt gedacht en deed rustig zijn mid
dagwandeling.
Er is niet veel fantasie noodig om zich
de ontsteltenis en woeste boosheid van me
neer Berjou voor te stellen. Langer dan
twee uur nutteloos wachten in de kamer
van een dokter is meer dan een mensch in
kalmte kan aanvaarden, vooral als hij door
een sarrende kiespijn wordt geplaagd. Adol-
phe Berjou was verstandig genoeg om bij
het raam de aandacht van voorbijgangers
trachten te trekken. Ijfet gelukte hem on.
middellijk en een wandelaar waarschuwde
den cdhcierge van het huis waar de tand
arts zitting hield. Deze concludeerde
eenigszins voorbarig, dat het een inbreker
was, omdat het spreekuur van den dokter
lang voorbij was. De politie werd getele
foneerd en spoedig was de zieke Berjou
niet meer alleen in de wachtkamer. Hij zei
„eindelijk" en wilde vertrekken, maar de
agenten hielden hem tegen en gaven hun
voornemen te kennen hem naar het poli
tiebureau te brengen. Mijnheer Berjou
loosde een vloed van explicaties en scheld
woorden. welke langer dan vijf minuten
duurde, maar de Parijsche agenten waren
zeer voortvarend en hielden vast aan hun
beschuldiging van inbraak. Blijkbaar drong
het niet tot hen door. dat een inbreker bij
voorkeur niet overdag werkt en bovendien
aan het raam nog allerlei woedende gesti.
culaties maakt om zoo spoedig mogelijk ge
zien te worden. Hoe het zij. de beklagens
waardige patiënt werd naar het politiebu
reau gebracht, waar hij de inspecetur
was al even voorbarig en voortvarend als
zijn ondergeschikten in een cel werd op.
gesloten.
Natuurlijk duurde het niet lang of de
vergissing was opgehelderd en de inspec.
teur buigend en excuses makend in de cel
kwam, maar toen had de onschuldige in
breker bijna een uur in gevangenschap
doorgebracht in een steeds stijgende woe
de en verschrikkelijke kiespijn, welke er
niet door verminderde.
Na een verspilden middag liep Adolphe
Berjou weer vrij over de straat met de zie
ke kies nog in zijn mond.
Het was omstreeks het midden der 18e
eeuw toen de eerw. Heer J. Chr, Schaffer
uit Regensburg bij het aanschouwen van 'n
wespennest op het idee kwam papier -it
zuiver plantaardige stoffen te vervaardigen.
Na rijp beraad voerde hy dan ook in het
jaar 1765 zijn plan uit. Hij nam zaagsel
en houtkrullen, stampte die tot poeder en
vermengde dit met water tot een dikke brei-
massa en vervaardigde hieruit het eerste
houtpapier.
Het welslagen dezer eerste proef spoorde
hem aan, om ook nog andere grondstoffen
te zoeken. In het begin fabriceerde ny pa-
pier uit echte wespennesten en daaruit
ontstond een grauw fabrikaat, dat gemak
kelijk scheurde; later nam hij hout van
wijnranken, verder turfsoorten, zaagsel van
populieren, alleilei mossen, stroo en ver
vaardigde hieruit zelfs een soort onbrand
baar papier en asbest. Toch bleek het wel
dra dat zijn uitvinding geen blijvende waar
de zou hebben want bij al zijn papieren
waren de nadeelen grooter dan de voordee.
len Zelfs zijn beste uitvinding, de fabri
cage van houtpapier moest eerst groote
verbeteringen ondergaan, eer zij voor in.
dustrieele doeleinden bruikbaar werd.
Tegelijkertijd echter hadden zijne proeven
bewezen, dat er verschillende houtsoorten
bruikbaar waren voor de papierfabricage;
vooral populier en grenenhout waren,, bij.
zonder voor dit doel geschikt. Deze beide
houtsoorten worden ook nog tegenwoordig
in de papierindustrie gebruikt.
Ook anderen hielden er zich destijds mee
bezig, om nieuwe stoffen voor de papcjrfa
bricage uit te vinden. Zoo beproefde men
in 1780 papier te maken uit afval van leder,
en ongeveer een halve eeuw later kwam er
zelfs iemand op de gedachte om papier :a
vervaardigen uit zoethout. Van al deze
proeven heeft echter geen enkele een pro
duct geleverd, dat op den duur bruikbaar
bleek, uitgenomen die van houtpapier, dat
tegenwoordig nog een groote rol speelt in
de papierindustrie, evenals de uitvinding
van het stroopapier, dat ook door Schaffer
was uitgevonden, maar later veel verbeterd
is.
HET EI VAN COLUMBUS
De geschiedenis van het ei van Colum
bus is een algemeen spreekwoord'geworden,
maar de wetenschap voelt gerechten twy.
fel, of bij alle respect voor den grooten
ontdekker van Amerika hij wel de eerste
is geweest, die een ei rechtop op tafel heeft
gezet. Dus derhalve de eer Amerika ont
dekt te hebben, ontneemt men hem nu ook
nog den roem van het beroemde ei.
De bron waaraan wy deze geschiedenis
van Columbus danken, is een in 1565 ver.
schenen boek „De geschiedenis der nieuwe
wereld", van Benzoni.
In een werk, dat echter reeds tien jaren
eerder verscheen, de beroemde kunstbiogra-
phieën van Giorgio Vasari, wordt dezelfde
gebeurtenis aan een andere persoonlykheid
toegeschreven. Naar Vasari's verhaal dong
de geniale bouwmeester Philippo Brunelle.
schi in 1421 met andere bouwmeesters naar
de eer om een koepel op den Dom van Flo
rence te zetten. De anderen beweerden dat
zyn plan onmogelijk uitvoerbaar was en
wilden eerst een model zien alvorens hem
de opdracht werd gegeven.
Toen vroeg Brunelleschi den anderen of zij
een ei rechtop op een gladde tafel konden
zetten, en toen dezen dit kunstje tever.
geefs beproefden, kneusde hij de punt van
het ei op de tafel en zette het rechtop. Toen
de anderen daarop beweerden dat zij het
zoo cok gekund hadden, antwoordde hy,
dat 't zoo ook met den koepel zou gaan, als
hij nun eerst het model toonde.
Daar deze geschiedenis van Brunelleschi
Spreekwoordelijk werd en ook in Spanje be
kend werd, is zy later door de Spanjaarden
op Columbus overgedragen.
De vijfde kolom
DE RING
Mevrouw Pearson liep jaren geleden te
wandelen in een park van zekere stad. Het
was een ideale voorjaarsdag, niet te warm
en te stoffig, er waren vele en mooi bloe
men in het park, spelende kinderen en la
chende kindermeisjes. Mevrouw Pearson
droeg een nieuwe mantel en een sierlijke
parasol; bovendien waren nog slechts en.
kele weken verloopen sinds den dag dat
mevrouw haar eigen naam verwisselde voor
dien van den man harer keuze, zoodat het
alleszins begrijpelyk is dat zy een beminne-
lyk humeur had en in de prettigste witte
broodsweken.stemming door het park wan
delde. De zon speelde op haar gouden ring
en mevrouw dacht plezierig terug aan de
plechtigheid, aan den huwelyksdag.
Toen zy thuis was daalde haar humeur
met sprongen. Want toen zij by het han.
denwasschen haar ring wilde afleggen, be
merkte zy dat dit niet noodig was. Zij had
liem Vei foren.
Mevrouw Pearson bracht enkele angsti
ge en spannende uren door. Zy zocht den
weg van haar woning naar het park nauw.
keurig af en wroette met haar parasol m'
alle wegen en laantjes van het pa»-k waar
zy 's middags gewandeld had. 's Avonds
had zij rheumatiek van het bukken. Alle
parkwachters en alle agenten werden on
dervraagd of zy een gouden ring met in.
scriptie hadden gevonden, aan alle politie-
bureaux werd aangifte gedaan en in alle
dagbladen 'n advertentie geplaatst met toe
zegging van een hooge belooning, veel
hooger dan de waarde van den ring be
droeg.
's Avonds werd het ongeluk onder tra
nen en klagen aan mynheer Paerson ver
teld, die zyn bedroefde echtgenoote zoo
goed mogelyk trachtte te troosten en de
volgende weken geen tyd vond voor andere
bezigheden dan de politiebureaux af te loo-
pen en de kantoren der dagbladen. Maar de
ring scheen onvindbaar of de vinder was
niet eeriyk geweest en had het dierbaar
kleinood te gelde gemaakt.
Na een maand van vruchteloos zoeken en
hoopvol wachten gaven de echtgenooten
alle verwachtingen op. Mynheer Paerson
wist geep betere oplossing te vinden dan 'n
anderen ring voor zijn vrouw te koopen.
Meer dan tien jaar later kreeg mevrouw
bezoek van een neger, die haar vroeg of zy
langen tijd geleden een gouden trouwring
had verloren in het park. Zy dacht niet
meer aan het verlies, maar kon het zich
nog herinneren. Tot. haar groote verbazing
diepte toen de neger een smoezelig luci
fersdoosje uit zyn zak en zei: „altsublieft".
Mevrouw opende het doosje en vond er in
wat zy nu wel wist, dat zy er in zou vin
den; haar trouwring. De neger had den
ring in het park gevonden, waar hy bU het
harken van dorre bladeren den ring in het
zand had zien schitteren. Het was gemak-
keiyk de eigenares te vinden, omdat de
naam er in gegraveerd was. Mevrouw stelde
den vinder niet teleur en gaf hem een roy
ale belooning, hoewel het haar volkomen
koud liet dat de ring weer in haar bezit
was, want zy huldigde omtrent het huwe-
lyk de begrippen, welke in haar land tame,
ïyk algemeen worden. Sinds het verlies n
den ring had zy reeds vier namen gevoerd
en had zy viermaal echtscheiding aange
vraagd.
Deze geschiedenis Is afkomstig uit
Amerika.
VOLGZAME LEERLING
De dienstdoende luitenant vroeg aan eei
soldaat, hoe de soep was:
„Slecht!" zei de soldaat.
„U moet met twee woorden spreken,"
onderwees de luitenant.
„Vreeselyk slecht", antwoordde de sol.
daat.
REHABILITATIE
Het was de gebruikelijke Luiselyke storm.
„O, o!" zuchtte mevrouw, „ik wou, dat
ik den raad van myn moeder maar had
opgevolgd en nooit met je getrouwd was1"
Meneer bracht er met moeite uit: „Heeft
je moeder geprobeerd je van het huweiyk
af te houden?"
Mevrouw knikte heftig.
„Goede hemel," riep meneer uit, „wat heb
ik myn schoonmoeder dan verkeerd beoor
deeld!"
De heer A. Bos herdenkt
morgen den dag, dat hij
25 jaar geleden zijn sme
derij, thans in de Nieuwe
Kruisstraat te Haarlem,
opende.
Een mooie foto, met de Kathedrale Kerk St. Bavo op den achtergrond, der leerlingen van de R.-K. Opleidingsschool aan de Cruquiusstraat te Haarlem, die 25 jaar bestaat.
H. A. A. Reith, directeur, en mej. A. G. M. Smit, die een kwart eeuw aan de school als onderwijzeres verOonden Is.
Inzet: de heer
Het schoolgebouw van de jubileerende R.-K. Schooivereeniging aan de Cruquiusstraat
te Haarlem
De Zeereerw. heer Pastoor Adrianus
van der Weide, de oprichter van het
St. Bavo-gesticht te Heemstede.
Links De ontdekkingsreizigers Filch-
ner is te Berlijn teruggekeerd, na 2%
jaar in de binnenlanden van Azië
te hebben doorgebracht. Nog eenigen
tijd
Het St. Bavo-gesticht aan de Kerklaan te Heemstede, dat binnenkort 50 jaar bestaat,
geleden ging het bericht dat hij vermoord was, hetgeen berustte op een naamsverwisseling.