Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRIJDAG 29 JUNI 1928
BLADZIJDE 3
Minister de Geer
Je reis van H. M. de Koningin
en Prinses Juliana naar
Noorwegen
De Centrale commissie voor de
filmkeuring
J. FA. Wagenaar f
Het wetsontwerp betreffende de
besmettelijke ziekten
Bezoek van Prins Hendrik
op de Pressa
De begrooting 1928 van het
Wegenfonds
Dr. Schaepman's geboortehuis
Uit den Indischen Volksraad
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
De aardappeldag te
Wageningen
VERKEER EN POSTERIJEN
Rechtstreeksche radio
verbinding tusschen Nederland
en Curagao
SOCIAAL LEVEN
De staking bij de Schelde
te Vlissingén
Met het groote dok op sleep
naar Singapore
Bedrijfsongeval te Bergen
op Zoom
Een noodlanding
Omdat hij geen ondersteuning
kreeg
Felle brand te Rosmalen
Op de Karpervangst
Diefstal
Door een vallende zak cement
getroffen
Den neus afgebeten
De verkeerde flesch
Door meststoffen vergiftigd
Met zijn auto in de sloot
Opsporing verzocht
RECHTSZAKEN
De behandeling van
de strafzaak der Veendammer
Hypotheekbank
Minister de Geer is voor twaalf dagen naar
het buitenland vertrokken.
Een telegram van het Norsk Telegram
bureau meldt, dat koningin Wilhelmina en
prinses Juliana met gevolg gisteren Tromsö
passeerden op weg naar de Noordkaap.
Uit Oslo wordt gemeld:
H. M. de Koningin is Dinsdag aan boord
gegaan van het stoomschip „Mosken",
waarmede een prachtige tocht gemaakt
werd.
Onder schitterend weer bracht de Konin
gin een bezoek aan Trolefjord. Van Trole
fjord ging de reis naar Toelyng-Seidet,
waar met rendiersleden een bezoek aan een
Lappen-dorp werd gebracht.
In Lyngenfjord werd genoten van het
heerlijke schouwspel van de middernacht
zon. Eer heerschte aan boord groot enthou
siasme.
Gisteren ln den namiddag kwam H. M.
de Koningin in Barstad aan.
De heer Idzerda, lid der Centrale Com
missie voor de filmkeuring, oud-adviseur der
Staatscommissie Bioscoopgevaar, heeft zich
gewend tot den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw met verzoek het bijeen
roepen der leden in de subcommissie, telkens
ten getale van vijf, te regelen volgens den
rooster bij Algemeenen Maatregel van Be
stuur vast te leggen.
Requestrant grondt dit verzoek op het
feit, dat in een tijdsverloop van drie en een
halve maand, vele leden 6 maal, en hij daar
entegen slechte éénmaal, door den voorzitter
der Centrale Commissie, den heer van Sta
veren, is opgeroepen.
Een dergelijk willekeurig bijeenroepen,
waarbij partijdigheid en opzet een rol kun
nen spelen, acht hij niet bevorderlijk voor
eene juiste naleving der Bioscoopwet.
Te 's-Hertogenbosch is plotseling oven-
leden de heer J. F. A. Wagenaar, griffier
der Prov. Staten van Noord-Brabant.
Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer over het ontwerp, houdende
vo jrziening tegen besmettelijke ziekten.
Vele leden verklaarden uiterst sceptisch
tegenover dit voorstel te staan. De wijze,
waarop het in de Tweede Kamer behandeld
was, door den voorzitter dier Kamer zelf
als „ietwat overhaast" gekwalificeerd, kon
hen geenszins bevredigen.
Eenige leden, hoewel dit gevoelen deer
lende, konden zich echter volkomen ver
eenigen met den feitelijken inhoud van
het ontwerp, in het bijzonder met de toe
voeging, verkregen door de aanneming van
het amendement-Bijleveld. Zij waren van
ordeel, dat hiermede de noodige vrijheid in
de vaccinatie-kwestie was gegeven, terwijl
de wet goede waarborgen bevat, welke ge
vaar uitsluiten.
Andere leden namen een standpunt in,
geheel afwijkende van het zooeven uiteen
gezette. Juitst tegen de aanneming vasn
het amenderaan -Bijlevejd, alsmede te
gen de wijze, waarop het was ingediend, een
wijze, die aan overrompelings-politiek deed
denken, hadden zij ov<-wegend bezwaar.
Voor sommigen dezer leden was het ont
werp onaannemelijk geworden, anderen
wenschten 'n afwachtende houding aan te
nemen.
In verband met het bezoek van Prins Hen
drik aan de Pressa te Keulen wordt nog het
volgende gemeld:
Prins Hendrik vertoeft deze week te Keu
len vc»r een langdurig bezoek aan de Pressa.
Vergezeld van de heeren Cremers en graaf
Mettemich, kwam de Prins Woensdagoch
tend uit Berlijn te Keulen aan. In de mid
daguren was 's Prinsen eerste bezoek aan
de Nederlandsche afdeeling, waar Z. K. H.
ontvangen werd door den regeeringscommis-
saris, den heer W. Graadt van Roggen, de
heeren Chr. A. Nieweg en J. W. Henny, resp.
voorz. van de vereen. „De Nederlandsche
Dagbladpers" en van het Pressa-comité dier
véreeniging, en den secretaris der Neder
landsche afdeeling, den heer A. C. M. van
Dolder. Nadat de heer Vieweg in een korte
toespraak den Prins welkom had geheeten
en- den hoogen gast een fraai gebonden
exemplaar van den catalogus der afdeeling
(werk van de leerlingen der School voor de
Grafische Vakken te Utrecht) had aangebo
den, leidde de heer Graadt van Roggen den
prins rond. Het bezoek duurde ongeveer een
uur. Bijzondere aandacht schonk de Prins
aan de historische afdeeling, zoowel wat be
treft de oude drukwerken en couranten uit
de collectie der firma Enschedé, als wat aan
gaat de incunabelen der prentkunst uit de
kunstverzameling van de School voor de
Grafische Vakken te Utrecht. Bij den stand
der „N. Rott. Crt." bezichtigde hij de aldaar
tentoongestelde stamboom en van het Huis
van Oranje en van Prinses Juliana. De
bescheiden afdeeling Nederlandsch-Indië
met de organisatie van den eersten vlieg
tocht Amsterdam—Batavia bezag de Prins
met groote belangstelling, en hij gaf na af
loop van het bezoek den heeren Graadt van
Roggen en Vieweg zijn hooge tevredenheid
te kennen over de wijze, waarop Nederland
op de Pressa vertegenwoordigd was.
De mededeelingen betreffende de uitste
kend geslaagde radio-kruisgesprekken, die
den dag te voren in de Nederlandsche afdee
ling met Batavia waren gevoerd en waarbij
vijf personen (Duitschers) met bloedverwan
ten in Indië gesproken hadden, die opgeto
gen- geweest waren over deze nieuwste ver
binding met het verre Oosten, heeft de Prins
met aandacht aangehoord: hij complimen
teerde de Nederlandsche heeren met deze
attractie, waarmede de Nederlandsche af
deeling zich op bijzondere wijze van de deel
neming der andere staten onderscheidde.
Des avonds werd in de Schelpenzaal van
het oude raadhuis een diner gegeven, den
Prins aangeboden door het gemeentebestuur
van Keulen waaraan ook de regeeringscom-
r^ssaris en de heeren Vieweg, Henry en Van
)™lder deelnamen.
Memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer
Thans is verschenen de memorie van ant
woord op het voorloopig verslag der Eerste
Kamer betreffende de begrooting van het
Wegenfonds 1928, waaraan het volgende is
ontleend:
Het is niet noodig te besparen op den
wegenaanleg om den bouw van bruggen over
groote rivieren, van viaducten voor spoor
wegen en om afschaffing van tollen en der
gelijke te kunnen bevorderen. Hiertoe zijn
naast de gelden, noodig voor de verbetering
onzer wegen, voldoende gelden beschikbaar.
Uit eigen aanschouwing kan de minister
verklaren dat van toenemend vernietigen
van natuurschoon bij onze wegenverbetering
hem niet is gebleken. Integendeel wordt
zorgvuldig onder deskundige voorlichting er
voor gewaakt, dat onnoodige schade aan
beplantingen wordt veroorzaakt.
De berichten betreffende het verband tus-
schen kankergevaar en bitumineuze wegdek
ken zijn den minister bekend, doch een on
derzoek te dier zake ligt wellicht meer op
den weg van den minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid en hij zal gaarne, na over
leg met dien ambtgenoot nader in overwe
ging nemen, of tot instellen van het hierbe-
doelde onderzoek ware over te gaan.
Het ligt voorshands niet in de bedoeling
om het gebruik van alle wegen, waarlangs
goede rijwielpaden liggen, voor wielrijders te
verbieden. In overweging is de vraag of een
del-gelijk verbod voor weggedeelten of be
paalde wegen aanbeveling kan verdienen.
De werkzaamheden van het bruggenbureau
zijn reeds aangevangen en zuilen zich voors
hands bepalen tot het maken van vooront
werpen. Het bureau heeft er voor te zorgen,
dat de relatie met buitenlandsche fabrieken
binnen zoodanige grenzen blijft dat van die
relatie geen bevoorrechte positie van de bui
tenlandsche fabrieken tegenover de Neder
landsche industrie het gevolg kan zijn.
De regering bevordert het groeiproces in
de richting van gelijdelijke gelijkwaardig
heid-van Indië door het voortzetten van de
uitbreiding der economische en maat
schappelijke opheffing en door de ver
sterking der bevolking
Te Tubbergen fungeert sinds 1898 als ge
meentehuis eenoude school, welke
thans nu de gemeente tot 9000 zielen
steeg zóó onvoldoende en bovendien
zóó bouwvallig ls, dat kort geleden het dage
lij ksch bestuul voobstelde, den „Eeshoff,
dr. Schaepman's geboortehuis, tot zetel
van Bet gemeentebestuur in te richten.
's Raads meerderheid stemde dit even
wel af. ,,'t Moest maar blijven zooals 't
was."
't Ziet er evenwel toch niet naar uit, dat
zulks het geval zal wezen. De „Eeshof'.is
nu n.l. voor 10 jaar in huur gekomen bij
den A. B. T. B. Deze richt daar, met sub
sidie van Rijk en gemeente, een landbouw-
en landbouwhuishoudsehool in enre
serveert een deel van de 23 kamers voor de
gemeente, terwijl de burgemeester vast van
plan is, dat aanbod niet te laten passeeren.
Naar hij aan een verslaggever der Zw.
Crt. mededeelde ligt het in zijn bedoeling
Ged. Saten te verzoeken zich persoonlijk op
de hoogte te komen stellen, dan kan dit
college zelf oordeelen. Blijft de raad in zijn
afwijzende houding inzake den Eeshof vol
harden, dan kunnen Ged Staten ingrijpen
krachtens de Gemeentewet, ter bevordering
van den goeden gang van zaken
De burgemeester, de heer Th. Luyckx, zou
het voor de gemeente een zegen vinden, als
al die plannen verwezenlijkt worden: „Wij
kunnen hier best een duwtje in den rug ge
bruiken. Het prettige is ook, dat als de A.B.
T.B. den Eeshof huurt, en wij nemen er een
deel van voor gemeentehuis, onze finan-
cieele zorgen dan nog weer zooveel minder
worden. Daarom is het maar te hopen, dat
de gemeenteraad tenslotte toch nog tot
betere inzichten komt. En als dan over een
jaar of tien onze schuldenlast verminderd
is, dan is misschien wel de tijd gekomen,
dat we aan een geheel nieuw stadhuis mid
den in het dorp kunnen denken. Tegen dien
tijd is de landbouwschool dan waarscnijnlijk
wel zoo gegroeid, dat ze de rest van den
Eeshof ook noodig heeft en zijn we dus
beide op de eenvoudigste en minst kost
bare wijze geholpen."
Het antwoord der regeering op de
algemeene beschouwingen
Aneta seint uit Batavia:
De regeeringsgemachtigde voor de Alge
meene Zaken, mr. J. J. Schrieke, beant
woordde de algemeene beschouwingen over
de begrooting voor 1929.
Mr. Schrieke stelde vast, dat de meeste
sprekers zich in groote trekken vereenigd
hebben met het beleid der regeerinp. De
debatten bewogen zich lahgs de groote lij
nen, uitgestippeld in de redevoering waar
mede de gouverneur-generaal deze zitting
van den Volksraad geopend heeft, en waar
in het regeeringsbeleid werd toegelicht, dat
in de memorie van antwoord op de alge
meene beschouwingen nadere bevestiging
vond.
De regeering heeft er goed aan gedaan de
gewichtige onderwerpen van het oogenblik
in de openingsrede aan te voeren. Daardoor
is het thans mogelijk, dat de regeering kan
zeggen: „Wij weten wat wij aan elkander
hebben."
De regeering gelooft in een toekomst,
waarin Indië geraken zal tot een volledig
zelfbestuur en waarin de Nederlandsche lei
ding gemist kan worden, als bekroning van
het Nederlandsch streven, waartoe de re
geering alles doet en niets nalaat. De re
geering kan echter niet zien wanneer die
toekomst zal aanbreken. Deze periode zal in
ieder geval langdurig zijn. Ten eerste omdat
de internationale positie van Ned.-Indië er
niet toe medewerkt die periode te verkorten.
De tweede overwegende factor, die de
lengte van de periode, waarin de Neder
landsche leiding niet gemist kan worden,
aangeeft, wordt bepaald door de ver
scheurdheid der Indische maatschappij.
Indië is ontwassen aan het tijdpers der
amorphe massa.
De politieke partij-organisatie verscherpt
den rassenstrijd niet, dpch biedt een mid
del om daaraan te ontgroeien.
De derde factir, die den duur van het
tijdvak der Nederlansche leiing bepaalt, ls
het onvruchtbaar streven der revolution-
naire nationalisten.
De non-coöperators, vereenigd met de
pan-Aziatische nationalisten, in de Per-
moefakatten Perhimpoenan Politiek Ke'-
bangsaan Indonesia (Federatie van Indo
nesische Nationaal-Politleke Vereenigin-
gen) trachten het historisch gewordene
te verbrijzelen, desnoods met een politiek
van geweld. De regeering beschikt over ge
gevens. die zulks aantoonen.
Voortgaande betoogt mr. Schirieke, dat
de periode van de Nederlandsche leiding
niet gemist kan worden, aangeeft aijn
niet voor een groot deel afhankelijk is van
het inzicht der regeering, maar van ob
jectieve factoren.
Tijdens den, te Wageningen gehouden
aardappeldag heeft dr. C. Braak uit de Bilt
nog gesproken over:
Voorspelling van de aardappelziekte in ver
band met meteorologische factoren.
Om met succes een voorspelling te geven
moet men het criterium van aardappel
ziekte zeer scherp stellen en in cijfers vast
leggen. Het is aan prof. Van Everdingen
op bevredigende wijze gelukt een viertal
factoren op te stellen, die aan deze voor
waarden voldoen. Ze zijn: le. Er moet in den
afgeloopen nacht minstens 4 uren dauw ge
weest zijn. 2e De temperatuur mag niet be
neden 10 gr. C. zijn gedaald. 3e. De volgende
dag moet bewolkt zijn, gemiddeld minstens
0.8 bedekt. 4e. Er moet gedurende den vol
genden dag eenige regen vallen. Prof. Van
Everdingen heeft de criteria toegepast op de
30 gevallen, van het uitbreken der ziekte, die
door mej. Löhnis van de jaren 19191923
waren verzameld. Hij vond, dat 29 er van
binnen 15 dagen werden voorafgegaan door
een critieken dag, terwijl omgekeerd, wan
neer men alle critieke dagen na 1 Mei uit
zoekt, deze slechts 5 maal niet gevolgd zijn
door ziektegevallen, en 3 dezer uitzonderin
gen hebben hoogstwaarschijnlijk betrekking
op onvoldoende ontwikkeling van het gewas.
In 1926 waren critieke dagen 5 en 6 Juni,
20 en 21 Juni en 8 en 9 Juli, de phytoph-
thora-ziekte brak uit van 12 t/m. 18 Juni,
van 21 Juni t/m. 5 Juli, en van 9 t/m. 23
Juli. In 1927 werden viermaal waarschuwin
gen gezonden, in 1928 werd reeds gewaar
schuwd voor 8, 9, 14 en 19 Juni.
Den tweeden dag sprak de heer J. Kok
uit Veendam over: Eenige ervaringen met
kalibemesting bij aardappelen, op veenkolo
niale gronden. Het gebruik van kunstmest
stoffen in den veenkolonialen landbouw da
teert van omstreeks 1880. De bemesting welke
aanvankelijk werd toegepast op aanraden van
den bekenden propagandist in dezen, wijlen
den heer K. de Vrieze, was in vergelijking
met thans zeer licht.
In den loop der jaren is deze bemesting
sterk opgevoerd en thans geeft men b.v. in
de oudere veenkoloniën aan aardappels 240
K.G. zuivere kali.
Spr. komt op grond van deze proeven tot
de conclusie, dat, indien veenkoloniale land
bouwers, niettegenstaande nauwkeurige cul-
tuurzorgen kampen met een laag zetmeelge-
halte der aardappels, het overweging' ver
dient proeven te nemen of een verlaging der
kalibemesting verbetering geeft. Het spreekt
van zelf, dat in deze nietgegeneraliseerd
moet worden, daar men dan weer voor een
kalitekort zou komen te staan.
Ir. J. J Jansen uit Wageningen deed een
mededeeling ever voorkomen van bladluizen
bij aardappelen.
Spr. wees op de beteekenis van den ge
zondheidstoestand van poters voor de op
brengst, omdat opbrengstverschillen, verkre
gen door uit te gaan van een mengelmoes
van poters, veel grooter kunnen zijn, dan bij
proeven om de meest rendabele gift van een
of andere meststof te leeren kennen. Hij be
schreef een bemestingsproef* met aardappe
len, in 1924 genomen om den invloed na te
gaan van de bemesting op de verspreiding
van enkele virusziekten uit zieke centra,
bladrol en mozaïk, waarbij vooral werd ge
let op de ontwikkeling der bladluizen, die de
genoemde ziekten overbrengen. De proef om
vatte veld- en kasproeven.
Nadat de planten ongeveer haar vollen
groei hadden bereikt, werden een 10-tal
bladluizen, die de smetstof in zich hadden
opgenomen, op den top der gezonde planten
gebracht. Het aantal bladluizen bleek na
1920 te bedragen op de planten: volledig
bemest gemiddeld per plant 430, weinig kali
770, geen kali 1390, geen phosphorzuur 495,
weinig stikstof 185 en geen stikstof 85. Stik
stof heeft dus de ontwikkeling der blad
luizen tegengegaan, kaligebrek die bevorderd.
Ook heeft spr. nagegaan waarom op een
bepaalde aardappelsoort een groot aantal
bladluizen voorkwam, waarbij weder bleek
dat, in totaal, kaligebrek de ontwikkeling der
bladluizen het meest heeft begunstigd. Te
vens bleek, dat de ontwikkeling op zieke
planten veel sterker is dan op gezonde, voor
gezonde Eigenheimers vond spr. als nakome
lingen van 1 bladluis 1000, voor mozaïke
Eigenheimers 2400, op Paul Kruger is dit ge
tal voor een gezonde plant 400, voor bladrol
1700.
Spr. had ook een onderzoek ingesteld naar
de juistheid der meening van Oscar Loew,
dat de sappen van kali-arme planten zoeter
zouden zijn. Het voorloopig onderzoek heeft
aangetoond, dat het suikergehalte van kali-
arme planten inderdaad hooger was en bijna
zonder uitzondering het droge stofgehalte t
hoogst. De vatbaarheid voor parasieten be
rust, meende spr., echter ook nog op iets
anders.
Ir. A. H. Joustra, Berlijn, sprak over den
afzet van aardappelen naar Duitschland.
Ir J. D. Koeslag uit Wageningen sprak
over moeilijkheden bij het vaststellen van
normen van een keuringsstelsel.
Dr. J. Oortwijn Botjes, Oostwold sprak ten
slotte over de lichte mozaïkziekte.
In verband met de gunstige resultaten
der proefnemingen wordt met ingang van
Maandag 2 Juli a.s. de rechtstreeksche ra
dio-telegraafverbinding met Curacao ge
opend. Over deze verbinding kunnen tele
grammen worden verzonden naar Curacao.
Aruba, Bonaire en St. Martin.
Het tarief is vastgesteld voor gewone te
legrammen op 1.70, dringende telegram
men 5,10; P. U. (gedeeltelijk dringend)
telegrammen 1.80, uitgestelde en Neder
landsche regeeringsttlegrammen 0.05 en
perstelegrammen 36 ct. per woord.
Om verzending langs den rechtstreek-
schen radioweg te verkrijgen moeten de be
richten worden voorzien van de kostelooze
dienstaanwijzing: via Holland Radio. Tele
grammen, waarvoor geen verzendingsweg ls
aangegeven, zullen eveneens via Holland
Radio worden verzonden. De telegraafdienst
is bevoegd tot verzending langs een anderen
weg, indien dit voor een vlugge overkomst
van de telegrammen bevorderlijk is.
Gisteren zijn weder 6 stakers aan den ar
beid gegaan bij de Kon. Ned. Mij. „de
Schelde": het aantal werkwilligen is daar
door gestegen tot 405.
Het merkwaardigste deel van de lange reis
De tocht door het Snez-kanaal
Het merkwaardigste van heel de lange reis
van het dok voor Singapore, dat door Neder
landsche sleepbooten derwaarts wordt ge
bracht, zal de tocht door het Suezkanaal zijn,
zoo meldt een medewgrker uit Egypte aan
de „Times".
Het dok is tweemaal zoo groot als het
grootste dok, dat ooit door het kanaal ge
sleept is en de doortocht zal een treffende
illustratie vormen van de groote ontwikke
ling, die heeft plaats gegrepen, sedert de
opening van het kanaal in 1869. Gewoon
lijk doen schepen ongeveer 15 uur over het
kanaal, maar het dok van Singapore zal er,
door acht sleepbooten gesleept, vier dagen
'ongeveer over doen, met zorgvuldig bereke
nende haltes, om het normale verkeer zoo
min mogelijk te storen.
Het kanaal is tegenwoordig een opeenvol
ging van rechte en nauwe gedeelten, die te
Bittermeren en Ismaila met de havens aan
beide uiteinden verbinden. Als men zoo
gestadig tusschen de rechte oevers doorvaart,
die zoo keurig door uitgestrekte, ongelijke
zandvlakten loopen, hier en daar onderbro
ken door groote stukken ondiep water, dan
krijgt men een bijzonderen indruk van het
rustige, het vlotte, dat het kenmerk van
het kanaal is. Dan vergeet men gemakkelijk,
dat het een van de groote ingenieurs-triom
fen der menschheid is.
Het denkbeeld om beide zeeën met elkaar
te verbinden, dagteekent van onheugelijke
tijden.
In een of anderen vorm hebben de Fa
rao's van 3000 jaar geleden, Seti I en Ram
ses, Darius en Trajanus en de Arabieren,
allen een taak ter hand genomen, waar
van de moeilijkheden, die zij bood, even
groot waren als de voordeelen, die zij be
loofde. Evenals het groote Tinate-kanaal
van Setti en Ramses, dat den Nijl met de
Roode Zee verbond, slaagden al deze po
gingen, waaraan ontzaglijk veel werk werd
besteed, er nimmer in, weerstand te bieden
aan het zand, tot Ferdinand de Lesseps, de
landengte van Suez dwars doorsneed.
Noch het Suezkanaal, noch de toegangen
ervan, zou herkend worden door iemand,
die 60 jaar geleden getuige was geweest
van de opening. Drie nieuwe nederzettingen
Port Said, Ismaila en Suez (met later Port
Tewfik) ontstonden als gevolg van het
graven vari het kanaal. Dit zijn thans be
langrijke steden geworden en daarbij is aan
den Aziatischen oever, tegenover Port Said,
een nieuwe stad gekomen Port. Foead, dat
mettertijd het eindpunt zal worden van
den Palestina-spoorweg en wellicht in be
langrijkheid zal wedijveren met zijn buurman
over het water. De ontwikkeling van het
kanaal zelf heeft alles overtroffen, wat zijn
ontwerper maar zou hebben kunnen beden
ken. Toen het voor het eerst geopend werd,
was de maximumbreedte 72 voet, de maxi
mumdiepte 27 voet en het kronkelde en
het draaide op een wijze, die het verkeer
grootelijks belemmerde.
Als gevolg van de noodzakelijkheid, om
het verkeer te bespoedigen en tegemoet te
komen aan de steeds grootere eischen der
wereldscheepvaart, zijn de bochten geleide
lijk recht gemaakt; het kanaal is, ten be
hoeve der moderne schepen, verbreed en
verdiept en thans bestaat 't, op een lengte
van 106 mijlen gemeten van pierhoofd
tot pierhoofd aan elk der beide einden
nauwelijks 13 mijlen; de diepte is vergroot
tusschen 33 en 42 voet en de breedte tot
198 voet, terwijl het heele kanaal thans
electrisch verlicht is, om het mogelijk te
maken, dat het verkeer dag en nacht door
gaat. Wat deze verbeteringen beteekend
hebben voor de scheepvaart, kan worden
afgeleid uit het feit, dat terwijl in 1870 de
gemiddelde duur der doorvaart 48 uur was,
deze verleden jaar enkele minuten meer dan
15 uur was. Terwijl, in 1870, het grootste
schip, dat door het kanaal ging, 4414 ton
mat, gaan er thans schepen van 27.000 ton
door.
Reizigers, die het kanaal op de groote
Oceaanbooten doorvaren, kunnen met geen
mogelijkheid van de hooge dekken hunner
stoomschepen, een juiste opvatting krijgen
van het kanaal of van zijn organisatie. Al
leen van een klein vaartuig, laag op het
water, is men in staat, ieder onderdeel gade
te slaan en den gigantischen aard van het
werk en de volmaaktheid van zijn organisa
tie gade te slaan. Geen schip kan het
kanaal invaren zonder vergunning, zonder
de kanaalrechten te betalen en zonder een
der loodsen van de Kanaalmaatschappij aan
boord te hebben en van den tijd, dat het het
kanaal binnenvaart tot den tijd dat het 't
kanaal verlaat, kan op ieder oogenblik zijn
positie worden vastgesteld. Op elke tien
K.M. is er een station, dat naar het hoofd
bureau te Port Said, Ismaila en Suez de
bijzonderheden seint of telefoneert van de
schepen, die voorbijkomen, de stroomingen,
de richting van den wind op ieder punt,
enz, en deze gegevens worden op speciale
kaarten geregistreerd, op grond, waarvan
het navigatiepersoneel de toelating van
schepen tot het kanaal regelt en instructie
geeft via de stations aan de loodsen, nopens j
de manier, waarop zij moeten passeeren, of
vast moeten maken om ruimte te laten voor
schepen, die in de tegengestelde richting
varen.
Alles wordt met een vlotheid en eenvoudig
heid uitgevoerd, waardoor van de organi
satie van het Suezkanaal, in handen der
Fransche ambtenaren, stellig iets buiten
gewoons in zijn soort in de wereld, wordt
gemaakt.
De omvang van het verkeer in het ka
naal neemt voortdurend toe, terwijl het in
1927 een record vormde. In dat jaar gingen
5545 schepen met een netto-inhoud van
28.962.040 ton door het kanaal; 57.1 pet.
van de scheepvaart is Britsch, daarna ko
men de Nederlandsche en Duitsche scheep
vaart, met elk ongeveer 10 pet.
Dat de onderneming een winstgevend be
drijf is, is' geen geheim. De transito-ont
vangsten, alleen in 1927 al bereikten een
som van 208 millioen goudfranken
99.840.000), waaraan de inkomsten moe
ten worden toegevoegd uit haar groote
reserves en andere bronnen. De noteeringen
der Effectenbeurs openbaren de winstga-
1 vende inkomsten, die zij aan de aandeel-
I houders van La Compagnie Universelle du
j Canal Maritime de Suez inbrengt, en be-
1 wijzen, dat Desraeli nooit een gelukkiger
j greep heeft gedaan in zijn openbaren dienst
dan door de handige verwerving van de
aandeelen van den Khedive voor de Brit-
sche regeering.
Het kanaal is meer dan een schakel tus
schen continenten, een wonder van tech-1
niet, een factor in de hoogte-politiek, en
eèn financieel koetje. Het verbindt twee
zeeën en het is een middel gebleken voor
'het openen van de wereld, zoowel voor vis-
schen als voor menschen. De paarloester
heeft reeds, misschien onverstandig, zijn
j weg gevonden naar de Middellandsche Zee.
In het bijzonder de Bittermeren, die halver
wege langs net kanaal liggen, herbergen «en
buitengewoon rijk en wonderlijk onderzeesch
leven. Een groep biologen van Cambridge,
die dry- jaar geleden uittrok, om het zee
leven in dit gebied te onderzoeken, bevond
de visschen van deze meren grooter, ster
ker en beter eetbaar, dan de visch uit de
open zee aan beide zijden. De meren, of
schoon zij een overvloed hebben van gelei
achtige en stinkende zwarte modder, behel
zen onder de dieren, die hen bevolken, ton
gen, die even verukkelijk zijn voor den
smaak, als het moeite kost hen te verkrij
gen. want zij graven zich in het zand in,
waarboven alleen hun oogen uitsteken.
Te Bergen op Zoom had zekere J. R. het
ongeluk met zijn linkerhand tusschen een
in bedrijf zijnde machinale schaafbank van
zijn inrichting terecht te komen, waardoor
drie vingers en de top van den wijsvinger
vrijwel geheel werden afgestoken. De on
middellijk ontboden geneesheeren gelastten
zijn overbrenging naar het Algem. Burger
gasthuis, waarheen hij per auto werd over
gebracht.
ling in zijn kraag pakte. Deswege werd
deze v. M. gearresteerd, doch niet.-dan _na
zich hiertegen ernstig te hebben verzet,
De vrouw moest naar het ziekenhuis
worden overgebracht.
De dader is in verzekerde bewaring ge
steld.
Een Italiaansch vliegtuig, bemand met 2
officieren, heeft gisterennamiddag bij
Cromvoirt een noodlanding moeten maken.
Te Amsterdam kwam gisteren aan het
ondersteuningsbureau aan de Kostverloren-
kade een man, die al meermalen om steun
had aangeklopt, hoewel hij daar niet voor
in aanmerking kwam.
Ditmaal hoorde hij opnieuw, de me
dedeeling, dat zijn beroep vergeefsch was.
Hij ontstak daarop in woede en begon een
reeks lieflijke woorden naar het hoofd
van de ambtenaren te slingeren.
De dienstdoende agent verwijderde den
man uit het bureau, maar deze daad van
den politieman deed de woede van den
teleurgestelden adspirant-steuntrekker tot
het kookpunt stijgen.
De man gaf den agent een kopstoot,
waarop de dienaar van het gezag zijn
gummistok trok. De booze man wist echter
den agent de stok te ontrukken en hij
i begon ermee te slaan. De agent trok toen
zijn sabel en een worsteling ontstond. De
woeste man diende den agent met de gum
mistok eenige krachtige slagen toe. Amb
tenaren van het bureau hadden inmiddels
aan het posthuis Borgerstraat om assis
tentie gevraagd. Eenige agenten verschep
nen spoedig en ontzetten hun makker, ene
vol blauwe plekken zat en eenige bloedende
wonden had.
Te Rosmalen brandde door onbekende
oorzaak huis en stalling van den eigenaar
L. Coppens tot aan den grond af. In den
tijd van een kwartier stond het pand van
voor tot achter in lichte laaie. De brand
meester Linnenbank fungeerde als zoodanig
met de brandkraan van de gemeente-wa
terleiding, welke voor het eerst dienst deed.
Tegen den kolossalen omvang en de
vlugge ontwikkeling van den brand was
niet te kampen.
Van den inboedel kon niets meer worden
gered. Dwfe ging geheel in vlammen op.
Alles ging zoo gauw in zijn werk, dat de
bewoners door het raam moesten vluchten.
Een 130-tal kippen, eenden en kuikens
kwamen in de vlammen om.
Gelukkig is in dezen tijd van het jaar
het vee in de weide, anders zou 't niet te
redden zijn geweest.
Huis en inboedel waren laag verzekerd.
Vier Hagenaars, hartstochtelijke liefheb
bers van de vischsport, zouden op de kar
pervangst gaan, vertelt de Amh. Ct. Een
van de heeren wist een plekje in de buurt
van Utrecht zei hij waar veel karper
zat. En ook was er iemand van het vier
tal, die een zegen ter beschikking stelde
voor deze gelegenheid.
Het gezelschap ging per auto op reis, in
derdaad in de richting Utrecht.
Maarde meneer, die het „mooie
plaatsje" wist, zei bij Utrecht: „Nog door
rijden!" En de auto ging verder. In de rich
ting Arnhem.
De vrienden keken wel wat raar, zoo ver,
zoo heelemaal naar Arnhem, doch z» wa
ren nu eenmaal op weg en karpers moes
ten er toch komen. De leider van den tocht
wist bescheid, in Arnhem was 't Eldorado
van de karpers, waar in den vijver van
Sonsbeek deze uitnemende visschen in
grooten getale rondzwommen. Het was reeds
diep in den nacht en de zegen werd in de
wateren Sonsbeeks uitgezet, waarbij een
der visschers gekleed te water ging om het
vischtuig zwemmende uit te zetten.
Bij den eersten trek werden dertien kar
pers wat een ongeluksgetal en een
paar forellen gevangen en toen hadden de
liefhebbers er genoeg van. Ze vertrouwden
het zaakje niet, zeiden tegen htm leider dat
ze er de brui aan gaven en met de dertien
karpers en de natte zegen werd de terug
reis aanvaard. Tot Zeist ging alles goed,
doch daar kwam de politie die op zoek naar
anderen, den auto aanhield en inspecteer
de. 't Leek erg vreemd, een kletsnatte man,
een zak met karper, een natte zegen; wat
was er met de heeren gebeurd. Eea onder
zoek werd aangevangen en ten slotte na
lang dralen kwam 't hooge woord er uit,
men had gevischt in de buurt van Arn
hem, op een plaats, waarvoor men geen
vergunning had. De politie nam haar maat
regelen en gisteravond landden de visschers
met hun buit opnieuw in Arnhem, thans
aan de Bovenbeekstraat, waar karpers en
zegen werden in beslag genomen en pro
ces-verbaal opgemaakt wegens diefstal van
visch uit den vijver van Sonsbeek.
De Bossche rechtbank heeft zekeren C.
A. L., 30 jaar, wegens diefstal van
100.000 ten nadeele van de Algemeene
iBank voor West-Vlaanderen, te Brugge,
veroordeeld tot 1H jaar gevangenisstraf
met aftrek der preventieve hechtenis. De
eisch was 2 jaar.
Te Schiedam was gisteren de 35-jarige
bankwerker A. O., werkzaam in het ruim
van het bij Wilton in reparatie liggende
Italiaansche s.s. „Cengio". Een lid der be
manning liet een zak cement in het ruim
neer, waardoor O. getroffen werd. De man
was op slag dood.
Uit jalouzie
Te Rotterdam kwam de 29-jarige los-
werkman F. L. K., op het Oostplein de 23-
jarige vrouw P. V. tegen, van wien hij
sinds geruimen tijd gescheiden leeft.
De man, die buitengewoon jaloersch is,
*had ongeveer een jaar geleden de vrouw
reeds op de Hoogstraat aangevallen en
haar een steek met een mes gegeven.
Hiervoor werd hij veroordeeld tot vier
maanden gevangenisstraf.
Nu zag hij de vrouw op het Oostplein,
rende plotseling op haar toe, wisselde
eenige woorden en beet haar toen den
neus af.
Het werd een oploop van je welste. zoo
meldt de „Msb." waarbij de politie moeite
had om de orde te bewaren. Een vriend van
K., de 21-jarige A. v. M., wilde hem te
hulp komen, toen de politie den woeste-
Gisteren is een bewoonster van een per
ceel in de Wagenstraat te Amsterdam het
slachtoffer geworden van een vergissing. Bij
het innemen van een drank had zij de ver
keerde flesch genomen, waarin zinkchloride.
Hierdoor is de vrouw ernstig ongesteld ge
worden. Zij is ter verpleging in het O. L.
Vrouwengasthuis opgenomen.
Twee slachtoffers
De arbeiders Drost en Hootsen te Achter
berg, bij Rhenen, zijn bij hun werk door
dampen van mest vergiftigd. Nog denzelf
den dag zijn beide overleden, meldt de „N.
R, Ct."
De bestuurder in de modder gestikt
Gisterenmiddag is de 18-jarige F. Schui
ling te Haren, bij het nemen van een bocht
in de buurt van Waterhuizen, met zijn auto
in een bermsloot terecht gekomen, waarbi'
hij in de modder is gestikt.
In het .Algemeen Politieblad" verzoekt
de commissaris van politie afd. D. en E. te
's Gravenhage, namens den Officier van
Justitie daar ter stede, de opsporing, aan
houding en voorgeleiding van Willem Ber
nard us de Wit, 25 jaar, lengte ongeveer 1.65
M., Indo-Europeaan. Hij wordt verdacht
van valschheid in geschrifte, te Soerabaja
gepleegd, waardoor de kassiersfirma Orono
te Soerabaja is benadeeld voor 250.000.
Een authentiek afschrift van de beschik
king van den Raad van Justitie te Soera
baja, d.d. 30 Maart 1928, waarbij rechtsin
gang met instructie en bevel tot gevangen
neming tegen de Wit verleend is, is aan-
weaig aan heb dep. van Justitie.
De negende dag
Bij de behandeling der strafzaak van d»
Veendammer Hypotheekbank voor de de
Vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank
interpelleerde mr. Kokosky, waarop mr.
Meckmann hem toevoegde, dat hij den ver
dachte geen antwoorden in den mond moet
leggen. „In de vorige zitting hebt u dat ook
al gedaan", zeide mr. Meckmann. „Dat heb
ik niet", riep mr. Kokosky. „Dat hebt u wel!"
hield mr. Meckmannn vol. Mr. Kokosky ver
klaarde hierop: „Bij pleidooi zal ik u ant
woorden." „Goed, maar ik heb liever niet,
dat u interpelleert", besloot mr. Meckmann
dit incident.
Later kwam Mr. Kokosky terug op het in
cident. Hij zei zeer onaangenaam te zijn
getroffen door de insinuatie van den presi
dent, alsof het zijn bedoeling was geweest
den verdachte de antwoorden in den mond
te geven. Pleiter verklaarde, dat dit niet zijn
bedoeling was, maar krachtens de artt. 900
en 288 Wetboek van Strafvordering heeft hij
het recht om vragen te stellen en opmerkin
gen te maken.
Hierop antwoordde de president.
Er staat dat u opmerkingen kimt maken
naar aanleiding van vragen, maar niet dat
de verdediger het recht heeft om vóór den
verdachte te antwoorden.
Verder stelde het O. M., mr. Reüingh, den
curator mr. Van Nierop een vraag, omtrent
de stemming die destijds onder de pand
briefhouders der Veendammer heerschte.
Mr. Van Nierop beantwoordde, dat de da
gen, die hij in Veendam heeft doorgebracht,
hem niet licht uit het geheugen zullen.gaan.
Veel kleine spaarders, die jaren gewerkt had
den om een pandbrief in handen te krijgen,
waren benadeeld. In hoofdzaak waren 't de
kleine lui, die benadeeld waren.
Na de pauze lichtte de accountant mr.
Goudeket zijn rapport toe omtrent de terug
betaling op de volgestorte aandeelen van
de Veendammer Hypotheekbank.
Uit de mededeelingen van getuige bleek,
dat de Veendammer op 30 Juni 1925 149 vol
gestorte aandeelen Veendammer voor 149.000
door J. J. Woltman van de Noord Nederl.
Hypotheekbank kocht en dat deze zich later
90 hierop liet. terugbetalen. Dergelijke te-
rugbzetaling heeft later nog een paar malen
plaats gehad met andere aandeelen.
In verband hiermede wees de President er
verdachte op, dat hij dadelijk, nadat hij
de aandeelen in handen had, een voorstel
tot statutenwijziging van de Veendammer
deed, blijkbaar om de overname mogelijk' te
maken en dat de terugbetalingen, die op 36
Juni plaats vonden, pas op 30 September
geboekt werden.
Nadat nog eenige rapporten over de waar
de van de aandeelen der Veendammer waren
voorgelezen stelde het O. M. mr. Keilingh op
enkele ondergeschikte punten wijziging der
der dagvaarding voor. Daarover zal later
worden beslist.
Vervolgens werd de zitting verdaagd tot
hedenmiddag 2 uur, op welk tijdstip het O.M.
requisitoir zal nemen.