Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 29 JUNI 1928 BLADZIJDE 3 Minister de Geer Je reis van H. M. de Koningin en Prinses Juliana naar Noorwegen De Centrale commissie voor de filmkeuring J. FA. Wagenaar f Het wetsontwerp betreffende de besmettelijke ziekten Bezoek van Prins Hendrik op de Pressa De begrooting 1928 van het Wegenfonds Dr. Schaepman's geboortehuis Uit den Indischen Volksraad LANDBOUW EN VISSCHERIJ De aardappeldag te Wageningen VERKEER EN POSTERIJEN Rechtstreeksche radio verbinding tusschen Nederland en Curagao SOCIAAL LEVEN De staking bij de Schelde te Vlissingén Met het groote dok op sleep naar Singapore Bedrijfsongeval te Bergen op Zoom Een noodlanding Omdat hij geen ondersteuning kreeg Felle brand te Rosmalen Op de Karpervangst Diefstal Door een vallende zak cement getroffen Den neus afgebeten De verkeerde flesch Door meststoffen vergiftigd Met zijn auto in de sloot Opsporing verzocht RECHTSZAKEN De behandeling van de strafzaak der Veendammer Hypotheekbank Minister de Geer is voor twaalf dagen naar het buitenland vertrokken. Een telegram van het Norsk Telegram bureau meldt, dat koningin Wilhelmina en prinses Juliana met gevolg gisteren Tromsö passeerden op weg naar de Noordkaap. Uit Oslo wordt gemeld: H. M. de Koningin is Dinsdag aan boord gegaan van het stoomschip „Mosken", waarmede een prachtige tocht gemaakt werd. Onder schitterend weer bracht de Konin gin een bezoek aan Trolefjord. Van Trole fjord ging de reis naar Toelyng-Seidet, waar met rendiersleden een bezoek aan een Lappen-dorp werd gebracht. In Lyngenfjord werd genoten van het heerlijke schouwspel van de middernacht zon. Eer heerschte aan boord groot enthou siasme. Gisteren ln den namiddag kwam H. M. de Koningin in Barstad aan. De heer Idzerda, lid der Centrale Com missie voor de filmkeuring, oud-adviseur der Staatscommissie Bioscoopgevaar, heeft zich gewend tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw met verzoek het bijeen roepen der leden in de subcommissie, telkens ten getale van vijf, te regelen volgens den rooster bij Algemeenen Maatregel van Be stuur vast te leggen. Requestrant grondt dit verzoek op het feit, dat in een tijdsverloop van drie en een halve maand, vele leden 6 maal, en hij daar entegen slechte éénmaal, door den voorzitter der Centrale Commissie, den heer van Sta veren, is opgeroepen. Een dergelijk willekeurig bijeenroepen, waarbij partijdigheid en opzet een rol kun nen spelen, acht hij niet bevorderlijk voor eene juiste naleving der Bioscoopwet. Te 's-Hertogenbosch is plotseling oven- leden de heer J. F. A. Wagenaar, griffier der Prov. Staten van Noord-Brabant. Voorloopig Verslag der Eerste Kamer Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het ontwerp, houdende vo jrziening tegen besmettelijke ziekten. Vele leden verklaarden uiterst sceptisch tegenover dit voorstel te staan. De wijze, waarop het in de Tweede Kamer behandeld was, door den voorzitter dier Kamer zelf als „ietwat overhaast" gekwalificeerd, kon hen geenszins bevredigen. Eenige leden, hoewel dit gevoelen deer lende, konden zich echter volkomen ver eenigen met den feitelijken inhoud van het ontwerp, in het bijzonder met de toe voeging, verkregen door de aanneming van het amendement-Bijleveld. Zij waren van ordeel, dat hiermede de noodige vrijheid in de vaccinatie-kwestie was gegeven, terwijl de wet goede waarborgen bevat, welke ge vaar uitsluiten. Andere leden namen een standpunt in, geheel afwijkende van het zooeven uiteen gezette. Juitst tegen de aanneming vasn het amenderaan -Bijlevejd, alsmede te gen de wijze, waarop het was ingediend, een wijze, die aan overrompelings-politiek deed denken, hadden zij ov<-wegend bezwaar. Voor sommigen dezer leden was het ont werp onaannemelijk geworden, anderen wenschten 'n afwachtende houding aan te nemen. In verband met het bezoek van Prins Hen drik aan de Pressa te Keulen wordt nog het volgende gemeld: Prins Hendrik vertoeft deze week te Keu len vc»r een langdurig bezoek aan de Pressa. Vergezeld van de heeren Cremers en graaf Mettemich, kwam de Prins Woensdagoch tend uit Berlijn te Keulen aan. In de mid daguren was 's Prinsen eerste bezoek aan de Nederlandsche afdeeling, waar Z. K. H. ontvangen werd door den regeeringscommis- saris, den heer W. Graadt van Roggen, de heeren Chr. A. Nieweg en J. W. Henny, resp. voorz. van de vereen. „De Nederlandsche Dagbladpers" en van het Pressa-comité dier véreeniging, en den secretaris der Neder landsche afdeeling, den heer A. C. M. van Dolder. Nadat de heer Vieweg in een korte toespraak den Prins welkom had geheeten en- den hoogen gast een fraai gebonden exemplaar van den catalogus der afdeeling (werk van de leerlingen der School voor de Grafische Vakken te Utrecht) had aangebo den, leidde de heer Graadt van Roggen den prins rond. Het bezoek duurde ongeveer een uur. Bijzondere aandacht schonk de Prins aan de historische afdeeling, zoowel wat be treft de oude drukwerken en couranten uit de collectie der firma Enschedé, als wat aan gaat de incunabelen der prentkunst uit de kunstverzameling van de School voor de Grafische Vakken te Utrecht. Bij den stand der „N. Rott. Crt." bezichtigde hij de aldaar tentoongestelde stamboom en van het Huis van Oranje en van Prinses Juliana. De bescheiden afdeeling Nederlandsch-Indië met de organisatie van den eersten vlieg tocht Amsterdam—Batavia bezag de Prins met groote belangstelling, en hij gaf na af loop van het bezoek den heeren Graadt van Roggen en Vieweg zijn hooge tevredenheid te kennen over de wijze, waarop Nederland op de Pressa vertegenwoordigd was. De mededeelingen betreffende de uitste kend geslaagde radio-kruisgesprekken, die den dag te voren in de Nederlandsche afdee ling met Batavia waren gevoerd en waarbij vijf personen (Duitschers) met bloedverwan ten in Indië gesproken hadden, die opgeto gen- geweest waren over deze nieuwste ver binding met het verre Oosten, heeft de Prins met aandacht aangehoord: hij complimen teerde de Nederlandsche heeren met deze attractie, waarmede de Nederlandsche af deeling zich op bijzondere wijze van de deel neming der andere staten onderscheidde. Des avonds werd in de Schelpenzaal van het oude raadhuis een diner gegeven, den Prins aangeboden door het gemeentebestuur van Keulen waaraan ook de regeeringscom- r^ssaris en de heeren Vieweg, Henry en Van )™lder deelnamen. Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer Thans is verschenen de memorie van ant woord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer betreffende de begrooting van het Wegenfonds 1928, waaraan het volgende is ontleend: Het is niet noodig te besparen op den wegenaanleg om den bouw van bruggen over groote rivieren, van viaducten voor spoor wegen en om afschaffing van tollen en der gelijke te kunnen bevorderen. Hiertoe zijn naast de gelden, noodig voor de verbetering onzer wegen, voldoende gelden beschikbaar. Uit eigen aanschouwing kan de minister verklaren dat van toenemend vernietigen van natuurschoon bij onze wegenverbetering hem niet is gebleken. Integendeel wordt zorgvuldig onder deskundige voorlichting er voor gewaakt, dat onnoodige schade aan beplantingen wordt veroorzaakt. De berichten betreffende het verband tus- schen kankergevaar en bitumineuze wegdek ken zijn den minister bekend, doch een on derzoek te dier zake ligt wellicht meer op den weg van den minister van Arbeid, Han del en Nijverheid en hij zal gaarne, na over leg met dien ambtgenoot nader in overwe ging nemen, of tot instellen van het hierbe- doelde onderzoek ware over te gaan. Het ligt voorshands niet in de bedoeling om het gebruik van alle wegen, waarlangs goede rijwielpaden liggen, voor wielrijders te verbieden. In overweging is de vraag of een del-gelijk verbod voor weggedeelten of be paalde wegen aanbeveling kan verdienen. De werkzaamheden van het bruggenbureau zijn reeds aangevangen en zuilen zich voors hands bepalen tot het maken van vooront werpen. Het bureau heeft er voor te zorgen, dat de relatie met buitenlandsche fabrieken binnen zoodanige grenzen blijft dat van die relatie geen bevoorrechte positie van de bui tenlandsche fabrieken tegenover de Neder landsche industrie het gevolg kan zijn. De regering bevordert het groeiproces in de richting van gelijdelijke gelijkwaardig heid-van Indië door het voortzetten van de uitbreiding der economische en maat schappelijke opheffing en door de ver sterking der bevolking Te Tubbergen fungeert sinds 1898 als ge meentehuis eenoude school, welke thans nu de gemeente tot 9000 zielen steeg zóó onvoldoende en bovendien zóó bouwvallig ls, dat kort geleden het dage lij ksch bestuul voobstelde, den „Eeshoff, dr. Schaepman's geboortehuis, tot zetel van Bet gemeentebestuur in te richten. 's Raads meerderheid stemde dit even wel af. ,,'t Moest maar blijven zooals 't was." 't Ziet er evenwel toch niet naar uit, dat zulks het geval zal wezen. De „Eeshof'.is nu n.l. voor 10 jaar in huur gekomen bij den A. B. T. B. Deze richt daar, met sub sidie van Rijk en gemeente, een landbouw- en landbouwhuishoudsehool in enre serveert een deel van de 23 kamers voor de gemeente, terwijl de burgemeester vast van plan is, dat aanbod niet te laten passeeren. Naar hij aan een verslaggever der Zw. Crt. mededeelde ligt het in zijn bedoeling Ged. Saten te verzoeken zich persoonlijk op de hoogte te komen stellen, dan kan dit college zelf oordeelen. Blijft de raad in zijn afwijzende houding inzake den Eeshof vol harden, dan kunnen Ged Staten ingrijpen krachtens de Gemeentewet, ter bevordering van den goeden gang van zaken De burgemeester, de heer Th. Luyckx, zou het voor de gemeente een zegen vinden, als al die plannen verwezenlijkt worden: „Wij kunnen hier best een duwtje in den rug ge bruiken. Het prettige is ook, dat als de A.B. T.B. den Eeshof huurt, en wij nemen er een deel van voor gemeentehuis, onze finan- cieele zorgen dan nog weer zooveel minder worden. Daarom is het maar te hopen, dat de gemeenteraad tenslotte toch nog tot betere inzichten komt. En als dan over een jaar of tien onze schuldenlast verminderd is, dan is misschien wel de tijd gekomen, dat we aan een geheel nieuw stadhuis mid den in het dorp kunnen denken. Tegen dien tijd is de landbouwschool dan waarscnijnlijk wel zoo gegroeid, dat ze de rest van den Eeshof ook noodig heeft en zijn we dus beide op de eenvoudigste en minst kost bare wijze geholpen." Het antwoord der regeering op de algemeene beschouwingen Aneta seint uit Batavia: De regeeringsgemachtigde voor de Alge meene Zaken, mr. J. J. Schrieke, beant woordde de algemeene beschouwingen over de begrooting voor 1929. Mr. Schrieke stelde vast, dat de meeste sprekers zich in groote trekken vereenigd hebben met het beleid der regeerinp. De debatten bewogen zich lahgs de groote lij nen, uitgestippeld in de redevoering waar mede de gouverneur-generaal deze zitting van den Volksraad geopend heeft, en waar in het regeeringsbeleid werd toegelicht, dat in de memorie van antwoord op de alge meene beschouwingen nadere bevestiging vond. De regeering heeft er goed aan gedaan de gewichtige onderwerpen van het oogenblik in de openingsrede aan te voeren. Daardoor is het thans mogelijk, dat de regeering kan zeggen: „Wij weten wat wij aan elkander hebben." De regeering gelooft in een toekomst, waarin Indië geraken zal tot een volledig zelfbestuur en waarin de Nederlandsche lei ding gemist kan worden, als bekroning van het Nederlandsch streven, waartoe de re geering alles doet en niets nalaat. De re geering kan echter niet zien wanneer die toekomst zal aanbreken. Deze periode zal in ieder geval langdurig zijn. Ten eerste omdat de internationale positie van Ned.-Indië er niet toe medewerkt die periode te verkorten. De tweede overwegende factor, die de lengte van de periode, waarin de Neder landsche leiding niet gemist kan worden, aangeeft, wordt bepaald door de ver scheurdheid der Indische maatschappij. Indië is ontwassen aan het tijdpers der amorphe massa. De politieke partij-organisatie verscherpt den rassenstrijd niet, dpch biedt een mid del om daaraan te ontgroeien. De derde factir, die den duur van het tijdvak der Nederlansche leiing bepaalt, ls het onvruchtbaar streven der revolution- naire nationalisten. De non-coöperators, vereenigd met de pan-Aziatische nationalisten, in de Per- moefakatten Perhimpoenan Politiek Ke'- bangsaan Indonesia (Federatie van Indo nesische Nationaal-Politleke Vereenigin- gen) trachten het historisch gewordene te verbrijzelen, desnoods met een politiek van geweld. De regeering beschikt over ge gevens. die zulks aantoonen. Voortgaande betoogt mr. Schirieke, dat de periode van de Nederlandsche leiding niet gemist kan worden, aangeeft aijn niet voor een groot deel afhankelijk is van het inzicht der regeering, maar van ob jectieve factoren. Tijdens den, te Wageningen gehouden aardappeldag heeft dr. C. Braak uit de Bilt nog gesproken over: Voorspelling van de aardappelziekte in ver band met meteorologische factoren. Om met succes een voorspelling te geven moet men het criterium van aardappel ziekte zeer scherp stellen en in cijfers vast leggen. Het is aan prof. Van Everdingen op bevredigende wijze gelukt een viertal factoren op te stellen, die aan deze voor waarden voldoen. Ze zijn: le. Er moet in den afgeloopen nacht minstens 4 uren dauw ge weest zijn. 2e De temperatuur mag niet be neden 10 gr. C. zijn gedaald. 3e. De volgende dag moet bewolkt zijn, gemiddeld minstens 0.8 bedekt. 4e. Er moet gedurende den vol genden dag eenige regen vallen. Prof. Van Everdingen heeft de criteria toegepast op de 30 gevallen, van het uitbreken der ziekte, die door mej. Löhnis van de jaren 19191923 waren verzameld. Hij vond, dat 29 er van binnen 15 dagen werden voorafgegaan door een critieken dag, terwijl omgekeerd, wan neer men alle critieke dagen na 1 Mei uit zoekt, deze slechts 5 maal niet gevolgd zijn door ziektegevallen, en 3 dezer uitzonderin gen hebben hoogstwaarschijnlijk betrekking op onvoldoende ontwikkeling van het gewas. In 1926 waren critieke dagen 5 en 6 Juni, 20 en 21 Juni en 8 en 9 Juli, de phytoph- thora-ziekte brak uit van 12 t/m. 18 Juni, van 21 Juni t/m. 5 Juli, en van 9 t/m. 23 Juli. In 1927 werden viermaal waarschuwin gen gezonden, in 1928 werd reeds gewaar schuwd voor 8, 9, 14 en 19 Juni. Den tweeden dag sprak de heer J. Kok uit Veendam over: Eenige ervaringen met kalibemesting bij aardappelen, op veenkolo niale gronden. Het gebruik van kunstmest stoffen in den veenkolonialen landbouw da teert van omstreeks 1880. De bemesting welke aanvankelijk werd toegepast op aanraden van den bekenden propagandist in dezen, wijlen den heer K. de Vrieze, was in vergelijking met thans zeer licht. In den loop der jaren is deze bemesting sterk opgevoerd en thans geeft men b.v. in de oudere veenkoloniën aan aardappels 240 K.G. zuivere kali. Spr. komt op grond van deze proeven tot de conclusie, dat, indien veenkoloniale land bouwers, niettegenstaande nauwkeurige cul- tuurzorgen kampen met een laag zetmeelge- halte der aardappels, het overweging' ver dient proeven te nemen of een verlaging der kalibemesting verbetering geeft. Het spreekt van zelf, dat in deze nietgegeneraliseerd moet worden, daar men dan weer voor een kalitekort zou komen te staan. Ir. J. J Jansen uit Wageningen deed een mededeeling ever voorkomen van bladluizen bij aardappelen. Spr. wees op de beteekenis van den ge zondheidstoestand van poters voor de op brengst, omdat opbrengstverschillen, verkre gen door uit te gaan van een mengelmoes van poters, veel grooter kunnen zijn, dan bij proeven om de meest rendabele gift van een of andere meststof te leeren kennen. Hij be schreef een bemestingsproef* met aardappe len, in 1924 genomen om den invloed na te gaan van de bemesting op de verspreiding van enkele virusziekten uit zieke centra, bladrol en mozaïk, waarbij vooral werd ge let op de ontwikkeling der bladluizen, die de genoemde ziekten overbrengen. De proef om vatte veld- en kasproeven. Nadat de planten ongeveer haar vollen groei hadden bereikt, werden een 10-tal bladluizen, die de smetstof in zich hadden opgenomen, op den top der gezonde planten gebracht. Het aantal bladluizen bleek na 1920 te bedragen op de planten: volledig bemest gemiddeld per plant 430, weinig kali 770, geen kali 1390, geen phosphorzuur 495, weinig stikstof 185 en geen stikstof 85. Stik stof heeft dus de ontwikkeling der blad luizen tegengegaan, kaligebrek die bevorderd. Ook heeft spr. nagegaan waarom op een bepaalde aardappelsoort een groot aantal bladluizen voorkwam, waarbij weder bleek dat, in totaal, kaligebrek de ontwikkeling der bladluizen het meest heeft begunstigd. Te vens bleek, dat de ontwikkeling op zieke planten veel sterker is dan op gezonde, voor gezonde Eigenheimers vond spr. als nakome lingen van 1 bladluis 1000, voor mozaïke Eigenheimers 2400, op Paul Kruger is dit ge tal voor een gezonde plant 400, voor bladrol 1700. Spr. had ook een onderzoek ingesteld naar de juistheid der meening van Oscar Loew, dat de sappen van kali-arme planten zoeter zouden zijn. Het voorloopig onderzoek heeft aangetoond, dat het suikergehalte van kali- arme planten inderdaad hooger was en bijna zonder uitzondering het droge stofgehalte t hoogst. De vatbaarheid voor parasieten be rust, meende spr., echter ook nog op iets anders. Ir. A. H. Joustra, Berlijn, sprak over den afzet van aardappelen naar Duitschland. Ir J. D. Koeslag uit Wageningen sprak over moeilijkheden bij het vaststellen van normen van een keuringsstelsel. Dr. J. Oortwijn Botjes, Oostwold sprak ten slotte over de lichte mozaïkziekte. In verband met de gunstige resultaten der proefnemingen wordt met ingang van Maandag 2 Juli a.s. de rechtstreeksche ra dio-telegraafverbinding met Curacao ge opend. Over deze verbinding kunnen tele grammen worden verzonden naar Curacao. Aruba, Bonaire en St. Martin. Het tarief is vastgesteld voor gewone te legrammen op 1.70, dringende telegram men 5,10; P. U. (gedeeltelijk dringend) telegrammen 1.80, uitgestelde en Neder landsche regeeringsttlegrammen 0.05 en perstelegrammen 36 ct. per woord. Om verzending langs den rechtstreek- schen radioweg te verkrijgen moeten de be richten worden voorzien van de kostelooze dienstaanwijzing: via Holland Radio. Tele grammen, waarvoor geen verzendingsweg ls aangegeven, zullen eveneens via Holland Radio worden verzonden. De telegraafdienst is bevoegd tot verzending langs een anderen weg, indien dit voor een vlugge overkomst van de telegrammen bevorderlijk is. Gisteren zijn weder 6 stakers aan den ar beid gegaan bij de Kon. Ned. Mij. „de Schelde": het aantal werkwilligen is daar door gestegen tot 405. Het merkwaardigste deel van de lange reis De tocht door het Snez-kanaal Het merkwaardigste van heel de lange reis van het dok voor Singapore, dat door Neder landsche sleepbooten derwaarts wordt ge bracht, zal de tocht door het Suezkanaal zijn, zoo meldt een medewgrker uit Egypte aan de „Times". Het dok is tweemaal zoo groot als het grootste dok, dat ooit door het kanaal ge sleept is en de doortocht zal een treffende illustratie vormen van de groote ontwikke ling, die heeft plaats gegrepen, sedert de opening van het kanaal in 1869. Gewoon lijk doen schepen ongeveer 15 uur over het kanaal, maar het dok van Singapore zal er, door acht sleepbooten gesleept, vier dagen 'ongeveer over doen, met zorgvuldig bereke nende haltes, om het normale verkeer zoo min mogelijk te storen. Het kanaal is tegenwoordig een opeenvol ging van rechte en nauwe gedeelten, die te Bittermeren en Ismaila met de havens aan beide uiteinden verbinden. Als men zoo gestadig tusschen de rechte oevers doorvaart, die zoo keurig door uitgestrekte, ongelijke zandvlakten loopen, hier en daar onderbro ken door groote stukken ondiep water, dan krijgt men een bijzonderen indruk van het rustige, het vlotte, dat het kenmerk van het kanaal is. Dan vergeet men gemakkelijk, dat het een van de groote ingenieurs-triom fen der menschheid is. Het denkbeeld om beide zeeën met elkaar te verbinden, dagteekent van onheugelijke tijden. In een of anderen vorm hebben de Fa rao's van 3000 jaar geleden, Seti I en Ram ses, Darius en Trajanus en de Arabieren, allen een taak ter hand genomen, waar van de moeilijkheden, die zij bood, even groot waren als de voordeelen, die zij be loofde. Evenals het groote Tinate-kanaal van Setti en Ramses, dat den Nijl met de Roode Zee verbond, slaagden al deze po gingen, waaraan ontzaglijk veel werk werd besteed, er nimmer in, weerstand te bieden aan het zand, tot Ferdinand de Lesseps, de landengte van Suez dwars doorsneed. Noch het Suezkanaal, noch de toegangen ervan, zou herkend worden door iemand, die 60 jaar geleden getuige was geweest van de opening. Drie nieuwe nederzettingen Port Said, Ismaila en Suez (met later Port Tewfik) ontstonden als gevolg van het graven vari het kanaal. Dit zijn thans be langrijke steden geworden en daarbij is aan den Aziatischen oever, tegenover Port Said, een nieuwe stad gekomen Port. Foead, dat mettertijd het eindpunt zal worden van den Palestina-spoorweg en wellicht in be langrijkheid zal wedijveren met zijn buurman over het water. De ontwikkeling van het kanaal zelf heeft alles overtroffen, wat zijn ontwerper maar zou hebben kunnen beden ken. Toen het voor het eerst geopend werd, was de maximumbreedte 72 voet, de maxi mumdiepte 27 voet en het kronkelde en het draaide op een wijze, die het verkeer grootelijks belemmerde. Als gevolg van de noodzakelijkheid, om het verkeer te bespoedigen en tegemoet te komen aan de steeds grootere eischen der wereldscheepvaart, zijn de bochten geleide lijk recht gemaakt; het kanaal is, ten be hoeve der moderne schepen, verbreed en verdiept en thans bestaat 't, op een lengte van 106 mijlen gemeten van pierhoofd tot pierhoofd aan elk der beide einden nauwelijks 13 mijlen; de diepte is vergroot tusschen 33 en 42 voet en de breedte tot 198 voet, terwijl het heele kanaal thans electrisch verlicht is, om het mogelijk te maken, dat het verkeer dag en nacht door gaat. Wat deze verbeteringen beteekend hebben voor de scheepvaart, kan worden afgeleid uit het feit, dat terwijl in 1870 de gemiddelde duur der doorvaart 48 uur was, deze verleden jaar enkele minuten meer dan 15 uur was. Terwijl, in 1870, het grootste schip, dat door het kanaal ging, 4414 ton mat, gaan er thans schepen van 27.000 ton door. Reizigers, die het kanaal op de groote Oceaanbooten doorvaren, kunnen met geen mogelijkheid van de hooge dekken hunner stoomschepen, een juiste opvatting krijgen van het kanaal of van zijn organisatie. Al leen van een klein vaartuig, laag op het water, is men in staat, ieder onderdeel gade te slaan en den gigantischen aard van het werk en de volmaaktheid van zijn organisa tie gade te slaan. Geen schip kan het kanaal invaren zonder vergunning, zonder de kanaalrechten te betalen en zonder een der loodsen van de Kanaalmaatschappij aan boord te hebben en van den tijd, dat het het kanaal binnenvaart tot den tijd dat het 't kanaal verlaat, kan op ieder oogenblik zijn positie worden vastgesteld. Op elke tien K.M. is er een station, dat naar het hoofd bureau te Port Said, Ismaila en Suez de bijzonderheden seint of telefoneert van de schepen, die voorbijkomen, de stroomingen, de richting van den wind op ieder punt, enz, en deze gegevens worden op speciale kaarten geregistreerd, op grond, waarvan het navigatiepersoneel de toelating van schepen tot het kanaal regelt en instructie geeft via de stations aan de loodsen, nopens j de manier, waarop zij moeten passeeren, of vast moeten maken om ruimte te laten voor schepen, die in de tegengestelde richting varen. Alles wordt met een vlotheid en eenvoudig heid uitgevoerd, waardoor van de organi satie van het Suezkanaal, in handen der Fransche ambtenaren, stellig iets buiten gewoons in zijn soort in de wereld, wordt gemaakt. De omvang van het verkeer in het ka naal neemt voortdurend toe, terwijl het in 1927 een record vormde. In dat jaar gingen 5545 schepen met een netto-inhoud van 28.962.040 ton door het kanaal; 57.1 pet. van de scheepvaart is Britsch, daarna ko men de Nederlandsche en Duitsche scheep vaart, met elk ongeveer 10 pet. Dat de onderneming een winstgevend be drijf is, is' geen geheim. De transito-ont vangsten, alleen in 1927 al bereikten een som van 208 millioen goudfranken 99.840.000), waaraan de inkomsten moe ten worden toegevoegd uit haar groote reserves en andere bronnen. De noteeringen der Effectenbeurs openbaren de winstga- 1 vende inkomsten, die zij aan de aandeel- I houders van La Compagnie Universelle du j Canal Maritime de Suez inbrengt, en be- 1 wijzen, dat Desraeli nooit een gelukkiger j greep heeft gedaan in zijn openbaren dienst dan door de handige verwerving van de aandeelen van den Khedive voor de Brit- sche regeering. Het kanaal is meer dan een schakel tus schen continenten, een wonder van tech-1 niet, een factor in de hoogte-politiek, en eèn financieel koetje. Het verbindt twee zeeën en het is een middel gebleken voor 'het openen van de wereld, zoowel voor vis- schen als voor menschen. De paarloester heeft reeds, misschien onverstandig, zijn j weg gevonden naar de Middellandsche Zee. In het bijzonder de Bittermeren, die halver wege langs net kanaal liggen, herbergen «en buitengewoon rijk en wonderlijk onderzeesch leven. Een groep biologen van Cambridge, die dry- jaar geleden uittrok, om het zee leven in dit gebied te onderzoeken, bevond de visschen van deze meren grooter, ster ker en beter eetbaar, dan de visch uit de open zee aan beide zijden. De meren, of schoon zij een overvloed hebben van gelei achtige en stinkende zwarte modder, behel zen onder de dieren, die hen bevolken, ton gen, die even verukkelijk zijn voor den smaak, als het moeite kost hen te verkrij gen. want zij graven zich in het zand in, waarboven alleen hun oogen uitsteken. Te Bergen op Zoom had zekere J. R. het ongeluk met zijn linkerhand tusschen een in bedrijf zijnde machinale schaafbank van zijn inrichting terecht te komen, waardoor drie vingers en de top van den wijsvinger vrijwel geheel werden afgestoken. De on middellijk ontboden geneesheeren gelastten zijn overbrenging naar het Algem. Burger gasthuis, waarheen hij per auto werd over gebracht. ling in zijn kraag pakte. Deswege werd deze v. M. gearresteerd, doch niet.-dan _na zich hiertegen ernstig te hebben verzet, De vrouw moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. De dader is in verzekerde bewaring ge steld. Een Italiaansch vliegtuig, bemand met 2 officieren, heeft gisterennamiddag bij Cromvoirt een noodlanding moeten maken. Te Amsterdam kwam gisteren aan het ondersteuningsbureau aan de Kostverloren- kade een man, die al meermalen om steun had aangeklopt, hoewel hij daar niet voor in aanmerking kwam. Ditmaal hoorde hij opnieuw, de me dedeeling, dat zijn beroep vergeefsch was. Hij ontstak daarop in woede en begon een reeks lieflijke woorden naar het hoofd van de ambtenaren te slingeren. De dienstdoende agent verwijderde den man uit het bureau, maar deze daad van den politieman deed de woede van den teleurgestelden adspirant-steuntrekker tot het kookpunt stijgen. De man gaf den agent een kopstoot, waarop de dienaar van het gezag zijn gummistok trok. De booze man wist echter den agent de stok te ontrukken en hij i begon ermee te slaan. De agent trok toen zijn sabel en een worsteling ontstond. De woeste man diende den agent met de gum mistok eenige krachtige slagen toe. Amb tenaren van het bureau hadden inmiddels aan het posthuis Borgerstraat om assis tentie gevraagd. Eenige agenten verschep nen spoedig en ontzetten hun makker, ene vol blauwe plekken zat en eenige bloedende wonden had. Te Rosmalen brandde door onbekende oorzaak huis en stalling van den eigenaar L. Coppens tot aan den grond af. In den tijd van een kwartier stond het pand van voor tot achter in lichte laaie. De brand meester Linnenbank fungeerde als zoodanig met de brandkraan van de gemeente-wa terleiding, welke voor het eerst dienst deed. Tegen den kolossalen omvang en de vlugge ontwikkeling van den brand was niet te kampen. Van den inboedel kon niets meer worden gered. Dwfe ging geheel in vlammen op. Alles ging zoo gauw in zijn werk, dat de bewoners door het raam moesten vluchten. Een 130-tal kippen, eenden en kuikens kwamen in de vlammen om. Gelukkig is in dezen tijd van het jaar het vee in de weide, anders zou 't niet te redden zijn geweest. Huis en inboedel waren laag verzekerd. Vier Hagenaars, hartstochtelijke liefheb bers van de vischsport, zouden op de kar pervangst gaan, vertelt de Amh. Ct. Een van de heeren wist een plekje in de buurt van Utrecht zei hij waar veel karper zat. En ook was er iemand van het vier tal, die een zegen ter beschikking stelde voor deze gelegenheid. Het gezelschap ging per auto op reis, in derdaad in de richting Utrecht. Maarde meneer, die het „mooie plaatsje" wist, zei bij Utrecht: „Nog door rijden!" En de auto ging verder. In de rich ting Arnhem. De vrienden keken wel wat raar, zoo ver, zoo heelemaal naar Arnhem, doch z» wa ren nu eenmaal op weg en karpers moes ten er toch komen. De leider van den tocht wist bescheid, in Arnhem was 't Eldorado van de karpers, waar in den vijver van Sonsbeek deze uitnemende visschen in grooten getale rondzwommen. Het was reeds diep in den nacht en de zegen werd in de wateren Sonsbeeks uitgezet, waarbij een der visschers gekleed te water ging om het vischtuig zwemmende uit te zetten. Bij den eersten trek werden dertien kar pers wat een ongeluksgetal en een paar forellen gevangen en toen hadden de liefhebbers er genoeg van. Ze vertrouwden het zaakje niet, zeiden tegen htm leider dat ze er de brui aan gaven en met de dertien karpers en de natte zegen werd de terug reis aanvaard. Tot Zeist ging alles goed, doch daar kwam de politie die op zoek naar anderen, den auto aanhield en inspecteer de. 't Leek erg vreemd, een kletsnatte man, een zak met karper, een natte zegen; wat was er met de heeren gebeurd. Eea onder zoek werd aangevangen en ten slotte na lang dralen kwam 't hooge woord er uit, men had gevischt in de buurt van Arn hem, op een plaats, waarvoor men geen vergunning had. De politie nam haar maat regelen en gisteravond landden de visschers met hun buit opnieuw in Arnhem, thans aan de Bovenbeekstraat, waar karpers en zegen werden in beslag genomen en pro ces-verbaal opgemaakt wegens diefstal van visch uit den vijver van Sonsbeek. De Bossche rechtbank heeft zekeren C. A. L., 30 jaar, wegens diefstal van 100.000 ten nadeele van de Algemeene iBank voor West-Vlaanderen, te Brugge, veroordeeld tot 1H jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. De eisch was 2 jaar. Te Schiedam was gisteren de 35-jarige bankwerker A. O., werkzaam in het ruim van het bij Wilton in reparatie liggende Italiaansche s.s. „Cengio". Een lid der be manning liet een zak cement in het ruim neer, waardoor O. getroffen werd. De man was op slag dood. Uit jalouzie Te Rotterdam kwam de 29-jarige los- werkman F. L. K., op het Oostplein de 23- jarige vrouw P. V. tegen, van wien hij sinds geruimen tijd gescheiden leeft. De man, die buitengewoon jaloersch is, *had ongeveer een jaar geleden de vrouw reeds op de Hoogstraat aangevallen en haar een steek met een mes gegeven. Hiervoor werd hij veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. Nu zag hij de vrouw op het Oostplein, rende plotseling op haar toe, wisselde eenige woorden en beet haar toen den neus af. Het werd een oploop van je welste. zoo meldt de „Msb." waarbij de politie moeite had om de orde te bewaren. Een vriend van K., de 21-jarige A. v. M., wilde hem te hulp komen, toen de politie den woeste- Gisteren is een bewoonster van een per ceel in de Wagenstraat te Amsterdam het slachtoffer geworden van een vergissing. Bij het innemen van een drank had zij de ver keerde flesch genomen, waarin zinkchloride. Hierdoor is de vrouw ernstig ongesteld ge worden. Zij is ter verpleging in het O. L. Vrouwengasthuis opgenomen. Twee slachtoffers De arbeiders Drost en Hootsen te Achter berg, bij Rhenen, zijn bij hun werk door dampen van mest vergiftigd. Nog denzelf den dag zijn beide overleden, meldt de „N. R, Ct." De bestuurder in de modder gestikt Gisterenmiddag is de 18-jarige F. Schui ling te Haren, bij het nemen van een bocht in de buurt van Waterhuizen, met zijn auto in een bermsloot terecht gekomen, waarbi' hij in de modder is gestikt. In het .Algemeen Politieblad" verzoekt de commissaris van politie afd. D. en E. te 's Gravenhage, namens den Officier van Justitie daar ter stede, de opsporing, aan houding en voorgeleiding van Willem Ber nard us de Wit, 25 jaar, lengte ongeveer 1.65 M., Indo-Europeaan. Hij wordt verdacht van valschheid in geschrifte, te Soerabaja gepleegd, waardoor de kassiersfirma Orono te Soerabaja is benadeeld voor 250.000. Een authentiek afschrift van de beschik king van den Raad van Justitie te Soera baja, d.d. 30 Maart 1928, waarbij rechtsin gang met instructie en bevel tot gevangen neming tegen de Wit verleend is, is aan- weaig aan heb dep. van Justitie. De negende dag Bij de behandeling der strafzaak van d» Veendammer Hypotheekbank voor de de Vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank interpelleerde mr. Kokosky, waarop mr. Meckmann hem toevoegde, dat hij den ver dachte geen antwoorden in den mond moet leggen. „In de vorige zitting hebt u dat ook al gedaan", zeide mr. Meckmann. „Dat heb ik niet", riep mr. Kokosky. „Dat hebt u wel!" hield mr. Meckmannn vol. Mr. Kokosky ver klaarde hierop: „Bij pleidooi zal ik u ant woorden." „Goed, maar ik heb liever niet, dat u interpelleert", besloot mr. Meckmann dit incident. Later kwam Mr. Kokosky terug op het in cident. Hij zei zeer onaangenaam te zijn getroffen door de insinuatie van den presi dent, alsof het zijn bedoeling was geweest den verdachte de antwoorden in den mond te geven. Pleiter verklaarde, dat dit niet zijn bedoeling was, maar krachtens de artt. 900 en 288 Wetboek van Strafvordering heeft hij het recht om vragen te stellen en opmerkin gen te maken. Hierop antwoordde de president. Er staat dat u opmerkingen kimt maken naar aanleiding van vragen, maar niet dat de verdediger het recht heeft om vóór den verdachte te antwoorden. Verder stelde het O. M., mr. Reüingh, den curator mr. Van Nierop een vraag, omtrent de stemming die destijds onder de pand briefhouders der Veendammer heerschte. Mr. Van Nierop beantwoordde, dat de da gen, die hij in Veendam heeft doorgebracht, hem niet licht uit het geheugen zullen.gaan. Veel kleine spaarders, die jaren gewerkt had den om een pandbrief in handen te krijgen, waren benadeeld. In hoofdzaak waren 't de kleine lui, die benadeeld waren. Na de pauze lichtte de accountant mr. Goudeket zijn rapport toe omtrent de terug betaling op de volgestorte aandeelen van de Veendammer Hypotheekbank. Uit de mededeelingen van getuige bleek, dat de Veendammer op 30 Juni 1925 149 vol gestorte aandeelen Veendammer voor 149.000 door J. J. Woltman van de Noord Nederl. Hypotheekbank kocht en dat deze zich later 90 hierop liet. terugbetalen. Dergelijke te- rugbzetaling heeft later nog een paar malen plaats gehad met andere aandeelen. In verband hiermede wees de President er verdachte op, dat hij dadelijk, nadat hij de aandeelen in handen had, een voorstel tot statutenwijziging van de Veendammer deed, blijkbaar om de overname mogelijk' te maken en dat de terugbetalingen, die op 36 Juni plaats vonden, pas op 30 September geboekt werden. Nadat nog eenige rapporten over de waar de van de aandeelen der Veendammer waren voorgelezen stelde het O. M. mr. Keilingh op enkele ondergeschikte punten wijziging der der dagvaarding voor. Daarover zal later worden beslist. Vervolgens werd de zitting verdaagd tot hedenmiddag 2 uur, op welk tijdstip het O.M. requisitoir zal nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7