FASCISME OP STRAAT
Telegraphisch Weerbericht
[BUREAUXNASSAULAAN 49;
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN
WOENSDAG 11 JULI 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16904
V. 1 uUUÜ.
DE STRIJD OM HET
PRAYER-BOOK
Indrukken van een passieven voorbijganger
De waakzamen, de niet-zoo-waakzamen
en de zeer waakzamen
Het
Concours-Hippique
te Hoofddorp
De Kozakken komen
De bijenmarkt te Veenendaal
Ze geven soms zoo een echt prettige af-
De Viglieri-groepy
verloren
Het reddingswerk zeer
moeilijk
Geen berichten meer van
de bemanning
Voornaamste Nieuws
J. J. WEBER ZOON
Oroote Houtstraat 166 Haarlem
[Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 1 3.25; per post, per kwartaal
f 3.58 bif Vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f QfJIHjfJ
Levenslange geiieele ongeschiktheid tot werken door fjEfi Dij een ongeval met fOZfl
i; i 3(j."doodelijken afloop; lui.ill."
bij verlies van een Hand,
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 0U15U." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; i 3U.~ doodelijken afloop; iZciU."een voet of een oog;' f125." duim of wijsvinger; 1 till." been of
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
bij verlies van een frit bij 'n breuk van* t, f) bij verlies v. een
i iJli." been of arm; 1 tril."'anderen vinger.
De crisis in de Anglicaansche Kerk
door dr. THOMAS GREENWOOD, M.A.
(Auteursrecht voor Nederland bij de
„Nieuwe Haarlemsche Courant")
Het volgende interessante en
goed gedocumenteerde artikel
ontwikkelt de gronden, waarop
het Lagerhuis het aannemen
van het door de Anglicaan
sche bisschoppen overhandigde
Prayer-Book opnieuw geweigerd
heeft.
De Anglicaansche godsdienst in Enge
land betaalt zijn privilege van staats
dienst en zijne 'kerkelijke voordeelen met
een weinig roemvolle afhankelijkheid van
de Kroon. Om de toestemming van den
Koning te erlangen, die sinds de Suprema-
tie-wet van Hendrik VIII het opperhoofd
van de Engelsche Kerk is, moet elke wijzi
ging In leer en liturgie, die door het Col
lege van Bisschoppen voorgesteld wordt,
eerst door een openbare stemming in het
parlement worden goedgekeurd. Nu voerde
de wassende invloed van de beweging van
Oxford een deel der „High Church" steeds
meer er toe, de Roomsche Liturgie tenmin
ste na te volgen en zich derhalve van den
geest en van de letter van het Prayer-
Book, het boek van het gemeenschappelijk
gebed, los te maken. Om een afscheiding
van de Anglo-Katholieken (zoo noemen
zich de radicale aanhangers der Oxford-
beweging) te voorkomen, en gebed en eere-
dienst beide mogelijk te maken, overwogen
de Anglicaansche bisschoppen eene herzie
ning der wettelijke liturgie.
Na een twintigjarigen arbeid waren de
Anglicaansche theologen het eens geworden
over een herzienings-plan van het Prayer
Book, dat koning Edward VI en koningin
Elisabeth het Engelsche volk hadden ver
maakt en dat niet meer geheel in de mo
derne samenleving scheen te passen. En nu
is dit ontwerp, nadat 't het kruisvuur dei-
beide colleges van Canterbury en York
de drie kamers der kerkvergadering en ten
slotte het Hoogerhuis glansrijk doorstaan
had, in het Lagerhuis voor de tweede maal
op een droevige wijze verworpen. Het gaat
hier niet om een partij-kwestie en zoo zag
men dan, na heftige debatten, minister te
gen minister, bisschoppen tegen «bisschop
pen, conservatieven tegen conservatieven en
Labour tegen Labour stemmen het La
gerhuis geleek op dien gedenkwaardigen
avond van den 14en Juni 1928 op een
Concilie
Het afstemmen door de volksvertegen
woordigers mag men niet beschouwen als
een vijandige geste tegen de bestaande
kerk; want ondanks alles blijft Engeland
diep godsdienstig en heeft oprechten eer
bied voor zijne nationale instellingen. Het
gaat hier meer om een reactie van den
traditioneel-protestantschen geest tegen de
verroomsching van de Liturgie, ja zelfs van
de leer, zooals de vaders der reformatie
deze aan het volk hebben achtergelaten.
Gaan we thans na, welke herzieningen de
bisschoppen voorstelden. De punten van se-
cundairen aard worden slechts terloops ver
meld: zoo b.v. de gewijzigde kalender met
nieuwe heiligen (H. Polycarpus, H. Basllius,
H. Bernardus, H. Catharina van Siena, H.
Franciscus van Assisië)het feest van Al
lerzielen, in welks Invoering het geloof
aan het vagevuur aan den dag treedt en
dat art. 22 van de 39 artikelen-wet, het
Anglicansclie Credo, veroordeelt; de gebe
den voor Koning, Empire en Volkenbond;
het witte gewaad, mantel en stola bij den
dienst van het Avondmaal en ten slotte de
wijzigingsbepalingen van den doop, de aan
neming en het huwelijk, waar de nieuwe
huwelijksbelofte de door de jongste Engel
sche wetten afgekondigde gelijkheid der
geslachten in de godsdienstige taal over
brengt.
Het hoofdstuk evenwel van het nieuwe
Prayer-Book, dat vóór alles tot het stran
den van het ontwerp geleid heeft, is de
wijziging van den dienst van het Avond
maal en het uitreiken der communie aan
zieken, die het bewaren van het gewijde
brood en den wijn veronderstelt, wat art.
28 van het Anglicaansche geloof veroor
deelt. In werkelijkheid gelooven immers de
Anglicanen niet aan de Katholieke leer der
transsubstantiatie; daarom commuiceert de
Anglicaansche priester na het wijden van
brood en wijn nooit alleen, maar met een
voldoenden kring van geloovigen, wien hij
de heilige zaken uitreikt ter gedachtenis
aan de goddelijke instelling van het H
Avondmaal door Jezus Christus. In de com
munie ontvangen dus de geloo.igen niet
lichaam en bloed van den Heiland, zooals
de Katholieke Kerk leert, maar alleen je-
wijden wijn en gewijd brood. Zij laten den
Heer Jezus Christus geestelijk in hen re
derdalen: de leer van het Receptionisme,
die de conservatieve of evangelische Anglica
nen aanhangen. Deze leer heeft twee ge
volgen van zeer groote beteekenis: ten eer
ste mogen de gewijde wijn en het gewijde
brood niet opgeheven worden, en de Angli
caansche priester verdeelt derhalve na de
algemeene communie het restant der hei
lige zaken onder de geloovigen. Ten tweede
mogen ze niet aanbeden worden, daar im
mers hunne substantie door de wijding niet
jreranderd wordt en dit derhalve reine af
godendienst zou zijn. Zoo staat het boven
dien in de „black rubric" (zwarte rubriek)
aan het slot van de leer omtrent den dienst
van het Avondmaal. De Anglo-Katholieken
houden weliswaar steeds het ritueele cier
communie in eere, maar bekommeren zich
geenszins om de beide aangevoerde gevol
gen. Zoo gelooven zij sinds de beroemde
preedicatie van Pusey nver de Eucharistie
(1843) aan de werkelijke en objectieve te
genwoordigheid van Christus onder de
broodsgedaante; hunne kerken hebben ta
bernakelen, waar brood en wijn wordt be
waard en die naar vrije verkiezing door
de geloovigen aanbeden worden de z.g.n.
„devotions".
O.n deze practijk der Anglo-Kathoiieken
omtrent het bewaren dei gewijde zaken te
legaliseeren en aan nur.ne openlijke opstan
digheid, die overigens door de meeste dio-
cesaan-bisschoppen geduld wordt, 'n einde te
maken, heft't nieuwe Prayer-Book weliswaar
het wettelijke ritueel niet op, maar stelt
dat-naast een ander ritueel met belangrijke
en gewichtige wijzigingen voor. Zoo volgt,
in plaats van dat de priester dadelijk na de
woorden der consecratie overgaat tot de
communie der geloovigen, in den gewijzig-
den dienst een lange toespraak, waarin de
heilige zaken een dank- en zoenoffer wor
den genoemd en de H. Geest aangeroepen
wordt, om brood en wijn te zegenen en te
heiligen, opdat zij in ons „lichaam en bloed
van Jezus Christus" worden mogen. Wan
neer nu de heilige zaken in ons lichaam en
bloed van den Heiland worden, waarom
zouden zij het dan eigenlijk, in wezen
niet zijn? Van dit punt tot de erkenning
der transsubstantiatie vormt slechts ééne
schrede. Intusschen is, ondanks de weg
lating van de „black rubric" in den nieu
wen dienst deze schrede niet gedaan. Het
blijft bij de reeds door Cranmer aangeno
men beteekenis der Calvinistische leer, die
hier in de aanroeping van den H. Geest
is ingevoerd, om het gevolg van de werke
lijke tegenwoordigheid, n.l. den eeredienst
van het Allerheiligste Sacrament, te ver
mijden. Om dezelfde reden beperkt het
nieuwe Prayer-Book de „reservation uit
drukkelijk tot het uitreiken der communie
aan de zieken en vervangt het tabernakel
door eèn „aumbry", een soort kastje, dat
in een der zijmuren van het hoogaltaar is
aangebracht. Intusschen heeft natuurlijk,,
ondanks alle voorzichtigheid der bisschop
pen, om den Anglo-Katholieken niet te zeer
tegemoet te komen, de wettiging der „re
servation" en dus gewjjzigden Avondmaal.
dienst een hevig protest van de zijde der
Evangelischen uitgelokt, zooals de uitspraak
der Kamer bewijst.
In dit geval heeft deze moeilijke strijd
vraag een inwendige gewetenscrisis wak
ker geroepen, die ongetwijfeld van invloed
is op de inwendige crisis der tegenwoordige
Kerk in Engeland. Zij staat inderdaad voor
een moeilijk dilemma: óf zij maakt zich
geheel los van de voogdij van het parle
ment en scheidt zich van den Staat af.
Dan staat het haar vrij herzieningen in
te voeren, maar daarmee vervallen hare
kerkelijke voorrechten. Of zij schikt zich
naar het parlement en straft de dissiden
ten streng, wat noodwendig tot de afschei
ding der Anglo-Katholieken zou voeren.
In dat geval zou de kerk van Engeland,
die nu reeds een der 160 secten in het
geestelijke leven der Engelschen is, zóó ver
zwakken. dat hare kerkelijke privilegies
geen reden van bestaan meer zouden heb
ben en noodzakelijk zouden te loor gaan.
De scheiding van Kerk en Staat schijnt
dus het noodwendig eindresultaat te wor
den van de huidige crisis in het Ar.glicanis-
me. Dan echter zou niet alleen de Engel
sche reformatie elk nationaal karakter ver
liezen, maar zouden bepaalde hoofdwetten
der Engelsche grondwet ernstig worden
bedreigd.
Het ijverige bestuur van de vereeniging
„Vooruit" is druk in de weer om het con-
cours-hippique te Hoofddorp, op Donderdag
19 Juli a.s. weer schitterend te doen slagen.
Er zijn weer vele buitenlandsche inschrij
vingen en de verschillende wedstrijden be
loven spannend en interessant te worden.
Ditmaal zal een bezoek aan het groote
paardensportfeest de moeite dubbel loonen.
omdat het bestuur heeft weten te bewerk
stelligen dat tusschen de gebruikelijke pro
gramma-nummers een tiental Djiguit-
Kozakken stoutmoedige staaltjes van onge-
loofelijke behendigheid en rijkunst zullen
vertoonen.
De Kozakken op hunne vlugge paardjes,
die ook reeds elders in ons land met groot
succes schitterende demonstraties hebben
gegeven in rijvaardigheid enz., zullen nu ook
in Hoofddorp hunne buitengewone talenten
laten zien, hetgeen als een bijzondere attrac
tie en een groot voorrecht mag worden aan
gemerkt
Verwacht mag dan ook worden, dat bij
gunstig wee: het mooie en in prachtige con
ditie verkeerende sportterrein te klein zal
blijken te zijn om de duizenden bezoekers te
bevatte-
De jaarlijksche bijenmarkt te Veenendaal
kenmerkte zich door een zeer levendigen
handel. De prijzen per volk in korven vari
eerden van 31.257.50.
De aanvoer bedroeg circa 1500 volken,
welke meerendeels van de hand gingen.
ROME, 5 JulL
Heeft u wel eens een kind een mond-har
monica cadeau gedaan en het toen mogen
beleven dat dit kind zijn tanden in de mes
sing-platen zette en blies en zoogblies
en zoog?
Zoo niet, heeft u dan minstens niet eens
het drama beleefd van een kind, dat zoo
een mond-harmonica ten geschenke ont
vangen had en blies en zooga-poè
a-poè
Wel, denk u dat geluid vertien-, verhon
derd-, verduizendvoudigden u heeft de
ondragelijke apoè-klacht, die in Rome po
pulair is.
Rome is nooit stil.
Lawaai gutst uit alle straten, overplonst
alle pleinen, lekt in alle huizen. Menschen,
dieren, karren, auto's maken nergens zoo
veel brouhaha zooals de Franschman het
zeer welluidend ui* drukt als in Rome.
Zelfs de doode dingen werken aan het
eeuwige gedaver mee. Nergens tikken sloten
zoo fel, ploffen deuren zoo dof, knarsen
scharnieren zoo schel als in Rome. De sen
satie van onder een viaduct te staan, waar
over in dazende davering een trein wielt, is
gewoon in een Romeinsche studeerkamer.
En de grootste tergers van den door zooveel
geluid gekwelde zijn de auto's. Niet dat ze
rammelen, niet dat de taxi-meters klette
ren,, niet dat de portieren rinkelen is daar
van de reden; daarvoor zijn het Romeinsche
auto's. Maar de signalen. In Rome kent
men het geitegilletje niet van den Citroën,
noch het logge gerochel van net Fordje, dat
plots een auto aan het worden is, noch de
brommende zucht van den voornamen Buick,
wiens radiator is als een fronsende grijsaard.
In Rome kent men alleen het instrument,
dat ik moeilijk anders weet aan te duiden
dan; toetert je; een brokje koper is het, of
blik, met een gummi bal er aan; en als men
er In knijpt in den bal bedoel Ik doet
het erg schor, of het piTittelt, of het gut
heel schel. Alle Romeinsche auto's hebben
toetertjes. En alle Romeinsche chauffeurs
hebben één hand aan het stuur en één
hand aan den bal. Wanneer er een kind
aan boord is, mag het spelenmet het
toetert je! En chauffeur en kind, ze spelen
dóór, wanneer de wagen stil staat. Het toe-
tertje werkt als de motor, van den start tot
even na den finish; alleen werkt het toe-
tertje harder. Een proces-verbaal wegens
nalaten van signalen is in Rome nog niet
bij name bekend! Het toetert. Heel Rome
toetert, 's Morgens, 's middags, 's avonds
toetert het. En wanneer het waar is dat er
's nachts minder auto's op den weg zijn dan
overdag, moeten de toetertjes kunnen droo-
men. Hardop kunnen droomen.
Natuurlijk hebben wij er tegen geprotes
teerd. En,de voorzienigheid van het
hoofd der regeering, den duce van het fas
cismeheeft er in voorzien: voortaan
zullen geen toetertjes gebruikt mogen wor
den, wier schor-doen, pruttelen of schei-
gillen verder hoorbaar is dan vijfhonderd
meter!
Enkele malen per dag echter wordt de
heerschappij der toetertjes bedolven onder
de geweldige, de overcazende a-poè-klacht.
die door de stad en door de lucht loeit, en
wier echo door de bergen moet worden her
haald.
A-poè! Remklossen beuken op de tram-
wielen.
A-poèl De koetsier vloekt de pooten van
zijn Rossinante stijf.
A-poè! De verkeersagent zoekt het veilige
trottoir.
A-poè! De flaneur breekt zijn vloelende
volzinnen af.
A-poè! Nog éénmaal barst uit een stout
moedig toetertje een geweldige poging,
waarna het schaamvol zwijgt.
A-poèA-poèMA-poè'
Rome staat stil in gespannen wachten.
Niets beweegt. De straten liggen breed,
verlaten.
De geweldige, de al-overplonsende klacht
zwelt.
Dan wordt plots een klettering, een ge
rommel, een gestamp, een geproest hoor
baar: een geluid dat alleen door een drie-
motorigen Fokker zwakjes kan worden ge
ïmiteerd.
Rome wordt stiller.
A-poèA-poèM A-poè11! Het
vult de stad tot berstens toe. De al-omme
stilte huivert weg.
Als een knal, als een fel-roode flits, ver
schijnt Het dan plots. Een naam zou ik
Het niet kunnen geven. Het geeft slechts
een indruk welke wij alleen maar kunnen
weergeven door: raasdondertje.
Iemand heeft Het Fiat gedoopt. Het
woord staat voorop te lezen. Het is vuur
rood, ander-halven meter breed en hoogstens
twee-honderd-en-vijftig centimeter lang. Er
bovenop ligt een twaalfsports ladder. Om de
ladder zitten zes drie aan eiken kant
vigili (waakzamen). Het geheel beweegt zich
met een snelheid van een dikke twintig
kilometer. (Het lawaai Inbegrepen.)
Wat ik naar waarheid teeken, prijkt in
Rome met den wijdschen naam van brand
weer.
De „waakzamen" dit is de letterlijke
vertaling van „vigili" zijn populair In
Rome. Heel den dag rukken ze uit. Kwaad
doen ze niet, want waar alles steen is,
brandt het zelden. Toch zijn er altijd vigili
die verwondingen oploopen Eiken dag gaan
er een paar naar het ziekenhuis. Hoe ze dat
klaar spelen, is hun geheim: wij lezen
slechts hun hartroerende levensbeschrijvin
gen in de kranten, en ve-heugen ons mtt
hen, wanneer er weer een medaille bij komt.
Wat ze doen? Ik zag ze slechts twee ma
len werken. Een maal aan een reclame
bord. waar ze echter niet bij konden omdf t
het een volle vijf meter hoog hing en een
maal bjj een aardstorting: werken deden ze
toen echter heelemaal niet; ze verklaarden
alleen maar in een zeer vurig debat dat
spitten er waren een man, een ezel en
een wagen bedolven niet tot hun taas
behoorde en een half uur later ree
weg met de verzekering, dat de man en de
ezel nu toch al dood moesten zijn.
Maar kwaad wil ik toch niet van ze
zeggen.
Mijn inctropolitano die natuurlijk ook wel
even tijd had om te poseeren.
wisseling, en zoo lang het hout in Rome
duurder blijft dan het marmer, kunnen ze
ten slótte weinig kwaad doen.
Onder de niet-zoo-waakzamen versta ik
de metropolitani. Ze zijn een creatie van
het fascisme en de meest prozaïsche uiting
van gezag. Men kan ze zonder veel bezwaar
vergelijken met de Hollandsche politie. Al
leen zijn ze vriendelijk, bijna gemoedelijk,
onderdanig en voor rede vatbaar.
Waar ze echter proces-verbaal maken,
wanneer dit zoo te pas komt, soms zelfs wel
eens een arrestatie verrichten, en boven al
de hand probeeren te houden aan verorde
ningen waarvan zoo als vanzelf spreekt
de groote Man het bestaan niet eens
kent, passeri ze niet in Rome.
Het eenige dat ze nog behielden, is de
italianita.
Speciaal voor dezen brief, begaf ik mü
hedenmiddag naar den Largo del Tritone,
het middelpunt van Rome en de culminatie
van alle verkeer. Op een eilandje, dat wordt
gesneden door 13 tram- en 2 autobuslijnen
in beide richtingen, beheerscht door 'n me-
tropolitano, den enormen kringloop van
auto's en gespannen fietsen ziet men in
Rome hoogst zelden die uit acht op den
Largo uitmondende straten verschijnen, en
in één van die acht straten ook weer ver
dwijnen moeten
Op dien metropolitano een leuken vent
die coquet deed met zijn witten stok ben
ik toegestapt en ik heb hem gevraagd naar
het onmogelijkste straatje, dat ik bij name
kende.
„Tja," zeide hij; „dat weet ik niet uit mijn
hoofd. Een oogenblikje!"
Hij jongleerde wat met zijn kn moei,
draaide op zijn hakken rond en het kolos
sale verkeer stond stil.
Vervolgens nam hij een boek uit zijn zak
en bladerde, bladerde. Drie malen liet hij
m(j de gevraagde straat herhalen en blader
de. Plots liep hij even weg om een chauf
feur die hoorbaar ongeduldig werd, er op te
wijzen, dat hoffelijke bereidwilligheid een
zeer voornaam deel van politie-arbeid is.
Toen hij weer terug kwam, verzekerde hij
mij dat hij mjj niet helpen kon.
„Neemt u mij niet kwalijk," heb ik gepre
veld, eerlijk gezegd toch ook wel een beetje
verlegen tusscher, zoo vele razend-toeteren-
de chauffeurs.
Maar zoo kwam ik niet van hem af.
„Mag ik ze even doorlaten?"
Hij zwaaide wat met zijn knuppel. De
chaos werd heviger, ontwikkelde zich dan
langzaam-aan. Hij zwaaide nog eens en
weer stond het stil.
Samen verlieten wij het eilandje en hij
vertrouwde mij toe aan eer collega wien hjj
de zaak zeer uitvoerig verklaarde. De col
lega zegde graag de gevraagde hulp toe.
„Permitteert u?" wees hij naar zjjn
eilandje.
„Zeker! En duizendmaal bedankt!"
„Prego!"....*) Hij sloeg zijn hakken tegen
elkaar, salueerde en marcheerde naar zjjn
post terug.
Toen zjjn collega het een kwartier later
voor elkaar speelde mij de gevraagde inlich
ting te geven, was er van den chaos haast
niets mee merkbaar.
Och. ik wil niet ontkennen, dat dit zeer
vriendelijk was, maar het is toch niet dat,
Iwat je in Europa verwacht. Zoo een metro
politano is en blijft de rechtstreeksche weg
naar de Amerikanisabe. Ik vraag me af,
hoe het gegaan zou zijn, wanneer ik mij
I had kunnen wenden tot een zeer-waakzame.
dat is een carabiniere!
De Carabinieri! Gesteld, dat u nog niet
in Italië was wat denkt u dan van de cara
binieri? Ik moet u vertellen, dat ik een even
zonderlinge, als onjuiste voorstelling van z
opdeedin de bioscoop.
U kent ze: de ruwe. onverbiddelijke, ge
baarde kerels, de vrouwenbeulen, de revol
verhelden, die, onoverwinnelijk door hun
aantal en hun betere bewapening, den held
van het drama in den dood, of liever: maar
desondanks, in de armen van zijn bruid
jagen.
Ik herhaal: mijne onbillijkheid was niet
mijn schuld, maar die van de Amerikaan-
sc'ne filmrollers. Geve ik amende honorable
in een volgenden, vollen brief.
JAN HOEK.
Prego: De Italiaan stelt zich niet te
vreden met iets aan te bieden, of zooals
bij ons gebruikelijk is te verklaren, dat
zijne moeite geene was. Na iets aangeboden
te hebben, wacht hij het gewone Grazie
(dank u) en zegt dan: prego, ik bid u (het
te aanvaarden). J. H.
Een Stefani-bericht uit Rome meldt, dat
het verschijnsel eener absolute stilte wat
de mededeelingen op de korte golf aangaat,
blijft aanhouden en aangezien het sein-
toestel van de groep Viglieri er een Is voor
de korte golflengte, is er sinds twee dagen
geen bericht meer van de groep ontvangen.
De „Braganza" is naar de Noordkaap ver
trokken ipet het Fransche vliegtoestel aan
boord. Men hoopt, dat dit schip de groep
Viglieri zal kunnen bereiken.
„United Press" meldt uit Kingsbay:
Thans is een begin gemaakt met de
publicatie van het eerstvolgende relaas aan
gaande de omstandigheden, waaronder het
luchtschip „Italia" is vergaan.
Hieraan is het volgende ontleend:
Nadat de achtersteven van het omhulsel
beschadigd was, gelastte Nobile de motoren
stop te zetten in geval er brand mocht
ontstaan. Tot overmaat van ramp weigerde
het stuur, toen men trachtte de „Italia" te
doen stijgen en het luchtschip sloeg tegen
den grond. Door den hevigen schok verloor
Nobile het bewustzijn; toen hij de oogen
weer opsloeg zag hij Malmgren en Mariano
1 naast zich liggen.
Nadat men gedurende twee dagen ver-
- geefs had gepoogd draadloos in verbinding
te komen met de buitenwereld, besloot
Malmgren zich op weg naar de Noordkaap
van Spitsbergen te begeven, vergezeld van
Mariano en Zappi, zulks ondanks het feit,
dat Nobile hun dit afried. Men scheidde als
goede vrienden; het laatst werden zij gezien,
terwijl zij zich in de richting van het Foyn-
eiland voortbewogen.
De achtergeblevenen gebruikten de ben-
zineblikken als pannen; de benzine zelf
diende hun als brandstof, waarna het foto
toestel werd verbrand. Gedurende de nach
ten, naderden beren herhaaldelijk het
kamp, die echter door „Titina", den hond,
werden afgeschrikt. Een kleine voorraad
geconserveerd vleesch werd door Nobile in
reserve gehouden, wegens de geringe hoe
veelheid voedsel, die men bezat. Sommige
leden der expeditie werden ziek door het
gedurende drie weken achtereen eten van
berenvleesch.
Nobile beloofde den radio-telegrafist hem
op chocolade te zullen trakteeren, indien hij
er in zou slagen verbinding met een radio
station te verkrijgen. Herhaalde malen
werden hiertoe pogingen in het werk ge
steld en eindelijk gelukte het in verbinding
met een Russisch station te komen. Van
Riiser Larsen krege Nobile den raad de
benzineblikken te bezigen, om het zonlicht
te weerkaatsen, ten einde aldus de aan
dacht der vliegers te trekken, die op zoek
naar de „Italia"-bemanning waren. Des
ondanks vloog de Italiaansche vlieger
Maddalena over het kamp heen, zonder
het te hebben gezien. Toen Maddalena
opnieuw boven het kamp vloog slaagde de
chef-méchanicien Cecioni er in zijn aan
dacht te trekken, door op zijn rug liggend
een der benzineblikken heen en weer te be
wegen.
Uit het materiaal van de gondel werd
voor Cocioni, die gewond was, een slede
gemaakt, waarop men hem over het ijs
hoopte ,o kunnen vervoeren.
Onder de achtergebleven leden der Nobile-
expeditie heerschte echter een uiterst ge
drukte stemming, behalve bij Viglieri, die
vol moed bleef.
Nasporingen naar Amundsen
Het Noorsch Tel.-Ag. meldt d.d. 10 Juli
uit Oslo, dat de admiraliteit mededeelt, dat
de nasporingen naar Latham door de Noor-
sche en Fransche schepen worden voortge
zet langs den rand van het ijs, van 75 gr.
N.B. tot aan Spitsbergen, alsmede in de zee
tusschen 'den ijsrand en de W.-kust van
Spitsbergen en naar het zuiden in den om
trek van het Bereneiland. Er is tot dusver
geen spoor van Latham gevonden. Ook twee
schepen, die den rand van het ijs bij Groen
land hebben afgezocht, rapporteeren niets
te hebben gezien.
Naar aanleiding van de herhaalde geruch
ten, dat Cecioni in de Italiaansche legatie
te Oslo zou zijn overleden verklaren de
Noorsche autoriteiten geen bericht van zijn
dood te hebben ontvangen.
De jjsbreker
De speciale berichtgever van het Tel. Ag.
der Sovjet-Uunie, die zich aan boord van
den ijsbreker „Krassin" bevindt, zoo meldt
een Wolff-bericht uit Moskou, deelt mede,
dat de vlieger Tsjoechnowski dezer dagen
eenige verkenningstochten zal doen. De
„Krassin" zal dan, indien het ijs in het N.
kan worden gepasseerd, trachten langs de
N.-kust van het Noordoostland bij de groep
Viglieri te komen, en anders ten Z. van het
Noordoostland omvaren, ten einde de Hin-
lopenstraat te passeeren.
De doodsstrijd van de Viglieri-
groep
Volgens uit Spitsbergen ontvangen draad-
looze berichten, heerscht momenteel groote
moedeloosheid in het Viglieri-kamp. Hun
eenige hoop hebben de mannen nu nog ge
vestigd op den Russischen ijsbreker, waar
van zij hopen, dat deze hen nog intijds zal
bereiken.
Ongerustheid over Sjef van
Dongen
Volgens berichten uit Kopenhagen aan de
„Tel." beschouwt men thans ook den Ita-
liaanschen kapitein Sora als definitief ver
loren. Twaalf dagen geleden is Sora met een
hondenslee-expeditie vertrokken. In zijn ge
zelschap bevonden zich ook de Nederlander
Sjef van Dongen en de Deen Varming.
Naar de Zweedsche vlieger Lundborg in
zijn rapport mededeelt is het dagelijksch
menu van de leden der Viglieri-groep als
volgt samengesteld: Het ontbijt bestaat uit
chocolade en cake (de cake was, toen Mad
dalena haar uit zijn vliegtuig omlaag wierp,
Het reddingswerk voor Nobile's mannen.
De Haagsche rechtbank heeft gisteren be
handeld het tragisch auto-ongeluk bij Leider
dorp, waarbij deken Höppener en kapelaan
P. van Diest uit Delft om het leven kwamen.
Te Alkmaar heeft de Ned. R.-K. bond van
bouwpatroons zijn tweede lustrum herdacht.
De anti-Japansche boycot in Soerabaja
verscherpt.
De commissie van onderzoek inzake de
wettelijke regeling van het aanvullend on
derwijs aan de rijpere jeugd heeft haar voor-
Ioopig rapport vastgesteld.
De Ned. Spoorwegen verzekeren zich
tegen inbraak, diefstal, enz.
De staking van havenarbeiders te Ant
werpen geëindigd.
Het Centrale Executieve Comité der Sov
jet-Unie heeft zes doodvonnissen nit het
Sjachty-proces veranderd in tien jaar ge-
vangenissraf.
Eene arrestatie van vijftig katholieken
in „Mexico.
Barometerstand 9 unr v.m.: 7.70 vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Licht op De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om: 9.47 uur.
Hoogste barometerstand 770.9 te Frankfort.
Laagste barometerstand 743.7 te Reykjavik
Verwachting:
Zwakke tot matigen, tijdelijk wellicht
toenemende Zuid-Westelijke tot Zuidelijken
wind, meest licht tot half bewolkt, droog
weer, behoudens kans op onweer, iets
warmer.
in het water gevallen). De chocolade moest
met behulp van vaste spiritus worden ge
kookt. Des middags at men berenvleesch.
dat met een schaar in stukken moest wor
den gesneden, terwijl men 's avonds cor-
nedbeef en cake nuttigde. Zoolang de voor
raad strekt, worden als genotmiddelen kleine
rantsoenen cognac en sigaretten verstrekt.
De Moskousche bladen bevatten nog vol
gens de Tel., het rapport van den Russi
schen vlieger Baboesjkin over zijn wederva
ren in de vijf dagen, dat hij niets van zich
liet hooren en de wereld reeds meende te
moeten aannemen, dat een nieuw slachtoffer
was toegevoegd aan de tragische lijst ier
„Italia"-expeditie. Uit de mededeelingen
blijkt de moeilijke taak der Zweedsche, Fin-
sche, Russische en Italiaansche reddings
vliegtuigen, die te midden van zeer ongun
stige atmosferische omstandigheden Nobile's
mannen trachten te redden.
Baboesjkin, die zooals men weet, zijn
vluchten van den ijsbreker „Malygin" uit,
onderneemt, verhaalt dan, dat hjj op 29 Juni
opsteeg om naar de „Italia"-bemanning te
zoeken. Een dichte mistbank, die ongeveer
100 Meter hoog was, belemmerde hst uit
zicht. Nadat deze hindernis achter den rug
was, legde Baboesjkin 90 K.M. af, doch hij
kwam toen opnieuw in een mistbank teiecht,
die zoo laag hing, dat er niets anders te doen
voor hem overbleef dan op een ijsschots te
dalen. Daar de nevel bleef hangen tot 5 uur
's namiddags van den eersten Juli-dag, be
sloot de vlieger naar de „Malygin" terug te
keeren.
Niet zonder gevaar maakte de macri.ne
zich weder los van het ijs, doch nauwelijks
had Baboesjkin ongeveer een uur gevlogen,
of hij werd opnieuw door een dichten mist
omgeven. Daar, na eenige waarnemingen,
alleen nog beneden het vliegtuig, dat zich
op geringe hoogte bevond, zicht bleek te zijn,
werd de aviateur opnieuw tot een noodlan
ding op een ijsschots gedwongen. Intusschen
was de wind in hevigheid toegenomen en
nog geen twee uur later loeide de storm bo
ven de eenzame ijsvelden.
Toen de storm op 3 Juli was gaan liggen
en de mist was weggetrokken, ging Ba
boesjkin opnieuw de lucht in, op zoek naar
de „Malygin". Al vliegende bemerkte hjj,
dat het radio-apparaat niet meer werkte.
Twee uur zocht hij tevergeefs naar den ijs
breker en aangezien toen een nieuwe mist
bank kwam opzetten, werd hij voor de der
de maal tot een landing op het ijs genoopt*
Daar 'de voedselvooraad begon te verminde
ren (in het vliegtuig bevonden zich nog vier
andere inzittenden) werd van de gelegen
heid gebruik gemaakt om een ijsbeer neer
te leggen.
In den morgen van den 4den Juli was het
weer helderder. De laagste wolken hingen
op een hoogte van 600 Meter. Baboesjkin
steeg derhalve opnieuw op en vond na een
uur zoeken de „Malygin", die zich bij Hoop-
eiland bevond. Na een goed geslaagde lan
ding werd het vliegtuig toen aan boord van
den ifsbreker geheschen.
Omtrent de averij, door den ijsbreker
„Krassin" opgeloopen, meldt de „Izwestija",
dat één der vier bladen van de schroef is
I
1