FASCISME OP STRAAT Telegraphisch Weerbericht [BUREAUXNASSAULAAN 49; DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN WOENSDAG 11 JULI 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16904 V. 1 uUUÜ. DE STRIJD OM HET PRAYER-BOOK Indrukken van een passieven voorbijganger De waakzamen, de niet-zoo-waakzamen en de zeer waakzamen Het Concours-Hippique te Hoofddorp De Kozakken komen De bijenmarkt te Veenendaal Ze geven soms zoo een echt prettige af- De Viglieri-groepy verloren Het reddingswerk zeer moeilijk Geen berichten meer van de bemanning Voornaamste Nieuws J. J. WEBER ZOON Oroote Houtstraat 166 Haarlem [Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 1 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bif Vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f QfJIHjfJ Levenslange geiieele ongeschiktheid tot werken door fjEfi Dij een ongeval met fOZfl i; i 3(j."doodelijken afloop; lui.ill." bij verlies van een Hand, tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 0U15U." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; i 3U.~ doodelijken afloop; iZciU."een voet of een oog;' f125." duim of wijsvinger; 1 till." been of AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. bij verlies van een frit bij 'n breuk van* t, f) bij verlies v. een i iJli." been of arm; 1 tril."'anderen vinger. De crisis in de Anglicaansche Kerk door dr. THOMAS GREENWOOD, M.A. (Auteursrecht voor Nederland bij de „Nieuwe Haarlemsche Courant") Het volgende interessante en goed gedocumenteerde artikel ontwikkelt de gronden, waarop het Lagerhuis het aannemen van het door de Anglicaan sche bisschoppen overhandigde Prayer-Book opnieuw geweigerd heeft. De Anglicaansche godsdienst in Enge land betaalt zijn privilege van staats dienst en zijne 'kerkelijke voordeelen met een weinig roemvolle afhankelijkheid van de Kroon. Om de toestemming van den Koning te erlangen, die sinds de Suprema- tie-wet van Hendrik VIII het opperhoofd van de Engelsche Kerk is, moet elke wijzi ging In leer en liturgie, die door het Col lege van Bisschoppen voorgesteld wordt, eerst door een openbare stemming in het parlement worden goedgekeurd. Nu voerde de wassende invloed van de beweging van Oxford een deel der „High Church" steeds meer er toe, de Roomsche Liturgie tenmin ste na te volgen en zich derhalve van den geest en van de letter van het Prayer- Book, het boek van het gemeenschappelijk gebed, los te maken. Om een afscheiding van de Anglo-Katholieken (zoo noemen zich de radicale aanhangers der Oxford- beweging) te voorkomen, en gebed en eere- dienst beide mogelijk te maken, overwogen de Anglicaansche bisschoppen eene herzie ning der wettelijke liturgie. Na een twintigjarigen arbeid waren de Anglicaansche theologen het eens geworden over een herzienings-plan van het Prayer Book, dat koning Edward VI en koningin Elisabeth het Engelsche volk hadden ver maakt en dat niet meer geheel in de mo derne samenleving scheen te passen. En nu is dit ontwerp, nadat 't het kruisvuur dei- beide colleges van Canterbury en York de drie kamers der kerkvergadering en ten slotte het Hoogerhuis glansrijk doorstaan had, in het Lagerhuis voor de tweede maal op een droevige wijze verworpen. Het gaat hier niet om een partij-kwestie en zoo zag men dan, na heftige debatten, minister te gen minister, bisschoppen tegen «bisschop pen, conservatieven tegen conservatieven en Labour tegen Labour stemmen het La gerhuis geleek op dien gedenkwaardigen avond van den 14en Juni 1928 op een Concilie Het afstemmen door de volksvertegen woordigers mag men niet beschouwen als een vijandige geste tegen de bestaande kerk; want ondanks alles blijft Engeland diep godsdienstig en heeft oprechten eer bied voor zijne nationale instellingen. Het gaat hier meer om een reactie van den traditioneel-protestantschen geest tegen de verroomsching van de Liturgie, ja zelfs van de leer, zooals de vaders der reformatie deze aan het volk hebben achtergelaten. Gaan we thans na, welke herzieningen de bisschoppen voorstelden. De punten van se- cundairen aard worden slechts terloops ver meld: zoo b.v. de gewijzigde kalender met nieuwe heiligen (H. Polycarpus, H. Basllius, H. Bernardus, H. Catharina van Siena, H. Franciscus van Assisië)het feest van Al lerzielen, in welks Invoering het geloof aan het vagevuur aan den dag treedt en dat art. 22 van de 39 artikelen-wet, het Anglicansclie Credo, veroordeelt; de gebe den voor Koning, Empire en Volkenbond; het witte gewaad, mantel en stola bij den dienst van het Avondmaal en ten slotte de wijzigingsbepalingen van den doop, de aan neming en het huwelijk, waar de nieuwe huwelijksbelofte de door de jongste Engel sche wetten afgekondigde gelijkheid der geslachten in de godsdienstige taal over brengt. Het hoofdstuk evenwel van het nieuwe Prayer-Book, dat vóór alles tot het stran den van het ontwerp geleid heeft, is de wijziging van den dienst van het Avond maal en het uitreiken der communie aan zieken, die het bewaren van het gewijde brood en den wijn veronderstelt, wat art. 28 van het Anglicaansche geloof veroor deelt. In werkelijkheid gelooven immers de Anglicanen niet aan de Katholieke leer der transsubstantiatie; daarom commuiceert de Anglicaansche priester na het wijden van brood en wijn nooit alleen, maar met een voldoenden kring van geloovigen, wien hij de heilige zaken uitreikt ter gedachtenis aan de goddelijke instelling van het H Avondmaal door Jezus Christus. In de com munie ontvangen dus de geloo.igen niet lichaam en bloed van den Heiland, zooals de Katholieke Kerk leert, maar alleen je- wijden wijn en gewijd brood. Zij laten den Heer Jezus Christus geestelijk in hen re derdalen: de leer van het Receptionisme, die de conservatieve of evangelische Anglica nen aanhangen. Deze leer heeft twee ge volgen van zeer groote beteekenis: ten eer ste mogen de gewijde wijn en het gewijde brood niet opgeheven worden, en de Angli caansche priester verdeelt derhalve na de algemeene communie het restant der hei lige zaken onder de geloovigen. Ten tweede mogen ze niet aanbeden worden, daar im mers hunne substantie door de wijding niet jreranderd wordt en dit derhalve reine af godendienst zou zijn. Zoo staat het boven dien in de „black rubric" (zwarte rubriek) aan het slot van de leer omtrent den dienst van het Avondmaal. De Anglo-Katholieken houden weliswaar steeds het ritueele cier communie in eere, maar bekommeren zich geenszins om de beide aangevoerde gevol gen. Zoo gelooven zij sinds de beroemde preedicatie van Pusey nver de Eucharistie (1843) aan de werkelijke en objectieve te genwoordigheid van Christus onder de broodsgedaante; hunne kerken hebben ta bernakelen, waar brood en wijn wordt be waard en die naar vrije verkiezing door de geloovigen aanbeden worden de z.g.n. „devotions". O.n deze practijk der Anglo-Kathoiieken omtrent het bewaren dei gewijde zaken te legaliseeren en aan nur.ne openlijke opstan digheid, die overigens door de meeste dio- cesaan-bisschoppen geduld wordt, 'n einde te maken, heft't nieuwe Prayer-Book weliswaar het wettelijke ritueel niet op, maar stelt dat-naast een ander ritueel met belangrijke en gewichtige wijzigingen voor. Zoo volgt, in plaats van dat de priester dadelijk na de woorden der consecratie overgaat tot de communie der geloovigen, in den gewijzig- den dienst een lange toespraak, waarin de heilige zaken een dank- en zoenoffer wor den genoemd en de H. Geest aangeroepen wordt, om brood en wijn te zegenen en te heiligen, opdat zij in ons „lichaam en bloed van Jezus Christus" worden mogen. Wan neer nu de heilige zaken in ons lichaam en bloed van den Heiland worden, waarom zouden zij het dan eigenlijk, in wezen niet zijn? Van dit punt tot de erkenning der transsubstantiatie vormt slechts ééne schrede. Intusschen is, ondanks de weg lating van de „black rubric" in den nieu wen dienst deze schrede niet gedaan. Het blijft bij de reeds door Cranmer aangeno men beteekenis der Calvinistische leer, die hier in de aanroeping van den H. Geest is ingevoerd, om het gevolg van de werke lijke tegenwoordigheid, n.l. den eeredienst van het Allerheiligste Sacrament, te ver mijden. Om dezelfde reden beperkt het nieuwe Prayer-Book de „reservation uit drukkelijk tot het uitreiken der communie aan de zieken en vervangt het tabernakel door eèn „aumbry", een soort kastje, dat in een der zijmuren van het hoogaltaar is aangebracht. Intusschen heeft natuurlijk,, ondanks alle voorzichtigheid der bisschop pen, om den Anglo-Katholieken niet te zeer tegemoet te komen, de wettiging der „re servation" en dus gewjjzigden Avondmaal. dienst een hevig protest van de zijde der Evangelischen uitgelokt, zooals de uitspraak der Kamer bewijst. In dit geval heeft deze moeilijke strijd vraag een inwendige gewetenscrisis wak ker geroepen, die ongetwijfeld van invloed is op de inwendige crisis der tegenwoordige Kerk in Engeland. Zij staat inderdaad voor een moeilijk dilemma: óf zij maakt zich geheel los van de voogdij van het parle ment en scheidt zich van den Staat af. Dan staat het haar vrij herzieningen in te voeren, maar daarmee vervallen hare kerkelijke voorrechten. Of zij schikt zich naar het parlement en straft de dissiden ten streng, wat noodwendig tot de afschei ding der Anglo-Katholieken zou voeren. In dat geval zou de kerk van Engeland, die nu reeds een der 160 secten in het geestelijke leven der Engelschen is, zóó ver zwakken. dat hare kerkelijke privilegies geen reden van bestaan meer zouden heb ben en noodzakelijk zouden te loor gaan. De scheiding van Kerk en Staat schijnt dus het noodwendig eindresultaat te wor den van de huidige crisis in het Ar.glicanis- me. Dan echter zou niet alleen de Engel sche reformatie elk nationaal karakter ver liezen, maar zouden bepaalde hoofdwetten der Engelsche grondwet ernstig worden bedreigd. Het ijverige bestuur van de vereeniging „Vooruit" is druk in de weer om het con- cours-hippique te Hoofddorp, op Donderdag 19 Juli a.s. weer schitterend te doen slagen. Er zijn weer vele buitenlandsche inschrij vingen en de verschillende wedstrijden be loven spannend en interessant te worden. Ditmaal zal een bezoek aan het groote paardensportfeest de moeite dubbel loonen. omdat het bestuur heeft weten te bewerk stelligen dat tusschen de gebruikelijke pro gramma-nummers een tiental Djiguit- Kozakken stoutmoedige staaltjes van onge- loofelijke behendigheid en rijkunst zullen vertoonen. De Kozakken op hunne vlugge paardjes, die ook reeds elders in ons land met groot succes schitterende demonstraties hebben gegeven in rijvaardigheid enz., zullen nu ook in Hoofddorp hunne buitengewone talenten laten zien, hetgeen als een bijzondere attrac tie en een groot voorrecht mag worden aan gemerkt Verwacht mag dan ook worden, dat bij gunstig wee: het mooie en in prachtige con ditie verkeerende sportterrein te klein zal blijken te zijn om de duizenden bezoekers te bevatte- De jaarlijksche bijenmarkt te Veenendaal kenmerkte zich door een zeer levendigen handel. De prijzen per volk in korven vari eerden van 31.257.50. De aanvoer bedroeg circa 1500 volken, welke meerendeels van de hand gingen. ROME, 5 JulL Heeft u wel eens een kind een mond-har monica cadeau gedaan en het toen mogen beleven dat dit kind zijn tanden in de mes sing-platen zette en blies en zoogblies en zoog? Zoo niet, heeft u dan minstens niet eens het drama beleefd van een kind, dat zoo een mond-harmonica ten geschenke ont vangen had en blies en zooga-poè a-poè Wel, denk u dat geluid vertien-, verhon derd-, verduizendvoudigden u heeft de ondragelijke apoè-klacht, die in Rome po pulair is. Rome is nooit stil. Lawaai gutst uit alle straten, overplonst alle pleinen, lekt in alle huizen. Menschen, dieren, karren, auto's maken nergens zoo veel brouhaha zooals de Franschman het zeer welluidend ui* drukt als in Rome. Zelfs de doode dingen werken aan het eeuwige gedaver mee. Nergens tikken sloten zoo fel, ploffen deuren zoo dof, knarsen scharnieren zoo schel als in Rome. De sen satie van onder een viaduct te staan, waar over in dazende davering een trein wielt, is gewoon in een Romeinsche studeerkamer. En de grootste tergers van den door zooveel geluid gekwelde zijn de auto's. Niet dat ze rammelen, niet dat de taxi-meters klette ren,, niet dat de portieren rinkelen is daar van de reden; daarvoor zijn het Romeinsche auto's. Maar de signalen. In Rome kent men het geitegilletje niet van den Citroën, noch het logge gerochel van net Fordje, dat plots een auto aan het worden is, noch de brommende zucht van den voornamen Buick, wiens radiator is als een fronsende grijsaard. In Rome kent men alleen het instrument, dat ik moeilijk anders weet aan te duiden dan; toetert je; een brokje koper is het, of blik, met een gummi bal er aan; en als men er In knijpt in den bal bedoel Ik doet het erg schor, of het piTittelt, of het gut heel schel. Alle Romeinsche auto's hebben toetertjes. En alle Romeinsche chauffeurs hebben één hand aan het stuur en één hand aan den bal. Wanneer er een kind aan boord is, mag het spelenmet het toetert je! En chauffeur en kind, ze spelen dóór, wanneer de wagen stil staat. Het toe- tertje werkt als de motor, van den start tot even na den finish; alleen werkt het toe- tertje harder. Een proces-verbaal wegens nalaten van signalen is in Rome nog niet bij name bekend! Het toetert. Heel Rome toetert, 's Morgens, 's middags, 's avonds toetert het. En wanneer het waar is dat er 's nachts minder auto's op den weg zijn dan overdag, moeten de toetertjes kunnen droo- men. Hardop kunnen droomen. Natuurlijk hebben wij er tegen geprotes teerd. En,de voorzienigheid van het hoofd der regeering, den duce van het fas cismeheeft er in voorzien: voortaan zullen geen toetertjes gebruikt mogen wor den, wier schor-doen, pruttelen of schei- gillen verder hoorbaar is dan vijfhonderd meter! Enkele malen per dag echter wordt de heerschappij der toetertjes bedolven onder de geweldige, de overcazende a-poè-klacht. die door de stad en door de lucht loeit, en wier echo door de bergen moet worden her haald. A-poè! Remklossen beuken op de tram- wielen. A-poèl De koetsier vloekt de pooten van zijn Rossinante stijf. A-poè! De verkeersagent zoekt het veilige trottoir. A-poè! De flaneur breekt zijn vloelende volzinnen af. A-poè! Nog éénmaal barst uit een stout moedig toetertje een geweldige poging, waarna het schaamvol zwijgt. A-poèA-poèMA-poè' Rome staat stil in gespannen wachten. Niets beweegt. De straten liggen breed, verlaten. De geweldige, de al-overplonsende klacht zwelt. Dan wordt plots een klettering, een ge rommel, een gestamp, een geproest hoor baar: een geluid dat alleen door een drie- motorigen Fokker zwakjes kan worden ge ïmiteerd. Rome wordt stiller. A-poèA-poèM A-poè11! Het vult de stad tot berstens toe. De al-omme stilte huivert weg. Als een knal, als een fel-roode flits, ver schijnt Het dan plots. Een naam zou ik Het niet kunnen geven. Het geeft slechts een indruk welke wij alleen maar kunnen weergeven door: raasdondertje. Iemand heeft Het Fiat gedoopt. Het woord staat voorop te lezen. Het is vuur rood, ander-halven meter breed en hoogstens twee-honderd-en-vijftig centimeter lang. Er bovenop ligt een twaalfsports ladder. Om de ladder zitten zes drie aan eiken kant vigili (waakzamen). Het geheel beweegt zich met een snelheid van een dikke twintig kilometer. (Het lawaai Inbegrepen.) Wat ik naar waarheid teeken, prijkt in Rome met den wijdschen naam van brand weer. De „waakzamen" dit is de letterlijke vertaling van „vigili" zijn populair In Rome. Heel den dag rukken ze uit. Kwaad doen ze niet, want waar alles steen is, brandt het zelden. Toch zijn er altijd vigili die verwondingen oploopen Eiken dag gaan er een paar naar het ziekenhuis. Hoe ze dat klaar spelen, is hun geheim: wij lezen slechts hun hartroerende levensbeschrijvin gen in de kranten, en ve-heugen ons mtt hen, wanneer er weer een medaille bij komt. Wat ze doen? Ik zag ze slechts twee ma len werken. Een maal aan een reclame bord. waar ze echter niet bij konden omdf t het een volle vijf meter hoog hing en een maal bjj een aardstorting: werken deden ze toen echter heelemaal niet; ze verklaarden alleen maar in een zeer vurig debat dat spitten er waren een man, een ezel en een wagen bedolven niet tot hun taas behoorde en een half uur later ree weg met de verzekering, dat de man en de ezel nu toch al dood moesten zijn. Maar kwaad wil ik toch niet van ze zeggen. Mijn inctropolitano die natuurlijk ook wel even tijd had om te poseeren. wisseling, en zoo lang het hout in Rome duurder blijft dan het marmer, kunnen ze ten slótte weinig kwaad doen. Onder de niet-zoo-waakzamen versta ik de metropolitani. Ze zijn een creatie van het fascisme en de meest prozaïsche uiting van gezag. Men kan ze zonder veel bezwaar vergelijken met de Hollandsche politie. Al leen zijn ze vriendelijk, bijna gemoedelijk, onderdanig en voor rede vatbaar. Waar ze echter proces-verbaal maken, wanneer dit zoo te pas komt, soms zelfs wel eens een arrestatie verrichten, en boven al de hand probeeren te houden aan verorde ningen waarvan zoo als vanzelf spreekt de groote Man het bestaan niet eens kent, passeri ze niet in Rome. Het eenige dat ze nog behielden, is de italianita. Speciaal voor dezen brief, begaf ik mü hedenmiddag naar den Largo del Tritone, het middelpunt van Rome en de culminatie van alle verkeer. Op een eilandje, dat wordt gesneden door 13 tram- en 2 autobuslijnen in beide richtingen, beheerscht door 'n me- tropolitano, den enormen kringloop van auto's en gespannen fietsen ziet men in Rome hoogst zelden die uit acht op den Largo uitmondende straten verschijnen, en in één van die acht straten ook weer ver dwijnen moeten Op dien metropolitano een leuken vent die coquet deed met zijn witten stok ben ik toegestapt en ik heb hem gevraagd naar het onmogelijkste straatje, dat ik bij name kende. „Tja," zeide hij; „dat weet ik niet uit mijn hoofd. Een oogenblikje!" Hij jongleerde wat met zijn kn moei, draaide op zijn hakken rond en het kolos sale verkeer stond stil. Vervolgens nam hij een boek uit zijn zak en bladerde, bladerde. Drie malen liet hij m(j de gevraagde straat herhalen en blader de. Plots liep hij even weg om een chauf feur die hoorbaar ongeduldig werd, er op te wijzen, dat hoffelijke bereidwilligheid een zeer voornaam deel van politie-arbeid is. Toen hij weer terug kwam, verzekerde hij mij dat hij mjj niet helpen kon. „Neemt u mij niet kwalijk," heb ik gepre veld, eerlijk gezegd toch ook wel een beetje verlegen tusscher, zoo vele razend-toeteren- de chauffeurs. Maar zoo kwam ik niet van hem af. „Mag ik ze even doorlaten?" Hij zwaaide wat met zijn knuppel. De chaos werd heviger, ontwikkelde zich dan langzaam-aan. Hij zwaaide nog eens en weer stond het stil. Samen verlieten wij het eilandje en hij vertrouwde mij toe aan eer collega wien hjj de zaak zeer uitvoerig verklaarde. De col lega zegde graag de gevraagde hulp toe. „Permitteert u?" wees hij naar zjjn eilandje. „Zeker! En duizendmaal bedankt!" „Prego!"....*) Hij sloeg zijn hakken tegen elkaar, salueerde en marcheerde naar zjjn post terug. Toen zjjn collega het een kwartier later voor elkaar speelde mij de gevraagde inlich ting te geven, was er van den chaos haast niets mee merkbaar. Och. ik wil niet ontkennen, dat dit zeer vriendelijk was, maar het is toch niet dat, Iwat je in Europa verwacht. Zoo een metro politano is en blijft de rechtstreeksche weg naar de Amerikanisabe. Ik vraag me af, hoe het gegaan zou zijn, wanneer ik mij I had kunnen wenden tot een zeer-waakzame. dat is een carabiniere! De Carabinieri! Gesteld, dat u nog niet in Italië was wat denkt u dan van de cara binieri? Ik moet u vertellen, dat ik een even zonderlinge, als onjuiste voorstelling van z opdeedin de bioscoop. U kent ze: de ruwe. onverbiddelijke, ge baarde kerels, de vrouwenbeulen, de revol verhelden, die, onoverwinnelijk door hun aantal en hun betere bewapening, den held van het drama in den dood, of liever: maar desondanks, in de armen van zijn bruid jagen. Ik herhaal: mijne onbillijkheid was niet mijn schuld, maar die van de Amerikaan- sc'ne filmrollers. Geve ik amende honorable in een volgenden, vollen brief. JAN HOEK. Prego: De Italiaan stelt zich niet te vreden met iets aan te bieden, of zooals bij ons gebruikelijk is te verklaren, dat zijne moeite geene was. Na iets aangeboden te hebben, wacht hij het gewone Grazie (dank u) en zegt dan: prego, ik bid u (het te aanvaarden). J. H. Een Stefani-bericht uit Rome meldt, dat het verschijnsel eener absolute stilte wat de mededeelingen op de korte golf aangaat, blijft aanhouden en aangezien het sein- toestel van de groep Viglieri er een Is voor de korte golflengte, is er sinds twee dagen geen bericht meer van de groep ontvangen. De „Braganza" is naar de Noordkaap ver trokken ipet het Fransche vliegtoestel aan boord. Men hoopt, dat dit schip de groep Viglieri zal kunnen bereiken. „United Press" meldt uit Kingsbay: Thans is een begin gemaakt met de publicatie van het eerstvolgende relaas aan gaande de omstandigheden, waaronder het luchtschip „Italia" is vergaan. Hieraan is het volgende ontleend: Nadat de achtersteven van het omhulsel beschadigd was, gelastte Nobile de motoren stop te zetten in geval er brand mocht ontstaan. Tot overmaat van ramp weigerde het stuur, toen men trachtte de „Italia" te doen stijgen en het luchtschip sloeg tegen den grond. Door den hevigen schok verloor Nobile het bewustzijn; toen hij de oogen weer opsloeg zag hij Malmgren en Mariano 1 naast zich liggen. Nadat men gedurende twee dagen ver- - geefs had gepoogd draadloos in verbinding te komen met de buitenwereld, besloot Malmgren zich op weg naar de Noordkaap van Spitsbergen te begeven, vergezeld van Mariano en Zappi, zulks ondanks het feit, dat Nobile hun dit afried. Men scheidde als goede vrienden; het laatst werden zij gezien, terwijl zij zich in de richting van het Foyn- eiland voortbewogen. De achtergeblevenen gebruikten de ben- zineblikken als pannen; de benzine zelf diende hun als brandstof, waarna het foto toestel werd verbrand. Gedurende de nach ten, naderden beren herhaaldelijk het kamp, die echter door „Titina", den hond, werden afgeschrikt. Een kleine voorraad geconserveerd vleesch werd door Nobile in reserve gehouden, wegens de geringe hoe veelheid voedsel, die men bezat. Sommige leden der expeditie werden ziek door het gedurende drie weken achtereen eten van berenvleesch. Nobile beloofde den radio-telegrafist hem op chocolade te zullen trakteeren, indien hij er in zou slagen verbinding met een radio station te verkrijgen. Herhaalde malen werden hiertoe pogingen in het werk ge steld en eindelijk gelukte het in verbinding met een Russisch station te komen. Van Riiser Larsen krege Nobile den raad de benzineblikken te bezigen, om het zonlicht te weerkaatsen, ten einde aldus de aan dacht der vliegers te trekken, die op zoek naar de „Italia"-bemanning waren. Des ondanks vloog de Italiaansche vlieger Maddalena over het kamp heen, zonder het te hebben gezien. Toen Maddalena opnieuw boven het kamp vloog slaagde de chef-méchanicien Cecioni er in zijn aan dacht te trekken, door op zijn rug liggend een der benzineblikken heen en weer te be wegen. Uit het materiaal van de gondel werd voor Cocioni, die gewond was, een slede gemaakt, waarop men hem over het ijs hoopte ,o kunnen vervoeren. Onder de achtergebleven leden der Nobile- expeditie heerschte echter een uiterst ge drukte stemming, behalve bij Viglieri, die vol moed bleef. Nasporingen naar Amundsen Het Noorsch Tel.-Ag. meldt d.d. 10 Juli uit Oslo, dat de admiraliteit mededeelt, dat de nasporingen naar Latham door de Noor- sche en Fransche schepen worden voortge zet langs den rand van het ijs, van 75 gr. N.B. tot aan Spitsbergen, alsmede in de zee tusschen 'den ijsrand en de W.-kust van Spitsbergen en naar het zuiden in den om trek van het Bereneiland. Er is tot dusver geen spoor van Latham gevonden. Ook twee schepen, die den rand van het ijs bij Groen land hebben afgezocht, rapporteeren niets te hebben gezien. Naar aanleiding van de herhaalde geruch ten, dat Cecioni in de Italiaansche legatie te Oslo zou zijn overleden verklaren de Noorsche autoriteiten geen bericht van zijn dood te hebben ontvangen. De jjsbreker De speciale berichtgever van het Tel. Ag. der Sovjet-Uunie, die zich aan boord van den ijsbreker „Krassin" bevindt, zoo meldt een Wolff-bericht uit Moskou, deelt mede, dat de vlieger Tsjoechnowski dezer dagen eenige verkenningstochten zal doen. De „Krassin" zal dan, indien het ijs in het N. kan worden gepasseerd, trachten langs de N.-kust van het Noordoostland bij de groep Viglieri te komen, en anders ten Z. van het Noordoostland omvaren, ten einde de Hin- lopenstraat te passeeren. De doodsstrijd van de Viglieri- groep Volgens uit Spitsbergen ontvangen draad- looze berichten, heerscht momenteel groote moedeloosheid in het Viglieri-kamp. Hun eenige hoop hebben de mannen nu nog ge vestigd op den Russischen ijsbreker, waar van zij hopen, dat deze hen nog intijds zal bereiken. Ongerustheid over Sjef van Dongen Volgens berichten uit Kopenhagen aan de „Tel." beschouwt men thans ook den Ita- liaanschen kapitein Sora als definitief ver loren. Twaalf dagen geleden is Sora met een hondenslee-expeditie vertrokken. In zijn ge zelschap bevonden zich ook de Nederlander Sjef van Dongen en de Deen Varming. Naar de Zweedsche vlieger Lundborg in zijn rapport mededeelt is het dagelijksch menu van de leden der Viglieri-groep als volgt samengesteld: Het ontbijt bestaat uit chocolade en cake (de cake was, toen Mad dalena haar uit zijn vliegtuig omlaag wierp, Het reddingswerk voor Nobile's mannen. De Haagsche rechtbank heeft gisteren be handeld het tragisch auto-ongeluk bij Leider dorp, waarbij deken Höppener en kapelaan P. van Diest uit Delft om het leven kwamen. Te Alkmaar heeft de Ned. R.-K. bond van bouwpatroons zijn tweede lustrum herdacht. De anti-Japansche boycot in Soerabaja verscherpt. De commissie van onderzoek inzake de wettelijke regeling van het aanvullend on derwijs aan de rijpere jeugd heeft haar voor- Ioopig rapport vastgesteld. De Ned. Spoorwegen verzekeren zich tegen inbraak, diefstal, enz. De staking van havenarbeiders te Ant werpen geëindigd. Het Centrale Executieve Comité der Sov jet-Unie heeft zes doodvonnissen nit het Sjachty-proces veranderd in tien jaar ge- vangenissraf. Eene arrestatie van vijftig katholieken in „Mexico. Barometerstand 9 unr v.m.: 7.70 vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 9.47 uur. Hoogste barometerstand 770.9 te Frankfort. Laagste barometerstand 743.7 te Reykjavik Verwachting: Zwakke tot matigen, tijdelijk wellicht toenemende Zuid-Westelijke tot Zuidelijken wind, meest licht tot half bewolkt, droog weer, behoudens kans op onweer, iets warmer. in het water gevallen). De chocolade moest met behulp van vaste spiritus worden ge kookt. Des middags at men berenvleesch. dat met een schaar in stukken moest wor den gesneden, terwijl men 's avonds cor- nedbeef en cake nuttigde. Zoolang de voor raad strekt, worden als genotmiddelen kleine rantsoenen cognac en sigaretten verstrekt. De Moskousche bladen bevatten nog vol gens de Tel., het rapport van den Russi schen vlieger Baboesjkin over zijn wederva ren in de vijf dagen, dat hij niets van zich liet hooren en de wereld reeds meende te moeten aannemen, dat een nieuw slachtoffer was toegevoegd aan de tragische lijst ier „Italia"-expeditie. Uit de mededeelingen blijkt de moeilijke taak der Zweedsche, Fin- sche, Russische en Italiaansche reddings vliegtuigen, die te midden van zeer ongun stige atmosferische omstandigheden Nobile's mannen trachten te redden. Baboesjkin, die zooals men weet, zijn vluchten van den ijsbreker „Malygin" uit, onderneemt, verhaalt dan, dat hjj op 29 Juni opsteeg om naar de „Italia"-bemanning te zoeken. Een dichte mistbank, die ongeveer 100 Meter hoog was, belemmerde hst uit zicht. Nadat deze hindernis achter den rug was, legde Baboesjkin 90 K.M. af, doch hij kwam toen opnieuw in een mistbank teiecht, die zoo laag hing, dat er niets anders te doen voor hem overbleef dan op een ijsschots te dalen. Daar de nevel bleef hangen tot 5 uur 's namiddags van den eersten Juli-dag, be sloot de vlieger naar de „Malygin" terug te keeren. Niet zonder gevaar maakte de macri.ne zich weder los van het ijs, doch nauwelijks had Baboesjkin ongeveer een uur gevlogen, of hij werd opnieuw door een dichten mist omgeven. Daar, na eenige waarnemingen, alleen nog beneden het vliegtuig, dat zich op geringe hoogte bevond, zicht bleek te zijn, werd de aviateur opnieuw tot een noodlan ding op een ijsschots gedwongen. Intusschen was de wind in hevigheid toegenomen en nog geen twee uur later loeide de storm bo ven de eenzame ijsvelden. Toen de storm op 3 Juli was gaan liggen en de mist was weggetrokken, ging Ba boesjkin opnieuw de lucht in, op zoek naar de „Malygin". Al vliegende bemerkte hjj, dat het radio-apparaat niet meer werkte. Twee uur zocht hij tevergeefs naar den ijs breker en aangezien toen een nieuwe mist bank kwam opzetten, werd hij voor de der de maal tot een landing op het ijs genoopt* Daar 'de voedselvooraad begon te verminde ren (in het vliegtuig bevonden zich nog vier andere inzittenden) werd van de gelegen heid gebruik gemaakt om een ijsbeer neer te leggen. In den morgen van den 4den Juli was het weer helderder. De laagste wolken hingen op een hoogte van 600 Meter. Baboesjkin steeg derhalve opnieuw op en vond na een uur zoeken de „Malygin", die zich bij Hoop- eiland bevond. Na een goed geslaagde lan ding werd het vliegtuig toen aan boord van den ifsbreker geheschen. Omtrent de averij, door den ijsbreker „Krassin" opgeloopen, meldt de „Izwestija", dat één der vier bladen van de schroef is I 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1