Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws De mijnramp in Zuid-Limburg DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - MAANDAG 16 JULI 1928 BLADZIJDE 2 De begrafenis van burgemeester Mr. dr. J. Wijtema Vacantiecursus voor de Binnenvaart De ziektegevallen aan boord van het s.s. „Insulinde" Nationale Woningraad Intern, tentoonstelling van Schoen- en Leder-industrie Het Rokin te Amsterdam Niet vriendelijk en niet juist Nadere bijzonderheden Het gouden jubileum der Nederl. St. Gregorius- Vereeniging De kerkmuziekweek te Utrecht Heilig Land-stichting LANDBOUW EN VISSCHERIJ Aardbeienoogst Tegen een boom gereden In half beschonken toestand te water Arme kleine Een aanwinst voor „Artis" te Amsterdam Bij het zwemmen verdronken Een schadepost Doodelijk ongeluk te Delft Het tragisch auto-ongeluk bij Zonhoven Zijn vrijheid was slechts van korten duur Van de 60 mille was geen cent meer over Verontreinigd Slachtoffer van de warmte DRANKBESTRIJDING Het 4e nationaal Congres van Sobriëtas Onder zeer groote belangstelling is Zater dag ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen den heer Mr. dr. J. Wytema, bur gemeester van Rotterdam en oud-secretaris der gemeente Haarlem. Honderden hadden zich des middags op het tijdstip, waarop de stoet zou uittrekken, nabij de woning aan den Westzeedijk opgesteld. Op de baar werd, nadat zij het sterfhuis was uitgedragen, een krans gelegd van de familie en van de gemeente Haarlem. Op een rijtuig, dat voor den stoet uitreed, werden on geveer twintig bloemstukken meegevoerd, w.o. één van de Rotterdamsche Kamer van Koop handel. In het eerste volgrijtuig nam de vertegen woordiger van de Koningin, de kamerheer in buitengewonen dienst, baron Sweerts de Lan- das Wyborgh, plaats; in het tweede de verte genwoordiger van den Prins, luitenant ter zee Terwijtelen, in het derde "de familie, in het vierde de Commissaris der Koningin in Zuid- Holland, jhr. mr. v. Karnebeek en de waar nemende burgemeester van Rotterdam, mr. A. de Jong, in het vijfde de wethouders en de gemeente-secretaris van Rotterdam, in het zesde de waarnemende hoofdcommissaris van politie, de heer Caspers, en de heer Sissingh, directeur der gasfabriek, het oudste hoofd van dienst der gemeente Rotterdam. Langs den geheelen weg, dien de stoet volgde, stond op de trottoirs een belangstel lende menigte, die bij het passeeren van den lijkwagen, eerbiedig het hoofd ontblootte. Voor het stadhuis werd halt gehouden. De raadsleden, die zich tevoren reeds in het stadhuis verzameld hadden, traden naar bui ten. De twee oudsten van hen, de heeren Ver heul en Hoebe, legden een krans op de. baar namens het gemeentebestuur. De leden van den gemeenteraad sloten zich hier bij den stoet aan, die met een tiental rijtuigen ver meerderd werd. Vier boden in gemeentedienst deden op den tocht naar Crooswijk dienst als slippen- dragers. Langs den hoofdweg op de begraafplaats had zich het betchement politie-troepen te Rotterdam geposteerd, dat het geweer presen teerde toen de lijkstoet passeerde. Ook op de begraafplaats was de belangstel ling der autoriteiten zeer groot. Onder de aanwezigen bevonden zich ook de heeren Mr. A. Bruch en M. A. Reinalda, wet houders van Haarlem. Het secretarie-perso neel van de gemeente Haarlem was vertegen woordigd door de heeren P. Kalbfleisch en H. A. Abs. Verder ook Jhr. Boreel van Ho- gelanden, oud-burgemeester van Haarlem. Nadat de kist in de groeve was neergelaten trad de waarnemende burgemeester, wethou der mr. A. de Jong, naar voren. Hier staan wij, aldus spr., aan het graf van onzen burgemeester. In de laatste zitting van den gemeenteraad hebben wij raadsleden na- meng de geheele burgerij van Rotterdam den ontslapene herdacht in de eerlijkheid van zijn karakter en de blankheid van zijn bedoelen. Wij hebben ons ingedacht welk een smart en rouw deze slag voor de familie heeft veroor zaakt. Thans staan wü op het kerkhof. Groot is de belangstelling geweest, niet uit Rotterdam alleen, maar ook uit Dordrecht en Haarlem, van waar men hier had willen zeggen, met hoeveel toewijding mr. Wytema zich daar aan de publieke zaak gegeven heeft. Elke begrafenis moet ons wat leeren. Wij moeten hier de broosheid des levens leeren verstaan, wij moeten ook van den ontslapene leeren. Ais hij spreken kon, zou er een stem uit het graf klinken, die zou zeggen; hier lig ik nu. en moet prijsgeven wat mi) het liefst was: da liefde voor Rotterda;^Laten wij zijn roepstem verstaan en iets meenemen van de liefde voor Rotterdam, die in hem leefde. Ne men wij deze gedachte mee naar huis, zoo zijn nagedachtenis op de voor hem meest sympathieke wijze eerende. Nadat ds. Scholten nog het woord had ge voerd, dankte de oudste zoon voor de groote belangstelling. De vacantiecursus voor de directeuren en leeraren der Binnenvaartscholen van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart zal dit Jaar onmiddellijk na de Olympische Spelen, n.l. van 13 tot 18 Augustus worden gehou den. De route van het Instructievaartuig „Prins Hendrik" waarmede de excursie wordt gemaakt, is defenitief als volgt sa mengesteld: Amsterdam, Zuiderzee, Zwart sluis, Zwolle, Deventer, Zuthhen, Lobith, Nijmegen, Dordrecht, Vreeswijk, Utrecht. Gedurende de eerste dagen zullen aan boord besprekingen worden gehouden over het vakonderwijs aan de schippers, ln te lei den door de heeren T. P. Keyzer, directeur van de Binnenvaartschool te Amsterdam en A. de Vos directeur der Binnenvaartschool te Rotterdam. Daarna zal besproken worden het technisch onderwijs, in te leiden door den heer L. K. A. van Duuren, voorzitter van de examencommisie voor machinisten bij de binnenvaart te Amsterdam. Woensdag brengen de deelnemers aan den cursus een bezoek aan de N. V. Ijzergieterij en Machinefabriek v. h. J. L. Nering Bögel en Co. te Deventer. Donderdag bij het bezoek aan Lobith, zal de inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen aldaar een inleiding houden over het in- en uitklaren der schepen. In verschillende plaatsen zullen de deel nemers aan de excursie officieel door het gemeentebestuur worden ontvangen. Vragen van den heer Albarda. Door den heer Albarda zijn aan de mi nisters van Waterstaat en Koloniën de vol gende vragen gesteld: 1. Hebben de ministers een onderzoek ingesteld naar de waarheid der berichten, dat reeds op de heenreis van de „Insulinde", aan boord van dat vaartuig van den Rotter- damschen Lloyd zich een dertigtal gevallen van een vermoedelijk besmettelijke keel ziekte hebben voorgedaan, en zijn zij be reid de uitkomsten van dat onderzoek mede te deelen? 2. Zijn de ministers van oordeel, dat alvorens met de „Insulinde" de terugreis naar Nederland werd ondernomen, de noo- dtge maatregelen zijn getroffen, om dat schip te ontsmetten? Zoo ja, hoe is het dan te verklaren, dat op de terugreis zich opnieuw een aantal gevallen van besmet telijke ziekte heeft voorgedaan, waarbij een met doodelfjken afloop? 3. Zijn de bevoegde autoriteiten in Ned.- Indië behoorlijk in kennis gesteld met het fsit, dat zich aan boord van de „Insulinde" een aantal verontrustende ziektegevallen hadden voorgedaan? Zoo neen, wie is dan in gebreke gebleven van de noodige mede- deelingen te doen? Zoo ja, welke maatrege len hebben dan die autoriteiten genomen om voor de passagiers, die met dat schip de reis naar Europa wilden ondernemen, ge vaar van besmetting zooveel mogelijk te voorkomen 4. Moet uit dit gebeurde worden afgeleid, dat het toezicht van regeeringswege on voldoende is geweest, of dat de wettelijke voorschriften niet toereikend zijn, om in zulke gevallen de noodige voorschriften in het belang der gezondheid te geven? 5. Indien de vierde vraag bevestigend wordt beantwoord, welke maatregelen den ken de ministers dan te nemen, om in de toekomst dergelijke gebeurtenissen zooveel mogelijk te voorkomen? De mail Op gezag van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid kan worden medegedeeld, dat het op grond van de Sanitaire Conventie van Parijs (1926) overbodig is de door het s.s. „Insulinde" medegevoerde mail welke ziekte ook aan boord heerscht of geheerscht mag hebben aan eenlgen maatregel van ontsmetting te onderwerpen. Ten opzichte van de z.g. losse correspon dentie, 'de brieven, die aan boord geschreven zijn en waarvan het dus mogelijk is, dat deze met zieken in aanraking zijn geweest, zullen in ieder geval de noodige ontsmet tingsmaatregelen worden toegepast. In het Centraal gebouw van de Amster- damsche Mij. voor jongemannen is gisteren de jaarvergadering gehouden van den Na- tionalen Woningraad (Alg. Bond van Wo ningbouw-vereenigingen)De voorztter, mr. dr. G. van den Bergh, heeft een breedvoe. rige openingsrede gehouden. Na goedkeuring van het jaarverslag en de rekening en verantwoording zijn de aftre dende bestuursleden, de heeren mr. dr. H. van den Bergh, J. Douwes Jr., H. Kegstra, P. Lac en K. R. van Staal, herkozen. In het bestuur is verder gekozen prof. mr. J. A. Veraart. Te 's Gravenhage is hedenmorgen in de zalen van den Dierentuin geopend de In ternationale tentoonstelling van schoen- en lederindusrie. In een Zaterdag voor de pers gehouden vóór-conferentie, eveneens in den Dieren tuin gehouden, heeft de heer W. Donker Pz., uit Rotterdam, voorzitter van het hoofdcomité der tentoonstelling, een indruk gegeven van den aard der expositie en van de omstandighe den, waaronder zij wordt georganiseerd. Er is zeide spr. wellicht niet één vak, dat zooveel geleden heeft sinds 110 jaren terug de gilden werden afgeschaft, als de schoen makerij. Van de 100 personen, die zich schoenmaker noemen, zijn er volgens den heer Donker (en zijn mede-comitéleden stemmen er mee in) wel 60, die hoogstens den titel van schoenlapper verdienen en van de 40 overschietenden zijn er misschien nauwelijks 10, die het schoenmakersvak in al zijn details verstaan, terwijl de andere 30 pet. niet meer is dan geoefend schoen reparateur. Naar globale berekening telt ons land te genwoordig 13606 schoenmakers, waarvan er dus ongeveer 1360 zullen .zijn, die hun vak volkomen verstaan. Intusschen is de toe stand sinds de laatste 10 jaren zeer ver beterd: een decennium terug was het nau welijks 5 pet. Een bezichtiging der tentoonstelling is interessant, vooral ook, omdat de expositie breed is opgezet en veelomvattend is. Het „Hbl." verneemt, dat het gemeente bestuur een nieuwe prijsvraag zal uitschrij. ven voor de oplossing van het Rokin.vraag stuk. De deelnemers zuilen geheel vrij zijn in hun opvattingen, zoodat zoowel de pro jecten, waarin met de demping wordt reke ning gehouden, als die, welke het water willen behouden, kunnen mededingen. Wü lezen in het „Noord-HolJandsch dag blad" onder bovenstaanden titel: Wij hebben eerlijk gezegd een ge voel van wrevel niet kunnen onderdrukken, toen wij dezer dagen in de pers ook in de niet-katholieke pers een communiqué afgedrukt zagen van het R. K. Hongaarsch kindercomité in Amsterdam betreffende den kindertrein naar Budapest, waarmede de laatste hier te lande nog vertoevende Hon- gaarsche pleegkinderen naar hun vaderland terug vervoerd moesten worden. De toon tegenover de sympathieke pleeg ouders klinkt in bedoeld communiqué zoo bruut en zoo dreigend, dat wij meenen, niet te mogen zwijgen. In het communiqué heette het: „Voor pleegouders, die nog steeds een Hongaarsch kind onder hunne hoede heb ben, bestaat alsnog gelegenheid met dezen trein het kind naar huis terug te zenden. Waar de Hongaarsche autoriteiten deze terugzending niet enkel verlangen maar- zelfs eischen, worden de pleegouders drin gend verzocht zooveel mogelijk van dit transport gebruik te maken. Ernstig wordt terugzending aangeraden, omdat de Hon gaarsche regeering niet zal nalaten midde len aan te wenden, welke voor kind en pleegouders zeer onaangenaam kunnen zijn." Ons dunkt: zóó'n behandeling hebben de goede Hollandsche pleegouders allerminst verdiend 1 Op verzoek van ditzelfde Comité nota bene hebben de pleegouders hun Hon- gaartje opgenomen; het heette terecht dat de nood er nog zoo ontzettend groot was en er werd in welhaast smeekende com munique's tot medelijden opgewekt; de pleegouders lieten hun goede hart spreken, zij namen een kleintje tot zich: in vele ge vallen raakten pleegouders en pleegkinderen sterk aan elkaar gehecht; het bleek vaak, dat het kind in zijn vaderland niet onder houden kon worden; Hongaarsche vaders en moeders verzochten vaak zelf, het kind niet zoo spoedig weer aan de Hongaarsche ellende prijs te geven, en maar al te dik wijls werd het Hollandschen pleegouders duidelijk, dat het kind voor tijd en eeuwig heid verloren zou gaan, wanneer het in de huidige omstandigheden naar zijn vader land zou terugkeeren. Toen kwam het einde der kinderactie, inderdaad op verzoek der Hongaarsche re geering, die zich voor nog grootere politieke en economische moeilijkheden geplaatst ging zien, wanneer zij een buitenlandsche kinderhulpactie officieel zou laten voort duren. Wij weten, dat de Hongaarsche regeering zich inderdaad genoodzaakt gezien heeft, aan de Nederlandsche comité's te verzoeken, de kinderactie te doen beëindigen. En zoo moet dus ook thans nog alge meen het parool luiden: „De Hongaartjes moeten terug naar hun land." Wij zijn er echter van overtuigd, dat da Hongaarsche regeering dit parool niet zóó bedoelt als het Amsterdamsche Comité dit heel onvriendelijk voor de pleegouders interpreteert; het kan niet een eisch van de dankbare Hongaarsche regeering noch ook van een katholiek comité zijn dat pleegouders en pleegkinderen thans op brute wijze van elkander losgescheurd wor den, voorzoover b.v. de kinderen thuis de eersnoodige verzorging moeten ontberen of een wissen zedelijken ondergang tegemoet gaan. Aan het algemeen verzoek der Hongaar sche regeering moet op verstandige en be leidvolle wijze gevolg gegeven worden, maar het gaat niet aan tot zekere pleegouders die juist bijzonder gewetensvol hun taak opvat ten, zulke smadelijke dreigementen te rich ten als in bovenstaand communiqué ge schiedt en nóg minder past het om zoo als bij persoonlijk bezoek gebeurd moet zijn dergelijke pleegouders te dreigen met de politie, welke de kinderen eenmaal zal komen „weghalen". Neen, juist deze en dergelijke pleegouders hebben béter verdiend en daarom willen wij hopen, dat het comité onzen goeden pleeg ouders ln' deze aangelegenheid verder zulk een behandeling zal doen wedervaren als waarop zij recht hebben; een behandeling, welke voorzeker méér in den geest der Hon gaarsche regeering zal zijn dan een methode van onvriendelijkheid en bedreiging. Er heerscht tegenwoordig een groeiende geestdrift onder onze kerkzangers, een stre ven naar beter en hooger, waarvoor we God niet dankbaar genoeg kunnen zijn. De zan gers hebben alom met de oude sleur gebro ken (wie het nog niet deed, raakt bij zijn tijd ten achter), ze beginnen zich te voelen niet alleen als zangers maar ook vooral als kerk zangers en willen als zoodanig: vooruit. Dit streven moet echter leiding en houvast heb- ,ben en nu is naast de talrijke gewestelijke St. Gregoriusdagen en cursussen die overigens reeds onnoemelijk veel goeds hebben gedaan, door verschillende omstandigheden maar al te lang achterwege gebleven: een groote ma nifestatie van het geheele land, waar de zan gers uit alle gewesten elkaar kunnen vinden, kunnen hooren wat onze Nederlandsche kerk koren op het oogenblik praesteeren, model uitvoeringen kunnen bijwonen om die onder ling te bespreken en te besluiten, wat ieder voor zich in de toekomst met de hem ten dienste staande middelen kan bereiken. Gelukkig zal nu in de Kerkmuziekweek te Utrecht bij het gouden feest der St. Grego- rius-vereeniging den Nederlandschen zangers zulk een gelegenheid worden geboden. Mogen het onder Gods zegen voor onze zangers on vergetelijke dagen worden, niet alleen om het muzikaal genot, dat zij er zullen smaken, maar ook en vooral om de opwekking, die zij er zullen vinden en om de leering die zij zul len trekken uit voordrachten en uitvoeringen. Bü de eerste Nederlandsche St. Gregorius- dag ln 1880 te Utrecht heeft de tegenwoordige (eeuwige jonge) Nestor onzer kerkmuzikale beweging. Mgr. Ie Blanc, toen kapelaan en leider van het Kathedrale koor, de Nederlan ders verbluft doen staan door zijn uitvoering van het Gregoriaansch en van de Palestrij- sche muziek, met name van de missa Papae Marcelli: zooiets had men nooit gehoord, dat had men zich nooit kunnen denken, het was een openbaring, een triomf! We zijn hu bijna "50 jaar" verder en in die 50 jaar is veel veranderd. Dé stoot, 50 jaar geleden gegeven, heeft doorgewerkt: de Pa- lestrijnsche stijl is op vele koren van ons land ingeburgerd en vindt er een voortreffelijke vertolking; het Gregoriaansch en de uitvoe ring er van hebben intusschen een algeheele hervorming ondergaan; de modernere rich ting heeft zich in onze kerkmuziek een plaats verzekerd, en gaat bij de verdere ontwikke ling ervan een hoofdrol vervullen. Wij staan aan het einde van een gewichtige periode in onze kerkmuziek, aan het begin van een mis schien nog meer gewichtige. Nu meer dan ooit is dan ook op zijn plaats deze samen komst van heel kerkmuzikaal Nederland, om de afgeloopen 50 jaar feestelijk te herdenken (waar alle reden voor is) en om kracht en geestdrift' op te doen voor de toekomst. Moge het feest een zegenrijke werking heb ben tot heil der kerkmuziek en ter eere Gods. Culemborg. Dr. H. VROOM. Op Woensdag 29 Augustus a.s., ter gele genheid van de Kerkmuziekweek der, haar gouden jubileum vierende, Ned. St. Grego- riusvereeniging, wordt vanwege het R.-K. Koorcomité Utrecht een concert gegeven in Tivoii, met medewerking van het Utrechtsch Sted. Orkest. Het concert staat onder leiding van den heer Johan Winnubst. Uitgevoerd worden de Symphonie van César Franck en het Te Deum van Diepenbroek. Voor de deelnemers aan de Kerkmuziek week en verdere belangstellenden zal dit concert zeker een bijzondere attractie vormen. Dezer dagen ontving de Heilig-Land- Stichting een bezoek van Z. D. II. Mgr. M. Meulenberg, Apostolisch "Prefect van IJs land. Z. D. H. verbleef eenige dagen bü züne orde-genooten, de Montfortanen, om des te rustiger al de monumenten der Stichting te kunnen bezichtigen. Voor een drietal jaren is deze Ap. Prefect door Z. Eminentie Kardinaal Van Rossum bij gelegenheid van diens reis naar IJsland aangesteld, waar Mgr. Meulenberg ln de hoofdplaats van IJsland pastoor was. De Kardinaal bracht onverwachts mijter en staf voor hem met zich uit Rome. Sinds heeft er Mgr. onder leiding van een Hollandschen architect een mooie Kathedraal gebouwd. Om de drukte op 't Heilig Land zijn dit jaar de rondgangen met twee vermeerderd en geschieden deze ln dé volgende orde: 10 uur, 11, 11.45, 12.30, 1.15, 2.15, 3, 3.45, 4.30 en 5.30 uur. Met den oogst der aardbeien valt het nog al mee ln de omstreken van Breda. Te Zundert wordt de pluk dit jaar geschat op 500.000 K.G. tegen 1 millioen K.G. in 1927. Maar daar staat tegenover, dat de ge middelde prijs per K.G. toen weinig boven 20 cent ging, terwijl die nu schommelt, tus- schen 28 en 45 cent. De opbrengsten der aardbeien in 1927 en 1928 zullen elkander dus niet ver ontloopen, terwijl 1928 dan nog het voordeel heeft van minder plukloon te hebben gevraagd In verband met de ramp, welke in de mijn „Hendrik" te Brunssum tengevolge van een gasontploffing heeft plaats gevonden, wordt nog gemeld, dat omstreeks twee uur in den namiddag op 500 m. diepte een ontploffing van mijngas, of zooals het in de mijnwer kerstaal heet, van grauwvuur ontstond. Het was juist wisseling van ploeg. Een gering aantal arbeiders bevond zich maar in de mijn, anders had de ramp honderden slacht offers kunnen maken. Spoedig werd het noodsignaal gegeven en bijna onmiddellijk trad de reddingsbrigade der mijn in actie, gevolgd door die van de andere Staatsmijnen. Natuurlük kwam op het noodsignaal heel het dorp voor de mijn te hoop geloopen. Beneden in de mijn moet het een beeld van verwoesting zün geweest. Wanden waren over groote afstanden ingestort, de lucht en de waterpompen vernield, zoodat de lucht toevoer niet meer functionneerde. Het water begon te stijgen. Nadat de reddingsbrigade aan het werk was getogen, waren spoedig dertig a veertig gekwetsten en bedwelmden op het emplace ment. Velen werden naar het St. Jozefhos pitaal te Heerlen overgebracht. Vier dooden werden geborgen; ze waren vreesehjk verminkt. De directeur der Staatsmijn Hendrik, mr. Frohwein, noemde tegenover journalisten de ramp: „een locale ontploffing". Toen de dooden reeds boven gebracht wa ren, bleef de reddingsbrigade nog in actie, want de Groene Kruis-auto stond geheel klaar voor een mogelijk opnemen van ver ongelukten, die konden boven gebracht wor den. Men zag verpleegsters, dokters, druk doende beambten, in 't kort het mierennest der mün, die haar bedrijf zelden staakt. Er zijn te velen, die hun dagelijksch brood in deze omgeving van het zwarte goud moeten zoeken. De Noordwestelijke vleugel der mijn werd in bedrijf gehouden, zoodat zij, die Vrijdag nog in de nabijheid van de ramp werkzaam waren, Zaterdag aan de overzijde alle geva ren tën spijt wederom hun houwersbaantje begonnen. Toch waren allen, het „Hbld." sprak ten minste verschillende mün werkers, niet bijzonder gestemd om af te dalen. Nauwelüks heeft het noodsignaal geklon ken of de mün stroomt leeg, zoo ver ten minste als het den werker in de donkere diepte gelukt zijn veege lüf te bergen. Maar gelijkertijd zün ook de dappere kerels aan wezig, die neerdalen in de kleeding der red dingsbrigade. Jonge mannen met hun zuur stofapparaat (20 k.g.) gaan langs de gevaar lijke galerij en komen op de opbraak waar zij dadelük vier lijken ontdekken. Per brancard werden deze naar boven ge bracht waardoor de eerste tüdingen aangrij pende tooneelen verwekten, want de mare over de ontploffing was spoedig verspreid en verwekte vooral in 't woningcomplex der mijnwerkers groote opschudding. Met kroost en al vertrokken de vrouwen om het ant woord der directie omtrent het gebeurde zeer ongeduldig af te wachten. Zou de oorzaak aan onvoorzichtigheid te Iwyten zijn geweest? Velen deelden mede, dat twee schietmeesters hadden geweigerd het kruid te Ontsteken, wegens het overdadige gas' in deze gangen. Een derde had toen de ontploffing te weeg gebracht. Limburg trof ditmaal de grootste i*ëmp, welke tot heden in onze mijnen is voorgekomen. Brunssum en de andere omwonende plaat sen in nauw contact met de groote bedrüven zün in rouw. Kranig werk Nader wordt nog medegedeeld, dat de ramp geschiedde op de afdeeling S., twintig minuten ten oosten van den münzetel. Het was in de zoogenaamde opbraak, 500 meter diep. Deze koker klimt daar 80 meter naar boven. De ontploffing moet verschrikkelijk zijn geweest. De lier werd geheel vernield. Wagens van den mljnspoorweg werden door elkaar geslingerd. In deze afdeeling ont stond natuurlijk'een groote paniek. De mid- dagploeg was na het gebeurde toch.nog af gedaald, doch keerde terug wegens gevaar voor mijngas. Om vijf uur in den namiddag verspreidde deze zich door het dorp; het was juist loondag. De menschen hielden zich kalm; wel ontstond natuurlijk een geweldige oploop naar de mijn. Mijnpolitie en mare- chaussee's handhaafden de orde. Hetgeen gemakkelijk geschiedde, daar de bevolking zich merkwaardig rustig hield. Om kwart na twee was reeds geestelijke hulp aanwezig. Drie paters-lazaristen waren op de mijn, één ervan daalde met de red dingsbrigade handhaafden de orde. Hetgeen der slachtoffers de laatste heilige sacramen ten toegediend. De paters-lazaristen bleven tot half drie 's nachts de gewonden bystaan. Nader verneemt het „Hbld." nog, dat de meeste slachtoffers den verstikkingsdood zijn gestorven; sleohts enkelen zijn aan hun ver wondingen overleden. Door kolenstof en ver schroeiing liet zich alles natuurlijk ver schrikkelijker aanzien. Het volk bespreekt bruut de schuldvraag. In mijnwerkerskringen klaagde men ever onvoldoende waarschuwing. Het gebruik van electrische mijnlampen schünt op dit punt ook bezwaarlijk te wezen, daar benzine lampen beter waarschuwen. De schuldkwestie zal bezwaarlijk opgelost kunnen worden, daal de schietmeester, die de verantwoordelijkheid had voor het schieten met dynamiet, zelf omgekomen is. Zaterdagmiddag is de ernstig gewonde H. J. Heidens, hulp-houwer, uit Brunssum, aan de gevolgen van zün verwondingen in het ziekenhuis overleden. Qmtrent het aantal slachtofers van de ramp, vernemen wij, dat, zooals reeds ge meld, acht lijken zijn geborgen. Er zijn nog vier getroffenen in de mijn, die nog niet konden worden geborgen. Hoogstwaarschijnlijk zijn die eveneens terstond gedood. De toestand van de gewonden is gunstig. Van de dooden zün gevonden twee bij opbraak 103 in de tusschengalerü, vier onder den püler 430. een in den luchtweg van de 401 Meter- naar de 316 Meter-verdieping en een in de Zuidelijke hoofdsteengang van de 316 M.-verdieping, terwijl de zwaarge wonde, die, zooais reeds gemeld, inmiddels is overleden, in opbraak 103 werd aange troffen. Van de vier vermisten bevinden zich ver moedelijk drie op püler 436 en een in de tussóhengalerij van opbraak 103. Bij het door de directie van de Staats mijnen, in tegenwoordigheid van het Staats toezicht op de Mijnen, ingesteld onderzoek en gehouden getuigenverhoor, is de oorzaak kunnen worden. Vermoedelijk is de ontplof- der mühontploffing nog niet vastgesteld fing ontstaan bü het schieten. Met zeker heid kan de oorzaak eerst blijken, wanneer men tot de plaats van het ongeval ls door gedrongen, wat tot dusverre nog niet moge lijk was en vermoedelijk eerst over eenige dagen zal gelukken. De ontploffing had plaats oomstreeks 2.20 uur namiddag op de 537 M. verdieping, afdeeling -, laag 7, pijler 436, boven opbraak 103, tijdens de ploegwisellng. De middagploeg is uitgeval len. De avondploeg is, behalve in de afdeeling, waar het ongeluk plaats had, in de mijnen afgedaald. De Minister van Waterstaat is Zatermid dag te 1.30 uur op de Staatsmijn Hendrik aangekomen. Door tot nog toe onbekende oorzaak, is de heer R., uit Vlaardingen, te Heinigen met zün motor tegen een boom gereden en vervolgens van den weg ln de sloot geslin gerd. Met een ernstige schedelfractuur werd hy opgenomen en op last van dr. v. d. Hoek te Fynaart naar het ziekenhuis overge bracht. Zaterdagnacht is te Rotterdam de 21- jarige Zweedsche matroos A. E. N., van het s.s. „Sir Ernest Cassel", bij het naar boord gaan met een Spidoboot, in half slapgnden, half beschonken toestand overboord gesla gen en verdronken. Zün lük ls, na ongeveer een uur opgehaald en naar Crooswijk vervoerd. Dezer dagen is te Wehl, bij Zevenaar, het driejarig zoontje van den landbouwer Meu- lenbeek, terwijl het in de weide naar een paard met veulen sloeg, door het paard in het gezicht getrapt. Het kind overleed aan de gevolgen. Dezer dagen kreeg „Artis" te Amsterdam een jong zeehondje, dat meegebracht was door een stoomtreiler uit Vlaardingen. Zulk een berichtje trekt over het alge meen niet zoo byzonder de aandacht en toch is 't, aldus het „Hbld." soms wel eens aar dig te weten, wat er nog voor moeite aan- verbonden is, voor onze visschers om een dergelük beestje in goede gezondheid aan „Artis" af te leveren. Met welke hulpmiddelen en op welke wyze de bemanning van de „VI. 9" zich van dit exemplaar heeft meester gemaakt, weten wy niet, maar wel weien wü, dat men nog lang niet klaar was met enkel vangen en dat er nog heel wat te doen is geweest, om sinjeur acht dagen lang aan boord van een treiler, dus geen bunschip, in leven te hou den. Het was een vrü l'ong dier en het lag daar o zoo hulpbehoevend, aan dek, zoo beel bui ten zijn element. Toen moest er toch iemand wezen, die de zorg van het beestje op zich nam; de jongste stoker, Frans Chodzynski, ontfermde zich over de baby. De grootste moeilükheid was nog niet zoozeer, dat het zeehondje graag eens in het water wilde, want daar was met behulp van een spoel- balie nog wel kans op, maar het ergste was, om het aan het eten te krijgen. Eerst werd van ales geprobeerd, doch het wilde niet lukken. Chodzynski was echter vindingryk en gaf den moed niet op. Bü gebreke aan een melkflesch werd een oude kous genomen en by gebrek aan melk werd de kous gevuld met kuit en lever van visch en het gelukte om 't zeehondje aan het zuigen te krijgen. Hoewel het bij het binnenkomst te IJmuiden niet overvet was had. het toch blykbaar genoeg gehad, liet leefde en was gezond en frisch. Verschei dene uurtjes heeft Chodsynski met zün pleegkind in de sleepboot doorgebracht om het te voeren, te wasschen en te reinigen. de heer de Rooij, de heer Donkers, wethouder, alle leden van den gemeenteraad, dr. Ander- legg, het voltallig personeel der beide hoog geachte overleden patroons, oud-emderwijzers- coliega's van den heer W. van Wyck, de hee ren v. d. Schoor, Goudsmits en Liriders, de industrieelen uit Nuenen en omgeving, de le den der biljartclub, waarvan de heer W. van Wijck voorzitter was, verder vele vrienden en kennissen uit Eindhoven en omgeving. Na de H. Mis begaf men zich naar den doodenakker om een laatsten groet to bren gen aan de naast elkander liggende slacht offers. De burgemeester sprak woorden van deelneming speciaal tot den heer W. v. Wück, eersten wethouder, voor diens prettige samen werking, doch helaas kort, gedurende acht maanden. De heer C. Schafrat dankte namens de fa milie voor de betoonde deelneming, waarna men diep onder den indruk den doodenakker verliet. Te Rotterdam is de 17-Jarige A. Scholten uit Rotterdam, bij het zwemmen in de Mer- wedehaven verdronken. De jongen werd na drie kwartier opgehaald door O. K. die op den daar liggenden bagermolen „Schelde" werkzaam is. Door de rivierpolitie werd kunst matige ademhaling toegepast en later op het bureau der rivierpolitie, door een geneesheer, echter zonder resultaat. Het lük is naar Schiedam overgebracht. Te Bakel bij Helmond is een groote boer- dery afgebrand. Drie koeien, een paard en enkele varkens kwamen in de vlammen om. Ook de geheele inboedel ging verloren. Ver zekering dekt slechts gedeeltelijk de schade. De oorzaak is onbekend. Van een toren gevallen Te Delft is Zaterdag ir. A. J. Buurman, as sistent der Technische Hoogeschool, van den observatietoren gevallen van het gebouw voor geodesie der Technische Hoogeschool aan den Kanaalweg aldaar. De ongelukkige was op slag dood. Hü was 32 jaar oud en ongehuwd. Begrafenis der slachtoffers Te Nuenen heeft, naar de „Meier. Crt." meldt, de plechtige uitvaart en begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van de heeren W. van Wyck en P. de Groot, die op zoo noodlottige wijze te Zonhoven om het leven zijn gekomen. De diep in rouw gehulde kerk was overvol. Te 9 uur werd voor de zielerust van den heer P. de Groot de H. Mis opgedragen, voor den heer W. van Wyck te half 10. In de beide rouwstoeten sloten zich achter de familie, onder diepe stilte aan een groote schare ge meentenaren en vrienden, o.w. de burgemees ter, jhr. mr. J. Smits van Oijen, de secretaris, Reeds meldden we in 't kort, dat een ar restant, die aan de waakzaamheid der politie te Middelburg ontsnapt was en de vlucht had genomen, na een spannende jacht weer was ingerekend. In verband hiermede meldt de „Tel." nog het volgende: Dezer dagen kreeg de politie te Middel burg kennis van een inbraak, die Juist moest zijn gebeurd en ook was bekend, dat ver- moedelük twee personen inbraken hadden gepleegd te 's-Gravenpolder en te 's Heer Hendrikskinderen op Zuid-Beveland. Een inspecteur en een rechercheur van politie mochten er in slagen een der verdachten, een Belg, aan te houden, die juist gereed stond met een trein in de richting Roosen daal te vertrekken. Op hem werden een gestolen rywlel' en verschillende gouden en zilveren voorwerpen en een bedrag aan geld gevonden, afkomstig van deze inbraken. De man werd aangehouden en legde op het bureau eenige bekentenissen af. Terwyl de man des avonds even in de agentenwacht vertoefde, wist hij, toen de aanwezige agenten een oogenblik hun aan dacht van hem afgewend hadden, het ou- reau te ontvluchten en de staci in te hollen. .De politie zette hem echter na en spoedig zag men hem door een poortje in een be paald blok huizen en de daartusschen- liggende tuinen verdwünen. Dit blok is ge durende den geheelen nacht door de politie afgezet geweest en tot tegen den morgen zyn de tuinen afgezocht. Ook heeft men hem op de daken gezocht, waar men meen de hem gezien te hebben. Ten slotte bleef men echter zy'n spoor bijster. Tegen half acht des morgens hoorde een dienstbode in een der omliggende perceelen leven achter een scherm voor den schoorsteenmantel en toen zü, denkende dat het een vogel was, er heen liep, sprong de gezochte inbreker, die door den- schoorsteen afgedaald was, naar buiten en zette het op een loopen. Hier duurde het niet lang meer of hij was voor de tweede maal geknipt. Inusschen was het ook voor de omwonenden een zeer on lustige nacht geweest. In he begin van het vorig jaar verdween uit Rotterdam de 27-jarige A. K. toenter- tüd graanmoionaar, plotseling met de noor derzon. Het bleek, dat hy een bedrag van 60.000 gulden, dat ter voldoening van cre diteuren in zyn handen was gekomen, had meegenomen. Ti. vluchtte paar het buiten land en bleefc onvindbaar,: Zijn Signalement was echter aan de politie te Rotterdam beleend. Vrijdag was het biükbaar een ongunstige dag voor dezen molenaar .1 mmers hy kwam terug in Rot terdam en werd op het station D. P. aan gesproken door een rechercheur, die hem herkende. De man, die er niet op verdacht moet zijn geweest, reeds zoo spoedig in zijn kraag te zullen worden gegrepen, liet zich gewillig arresteeren. Hü verklaarde hierheen te zün gekomen om zijn zaken te regelen". Van de 60 mille had hij geen cent meer over. De aangehoudene is terstond in verze kerde bewaring gesteld. Sinds Vrydagmiddag heeft het water in de Luntersche beek" naby Amersfoort een zwarte kleur. Het vee wil niet meer drinken. De zwemschool moest worden gesloten. Do verontreiniging is het gevolg van de loozlng van de fabriek in Veenendaal of van de zydefabriek te Ede op de Broekhuizersloot, die in gemeenschap staat met genoemde beek. De 13-jarige zoon van v. Willigen uit Waardenburg is in een kersenboomgaard te Zaltbommel door een zonnesteek getroffen. Hü moest naar het gasthuis worden over gebracht. Beschermheeren zijn H.H. D.D. H.H. de Aartsbisschop en Bisschoppen van 's Her togenbosch, Breda en Roermond en eere voorzitter is jhr. mr. Ch. Ruys de Beeren- brouck, Minister van Staat, voorzitter der Tweede Kamer der Staten-Generaal, be schermheer van Sobriëtas. Voorts is een eere-comité gevormd. Zondagavond zal de Zeereerwaarde Pater Marius Lamers O.F.M. via Huizen voor de microfoon spreken over het congTes van kwart voor 8 tot kwart over 8 uur. Dp Dinsdag 31 Juli worden te Nümegen de volgende sectie-vergaderingen gehouden: om 2 uur in de bovenvoorzaal van „Unitas" de studiecommissie van Sobriëtas, (huishoude lijke vergadering); om 3 uur in het gebouw van de St. Jozefsgezeilenvereeniging, Sme- diusstraat, vergadering der R.K. spo#r- en trammannen, onder leiding van „St. Fran- ciscus". Spreker de Zeereerw. pater Ildefon- sus; om 4 uur in de collegezaal van de R.K. universiteit, Keizer Karelplein, vergadering van priesters en seminaristen, onder leiding van de Priester-Kruisverbonden; spreker: prof. J. B. Kors O.P.; om 5 uur in de con greszaal van „Unitas" vergadering van de R.K. onderwyzers en onderwijzeressen, on der leiding van de R.K. Onderwyzers (essen) clubs. Spreker; prof. dr. G. Brom; ook om 4 uur in het gebouw der St. Jozefgezellenver- eeniging, Smediusstraat, vergadering der R. K. studenten, onder leiding der R. K. drank- weer-interacademiale. Uit het groote aantal aanvragen om con- greskaarten het getal 1500 is reeds ge passeerd blijkt wel, dat er voor dit con gres alom in den lande groote belangstelling bestaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10