Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
Luchtverkeer
Zonnebrand
PUROL
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DONDERDAG 19 JULI 1928
BLADZIJDE 3
Minister
Slotemaker de Bruine
De Zondagsluiting
Henri ter Hall en het
Dorus Rijkersfonds
Wat men ver haalt, is
lekker
Internationaal congres voor
Scheikunde
Jhr. J. D. SixT
Vice-admiraal Burrage
Z.K.H. Prins Hendrik
Een onderscheiding
RECHTSZAKEN
De verduistering van f 15.000
ten nadeele van de Haagsche
Tramweg-Maatschappij
Het droeve relaas
Generaal Nobile vertelt van
den ondergang der „Italia"
Een Fransch vliegtuig
neergestort
Het einde van Fronval
Een zonderlinge
gewaarwording
7163 K.M.
I
De luchtdiensten
der K.L.M.
Een kranige jongen
Sjef van Dongen rapporteert
zijn wederwaardigheden
De moord op Zuster
Ferdinanda te Roermond
Gevaarlijke speelplaats
Eindelijk
Levensgevaarlijk terrein
Door zijn karbouw gered
Met een locomotief van deri'
dijk gevallen
Groote terreinbrand
Naar aanle'ding van het gerucht, dat
minister Slotemaker de Bruine voornemens
zou zijn den ministersteek voor de
domineesbaret te verwisselen, heeft de
„Haagsche Crt." zich tot Zijn Exc. om in
lichtingen gewend.
De Minister deelde mede, dat er geen
sprake van is, dat hij tusschentijds ai-
treedt tenzij politieke omstandigheden hem
daartoe zouden nopen.
Dat hij echter, wanneer de tijd van
aftreden eenmaal daar is, weer een predi
kantsplaats aanvaardt, is niet uitgesloten.
Waar dit zal zijn, hangt, zoo zeide ons
de Minister, geheel en al af van de kerk
besturen, die mij eventueel zullen beroepen.
Een adres van de Kamer van Koophandel
voor Amsterdam aan de
Tweede Kamer
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam, heeft besloten een adres
aan de Tweede Kamer te zenden inzake
het wetsontwerp tot regeling der winkel
sluiting.
Daarin verzoekt de Kamer van Koop
handel de Tweede Kamer aan het wets
ontwerp haar goedkeuring te onthouden,
tenzij de voorgestelde gedwongen Zondag-
sluiting daaruit zal zijn gelicht of al
thans op de Zondagsluiting de regeling
van artikel 6 van het ontwerp toepasselijk
zal zijn verklaard.
Zooals wü gisteren reeds in het kort
meldden, heeft de heer Henri ter Hall be
dankt als voorzitter van het Dorus Rijkers-
fonds, terwijl de oorzaak van dit bedanken
berust op een conflict met de overige le
den van het bestuur.
Op navraag bij den secretaris van het
Helden-der-Zeefons Dorus Rijkers, bleek
het „Vad.", dat er ernstige bezwaren tegen
het beleid van den voorzitter gerezen zijn,
die in belangrijke zaken besluiten nam, zon.
der zijn medebestuursleden daarin te ken.
nen.
Het gebeurde bü de begrafenis van Dorus
Rijkers te Den Helder, waarover de Hel-
dersche bladen hebben bericht, schijnt het
conflict acuut te hebben gemaakt. Zonder
overleg met het bestuur, zou de heer Ter
Hall de begrafenis op kosten van 't Fonds
doorgezet hebben, terwijl de stedelijke over
heid voor de begrafenis had wif m zorgen.
Ook zou de heer Ter Hall absoluut hebben
willen spreken vóór de vertegenwoordiging
van de stad, en op het laatste _:nbllk
de volgorde der sprekers aan den begrafe
nisondernemer, in tegenspraak met l.et ge
pleegd overleg met eenige aanwezige be
stuursleden, zóó opgegeven '"•"n, dat hij
dadelijk na den vertegenwoordiger der Re
geering kwam, waardoor de gemeente-ver.
tegenwoordiger, een der wethouders, —Mi
het woord afzag. Tot zoover de Heldersche
bladen.
eze en meer dinven zijn ampel „esproken
in de onlangs gehouden vergadering i
het Hoofdbestuur, welke op verzoek van
den heer Ter Hall toch doorging, cewel
hij zelf niet aanwezig kon zijn wegens ver.
blijf in het buitenland. De vergadering heeft
toen per brief haar grieven aan den heer
Ter Hall doen kennen, waarvan blijkbaar
de ontslagneming het gevolg is.
Havas meldt uit Parijs:
„Handelsberichten" gaf niet lang ge
leden een mededeeling van den Nederland-
schen landbouwconsulent te Parijs (ir. A.
Levenster) over de wijze, waarop in Frank
rijk de handel van Nederlandsche poot-
aardappelen wordt onderdrukt.
Thans heeft de rechtbank te Versailles
vonnis gewezen tegen een Parijsch hande
laar. De heer Levenster trad daarbij op
als getuige en bracht hulde aan de wijze,
waarop de Fransche autoriteiten den goe
den naam der buitenlandsche producten
beschermen.
Men zou in Fransche kringen verwach
ten, dat Nederland zich op dit voorbeeld
zal inspireeren, en een gelijke bescherming
zal verleenen aan Fransche producten, voor
al aan Bordeaux-, Bourgogne- en Cham
pagnewijnen, benevens aan cognac.
heer Lambooy. Vervolgens aan den secre
taris-generaal van het departement, Vice-
Admiraal Zegers Rijser en ten slotte aan
den chef van den Marinestaf, Schout-bij-
Nacht Mr Jager.
De Admiraal werd vergezeld door zijn Ad
judant, Flag-Lieutenant Alexander Macomb.
De heeren werden aan voornoemde auto
riteiten voorgesteld door Commander Ro
bert Rutherford Morris Emmet, marine
attaché der Amerikaansche Legatie
te 's-Gravenhage.
Gisteren is te 's Gravenhage in de verga
derzaal der Tweede Kamer de 9e Conferentie
van de Union Internationale de la Chemie
Pure et Appliquée geopend.
Vóór en ter weerzijden van den presidents
zetel, waarop de voorzitter der Union, prof.
Ernst Cohen uit Utrecht, gezeten was, prijk
ten fraaie bloemstukken. De dames der ge
delegeerden hadden op de gereserveerde tri
bunes en in de presidentsloge plaats geno
men
De voorzitter der Union heette de gede
legeerden uit 20 landen en hun dames wel
kom in het Latijn, het Esperanto, 't Fransch
en het Engelsch en gaf vervolgens het woord
aan minister Slotemaker de Bruine, die een
welkomstredo hield.
Deze rede werd namens de Union door
prof. Cohen beantwoord.
Vervolgens sprak dr. H. R. Kruyt, voorzit
ter van den Chemischen bond van Neder
land in het Engelsch de openingsrede uit.
Daarna hield prof. dr. F. A. F. C. Went,
president van de Koninklijke Academie van
Wetenschappen een rede in het Fransch.
Nog voerden het woord de heer Ketjen, vi
ce-president der vereeniging voor de Neder
landsche industrieële chemie en prof. Olivier
voorzitter van de Ned. Chemiséhe vereeni
ging.
Tenslotte zeide prof. Cohen de verschil
lende sprekers namens de Union dank voor
hun woorden. Hij wees op de verdiensten
van den Chemischen Raad van Nederland
voor de chemische wetenschap. Hij was over
tuigd dat allen, die dank zij de uitnoodiging
van den Chemischen Raad op de vorige con
ferentie te Warschau, thans hier te lande bij
eenwaren, met groote voldoening op hun ver
blijf hier te lande zouden terugzien. Ook
gaf spr. uiting aan zijn bewondering voor de
koninklijke Academie van Wetenschappen.
Hij sprak voorts de hoop uit, dat de gasten
uit Duitschland, Oostenrijk en Rusland bin
nen niet al te langen tijd leden der Union
zouden zijn. De voorzitters der Ned. Chemi
sche Vereeniging en de Ned. Chemische In
dustrie dankte spr. in het bijzonder voor het
geen door hun Vereenigingen was bijgedra
gen voor de organisatie van deze Conferen
tie.
De zitting werd daarop gesloten.
De congressisten zijn gisteravond namens
de Nederlandsche regeering, in de Ridder
zaal door den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. Waszink,
ontvangen.
De receptie, welke zeer druk bezocht was,
werd door muziek opgeluisterd.
Onder de aanwezigen bevonden zich mede
de Ministers van Arbeid, Handel en Nijver
heid en van Koloniën.
Voorts waren aanwezig verschillende le
den van het corps diplomatique, de chef
van de afd. Kunsten en Wetenschappen van
het departement van onderwijs, K. en W.,
de heer Visser en de chef van het kabinet
van dat departement, de heer Lobatto. Ook
was aanwezig de heer Hulsman namens de
R. K. Joumalisten-vereeniging. De Ned.
Chemische vereeniging was ter receptie ver
tegenwoordigd door haar dagelijksch be
stuur, bestaande uit haar voorzitter, prof.
Olivier, den ondervoorzitter prof. Verkade
en den secretaris dr. Donk.
.Minister Waszink heeft in het Fransch
een rede gehouden, welke door den voor
zitter van de „Union", prof Ernst Cohen,
werd beantwoord.
Onder zeer groote belangstelling is gis
terenmiddag op de begraafplaats Oud Eik
en Duin te den Haag ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van Jhr. J. D. Six,
staatsraad i.b.d., oud-raadsadviseur van
het Departement van Koloniën.
Vooraf had in het woonhuis van den
thans ontslapene aan de Laan Copes van
Cattenburch een rouwdienst plaats, welke
geleid werd door pastor Herbst, voorganger
der Duitsche gemeente te Den Haag.
Tegen 1 uur kwam de stoet op de be
graafplaats aan.
Daar had zich een groot aantal belang
stellenden verzameld, onder wie o.m. opge
merkt werden de Minister van Koloniën, dr.
Koningsberger, de Duitsche Gezant, graaf
von Zech von Burkersroda, vergezeld van
den gezantschapssecretaris, den heer Roe-
diger.
Een baar bedekt met bloemen en kransen
werd voor den stoet uitgedragen.
De kist was gedekt met een grooten krans
van lathyrus, gezonden door H. M. de Ko
ningin-Moeder.
Aan de groeve werd niet gesproken, vol
gens den wensch van den ontslapene.
Nadat de kist in de groeve was neergela
ten, sprak de oudste zoon, Jhr. O. E. W.
Six woorden van hartelijken dank voor de
betoonde belangstelling.
Gisterochtend heeft Vice-Admiraal Bur
rage, Commandant van de Marine-strijd
krachten der Vereenlgde Staten van Ame
rika in Europa, die zich aan boord bevindt
van het te Amsterdam verblijvende Ameri
kaansche Oorlogsschip „Detroit", een be
zoek gebracht op het Departement van Ma
rine aan den Minister van Marine a.i. den
Z.K.H. Prins Hendrik vertoeft dezer dagen
in Mecklenburg. De Prins wordt Donder
dag 26 dezer in Den Haag verwacht ter bij
woning van de landbouwtentoonstelling.
Zaterdag 28 Juli begeeft Z.K.H. zich naar
Amsterdam voor de opening der Olympische
Spelen.
Z. H. de Paus heeft mej. Gertruda Wou
ters te 's-Hertogenbosch, die 25 jaren se
cretaresse is van de Zondagsche H. Familie
afdeeling vrouwen, in de St. Jozefskerk al
daar, begiftigd met het kruis Pro Ecclesia
et Pontifice.
Het eerst stond nu terecht de koopman
Jan H. R., uit Den Haag, thans gedeti
neerd, die in eerste instantie wegens heling
is veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf.
Verdachte ontkende ook thans ten stel
ligste, dat hij iets van het verduisterde
geld gehad zou hebben.
De kantoorbediende G., als getuige ge
hoord, deelde wederom mede, hoe hij door
aansporingen van d e zijde van de gebr.
R., ten slotte tot de verduistering is over
gegaan. Het geld heeft hij ergens in Meyen-
dell verstopt. De plaats, waar dit gebeurd
was, heeft hij eerst aan verdachte mede
gedeeld, nadat deze hem met een revolver
had bedreigd. Van de 15 biljetten heeft G.
er 8 aan verdachte gegeven.
De koopman K., die mede in deze zaak
terzake van heling is veroordeeld, verklaar
de, dat hij van de ruzie in Meyendell tus-
schen G. en verdachte het een en ander
vernomen had en dat daarbij bedreiging
van de zijde van verdachte zou hebben
plaats gehad.
Verdachte beweerde, dat deze getuige
een wrok tegen hem had.
De advocaat-generaal, mr. R. Brants,
vroeg bevestiging van het vonnis quo.
Verdachte's raadsman, mr. Kasse Zegel,
concludeerde tot vrijspraak.
De loopknecht Paul A. R., thans eveneens
gedetineerd, is door de rechtbank, wegens
heling veroordeeld tot 1 jaar en 6 maan
den gevangenisstraf. Volgens G. heeft ook
deze verdachte verschillende bedragen
van het verduisterde geld ontvangen. Ver
dachte zelf ontkende dit evenwel.
Ook in deze zaak vroeg mr. Brants be
vestiging van het vonnis der rechtbank.
Mr. van den Oever, verdachte verde
digende, meende, dat, objectief beoordeeld,
het wettig bewijs hier geenszins geleverd is
en concludeerde tot vrijspraak.
Vervolgens heeft mr. Brants eveneens
bevestiging gevraagd van het vrijsprekende
vonnis van de Haagsche rechtbank, ten aan
zien van den koopman S. v. d. E., beschul
digd van het uit winstbejag bewaren van
een van misdrijf afkomstig bankbiljet van
1000.
Tenslotte heeft terecht gestaan de koop
man J. W. A. R., die door de rechtbank ter
zake van heling, is veroordeeld tot 1 jaar
gevangenisstraf. Ook deze verdachte zou
een gedeelte van het verduisterde geld ver
borgen heben, namelijk onder den vloer in
den uitbouw van zijn woning.
Evenals in eerste instantie ontkende ver
dachte het hem ten laste gelegde.
Na verhoor van eenige getuigen requi-
reerde mr. Brants ook in deze zaak tot be
vestiging van het vonnis ft quo.
Mr. van den Oever, wederom als verdedi
ger optredende, concludeerde tot vrijspraak.
Het Hof zou heden, Donderdag, arrest in
deze zaken wijzen.
Behandeling in hooger beroep
In hooger Deroep hee/t het Haagsch
Gerechtshof heden behandeld de zaken
tegen de drie gebroeders R., die door de
Haagsche Rechtbank zijn veroordeeld we
gens heling, in /verband met de door den
kantoorbediende G., bij de Haagsche Tram
weg-Maatschappij gepleegde verduistering
van 15 biljetten van 1000, ten nadeele
van die Maatschappij.
Men zal zich herinneren, dat G. in Sep
tember van het vorige jaar bedoelde bil
jetten voor de H. T. M. bij de Bank moest
gaan halen en aanvankelijk voorgaf het
geld verloren te hebben. Naderhand be
kende hij zich aan verduistering te heb'
ben schuldig gemaakt. Hij is hiervoor door
de Haagsche Rechtbank tot 2 Jaren ge
vangenisstraf veroordeeld.
Een door de zon verbrande huid,
Stukgeloopen Voeten, Schrijnen en
Smetten verzacht en geneest men met
Doos 30, 60, Tube 80 ct
(Slot.)
Het luchtschip, dat minstens een paar ton
lichter geworden was zoo vervolgde de
generaal zijn verhaal dreef snel weg. ik
geloof niet, dat het dek zware schade opliep.
Mariano heeft het het best kunnen waarne
men, maar de mist maakte het spoedig on
zichtbaar. Omdat de val echter niet veroor
zaakt is door ijsvorming, maar waarschijnlijk
door ontsnapping van gas, kan het lucht
schip niet lang in de lucht zijn gebleven. In
ieder geval waren twee mannen aan boord,
Arduino en Alessandrini, die in staat waren
het noodige te verrichten om een langzame
daling mogelijk te maken. Deze daling kan
niet verder dan vijftig K.M. hebben plaats
gevonden. Op 10 tot 15 K.M. afstand werd
een rookkolom waargenomen. Ik kan niet ge-
looven, dat het luchtschip in brand vloog en
indien de daling tengevolge der uitgevoerde
manoeuvres heeft plaats gevonden, dan be
schikken de mannen over veel materiaal en
over levensmiddelen, die minstens voor drie
maanden toereikend zijn. Naar mijn meening
moet men de „Italia" zoeken in de zóne waar
wij ons bevonden.
Wat deden de verongelukten na de cata
strofe? Hun eerste zorg was den inventaris
op te maken. Het schuitje was tot splinters
geslagen. Het langste stuk hout, dat we te
rugvonden meette dertig centimeters. Uit de
ruïne waren negen mannen ontsnapt, hon
derdzestig K. G. levensmiddelen, ep, wat
nog wonderbaarlijker was, het maar zeer
lichte kistje, waarin zich de veldradio be
vond, was ongeschonden. Uit brokstukken
bouwde Biagi zijn antenne en hij luisterde.
De eerste S. O. S.-teekens werden nog dien
zelfden dag verzonden, maar niemand hoorde
ze. En evenmin werden ze in de daarop vol
gende dagen gehoord, ofschoon de „Clttè, di
Milano" geregeld luisterde en twee extra-sta
tions inrichtte.
Die eerste dagen waren voor de luchtschlp-
breukelingen verschrikkelijk. Zij hoorden
alles, maar niemand hoorde hen. De bescha
ving met hare middelen schiep nieuw leed,
dat men zich maar nauwelijks voor kan stel
len. Ieder oogenblik hoorden zij andere ver
onderstellingen opperen en het ergste was,
dat de plaats waar zij zich in werkelijkheid
bevonden, nooit werd genoemd. Het werd
steeds waarschijnlijker dat de hulp, zoo zij
nog ooit kwam, te iaat zou zijn. De veronge
lukten voelden iedere hoop wegzinken.
Op een avond naderde een beer de roode
tent en Titina, de hond, kreeg hem het eerst
in de gaten en liep hem blaffend tegemoet.
De beer Tluchtte, doch kwam den volgenden
avond terug. Ditmaal ging Malmgren op hem
af, slechts gewapend met de revolver en hij
doodde den beer. Het was de eenige buit. Wei
werden in de volgende dagen nog vijf beren
gezien en gewond, doch zij slaagden er in te
ontkomen. Als mannah werd dit beren-
vleesch, dat plots de levensmiddelen-provisie
kwam uitbreiden, begroet. Trojani en Behou-
nek slaagden er in het te roosteren, maar
nadat eenmaal vuur was ontstoken, moest
het ook onderhouden worden en zij aarzelden
niet er alles voor op te offeren: de fotogra
fietoestellen, zoo goed als de meest prezieuse
documenten der onderneming. Intusschen
slaagde de radio er niet in verbinding met
de buitenwereld tot stand te brengen. Mist
en sneeuw maakten de pogingen van Biagi
nutteloos, maar hij verloor noch den moed,
noch zijn kalmte. Als sportman was hij zelfs
gelukkig, als hij aan zijn metgezellen een
gunstig bericht uit Amsterdam over de Olym
pische spelen geven kon.
Na vijf dagen van vergeefsch wachten
maakte moedeloosheid zich van de kampbe
woners meester. Toen kwamen Mariano,
Zappi en Malmgren bij Nobile en stelden
hem voor naar Noordkaap te vertrekken. Uit
de berichten van Romagna wist Biagi, dat
er zich een schip in die buurt bevond. De
generaal, die overtuigd bleef, dat het contact
met de wereld op den een of anderen dag
toch verkregen kon worden, raadde dit plan
aan de moedige mannen af; maar van den
anderen kant scheen het hem toe, dat het te
sterk afraden beteekende het op zich nemen
van eene verantwoordelijkheid, die tot een
schuld kon worden. Deze drie boden zich aan
voor een wanhopige poging, maar misschien
was dit de weg ter redding. Bovendien wa
ren zij het meest geschikt om het te beproe
ven en in het bijzonder Malmgren, omdat hij
over veel Poolervaring beschikte.
Nadat hiertoe eenmaal besloten was, gaf
Nobile aan alle metgezellen vrijheid om mee
te gaan; hij zou by Cecloni achterblijven om
hem te verzorgen. Maar de anderen wilden
den generaal niet verlaten en stelden al hun
hoop op de drie. Op dat oogenblik hadden de
drie vertrekkenden het meest kans de eerste
hulpexpeditie te ontmoeten. Aan hen werden
derhalve brieven en documenten toever
trouwd. Deze schreef aan zijn vrouw, gene
aan zijn moeder, weer een ander aan zijn
verloofde. Allen waren ontroerd en Behou-
nek schreef met tranen in zijn oogen. Het
afscheid was zeer bewogen. Allen omhelsd
hen en daarop vertrokken zij. Daar zij geen
schoenen hadden droegen zij een paar „fins-
ko." Finsche schoenen uit rendierhuid en nog
zoo een paar droegen ze mee in een zak.
Daarin bevonden zich ook vijftig K.G. levens
middelen, eenige doosjes lucifers en nog wat
kleeding. Geen ski's, geen sloepen, geen tent.
Zij vertrokken en gedurende een geheelen
dag kon men hen volgen in de richting van
het Foyn-eiland. Toen verdwenen zij uit het
zicht.
Er volgden dagen van ontmoediging. Steeds
mist. Vaak was er land in de nabijheid, nu
eens het Karei XII eiland, dan weer het
eiland Foyn, maar den eenen dag was het
hier, op een anderen dag daar. De wind dreef
het ijs naar zijn luimen. Viglieri nam lederen
dag de positie op; Blagla was steeds bij zijn
radio en Trijani en Behounek rommelden
wat in een soort keuken, die ze zich hadden
ingericht.
Van den eersten dag af hadden de schip
breukelingen zich op rantsoen gesteld: twin
tig gram chocolade en wat beschuit. Af en
toe wat pemmican, zoo groot dat het op een
punt van een mes kon liggen. Maar zelfs dat
was al een feest. Maar de uren kwamen niet
om.
Op zekeren dag, zei Nobile, brak het ijs en
we moesten in alle haast verhuizen. Wij gin
gen over op een nabijgelegen bank, de „Be-
renbank," zoo genaamd ter herinnering aan
Malmgren's daad. Intusschen ving Biagi be
richten op, waaruit bleek dat ons seinen werd
gehoord. Een groote emotie was het voor ons,
toen Archangel meende ons te hebben ver
staan. Een ontzettende teleurstelling was het,
toen op den volgenden dag een amateur uit
Filadelfia onze positie meende te kunnen
vaststellen op 84 graad Noorderbreedte. Het
was als een veroordeeling ter dood. Daarop
volgde eindelijk het contact met de „Oittk di
Milano
Nobile zweeg. Wie hem had aangehoord
voelde hoe een dikte zijn keel toeschroefde.
Het werd tijd de hut te verlaten. Mannen
toonen elkaar niet graag hun tranen.
Uit Parijs wordt gemeld: Te Bourges is
een vliegtuig neergestort. De piloot was on
middellijk dood; drie inzittenden werden
zwaar gewond.
Over de oorzaak van het doodelijk onge
luk den vermaarden Franschen vlieger
Fronval overkomen, vertelt de Londensche
„Aeroplane" het volgende:
Fronval moest vliegtuigen afleveren en
van het Morane-vliegveld overbrengen naar
het aan de andere zijde van den weg gele
gen militaire vliegveld van Villacoublay. Daar
de wind dwars over den weg stond, was alles
wat de vlieger te doen had, te starten,
over de boomen te wippen en het vliegtuig
aan de andere zijde weer op den grond
te zetten. Volgens de voorschriften had
Fronval echter voor het landen op het
militaire vliegveld een ronde om het veld
moeten vliegen, om zoodoende zijn plan
tot landen kenbaar te maken. Hij deed dit
niet, met het gevolg, dat zijn toestel in bot
sing kwam met dat van een nog onervaren
militairen leerlingvlieger, die hem niet had
zien aankomen, en die juist zou starten.
Zooals bekend vloog ten gevolge van de bot
sing, het vliegtuig van Fronval in brand.
De vlieger William Brooks, die te Allen-
town, Pa. op 1500 voet hoogte een looping
wilde maken, zag bij het optrekken, hoe
eensklaps motor en schroef er alleen van
door gingen. De motor kwam neer op 100
meter van een wagenloods der Lenigh
Valley Transit Co. Het motorloos geworden
vliegtuig bleef niettemin, volgens het
„Hbld." bestuurbaar, zoodat Brooks en zijn
passagier veilig den grond konden bereiken.
De technische commissie van de Bra-
ziliaansche Aero-Club heeft in haar offi-
cieele verklaring over de landing van Ferra-
rin en Del Prete nabij Fort Natal vastge
steld, dat de vliegers hemelsbreed een af
stand hebben afgelegd van 7163 K.M. in
den tijd van 49 uur 19 minuten.
De K. L. M. heeft het aantal luchtdien
sten van en naar Parijs uitgebreid tot drie.,'
Alle diensten zijn opengesteld voor het
vrachtverkeer. Er zijn thans twee ochtend
diensten en een middagdienst. Eén ochtend
dienst en de middagdienst nemen ook te
Brussel lading in.
Verder is een luchtverblndlng met Spanje
tot stand gekomen. Goederen, welke des
voormiddags te 9 uur uit Amsterdam, en te
9 uur 45 uit Rotterdam vertrekken, zijn
reeds den volgenden middag te 14 uur 45 te
Barcelona en te 19 uur 45 te Madrid. De
Spaansche regeering heeft luchtvrachtzen
dingen van de anders zoo remmende for
maliteiten aan documenten vrijgesteld.
Onmiddellijk na ontvangst van het desbe
treffend bericht, heeft de directie van de Ne
derlandsche Spitsbergen-Compagnie Sjef van
Dongen gelukgewenscht met zijn behouden
terugkeer op Spitsbergen en van hem, met
zijn dankbetuiging een korte beschrijving
ontvangen van den kranigen tocht, die Sjef
met kapitein Sora gemaakt heeft naar het
eiland Foyn. Dit rapport luidt als volgt:
Den 18en Juni vertrokken wij met één slede
van de Noordkaap van Noordoostland. 19 Ju
ni moesten wij Varming (den Deen, die den
derden man van 't troepje vormde. Red.) op
kaap Platen wegens sneeuwblindheid achter
laten met een uitrusting voor 20 dagen. In
deze twee dagen waren wij 230 K.M. vooruit
gekomen. Den 20en en 21en kwamen wij ech
ter niet verder dan tot nabij kaap Bruun,
wegens den slechten toestand van het ijs.
Den 22en probeerden wij op het pakijs te ko
men met een uitrusting voor drie weken,
doch moesten onverrichterzake weerkeeren.
Den 23en vertrokken wij met een uitrusting
voor acht dagen. Deze uitrusting bleek nog
te zwaar; wij moesten de helft achteïTaten.
Wij schoten ten gevolge van slecht ijs en veel
open water niet meer dan 400 M. per mir op.
Onze slaapzakken en ook wij zelf tot den
hals toe, waren kletsnat. Wij kwamen den
28en Juni op het eiland Broch aan. Twee
honden stierven in het pakijs en drie bü onze
aankomst op het eiland. Hier hadden wij vier
dagen sneeuwstorm en leefden wij van veld
producten, maar deze zijn daar zeer schraal.
Den 3en Juli vertrokken wij naar het eiland
Foyn en hadden over dezè zes kilometer een
en dertig uur werk wegens den sterken
stroom in het ijs. Wij haddenniets meer
te eten en waren genoodzaakt een hond te
slachten. Wij kookten het vleesch in een ca-
caobus. Den 5en, 6en en 7en gingen we met
den rugzak om in één stuk door de groep-
Nobile te zoeken, doch zonder resultaat. Wij
moesten wegens moeheid teruglceeren naar
Foyn. Den 12en Juli zagen wij de Krassin.
Wij probeerden seinen te geven, maar kregen
geen antwoord. Wij hadden dien dag een
nieuwen hond moeten slachten. Om 23 uur
van dienzelfden dag zagen wij drie vliegtui
gen. Gelukkig was er door den sïerken stroom
toevallig open water. Wij moesten alles ach
terlaten. Den 13en Juli werden wij met veel
jubel aan de Koningsbaai ontvangen. Ik heb
op verzoek van de Amerikaansche passagiers
een lezing gehouden op de Reliance, ^llen
waren zeer geestdriftig. Ik hoop binnenkort
alles uitvoerig in Holland te vertellen."
Met een verzoek om het telegram door te
zenden aan zijn ouders, besluit van Dongen
zijn relaas, dat in zijn soberen eenvoud mis
schien een beteren indruk geeft van de moei
lijkheden, die overwonnen moesten worden
en van de flinkheid waarmede dit geschied is,
dan de beste schrijver zou kunnen wekken
door een tot in détails opgesmukt verhaal.
Wat van Dongen in zijn sympathieken een
voud niet meedeelt, maar wat de directie van
de Spitsbergen-compagnie van andere zijde
vernomen heeft, is dat hij bij den overtocht
naar Broch kapitein Sora het leven heeft
gered. Deze was op een gegeven oogenblik
tusschen twee ijsschotsen ingezakt, waarop
Sjef hem met gevaar voor eigen leven is bij
gesprongen en weer op het ijs heeft weten te
halen. Geen wonder dus, dat beide mannen
tot hun hals toe nat waren.
Groote vreugde heerscht thans in heel Hol
land over de berichten, van den behouden te
rugkeer van Sjef van Dongen, niet het minst
natuurlijk te Arnhem bij Sjef's familieleden,
met wie een der medewerkers van het „Huis
gezin" een onderhoud had. Hij meldt:
De familie van Sjef ontving het volgende
telegram:
Cita di Milano. (Radio Holland). Mevrouw
Van Dongen, Emmastraat 32 Arnhem.
Allerbeste groeten. Maak het goed. Kom
spoedig thuis. SJEF
Verstuurd 13,22 u. van de „Cita di Milano"
Ontvangen te Arnhem Zaterdagmiddag
kwart voor twee.
Sjef van Dongen komt weer thuisl
Hij heeft 't aan zijn ouders laten weten.
De heele familie en vooral de moeder had
nog steeds niet goed durven gelooven, dat
Sjef werkelijk gered was. Niet dat zij in hem
wantrouwde, want alle gelooven met groot
vertrouwen in onzen roekeloozen, maar moe-
tdigen jongen, die, met vergeten van alles wat
hem dierbaar was, geen oogenblik geaarzeld
heeft, om met zijn honden over het pakijs te
vertrekken. Het was ook wel heel wat ge
waagd, want het ijs ter plaatse is volgens
mevrouw Van Dongen, (die zooals men weet,
zelf in het hooge Noorden is geweest), in de
zen tijd van het jaar heelemaal niet te ver
trouwen. Wü zijn dan ook wel even bang ge
weest voor onzen boy, zei Sjef's moeder. Want
het is soms een echte roekelooze en als er wat
te wagen is, is Sjef een der eersten.
Ook nu weer had hij niets laten weten, om
op het allerlaatste oogenblik een eenvoudige
mededeeling, dat hij ging probeeren, om de
ongelukkige Poolreizigers te vinden. Ja, onze
Sjef durft wel heel wat aan en al ben ik zijn
eigen moeder ik ben toch niet onbeschei
den, als ik zeg, dat hij «e hulde, die hem nu
gebracht wordt, werkelijk verdiend heeft. En
dan, een klein beetje trots mag er toch wel
bij zijn. Want het blijft toch altijd m ij n jon
gen.
Uit Waalwijk schrijft men nog:
13 September 1927 is Sjef met het stoom
schip „Amelia" naar Spitsbergen vertrokken.
Hij is niet, zooals velen meenen, te Waalwijk
of Tilburg, maar in Haarlem geboren in 1907
waar zijn vader destijds werkzaam was bij de
firma Combert en Wertheim. Wel heeft Sjef
langen tijd te Waalwijk en Tilburg gewoond.
Zooals ieder mensch, heeft hij vreugde en
droefheid gekend, maar zijn karakter was
toch overwegend vroolijk. Buitengewone
avonturen heeft hij niet beleefd, want sen
satiezucht kunnen wij het niet noemen, die
ongekende drang naar daden. Bij ons (te
Waalwijk) leefdé hij het leven van lederen
echten Hollandschen jongen. Den eenen dag
viel hij in een sloot, een anderen dag ziet hij
kans om God weet welken anderen schrik te
verwekken in het hart zijns moeders.
De politie heeft hem natuurlijk ook gekend,
maar toch nooit in verkeerden zin. 't Waren
de echte jongensstreken die Sjef uithaalde.
„Teppy" is de naam geweest die hij in zijn
eerste Jeugd van ons heeft gekregen, totdat
„Tep" niet langer „Tep" wou zijn en op ze
keren dag, hij was toen zoowat 16 jaar, den
volke kond deed, dat hij niet „Tep" wensehte
te heeten, maar dat zijn moeder hem „Sjef"
had laten doopen en dus noemen jullie mij
Sjef". Inderdaad vanaf het eerste begin zat
de forsche doorzettende wil erin, want som
migen die toch „Tep" bleven kweelen, maak
ten kennis met een krachtige onderstreping
van Sjef's werkelijken naam. Heel Waalwijk
heeft hem gekend. „Sjef van Dongen en zijn
honden" dat was synoniem.
De dijken in Waalwijk hebben hem heel
wat gewaagde toertjes zien volbrengen als hij
met zijn dieren aan een bobslee gebonden in
razende jacht naar beneden gleed'.
Veel pret hebben zijn kameraden met hem
gehad, zoowel in Waalwijk als in Tilburg,
waar hij de H. B. S. bezocht, alweer met
den gebruikelijken ijver van den Holland
schen jongen, want hoewel hij lang niet dom
was, oordeelde Sjef 't toch prettiger om te
voetballen, te zwemmen en met honden te
werken. De honden en zijn ski's, dat zijn de
substantieven die één zijn met den naam
„Sjef van Dongen". Vanaf de eeVste oogen-
blikken die wij ons herinneren kunnen, was
hij doende met honden en schaatsen; daar
voor moest alles ruimen en reeds hier in Hol
land was lrij dan ook „first class" skilooper,
totdat eindelijk de 13e September 1927 aan
brak, de dag waarop hij naar Spitsbergen
ging, naar zijn vader, die hem noodig had.
Daar heeft hij leeren ski'en als geen ander.
De Noren steekt hij de loef af en zijn brie
ven vertellen ons van zijn leven, dat hij nu
daar leidt. Nu is hij er alleen, en liever was
hij wel meegekomen naar Holland, maar er
Zijn tijden dat het niet gaat. U begrijpt de
risico van de werkmogelijkheid in Nederland.
Nu gaat Sjef misschien beroemd worden.
Denk echter niet daf hij dat tevoren be
dacht kan hebben, want in de omstandighe
den die daarginds den Poolreizigers zijn over
komen, dan denkt Sjef niet meer. Dan weet
hij dat hij moet ski'en, ski'en om menschen-
levens te redden. Wij allen, tantes, neefs en
last not least nichtjes, wij hopen vurig, dat
hij mag slagen. „Sjef is altijd een reuze aar
dige jongen geweest en ik zou niet graag
hebben, dat hem wat overkwam," zei het
zwarte nichtje uit de Grootestraat ln Waal-"
wijk.
De dader van den moord op Zuster Fer
dinanda, welke op 3 October van het vorig
jaar heeft plaats gehad in het Oude Man
nenhuis te Roermond, is uit de psychiatri
sche inrichting Maasoord teruggekeerd en
naar het Huis van bewaring te Roermond
overgebracht.
Te Amsterdam is een 7-jarig meisje, dat
op een balkon van een huis in de Fahren-
heitstraat speelde, naar beneden gevallen,
waarbij zij gelukkig slechts een paar ribben
brak.
Zij is opgenomen in het gasthuis. Haar
toestand is redelijk wel.
Men hoopt, door het feit. dat twee inwo
ners van Laren door de Hilversumsche re
cherche zijn gearresteerd als verdacht van
de inbraak bij „De Gooi- en Eemlander",
dat de lange reeks inbraken in het Gooi tot
een eind zal zijn gekomen. Deze beiden
woonden vroeger te Hilversum; ze werden
reeds daar verdacht van inbraak en waar
schijnlijk omdat ze te veel op de vingers ge
keken werden, verhuisden ze naar Laren.
Reeds lang was bekend, gezien de werk
methoden, dat twee ploegen inbrekers, on
afhankelijk van elkaar, in het Gooi werk
zaam waren. De aanwijzingen waren echter
steeds te vaag, om tot aanhouding over te
gaan. Een inbraak te Soest leidde tot aan
houding van een Larenschen jongen, die,
hoewel niet direct medeplichtig, toch wel
van een en ander afwist. Door zijn toedoen
kwam men op het spoor van het eerste
koppel inbrekers, waarvan één is gearres
teerd en de ander voortvluchtig is.
Te Rotterdam hebben een agent en eeni
ge burgers met groote moeite den 14-jarigen
J. K. weten te redden, nadat hij op een
opgespoten terrein bij het Lischpleln tot
aan zijn schouders in de modder was weg
gezakt.
Men kon het ventje alleen bereiken inet
behulp van planken. Een dreg die hem werd
toegeworpen knapte af, zoo vast zat de jon
gen ln de modder gezogen. Ten slotte is
het reddingswerk gelukt, doch niet, dan na
dat de agent zich vrij ernstig aan zijn han
den verwond had door spijkers welke in de
planken zaten.
De politieman moest zich in het zieken
huis aan den Bergweg laten verbinden et
is thans buiten dienst gesteld.
Een zonderling avontuur beleefde onlangs
een pedati-voerder, die 's nachts den vuur-
turen van Soengai Berameh ter Westkust
passeerde, schrijft de „Sum. Bode".
Plotseling schoot een hond jankend en
met den staart tuschen de beenen den pedatl
voorbij, alsof het dier achtervolgd werd.
De pedati-voerder ging achter zijn kar
kijken en zag toen tot zijn niet geringen
schrik een tijger voor zich staan.
Intusschen gebeurde er iets zonderlings.
De karbouw, die instinctmatig de aanwe
zigheid van den tijger bemerkte, schudde
uit alle macht zijn juk af en nam een aan
vallende houding tegenover den tijger aan.
Deze was hierop blijkbaar niet bedacht en
sloeg op de vlucht.
Zoo heeft de pedati-voerder zijn leven aan
zijn karbouw te danken.
Een arbeider te Ochten gedood
Te Ochten is de locomotief van het trein
tje, waarmee grond voor de dijkverzwaring»
wordt aangevoerd, van den dijk gevallen,
met het gvolg, dat de machinist, de 65-
Jarige J. J. Houtzagers uit Utrecht werd
gedood.
1200 koelies namen aan het blusschings^l
werk deel
Aneta seint uit Medan:
Bosch, alang-alang en honderd braaklig
gende tabaksvelden van de onderneming
Timbang- Langkat en zeventig landen van
de onderneming Selayang zijn door onbe
kend 3 oorzaak afgebrand; 1200 koelies van
Timbang.Langkat hebben zeven uur aan
den stri.a tegen het vuur deelgenomen. Op
verschillende plaatsen werden tegenbranden
gesticht. De schade is belangrijk, doordat
de braakliggende termijn voor deze landen
nu met eenige jaren verlengd wordt.