Binnenlandsch Nieuws Gemengd Nieuws Luchtverkeer Zonnebrand PUROL TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DONDERDAG 19 JULI 1928 BLADZIJDE 3 Minister Slotemaker de Bruine De Zondagsluiting Henri ter Hall en het Dorus Rijkersfonds Wat men ver haalt, is lekker Internationaal congres voor Scheikunde Jhr. J. D. SixT Vice-admiraal Burrage Z.K.H. Prins Hendrik Een onderscheiding RECHTSZAKEN De verduistering van f 15.000 ten nadeele van de Haagsche Tramweg-Maatschappij Het droeve relaas Generaal Nobile vertelt van den ondergang der „Italia" Een Fransch vliegtuig neergestort Het einde van Fronval Een zonderlinge gewaarwording 7163 K.M. I De luchtdiensten der K.L.M. Een kranige jongen Sjef van Dongen rapporteert zijn wederwaardigheden De moord op Zuster Ferdinanda te Roermond Gevaarlijke speelplaats Eindelijk Levensgevaarlijk terrein Door zijn karbouw gered Met een locomotief van deri' dijk gevallen Groote terreinbrand Naar aanle'ding van het gerucht, dat minister Slotemaker de Bruine voornemens zou zijn den ministersteek voor de domineesbaret te verwisselen, heeft de „Haagsche Crt." zich tot Zijn Exc. om in lichtingen gewend. De Minister deelde mede, dat er geen sprake van is, dat hij tusschentijds ai- treedt tenzij politieke omstandigheden hem daartoe zouden nopen. Dat hij echter, wanneer de tijd van aftreden eenmaal daar is, weer een predi kantsplaats aanvaardt, is niet uitgesloten. Waar dit zal zijn, hangt, zoo zeide ons de Minister, geheel en al af van de kerk besturen, die mij eventueel zullen beroepen. Een adres van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam aan de Tweede Kamer De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, heeft besloten een adres aan de Tweede Kamer te zenden inzake het wetsontwerp tot regeling der winkel sluiting. Daarin verzoekt de Kamer van Koop handel de Tweede Kamer aan het wets ontwerp haar goedkeuring te onthouden, tenzij de voorgestelde gedwongen Zondag- sluiting daaruit zal zijn gelicht of al thans op de Zondagsluiting de regeling van artikel 6 van het ontwerp toepasselijk zal zijn verklaard. Zooals wü gisteren reeds in het kort meldden, heeft de heer Henri ter Hall be dankt als voorzitter van het Dorus Rijkers- fonds, terwijl de oorzaak van dit bedanken berust op een conflict met de overige le den van het bestuur. Op navraag bij den secretaris van het Helden-der-Zeefons Dorus Rijkers, bleek het „Vad.", dat er ernstige bezwaren tegen het beleid van den voorzitter gerezen zijn, die in belangrijke zaken besluiten nam, zon. der zijn medebestuursleden daarin te ken. nen. Het gebeurde bü de begrafenis van Dorus Rijkers te Den Helder, waarover de Hel- dersche bladen hebben bericht, schijnt het conflict acuut te hebben gemaakt. Zonder overleg met het bestuur, zou de heer Ter Hall de begrafenis op kosten van 't Fonds doorgezet hebben, terwijl de stedelijke over heid voor de begrafenis had wif m zorgen. Ook zou de heer Ter Hall absoluut hebben willen spreken vóór de vertegenwoordiging van de stad, en op het laatste _:nbllk de volgorde der sprekers aan den begrafe nisondernemer, in tegenspraak met l.et ge pleegd overleg met eenige aanwezige be stuursleden, zóó opgegeven '"•"n, dat hij dadelijk na den vertegenwoordiger der Re geering kwam, waardoor de gemeente-ver. tegenwoordiger, een der wethouders, —Mi het woord afzag. Tot zoover de Heldersche bladen. eze en meer dinven zijn ampel „esproken in de onlangs gehouden vergadering i het Hoofdbestuur, welke op verzoek van den heer Ter Hall toch doorging, cewel hij zelf niet aanwezig kon zijn wegens ver. blijf in het buitenland. De vergadering heeft toen per brief haar grieven aan den heer Ter Hall doen kennen, waarvan blijkbaar de ontslagneming het gevolg is. Havas meldt uit Parijs: „Handelsberichten" gaf niet lang ge leden een mededeeling van den Nederland- schen landbouwconsulent te Parijs (ir. A. Levenster) over de wijze, waarop in Frank rijk de handel van Nederlandsche poot- aardappelen wordt onderdrukt. Thans heeft de rechtbank te Versailles vonnis gewezen tegen een Parijsch hande laar. De heer Levenster trad daarbij op als getuige en bracht hulde aan de wijze, waarop de Fransche autoriteiten den goe den naam der buitenlandsche producten beschermen. Men zou in Fransche kringen verwach ten, dat Nederland zich op dit voorbeeld zal inspireeren, en een gelijke bescherming zal verleenen aan Fransche producten, voor al aan Bordeaux-, Bourgogne- en Cham pagnewijnen, benevens aan cognac. heer Lambooy. Vervolgens aan den secre taris-generaal van het departement, Vice- Admiraal Zegers Rijser en ten slotte aan den chef van den Marinestaf, Schout-bij- Nacht Mr Jager. De Admiraal werd vergezeld door zijn Ad judant, Flag-Lieutenant Alexander Macomb. De heeren werden aan voornoemde auto riteiten voorgesteld door Commander Ro bert Rutherford Morris Emmet, marine attaché der Amerikaansche Legatie te 's-Gravenhage. Gisteren is te 's Gravenhage in de verga derzaal der Tweede Kamer de 9e Conferentie van de Union Internationale de la Chemie Pure et Appliquée geopend. Vóór en ter weerzijden van den presidents zetel, waarop de voorzitter der Union, prof. Ernst Cohen uit Utrecht, gezeten was, prijk ten fraaie bloemstukken. De dames der ge delegeerden hadden op de gereserveerde tri bunes en in de presidentsloge plaats geno men De voorzitter der Union heette de gede legeerden uit 20 landen en hun dames wel kom in het Latijn, het Esperanto, 't Fransch en het Engelsch en gaf vervolgens het woord aan minister Slotemaker de Bruine, die een welkomstredo hield. Deze rede werd namens de Union door prof. Cohen beantwoord. Vervolgens sprak dr. H. R. Kruyt, voorzit ter van den Chemischen bond van Neder land in het Engelsch de openingsrede uit. Daarna hield prof. dr. F. A. F. C. Went, president van de Koninklijke Academie van Wetenschappen een rede in het Fransch. Nog voerden het woord de heer Ketjen, vi ce-president der vereeniging voor de Neder landsche industrieële chemie en prof. Olivier voorzitter van de Ned. Chemiséhe vereeni ging. Tenslotte zeide prof. Cohen de verschil lende sprekers namens de Union dank voor hun woorden. Hij wees op de verdiensten van den Chemischen Raad van Nederland voor de chemische wetenschap. Hij was over tuigd dat allen, die dank zij de uitnoodiging van den Chemischen Raad op de vorige con ferentie te Warschau, thans hier te lande bij eenwaren, met groote voldoening op hun ver blijf hier te lande zouden terugzien. Ook gaf spr. uiting aan zijn bewondering voor de koninklijke Academie van Wetenschappen. Hij sprak voorts de hoop uit, dat de gasten uit Duitschland, Oostenrijk en Rusland bin nen niet al te langen tijd leden der Union zouden zijn. De voorzitters der Ned. Chemi sche Vereeniging en de Ned. Chemische In dustrie dankte spr. in het bijzonder voor het geen door hun Vereenigingen was bijgedra gen voor de organisatie van deze Conferen tie. De zitting werd daarop gesloten. De congressisten zijn gisteravond namens de Nederlandsche regeering, in de Ridder zaal door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Waszink, ontvangen. De receptie, welke zeer druk bezocht was, werd door muziek opgeluisterd. Onder de aanwezigen bevonden zich mede de Ministers van Arbeid, Handel en Nijver heid en van Koloniën. Voorts waren aanwezig verschillende le den van het corps diplomatique, de chef van de afd. Kunsten en Wetenschappen van het departement van onderwijs, K. en W., de heer Visser en de chef van het kabinet van dat departement, de heer Lobatto. Ook was aanwezig de heer Hulsman namens de R. K. Joumalisten-vereeniging. De Ned. Chemische vereeniging was ter receptie ver tegenwoordigd door haar dagelijksch be stuur, bestaande uit haar voorzitter, prof. Olivier, den ondervoorzitter prof. Verkade en den secretaris dr. Donk. .Minister Waszink heeft in het Fransch een rede gehouden, welke door den voor zitter van de „Union", prof Ernst Cohen, werd beantwoord. Onder zeer groote belangstelling is gis terenmiddag op de begraafplaats Oud Eik en Duin te den Haag ter aarde besteld het stoffelijk overschot van Jhr. J. D. Six, staatsraad i.b.d., oud-raadsadviseur van het Departement van Koloniën. Vooraf had in het woonhuis van den thans ontslapene aan de Laan Copes van Cattenburch een rouwdienst plaats, welke geleid werd door pastor Herbst, voorganger der Duitsche gemeente te Den Haag. Tegen 1 uur kwam de stoet op de be graafplaats aan. Daar had zich een groot aantal belang stellenden verzameld, onder wie o.m. opge merkt werden de Minister van Koloniën, dr. Koningsberger, de Duitsche Gezant, graaf von Zech von Burkersroda, vergezeld van den gezantschapssecretaris, den heer Roe- diger. Een baar bedekt met bloemen en kransen werd voor den stoet uitgedragen. De kist was gedekt met een grooten krans van lathyrus, gezonden door H. M. de Ko ningin-Moeder. Aan de groeve werd niet gesproken, vol gens den wensch van den ontslapene. Nadat de kist in de groeve was neergela ten, sprak de oudste zoon, Jhr. O. E. W. Six woorden van hartelijken dank voor de betoonde belangstelling. Gisterochtend heeft Vice-Admiraal Bur rage, Commandant van de Marine-strijd krachten der Vereenlgde Staten van Ame rika in Europa, die zich aan boord bevindt van het te Amsterdam verblijvende Ameri kaansche Oorlogsschip „Detroit", een be zoek gebracht op het Departement van Ma rine aan den Minister van Marine a.i. den Z.K.H. Prins Hendrik vertoeft dezer dagen in Mecklenburg. De Prins wordt Donder dag 26 dezer in Den Haag verwacht ter bij woning van de landbouwtentoonstelling. Zaterdag 28 Juli begeeft Z.K.H. zich naar Amsterdam voor de opening der Olympische Spelen. Z. H. de Paus heeft mej. Gertruda Wou ters te 's-Hertogenbosch, die 25 jaren se cretaresse is van de Zondagsche H. Familie afdeeling vrouwen, in de St. Jozefskerk al daar, begiftigd met het kruis Pro Ecclesia et Pontifice. Het eerst stond nu terecht de koopman Jan H. R., uit Den Haag, thans gedeti neerd, die in eerste instantie wegens heling is veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf. Verdachte ontkende ook thans ten stel ligste, dat hij iets van het verduisterde geld gehad zou hebben. De kantoorbediende G., als getuige ge hoord, deelde wederom mede, hoe hij door aansporingen van d e zijde van de gebr. R., ten slotte tot de verduistering is over gegaan. Het geld heeft hij ergens in Meyen- dell verstopt. De plaats, waar dit gebeurd was, heeft hij eerst aan verdachte mede gedeeld, nadat deze hem met een revolver had bedreigd. Van de 15 biljetten heeft G. er 8 aan verdachte gegeven. De koopman K., die mede in deze zaak terzake van heling is veroordeeld, verklaar de, dat hij van de ruzie in Meyendell tus- schen G. en verdachte het een en ander vernomen had en dat daarbij bedreiging van de zijde van verdachte zou hebben plaats gehad. Verdachte beweerde, dat deze getuige een wrok tegen hem had. De advocaat-generaal, mr. R. Brants, vroeg bevestiging van het vonnis quo. Verdachte's raadsman, mr. Kasse Zegel, concludeerde tot vrijspraak. De loopknecht Paul A. R., thans eveneens gedetineerd, is door de rechtbank, wegens heling veroordeeld tot 1 jaar en 6 maan den gevangenisstraf. Volgens G. heeft ook deze verdachte verschillende bedragen van het verduisterde geld ontvangen. Ver dachte zelf ontkende dit evenwel. Ook in deze zaak vroeg mr. Brants be vestiging van het vonnis der rechtbank. Mr. van den Oever, verdachte verde digende, meende, dat, objectief beoordeeld, het wettig bewijs hier geenszins geleverd is en concludeerde tot vrijspraak. Vervolgens heeft mr. Brants eveneens bevestiging gevraagd van het vrijsprekende vonnis van de Haagsche rechtbank, ten aan zien van den koopman S. v. d. E., beschul digd van het uit winstbejag bewaren van een van misdrijf afkomstig bankbiljet van 1000. Tenslotte heeft terecht gestaan de koop man J. W. A. R., die door de rechtbank ter zake van heling, is veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf. Ook deze verdachte zou een gedeelte van het verduisterde geld ver borgen heben, namelijk onder den vloer in den uitbouw van zijn woning. Evenals in eerste instantie ontkende ver dachte het hem ten laste gelegde. Na verhoor van eenige getuigen requi- reerde mr. Brants ook in deze zaak tot be vestiging van het vonnis ft quo. Mr. van den Oever, wederom als verdedi ger optredende, concludeerde tot vrijspraak. Het Hof zou heden, Donderdag, arrest in deze zaken wijzen. Behandeling in hooger beroep In hooger Deroep hee/t het Haagsch Gerechtshof heden behandeld de zaken tegen de drie gebroeders R., die door de Haagsche Rechtbank zijn veroordeeld we gens heling, in /verband met de door den kantoorbediende G., bij de Haagsche Tram weg-Maatschappij gepleegde verduistering van 15 biljetten van 1000, ten nadeele van die Maatschappij. Men zal zich herinneren, dat G. in Sep tember van het vorige jaar bedoelde bil jetten voor de H. T. M. bij de Bank moest gaan halen en aanvankelijk voorgaf het geld verloren te hebben. Naderhand be kende hij zich aan verduistering te heb' ben schuldig gemaakt. Hij is hiervoor door de Haagsche Rechtbank tot 2 Jaren ge vangenisstraf veroordeeld. Een door de zon verbrande huid, Stukgeloopen Voeten, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30, 60, Tube 80 ct (Slot.) Het luchtschip, dat minstens een paar ton lichter geworden was zoo vervolgde de generaal zijn verhaal dreef snel weg. ik geloof niet, dat het dek zware schade opliep. Mariano heeft het het best kunnen waarne men, maar de mist maakte het spoedig on zichtbaar. Omdat de val echter niet veroor zaakt is door ijsvorming, maar waarschijnlijk door ontsnapping van gas, kan het lucht schip niet lang in de lucht zijn gebleven. In ieder geval waren twee mannen aan boord, Arduino en Alessandrini, die in staat waren het noodige te verrichten om een langzame daling mogelijk te maken. Deze daling kan niet verder dan vijftig K.M. hebben plaats gevonden. Op 10 tot 15 K.M. afstand werd een rookkolom waargenomen. Ik kan niet ge- looven, dat het luchtschip in brand vloog en indien de daling tengevolge der uitgevoerde manoeuvres heeft plaats gevonden, dan be schikken de mannen over veel materiaal en over levensmiddelen, die minstens voor drie maanden toereikend zijn. Naar mijn meening moet men de „Italia" zoeken in de zóne waar wij ons bevonden. Wat deden de verongelukten na de cata strofe? Hun eerste zorg was den inventaris op te maken. Het schuitje was tot splinters geslagen. Het langste stuk hout, dat we te rugvonden meette dertig centimeters. Uit de ruïne waren negen mannen ontsnapt, hon derdzestig K. G. levensmiddelen, ep, wat nog wonderbaarlijker was, het maar zeer lichte kistje, waarin zich de veldradio be vond, was ongeschonden. Uit brokstukken bouwde Biagi zijn antenne en hij luisterde. De eerste S. O. S.-teekens werden nog dien zelfden dag verzonden, maar niemand hoorde ze. En evenmin werden ze in de daarop vol gende dagen gehoord, ofschoon de „Clttè, di Milano" geregeld luisterde en twee extra-sta tions inrichtte. Die eerste dagen waren voor de luchtschlp- breukelingen verschrikkelijk. Zij hoorden alles, maar niemand hoorde hen. De bescha ving met hare middelen schiep nieuw leed, dat men zich maar nauwelijks voor kan stel len. Ieder oogenblik hoorden zij andere ver onderstellingen opperen en het ergste was, dat de plaats waar zij zich in werkelijkheid bevonden, nooit werd genoemd. Het werd steeds waarschijnlijker dat de hulp, zoo zij nog ooit kwam, te iaat zou zijn. De veronge lukten voelden iedere hoop wegzinken. Op een avond naderde een beer de roode tent en Titina, de hond, kreeg hem het eerst in de gaten en liep hem blaffend tegemoet. De beer Tluchtte, doch kwam den volgenden avond terug. Ditmaal ging Malmgren op hem af, slechts gewapend met de revolver en hij doodde den beer. Het was de eenige buit. Wei werden in de volgende dagen nog vijf beren gezien en gewond, doch zij slaagden er in te ontkomen. Als mannah werd dit beren- vleesch, dat plots de levensmiddelen-provisie kwam uitbreiden, begroet. Trojani en Behou- nek slaagden er in het te roosteren, maar nadat eenmaal vuur was ontstoken, moest het ook onderhouden worden en zij aarzelden niet er alles voor op te offeren: de fotogra fietoestellen, zoo goed als de meest prezieuse documenten der onderneming. Intusschen slaagde de radio er niet in verbinding met de buitenwereld tot stand te brengen. Mist en sneeuw maakten de pogingen van Biagi nutteloos, maar hij verloor noch den moed, noch zijn kalmte. Als sportman was hij zelfs gelukkig, als hij aan zijn metgezellen een gunstig bericht uit Amsterdam over de Olym pische spelen geven kon. Na vijf dagen van vergeefsch wachten maakte moedeloosheid zich van de kampbe woners meester. Toen kwamen Mariano, Zappi en Malmgren bij Nobile en stelden hem voor naar Noordkaap te vertrekken. Uit de berichten van Romagna wist Biagi, dat er zich een schip in die buurt bevond. De generaal, die overtuigd bleef, dat het contact met de wereld op den een of anderen dag toch verkregen kon worden, raadde dit plan aan de moedige mannen af; maar van den anderen kant scheen het hem toe, dat het te sterk afraden beteekende het op zich nemen van eene verantwoordelijkheid, die tot een schuld kon worden. Deze drie boden zich aan voor een wanhopige poging, maar misschien was dit de weg ter redding. Bovendien wa ren zij het meest geschikt om het te beproe ven en in het bijzonder Malmgren, omdat hij over veel Poolervaring beschikte. Nadat hiertoe eenmaal besloten was, gaf Nobile aan alle metgezellen vrijheid om mee te gaan; hij zou by Cecloni achterblijven om hem te verzorgen. Maar de anderen wilden den generaal niet verlaten en stelden al hun hoop op de drie. Op dat oogenblik hadden de drie vertrekkenden het meest kans de eerste hulpexpeditie te ontmoeten. Aan hen werden derhalve brieven en documenten toever trouwd. Deze schreef aan zijn vrouw, gene aan zijn moeder, weer een ander aan zijn verloofde. Allen waren ontroerd en Behou- nek schreef met tranen in zijn oogen. Het afscheid was zeer bewogen. Allen omhelsd hen en daarop vertrokken zij. Daar zij geen schoenen hadden droegen zij een paar „fins- ko." Finsche schoenen uit rendierhuid en nog zoo een paar droegen ze mee in een zak. Daarin bevonden zich ook vijftig K.G. levens middelen, eenige doosjes lucifers en nog wat kleeding. Geen ski's, geen sloepen, geen tent. Zij vertrokken en gedurende een geheelen dag kon men hen volgen in de richting van het Foyn-eiland. Toen verdwenen zij uit het zicht. Er volgden dagen van ontmoediging. Steeds mist. Vaak was er land in de nabijheid, nu eens het Karei XII eiland, dan weer het eiland Foyn, maar den eenen dag was het hier, op een anderen dag daar. De wind dreef het ijs naar zijn luimen. Viglieri nam lederen dag de positie op; Blagla was steeds bij zijn radio en Trijani en Behounek rommelden wat in een soort keuken, die ze zich hadden ingericht. Van den eersten dag af hadden de schip breukelingen zich op rantsoen gesteld: twin tig gram chocolade en wat beschuit. Af en toe wat pemmican, zoo groot dat het op een punt van een mes kon liggen. Maar zelfs dat was al een feest. Maar de uren kwamen niet om. Op zekeren dag, zei Nobile, brak het ijs en we moesten in alle haast verhuizen. Wij gin gen over op een nabijgelegen bank, de „Be- renbank," zoo genaamd ter herinnering aan Malmgren's daad. Intusschen ving Biagi be richten op, waaruit bleek dat ons seinen werd gehoord. Een groote emotie was het voor ons, toen Archangel meende ons te hebben ver staan. Een ontzettende teleurstelling was het, toen op den volgenden dag een amateur uit Filadelfia onze positie meende te kunnen vaststellen op 84 graad Noorderbreedte. Het was als een veroordeeling ter dood. Daarop volgde eindelijk het contact met de „Oittk di Milano Nobile zweeg. Wie hem had aangehoord voelde hoe een dikte zijn keel toeschroefde. Het werd tijd de hut te verlaten. Mannen toonen elkaar niet graag hun tranen. Uit Parijs wordt gemeld: Te Bourges is een vliegtuig neergestort. De piloot was on middellijk dood; drie inzittenden werden zwaar gewond. Over de oorzaak van het doodelijk onge luk den vermaarden Franschen vlieger Fronval overkomen, vertelt de Londensche „Aeroplane" het volgende: Fronval moest vliegtuigen afleveren en van het Morane-vliegveld overbrengen naar het aan de andere zijde van den weg gele gen militaire vliegveld van Villacoublay. Daar de wind dwars over den weg stond, was alles wat de vlieger te doen had, te starten, over de boomen te wippen en het vliegtuig aan de andere zijde weer op den grond te zetten. Volgens de voorschriften had Fronval echter voor het landen op het militaire vliegveld een ronde om het veld moeten vliegen, om zoodoende zijn plan tot landen kenbaar te maken. Hij deed dit niet, met het gevolg, dat zijn toestel in bot sing kwam met dat van een nog onervaren militairen leerlingvlieger, die hem niet had zien aankomen, en die juist zou starten. Zooals bekend vloog ten gevolge van de bot sing, het vliegtuig van Fronval in brand. De vlieger William Brooks, die te Allen- town, Pa. op 1500 voet hoogte een looping wilde maken, zag bij het optrekken, hoe eensklaps motor en schroef er alleen van door gingen. De motor kwam neer op 100 meter van een wagenloods der Lenigh Valley Transit Co. Het motorloos geworden vliegtuig bleef niettemin, volgens het „Hbld." bestuurbaar, zoodat Brooks en zijn passagier veilig den grond konden bereiken. De technische commissie van de Bra- ziliaansche Aero-Club heeft in haar offi- cieele verklaring over de landing van Ferra- rin en Del Prete nabij Fort Natal vastge steld, dat de vliegers hemelsbreed een af stand hebben afgelegd van 7163 K.M. in den tijd van 49 uur 19 minuten. De K. L. M. heeft het aantal luchtdien sten van en naar Parijs uitgebreid tot drie.,' Alle diensten zijn opengesteld voor het vrachtverkeer. Er zijn thans twee ochtend diensten en een middagdienst. Eén ochtend dienst en de middagdienst nemen ook te Brussel lading in. Verder is een luchtverblndlng met Spanje tot stand gekomen. Goederen, welke des voormiddags te 9 uur uit Amsterdam, en te 9 uur 45 uit Rotterdam vertrekken, zijn reeds den volgenden middag te 14 uur 45 te Barcelona en te 19 uur 45 te Madrid. De Spaansche regeering heeft luchtvrachtzen dingen van de anders zoo remmende for maliteiten aan documenten vrijgesteld. Onmiddellijk na ontvangst van het desbe treffend bericht, heeft de directie van de Ne derlandsche Spitsbergen-Compagnie Sjef van Dongen gelukgewenscht met zijn behouden terugkeer op Spitsbergen en van hem, met zijn dankbetuiging een korte beschrijving ontvangen van den kranigen tocht, die Sjef met kapitein Sora gemaakt heeft naar het eiland Foyn. Dit rapport luidt als volgt: Den 18en Juni vertrokken wij met één slede van de Noordkaap van Noordoostland. 19 Ju ni moesten wij Varming (den Deen, die den derden man van 't troepje vormde. Red.) op kaap Platen wegens sneeuwblindheid achter laten met een uitrusting voor 20 dagen. In deze twee dagen waren wij 230 K.M. vooruit gekomen. Den 20en en 21en kwamen wij ech ter niet verder dan tot nabij kaap Bruun, wegens den slechten toestand van het ijs. Den 22en probeerden wij op het pakijs te ko men met een uitrusting voor drie weken, doch moesten onverrichterzake weerkeeren. Den 23en vertrokken wij met een uitrusting voor acht dagen. Deze uitrusting bleek nog te zwaar; wij moesten de helft achteïTaten. Wij schoten ten gevolge van slecht ijs en veel open water niet meer dan 400 M. per mir op. Onze slaapzakken en ook wij zelf tot den hals toe, waren kletsnat. Wij kwamen den 28en Juni op het eiland Broch aan. Twee honden stierven in het pakijs en drie bü onze aankomst op het eiland. Hier hadden wij vier dagen sneeuwstorm en leefden wij van veld producten, maar deze zijn daar zeer schraal. Den 3en Juli vertrokken wij naar het eiland Foyn en hadden over dezè zes kilometer een en dertig uur werk wegens den sterken stroom in het ijs. Wij haddenniets meer te eten en waren genoodzaakt een hond te slachten. Wij kookten het vleesch in een ca- caobus. Den 5en, 6en en 7en gingen we met den rugzak om in één stuk door de groep- Nobile te zoeken, doch zonder resultaat. Wij moesten wegens moeheid teruglceeren naar Foyn. Den 12en Juli zagen wij de Krassin. Wij probeerden seinen te geven, maar kregen geen antwoord. Wij hadden dien dag een nieuwen hond moeten slachten. Om 23 uur van dienzelfden dag zagen wij drie vliegtui gen. Gelukkig was er door den sïerken stroom toevallig open water. Wij moesten alles ach terlaten. Den 13en Juli werden wij met veel jubel aan de Koningsbaai ontvangen. Ik heb op verzoek van de Amerikaansche passagiers een lezing gehouden op de Reliance, ^llen waren zeer geestdriftig. Ik hoop binnenkort alles uitvoerig in Holland te vertellen." Met een verzoek om het telegram door te zenden aan zijn ouders, besluit van Dongen zijn relaas, dat in zijn soberen eenvoud mis schien een beteren indruk geeft van de moei lijkheden, die overwonnen moesten worden en van de flinkheid waarmede dit geschied is, dan de beste schrijver zou kunnen wekken door een tot in détails opgesmukt verhaal. Wat van Dongen in zijn sympathieken een voud niet meedeelt, maar wat de directie van de Spitsbergen-compagnie van andere zijde vernomen heeft, is dat hij bij den overtocht naar Broch kapitein Sora het leven heeft gered. Deze was op een gegeven oogenblik tusschen twee ijsschotsen ingezakt, waarop Sjef hem met gevaar voor eigen leven is bij gesprongen en weer op het ijs heeft weten te halen. Geen wonder dus, dat beide mannen tot hun hals toe nat waren. Groote vreugde heerscht thans in heel Hol land over de berichten, van den behouden te rugkeer van Sjef van Dongen, niet het minst natuurlijk te Arnhem bij Sjef's familieleden, met wie een der medewerkers van het „Huis gezin" een onderhoud had. Hij meldt: De familie van Sjef ontving het volgende telegram: Cita di Milano. (Radio Holland). Mevrouw Van Dongen, Emmastraat 32 Arnhem. Allerbeste groeten. Maak het goed. Kom spoedig thuis. SJEF Verstuurd 13,22 u. van de „Cita di Milano" Ontvangen te Arnhem Zaterdagmiddag kwart voor twee. Sjef van Dongen komt weer thuisl Hij heeft 't aan zijn ouders laten weten. De heele familie en vooral de moeder had nog steeds niet goed durven gelooven, dat Sjef werkelijk gered was. Niet dat zij in hem wantrouwde, want alle gelooven met groot vertrouwen in onzen roekeloozen, maar moe- tdigen jongen, die, met vergeten van alles wat hem dierbaar was, geen oogenblik geaarzeld heeft, om met zijn honden over het pakijs te vertrekken. Het was ook wel heel wat ge waagd, want het ijs ter plaatse is volgens mevrouw Van Dongen, (die zooals men weet, zelf in het hooge Noorden is geweest), in de zen tijd van het jaar heelemaal niet te ver trouwen. Wü zijn dan ook wel even bang ge weest voor onzen boy, zei Sjef's moeder. Want het is soms een echte roekelooze en als er wat te wagen is, is Sjef een der eersten. Ook nu weer had hij niets laten weten, om op het allerlaatste oogenblik een eenvoudige mededeeling, dat hij ging probeeren, om de ongelukkige Poolreizigers te vinden. Ja, onze Sjef durft wel heel wat aan en al ben ik zijn eigen moeder ik ben toch niet onbeschei den, als ik zeg, dat hij «e hulde, die hem nu gebracht wordt, werkelijk verdiend heeft. En dan, een klein beetje trots mag er toch wel bij zijn. Want het blijft toch altijd m ij n jon gen. Uit Waalwijk schrijft men nog: 13 September 1927 is Sjef met het stoom schip „Amelia" naar Spitsbergen vertrokken. Hij is niet, zooals velen meenen, te Waalwijk of Tilburg, maar in Haarlem geboren in 1907 waar zijn vader destijds werkzaam was bij de firma Combert en Wertheim. Wel heeft Sjef langen tijd te Waalwijk en Tilburg gewoond. Zooals ieder mensch, heeft hij vreugde en droefheid gekend, maar zijn karakter was toch overwegend vroolijk. Buitengewone avonturen heeft hij niet beleefd, want sen satiezucht kunnen wij het niet noemen, die ongekende drang naar daden. Bij ons (te Waalwijk) leefdé hij het leven van lederen echten Hollandschen jongen. Den eenen dag viel hij in een sloot, een anderen dag ziet hij kans om God weet welken anderen schrik te verwekken in het hart zijns moeders. De politie heeft hem natuurlijk ook gekend, maar toch nooit in verkeerden zin. 't Waren de echte jongensstreken die Sjef uithaalde. „Teppy" is de naam geweest die hij in zijn eerste Jeugd van ons heeft gekregen, totdat „Tep" niet langer „Tep" wou zijn en op ze keren dag, hij was toen zoowat 16 jaar, den volke kond deed, dat hij niet „Tep" wensehte te heeten, maar dat zijn moeder hem „Sjef" had laten doopen en dus noemen jullie mij Sjef". Inderdaad vanaf het eerste begin zat de forsche doorzettende wil erin, want som migen die toch „Tep" bleven kweelen, maak ten kennis met een krachtige onderstreping van Sjef's werkelijken naam. Heel Waalwijk heeft hem gekend. „Sjef van Dongen en zijn honden" dat was synoniem. De dijken in Waalwijk hebben hem heel wat gewaagde toertjes zien volbrengen als hij met zijn dieren aan een bobslee gebonden in razende jacht naar beneden gleed'. Veel pret hebben zijn kameraden met hem gehad, zoowel in Waalwijk als in Tilburg, waar hij de H. B. S. bezocht, alweer met den gebruikelijken ijver van den Holland schen jongen, want hoewel hij lang niet dom was, oordeelde Sjef 't toch prettiger om te voetballen, te zwemmen en met honden te werken. De honden en zijn ski's, dat zijn de substantieven die één zijn met den naam „Sjef van Dongen". Vanaf de eeVste oogen- blikken die wij ons herinneren kunnen, was hij doende met honden en schaatsen; daar voor moest alles ruimen en reeds hier in Hol land was lrij dan ook „first class" skilooper, totdat eindelijk de 13e September 1927 aan brak, de dag waarop hij naar Spitsbergen ging, naar zijn vader, die hem noodig had. Daar heeft hij leeren ski'en als geen ander. De Noren steekt hij de loef af en zijn brie ven vertellen ons van zijn leven, dat hij nu daar leidt. Nu is hij er alleen, en liever was hij wel meegekomen naar Holland, maar er Zijn tijden dat het niet gaat. U begrijpt de risico van de werkmogelijkheid in Nederland. Nu gaat Sjef misschien beroemd worden. Denk echter niet daf hij dat tevoren be dacht kan hebben, want in de omstandighe den die daarginds den Poolreizigers zijn over komen, dan denkt Sjef niet meer. Dan weet hij dat hij moet ski'en, ski'en om menschen- levens te redden. Wij allen, tantes, neefs en last not least nichtjes, wij hopen vurig, dat hij mag slagen. „Sjef is altijd een reuze aar dige jongen geweest en ik zou niet graag hebben, dat hem wat overkwam," zei het zwarte nichtje uit de Grootestraat ln Waal-" wijk. De dader van den moord op Zuster Fer dinanda, welke op 3 October van het vorig jaar heeft plaats gehad in het Oude Man nenhuis te Roermond, is uit de psychiatri sche inrichting Maasoord teruggekeerd en naar het Huis van bewaring te Roermond overgebracht. Te Amsterdam is een 7-jarig meisje, dat op een balkon van een huis in de Fahren- heitstraat speelde, naar beneden gevallen, waarbij zij gelukkig slechts een paar ribben brak. Zij is opgenomen in het gasthuis. Haar toestand is redelijk wel. Men hoopt, door het feit. dat twee inwo ners van Laren door de Hilversumsche re cherche zijn gearresteerd als verdacht van de inbraak bij „De Gooi- en Eemlander", dat de lange reeks inbraken in het Gooi tot een eind zal zijn gekomen. Deze beiden woonden vroeger te Hilversum; ze werden reeds daar verdacht van inbraak en waar schijnlijk omdat ze te veel op de vingers ge keken werden, verhuisden ze naar Laren. Reeds lang was bekend, gezien de werk methoden, dat twee ploegen inbrekers, on afhankelijk van elkaar, in het Gooi werk zaam waren. De aanwijzingen waren echter steeds te vaag, om tot aanhouding over te gaan. Een inbraak te Soest leidde tot aan houding van een Larenschen jongen, die, hoewel niet direct medeplichtig, toch wel van een en ander afwist. Door zijn toedoen kwam men op het spoor van het eerste koppel inbrekers, waarvan één is gearres teerd en de ander voortvluchtig is. Te Rotterdam hebben een agent en eeni ge burgers met groote moeite den 14-jarigen J. K. weten te redden, nadat hij op een opgespoten terrein bij het Lischpleln tot aan zijn schouders in de modder was weg gezakt. Men kon het ventje alleen bereiken inet behulp van planken. Een dreg die hem werd toegeworpen knapte af, zoo vast zat de jon gen ln de modder gezogen. Ten slotte is het reddingswerk gelukt, doch niet, dan na dat de agent zich vrij ernstig aan zijn han den verwond had door spijkers welke in de planken zaten. De politieman moest zich in het zieken huis aan den Bergweg laten verbinden et is thans buiten dienst gesteld. Een zonderling avontuur beleefde onlangs een pedati-voerder, die 's nachts den vuur- turen van Soengai Berameh ter Westkust passeerde, schrijft de „Sum. Bode". Plotseling schoot een hond jankend en met den staart tuschen de beenen den pedatl voorbij, alsof het dier achtervolgd werd. De pedati-voerder ging achter zijn kar kijken en zag toen tot zijn niet geringen schrik een tijger voor zich staan. Intusschen gebeurde er iets zonderlings. De karbouw, die instinctmatig de aanwe zigheid van den tijger bemerkte, schudde uit alle macht zijn juk af en nam een aan vallende houding tegenover den tijger aan. Deze was hierop blijkbaar niet bedacht en sloeg op de vlucht. Zoo heeft de pedati-voerder zijn leven aan zijn karbouw te danken. Een arbeider te Ochten gedood Te Ochten is de locomotief van het trein tje, waarmee grond voor de dijkverzwaring» wordt aangevoerd, van den dijk gevallen, met het gvolg, dat de machinist, de 65- Jarige J. J. Houtzagers uit Utrecht werd gedood. 1200 koelies namen aan het blusschings^l werk deel Aneta seint uit Medan: Bosch, alang-alang en honderd braaklig gende tabaksvelden van de onderneming Timbang- Langkat en zeventig landen van de onderneming Selayang zijn door onbe kend 3 oorzaak afgebrand; 1200 koelies van Timbang.Langkat hebben zeven uur aan den stri.a tegen het vuur deelgenomen. Op verschillende plaatsen werden tegenbranden gesticht. De schade is belangrijk, doordat de braakliggende termijn voor deze landen nu met eenige jaren verlengd wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7